18
Hoe wordt gezet?
(detective, Bobbies en Mister X)
Iedere plaats op het speelbord is een
halte voor 1 tot 3 vervoersmiddelen (taxi,
bus, metro): De kleuren van de haltes
geven aan, welke vervoersmiddelen daar
starten en stoppen. Om een vervoers-
middel te kunnen gebruiken, moet de
speelfi guur op een halte voor dit ver-
voersmiddel staan (de kleur komt dus in
het district voor).
Met de
taxi (geel) is iedere plaats op
het speelbord bereikbaar. Het traject dat
je af kunt leggen, is echter kort: je mag
alleen (langs een gele lijn) tot aan de
volgende plaats zetten.
De
bus (turquoise) rijdt alleen vanaf
plaatsen met een turquoise-kleurige
halve cirkel; daarmee kun je langs de
buslijnen iets grotere trajecten afl eggen.
De
metro (rood) rijdt langs de rode lijnen
en kan snel grote afstanden afl eggen.
Maar er zijn slechts weinig metrosta-
tions (plaatsen met een rode binnenste
rechthoek) op het speelbord.
De speler zet een ticket van de over-
eenkomstige kleur in en gaat naar de
volgende halte. Een afgelegd traject
kan in de daarop volgende beurt weer
worden teruggereden.
Alle fi guren mogen slechts op drie vrije
plaatsen worden gezet. Kan Mister X naar
geen enkele vrije plaats zetten, dan heeft
hij verloren. Zet een detective of Bobby
naar de plaats waar Mister X zich bevindt,
dan heeft Mister X eveneens verloren. Een
detective en een Bobby mogen nooit op
dezelfde plaats staan.
De zetten van Mister X
De zetten van Mister X zijn geheim.
Daarvoor kiest hij in het geheim een
nieuwe halte, die door een lijn direct ver-
bonden is met zijn huidige standplaats.
Hij schrijft de nummers van de nieuwe
halte op het volgende vrije veld van z’n
rittentabel. Hij bedekt zijn notitie met het
gebruikte ticket. De detectives weten dus