Aiwa CDC-R504MP Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding
2
Opmerkingen over discs
Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat
deze schoon blijft. Pak de disc bij de randen vast.
Bewaar de discs in het doosje of het discmagazijn
wanneer u deze niet gebruikt.
Stel discs niet bloot aan hitte/hoge temperaturen.
Laat de discs niet achter in een geparkeerde auto
of op het dashboard/de hoedenplank.
Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen
discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de
werking wordt verstoord of de disc kan worden
beschadigd.
Gebruik geen discs waarop stickers zijn gekleefd.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat
leiden tot:
het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme
blokkeert);
het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
weergegeven) doordat de sticker onder invloed
van de warmte krimpt en de disc kromtrekt.
Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart,
vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat
worden afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan
het apparaat worden beschadigd. Gebruik
dergelijke discs niet.
•U kunt geen 8-cm CD's afspelen.
VOORZORGSMAATREGELEN
•Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat
u het gaat gebruiken.
Een elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit wanneer het apparaat wordt
aangezet.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot
dit apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sony-
handelaar.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan vocht condenseren op de lenzen en
het display van het apparaat. In dit geval kan de
werking van het apparaat worden verstoord.
Verwijder in dit geval de disc en wacht ongeveer
een uur tot alle vocht is verdampt.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
Zie voor het monteren en aansluiten van het
apparaat de bijgeleverde handleiding
“Installatie en aansluitingen”.
Dit label bevindt zich onderaan op
het toestel.
3
Maak een disc voor het
afspelen altijd schoon met
een in de handel
verkrijgbare doek. Veeg de
disc van binnen naar buiten
schoon. Gebruik geen
oplosmiddelen zoals
benzine, thinner en in de
handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor
grammofoonplaten.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiliging
Dit product is ontworpen om discs af te spelen die
conformeren aan de CD-norm (Compact Disc).
Recentelijk hebben bepaalde platenmaatschappijen
discs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiliging. Sommige van deze discs
conformeren niet aan de CD-norm en kunnen
wellicht niet worden afgespeeld met dit apparaat.
Opmerkingen bij CD-R's (opneembare
CD's)/CD-RW's (herschrijfbare CD's)
Dit apparaat kan de volgende discs afspelen:
Soorten discs Label op de disc
Audio-CD
MP3-
bestanden
MP3-
bestanden
Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de
opname-apparatuur of de staat van de disc)
kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld.
•U kunt geen CD-R's/CD-RW's afspelen die niet
zijn gefinaliseerd*.
•U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's en
CD-RW's afspelen.
CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie kan
worden toegevoegd, kunnen worden afgespeeld.
*Proces dat nodig is om een opgenomen CD-R/
CD-RW disc af te spelen met een CD-speler.
INHOUDSOPGAVE
AAN DE SLAG
Het apparaat terugstellen (reset)....................... 4
DEMO (demonstratie) functie ........................... 4
Diefstalpreventie.................................................. 4
BASISBEDIENING, GELUID- EN
KLOKINSTELLING
Het apparaat inschakelen ................................... 5
De klok instellen .................................................. 5
Het geluid instellen ............................................. 5
BEDIENING VAN DE RADIO
Zenders automatisch opslaan ............................ 6
Opgeslagen zenders ontvangen ........................ 6
Alleen de gewenste zenders opslaan................ 7
RDS
Automatisch opnieuw afstemmen voor
optimale ontvangst ......................................... 7
Verkeersinformatie beluisteren.......................... 8
Afstemmen op zenders op programmatype ... 9
Klok automatisch instellen ................................. 9
BEDIENING VAN DE CD-SPELER
Een disc afspelen ............................................... 10
Informatie in het display .................................. 11
ANDERE FUNCTIES
Gebruik van andere apparatuur...................... 12
Diverse instellingen........................................... 12
KAARTAFSTANDSBEDIENING
Benaming van de onderdelen .......................... 13
Voorbereidingen ................................................ 13
De batterij vervangen........................................ 13
PROBLEMEN OPLOSSEN
Algemeen ............................................................ 14
Radio-ontvangst ................................................ 14
RDS ...................................................................... 14
CD-weergave...................................................... 15
FOUTMELDINGEN
Foutweergave..................................................... 15
Berichten ............................................................. 15
AANVULLENDE INFORMATIE
Informatie over MP3-bestanden...................... 16
Onderhoud ......................................................... 18
Het apparaat verwijderen ................................ 18
Technische gegevens ......................................... 19
4
AAN DE SLAG
Opmerking
Sommige toetsen van dit apparaat hebben twee of
meer functies. Zie de verband houdende
beschrijvingen voor nadere bijzonderheden.
Het apparaat terugstellen (reset)
Voordat u het apparaat de eerste maal gebruikt of
na het vervangen van de accu of het wijzigen van
de aansluitingen, moet u het apparaat terugstellen.
Verwijder het voorpaneel en druk met een spits
voorwerp, zoals een balpen, op de terugsteltoets.
Met het voorpaneel verwijderd
Ter ugsteltoets
Opmerking
Als u op de terugsteltoets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde andere
geheugeninstellingen gewist.
DEMO (demonstratie) functie
Het apparaat heeft een extra aanduidingsfunctie
(DEMO) waarmee een demonstratie van de
verlichtingsmogelijkheden van het apparaat kan
worden getoond. Wanneer u het apparaat
deactiveert door indrukken van (OFF), wordt de
kloktijd ongeveer 10 seconden aangegeven waarna
het apparaat overschakelt naar de DEMO functie.
De DEMO functie annuleren
1 Terwijl het apparaat in de DEMO stand staat,
houdt u (PUSH-MENU) ingedrukt totdat
"SET" in het display verschijnt.
2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om
"DEMO" te kiezen.
3 Draai aan (PUSH-MENU) om "DEMO OFF" te
kiezen.
Om de DEMO functie weer te activeren, herhaalt u
de bovenstaande aanwijzingen en kiest dan
"DEMO ON" in stap 2.
Diefstalpreventie
Wanneer u de auto verlaat, kunt u het voorpaneel
verwijderen en dit in het bijgeleverde draagdoosje
opbergen.
Waarschuwingstoon
Wanneer u het contact in de stand OFF zet zonder
het voorpaneel te verwijderen, hoort u de
waarschuwingstoon enkele seconden.
Als u een los verkrijgbare versterker aansluit en de
ingebouwde versterker niet gebruikt, wordt de
pieptoon uitgeschakeld.
Het voorpaneel afnemen
1 Druk op Z om de disc te verwijderen.
2 Druk op (OFF)*.
3 Druk op en trek het voorpaneel naar u
toe. (Houd het voorpaneel met een hand
vast om te voorkomen dat dit per ongeluk
valt.)
(OFF)
* Als de auto niet is voorzien van een contactslot
met ACC (accessoire) positie, moet u het
apparaat uitschakelen door op (OFF) te drukken
totdat het display verdwijnt. Zo voorkomt u dat
de accu uitgeput raakt.
Het voorpaneel bevestigen
1 Maak de rechterkant van het voorpaneel
aan de rechter vergrendeling van het
apparaat vast.
2 Duw tegen het paneel totdat dit vastklikt.
Let erop dat u niet op de toetsen en het
displayvenster drukt.
1
2
Opmerkingen
Als u het voorpaneel losmaakt terwijl het
apparaat nog is ingeschakeld, wordt dit
automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat
de luidsprekers worden beschadigd.
Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet
achter in een geparkeerde auto of op het
dashboard/de hoedenplank.
Plaats niets op de binnenkant van het
voorpaneel.
5
BASISBEDIENING, GELUID-
EN KLOKINSTELLING
(OFF)
(PUSH-MENU)
(SEEK)(+)/(SEEK)(–)
(SOURCE)
(H-BASS),(EQ),
(DSPL),(ATT)
Het apparaat inschakelen
Druk op (SOURCE) van het voorpaneel.
Het apparaat wordt ook ingeschakeld wanneer u
een disc plaatst.
Het apparaat deactiveren
Druk op (OFF).
De kloktijd verdwijnt. Na ongeveer 10 seconden
komt het apparaat in de DEMO stand (pagina 4) te
staan.
Het apparaat uitschakelen
Houd (OFF) ingedrukt totdat alle display-
aanduidingen verdwijnen.
Deze bedieningshandeling is nodig om leeglopen
van de accu te voorkomen wanneer uw auto geen
ACC stand op het contactslot heeft.
De klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurssysteem.
1 Houd (DSPL) ingedrukt totdat de kloktijd
verschijnt.
2 Druk op (PUSH-MENU) om het uur in te
stellen.
3 Druk op (DSPL).
4 Druk op (PUSH-MENU) om de minuten in te
stellen.
5 Druk op (DSPL).
De kloktijd weergeven
Druk op (DSPL).
Om de vorige display-aanduiding weer te laten
verschijnen, drukt u nog een keer op (DSPL).
Het geluid instellen
Instellen van het volume
Draai aan (PUSH-MENU).
"VOL" (volume) verschijnt in het display.
Het geluid snel dempen
Druk op (ATT).
"ATT•ON" verschijnt in het display.
Om het vorige volumeniveau te herstellen, drukt u
nog een keer op (ATT).
De geluidsakoestiek instellen (DSSA*)
U kunt de akoestiek en de toonbalans van het
geluid optimaal instellen voor een bepaalde plaats
in de auto.
* DSSA: Dit is de afkorting voor "Drivers Sound
Stage Adjustment"
1 Druk op (PUSH-MENU).
2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "DSSA"
te kiezen.
3 Draai aan (PUSH-MENU) om "L" (voor de
linker voorstoel), "R" (voor de rechter
voorstoel) of "OFF" te kiezen.
Om de DSSA handmatig bij te regelen, drukt u na
het uitvoeren van bovenstaande stap 3 op
(PUSH-MENU), daarna drukt u op (SEEK) (+) of
(SEEK) (–) om "BAL" of "FAD" te kiezen en dan
draait u aan (PUSH-MENU) om de gewenste
instelling te maken.
De geluidskarakteristieken wijzigen
U kunt de balans, de fader, het laagdoorlaatfilter
en het subwoofervolume instellen.
1 Druk op (PUSH-MENU).
2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "BAL",
"FAD", "LPF" of "SUB" te kiezen.
Bij meermalen indrukken van (SEEK) (+)
verandert het item als volgt:
LOW
*1
t MID
*1
t HI
*1
t
BAL (balans; links-rechts) t
FAD (fader; voor-achter) t
DSSA t
LPF (laagdoorlaatfilter)
*2*3
t
SUB (subwoofervolume)
*2*4
*1
Als EQ geactiveerd is (pagina 6)
*2
Als "SUB" gekozen is (pagina 12)
*3
De kantelfrequentie kan worden ingesteld op
78 Hz, 125 Hz of OFF.
*4
Het volumeniveau kan worden ingesteld
tussen –10 en +10, of op ATT (gedempt).
3 Draai aan (PUSH-MENU) om het gewenste
item in te stellen.
6
Versterken van de bassen
(H-BASS)
Druk op (H-BASS).
Bij meermalen indrukken van (H-BASS) wordt de
H-BASS functie beurtelings in- en uitgeschakeld.
Opmerking
De H-BASS instelling heeft geen invloed op het
signaal dat in de "SUB" (subwoofer) stand via de
AUDIO OUT REAR aansluitingen op het
achterpaneel wordt uitgevoerd.
De equalizer (EQ) instellen
U kunt een equalizercurve instellen voor 7
muziekgenres (HIP-HOP, VOCAL, CLUB, JAZZ,
POPS, ROCK en CUSTOM).
Voor elke bron kan een verschillende
equalizerinstelling worden opgeslagen.
Een equalizercurve kiezen
1 Druk op (SOURCE) om de geluidsbron te
kiezen (TUNER, CD of AUX).
2 Druk enkele malen op (EQ) om de gewenste
equalizercurve te kiezen.
Kies "OFF" om het equalizereffect uit te
schakelen.
De equalizercurve aanpassen
U kunt de equalizerinstellingen voor de diverse
toonbereiken aanpassen en opslaan.
1 Voer de bovenstaande stappen 1 en 2 uit.
2 Druk op (PUSH-MENU).
3 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om het
gewenste toonbereik te kiezen: "LOW",
"MID" of "HI".
4 Draai aan (PUSH-MENU) om het gewenste
volumeniveau in te stellen.
Het volumeniveau kan in stappen van 1 dB
worden ingesteld tussen –10 en +10 dB.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 om nog andere
equalizercurve-instellingen te wijzigen.
Opmerking
Als EQ op "OFF" is ingesteld, kunt u de
equalizercurve-instellingen niet wijzigen.
De fabrieksinstellingen weer oproepen
Tijdens het wijzigen van de equalizercurve-
instellingen kunt u ook de fabrieksinstellingen
weer oproepen.
Houd tijdens het maken van de instellingen
(PUSH-MENU) ingedrukt totdat het
equalizertype (zoals HIP-HOP) in het display
verschijnt.
BEDIENING VAN DE RADIO
Er kunnen maximaal 6 zenders van elke
afstemband (FM1, FM2, FM3, MW en LW) worden
opgeslagen.
Let op
Als u tijdens het rijden op een zender afstemt,
moet u de Best Tuning Memory functie gebruiken
om een ongeluk te voorkomen.
(SEEK)(+)/(SEEK)(–)
(SOURCE)
(BTM SENS)
(MODE)
Zenders automatisch opslaan
– Best Tuning Memory (BTM)
1 Druk enkele malen op (SOURCE) om de
radio als geluidsbron te kiezen.
2 Druk enkele malen op (MODE) om de
afstemband te kiezen.
3 Houd (BTM SENS) ingedrukt tot "BTM" in
het display knippert.
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van de ontvangstfrequentie onder de
cijfertoetsen op.
U hoort een pieptoon wanneer een zender is
opgeslagen.
Opmerkingen
Als er slechts enkele zenders ontvangen kunnen
worden vanwege zwakke signalen, behouden
enkele cijfertoetsen de vorige instellingen.
Als er een nummer in het display wordt
aangegeven, worden de zenders opgeslagen
vanaf de zender die momenteel wordt
ontvangen.
Opgeslagen zenders ontvangen
1 Druk enkele malen op (SOURCE) om de
radio als geluidsbron te kiezen.
2 Druk enkele malen op (MODE) om de
afstemband te kiezen.
3 Druk op de cijfertoets ((1) t/m (6))
waaronder de gewenste zender is
opgeslagen.
Cijfertoetsen
Frequentie
Cijfertoets
Afstemband
7
Automatisch afstemmen
Als geheugenafstemming niet werkt, kunt u
proberen of er automatisch op de zender kan
worden afgestemd.
Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om de zender
te zoeken.
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal deze handeling tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
Als het automatisch afstemmen te vaak wordt
onderbroken
Druk enkele malen op (BTM SENS) totdat
"LOCAL•ON" in het display verschijnt.
De "LCL" indicator wordt weergegeven.
Er wordt nu alleen afgestemd op de zenders met
relatief sterke signalen (lokale zoekfunctie).
Om de lokale zoekfunctie te laten vervallen, drukt
u een- of tweemaal op (BTM SENS) zodat de "LCL"
indicator verdwijnt.
Als u de frequentie van de zender weet
(handmatige afstemming)
Houd (SEEK) (+) of (SEEK) (–) ingedrukt totdat
de gewenste frequentie wordt genaderd.
Druk nu enkele malen even kort op (SEEK) (+) of
(SEEK) (–) om nauwkeurig op de zender af te
stemmen.
Monostand
Als de FM stereo-uitzending met veel ruis
doorkomt, kunt u op mono overschakelen.
Druk tijdens radio-ontvangst enkele malen op
(BTM SENS) totdat "MONO ON" in het display
verschijnt.
De "MONO" indicator wordt weergegeven.
Om terug te keren naar normale radio-ontvangst,
drukt u nog een keer op (BTM SENS).
Alleen de gewenste zenders
opslaan
U kunt de gewenste zenders handmatig onder een
bepaalde cijfertoets opslaan.
1 Druk enkele malen op (SOURCE) om de
radio als geluidsbron te kiezen.
2 Druk enkele malen op (MODE) om de
afstemband te kiezen.
3 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om op de
gewenste zender af te stemmen.
4 Houd de gewenste cijfertoets ((1) t/m (6))
ingedrukt totdat "MEM" verschijnt.
RDS
Opmerkingen betreffende RDS
In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
RDS functioneert misschien niet goed als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender
waarop u hebt afgestemd geen RDS-gegevens
uitzendt.
(SEEK)(+)/(SEEK)(–)
(SOURCE)(PUSH-MENU)
(PTY)
(AF/TA) (BTM SENS)
(MODE)
Automatisch opnieuw afstemmen
voor optimale ontvangst
– AF (Alternatieve Frequenties)
Met de AF-functie stemt de radio altijd af op het
sterkste signaal van de zender die u beluistert.
Frequenties worden automatisch gewijzigd.
1 Selecteer een FM-zender.
2 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot "AF ON"
verschijnt.
Het apparaat gaat zoeken naar een alternatieve
zender met een sterker signaal in hetzelfde
netwerk.
Als "NO AF" verschijnt, heeft de zender waarop
is afgestemd, geen alternatieve frequentie.
Cijfertoetsen
98,5 MHz
96,0 MHz
102,5 MHz
Zender
8
Als u de AF-functie wilt annuleren, selecteert u
"AF, TA•OFF".
Opmerkingen
Als "AF ON" wordt geselecteerd, wordt de
verkeersinformatie geannuleerd. Wilt u
verkeersinformatie met de AF-functie activeren,
dan selecteert u "AF, TA•ON".
Als u de functie wilt in- of uitschakelen tijdens
het afspelen van een CD, drukt u op (AF/TA).
Voor zenders zonder alternatieve frequenties
Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) terwijl de
zendernaam knippert (binnen 8 seconden).
Het apparaat gaat zoeken naar een andere
frequentie met dezelfde PI-gegevens (Programme
Identification). "PI SEEK" wordt weergegeven.
Als het apparaat niet dezelfde PI-gegevens kan
vinden, keert het terug naar de vorige frequentie.
Een regionaal programma beluisteren
Als de AF-functie is ingeschakeld: de
fabrieksinstelling van het apparaat beperkt
ontvangst tot een bepaalde regio, zodat u niet kunt
overschakelen naar een andere regionale zender
met een sterkere frequentie.
Als u het ontvangstgebied voor het regionale
programma verlaat of als u gebruik wilt maken
van de volledige AF-functie, gaat u als volgt te
werk:
1 Houd (PUSH-MENU) ingedrukt totdat "SET"
in het display verschijnt.
2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) totdat
"REG" verschijnt.
3 Draai aan (PUSH-MENU) om "REG OFF" te
kiezen.
Om terug te keren naar de fabrieksinstelling
herhaalt u de bovenstaande aanwijzingen en kiest
dan "REG ON" in stap 3.
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk
en bepaalde andere gebieden.
Local Link-functie
(alleen voor het Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1 Druk op een cijfertoets ((1) t/m (6))
waaronder een lokale zender is opgeslagen.
2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de
cijfertoets van de lokale zender.
3 Herhaal dit tot de gewenste zender wordt
ontvangen.
Verkeersinformatie beluisteren
-TA (Traffic Announcement)/TP (Traffic
Programme)
Als u TA en TP inschakelt, kunt u automatisch
afstemmen op een FM-zender die
verkeersinformatie uitzendt. Deze instellingen
werken ongeacht het huidige FM-programma en
zelfs wanneer CD of AUX als bron is gekozen.
Na de verkeersinformatie schakelt het apparaat
weer over naar de oorspronkelijke bron.
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot "TA ON"
verschijnt.
Het apparaat gaat zoeken naar zenders die
verkeersinformatie uitzenden.
Met "TP" wordt de ontvangst van dergelijke
zenders aangegeven en "TA" knippert tijdens de
ontvangst van verkeersinformatie. Het apparaat
blijft zoeken naar beschikbare TP-zenders als "NO
TP" wordt aangegeven.
Om alle verkeersinformatie te annuleren, selecteert
u "AF, TA•OFF."
Om de huidige informatie te annuleren, drukt u op
(AF/TA).
Opmerkingen
Als "TA ON" wordt geselecteerd, wordt de AF-
functie geannuleerd. Wilt u de AF-functie met
verkeersinformatie activeren, dan selecteert u
"AF, TA•ON".
•U kunt de huidige informatie ook annuleren
door op (SOURCE) of (MODE) te drukken.
Het volume van verkeersinformatie instellen
U kunt het volume van de verkeersinformatie
vooraf instellen, zodat u geen enkel bericht mist.
1 Draai aan (PUSH-MENU) om het gewenste
volume in te stellen.
2 Houd (AF/TA) ingedrukt totdat "TA" in het
display verschijnt.
De instelling is opgeslagen.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, schakelt het apparaat
over naar noodberichten als deze worden
uitgezonden wanneer u naar een FM-zender, CD
of AUX-bron luistert.
RDS-zenders met de AF- en TA-instelling
vooraf instellen
Wanneer u RDS-zenders instelt, slaat het apparaat
de AF-/TA-instelling (aan/uit) en de frequentie
van elke zender op. U kunt de instelling (AF, TA of
beide) voor elke zender afzonderlijk of voor alle
voorkeurzenders samen bepalen. Als u zenders
met "AF ON" instelt, slaat het apparaat
automatisch zenders met het sterkste radiosignaal
op.
9
Alle voorkeurzenders op dezelfde wijze
instellen
1 Selecteer een FM-band.
2 Druk enkele malen op(AF/TA) totdat
"AF ON", "TA ON" of "AF, TA•ON" verschijnt.
De "AF, TA•OFF" instelling geldt voor niet-
RDS zenders en voor RDS-zenders.
3 Druk op (BTM SENS) tot "BTM" gaat
knipperen.
Een andere instelling voor elke voorkeurzender
opgeven
1 Selecteer een FM-band en stem af op de
gewenste zender.
2 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) om "AF ON",
"TA ON" of "AF, TA•ON" te selecteren.
3 Druk op de gewenste cijfertoets ((1) t/m
(6)) tot "MEM" verschijnt.
Herhaal de procedure vanaf stap 1 om andere
zenders op te slaan.
Afstemmen op zenders op
programmatype
– PTY (programmatypen)
U kunt afstemmen op een zender door het
programmatype te selecteren dat u wilt
beluisteren.
U kunt kiezen uit de volgende programmatypen:
NEWS (nieuwsberichten), AFFAIRS
(actualiteiten), INFO (informatie), SPORT
(sportprogramma's), EDUCATE (educatieve
programma's), DRAMA (hoorspelen),
CULTURE (cultuur), SCIENCE (wetenschap),
VARIED (variété), POP M (populaire
muziek), ROCK M (rock), EASY M (easy
listening), LIGHT M (licht klassiek),
CLASSICS (serieus klassiek), OTHER M
(ander muziektype), WEATHER
(weerberichten), FINANCE (financieel),
CHILDREN (kinderprogramma's), SOCIAL A
(sociale kwesties), RELIGION (religie),
PHONE IN (inbelprogramma's), TRAVEL
(reizen), LEISURE (ontspanning), JAZZ
(jazzmuziek), COUNTRY (country), NATION
M (nationale muziek), OLDIES (oldies), FOLK
M (folk), DOCUMENT (documentaires)
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in sommige
landen/ regio's waar geen PTY-gegevens
(selecteren op programmatype) beschikbaar zijn.
1 Druk op (PTY) tijdens FM-ontvangst.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens uitzendt.
"- - - - - - - -" verschijnt als de ontvangen zender
geen RDS-zender is of als de RDS-gegevens
niet worden ontvangen.
2 Draai aan (PUSH-MENU) om het gewenste
programmatype te selecteren.
"NONE" verschijnt als het programmatype niet
is opgegeven in de RDS-gegevens.
3 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–).
Het apparaat gaat zoeken naar een zender die
het geselecteerde programmatype uitzendt.
Klok automatisch instellen
– CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending wordt
de klok automatisch ingesteld.
1 Houd (PUSH-MENU) ingedrukt totdat "SET"
in het display verschijnt.
2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "CT" te
kiezen.
3 Draai aan (PUSH-MENU) om "CT ON" te
kiezen.
De klok wordt nu ingesteld.
Om "CT ON" te annuleren, herhaalt u de
bovenstaande stappen en kiest dan "CT OFF" in
stap 3.
Opmerkingen
Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook
al wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
10
BEDIENING VAN DE CD-
SPELER
In aanvulling op normale CD-weergave hebt u de
beschikking over de volgende functies:
Afspelen van MP3-bestanden
*1
.
Afspelen van CD-R/CD-RW's waaraan nog een
sessie kan worden toegevoegd.
•Weergave van CD TEXT informatie bij het
afspelen van een CD TEXT disc
*2
.
*1
Zie "Informatie over MP3-bestanden" op pagina
16 voor nadere bijzonderheden over MP3-
bestanden.
*2
Een CD TEXT disc is een audio-CD die
informatie bevat zoals de disctitel, de
artiestennaam en de tracknamen. Deze
informatie is op de disc opgenomen.
Een disc afspelen
(OFF)
(PUSH-MENU)
(SEEK)(+)/(SEEK)(–)
(SOURCE)
(DSPL)
(6)(ALBUM+)
(5)(ALBUM–)
(4)(SHUF)
(3)(REP)
Z
Plaats de disc met het label naar boven
gekeerd.
"CD" verschijnt in het display en het afspelen
begint.
Als er reeds een disc in het apparaat is, drukt u
enkele malen op (SOURCE) totdat "CD" verschijnt
om het afspelen te starten. Wanneer bij normale
weergave de laatste track is afgelopen, keert het
apparaat terug naar de eerste track waarna het
afspelen wordt hervat.
U wilt Druk op
Het afspelen stoppen Z of (OFF)
De disc uitwerpen Z
Tracks overslaan (SEEK) (+)/(SEEK) (–)
(./>)
(één keer voor elke track)
Vooruit-/terugspoelen (SEEK) (+)/(SEEK) (–)
(m/M)
(Ingedrukt houden tot
het gewenste punt.)
Albums overslaan* (5) (ALBUM –) of
(6) (ALBUM +)
(Ingedrukt houden tot
het gewenste album.)
* Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Opmerkingen
Afhankelijk van de toestand van de disc kan deze
wellicht niet worden afgespeeld.
Het kan even duren voordat met het afspelen van
een CD-R of CD-RW wordt begonnen, maar dit is
geen defect.
Als u op (SEEK) (–) of (SEEK) (+) drukt terwijl
de eerste/laatste track wordt afgespeeld,
verspringt het afspelen naar de laatste/eerste
track op de disc.
Als u een MP3-bestand afspeelt met een hoge
bitrate, zoals 320 kbps, kunnen er
onderbrekingen in het geluid zijn.
Herhaalde weergave en willekeurige
weergave
U kunt kiezen uit:
REP•TRACK – de huidige track herhalen.
REP•ALBM* – de tracks in het huidige album
herhalen.
SHUF•ALBM* – de tracks in het huidige album
in willekeurige volgorde afspelen.
SHUF•DISC – de tracks op de huidige disc in
willekeurige volgorde afspelen.
* Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Druk tijdens afspelen enkele malen op (3) (REP)
of (4) (SHUF) totdat de gewenste
herhaalfunctie of willekeurige weergavefunctie
in het display verschijnt.
Om terug te keren naar normale weergave, kiest u
"REP•OFF" of "SHUF•OFF".
Opmerking
Bij willekeurige weergave kunt u met . alleen
teruggaan naar het begin van de huidige track en
niet naar de vorige track.
11
Informatie in het display
Bij het veranderen van de disc/album/track wordt
een eventueel vastgelegde titel
*1
van de nieuwe
disc/album/track automatisch in het display
aangegeven.
Als Auto Scroll is ingeschakeld, schuiven de
namen van meer dan 8 tekens door het display.
De volgende informatie kan in het display worden
aangegeven:
•Tracknummer/verstreken speelduur
Disctitel
*1
/artiestennaam
*2
Albumtitel
*3
•Tracknaam
*1*3
ID3 tag
*3
Klok
U wilt Druk op
Een ander display-item kiezen (DSPL)
*1
De aanduiding "NO NAME" verschijnt wanneer
er geen titel of naam is vastgelegd die kan
worden weergegeven.
*2
Alleen voor CD TEXT discs met een
artiestennaam.
*3
Alleen voor MP3-bestanden.
Alleen de tracknaam/artiestennaam/albumtitel
in de ID3 tag wordt weergegeven.
De aanduiding "NO ID3" verschijnt wanneer er
geen ID3 tag beschikbaar is die kan worden
weergegeven.
Opmerkingen
Bepaalde tekens kunnen niet worden
weergegeven.
Bij sommige CD TEXT discs met erg veel tekens
is het mogelijk dat de tekens niet door het
display schuiven.
Dit apparaat kan niet de artiestennaam voor elke
track van een CD TEXT aangeven.
De Auto Scroll functie in/uitschakelen
1 Houd (PUSH-MENU) ingedrukt totdat "SET"
in het display verschijnt.
2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om
"A.SCRL" te kiezen.
3 Draai aan (PUSH-MENU) om "ON" of "OFF" te
kiezen.
Opmerkingen over MP3
ID3 tag geldt alleen voor versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en
2.4.
Bepaalde tekens en symbolen kunnen niet
worden weergegeven. Deze tekens en symbolen
verschijnen als "*."
Het maximale aantal tekens dat kan worden
weergegeven voor een albumtitel (mapnaam)/
track (bestand) is 64. Voor ID3 tag geldt een
maximum van 30 tekens (1.0, 1.1, 2.2 en 2.3) of
126 tekens (2.4).
In de volgende gevallen wordt de verstreken
speelduur wellicht niet nauwkeurig
weergegeven.
bij het afspelen van een MP3-bestand met VBR
(variabele bitsnelheid).
tijdens vooruit-/terugspoelen.
12
ANDERE FUNCTIES
(PUSH-MENU)
(SEEK)(+)/(SEEK)(–)
(SOURCE)
AUX
Gebruik van andere apparatuur
U kunt ook naar andere apparatuur (zoals een
draagbare cassettespeler, MD-speler of MP3-
speler) luisteren die op dit apparaat is aangesloten.
Zie de gebruiksaanwijzing van de betreffende
apparatuur voor nadere bijzonderheden.
Verwijder een eventueel geplaatste CD om
beschadiging aan het apparaat te voorkomen
voordat u de andere apparatuur aansluit.
1 Sluit de draagbare cassettespeler/MD-speler/
MP3-speler of andere apparatuur op de AUX
aansluiting (diam. 3,5 mm) van dit apparaat
aan.
2 Druk enkele malen op (SOURCE) totdat
"AUX" in het display verschijnt.
Diverse instellingen
De geluidsniveaus gelijkmaken
(bronniveau-afstelfunctie)
Het volume kan veranderen wanneer u op een
andere geluidsbron overschakelt. Als dit het geval
is, kunt u de onderstaande aanwijzingen opvolgen
om het volume van de geluidsbronnen op
hetzelfde niveau in te stellen.
1 Kies de geluidsbron waarvan u het niveau
wilt bijregelen.
2 Houd (SOURCE) ingedrukt totdat "LEVEL 0"
in het display verschijnt.
3 Draai aan (PUSH-MENU) om het niveau in te
stellen.
Het niveau kan in stapjes van 1 dB tussen –6 en
+6 dB worden ingesteld.
De display- en pieptooninstellingen
wijzigen
U kunt de diminstelling van het display wijzigen
en de VU-niveaumeter en de pieptoon in- of
uitschakelen. Voer de onderstaande aanwijzingen
uit terwijl het apparaat ingeschakeld is. Bepaalde
items kunnen niet gekozen worden wanneer het
apparaat niet ingeschakeld is.
1 Houd (PUSH-MENU) ingedrukt totdat "SET"
in het display verschijnt.
2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "DIM",
"VU" of "BEEP" te kiezen.
Bij meermalen indrukken van (SEEK) (+)
verandert het item als volgt:
DIM (dimfunctie) t
VU (VU-niveaumeter) t
A.SCRL
*1
t
BEEP (pieptoon) t
REG
*2
t
CT
*3
*1
Auto Scroll, beschikbaar wanneer CD als bron
is ingesteld (pagina 11)
*2
Regionaal programma, beschikbaar wanneer
FM als bron is ingesteld (pagina 8).
*3
Kloktijd (pagina 9)
3 Druk op (PUSH-MENU) om de instelling voor
het gekozen item te wijzigen.
Het type apparatuur kiezen dat op het
achterpaneel is aangesloten
U kunt een eindversterker of een subwoofer op de
AUDIO OUT REAR aansluitingen op het
achterpaneel van het apparaat aansluiten.
Wanneer een eindversterker of subwoofer wordt
aangesloten, moet het type apparatuur correct
worden ingesteld.
1 Druk op (PUSH-MENU) terwijl het apparaat
gedeactiveerd is (de kloktijd of DEMO wordt
aangegeven).
2 Draai aan (PUSH-MENU) om "REAR" in te
stellen (voor een eindversterker) of "SUB"
(voor een subwoofer).
13
KAARTAFSTANDSBEDIENING
Benaming van de onderdelen
PRESET
ATTOFF
DSPL MODE
SOURCE
+
PRESET
VOL
+
ALBUM
+
SEEK
SEEK
+
ALBUM –
1
2
3
4
5
6
7
8
1 DSPL toets
2 SOURCE toets
3 SEEK (+/–) toets
4 OFF toets
5 VOL (+/–) toets
6 MODE toets
7 PRESET/ALBUM (+/–) toetsen
8 ATT toets
Opmerking
Als u het display hebt uitgeschakeld door op
(OFF) te drukken, kan het apparaat niet met de
kaartafstandsbediening bediend worden tenzij er
eerst op (SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt
of een disc wordt geplaatst om het apparaat in te
schakelen.
Voorbereidingen
Op de fabriek is een lithiumbatterij in de
afstandsbediening geplaatst.
Voordat u de afstandsbediening gebruikt, moet u
het isolatievel verwijderen door dit uit de
afstandsbediening te trekken.
Afstandsbediening (achterkant)
Isolatievel
De batterij vervangen
1 Steek het uiteinde van een spits voorwerp
A in het gaatje B en trek de batterijhouder
naar buiten om de lithiumbatterij (CR2025)
te verwijderen.
Afstandsbediening (achterkant)
A
B
Batterijhouder
2 Plaats een nieuwe lithiumbatterij (CR2025)
*
met de 3 kant naar boven in de
batterijhouder en duw de batterijhouder
weer in de afstandsbediening totdat deze
vastklikt.
* Gebruik geen andere batterij want dit kan
resulteren in brand of een explosie.
Opmerking
Wanneer de infrarood-ontvanger op het
hoofdapparaat staat blootgesteld aan direct
zonlicht, is het mogelijk dat het apparaat niet
reageert op de signalen van de afstandsbediening.
Opmerkingen over lithiumbatterijen
Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer
een batterij wordt ingeslikt.
•Veeg de batterij schoon met een droge doek voor
een goed contact.
Houd bij het plaatsen van de batterij rekening
met de juiste polariteit.
Houd de batterij niet vast met een metalen tang
om kortsluiting te voorkomen.
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
Voor de klanten in Nederland
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval (KCA).
14
PROBLEMEN OPLOSSEN
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Algemeen
Geen geluid.
Draai (PUSH-MENU) naar rechts om het volume
aan te passen.
Zet de ATT-functie uit.
Zet de faderregelaar in het midden voor een
systeem met 2 luidsprekers.
De geheugeninhoud is gewist.
De terugsteltoets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
De voedingskabel of de accu is losgekoppeld.
De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Geen pieptoon.
De pieptoon is uitgezet (pagina 12).
Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het
weergavevenster.
Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt en
deze toets ingedrukt houdt.
t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze toets
ingedrukt tot het display verschijnt.
•Verwijder het voorpaneel en reinig de
aansluitingen. Zie "Aansluitingen schoonmaken"
(pagina 18) voor meer informatie.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid met de contactsleutel op ON, ACC
of OFF.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Het apparaat wordt niet van stroom voorzien.
Controleer de aansluiting. Controleer de zekering
wanneer alles in orde is.
De auto heeft geen ACC-positie.
t Druk op (SOURCE) (of plaats een disc) om
het apparaat in te schakelen.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen
relaisdoos.
Radio-ontvangst
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
Het ontvangstsignaal is te zwak.
Radiozenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
Sluit een antennebedieningskabel (blauw) of
hulpvoedingskabel (rood) aan op de
voedingskabel van de auto-antenneversterker
(alleen als uw auto is uitgerust met een FM/
MW/LW-antenne in de achter- of zijruit).
Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
voedingskabel van de auto-antenne.
Controleer de frequentie.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
De lokale zoekfunctie is ingesteld op "ON".
t Stel de lokale zoekfunctie in op "OFF" (pagina
7).
Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
Een stereo-uitzending wordt mono
weergegeven.
t Annuleer de mono-ontvangststand (pagina
7).
RDS
SEEK wordt gestart na enkele seconden
weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot
"AF, TA•OFF" verschijnt.
Geen verkeersinformatie.
Schakel "TA" in.
De zender is een TP-zender, maar zendt toch
geen verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "- - - - - - - -" weer.
De huidige zender is geen RDS-zender.
Geen RDS-gegevens ontvangen.
De zender geeft het programmatype niet door.
15
CD-weergave
Een disc kan niet worden geplaatst.
Er zit al een CD in het apparaat.
De CD is met kracht verkeerd geplaatst.
Het afspelen begint niet.
CD defect of vuil.
Ongefinaliseerde CD-R/CD-RW.
Bepaalde CD-R's/CD-RW's kunnen niet worden
afgespeeld wegens de opname-apparatuur of de
staat van de disc.
MP3-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
De opname is niet verricht conform de indeling
ISO 9660 Level 1 of Level 2 of de indeling Joliet of
Romeo in expansie-indeling.
De extensie ".MP3" is niet toegevoegd aan de
bestandsnaam.
Bestanden zijn niet opgeslagen in MP3-indeling.
MP3-bestanden worden minder snel afgespeeld
dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat het
afspelen wordt gestart:
discs die zijn opgenomen met een
gecompliceerde structuur;
– discs die in meerdere sessies zijn opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Een disc wordt automatisch uitgeworpen.
De omgevingstemperatuur is hoger dan 50˚C.
De bedieningstoetsen werken niet.
De CD wordt niet uitgeworpen.
Druk op de terugsteltoets.
Het geluid verspringt door trillingen.
Het apparaat is geïnstalleerd in een hoek van
meer dan 45˚.
Het apparaat is niet op een stabiele plaats in de
auto gemonteerd.
Het geluid verspringt.
Vuile of defecte disc.
FOUTMELDINGEN
Foutweergave
De volgende aanduidingen knipperen ongeveer 5
seconden en er weerklinkt een alarmsignaal.
ERROR
Een CD is vuil of omgekeerd geplaatst.
t Reinig de CD of plaats deze op de juiste
manier.
Een CD kan niet worden afgespeeld wegens een
of ander probleem.
t Plaats een andere CD.
FAILURE
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de installatiehandleiding van dit
model om de aansluitingen te controleren.
HI TEMP
De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan
50˚C.
t Wacht tot de temperatuur lager is dan 50˚C.
NO MUSIC
Een CD zonder muziekbestanden is in het
apparaat geplaatst.
t Plaats een muziek-CD in het apparaat.
OFFSET
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding
in het display blijft staan, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
RESET
Het CD-apparaat werkt niet om de een of andere
reden.
t Druk op de terugsteltoets op het apparaat.
Berichten
L.SEEK +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen (pagina 7).
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
" " of " "
U hebt het begin of het einde van de disc bereikt en
u kunt niet verder.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
16
AANVULLENDE
INFORMATIE
Informatie over MP3-bestanden
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3) is een
standaardtechnologie en -indeling voor het
comprimeren van geluid. Het bestand wordt
gecomprimeerd tot ongeveer 1/10e van de
oorspronkelijke grootte. Geluiden buiten het
hoorbare bereik worden gecomprimeerd terwijl
geluiden die de mens wel kan horen, niet worden
gecomprimeerd.
Opmerkingen over discs
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's en
CD-RW's afspelen.
De disc moet de indeling ISO 9660
*1
Level 1 of
Level 2 hebben of de indeling Joliet of Romeo in
expansie-indeling.
U kunt discs gebruiken die in meerdere sessies zijn
opgenomen
*2
.
*1
ISO 9660-indeling
De meest gebruikelijke internationale norm voor
de logische indeling van bestanden en mappen
op een CD-ROM.
Er zijn verschillende specificatieniveaus. In Level
1 moeten bestandsnamen de notatie 8,3 hebben
(maximaal 8 tekens voor de naam, maximaal 3
tekens voor de extensie ".MP3") en uit
hoofdletters bestaan. Mapnamen kunnen niet
meer dan 8 tekens bevatten. Er kunnen maximaal
8 geneste mapniveaus zijn. Bij Level 2 mogen de
bestanden uit maximaal 31 tekens bestaan.
Elke map kan maximaal 8 structuren bevatten.
Voor Joliet of Romeo in expansie-indeling moet u
de inhoud van de schrijfsoftware, enzovoort
controleren.
*2
Meerdere sessies
Dit is een opnamemethode waarbij gegevens met
de methode Track-At-Once worden toegevoegd.
Gewone CD's beginnen bij een CD-gebied dat
Lead-in wordt genoemd en eindigen bij een
gebied dat Lead-out wordt genoemd. Een CD die
is opgenomen in meerdere sessies, bevat
verschillende sessies, waarbij elk segment van
Lead-in tot Lead-out als één sessie wordt
beschouwd.
CD-Extra: de indeling waarbij audio (audio-CD-
gegevens) als tracks tijdens sessie 1 wordt
opgenomen en gegevens als tracks tijdens sessie
2 worden opgenomen.
Mixed CD: bij deze indeling worden gegevens
opgenomen als track 1 en audio (audio-CD-
gegevens) als track 2.
Opmerkingen
Bij andere indelingen dan ISO 9660 Level 1 en
Level 2 worden mapnamen of bestandsnamen
wellicht niet correct weergegeven.
•Wanneer u een bestand een naam geeft, moet u
altijd de extensie ".MP3" aan de bestandsnaam
toevoegen.
Als u de extensie ".MP3" toevoegt aan een ander
bestand dan een MP3-bestand, kan het apparaat
het bestand wellicht niet goed herkennen en ruis
produceren waardoor de luidsprekers kunnen
worden beschadigd.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat
het afspelen wordt gestart:
discs die zijn opgenomen met een
gecompliceerde structuur;
discs die in meerdere sessies zijn opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Waarschuwingen bij het afspelen van discs die
in meerdere sessies zijn opgenomen
Als de eerste track van de eerste sessie uit audio-
CD-gegevens bestaat:
Alleen audio-CD-gegevens worden afgespeeld.
Eventuele gegevens in volgende sessies worden
overgeslagen.
Als de eerste track van de eerste sessie niet uit
audio-CD-gegevens bestaat:
–Wanneer er een MP3-bestand op de disc staat,
wordt alleen het MP3-bestand afgespeeld en
worden andere gegevens overgeslagen. (Audio-
CD-gegevens worden niet herkend.)
Als er geen MP3-bestand op de disc staat,
verschijnt "NO MUSIC" en wordt er niets
afgespeeld. (Audio-CD-gegevens worden niet
herkend.)
17
De afspeelvolgorde van MP3-bestanden
De afspeelvolgorde van mappen en bestanden is
als volgt:
1
2
6
3
5
7
1
2
6
7
4
8
3
5
8
4
9
Opmerkingen
Een map die geen MP3-bestand bevat, wordt
overgeslagen.
Als u een disc met veel structuren plaatst, duurt
het langer voordat het afspelen begint. U kunt
het beste een of twee structuren voor elke disc
maken.
Maximumaantal mappen: 150 (inclusief
hoofdmap en lege mappen)
Maximumaantal MP3-bestanden en mappen die
op een disc passen: 300
Wanneer een bestands-/mapnaam uit veel tekens
bestaat, kan dit minder zijn dan 300.
Als u een gewenste afspeelvolgorde wilt
opgeven, laat u de map- of bestandsnaam
beginnen met een nummer (bijvoorbeeld "01",
"02") en neemt u deze vervolgens op een disc op.
(De volgorde verschilt afhankelijk van de
schrijfsoftware.)
Structuur 1
(hoofdstructuur)
Structuur 2 Structuur 3 Structuur 4 Structuur 5
Map (album)
MP3-bestand
(track)
18
Onderhoud
Voorpaneel schoonmaken
Veeg met een zachte, droge doek over het
voorpaneel. Gebruik geen vloeibare
reinigingsmiddelen of reinigingssprays.
Aansluitingen schoonmaken
De aansluitingen moeten regelmatig worden
schoongemaakt. Veeg met een wattenstaafje dat
licht bevochtigd is met alcohol over de
aansluitingen.
Hoofdapparaat
Achterkant van voorpaneel
Opmerkingen
Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit het contactslot
halen voordat u de aansluitingen reinigt.
Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
uw vingers of een metalen voorwerp.
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd door een identiek
exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u de
voedingsaansluiting controleren en de zekering
vervangen. Brandt de zekering vervolgens
nogmaals door, dan kan er sprake zijn van een
defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan de
standaardzekering van het apparaat omdat het
apparaat hierdoor kan worden beschadigd.
Het apparaat verwijderen
1
Verwijder de beschermende rand.
1 Maak het voorpaneel los (pagina 4).
2 Bevestig de ontgrendelingssleutels op de
beschermende rand.
3 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe
om de beschermende rand te verwijderen.
2 Verwijder het apparaat.
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels en duw
hierop tot deze vastklikken.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe
om het apparaat los te maken.
3 Schuif het apparaat uit de houder.
Plaats de ontgrendelingssleutel
op de juiste manier.
Het haakje
moet naar
binnen wijzen.
Zekering (10 A)
19
Technische gegevens
Tuner
FM
Afstembereik 87,5 - 108,0 MHz
Antenne-aansluiting Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie 10,7 MHz/450 kHz
Bruikbare gevoeligheid
9 dBf
Selectiviteit 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand 67 dB (stereo),
69 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz
0,5% (stereo),
0,3% (mono)
Scheiding 35 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik 30 - 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik MW: 531 - 1.602 kHz
LW: 153 - 279 kHz
Antenne-aansluiting Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie 10,7 MHz/450 kHz
Gevoeligheid MW: 30 µV
LW: 40 µV
CD-speler
Signaal/ruis-afstand 120 dB
Frequentiebereik 10 - 20.000 Hz
Wow en flutter Minder dan meetbare waarden
Versterker
Uitgangen Luidsprekeruitgangen
(sure seal)
Luidsprekerimpedantie
4 - 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen
52 W × 4 (bij 4 ohm)
Algemeen
Uitgangen Audiouitgang (schakelen
tussen REAR en SUB)
Relaisaansluiting elektrische
antenne
Aansluiting eindversterker
Ingangen Telephone ATT-
bedieningsaansluiting
Antenne-ingang
Toonregeling Laag:
±10 dB bij 60 Hz (HIP-HOP)
Midden:
±10 dB bij 1 kHz (HIP-HOP)
Hoog:
±10 dB bij 10 kHz (HIP-HOP)
Voeding 12 V gelijkstroom accu
(negatieve aarde)
Afmetingen Ongeveer 178 × 50 × 176 mm
(b/h/d)
Montage-afmetingen Ongeveer 182 × 53 × 161 mm
(b/h/d)
Gewicht Ongeveer 1,2 kg
Bijgeleverde accessoires
Onderdelen voor installatie en
aansluitingen
Beschermhoes voorpaneel (1)
Kaartafstandsbediening
RM-Z304
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.

Documenttranscriptie

Opmerkingen over discs Dit label bevindt zich onderaan op het toestel. • Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat deze schoon blijft. Pak de disc bij de randen vast. • Bewaar de discs in het doosje of het discmagazijn wanneer u deze niet gebruikt. • Stel discs niet bloot aan hitte/hoge temperaturen. Laat de discs niet achter in een geparkeerde auto of op het dashboard/de hoedenplank. VOORZORGSMAATREGELEN • Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan, moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat u het gaat gebruiken. • Een elektrisch bediende antenne schuift automatisch uit wanneer het apparaat wordt aangezet. Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit apparaat die niet aan bod komen in deze gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar. • Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs kunnen stoppen met draaien, waardoor de werking wordt verstoord of de disc kan worden beschadigd. Condensvorming Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige omgeving kan vocht condenseren op de lenzen en het display van het apparaat. In dit geval kan de werking van het apparaat worden verstoord. Verwijder in dit geval de disc en wacht ongeveer een uur tot alle vocht is verdampt. Optimale geluidskwaliteit behouden Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de discs morst. Zie voor het monteren en aansluiten van het apparaat de bijgeleverde handleiding “Installatie en aansluitingen”. 2 • Gebruik geen discs waarop stickers zijn gekleefd. Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat leiden tot: – het niet uitwerpen van een disc (doordat een sticker losraakt en het uitwerpmechanisme blokkeert); – het niet correct lezen van audiogegevens (bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet weergegeven) doordat de sticker onder invloed van de warmte krimpt en de disc kromtrekt. • Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan het apparaat worden beschadigd. Gebruik dergelijke discs niet. • U kunt geen 8-cm CD's afspelen. • Maak een disc voor het afspelen altijd schoon met een in de handel verkrijgbare doek. Veeg de disc van binnen naar buiten schoon. Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine, thinner en in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen of antistatische sprays voor grammofoonplaten. INHOUDSOPGAVE Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveiliging Dit product is ontworpen om discs af te spelen die conformeren aan de CD-norm (Compact Disc). Recentelijk hebben bepaalde platenmaatschappijen discs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyrightbeveiliging. Sommige van deze discs conformeren niet aan de CD-norm en kunnen wellicht niet worden afgespeeld met dit apparaat. BEDIENING VAN DE RADIO Opmerkingen bij CD-R's (opneembare CD's)/CD-RW's (herschrijfbare CD's) Dit apparaat kan de volgende discs afspelen: Soorten discs Label op de disc AAN DE SLAG Het apparaat terugstellen (reset) ....................... 4 DEMO (demonstratie) functie ........................... 4 Diefstalpreventie .................................................. 4 BASISBEDIENING, GELUID- EN KLOKINSTELLING Het apparaat inschakelen ................................... 5 De klok instellen .................................................. 5 Het geluid instellen ............................................. 5 Zenders automatisch opslaan ............................ 6 Opgeslagen zenders ontvangen ........................ 6 Alleen de gewenste zenders opslaan ................ 7 RDS Automatisch opnieuw afstemmen voor optimale ontvangst ......................................... 7 Verkeersinformatie beluisteren .......................... 8 Afstemmen op zenders op programmatype ... 9 Klok automatisch instellen ................................. 9 BEDIENING VAN DE CD-SPELER Een disc afspelen ............................................... 10 Informatie in het display .................................. 11 ANDERE FUNCTIES Audio-CD MP3bestanden MP3bestanden • Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de opname-apparatuur of de staat van de disc) kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld. • U kunt geen CD-R's/CD-RW's afspelen die niet zijn gefinaliseerd*. • U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's en CD-RW's afspelen. • CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie kan worden toegevoegd, kunnen worden afgespeeld. * Proces dat nodig is om een opgenomen CD-R/ CD-RW disc af te spelen met een CD-speler. Gebruik van andere apparatuur ...................... 12 Diverse instellingen ........................................... 12 KAARTAFSTANDSBEDIENING Benaming van de onderdelen .......................... 13 Voorbereidingen ................................................ 13 De batterij vervangen ........................................ 13 PROBLEMEN OPLOSSEN Algemeen ............................................................ 14 Radio-ontvangst ................................................ 14 RDS ...................................................................... 14 CD-weergave ...................................................... 15 FOUTMELDINGEN Foutweergave ..................................................... 15 Berichten ............................................................. 15 AANVULLENDE INFORMATIE Informatie over MP3-bestanden ...................... 16 Onderhoud ......................................................... 18 Het apparaat verwijderen ................................ 18 Technische gegevens ......................................... 19 3 AAN DE SLAG Opmerking Sommige toetsen van dit apparaat hebben twee of meer functies. Zie de verband houdende beschrijvingen voor nadere bijzonderheden. Het apparaat terugstellen (reset) Voordat u het apparaat de eerste maal gebruikt of na het vervangen van de accu of het wijzigen van de aansluitingen, moet u het apparaat terugstellen. Verwijder het voorpaneel en druk met een spits voorwerp, zoals een balpen, op de terugsteltoets. Waarschuwingstoon Wanneer u het contact in de stand OFF zet zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u de waarschuwingstoon enkele seconden. Als u een los verkrijgbare versterker aansluit en de ingebouwde versterker niet gebruikt, wordt de pieptoon uitgeschakeld. Het voorpaneel afnemen 1 2 3 Met het voorpaneel verwijderd Druk op Z om de disc te verwijderen. Druk op (OFF)*. Druk op en trek het voorpaneel naar u toe. (Houd het voorpaneel met een hand vast om te voorkomen dat dit per ongeluk valt.) (OFF) Terugsteltoets Opmerking Als u op de terugsteltoets drukt, worden de klokinstelling en bepaalde andere geheugeninstellingen gewist. DEMO (demonstratie) functie Het apparaat heeft een extra aanduidingsfunctie (DEMO) waarmee een demonstratie van de verlichtingsmogelijkheden van het apparaat kan worden getoond. Wanneer u het apparaat deactiveert door indrukken van (OFF), wordt de kloktijd ongeveer 10 seconden aangegeven waarna het apparaat overschakelt naar de DEMO functie. De DEMO functie annuleren 1 Terwijl het apparaat in de DEMO stand staat, houdt u (PUSH-MENU) ingedrukt totdat "SET" in het display verschijnt. 2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "DEMO" te kiezen. 3 Draai aan (PUSH-MENU) om "DEMO OFF" te kiezen. Om de DEMO functie weer te activeren, herhaalt u de bovenstaande aanwijzingen en kiest dan "DEMO ON" in stap 2. Diefstalpreventie Wanneer u de auto verlaat, kunt u het voorpaneel verwijderen en dit in het bijgeleverde draagdoosje opbergen. 4 * Als de auto niet is voorzien van een contactslot met ACC (accessoire) positie, moet u het apparaat uitschakelen door op (OFF) te drukken totdat het display verdwijnt. Zo voorkomt u dat de accu uitgeput raakt. Het voorpaneel bevestigen 1 Maak de rechterkant van het voorpaneel aan de rechter vergrendeling van het apparaat vast. 2 Duw tegen het paneel totdat dit vastklikt. Let erop dat u niet op de toetsen en het displayvenster drukt. 1 2 Opmerkingen • Als u het voorpaneel losmaakt terwijl het apparaat nog is ingeschakeld, wordt dit automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de luidsprekers worden beschadigd. • Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet achter in een geparkeerde auto of op het dashboard/de hoedenplank. • Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel. BASISBEDIENING, GELUIDEN KLOKINSTELLING (OFF) (PUSH-MENU) (SOURCE) Het geluid instellen Instellen van het volume Draai aan (PUSH-MENU). "VOL" (volume) verschijnt in het display. Het geluid snel dempen (SEEK)(+)/(SEEK)(–) (H-BASS),(EQ), (DSPL),(ATT) Het apparaat inschakelen Druk op (SOURCE) van het voorpaneel. Het apparaat wordt ook ingeschakeld wanneer u een disc plaatst. Het apparaat deactiveren Druk op (OFF). De kloktijd verdwijnt. Na ongeveer 10 seconden komt het apparaat in de DEMO stand (pagina 4) te staan. Het apparaat uitschakelen Houd (OFF) ingedrukt totdat alle displayaanduidingen verdwijnen. Deze bedieningshandeling is nodig om leeglopen van de accu te voorkomen wanneer uw auto geen ACC stand op het contactslot heeft. De klok instellen De digitale klok werkt met het 24-uurssysteem. 1 Houd (DSPL) ingedrukt totdat de kloktijd verschijnt. 2 Druk op (PUSH-MENU) om het uur in te stellen. 3 4 Druk op (DSPL). 5 Druk op (DSPL). Druk op (ATT). "ATT•ON" verschijnt in het display. Om het vorige volumeniveau te herstellen, drukt u nog een keer op (ATT). De geluidsakoestiek instellen (DSSA*) U kunt de akoestiek en de toonbalans van het geluid optimaal instellen voor een bepaalde plaats in de auto. * DSSA: Dit is de afkorting voor "Drivers Sound Stage Adjustment" 1 2 Druk op (PUSH-MENU). Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "DSSA" te kiezen. 3 Draai aan (PUSH-MENU) om "L" (voor de linker voorstoel), "R" (voor de rechter voorstoel) of "OFF" te kiezen. Om de DSSA handmatig bij te regelen, drukt u na het uitvoeren van bovenstaande stap 3 op (PUSH-MENU), daarna drukt u op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "BAL" of "FAD" te kiezen en dan draait u aan (PUSH-MENU) om de gewenste instelling te maken. De geluidskarakteristieken wijzigen U kunt de balans, de fader, het laagdoorlaatfilter en het subwoofervolume instellen. 1 2 Druk op (PUSH-MENU) om de minuten in te stellen. De kloktijd weergeven Druk op (DSPL). Om de vorige display-aanduiding weer te laten verschijnen, drukt u nog een keer op (DSPL). 3 Druk op (PUSH-MENU). Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "BAL", "FAD", "LPF" of "SUB" te kiezen. Bij meermalen indrukken van (SEEK) (+) verandert het item als volgt: LOW*1 t MID*1 t HI*1 t BAL (balans; links-rechts) t FAD (fader; voor-achter) t DSSA t LPF (laagdoorlaatfilter)*2*3 t SUB (subwoofervolume)*2*4 *1 Als EQ geactiveerd is (pagina 6) *2 Als "SUB" gekozen is (pagina 12) *3 De kantelfrequentie kan worden ingesteld op 78 Hz, 125 Hz of OFF. *4 Het volumeniveau kan worden ingesteld tussen –10 en +10, of op ATT (gedempt). Draai aan (PUSH-MENU) om het gewenste item in te stellen. 5 Versterken van de bassen (H-BASS) Druk op (H-BASS). Bij meermalen indrukken van (H-BASS) wordt de H-BASS functie beurtelings in- en uitgeschakeld. Opmerking De H-BASS instelling heeft geen invloed op het signaal dat in de "SUB" (subwoofer) stand via de AUDIO OUT REAR aansluitingen op het achterpaneel wordt uitgevoerd. BEDIENING VAN DE RADIO Er kunnen maximaal 6 zenders van elke afstemband (FM1, FM2, FM3, MW en LW) worden opgeslagen. Let op Als u tijdens het rijden op een zender afstemt, moet u de Best Tuning Memory functie gebruiken om een ongeluk te voorkomen. (SOURCE) De equalizer (EQ) instellen U kunt een equalizercurve instellen voor 7 muziekgenres (HIP-HOP, VOCAL, CLUB, JAZZ, POPS, ROCK en CUSTOM). Voor elke bron kan een verschillende equalizerinstelling worden opgeslagen. (MODE) Cijfertoetsen (SEEK)(+)/(SEEK)(–) (BTM SENS) Een equalizercurve kiezen Zenders automatisch opslaan 1 Druk op (SOURCE) om de geluidsbron te kiezen (TUNER, CD of AUX). – Best Tuning Memory (BTM) 2 1 Druk enkele malen op (EQ) om de gewenste equalizercurve te kiezen. Kies "OFF" om het equalizereffect uit te schakelen. Druk enkele malen op (SOURCE) om de radio als geluidsbron te kiezen. 2 Druk enkele malen op (MODE) om de afstemband te kiezen. 3 Houd (BTM SENS) ingedrukt tot "BTM" in het display knippert. Het apparaat slaat de zenders in de volgorde van de ontvangstfrequentie onder de cijfertoetsen op. U hoort een pieptoon wanneer een zender is opgeslagen. De equalizercurve aanpassen U kunt de equalizerinstellingen voor de diverse toonbereiken aanpassen en opslaan. 1 2 3 Voer de bovenstaande stappen 1 en 2 uit. 4 Draai aan (PUSH-MENU) om het gewenste volumeniveau in te stellen. Het volumeniveau kan in stappen van 1 dB worden ingesteld tussen –10 en +10 dB. 5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 om nog andere equalizercurve-instellingen te wijzigen. Druk op (PUSH-MENU). Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om het gewenste toonbereik te kiezen: "LOW", "MID" of "HI". Opmerking Als EQ op "OFF" is ingesteld, kunt u de equalizercurve-instellingen niet wijzigen. De fabrieksinstellingen weer oproepen Tijdens het wijzigen van de equalizercurveinstellingen kunt u ook de fabrieksinstellingen weer oproepen. Opmerkingen • Als er slechts enkele zenders ontvangen kunnen worden vanwege zwakke signalen, behouden enkele cijfertoetsen de vorige instellingen. • Als er een nummer in het display wordt aangegeven, worden de zenders opgeslagen vanaf de zender die momenteel wordt ontvangen. Opgeslagen zenders ontvangen 1 Druk enkele malen op (SOURCE) om de radio als geluidsbron te kiezen. 2 Druk enkele malen op (MODE) om de afstemband te kiezen. 3 Druk op de cijfertoets ((1) t/m (6)) waaronder de gewenste zender is opgeslagen. Afstemband Houd tijdens het maken van de instellingen (PUSH-MENU) ingedrukt totdat het equalizertype (zoals HIP-HOP) in het display verschijnt. Frequentie 6 Cijfertoets Automatisch afstemmen Als geheugenafstemming niet werkt, kunt u proberen of er automatisch op de zender kan worden afgestemd. Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om de zender te zoeken. Het zoeken stopt zodra een zender wordt ontvangen. Herhaal deze handeling tot de gewenste zender wordt ontvangen. RDS Opmerkingen betreffende RDS • In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle RDS-functies beschikbaar. • RDS functioneert misschien niet goed als het ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u hebt afgestemd geen RDS-gegevens uitzendt. Als het automatisch afstemmen te vaak wordt onderbroken Druk enkele malen op (BTM SENS) totdat "LOCAL•ON" in het display verschijnt. De "LCL" indicator wordt weergegeven. Er wordt nu alleen afgestemd op de zenders met relatief sterke signalen (lokale zoekfunctie). (SEEK)(+)/(SEEK)(–) (PUSH-MENU) (AF/TA) Om de lokale zoekfunctie te laten vervallen, drukt u een- of tweemaal op (BTM SENS) zodat de "LCL" indicator verdwijnt. Als u de frequentie van de zender weet (handmatige afstemming) Houd (SEEK) (+) of (SEEK) (–) ingedrukt totdat de gewenste frequentie wordt genaderd. Druk nu enkele malen even kort op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om nauwkeurig op de zender af te stemmen. (SOURCE) (PTY) (BTM SENS) Cijfertoetsen (MODE) Automatisch opnieuw afstemmen voor optimale ontvangst – AF (Alternatieve Frequenties) Met de AF-functie stemt de radio altijd af op het sterkste signaal van de zender die u beluistert. Frequenties worden automatisch gewijzigd. Monostand Als de FM stereo-uitzending met veel ruis doorkomt, kunt u op mono overschakelen. Druk tijdens radio-ontvangst enkele malen op (BTM SENS) totdat "MONO ON" in het display verschijnt. De "MONO" indicator wordt weergegeven. Om terug te keren naar normale radio-ontvangst, drukt u nog een keer op (BTM SENS). Alleen de gewenste zenders opslaan U kunt de gewenste zenders handmatig onder een bepaalde cijfertoets opslaan. 1 Druk enkele malen op (SOURCE) om de radio als geluidsbron te kiezen. 2 Druk enkele malen op (MODE) om de afstemband te kiezen. 3 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om op de gewenste zender af te stemmen. 4 Houd de gewenste cijfertoets ((1) t/m (6)) ingedrukt totdat "MEM" verschijnt. 96,0 MHz 98,5 MHz Zender 1 2 102,5 MHz Selecteer een FM-zender. Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot "AF ON" verschijnt. Het apparaat gaat zoeken naar een alternatieve zender met een sterker signaal in hetzelfde netwerk. Als "NO AF" verschijnt, heeft de zender waarop is afgestemd, geen alternatieve frequentie. 7 Als u de AF-functie wilt annuleren, selecteert u "AF, TA•OFF". Opmerkingen • Als "AF ON" wordt geselecteerd, wordt de verkeersinformatie geannuleerd. Wilt u verkeersinformatie met de AF-functie activeren, dan selecteert u "AF, TA•ON". • Als u de functie wilt in- of uitschakelen tijdens het afspelen van een CD, drukt u op (AF/TA). Voor zenders zonder alternatieve frequenties Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) terwijl de zendernaam knippert (binnen 8 seconden). Het apparaat gaat zoeken naar een andere frequentie met dezelfde PI-gegevens (Programme Identification). "PI SEEK" wordt weergegeven. Als het apparaat niet dezelfde PI-gegevens kan vinden, keert het terug naar de vorige frequentie. Een regionaal programma beluisteren Als de AF-functie is ingeschakeld: de fabrieksinstelling van het apparaat beperkt ontvangst tot een bepaalde regio, zodat u niet kunt overschakelen naar een andere regionale zender met een sterkere frequentie. Als u het ontvangstgebied voor het regionale programma verlaat of als u gebruik wilt maken van de volledige AF-functie, gaat u als volgt te werk: 1 Houd (PUSH-MENU) ingedrukt totdat "SET" in het display verschijnt. 2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) totdat "REG" verschijnt. 3 Draai aan (PUSH-MENU) om "REG OFF" te kiezen. Om terug te keren naar de fabrieksinstelling herhaalt u de bovenstaande aanwijzingen en kiest dan "REG ON" in stap 3. Opmerking Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en bepaalde andere gebieden. Local Link-functie (alleen voor het Verenigd Koninkrijk) Met deze functie kunt u andere lokale zenders in het gebied selecteren, ook als deze niet zijn opgeslagen onder de cijfertoetsen. 1 Druk op een cijfertoets ((1) t/m (6)) waaronder een lokale zender is opgeslagen. 2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de cijfertoets van de lokale zender. 3 Herhaal dit tot de gewenste zender wordt ontvangen. 8 Verkeersinformatie beluisteren - TA (Traffic Announcement)/TP (Traffic Programme) Als u TA en TP inschakelt, kunt u automatisch afstemmen op een FM-zender die verkeersinformatie uitzendt. Deze instellingen werken ongeacht het huidige FM-programma en zelfs wanneer CD of AUX als bron is gekozen. Na de verkeersinformatie schakelt het apparaat weer over naar de oorspronkelijke bron. Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot "TA ON" verschijnt. Het apparaat gaat zoeken naar zenders die verkeersinformatie uitzenden. Met "TP" wordt de ontvangst van dergelijke zenders aangegeven en "TA" knippert tijdens de ontvangst van verkeersinformatie. Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare TP-zenders als "NO TP" wordt aangegeven. Om alle verkeersinformatie te annuleren, selecteert u "AF, TA•OFF." Om de huidige informatie te annuleren, drukt u op (AF/TA). Opmerkingen • Als "TA ON" wordt geselecteerd, wordt de AFfunctie geannuleerd. Wilt u de AF-functie met verkeersinformatie activeren, dan selecteert u "AF, TA•ON". • U kunt de huidige informatie ook annuleren door op (SOURCE) of (MODE) te drukken. Het volume van verkeersinformatie instellen U kunt het volume van de verkeersinformatie vooraf instellen, zodat u geen enkel bericht mist. 1 Draai aan (PUSH-MENU) om het gewenste volume in te stellen. 2 Houd (AF/TA) ingedrukt totdat "TA" in het display verschijnt. De instelling is opgeslagen. Noodberichten ontvangen Als AF of TA is ingeschakeld, schakelt het apparaat over naar noodberichten als deze worden uitgezonden wanneer u naar een FM-zender, CD of AUX-bron luistert. RDS-zenders met de AF- en TA-instelling vooraf instellen Wanneer u RDS-zenders instelt, slaat het apparaat de AF-/TA-instelling (aan/uit) en de frequentie van elke zender op. U kunt de instelling (AF, TA of beide) voor elke zender afzonderlijk of voor alle voorkeurzenders samen bepalen. Als u zenders met "AF ON" instelt, slaat het apparaat automatisch zenders met het sterkste radiosignaal op. Alle voorkeurzenders op dezelfde wijze instellen 1 2 3 Selecteer een FM-band. Druk enkele malen op(AF/TA) totdat "AF ON", "TA ON" of "AF, TA•ON" verschijnt. De "AF, TA•OFF" instelling geldt voor nietRDS zenders en voor RDS-zenders. Opmerking U kunt deze functie niet gebruiken in sommige landen/ regio's waar geen PTY-gegevens (selecteren op programmatype) beschikbaar zijn. 1 Druk op (PTY) tijdens FM-ontvangst. De naam van het huidige programmatype verschijnt als de zender PTY-gegevens uitzendt. "- - - - - - - -" verschijnt als de ontvangen zender geen RDS-zender is of als de RDS-gegevens niet worden ontvangen. 2 Draai aan (PUSH-MENU) om het gewenste programmatype te selecteren. "NONE" verschijnt als het programmatype niet is opgegeven in de RDS-gegevens. 3 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–). Het apparaat gaat zoeken naar een zender die het geselecteerde programmatype uitzendt. Druk op (BTM SENS) tot "BTM" gaat knipperen. Een andere instelling voor elke voorkeurzender opgeven 1 Selecteer een FM-band en stem af op de gewenste zender. 2 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) om "AF ON", "TA ON" of "AF, TA•ON" te selecteren. 3 Druk op de gewenste cijfertoets ((1) t/m (6)) tot "MEM" verschijnt. Herhaal de procedure vanaf stap 1 om andere zenders op te slaan. Klok automatisch instellen – CT (kloktijd) Afstemmen op zenders op programmatype Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending wordt de klok automatisch ingesteld. – PTY (programmatypen) 1 Houd (PUSH-MENU) ingedrukt totdat "SET" in het display verschijnt. U kunt afstemmen op een zender door het programmatype te selecteren dat u wilt beluisteren. U kunt kiezen uit de volgende programmatypen: 2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "CT" te kiezen. 3 Draai aan (PUSH-MENU) om "CT ON" te kiezen. De klok wordt nu ingesteld. NEWS (nieuwsberichten), AFFAIRS (actualiteiten), INFO (informatie), SPORT (sportprogramma's), EDUCATE (educatieve programma's), DRAMA (hoorspelen), CULTURE (cultuur), SCIENCE (wetenschap), VARIED (variété), POP M (populaire muziek), ROCK M (rock), EASY M (easy listening), LIGHT M (licht klassiek), CLASSICS (serieus klassiek), OTHER M (ander muziektype), WEATHER (weerberichten), FINANCE (financieel), CHILDREN (kinderprogramma's), SOCIAL A (sociale kwesties), RELIGION (religie), PHONE IN (inbelprogramma's), TRAVEL (reizen), LEISURE (ontspanning), JAZZ (jazzmuziek), COUNTRY (country), NATION M (nationale muziek), OLDIES (oldies), FOLK M (folk), DOCUMENT (documentaires) Om "CT ON" te annuleren, herhaalt u de bovenstaande stappen en kiest dan "CT OFF" in stap 3. Opmerkingen • Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al wordt er wel een RDS-zender ontvangen. • Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de CT-functie en de werkelijke tijd. 9 BEDIENING VAN DE CDSPELER In aanvulling op normale CD-weergave hebt u de beschikking over de volgende functies: • Afspelen van MP3-bestanden*1. • Afspelen van CD-R/CD-RW's waaraan nog een sessie kan worden toegevoegd. • Weergave van CD TEXT informatie bij het afspelen van een CD TEXT disc*2. *1 Zie "Informatie over MP3-bestanden" op pagina 16 voor nadere bijzonderheden over MP3bestanden. *2 Een CD TEXT disc is een audio-CD die informatie bevat zoals de disctitel, de artiestennaam en de tracknamen. Deze informatie is op de disc opgenomen. Een disc afspelen (SOURCE) (OFF) (PUSH-MENU) (DSPL) Z (6)(ALBUM+) (SEEK)(+)/(SEEK)(–) (5)(ALBUM–) (4)(SHUF) U wilt Druk op Het afspelen stoppen Z of (OFF) De disc uitwerpen Z Tracks overslaan (SEEK) (+)/(SEEK) (–) (./>) (één keer voor elke track) Vooruit-/terugspoelen (SEEK) (+)/(SEEK) (–) (m/M) (Ingedrukt houden tot het gewenste punt.) Albums overslaan* (5) (ALBUM –) of (6) (ALBUM +) (Ingedrukt houden tot het gewenste album.) * Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Opmerkingen • Afhankelijk van de toestand van de disc kan deze wellicht niet worden afgespeeld. • Het kan even duren voordat met het afspelen van een CD-R of CD-RW wordt begonnen, maar dit is geen defect. • Als u op (SEEK) (–) of (SEEK) (+) drukt terwijl de eerste/laatste track wordt afgespeeld, verspringt het afspelen naar de laatste/eerste track op de disc. • Als u een MP3-bestand afspeelt met een hoge bitrate, zoals 320 kbps, kunnen er onderbrekingen in het geluid zijn. (3)(REP) Plaats de disc met het label naar boven gekeerd. "CD" verschijnt in het display en het afspelen begint. Als er reeds een disc in het apparaat is, drukt u enkele malen op (SOURCE) totdat "CD" verschijnt om het afspelen te starten. Wanneer bij normale weergave de laatste track is afgelopen, keert het apparaat terug naar de eerste track waarna het afspelen wordt hervat. Herhaalde weergave en willekeurige weergave U kunt kiezen uit: • REP•TRACK – de huidige track herhalen. • REP•ALBM* – de tracks in het huidige album herhalen. • SHUF•ALBM* – de tracks in het huidige album in willekeurige volgorde afspelen. • SHUF•DISC – de tracks op de huidige disc in willekeurige volgorde afspelen. * Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Druk tijdens afspelen enkele malen op (3) (REP) of (4) (SHUF) totdat de gewenste herhaalfunctie of willekeurige weergavefunctie in het display verschijnt. Om terug te keren naar normale weergave, kiest u "REP•OFF" of "SHUF•OFF". Opmerking Bij willekeurige weergave kunt u met . alleen teruggaan naar het begin van de huidige track en niet naar de vorige track. 10 Informatie in het display Bij het veranderen van de disc/album/track wordt een eventueel vastgelegde titel*1 van de nieuwe disc/album/track automatisch in het display aangegeven. Als Auto Scroll is ingeschakeld, schuiven de namen van meer dan 8 tekens door het display. De volgende informatie kan in het display worden aangegeven: • Tracknummer/verstreken speelduur • Disctitel*1/artiestennaam*2 • Albumtitel*3 • Tracknaam*1*3 • ID3 tag*3 • Klok U wilt Druk op Een ander display-item kiezen (DSPL) *1 De aanduiding "NO NAME" verschijnt wanneer er geen titel of naam is vastgelegd die kan worden weergegeven. *2 Alleen voor CD TEXT discs met een artiestennaam. *3 Alleen voor MP3-bestanden. Alleen de tracknaam/artiestennaam/albumtitel in de ID3 tag wordt weergegeven. De aanduiding "NO ID3" verschijnt wanneer er geen ID3 tag beschikbaar is die kan worden weergegeven. De Auto Scroll functie in/uitschakelen 1 Houd (PUSH-MENU) ingedrukt totdat "SET" in het display verschijnt. 2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "A.SCRL" te kiezen. 3 Draai aan (PUSH-MENU) om "ON" of "OFF" te kiezen. Opmerkingen over MP3 • ID3 tag geldt alleen voor versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en 2.4. • Bepaalde tekens en symbolen kunnen niet worden weergegeven. Deze tekens en symbolen verschijnen als "*." Het maximale aantal tekens dat kan worden weergegeven voor een albumtitel (mapnaam)/ track (bestand) is 64. Voor ID3 tag geldt een maximum van 30 tekens (1.0, 1.1, 2.2 en 2.3) of 126 tekens (2.4). • In de volgende gevallen wordt de verstreken speelduur wellicht niet nauwkeurig weergegeven. – bij het afspelen van een MP3-bestand met VBR (variabele bitsnelheid). – tijdens vooruit-/terugspoelen. Opmerkingen • Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven. • Bij sommige CD TEXT discs met erg veel tekens is het mogelijk dat de tekens niet door het display schuiven. • Dit apparaat kan niet de artiestennaam voor elke track van een CD TEXT aangeven. 11 ANDERE FUNCTIES (PUSH-MENU) De display- en pieptooninstellingen wijzigen (SOURCE) (SEEK)(+)/(SEEK)(–) AUX Gebruik van andere apparatuur U kunt de diminstelling van het display wijzigen en de VU-niveaumeter en de pieptoon in- of uitschakelen. Voer de onderstaande aanwijzingen uit terwijl het apparaat ingeschakeld is. Bepaalde items kunnen niet gekozen worden wanneer het apparaat niet ingeschakeld is. 1 Houd (PUSH-MENU) ingedrukt totdat "SET" in het display verschijnt. 2 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om "DIM", "VU" of "BEEP" te kiezen. Bij meermalen indrukken van (SEEK) (+) verandert het item als volgt: DIM (dimfunctie) t VU (VU-niveaumeter) t A.SCRL*1 t BEEP (pieptoon) t REG*2 t CT*3 *1 Auto Scroll, beschikbaar wanneer CD als bron is ingesteld (pagina 11) *2 Regionaal programma, beschikbaar wanneer FM als bron is ingesteld (pagina 8). *3 Kloktijd (pagina 9) 3 Druk op (PUSH-MENU) om de instelling voor het gekozen item te wijzigen. U kunt ook naar andere apparatuur (zoals een draagbare cassettespeler, MD-speler of MP3speler) luisteren die op dit apparaat is aangesloten. Zie de gebruiksaanwijzing van de betreffende apparatuur voor nadere bijzonderheden. Verwijder een eventueel geplaatste CD om beschadiging aan het apparaat te voorkomen voordat u de andere apparatuur aansluit. 1 Sluit de draagbare cassettespeler/MD-speler/ MP3-speler of andere apparatuur op de AUX aansluiting (diam. 3,5 mm) van dit apparaat aan. 2 Druk enkele malen op (SOURCE) totdat "AUX" in het display verschijnt. Diverse instellingen De geluidsniveaus gelijkmaken (bronniveau-afstelfunctie) Het volume kan veranderen wanneer u op een andere geluidsbron overschakelt. Als dit het geval is, kunt u de onderstaande aanwijzingen opvolgen om het volume van de geluidsbronnen op hetzelfde niveau in te stellen. 1 Kies de geluidsbron waarvan u het niveau wilt bijregelen. 2 Houd (SOURCE) ingedrukt totdat "LEVEL 0" in het display verschijnt. 3 Draai aan (PUSH-MENU) om het niveau in te stellen. Het niveau kan in stapjes van 1 dB tussen –6 en +6 dB worden ingesteld. 12 Het type apparatuur kiezen dat op het achterpaneel is aangesloten U kunt een eindversterker of een subwoofer op de AUDIO OUT REAR aansluitingen op het achterpaneel van het apparaat aansluiten. Wanneer een eindversterker of subwoofer wordt aangesloten, moet het type apparatuur correct worden ingesteld. 1 Druk op (PUSH-MENU) terwijl het apparaat gedeactiveerd is (de kloktijd of DEMO wordt aangegeven). 2 Draai aan (PUSH-MENU) om "REAR" in te stellen (voor een eindversterker) of "SUB" (voor een subwoofer). KAARTAFSTANDSBEDIENING De batterij vervangen Benaming van de onderdelen 1 1 DSPL MODE 6 ALBUM + Steek het uiteinde van een spits voorwerp A in het gaatje B en trek de batterijhouder naar buiten om de lithiumbatterij (CR2025) te verwijderen. Afstandsbediening (achterkant) + PRESET 2 SEEK– SOURCE SEEK+ 7 3 PRESET A – ALBUM – 4 5 OFF + ATT VOL 8 B – Batterijhouder 2 1 2 3 4 5 6 7 8 DSPL toets SOURCE toets SEEK (+/–) toets OFF toets VOL (+/–) toets MODE toets PRESET/ALBUM (+/–) toetsen ATT toets Opmerking Als u het display hebt uitgeschakeld door op (OFF) te drukken, kan het apparaat niet met de kaartafstandsbediening bediend worden tenzij er eerst op (SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of een disc wordt geplaatst om het apparaat in te schakelen. Voorbereidingen Op de fabriek is een lithiumbatterij in de afstandsbediening geplaatst. Voordat u de afstandsbediening gebruikt, moet u het isolatievel verwijderen door dit uit de afstandsbediening te trekken. Afstandsbediening (achterkant) Isolatievel Plaats een nieuwe lithiumbatterij (CR2025)* met de 3 kant naar boven in de batterijhouder en duw de batterijhouder weer in de afstandsbediening totdat deze vastklikt. * Gebruik geen andere batterij want dit kan resulteren in brand of een explosie. Opmerking Wanneer de infrarood-ontvanger op het hoofdapparaat staat blootgesteld aan direct zonlicht, is het mogelijk dat het apparaat niet reageert op de signalen van de afstandsbediening. Opmerkingen over lithiumbatterijen • Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer een batterij wordt ingeslikt. • Veeg de batterij schoon met een droge doek voor een goed contact. • Houd bij het plaatsen van de batterij rekening met de juiste polariteit. • Houd de batterij niet vast met een metalen tang om kortsluiting te voorkomen. WAARSCHUWING Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij ontploffen. Probeer niet de batterij op te laden of te openen; werp ook een lege batterij nooit in het vuur. Voor de klanten in Nederland Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 13 PROBLEMEN OPLOSSEN Radio-ontvangst De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het oplossen van problemen die zich met het apparaat kunnen voordoen. Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en gebruik controleren. Er kan niet worden afgestemd op voorkeurzenders. • Sla de juiste frequentie op in het geheugen. • Het ontvangstsignaal is te zwak. Algemeen Geen geluid. • Draai (PUSH-MENU) naar rechts om het volume aan te passen. • Zet de ATT-functie uit. • Zet de faderregelaar in het midden voor een systeem met 2 luidsprekers. De geheugeninhoud is gewist. • De terugsteltoets is ingedrukt. t Sla opnieuw op in het geheugen. • De voedingskabel of de accu is losgekoppeld. • De voedingskabel is niet goed aangesloten. Geen pieptoon. • De pieptoon is uitgezet (pagina 12). • Er is een optionele versterker aangesloten en u gebruikt de ingebouwde versterker niet. Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het weergavevenster. • Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze toets ingedrukt houdt. t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze toets ingedrukt tot het display verschijnt. • Verwijder het voorpaneel en reinig de aansluitingen. Zie "Aansluitingen schoonmaken" (pagina 18) voor meer informatie. Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist. De zekering is doorgebrand. Maakt geluid met de contactsleutel op ON, ACC of OFF. De kabels zijn niet goed verbonden met de voedingsaansluiting voor accessoires van de auto. Het apparaat wordt niet van stroom voorzien. • Controleer de aansluiting. Controleer de zekering wanneer alles in orde is. • De auto heeft geen ACC-positie. t Druk op (SOURCE) (of plaats een disc) om het apparaat in te schakelen. De elektrisch bediende antenne schuift niet uit. De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos. 14 Radiozenders kunnen niet worden ontvangen. Het geluid is gestoord. • Sluit een antennebedieningskabel (blauw) of hulpvoedingskabel (rood) aan op de voedingskabel van de auto-antenneversterker (alleen als uw auto is uitgerust met een FM/ MW/LW-antenne in de achter- of zijruit). • Controleer de aansluiting van de auto-antenne. • De auto-antenne schuift niet uit. t Controleer de aansluiting van de voedingskabel van de auto-antenne. • Controleer de frequentie. Er kan niet automatisch worden afgestemd op zenders. • De lokale zoekfunctie is ingesteld op "ON". t Stel de lokale zoekfunctie in op "OFF" (pagina 7). • Het ontvangstsignaal is te zwak. t Stem handmatig af. Een stereo-uitzending wordt mono weergegeven. t Annuleer de mono-ontvangststand (pagina 7). RDS SEEK wordt gestart na enkele seconden weergave. De zender is geen TP-zender of heeft een zwak signaal. t Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot "AF, TA•OFF" verschijnt. Geen verkeersinformatie. • Schakel "TA" in. • De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen verkeersinformatie uit. t Stem af op een andere zender. PTY geeft "- - - - - - - -" weer. • De huidige zender is geen RDS-zender. • Geen RDS-gegevens ontvangen. • De zender geeft het programmatype niet door. CD-weergave FOUTMELDINGEN Een disc kan niet worden geplaatst. • Er zit al een CD in het apparaat. • De CD is met kracht verkeerd geplaatst. Foutweergave Het afspelen begint niet. • CD defect of vuil. • Ongefinaliseerde CD-R/CD-RW. • Bepaalde CD-R's/CD-RW's kunnen niet worden afgespeeld wegens de opname-apparatuur of de staat van de disc. MP3-bestanden kunnen niet worden afgespeeld. • De opname is niet verricht conform de indeling ISO 9660 Level 1 of Level 2 of de indeling Joliet of Romeo in expansie-indeling. • De extensie ".MP3" is niet toegevoegd aan de bestandsnaam. • Bestanden zijn niet opgeslagen in MP3-indeling. MP3-bestanden worden minder snel afgespeeld dan andere bestanden. Bij de volgende discs duurt het langer voordat het afspelen wordt gestart: – discs die zijn opgenomen met een gecompliceerde structuur; – discs die in meerdere sessies zijn opgenomen; – discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd. Een disc wordt automatisch uitgeworpen. De omgevingstemperatuur is hoger dan 50˚C. De bedieningstoetsen werken niet. De CD wordt niet uitgeworpen. Druk op de terugsteltoets. Het geluid verspringt door trillingen. • Het apparaat is geïnstalleerd in een hoek van meer dan 45˚. • Het apparaat is niet op een stabiele plaats in de auto gemonteerd. Het geluid verspringt. Vuile of defecte disc. De volgende aanduidingen knipperen ongeveer 5 seconden en er weerklinkt een alarmsignaal. ERROR • Een CD is vuil of omgekeerd geplaatst. t Reinig de CD of plaats deze op de juiste manier. • Een CD kan niet worden afgespeeld wegens een of ander probleem. t Plaats een andere CD. FAILURE De luidsprekers of versterkers zijn niet correct aangesloten. t Raadpleeg de installatiehandleiding van dit model om de aansluitingen te controleren. HI TEMP De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan 50˚C. t Wacht tot de temperatuur lager is dan 50˚C. NO MUSIC Een CD zonder muziekbestanden is in het apparaat geplaatst. t Plaats een muziek-CD in het apparaat. OFFSET Er is wellicht een interne storing. t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding in het display blijft staan, moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen. RESET Het CD-apparaat werkt niet om de een of andere reden. t Druk op de terugsteltoets op het apparaat. Berichten L.SEEK +/– De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens automatisch afstemmen (pagina 7). NO AF Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige zender. " " of " " U hebt het begin of het einde van de disc bereikt en u kunt niet verder. Als deze oplossingen niet helpen, moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen. 15 AANVULLENDE INFORMATIE Informatie over MP3-bestanden MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3) is een standaardtechnologie en -indeling voor het comprimeren van geluid. Het bestand wordt gecomprimeerd tot ongeveer 1/10e van de oorspronkelijke grootte. Geluiden buiten het hoorbare bereik worden gecomprimeerd terwijl geluiden die de mens wel kan horen, niet worden gecomprimeerd. Opmerkingen over discs U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's en CD-RW's afspelen. De disc moet de indeling ISO 9660*1 Level 1 of Level 2 hebben of de indeling Joliet of Romeo in expansie-indeling. U kunt discs gebruiken die in meerdere sessies zijn opgenomen*2. *1 ISO 9660-indeling De meest gebruikelijke internationale norm voor de logische indeling van bestanden en mappen op een CD-ROM. Er zijn verschillende specificatieniveaus. In Level 1 moeten bestandsnamen de notatie 8,3 hebben (maximaal 8 tekens voor de naam, maximaal 3 tekens voor de extensie ".MP3") en uit hoofdletters bestaan. Mapnamen kunnen niet meer dan 8 tekens bevatten. Er kunnen maximaal 8 geneste mapniveaus zijn. Bij Level 2 mogen de bestanden uit maximaal 31 tekens bestaan. Elke map kan maximaal 8 structuren bevatten. Voor Joliet of Romeo in expansie-indeling moet u de inhoud van de schrijfsoftware, enzovoort controleren. *2 Meerdere sessies Dit is een opnamemethode waarbij gegevens met de methode Track-At-Once worden toegevoegd. Gewone CD's beginnen bij een CD-gebied dat Lead-in wordt genoemd en eindigen bij een gebied dat Lead-out wordt genoemd. Een CD die is opgenomen in meerdere sessies, bevat verschillende sessies, waarbij elk segment van Lead-in tot Lead-out als één sessie wordt beschouwd. CD-Extra: de indeling waarbij audio (audio-CDgegevens) als tracks tijdens sessie 1 wordt opgenomen en gegevens als tracks tijdens sessie 2 worden opgenomen. Mixed CD: bij deze indeling worden gegevens opgenomen als track 1 en audio (audio-CDgegevens) als track 2. 16 Opmerkingen • Bij andere indelingen dan ISO 9660 Level 1 en Level 2 worden mapnamen of bestandsnamen wellicht niet correct weergegeven. • Wanneer u een bestand een naam geeft, moet u altijd de extensie ".MP3" aan de bestandsnaam toevoegen. • Als u de extensie ".MP3" toevoegt aan een ander bestand dan een MP3-bestand, kan het apparaat het bestand wellicht niet goed herkennen en ruis produceren waardoor de luidsprekers kunnen worden beschadigd. • Bij de volgende discs duurt het langer voordat het afspelen wordt gestart: – discs die zijn opgenomen met een gecompliceerde structuur; – discs die in meerdere sessies zijn opgenomen; – discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd. Waarschuwingen bij het afspelen van discs die in meerdere sessies zijn opgenomen • Als de eerste track van de eerste sessie uit audioCD-gegevens bestaat: Alleen audio-CD-gegevens worden afgespeeld. Eventuele gegevens in volgende sessies worden overgeslagen. • Als de eerste track van de eerste sessie niet uit audio-CD-gegevens bestaat: – Wanneer er een MP3-bestand op de disc staat, wordt alleen het MP3-bestand afgespeeld en worden andere gegevens overgeslagen. (AudioCD-gegevens worden niet herkend.) – Als er geen MP3-bestand op de disc staat, verschijnt "NO MUSIC" en wordt er niets afgespeeld. (Audio-CD-gegevens worden niet herkend.) De afspeelvolgorde van MP3-bestanden De afspeelvolgorde van mappen en bestanden is als volgt: 1 Map (album) 1 MP3-bestand (track) 2 2 3 3 4 5 4 Opmerkingen • Een map die geen MP3-bestand bevat, wordt overgeslagen. • Als u een disc met veel structuren plaatst, duurt het langer voordat het afspelen begint. U kunt het beste een of twee structuren voor elke disc maken. • Maximumaantal mappen: 150 (inclusief hoofdmap en lege mappen) • Maximumaantal MP3-bestanden en mappen die op een disc passen: 300 Wanneer een bestands-/mapnaam uit veel tekens bestaat, kan dit minder zijn dan 300. • Als u een gewenste afspeelvolgorde wilt opgeven, laat u de map- of bestandsnaam beginnen met een nummer (bijvoorbeeld "01", "02") en neemt u deze vervolgens op een disc op. (De volgorde verschilt afhankelijk van de schrijfsoftware.) 5 6 6 7 7 8 8 9 Structuur 1 Structuur 2 Structuur 3 Structuur 4 Structuur 5 (hoofdstructuur) 17 Onderhoud Het apparaat verwijderen 1 Verwijder de beschermende rand. Voorpaneel schoonmaken Veeg met een zachte, droge doek over het voorpaneel. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of reinigingssprays. 1 Maak het voorpaneel los (pagina 4). 2 Bevestig de ontgrendelingssleutels op de beschermende rand. Aansluitingen schoonmaken De aansluitingen moeten regelmatig worden schoongemaakt. Veeg met een wattenstaafje dat licht bevochtigd is met alcohol over de aansluitingen. Plaats de ontgrendelingssleutel op de juiste manier. Hoofdapparaat 3 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe om de beschermende rand te verwijderen. Achterkant van voorpaneel Opmerkingen • Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor uitschakelen en de sleutel uit het contactslot halen voordat u de aansluitingen reinigt. • Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met uw vingers of een metalen voorwerp. Zekeringen vervangen Vervang een zekering altijd door een identiek exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u de voedingsaansluiting controleren en de zekering vervangen. Brandt de zekering vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. 2 Verwijder het apparaat. 1 Plaats beide ontgrendelingssleutels en duw hierop tot deze vastklikken. Het haakje moet naar binnen wijzen. 2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe om het apparaat los te maken. Zekering (10 A) Waarschuwing Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan de standaardzekering van het apparaat omdat het apparaat hierdoor kan worden beschadigd. 18 3 Schuif het apparaat uit de houder. Technische gegevens Algemeen Uitgangen Tuner FM Afstembereik Antenne-aansluiting 87,5 - 108,0 MHz Aansluiting voor externe antenne Tussenfrequentie 10,7 MHz/450 kHz Bruikbare gevoeligheid 9 dBf Selectiviteit 75 dB bij 400 kHz Signaal/ruis-afstand 67 dB (stereo), 69 dB (mono) Harmonische vervorming bij 1 kHz 0,5% (stereo), 0,3% (mono) Scheiding 35 dB bij 1 kHz Frequentiebereik 30 - 15.000 Hz MW/LW Afstembereik Antenne-aansluiting Tussenfrequentie Gevoeligheid MW: 531 - 1.602 kHz LW: 153 - 279 kHz Aansluiting voor externe antenne 10,7 MHz/450 kHz MW: 30 µV LW: 40 µV CD-speler Signaal/ruis-afstand 120 dB Frequentiebereik 10 - 20.000 Hz Wow en flutter Minder dan meetbare waarden Audiouitgang (schakelen tussen REAR en SUB) Relaisaansluiting elektrische antenne Aansluiting eindversterker Ingangen Telephone ATTbedieningsaansluiting Antenne-ingang Toonregeling Laag: ±10 dB bij 60 Hz (HIP-HOP) Midden: ±10 dB bij 1 kHz (HIP-HOP) Hoog: ±10 dB bij 10 kHz (HIP-HOP) Voeding 12 V gelijkstroom accu (negatieve aarde) Afmetingen Ongeveer 178 × 50 × 176 mm (b/h/d) Montage-afmetingen Ongeveer 182 × 53 × 161 mm (b/h/d) Gewicht Ongeveer 1,2 kg Bijgeleverde accessoires Onderdelen voor installatie en aansluitingen Beschermhoes voorpaneel (1) Kaartafstandsbediening RM-Z304 Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Versterker Uitgangen Luidsprekeruitgangen (sure seal) Luidsprekerimpedantie 4 - 8 ohm Maximaal uitgangsvermogen 52 W × 4 (bij 4 ohm) 19
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184

Aiwa CDC-R504MP Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding