Pottinger SILOPROFI 2 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
Handleiding
+ INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES . . . pagina 3
NL Nr. 99 546.NL.80A.0
SILOPROFI 2 Profimatic
(Type 546)
SILOPROFI 3 Profimatic
(Type 547)
ALLG./BA SEITE 2 / 9300-NL
- 2 -
Geachte gebruiker,
U hebt een goede keuze gemaakt en wij
feliciteren U dan ook dat U voor het merk
Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij
U kwaliteit en capaciteit, gekoppeld aan een
goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de
omstandigheden waaronder de machine
wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe
machines te kunnen ontwikkelen, verzoeken
wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de
toekomst gericht over nieuwe ontwikkelingen
te informeren.
Produktaansprakelijkheid, informatieplicht
Produktaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop van machines
een handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren over de bedienings-, de
veiligheids- en de onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het
gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient: Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant
te worden gezonden. Dokument B blijft bij de dealer en document C is voor de
gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die door een
machine ontstaat, die echter niet aan deze machine ontstaat: voor de aansprakelijkheid is
een eigen risico voorzien van EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of doorverkocht
dient de handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de voorschriften te worden
gewezen.
NL
Document D
NL-0600 Dokum D Anhänger
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd.
Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas,
veiligheidsinrichtingen en handleidingen zijn aanwezig.
De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van
de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding
met de gebruiker besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd.
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
Mechanische functies (achterhek openen, zwenken van
snijmechanisme enz.) gedemonstreerd en uitgelegd.
Demontage en montage van de messen uitgelegd.
Elektrische verbinding van de trekker en de machine
aangesloten en deze aansluiting gecontroleerd (54 g
aangesloten). Aanwijzingen in de handleiding in acht
nemen!
Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel
aangepast: disselhoogte, handremskabels en steun voor
handrem in de cabine geplaatst.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Het functioneren van de elektrische installatie gecontroleerd
en uitgelegd.
Hydraulische verbinding met de trekker aangekoppeld en
gecontroleerd of het systeem goed functioneerde.
Hydraulische functies, zoals knikdissel, achterhek openen enz.
uitgelegd en gedemonstreerd.
Handrem en oplooprem op goede werking gecontroleerd.
Proefgedraaid met de machine en geen gebreken
geconstateerd.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine
uitgelegd.
In- en uitschakelautomatiek bij laadaggregaat gecontroleerd.
Het zwenken in werk- en tansportstand uitgelegd.
Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de
handleiding goed te lezen.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden
verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
NL
INHOUDSOPGAVE
- 4 -
9800-NL INHALT (546)
Inhoudsopgave
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen ................................................ 5
Aanwijzingen voor veilig werken ........................................................................ 5
Algemene veiligheidsaanwijzingen bij het gebruik van de wagen ..................... 6
Voor het in gebruik nemen ................................................................................. 6
Controle voor de ingebruikname ........................................................................ 6
Hydrauliekaansluiting ......................................................................................... 7
Aankoppelen van de hydrauliekslangen ............................................................ 7
Elektrische aansluiting ....................................................................................... 8
Trekker aan de wagen aansluiten ...................................................................... 8
Montage van de bedieningskast ........................................................................ 8
Trekdissel instellen t.o.v. de trekhaak ................................................................ 9
Steunpoot (transportstand) ................................................................................ 9
Belangrijk! .......................................................................................................... 9
Afstellen van het pendelbereik van de opraper (maat (M) = 460 mm) ............ 10
Kruiskoppelingsas aanpassen ......................................................................... 10
Het afkoppelen van de wagen ......................................................................... 10
Elektro-hydrauliek ............................................................................................ 11
Bedieningskast "D" .......................................................................................... 11
Bedieningskast "L" ........................................................................................... 11
Functies van de bedieningskast ....................................................................... 12
Messenbalken in- en uitzwenken ..................................................................... 14
Schnitt mit 35 Messern .................................................................................... 14
Schnitt mit 10 Messern .................................................................................... 14
Belangrijk als de invoer verstopt ...................................................................... 15
Laadautomaat .................................................................................................. 16
Storingen en oplossingen als de electriciteit uitvalt ......................................... 17
Bodemketting aandrijving - Instelmogelijkheden .............................................. 18
Demonteren van de walsen ............................................................................. 19
Schakeling bodemketting ................................................................................. 19
Montage van een oliedrukschakelaar .............................................................. 19
Het beginnen van laden ................................................................................... 20
Tijdens het laden opletten ................................................................................ 20
Achterhek en dwarsafvoerband ....................................................................... 21
Werken zonder dwarsafvoerband .................................................................... 21
Juiste riemspanning ......................................................................................... 22
Verwisselen van V-snaren ................................................................................ 22
V-snaren naspannen ........................................................................................ 22
Achterwand ...................................................................................................... 23
Lossen van de wagen ...................................................................................... 24
Uitschakelkoppeling (NS) ................................................................................. 24
Rijden op de weg ............................................................................................. 24
Lossen van de wagen ...................................................................................... 25
Lossen met doseerwalsen ............................................................................... 25
Lossen zonder doseerwalsen .......................................................................... 25
Lossen met dwarsafvoerband .......................................................................... 25
Omhoogzetten van de boven-bouw ................................................................. 26
Algemene onderhoudsvoorschriften ................................................................ 28
Openen van de beschermkap .......................................................................... 28
Reinigen van machinedelen ............................................................................. 28
Remmen afstellen ............................................................................................ 28
Hydrauliekinstallatie ......................................................................................... 29
Accumulator ..................................................................................................... 29
ONDERHOUD ................................................................................................. 30
Snijmechanisme ............................................................................................... 31
Instelmaat van de eindschakelaars .................................................................. 32
Beveiliging van de elektrische installatie .......................................................... 32
Automatische kettingsmering 1) ....................................................................... 33
Tandwielkast .................................................................................................... 33
Technische gegevens SILOPROFI 2 ............................................................. 39
Extra toebehoren ............................................................................................. 39
Technische gegevens SILOPROFI 3 ............................................................. 40
Extra toebehoren ............................................................................................. 40
Passend gebruik van de wagen ....................................................................... 41
Voor takelen juiste aanspanning: ..................................................................... 41
Aanhangsel ...................................................................................................... 44
AFTAKAS ......................................................................................................... 46
Auflaufbremsanlage ......................................................................................... 47
Abstellen des Anhängers ................................................................................. 47
Fehlerursachen und deren Beseitigung ........................................................... 48
Auflauf-Achse mit Rückfahrautomatik .............................................................. 49
Einstellen der Nockenbremse Typ: 30-4010 (300x60) ..................................... 49
- 5 -
AZB 9700-NL (544)
NL
WAARSCHUWINGSAFBEELDINGEN
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmark, geeft aan dat
de machine beantwoordt aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de
fabrikant dat de afgeleverde machine aan alle voorgeschreven
veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
495.151
Betekenis van de
waarschuwings
afbeeldingen
Voor het verrichten van
onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de
trekkermotor uitschakelen.
Kom nooit met lichaamsdelen
in het bereik van de pick-up
wanneer de kruiskoppelingsas
aangesloten is aan de trekker
en de trekker nog loopt.
Grijp nooit in de machine
zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
Ga niet op de laadvloer van
de wagen staan als de
kruiskoppelingsas
aangesloten is aan de trekker
en de trekker nog draait.
Bij een lopende trekkermotor
niet in het zwenkbereik van
het achterhek komen. Alleen
deze ruimte betreden als de
veiligheid dit toelaat.
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen
die betrekking hebben op de veiligheid
met dit teken aangegeven .
Raak nooit bewegende
machinedelen aan.
Wacht totdat deze
volledig tot stilstand zijn
gekomen.
Gevaar voor draaiende
machine(onder)delen!
495.679
Warschuwing voor
beschadigung
De pennen op de linker en
rechter wagenzijde moeten
steeds gelijk gemonteerd
zijn, anders ontstaat er
beschadigung aan achter
wand en zwenk-delen;
daarom
- altyd contrleren voordat de
achterwand hydraulisch
wordt geopend.
NL
IN GEBRUIK NEMEN
- 6 -
9500 NL INBETRIEBNAHME (511)
Algemene veiligheidsaanwijzingen
bij het gebruik van de wagen
Aanwijzingen voor het rijden met de wagen.
De rijeigenschappen van de trekker worden door de
machine (aanhanger) beinvloed.
Bij het werken op hellingen bestaat gevaar voor omslaan.
Rijstijl aan de omstandig-
heden aanpassen.
De trekker moet voor en
achter voldoende van
ballastgewichten worden
voorzien om de
bestuurbaarheid en de
remkracht te waarborgen.
(Minstens 20% van het
leeggewicht van het voertuig
moet op de vooras rusten).
Personen op of in de machine meenemen is niet
toegestaan.
Aanwijzingen bij het aan- en afkoppelen van de wagen
Bij het aankoppelen van machines aan de trekker ontstaat
beklemmingsgevaar.
Bij het aankoppelen niet tussen de wagen en de trekker
gaan staan, zolang de trekker terugrijdt.
Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan,
zonder dat het geheel tegen wegrollen
is beveiligd. (Door gebruik van de
handrem en/of voorlegblokken.)
Aftakas alleen aan- en afkoppelen
als te trekkermotor stil staat.
Parkeren van de wagen
Wanneer de machine wordt
afgekoppeld moet de kruis-
koppelingsas volgens voorschrift
afgelegd worden resp. door een
ketting bevestigd worden.
Blokkeerketting (H) niet voor het
ophangen van de kruiskoppelingsas benutten.
De aanhanger alleen gebruiken voor dat doel waarvoor
het gebouwd is!
Voor het bestemmingsgebruik verwijzen wij u naar de
technische gegevens.
De capaciteitsgrenzen (zoals asdruk, oplegdruk en
totaalgewicht) mogen niet zodanig overschreden worden,
dat de wagen overbelast wordt. De gegevens zijn ook op
de rechterkant van de wagen aangebracht.
Neem ook de capaciteitsgrenzen van de trekker in acht.
Transport over de openbare weg
Leef de wettelijke bepalingen na.
Het rijden op de openbare weg mag alleen met gesloten
achterhek gebeuren. Men dient zich te houden aan de
verlichtings- en verkeerseisen zoals deze ter plaatse
gelden.
Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet de
bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften vertrouwd
maken. Tijden het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine
deze op verkeersen bedrijfsveiligheid controleren.
c. Wanneer men hydraulische apparatuur gaat bedienen en
de aandrijving ingeschakeld wordt, mogen zich geen
personen in de nabije omgeving bevinden. Doordat men in
het bereik van de pick-up, messenbalk, achterhek en
bovenbouw bekneld zou raken, kunnen verwondingen
ontstaan.
d. Bij het voorwaarts of achterwaarts in gang zetten van het
voertuig moet de chauffeur zich ervan vergewissen dat hij
niemand in gevaar brengt.
e. Let op de veiligheidsaanwijzingen die op de wagen zijn
aangebracht. De gevarentekens zijn uitgelegd op
bladzijde 4.
f. Let ook op de aanwijzingen die verderop in verschillende
hoofdstukken worden aangegeven.
Controle voor de ingebruikname
De volgende aanwijzingen moeten u helpen bij de
ingebruikname van de wagen. Gedetailleerde
informatie treft u in de desbetreffende hoofdstukken
aan.
1. Controleer alle veiligheidsvoorzieningen. Zijn de
beschermkappen en afdekplaten op de juiste wijze
aangebracht.
2. De wagens volgens smeervoorschrift smeren en olie-
niveau's van de tandwielkasten controleren. Tevens
controleren of asafdichtingen dicht zijn.
3. Controleer of de banden de juiste spanning hebben.
4. Controleer of de wielmoeren goed vastzitten.
5. Let er op dat het juiste aftakastoerental wordt gebruikt.
6. De elektrische aansluiting moet worden gecontroleerd op
eventuele beschadiging aan kabels en verbindingen.
7. Eventuele aanpassingen aan de trekker uitvoeren voor:
hoogte van de dissel
remaansluiting
eventueel handrem in de cabine aanbrengen.
8. De wagen mag alleen met de originele trekpennen worden
bevestigd.
9. De kruiskoppelingsas moet op de juiste lengte worden
gebracht voordat deze wordt gemonteerd. De slipkoppeling
moet gecontroleerd worden op de werking.
10. De werking van de electrische installatie controleren.
11. De hydrauliekslangen worden aan de trekker bevestigd.
Deze moeten schoon zijn voordat ze in elkaar worden
gestoken.
de slangen moeten worden gecontroleerd op
beschadigingen
let er op dat de slangen aan het juiste systeem worden
aangesloten (pers en retour niet verwisselen)
12. Alle draaibare machinedelen (achterhek, hendels etc.)
moeten tegen verandering van positie, die gevaren kunnen
geven, geborgd worden en moeten veilig zijn.
13. De remmen moeten worden gecontroleerd.
20%
Kg
ERSTANBAU 9800-NL (544)
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
NL
- 7 -
ST
N.B.: Trekkers met een gesloten center hydraulieksysteem
JOHN-DEERE, CASE - MAXXUM, CASE - MAGNUM,
FORD SERIE 40 SLE
Voor het aankoppelen de bout (7) aan het stuurventielblok in het blok draaien.
Basisafstelling voor een open hydraulieksysteem
Bout met de cylindrische kop (7) moet er zover uitgedraaid zijn dat de bovenzijde van de kop vlak
ligt met het vlak van het ventiel (6).
Let op!
Wanneer deze aanwijzing niet in acht wordt genomen, wordt de olie constant over het overdrukventiel
van de trekker weggepompt en daardoor sterk verhit!
LS = Load sensing
Aankoppelen van de hydrauliekslangen
- Voor het aankoppelen de aftakas uitschakelen.
- Hendel van het hydrauliek (ST) in de neutraalstand plaatsen.
- Snelkoppelingen moeten schoon zijnanders goed reinigen.
Hydrauliekaansluiting
Enkelwerkend stuurventiel
Is de trekker alleen maar uitgerust met
een enkelwerkend stuurventiel dan is
het noodzakelijk een olieretourleiding
(T) met vrije uitloop aan uw trekker te
laten maken door uw dealer.
- Persleiding (1) aan het
enkelwerkend stuurventiel
aansluiten en de olieretourleiding
(2), die een groterediameter heeft,
aan de vrije uitloop van de trekker
bevestigen.
Dubbelwerkend stuurventiel
- Persleiding (1) en olieretourleiding
(2) aansluiten aan het stuurventiel.
Let op!
Wordt de olie tijdens het werk warm
dan moet voor een enkelwerkend ventiel
met vrije retour gekozen worden (zie
hierboven).
Baujahr: - 1997 Baujahr: + 1998
Trekkers met een
gesloten center
hydraulieksysteem
Basisafstelling
voor een open
hydraulieksysteem
Trekkers met een
gesloten center
hydraulieksysteem
Basisafstelling
voor een open
hydraulieksysteem
ERSTANBAU 9800-NL (544)
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
NL
- 8 -
12V=
11 9
3-POL
"15/30"
"31"
10
TD 52/97/12
86 86a 87
85 30
+
Elektrische aansluiting
Trekkeruitrusting
- Het 3-polige stopcontact dat meegeleverd wordt aan de achterzijde van de trekker monteren
- Stromversorgung über ein Relais (9)
- Relais über das Zündschloß (10) ansteuern
- Kabeldikte 4 mm
2
mindestens
- Steekzekering 16A (11)
Elektroschaltplan siehe Ersatzteilliste
Het veranderen van de elektrische installatie van uw trekker alleen door een goed vakman laten uitvoeren.
Nooitdirect aan het contact-slot aansluiten (brand-gevaar resp. beschadiging van de elektrische installatie).
Uitsluitend originele zekeringen gebruiken. Als zwaardere zekeringen worden gebruikt kan de elektrische installatie defect
raken!
Trekker aan de wagen aansluiten
- Na het uitvoeren van de bovenvermelde werkzaamheden, 4-polige en 7-polige steker aan
de trekker bevestigen.
- Kontroleer alle verlichtingsfuncties
Montage van de bedieningskast
- Meegeleverde steun (13) in het bereik en het zicht van de bestuurder in de trekkercabine
monteren.
- Bedieningskast op de steun monteren.
ERSTANBAU 9800-NL (544)
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
NL
- 9 -
Belangrijk!
Slipkoppelingen (540 omw./min , 1000 omw./min) zie Blad 12.
Trekdissel instellen t.o.v. de trekhaak
- Trekhaak (A) zo aan de trekker bevestigen dat met aangekoppelde wagen, speciaal met
knikdissel, voldoende afstand tussen de kruiskoppelingsas en de dissel aanwezig is.
Steunpoot (transportstand)
- Wagen aan de trekker koppelen.
- Door de knikdissel te bedienen steunpoot
ontlasten (zie hoofdstuk "verklaring functies
bedieningskast").
- Vergrendelpen (1) eruit trekken. Steunpoot
omhoogdraaien en weer borgen.
- Let goed op dat pen (1) ook goed
vergrendeld !
9700-NL DEICHSELEINSTELLUNG (544)
NL
- 10 -
AFSTELLEN VAN DE DISSEL
Maat (M) = 460 mm
Voor het goed functioneren van de opraper moet maat (M) als
de wagen aangekoppeld is goed worden afgesteld
(pendelbereik van de opraper).
Aanwijzing: Bij oneffen bodem de maat 1 cm verkleinen (M =
450 mm)
Afstellen van het pendelbereik van de
opraper (maat (M) = 460 mm)
- Wagen aan de trekker gekoppeld.
- Beide hydraulische cilinders moeten volledig ingeschoven zijn.
Het afstellen moet
afwisselend aan bei-
de hydraulische
cilinders worden
uitgevoerd
- Contramoeren (K) van
de beide draadspindels
losdraaien.
- Door de draadspindels
(zuigerstangen) (50) van
de cilinders te
verdraaien, resp. in of
uitdraaien tot de maat
(M) bereikt is.
- Contramoer (K) weer vastdraaien.
In bedrijf stellen
Elke keer als de wagen in gebruik genomen wordt deze op
verkeersveiligheidsaspecten controleren
(aankoppelpenbeveiliging, remmen, verlichting,
richtingaanwijzers, beschermkappen)
Kruiskoppelingsas aanpassen
Op lengte maken van de kruiskoppelingsas - zie aanhangsel B.
Het afkoppelen van de wagen
LET OP!
De wagen alleen leeg op de steunpoot plaatsen en
vastzetten tegen wegrollen.
De wagen moet op een vlakke, vaste bodem neergezet
worden.
Op zachte grond kan het
steunoppervlak van het
steunpoot vergroot
worden door er
bijvoorbeeld een
stevige plank onder te
schuiven.
- De wagen met de knikdissel
heffen.
- Borgpen (1) eruit trekken.
Steunpoot naar beneden
zwenken en weer
vergrendelen.
- Let er op dat de pen (1)
goed vergrendeld is.
- De wagen weer men de knikdissel laten zakken.
- Hydraulische en elektrische leidingen afkoppelen en aan de
wagen ophangen.
ELEKTROHYDRAULIK 9900-NL (546)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 11 -
Bedieningskast "D"
Wagens met doseerwalsen zijn standaard met deze
bedieningskast uitgerust.
Als de wagen geladen wordt sluit men de kast aan de
voorzijde aan (pos. 14b). Zo aangesloten staan de
bedieningsfuncties van alle schakelaars ter beschikking.
Wordt de wagen gelost dan kan de bedieningskast "D" op
het stopcontact aan de achterzijde van de wagen
aangesloten worden (pos. 14a). Op deze manier
aangesloten staan de bedieningsfuncties van de
schakelaars voor het bedienen van de opraper, knikdissel
en de messenbalk niet ter beschikking.
Wij adviseren U naast deze bedieningskast "D" een
bedieningskast "L" aan te schaffen.
De bedieningskast "L" blijft dan tijdens het werk in de
cabine van de trekker en de bedieningskast "D" aan de
achterzijde van de wagen bevestigd.
Bedieningskast "L"
Wagens zonder doseerwalsen zijn standaard
met deze bedieningskast uitgerust.
Afhankelijk van de uitrusting van de wagen kan
men aan de opbouw van de schakelelementen
vaststellen voor welke uitvoering de kast
geschikt is.
- De beide schakelaars "QB" zijn alleen bij
wagens met een dwarsafvoerband
aanwezig.
- De schakelaar "AUTO" alleen bij wagens
met laadautomaat.
.
De navolgende bedieningsvoorschriften
hebben betrekking op wagens met alle
mogelijke extra toebehoren.
Elektro-hydrauliek
Sicherheitshinweis
Als meerdere personen zich bezighouden met de bediening van de wagen of in de nabijheid van de wagen aanwezig zijn, is extra
voorzichtigheid geboden. Spreek goed met elkaar af wat men doet..
Ein Beispiel:
Voorkom bijvoorbeeld dat iemand de hydrauliek bediend terwijl iemand anders bij het achterhek o.i.d. bezig is, of bijvoorbeeld
achter de wagen loopt.
- Voor het lossen van de wagen de
schakelaar "KB" naar achteren
drukken (A).
De schakelaar vergrendelt en de
bodemketting draait naar achteren
(KR).
- Voor het vullen van de wagen de
schakelaar naar voren drukken (B).
Bodemketting loopt naar achteren
(KR) zolang de schakelaar in deze
stand gehouden wordt.
- Schakelaar naar beneden
gedrukt (B).
De bodemketting loopt naar
voren (KV).
KB KV-KR
KV KR
ELEKTROHYDRAULIK 9900-NL (546)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 12 -
ST
Functies van de
bedieningskast
- Hendel (ST) van het trekkerstuurventiel naar
voren zetten (persdruk) en vergrendelen.
De olie wordt dan naar het stuurventielenblok
van de wagen gestuurd.
- Wanneer een schakelaar van de bedieningskast
(14) wordt ingeschakeld, wordt een hydraulische
functie in het werk gezet.
Wanneer een schakelaar bediend
wordt opletten dat niemand zich in
de gevarenzone bevindt!
Ein Beispiel:
Voorkom bijvoorbeeld dat iemand
de hydrauliek bediend terwijl
iemand anders bij het achterhek
o.i.d. bezig is, of bijvoorbeeld
achter de wagen loopt.
Voor uw veiligheid!
Voor het lossen van de wagen
moet de schakelhendel
vergrendeld worden(AUS) .
De aandrijving van rotorinvoer
en opraper is dan uitgeschakeld.
Beveiliging van het vergrendelsysteem van het achterhek
Het achterhek zakt tot stand C alleen
door zijn eigen gewicht (drukloos).
Pas in stand C wordt door schakelaar
(56) de hydraulische beveiliging
weggenomen en het achterhek onder
druk gesloten (G).
Er mag zich niemand binnen het
bereik van het achterhek bevinden
als het geopend of gesloten wordt!
Ga nooit onder het
omhooggeklapte achterhek
staan!
Zorg dat het hek gesloten is tijdens
wegtransport.
ELEKTROHYDRAULIK 9900-NL (546)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 13 -
Knikdissel
- Schakelaar naar boven gedrukt
(A), dissel zakt.
- Schakelaar naar beneden
gedrukt (B), dissel gaat
omhoog.
Wordt over de
openbare weg
gereden dan
moeten de cilinders
van de dissel
ingeschoven.
Opraper
- Schakelaar naar beneden
gedrukt (B), opraper zakt naar
beneden en blijft in de
"zwemstand".
- Schakelaar naar boven gedrukt
(A), opraper gaat omhoog.
Als de schakel-
hendel voor de
invoerrotoraan-
drijving niet
vergrendeld is,
schakelen de rotor
evenals de opraper
automatisch in
(geldt alleen voor
wagens met doseer-
inrichting).
Vullen van de wagen
zonder laadautomaat
- Voor het vullen van de wagens,
z.B. zonder laadautomaat, de
Schakelaar naar achteren
drukken (A).
De schakelaar vergrendelt en
de bodemketting draait naar
achteren (KR).
FULL
Als het gewas tegen het
achterhek drukt, dan
wordt door een
oliedrukschakelaar de
aandrijving van de
bodemketting
uitgeschakeld en de
lamp (FULL) op de
bedieningskast gaat
branden.
De lamp gaat pas uit als
de opraper opgetild is.
De bodemketting kan
pas ingeschakeld
worden als
- de achterwand
geopend wordt.
- na ingeschakeld
van de doseer-
walsen
Wagens met doseer-
inrichting
- Voor het lossen van de wagen de
schakelaar naar achteren
drukken (A).
De schakelaar vergrendelt en de
bodemketting draait naar achteren
(KR).
- Schakelaar naar voren drukken (B).
De bodemketting loopt naar voren
(KV).
De druk van het gewas op de
doseerwalsen neemt af.
- Met de draaiknop wordt de
bodemkettingsnelheid ingesteld.
Doseerwalsen
- Schakelaar naar
boven drukken (A),
doseerwalsen
worden
ingeschakeld.
- Schakelaar naar
beneden drukken
(B), doseerwalsen
worden
uitgeschakeld.
Bovenbouw
- Hendel in positie "D"
- Schakelaar in positie (A), heffen
van de bovenbouw.
- Schalter in positie (B), zakken
van de bovenbouw.
Achterhek
- Hendel in positie "R"
- Schakelaar naar boven gedrukt (A).
Achterhek zwenkt omhoog tot stand D.
De lamp boven de schakelaar brandt zolang het
achterhek geopend is.
- Schakelaar naar beneden gedrukt (B).
Achterhek zakt en wordt gesloten.
De lamp boven de schakelaar brandt niet als het hek
volledig gesloten is.
Beveiliging van het vergrendel-
systeem van het achterhek
- zie vorige bladzijde
STOP - drukschakelaar
Deze schakelaar heeft de functie
van een "noodstop"-schakelaar.
Door het bedienen van deze
schakelaar wordt de aandrijving
van de doseerwalsen en de
bodemketting uitgeschakeld.
De in de "noodstop"-schakelaar
ingebouwde controlelamp gaat
branden en de aandrijving kan
dan pas weer ingeschakeld
worden door weer op deze knop
te drukken en de controlelamp
uit gaat.
Let op!
De functie van de
wipschakelaar van de
bodemkettingaandrijving
is alleen onderbroken.
Bevindt deze schakelaar
zich in stand A, nadat de
uitschakelfunctie van de
"noodstop"-schakelaar is
opgeheven dan schakelt
zich de bodemketting in.
KB KV-KR
KR
KV
R
D
ELEKTROHYDRAULIK 9900-NL (546)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 14 -
Inzwenken
- Schakelaar naar links gedrukt.
De lamp boven de schakelaar gaat
uit als de balk volledig is
ingezwenkt.
Uitzwenken
- Schakelaar naar rechts gedrukt.
Lossen met
dwarsband
Zie hoofdstuk
"Dwarsband".
Laad-automaat
Zie hoofdstuk
"
Laadautomaat
".
Bediening met de drukschakelaar (57L, 57R) boven de
messenbalk
De schakelaars alleen bedienen als het invoerkanaal leeg en de aandrijving
van de rotor uitgeschakeld is!
Let op! Voordat de messenbalk ingeklapt wordt deze
eerst controleren op zijn toestand (beschadigde messen,
verbogen delen etc.)
OFF - ON
Na het stopzetten van de
trekker-motor
- Schakelaar in "OFF"
positie zetten.
Dadoorch wordt een
nietgewenst ontladen
van de accu bijv.
tijdens de nacht,
voorkomen.
Messenbalken in- en uitzwenken
TD 83/97/4
10
25
TD 83/97/5
25
10
Vorwahl
Hebel in Position "A"
- beide Messerbalken (25, 10)
schwenken
- Betriebsstellung zum Beladen
des Wagens
Hebel in Position "B"
- nur den 25- Messerbalken (25)
schwenken
57L
A
B
TD 83-97-7
R
D
57R
Schnitt mit 35 Messern
1. Hebel in Position "A"
2. Beide Messerbalken einschwenken
den linken Taster (57L) betätigen
Schnitt mit 10 Messern
1. Hebel in Position "A"
2. Beide Messerbalken einschwenken
den linken Taster (57L) betätigen
3. Hebel in Position "B"
4. Den 25-Messerbalken ausschwenken
den rechten Taster (57R) betätigen
5. Hebel in die Position "A" schwenken
Variant
Wordt slechts één messenbalk voor het snijden
gebruikt dan kan de onderste messenbalk met
de meegeleverde hefboom (H) uitgeklapt worden
(H1 - H2).
ELEKTROHYDRAULIK 9900-NL (546)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 15 -
Belangrijk als de invoer verstopt
Let op! Als de invoer verstopt is mag de messen balk niet met
de rechterdrukschakelaar uitgezwenkt worden omdat
dit dan met hydraulische druk geschiedt en tot
beschadiging leidt.
Methode
- Schakelaar van de bedieningskast in stand "A" gedrukt houden en gelijktijdig
de aftakasaandrijving inschakelen.
Die beiden Schneidbalken werden bei laufender
Gelenkwelle ausgeschwenkt.
- Nadat de verstopping verdwenen is de messenbalk
inzwenken (schakelaar in stand (B).
9700-NL LADEAUTOMATIK (544)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 16 -
Laadautomaat
Schakelaar naar boven gedrukt (A)
- laadautomaat is ingeschakeld en de schakelaar
blijft in de bovenste stand staan.
Schakelaar in de middenstand (0
- laadautomaat is uitgeschakeld.
De werking van de laadautomaat
Tijdens het laden wordt eerst het voorste/onderste deel van de wagen gevuld.
Zodra het materiaal de klep (58) optilt, wordt door de schakelaar (59) de
bodemkettingaandrijving ingeschakeld. De bodemketting draait tot de klep (58)
weer naar beneden zakt en de schakelaar de aandrijving weer uitschakelt.
Als het gewas tegen het achterhek drukt, wordt de bodemkettingaandrijving
uitgeschakeld en de lamp (full) op de bedieningskast gaat branden.
- Opraper heffen en de lamp (full) gaat uit.
De bodemketting kan pas na het openen van het achterhek weer ingeschakeld
worden.
Tip
Wordt tijdens het draaien van de bodemketting een andere
hydraulische functie ingeschakeld dan blijft de bodemketting
gedurende die periode automatisch stilstaan.
Onderhoud
- Wanneer aan de elektrische
installatie wordt gewerkt moet de
stekkerverbinding met de trekker
losgemaakt worden.
- Voor het verversen van de
hydraulische olie dient u zich aan
de voorschriften van de trekker
fabrikant te houden.
- Als aan de wagen gelast moet
worden moeten alle verbindingen
met de trekker losgemaakt worden
en de wagen afkoppelen.
9700-NL ELEKT. STÖRUNGEN (544)
ELEKTRO-HYDRAULIEK
NL
- 17 -
Storingen en oplossingen als de electriciteit uitvalt
Indien in de elektrische installatie een storing optreedt kan de hydraulische functie
met een noodbediening worden toegevoegd.
Het hydraulische stuurventielblok bevindt zich onder de voorste linker
beschermkap.
Zoals in het functieschema is aangegeven de knop van het
desbetreffende ventielenblok bedienen.
Bij het uitvoeren van hef- of
inschakel, resp. zak- en uitschakel functies er op letten dat er voldoende
afstand wordt aangehouden in verband met ongevallengevaar!
1. Opraper heffen
Knoppen (Y5 en Y6) gelijktijdig indrukken
- opraper gaat omhoog.
Opraper zakken
Knop (Y6) indrukken
- opraper zakt.
2. Doseerwalsen
Knoppen (Y4 en Y7) gelijktijdig indrukken
- aandrijving doseerwalsen wordt ingeschakeld.
Uitschakelen van de doseeraandrijving:
- Knop (Y7) indrukken. .
3. Knikdissel omhoogzwenken
Knoppen (Y5, Y8 en Y9) gelijktijdig indrukken
- dissel zwenkt omhoog.
Knikdissel zakken
Knoppen (Y4, Y8 en Y9) gelijktijdig indrukken
- dissel zakt naar beneden.
4. Dwarsafvoerband rechtsom draaien "IN"
- Knop van ventiel "Y5" indrukken, gelijktijdig knoppen van
ventiel "Y10 en Y11" indrukken.
5. Dwarsafvoerband linksom draaien "IN"
- Knop van ventiel "Y4" indrukken, gelijktijdig knoppen van
ventiel "Y10 en Y11" indrukken.
Dwarsafvoerband "UIT"
- Knoppen van ventiel "Y10 en Y11" gelijktijdig indrukken.
6. Messenbalk inklappen
Knop (Y4, Y12 en Y13) gelijktijdig indrukken
- messenbalk wordt ingeklapt.
Messenbalk uitklappen
Knop (Y5, Y12 en Y13) gelijktijdig indrukken
- messenbalk wordt uitgeklapt.
7. Achterhek openen
Knoppen (Y5, Y14 en Y15) gelijktijdig indrukken
- achterhek zwenkt omhoog in stand D.
Achterhek sluiten
Knoppen (Y4, Y14 en Y15) gelijktijdig indrukken
- achterhek sluit zich.
8. Bodemketting (voorwaarts)
Knop (Y1) indrukken
- bodemketting loopt naar voren (KV).
9. Bodemketting
Knop (Y2) indrukken
- bodemketting draait. (KR).
Y10 Y11
Querförderb.li
Querförderb.re
ein
ein
aus
aus
Pick-up
Knickdeichsel
Ladeautomatik
Kratzboden
Rückwand
Schneidwerk
MAGNETVENTILE Y2 Y4 Y5 Y6 Y8 Y15
Funktionsschaubild
heben
heben
ein
senken
senken
aus
auf
laden
ein
zu
entladen
aus
TD 51/97/45 (495.675)
Y9 Y12 Y13 Y14
FUNKTIONEN-PULT Y1
Vorlauf
Kratzboden
Dosierer
ein
aus
Y7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
KB KV-KR
KV KR
NL
BODEMKETTING AANDRIJVING - INSTELMOGELIJKHEDEN
- 18 -
9800-NL KR-EINSTELLUNG (546)
Bodemketting aandrijving - Instelmogelijkheden
Instelling op bedieningskast
Met de fabrieksinstelling in de bedieningskast (0,6 - 1,7 Amp) is in de meeste gevallen een probleemloos gebruik mogelyk
Technische gegevens
Instel-bereik 0 - 2,4 Amp.
Fabrieksinstelling 0,6 - 1,7 Amp.
Probleem:
De gewenste bodemketting-snelheid kan met de stroomregelaar (I) op de bedieningskast niet optimaal worden ingesteld
(byuoorbeeld de maximale of de minimale snelheid is niet optimaal).
ST
Oplossing:
De volgende werkzaamheden moeten alleen door
vakkundige mensen worden uitgevoerd!
Voorzichtig zijn:
Draaiende machinedelen; op veilige afstand letten.
1. Voorbereiding
Bedieningskast (14) demonteren. De instellingen moeten worden
gedaan op het printplaatje op het deel in de kast
Hydrauliek leidingen en electrische kabel aan de trekker aansluiten
Trekker starten. Motor toerental 2000 min
-1
Hendel (ST) omzetten zodat de oliestroom naar de wagen tot
stand komt
Wachten totdat de hydrauliekolie op bedrijfstemperatuur is
gekomen.
2. Maximale bodemketting snelheid instellen
Stroomregelaar (I) naar rechts tot aanslag draaien (dit is positie
voor maximale snelheid)
Schroefje op trimmer (II) met schroevendraaier zover verdraaien
totdat de maximale snelheid von de bodemketting is bereikt.
- De trimmer niet verder verdraaien, omdat anders de minimale
snelheid ontbreekt
3. Minimale bodemkettingsnelheid instellen
Stroomregelaar (I) naar links tot aanslag draaien (dit is positie voor
minimale snelheid)
Schroefje op trimmer (III) met schroevendraaier zover verdraaien
totdat de bodemketting stil staat
4. Bedieningskast (14) weer samenbouwen.
- 19 -
(540) DOSIERER 9200 NL
NL
DOSEERWALSEN
Demonteren van de walsen
- Achterhek openen.
- Kettingspanner losmaken (58) en aandrijfketting (1)
eraf nemen.
- Platenwand (2) links en rechts demonteren.
Let op! De afstelling van de bouten (X) niet
veranderen.
- Doseerwalsen naar achteren eruit schuiven.
- Plaatstukken (2) links en rechts weer monteren.
Schakeling bodemketting
- Wanneer de doseerwalsen
uitgebouwd zijn dan moet de
splitpen in stand (O) gestoken
worden. Anders is de
bodemkettingaandrijving
continue uitgeschakeld.
- Bij gemonteerde walsen de
splitpen in stand (D) monteren.
Montage van een oliedrukschakelaar
Wanneer gewerkt wordt met gedemonteerde doseerwalsen is de montage van
een drukschakelaar (3) aan te bevelen.
Wanneer het gewas tegen het achterhek drukt wordt d.m.v. de oliedrukschakelaar
de aandrijving van de bodemketting automatisch uitgeschakeld.
Als de doseerwalsen ingebouwd zijn heeft de oliedrukschakelaar geen functie.
- Elektrische aansluiting, zie de onderdelenlijst, schakelschema figuur 01.
- Draaiknop instellen op 220-240 bar.
220 - 240 bar
9700-NL BELADEN (546)
- 20 -
HET VULLEN VAN DE WAGEN
NL
Het beginnen van laden
1. Schakelhendel "43" in
de stand "EIN" plaatsen.
2. Aftakas van de trekker
inschakelen.
3. Opraper laten zakken.
Let op! De aandrijving van
de opraper en de invoerrotor
worden dan automatisch
ingeschakeld.
Als de hendel "43" in positie
"AUS" staat, worden pick-up
en invoerrotor niet in aandrijving gezet.
4. Hendel (ST) van het trekker-
stuurventiel naar voren zetten
(persdruk) en vergrendelen.
De olie wordt dan naar het stuurventielenblok
van de wagen gestuurd.
5. Let op de aftakastoerental.
Laden met een aftakastoerental van ca. 400-450 omw./min. (750-850
omw./min.) en een hoge rijsnelheid.
Tijdens het laden opletten
Opraper bij een leeg
invoerkanaal heffen.
In bochten het
motortoerental
verlagen.
In scherpe bochten
aftakas uitschakelen
en opraper heffen.
Ongelijkmatig laden
vermijden. Dit is
belangrijk voor de
disselbelasting (zie ook opgave bij de dissel).
Voor een optimale belading van de wagen de
bodemketting kortstondig inschakelen of de laadautomaat
inschakelen (zie hoofdstuk elektrohydrauliek).
Let op de vulindicator (FULL)
Men dient ook de toelaatbare asdruk in de gaten te
houden!
Stoppen met laden
1. Opraper heffen.
De aandrijving van de opraper en van de invoerrotor wordt dan
automatisch uitgeschakeld.
2. De schakelhendel (43) in de stand "AUS" plaatsen.
Deze omschakelmogelijkheid is voor de veiligheid van de gebruiker. Als
men de pick-up laat zakken, wordt verhinderd dat de pick-up en
invoerrotor gaan draaien.
Veiligheidsaanwijzingen
Wanneer men aan de wagen gaat werken, is het
belangrijk dat men de kruiskoppelingsas van de
trekker afneemt en de motor van de trekker stoptzet.
Dit geldt ook wanneer men aan de pick-up gaat
werken.
ST
Opraper afstellen
1. Opraper iets optillen en
de gatenstrip (51) links
en rechts in dezelfde
positie bevestigen.
2. Met borgveer vast-
maken.
Hoog afstellen:
Als de stoppels lang zijn en het terrein hobbelig.
Diep afstellen:
Als het gewas kort is en het terrein vlak.
Gewaskeerplaat afstellen (52)
- Bij kleine zwaden en
kort gewas, gewas-
keerplaat diep hangen
(positie T).
- Bij grote zwaden,
gewaskeerplaat hoog
hangen (positie H).
Laden algemeen
Belangrijke aanwijzingen
Een kleefplaatje, dat op de dissel
is aangebracht, geeft aan voor
welke toerental (450 rpm / 1000 rpm) de aandrijftandwielkast
geschikt is.
Let er daarom ook op dat de kruiskoppelingsas een goede
slipkoppeling heeft (ook het juiste type, zie onderdelenboek),
zodat bij overbelasting geen onnodige schade aan de wagen
onstaat.
1000 omw./min.: Gebruik een kruiskoppelingsas met een koppeling
die afgesteld is op 1050 Nm (107 kgm).
540 omw./min.: Gebruik een kruiskoppelingsas met een koppeling
die afgesteld is op 1500 Nm (153 kgm).
De rijsnelheid moet altijd aangepast worden aan de mogelijkheden
en verhoudingen die het terrein biedt.
Bij het rijden op hellingen moet men oppassen en moet men het
plotseling maken van bochten vermijden (gevaar voor omslaan).
Kort materiaal met weinig toeren, hoge rijsnelheid en grote
voerpaketten (dikke zwaden).
Het laden van groenvoer (zomerstalvoedering)
- Groenvoer wordt in de regel uit een zwad opgenomen.
- Gemaaide zwaden in dezelfde rijrichting opnemen als gemaaid
is. (Stengeltoppen het eerst).
- Gewaskeerplaat (52) diep instellen (positie T).
Het laden van voordroogkuil
- Voordroogkuil wordt goed van het zwad opgenomen.
- De gewaskeerplaat (52) hoog afstellen (positie H).
540 Upm 1000 Upm
- 21 -
9700-NL QUERFÖRDERBAND (543)
DWARSAFVOERBAND
NL
Achterhek en dwarsafvoerband
Lossen met de dwarsafvoerband
1. Achterhek volledig sluiten.
2. De beide pennen, links en rechts, uit de gaten "C1" nemen
- de pennen links en rechts in de gaten "C2" steken
3. Achterhek tot de stand "C" draaien.
4. De beide borgpennen door het bedienen van de hendel (1)
losmaken.
Dwarsafvoerband zover naar achteren trekken (positie "4b") tot
de beide borgpennen weer in een uitsparing vallen.
5. Kruiskoppelingsas aansluiten (5b).
Werken zonder dwarsafvoerband
De dwarsafvoerband blijft in dit geval ingeschoven (positie "4a")
en vergrendeld.
De kruiskoppelingsas wordt op de astap (5a) geschoven.
TD34/94/20
5a
4a
TD 34/94/17
14b
4a
TD 34/94/19
5b
9000 NL RIEMENSPANNUNG (107)
- 22 -
DWARSAFVOERBAND
NL
Juiste riemspanning
De V-snaren voor de schakeling van de dwarsband-
aandrijving moeten, wanneer ze goed gespannen zijn,
d.w.z dat de hefboom (H) tegen de stelbouten (S1) of (S2)
aanligt, nog minstens 4 mm ingedrukt kunnen worden.
Verwisselen van V-snaren
- Aftakasaandrijving uitschakelen en kruiskoppelingsas van
de trekker afkoppelen.
- Hefboom (H) in de midenstand zetten.
- Riemen auflegen.
- Stelbouten (S1, S2) zover terugdraaien (richting Z) dat
uitrekken van de snaren wordt voorkomen wanneer de
spaninrichting wordt ingeschakeld.
- Hefboom (H) d.m.v het hydraulisch systeem van de trekker
tegen de aanslag van de stelbout (S1) laten komen.
- Stelbout (S1) nu zover indraaien (richting E) tot de juiste
riemspanning is verkregen.
- De tweede stelbout (S2) op dezelfde manier afstellen.
V-snaren naspannen
- Aftakas uitschakelen en kruiskoppelingsas verwijderen.
- Hefboom (H) d.m.v. trekkerhydrauliek tegen de stelbout
(S1) laten komen.
- Stelbout (S1) nu zover indraaien (richting E) tot de juiste
snaarspanning is verkregen.
- De tweede stelbout (S2) op dezelfde manier afstellen.
Let op!
Aandrijving uitsluitend laten draaien bij gesloten
beschermkap.
min. 4 mm
TD71/89/2
NL
ACHTERWAND
- 23 -
9700-NL RÜCKWAND (544)
Achterwand
Lossen met doseerwalsen
Varianten
1. Normaal doseren
Achter-plaatwand aan draiende achterwand gemonteerd
- met borgueer (F) vastzetten (links en rechts)
2. Fijndoseren
Achter plaatwand aan de zijwanden van de wagen gemonteerd
- met borgueer (F) vastzetten (links ed rechts)
Het voer valt gelijkmatiger verdeeld op de grond als bij normaal
doseren.
495.679
Warschuwing voor beschadigung
De pennen op de linker en rechter wagenzijde moeten steeds gelijk gemonteerd zijn,
anders ontstaat er beschadigung aan achterwand en zwenk-delen.
daarom
- altyd contrleren voordat de achterwand hydraulisch wordt geopend.
(544) 9700-NL ENTLADEN
NL
LOSSEN VAN DE WAGEN
- 24 -
Lossen van de wagen
Lossen met doseerwalsen
- Achterhek openen.
- Schakelhendel (uit) vergrendelen.
De aandrijving van de rotorinvoer en opraper is daardoor uitgeschakeld.
- Aftakas inschakelen.
- Aandrijving doseerwalsen inschakelen.
- Bodemkettingaandrijving inschakelen (A).
- Snelheid van de bodemketting afstellen met draaiknop (R).
Uitschakelkoppeling (NS)
Wanneer de walsen overbelast worden resp.: de snelheid van de
bodemketting te hoog is, wordt de aandrijving door de koppeling
uitgeschakeld (= 1200 Nm).
- Aftakas uitschakelen.
- Bodemketting kort naar voren laten draaien (B).
De bodemketting draait naar voren en daardoor wordt de druk op de
walsen verkleind.
- Aftakas weer inschakelen.
- Bodemkettingsnelheid met draaiknop (R) opnieuw instellen.
Lossen zonder doseerwalsen
- Achterhek openen.
- Aandrijving bodemketting inschakelen (A).
Drukknop achterzijde (32)
- voor bodemketting
- Wanneer de drukknop (32) ingedrukt worden blijven deze hangen (C) en
de bodemketting wordt ingeschakeld.
- Als de knop weer wordt ingedrukt wordt de bodemketting
uitgeschakeld (D).
Algemene aanwijzingen
Wordt tijdens het gebruik van de bodemketting een tweede
functie ingeschakeld dan wordt de bodemkettingaandrijving
automatisch tijdelijk uitgeschakeld.
Beeindigen van het lossen
- Bodemketting uitschakelen (0).
- Achterhek sluiten.
Rijden op de weg
Let op! Op de weg alleen met gesloten achterhek rijden.
R
KB KV-KR
KV KR
(543) 9700-NL EINSATZ
- 25 -
NL
GEBRUIK
KB KV-KR
KV KR
Lossen zonder doseerwalsen
1. Schakelhendel (uit) vergrendelen.
2. Achterhek openen.
3. Aandrijving bodemketting inschakelen (A).
Beeindigen van het lossen
1. Bodemketting uitschakelen (0).
2. Aftakas uitschakelen.
3. Achterhek sluiten (11).
Rijden op de weg
Let op! Op de weg alleen met gesloten achterhek rijden.
Lossen van de wagen
Aus Sicherheitsgründen!
1. Schakelhendel (uit) vergrendelen.
De aandrijving van de rotorinvoer en opraper is daardoor
uitgeschakeld.
Lossen met doseerwalsen
1. Schakelhendel (uit) vergrendelen.
2. Achterhek openen.
3. Bodemketting kort naar voren laten draaien (B).
De bodemketting draait naar voren (KV) en daardoor wordt de druk
op de walsen verkleind.
4. Aftakas inschakelen.
5. Aandrijving doseerwalsen inschakelen (12).
6. Bodemkettingaandrijving inschakelen (A).
7. Snelheid van de bodemketting afstellen met draaiknop (R).
R
11
13
12 QB
Lossen met dwarsafvoerband
1. Schakelhendel (uit) vergrendelen.
2. Vorbereitung: siehe Kapitel "
QUERFÖRDERBAND
".
3. Bodemketting kort naar voren laten draaien (B).
De bodemketting draait naar voren (KV) en daardoor wordt de druk
op de walsen verkleind.
4. Aftakas inschakelen.
5. Aandrijving dwarsband "QB" inschakelen.
6. Aandrijving doseerwalsen inschakelen (12).
7. Bodemkettingaandrijving inschakelen (A).
Snelheid van de bodemketting afstellen met draaiknop (R).
R
544 / AUFBAU UMLG / 9700-NL
NL
BOVENBOUW
- 26 -
Omhoogzetten van de boven-bouw
Het omhoogzetten van de boven-bouw moet beslist door 2 personen worden gedaan an de wagen moet op een ulakke bodem
staan.
Gevaar voor ongeval!
4. De beide voorste zeskant-bouten (SK) verwijderen
5. Voorste zijwand omhoogzetten
- links ed rechts
- met borgveerr (K) vastzetten
1. Bovenste voorwand-deel (3) omhoogzetten
2. Borg veer (K) verwijderen
- links en rechts
3. Onderste voorwand-deel (3a) omhoogzetten
544 / AUFBAU UMLG / 9700-NL
NL
BOVENBOUW
- 27 -
6. De beide haken (H) losmaken
- links en rechts
7. Middelste beugel omhoogzetten
8. Achterste zijwand omhoogzetten en met middelste beugel
verbinden met de bouten (SK).
- links en rechts
TD 57/91/57
9. Achterste zijwand
omhoogzetten en met
achterste beugel verbinden.
- links en rechts
10. Achterwand-kleed met borgveer(1) monteren.
11. touwen aanbrengen
12. Veer-unit (2)
monteren
- links en rechts
- Borgveer (K) en
borgveer (F)
monteren
TD 57/91/56
9700-D ALLG.WARTUNG (544)
ONDERHOUD
NL
- 28 -
Algemene onderhoudsvoorschriften
Om de machine ook na een langere gebruiksduur in goede staat
te houden, moeten onderstaande voorschriften in acht worden
genomen.
Veiligheidsaanwijzing
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de trekkermotor uitschakelen.
Werkzaamheden onder de machine alleen uitvoeren, wanneer de
machine vast en zeker staat en goed wordt ondersteund.
- Na één werkuur alle bouten natrekken.
Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor deze
machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons geleverde
originele delen niet door ons gecontroleerd en vrijgegegen zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde omstandigheden
constructieve eigenschappen
van Uw machine negatief
beinvloeden. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade ontstaan
door het gebruik van niet
originele delen en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen
aanbrengen of het monteren
van aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
Asbest
Bepaalde toeleveringsdelen van het voertuig
of machine kunnen om technische redenen
asbest bevatten. Let op kentekens die op de
onderdelen staan.
Openen van de beschermkap
Met bijvoorbeeld een
schroevendraaier kan
de vergrendeling "R"
geopend worden en kan
de beschermkap
gelijktijdig omhoog
gedraaid worden.
Sluiten van de beschermkap
De beschermingskap naar beneden draaien. De grendel "R"
vergrendelt automatisch.
Vorsicht beim Betreten der
Ladefläche
1. Verzeker het geopende achterhek tegen ongewilde sluiting
(bijvoorbeeld d.m.v. een steunbalk).
2. Gebruik een stabiele opstap om in de wagen te klemmen.
3. Laadvloer niet betreden, wanneer de aftak-as aangesloten is en
de trekkermotor loopt!
4. Instapluik (alleen bij wagens met doseerwalsen)
Het instapluik in de zijwand mag alleen nadat de motor is uitgezet,
betreden worden.
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen
van lagers en van hydraulische delen.
- Na het reinigen van de machine deze volgens het smeerschema
doorsmeren en de machine een korte tijd laten draaien.
- Door met te hoge druk te reinigen kan beschadiging van lak
optreden.
Remmen afstellen
Zie het hoofdstuk "beremming"!
495.468
R
9700-D ALLG.WARTUNG (544)
ONDERHOUD
NL
- 29 -
Hydrauliekinstallatie
Wees voorzichtig met hydrauliekinstallaties i.v.m.
verwonding en infectie.
Als er olie uit een slang of leiding spuit, kom dan niet te dichtbij.
Vloeistof zoals olie onder hoge druk kan in de huid dringen.
Raadpleeg in dat geval onmiddelijk een arts.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Controleer of alle hydraulieknippels/verbindingen dicht zijn.
Eventueel nippels/wartels aandraaien.
Voor iedere inbedrijfsname
- Voor iedere inbedrijfsname moeten de slangen van het hydrauliek
gecontroleerd worden op beschadiging.
Versleten of beschadigde slangen moeten direct vervangen worden.
De kwaliteit van nieuw te monteren slangen en andere delen
moeten aan de eisen voldoen en gelijk zijn aan het origineel
gemonteerde materiaal.
Accumulator
Attentie!
Er mag niet aan de accumulator worden gelast en
mechanische bewerkingen zijn verboden.
Aanwijzing
Volgens aanwijzingen van de fabrikant hebben alle accumulatoren
na een bepaalde tijd een beperkt drukverlies.
Het gasverlies (stikstof) bedraagt per jaar ca. 2-3 %.
Er wordt aangeraden, na 4-5 jaar de druk te controleren en
eventueel de spanning op peil te laten brengen.
De druk in de accumulator veranderen
Dit mag alleen door de dealer worden gedaan.
Om de voorspanning te veranderen is speciaal gereedschap
benodigd.
De voorspandruk in de accumulator bedraagt ca. 120 bar
stikstofdruk (N).
546 / WARTUNG / 9800-NL
NL
ONDERHOUD
- 30 -
TD 57/91/42
58
Opraper
- Gebroken tanden (53) kunnen na demontage van de segementbeugels (54) zonder
demontage van de opraper vervangen worden.
Luftdruck
Aandrijfketting van de opraper
- Na iedere 40 vrachten de ketting olieen (50% smeerolie, 50% gasolie) en kettingspanning
controleren.
- Minstens 1 x per jaar de beschermkap er afnemen, ketting reinigen, olieen en
de vrijloop doorsmeren. De ketting naspannen; spanbout 65 verdraaien na het
losdraaien van de contramoer (56) en de bevestigingsmoeren (57).
- Contramoer en bevestigingsmoeren weer vastdraaien na het spannen van de
ketting.
)
ONDERHOUD
Invoer
- De hoofdaandrijfketting wordt met spanbout (58) gespannen. Eerst de
contraveren losdraaien.
- Na het spannen van de ketting, contramoeren weer spannen.
Hoofdlagering motor
- De lagers van de invoerkammen elke 40 vrachten smeren.
- De beide hoofdlagers na elke 90 vrachten doorsmeren.
Kurvenscheibe
- Het smeerpunt (L) aan de linkerzijde van de opraper moet worden gesmeerd als
de opraper draait.
Om ongevallen te voorkomen is derhalve de grootste voorzichtigheid
gewenst!
F = 80 F = 80
F = 40
TD 81/97/02
(IV)
FETT
(IV)
FETT
(IV)
FETT
546 / WARTUNG / 9800-NL
NL
ONDERHOUD
- 31 -
TD 57/91/46
Snijmechanisme
Demontage van een mes
- Messenbalk uitklappen.
- Hefboom (R) met
schroevendraaier naar
achteren trekken.
- Mes omhoog klappen (stand A) en
naar achteren trekken.
Messen monteren
- Let er op dat de rol
van de hefboom in
de uitsparing van het
mes valt.
Naslijpen van
gedemonteerde
messen
Goed geslepen
messen vragen
minder vermogen en
hebben een betere
snijkwaliteit.
- Messen afzonderlijk demonteren en naslijpen met de slijpsteen.
Let op!
- Alleen de gladde kant van het mes slijpen
- veiligheidsbril gebruiken (slijpbril)).
- Beheerst slijpen zonder dat het materiaal
te heet wordt, dit garandeert een langere
levensduur.
Mesbeveiliging
Om er zeker van te zijn dat de messen goed werken is het aan te
bevelen ze vaker te reinigen
- De drukveren met een hogedrukreiniger schoonmaken.
- voor de winterberging de messen en het beveiligingsmechaniscme
goed inolieen.
SK
5 - 10
mm
TD 81/97/01
Einstellungen
Abstand (5 - 10 mm) fallweise kontrollieren
Abstand korrigieren
- wenn die Messer verschlissen sind
- beim Einbau von neuen Messern
SK = Einstellschraube
Einstellschraube immer kontern
546 / WARTUNG / 9800-NL
NL
ONDERHOUD
- 32 -
S
S
S
S
TD 57/91/49
220 - 240 bar
Bodemketting
De vier bodemkettingen moeten gelijkmatig, maar niet te strak gespannen zijn.
Ze moeten van de onderzijde van de wagen iets doorhangen.
Bodemketting naspannen
- De stelbouten (S) bevinden zich onder de laadvloer.
- Wanneer de spanmogelijkheid te klein is moeten er kettingschakels vervangen
worden.
- Steeds een even aantal kettingschakels (2, 4, 6,...) van alle vier kettingen
verwijderen.
Instelmaat van de
eindschakelaars
EUROPROFI zonder doseerwalsen
De afstelling geschiedt met gesloten achterhek, resp. gesloten
messenbalk.
Eindschakelaar voor achterhek: X = 6 mm
Eindschakelaar voor laadautomaat boven: X = 5 mm
Eindschakelaar voor messenbalk: X = 6 mm
Afstelling van de oliedrukschakelaar (3): 220 - 240 bar
EUROPROFI met doseerwalsen
Eindschakelaar voor bodemketting: A = 6 mm
Afstelling (B) van het achterhek: Bouten (SK) losdraaien.
De eindschakelaar in het sleufgat zo
plaatsen, dat het sluiten van het achterhek
zo functioneert als in het hoofdstuk "electro-
hydrauliek" beschreven is.
Beveiliging van de elektrische installatie
De elektrische installatie voor de bediening van alle functies is beveiligd met een
10 Amp. zekering.
De zekering is ondergebracht in de verdeelkast aan de linker voorkant van de
wagen.
546 / WARTUNG / 9800-NL
NL
ONDERHOUD
- 33 -
Tandwielkast
Olie van de tandwielkast elk jaar verversen.
Olie volgens smeerschema toevoegen.
Olie bijvullen
- Valbplug (6) eruit nemen om olie bij te vullen.
- Oliepeil bij niveauplug (7) controleren.
Olie aftappen
- Aftapplug (5) losdraaien.
- Oude olie volgens geldende milieuvoorschriften afvoeren en daarna
met olie bijvullen (zie smeerschema).
Tandwielkast doseerwalsen:
0,75 Liter
Hoofdaandrijfkast:
1000 UPM = 2,5 Liter
540 UPM = 2,0 Liter
Tandwielkast
aan de rijkant:0,7 Liter
Tandwielkast-bodemketting: 1,5 Liter
Automatische kettingsmering
1)
Functie:
Als de opraper hydraulisch geheven wordt
dan wordt tevens de plunjer van de
oliepomp (P) in beweging gezet. Op die
manier wordt er telkens een afgemeten
hoeveelheid smeerolie naar de
afzonderlijke smeerpunten gevoerd.
Voor het gebruik
- Olieniveau (OIL) in de tank controleren
en eventueel bijvullen.
Wij adviseren U slechts
milieu vriendelijke,
biologisch afbreekbare
kettingsmeerolie te
gebruiken!
OIL
TD29/94/21
P
Aandrijfkettingen van de doseerwalsen
- Elke 40 vrachten kettingen smeren en kettingspanning kontroleren.
- Het spannen van de ketting wordt met bout (58) uitgevoerd nadat
de contramoer en de borgmoer (57) zijn losgedraaid.
1) = Extra toebehoren
* = Baujahr -1997
540 / RÄDER 9300 D
RÄDER UND REIFEN
D
- 34 -
Allgemein
Radmuttern regelmäßig auf Festsitz überprüfen (Anzugsmoment der Schrauben
siehe Tabelle)!
ACHTUNG!
Nach den ersten 10 Betriebsstunden Radmuttern nachziehen.
- Auch bei Radwechsel sind nach den ersten 10 Betriebsstunden die Radmuttern
nachzuziehen.
Luftdruck
- Auf richtigen Reifendruck achten!
- Luftdruck der Bereifung regelmäßig laut Tabelle überprüfen!
Beim Aufpumpen und bei zu hohem Reifendruck besteht Berstgefahr!
15 x 6 - 6 4 PR 1,20
500/50-17 10 PR 2,8 320 Nm 40 km TRELLEBORG
500/50-17 10 PR 3,75 320 Nm 40 km VREDESTEIN
500/50-17 14 PR 3,9 320 Nm 65 km TRELLEBORG
555/45-17 FRT 7,0 500 Nm 80 km
Reifendimension Ply rating Luftdruck
(bar)
Höchstgeschwin-
digkeit
Anzugsmoment
DRUCKLUFTBREMSE MIT ALB 9400 NL (540)
- 35 - 1) Wunschausrüstung
DRUCKLUFTBREMSANLAGE
NL
Ankuppeln der Bremsschläuche
- Beim Ankuppeln der Bremsschläuche ist zu beachten, daß
die Dichtringe der Kupplungsköpfe sauber sind, richtig dichten
und gemäß der
Bezeichnungen Vorrat
(Farbe rot) zu Vorrat
und Bremse (Farbe
gelb) zu Bremse
gekuppelt werden.
- Beschädigte Dichtringe
sind zu ersetzen.
Stromversorgung des ABS (Antiblockiersystem)
1)
Das ABS funktioniert ohne elektrischer Versorgung
nicht.
Vor Beginn der
Fahrt den
Stecker (1) beim
Schlepper
ankuppeln.
Zum Abstellen des
Wagens den
Stecker an die
Steckdose der
Konsole kuppeln.
Mit dem Schwenk-
bügel (1a) wird der
Stecker gegen
Lösen gesichert.
- Vor der ersten täglichen Fahrt ist der Luftbehälter zu
entwässern.
- Erst dann abfahren wenn der Luftdruck im Bremssystem 5,0
bar beträgt.
Achtung!
Um ein ordnungsgemäßes Funktionieren der Bremsanlage
zu gewährleisten, sind die Wartungsintervalle sowie die
Bremseinstellung (Hub max. 30 mm) gewissenhaft
einzuhalten.
Pflege und Wartung der Druckluftbremsanlage
Luftbehälterentwässerung
Der Luftbehälter ist täglich zu entwässern. Hierzu ist der
Bolzen am Entwässerungsventil mit Hilfe eines Drahtes in
seitlicher Richtung zu ziehen. Das Entwässerungsventil ist
bei Verschmutzung aus dem Behälter zu schrauben und zu
reinigen.
Leitungsfilterreinigung
Die beiden Leitungsfilter sind je nach Betriebsbedingungen, im
Normalfall etwa alle 3-4 Monate zu reinigen. Zur Reinigung
sind die Sinterfilterpatronen herauszunehmen.
Arbeitsschritte:
a) Verschlußstück (21) an den beiden Laschen hineindrücken
und Schieber (22) herausziehen.
b)Verschlußstück mit O-Ring (23), Druckfeder und
Sinterfilterpatrone herausnehmen.
c) Die Sinterfilterpatrone ist mit Nitro-Reinigungsmittel
auszuwaschen und mit Druckluft auszublasen. Beschädigte
Filterpatronen sind zu erneuern.
d) Beim Zusammenbau in umgekehrter Reihenfolge ist darauf
zu achten, daß der O-Ring (23) nicht in den Führungsschlitz
für den Schieber am Gehäuse verkantet!
Bremseinstellung
Der Kolbenhub an den Bremszylindern darf keinesfalls mehr
als 30 mm aufweisen. Er ist daher von Zeit zu Zeit zu
überprüfen und ggf. nachzustellen.
Achtung!
Lassen Sie allfällige Wartungs- und Reparaturarbeiten
an der Bremsanlage von einer Fachwerkstätte oder
von unserem Kundendienst durchführen.
Für die Schnellläuferachse "300 x 200" gibt es ein
spezielles Wartungshandbuch welches beim
Kundendienst angefordert werden kann.
Einstellung
- Die Einstellung erfolgt durch die Stellschraube (7).
- Der Kolbenhub soll bei Neueinstellung 12 - 15 mm betragen.
TD70/91/4
max. 30 mm Hub
7
DRUCKLUFTBREMSE MIT ALB 9400 NL (540)
- 36 - 1) Wunschausrüstung
DRUCKLUFTBREMSANLAGE
NL
TD13/92/12
Lösestellung am Bremsventil
Die Lösestellung ermöglicht ein Bewegen des Wagens wenn die
Bremschläuche nicht am Schlepper angekuppelt sind.
- Betätigungsknopf (M) bis zum Anschlag hineindrücken. Die Bremse wird
dabei gelöst.
- Betätigungsknopf (M) bis zum Anschlag herausziehen. Der Wagen wird
durch den vom Luftbehälter kommenden Vorratsdruck wieder eingebremst.
- Beim Angekuppeln der Bremsschläuche wird der Betätigungsknopf (M)
durch den vom Zugfahrzeug kommenden Vorratsdruck automatisch
wieder herausgedrückt.
ALB-Regler (Bei Austattung mit automatischem Bremskraftregler) 1)
Mit dem ALB-Regler wird die benötigte Bremskraft, je nach
Beladungszustand des Wagens, automatisch geregelt.
Einstellung
Das Einstellmaß (L) darf nicht verändert werden. Es muß dem Wert
welcher am WABCO Leistungschild angegeben ist entsprechen.
- Vor Antritt der Fahrt ist die Feststellbremse zu lösen und die
Kurbel nach innen zu schwenken.
Abstellen des Wagens
Zum Abstellen wird der Wagen mittels Feststellbremse
eingebremst.
- Bremskraftregler auf Lösen stellen und Bremsschläuche
abkuppeln.
Schmierplan
40 F alle 40 Fuhren
80 F alle 80 Fuhren
1 J 1 x jährlich
FETT FETT
= Anzahl der Schmiernippel
II, III, IV Siehe Anhang "Betriebsstoffe"
siehe Anleitung des Herstellers
Plan de graissage
40 F Tous les 40 voyages
80 F Tous les 80 voyages
1 J 1 fois par an
FETT GRAISSE
= Nombre de graisseurs
II, III, IV Voir annexe "Lubrifiants"
Voir le guide du constructeur
Lubrication chart
40 F alle 40 operations
80 F alle 80 operations
1 J once a year
FETT GREASE
= Number of grease nipples
II, III, IV see supplement "Lubrificants"
see manufacturers instructions
Smeerschema
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
FETT VET
= Aantal smeernippels
II, III, IV zie aanhangsel "Smeermiddelen"
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
Mazací plán
40 F kaûd˝ch 40 voz˘
80 F kaûd˝ch 80 voz˘
1 J 1 x roËnÏ
FETT TUK
= PoËet mazacÌch hlaviËek
II, III, IV Viz kapitola "Mazací
prostředky vydání "
viz. příruËka v˝robce
Kenési terv
40 F minden 40 menet után
80 F minden 80 menet után
1 J 1-szer évente
FETT ZSÍR
=A zsírzógombok száma
II, III, IV Nézd a "Kenôanyagok" c.
fejezetet
Nézd a gyártó utasításait!
Schema di lubrificazione
40 F ogni 40 viaggi
80 F ogni 80 viaggi
1 J volta all'anno
FETT GRASSO
= Numero degli ingrassatori
II, III, IV vedi capitolo materiali di esercizio
vedi istruzioni del fabbricante
ID F GB NL
CZ H
Esquema de lubricacion
40 F Cada 40 viajes
80 F Cada 80 viajes
1 J vez al ano
FETT Lubrificante
=N° de boquillas de
engrase
II, III, IV Véase anexo
Lubrificantes
Véanse instrucciones
del fabricante
E
Plano de lubrificaçao
40 F A cada 40 viagens
80 F A cada 80 viagens
1 J Uma vez por ano
FETT Lubrificante
=Número de niples de
lubrificação
II, III, IV Ver anexo Lubrificantes"
Ver instruções do fabricante
P
9900 SCHMIERPLAN (546)
- 37 -
FETT
Nr. 546.90.010.0
1 J
80 F
1 J
40 F
80 F
40 F
1 1 5
(II)
ÖL
41
(II)
ÖL
1(II)
ÖL
(II)
ÖL
5
5
1
6 2
1
6
HD SAE 90HD SAE 90
4
2
6
6
Schmierplan
40 F alle 40 Fuhren
80 F alle 80 Fuhren
1 J 1 x jährlich
FETT FETT
= Anzahl der Schmiernippel
II, III, IV Siehe Anhang "Betriebsstoffe"
siehe Anleitung des Herstellers
Plan de graissage
40 F Tous les 40 voyages
80 F Tous les 80 voyages
1 J 1 fois par an
FETT GRAISSE
= Nombre de graisseurs
II, III, IV Voir annexe "Lubrifiants"
Voir le guide du constructeur
Lubrication chart
40 F alle 40 operations
80 F alle 80 operations
1 J once a year
FETT GREASE
= Number of grease nipples
II, III, IV see supplement "Lubrificants"
see manufacturers instructions
Smeerschema
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
FETT VET
= Aantal smeernippels
II, III, IV zie aanhangsel "Smeermiddelen"
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
Mazací plán
40 F kaûd˝ch 40 voz˘
80 F kaûd˝ch 80 voz˘
1 J 1 x roËnÏ
FETT TUK
= PoËet mazacÌch hlaviËek
II, III, IV Viz kapitola "Mazací
prostředky vydání "
viz. příruËka v˝robce
Kenési terv
40 F minden 40 menet után
80 F minden 80 menet után
1 J 1-szer évente
FETT ZSÍR
=A zsírzógombok száma
II, III, IV Nézd a "Kenôanyagok" c.
fejezetet
Nézd a gyártó utasításait!
Schema di lubrificazione
40 F ogni 40 viaggi
80 F ogni 80 viaggi
1 J volta all'anno
FETT GRASSO
= Numero degli ingrassatori
II, III, IV vedi capitolo materiali di esercizio
vedi istruzioni del fabbricante
ID F GB NL
CZ H
Esquema de lubricacion
40 F Cada 40 viajes
80 F Cada 80 viajes
1 J vez al ano
FETT Lubrificante
=N° de boquillas de
engrase
II, III, IV Véase anexo
Lubrificantes
Véanse instrucciones
del fabricante
E
Plano de lubrificaçao
40 F A cada 40 viagens
80 F A cada 80 viagens
1 J Uma vez por ano
FETT Lubrificante
=Número de niples de
lubrificação
II, III, IV Ver anexo Lubrificantes"
Ver instruções do fabricante
P
9900 SCHMIERPLAN (546)
- 38 -
FETT
(II)
ÖL
Nr. 546.90.011.0
14
HD SAE 90
III
HD SAE 90
III
(IV) (IV)
1 J
80 F
1 J
40 F
HD SAE 90
III
FETT FETT
- 39 -
9700-NL TECH.DAT (546)
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de wagen is op een
typeplaatje ingeslagen en op de chassisbalk.
Garantieclaims, onderdelen-bestellingen of informatie
kunnen niet in behandeling worden genomen indien dit
nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct
voorop de handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
*
zie ook het hoofdstuk "GEBRUIK"
Extra toebehoren
Verlengkabel voor bedieningskast
Trekoog ø 50 mm (hitch)
Bandenmaat, zie onderdelenlijst
Laadautomaat
Dwarsafvoerband
* Aandrijftandwielkast voor 1000 omw./min. aftakas
* Aandrijftandwielkast voor 540 omw./min. aftakas
SILOPROFI zonder doseerinrichting SILOPROFI met doseerinrichting
Technische gegevens SILOPROFI 2
546
8450 mm
2330 mm
3450 mm
2615 mm
1800 mm / 1850 mm
1100 mm
1800 mm
35
39,5 mm
42 m3
26,2 m3
* 1500 Nm / 540 RPM
* 1050 Nm / 1000 RPM
15.0 / 55 - 17 10 PR TD (max. 30 km)
3,5 bar
4500 kg
<70 dB(A)
Alle technische gegevens zijn geheel
vrijblijvend.
546
8450 mm
2330 mm
3450 mm
2615 mm
1800 mm / 1850 mm
1100 mm
1800 mm
35
39,5 mm
40 m3
24,3 m3
* 1500 Nm / 540 RPM
* 1050 Nm / 1000 RPM
15.0 / 55 - 17 10 PR TD (max. 30 km)
3,5 bar
4900 kg
<70 dB(A)
Alle technische gegevens zijn geheel
vrijblijvend.
Vereiste aansluitingen
1 dubbelwerkende hydraulische steekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 120 bar
Bedrijfsdruk max.: 200 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
3-polige (12 Volt) aansluiting
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
- 40 -
9700-NL TECH.DAT (547)
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de wagen is op een
typeplaatje ingeslagen en op de chassisbalk.
Garantieclaims, onderdelen-bestellingen of informatie
kunnen niet in behandeling worden genomen indien dit
nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct
voorop de handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
Type
Totale lengte
Totale breedte
Hoogte bovenbouw omhooggeklapt
Hoogte bovenbouw neergeklapt
Spoorbreedte
Hoogte laadvloer
Breedte opraper
Aantal messen
Mesafstand
Inhoud
Inhoud volgens DIN 11741
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Slipkoppeling van de kruiskoppelingsas
Bandenmaat
Bandenspanning
Gewicht
Geluidsniveau
*
zie ook het hoofdstuk "GEBRUIK"
Extra toebehoren
Verlengkabel voor bedieningskast
Trekoog ø 50 mm (hitch)
Bandenmaat, zie onderdelenlijst
Laadautomaat
Dwarsafvoerband
* Aandrijftandwielkast voor 1000 omw./min. aftakas
* Aandrijftandwielkast voor 540 omw./min. aftakas
SILOPROFI zonder doseerinrichting SILOPROFI met doseerinrichting
Technische gegevens SILOPROFI 3
547
9130 mm
2330 mm
3450 mm
2615 mm
1800 mm / 1850 mm
1100 mm
1800 mm
35
39,5 mm
47 m3
29,2 m3
* 1500 Nm / 540 RPM
* 1050 Nm / 1000 RPM
15.0 / 55 - 17 10 PR TD (max. 30 km)
3,5 bar
4700 kg
<70 dB(A)
Alle technische gegevens zijn geheel
vrijblijvend.
547
9130 mm
2330 mm
3450 mm
2615 mm
1800 mm / 1850 mm
1100 mm
1800 mm
35
39,5 mm
45 m3
27,3 m3
* 1500 Nm / 540 RPM
* 1050 Nm / 1000 RPM
15.0 / 55 - 17 10 PR TD (max. 30 km)
3,5 bar
5100 kg
<70 dB(A)
Alle technische gegevens zijn geheel
vrijblijvend.
Vereiste aansluitingen
1 dubbelwerkende hydraulische steekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 120 bar
Bedrijfsdruk max.: 200 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
3-polige (12 Volt) aansluiting
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
- 41 -
9700-NL TECH.DAT (547)
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Voor takelen juiste aanspanning:
Passend gebruik van de wagen
De wagen "SILOPROFI " is uitsluitend bestemd voor de het bekende gebruik in uitsluitend agrarische toepassingen.
Voor het laden, transporteren en het lossen van groenvoer, ruwvoer, voordroogkuil, hooi en stro.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voor de daaruit voortkomende schad of beschadigingen is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk. Het risico daarvan draagt alleen de
gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen.
Lubrificanti
Edizione 1997
DGB I
Betriebsstoffe
Ausgabe 1997
Lubricants
Edition 1997
Leistung und Lebensdauer der Maschine
sind von sorgfältiger Wartung und der
Verwendung guter Betriebsstoffe abhängig.
Unsere Betriebsstoffauflistung erleichtert
die richtige Auswahl geeigneter
Betriebsstoffe.
Im Schmierplan ist der jeweils
einzusetzende Betriebsstoff durch die
Betriebsstoffkennzahl (z.B. III)
symbolisiert. Anhand von
Betriebsstoffkennzahl kann das geforderte
Qualitätsmerkmal und das entsprechende
Produkt der Mineralölfirmen festgestellt
werden. Die Liste der Mineralölfirmen erhebt
keinen Anspruch auf Vollständigkeit.
The performance and the lifetime of the
farm machines are highly depending on
a careful maintenance and application
of correct lubricants. Our schedule
enables an easy selection of selected
products.
The applicable lubricants are symbolized
(eg. III). According to this lubricant
product code number the specification,
quality and brandname of oil companies
may easily be determined. The listing of
the oil companies is not said to be
complete.
Prestaties en levensduur van de
machines zijn afhankelijk van een
zorgvuldig onderhoud en het gebruik
van goede smeermiddelen.
Dit schema vergemakkelijkt de
goede keuze van de juiste
smeermiddelen.
I II III IV V VI VII
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß
API CD/SF
motor oil SAE 30
according to API CD/SF
huile moteur SAE 30 niveau
API CD/SF
oilo motore SAE 30 secondo
specifiche API CD/SF
Getriebeöl SAE 90 bzw. 85 W-
140 gemäß API-GL 5
gear oil SAE 90 resp. SAE 85
W-140 according to API-GL 5
huile transmission SA 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API GL
5
oilio per cambi e differenziali
SAE 90 o SAE 85 W-140
secondo specifiche API-GL 5
Komplexfett (DIN 51 502: KP 1R)
complex grease
graisse complexe
grasso a base di saponi
complessi
Getriebefließfett
(DIN 51 502:GOH
transmission grease
graisse transmission
grasso fluido per riduttori e
motoroduttori
Li-Fett (DIN 51 502, KP 2K)
lithium grease
graisse au lithium
grasso al litio
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140
gemäß API-GL 4 oder API-GL 5
gear oil, SAE 90 resp. SAE 85 W-140
according to API-GL 4 or API-GL 5
huile transmission SAE 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API-GL 4 ou API-
GL 5
olio per cambi e differenziali SAE 90
o SAE 85W-140 secondo specifiche
API-GL 4 o API-GL 5
(II)
ÖL
gefordertes Qualitätsmerkmal
required quality level niveau
de performance demandé
caratteristica richiesta di
qualità
verlangte kwaliteitskenmerken
Betriebsstoff-Kennzahl
Lubricant indicator
Code du lubrifiant
Numero caratteristico del
lubrificante
Olie in aandrijvingen volgens de
gebruiksaanwijzing verwisselen -
echter tenminste 1 x jaarlijks.
-Ölablaßschraube herausneh-
men, das Altöl auslaufen lassen
und ordnungsgemäß entsorgen.
Getriebeöl gemäß Betriebsanleitung -
jedoch mindestens 1 x jährlich wechseln.
-Ölablaßschraube herausnehmen, das
Altöl auslaufen lassen und ordnungs-
gemäß entsorgen.
Gear oils according to operating
instructions - however at least once a
year.
- Take out oil drain plug, let run out and
duly dispose waste oil.
Motori a quattro tempi: bisogna effettuare il cambio
dell'olio ogni 100 ore di funzionamento e quello dell'olio
per cambi come stabilito nel manuale delle istruzioni per
l'uso (tuttavia, almeno 1 volta all'anno).
- Togliere il tappo di scarico a vite dellolio; far scolare
lolio e eliminare lolio come previsto dalla legge anti-
inquinamento ambientale.
Smeermiddelen code
Voor het buiten gebruik stellen
(winterperiode) de olie-wisel
uitvoeren en alle vetnippel
smeerpunten doorsmeren. Blanke
metaaldelen (koppelingen enz.) met
een produkt uit groep "IV" van de
navolgende tabel tegen corrosie
beschermen.
Before garaging (winter season) an oil
change and greasing of all lubricating
points has to be done. Unprotected,
blanc metal parts outside (joints, etc.)
have to be protected against corrosion
with a group "IV" product as indicated
on the reverse of this page.
Smeermiddelen
Uitgave 1997
NL
Lubrifiants
Édition 1997
F
Le bon fonctionnement et la longévité
des machines dépendent dun entretien
soigneux et de lutilisation de bons
lubrifiants. Notre liste facilite le choix
correct des lubrifiants.
Sur le tableau de graissage, on trouve
un code (p.ex."III") se référant à un
lubrifiant donné. En consultant ce code
on peut facilement déterminer la
spécification demandée du lubrifiant.
La liste des sociétés pétrolières ne
prétend pas d’être complète.
Pour lhuile transmission consulter le
cahier dentretien - au moins une fois
par an.
- Retirer le bouchon de vidange, laisser
l'huile s'écouler et l'éliminer
correctement.
L'efficienza e la durata della macchina dipendono
dall'accuratezza della sua manutenzione e dall'impiego
dei lubrificanti adatti. Il nostro elenco dei lubrificanti Vi
agevola nella scelta del lubrificante giusto.
Il lubrificante da utilizzarsi di volta in volta è simbolizzato
nello schema di lubrificazione da un numero caratteristico
(per es. "III"). In base al "numero caratteristico del
lubrificante" si possono stabilire sia la caratteristica di
qualità che il progetto corrispondente delle compagnie
petrolifere. L'elenco delle compagnie petrolifere non ha
pretese di completezza.
Vor Stillegung (Winterperiode) Ölwechsel
durchführen und alle Fettschmierstellen
abschmieren. Blanke Metallteile außen
(Gelenke, usw.) mit einem Produkt gemäß
IV in der umseitigen Tabelle vor Rost
schützen.
Avant larrêt et hiver: vidanger et
graisser. Métaux nus à l' extérieur
protéger avec un produit type IV contre
la rouille (consulter tableau au verso).
Effettuare il cambio dell'olio ed ingrassare tutte le parti che
richiedono una lubrificazione a grasso prima del fermo
invernale della macchina. Proteggere dalla ruggine tutte
le parti metalliche esterne scoperte con un prodotto a
norma di "IV" della tabella riportata sul retro della pagina.
(IV)
FETT
- D 1 -
-
OSO 32/46/68
ARNICA 22/46 MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS.
15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140 GR MU 2 GR SLL
GR LFO ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46 SUPER KOWAL 30 MULTI
TURBORAL SUPER TRAKTORAL
15W-30
GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AGIP
ARAL
* Bei Verbundarbeit mit
Naßbremsen-
schleppern ist die
internationale
Spezifikation J 20 A
erforderlich
** Hydrauliköle
HLP-(D) + HV
*** Hydrauliköle auf
Pflanzenölbasis HLP +
HV Biologisch
abbaubar, deshalb
besonders umwelt-
freundlich
IV ANMERKUNGEN
III VI
VVII
II
I
Firma Company
Société Societá
(IV)
FETT
(II)
ÖL
* When working in
conjunction with wet-
brake tractors, the
international
specification J 20 A is
necessary.
** Hydraulic oil
HLP-(D) + HV.
*** Hydraulic oil with
vegetable oil base HLP
+ HV is bio-degradable
and is therefore
especially safe for the
enviroment.
HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BAYWA
AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46 MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40
TRACTAVIA HF SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT AVIA GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB SPEZIALFETT LD GETRIEBEÖL HYP 90 EP MULTIHYP
85W-140 EP
AVIA
ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140 EP
BP
HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46 RX SUPER DIESEL 15W-40
POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140 IMPERVIA MMO CASTROLGREASE LMX EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROL
WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68 SUPER EVVAROL HD/B SAE 30
UNIVERSAL TRACTOROIL SUPER HYPOID GA 90
HYPOID GB 90 HOCHDRUCKFETT LT/SC 280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46 MOTORÖL 100 MS SAE 30
MOTORÖL 104 CM 15W-40
AUSTROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-90
GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-90
LORENA 46
LITORA 27 RHENOX 34 -GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-140
OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68 PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000
TOURS 20W-30 TRACTORELF ST
15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF TYP BLS 80 W-90
NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68 PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM
15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL GP
85W-140 MULTI PURPOSE GREASE H FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
ULTRAMAX HLP 32/46/68 SUPER
TRAC FE 10W-30* ULTRAMAX
HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000 DURAPLEX EP 1
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS T
32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2 SPEZ. GETRIEBEFETT H SIMMNIA
GREASE O AEROSHELL GREASE 22 DOLIUM
GREASE R SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS ZS
32, 46, 68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20 TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90 MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
DTE 22/24/25
DTE 13/15 HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT
1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-140
RENOPLEX EP 1 RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85W-140
RENOGEAR HYPOID 90
TITAN HYDRAMOT 1O3O MC
TITAN UNIVERSAL HD RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85 W-140
RENOGEAR HYPOID 90
RENOSOD GFO 35
DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
ELAN
FUCHS
GENOL
MOBIL
RHG
SHELL
TOTAL
ELF
ESSO
EVVA
FINA
VALVOLINE
VEEDOL
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN B
32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30 MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90 MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
-
-
ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 MULTIGRADE SAE 80/90
MULTIGEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WINTERSHALL
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
RENOLIN 1025 MC ***
TITAN HYDRAMOT 1030 MC **
RENOGEAR HYDRA *
PLANTOHYD 40N ***
RENOLIT MP
RENOLIT FLM 2
RENOLIT ADHESIV 2
PLANTOGEL 2 N
CASTROLGREASE LM
- D 2 -
NL-ANHANG TITELBLATT _341
AANHANGSEL
NL-ANHANG TITELBLATT _341
U maakt de beslissing Original of namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een goedkope aanschaf kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad! .
Kwaliteit en nauwkeurige passing
- Bedrijfszekerheid
Betrouwbaar functioneren
Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
0000-NL GELENKWELLE (341)
Aanhangsel - B
KRUISKOPPELINGSAS
NL
AFTAKAS
Let op! Gebruik de
meegeleverde aftakas met
stilstaande beschermbuizen.
Het gebruik van andere
aandrijfassen is niet
toegestaan.
Aftakas aanpassen
De juiste lengte wordt bepaald
door de aftakas-helften naast
elkaar te houden.
HET AFKORTEN
- om de lengte aan te
passen, de beide
aftakashelften in de
positie van de kortste
afstand (L2)van de
aftakaseinden tov.
elkaar, naast elkaar
houden en
aftekenen.
Let op!
Maximale
Betriebslänge (L1)
beachten
-
Zo groot mogelijke
overlapping (min. 1/2 X)
nastreven.
binnenste- en buitenste-
beschermbuis met gelijke lengte
inkorten.
Slipkoppeling (2) aan de
machinezijde monteren.
Voor elk gebruik de aftakas
controleren, of de gaffels goed
vergrendeld zijn.
Blokkeerketting
- beschermbuis van de aftakas
borgen tegen meedraaien.
Let erop dat de ketting voldoende
lengte heeft voor de bewegingen
van de aftakas.
TIJDENS HET WERK
Tijdens het werken met de machine
mogen de voorgeschreven
toerentallen niet overschreden
worden.
- nadat de aftakas is uitgeschakeld kunnen sommige machines
noch lange tijd door blijven draaien door de massa van sommige
onderdelen(maaiers, hakselaars,persen etc.).Gedurende deze
tijd niet dicht bij de machine komen. Wanneer alle delen volledig
stilstaan kan pas aan de machine gewerkt worden.
- wanneer de machine wordt
afgekoppeld moet de
aftakas volgens voorschrift
afgelegd worden resp. door
een ketting bevestigd
worden. Blokkeerketting (H)
niet voor het ophangen van
de aftakas benutten.
1)Gebruiksinstructie voor een nokkenschakelkoppeling:
De nokkenschakelkoppeling
is een beveiliging, die het
draaimoment bij overbelasting
tot nul reduceert. De
uitgeschakelde koppeling kan
weer ingeschakeld worden als
de aftakasaandrijving wordt
uitgeschakeld. Het
inschakeltoerental van deze
koppeling ligt onder de 200
omw./min.
LET OP !
De nokkenschakelkoppeling van de aftakas is geen
beladingsgraadmeter. Het is een echte beveiliging, die Uw
machine beschermen moet tegen beschadigingen. Door
gevoelsmatig te werken voorkomt U veelvuldig uitschakelen
van de koppeling en behoed hem en de machine voor onnodige
slijtage.
2)Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tijdens het werk en niet ingeschakeld 70
graden.
3)Normale koppeling:
Maximale verdraaiing niet
ingeschakeld 90 graden,
tijdens het werk maximaal 35
graden.
ONDERHOUD
Versleten beschermdelen
direct vernieuwen.
- bij het in bedrijf stellen en na alle 8 werkuren de aftakas doorsmeren
met een kwaliteitsvet.
- gedurende langere rustperiodes aftakas schoonmaken en
doorsmeren.
tijdens winter-
werkzaamheden de
beschermbuizen
invetten om te voor-
komen dat ze
vastvriezen.
Belangrijk voor aftakassen met een
platenslipkoppeling.
Bij de eerste maal in gebruikname en na langere tijd
buiten gebruik te zijn, de platenslipkoppeling op
goede werking kontroleren.
a.) Maat L aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1
resp. aan stelschroef bij K92E en K92/4E
vaststellen.
b.) Schroeven losdraien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden. Koppeling doordraaien.
c.) Schroeven op maat L instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
X
X
L1
L2
X
X
min.
TD 52/97/37
- B 1 -
8
h
FETT
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
BA ALLG. / BREMSANLAGE / 9800-D RINNER/BPW
(System RINNER / System BPW)
Auflaufbremsanlage
mit Rückfahrautomatik D
1. Bedienung
Nach dem Ankuppeln muß
das Zugfahrzeug mit dem
Abreißseil (1) am
Handbremshebel
verbunden sein. Damit wird
beim selbsttätigen Lösen
des Anhängers vom
Zugfahrzeug der Anhänger über den Handbremshebel abgebremst.
Die Auflaufbremse arbeitet vollautomatisch.
Auf waagrechte Lage der Zugöse achten, sonst
Überhitzung der Bremstrommeln möglich (siehe auch
nächste Seite "Erwärmung der Bremsen").
Bei Inbetriebnahme Bremsprobe durchführen!
- Bei ausgezogener Zug-
stange (3) Handbremse
über den Totpunkt ziehen.
Durch Einschieben der
Zugstange (3) spannt sich
der Handbremshebel
automatisch durch die
Gasfeder (2) nach.
- Eine leichtere Rückstellung
erfolgt bei ausgezogener
Zugstange!
Achtung!
Bei Funktionsstörung an der Bremsanlage Schlepper sofort
anhalten und Störung beseitigen.
Achtung!
Bei eingeschobener
Zugstange (3) schnappt
Handbremshebel ruckartig
bei Überwindung des
Totpunktes in die Höhe,
Griff nur von unten
umfassen (B).
2. Nachstellanleitung
2.1 Nach den ersten
Betriebsstunden passen
sich die Bremsbeläge der
Trommel an. Dadurch
entsteht ein Spiel in den
Bremsen. Bemerkt wird
dies durch zu weites
Einfahren der Zugstange
(3).
Eine gut eingestellte Bremse soll einen
Auflaufweg (4) von 50 70 mm aufweisen.
Bei Überschreitung des Auflaufweges kann
die Bremsanlage mittels Spannschloß (5)
oder durch Umschrauben der
Abstecklaschen (A) nachgestellt werden.
Eine Kontrolle ist bei ausgezogener Zugöse
und angezogenem Handbremshebel
möglich.
TD 70/89/8
Auflaufbremsanlage
- E1 -
A
5
Der Handbremshebel soll im angezogenem Zustand (6) die Zahnstellung vom
Zahnsegment gerade noch verdecken.
2.2 Nach öfterem Nachstellen muß die Hebelstellung bei den Achsen überprüft
werden.
Bei Rückwärtsschub und angezogenem Handbremshebel dürfen die
Bremshebel (7) nicht über die Senkrechtlage nach vorne stehen. Ansonsten
sind die Bremshebel um einen Zahn nach hinten zu setzen.
2.3 Bei Neueinstellung oder neuen Bremsbelägen sind Probebremsungen
vorzunehmen.
Bei ungleichmäßigem Bremsverhalten (links bzw. rechts). muß die
Bremshebelstellung überprüft und korrigiert werden.
2.4 Etwa alle 500 km Bremsbelagdicke auf eventuelle Beschädigung und
Verschleiß überprüfen.
Ist der Bremsbelag dünner als 2 mm bzw. beschädigt, müssen die Backen
ausgetauscht
werden.
3. Wartung
Auf der Auflauf-
vorrichtung befindet
sich ein Schmier-
nippel (11), welcher 2x jährlich zu schmieren ist. Gleichzeitig soll die Gleitbahn
(9) der Auflaufzugöse mit Fett versorgt werden.
Achtung!
Abstellen des Anhängers
Die Auflaufzugöse (9) muß bei abgestelltem
Anhänger immer ganz herausgezogen sein.
Daher: Vor dem Abkuppeln mit dem
Schlepper soweit vorwärts fahren bis die
Zugöse in der vordersten, herausgezogen
Position steht.
BA ALLG. / BREMSANLAGE / 9800-D RINNER/BPW
(System RINNER / System BPW)
Auflaufbremsanlage
mit Rückfahrautomatik D
Fehlerursachen und deren Beseitigung
Störung
Bremswirkung zu schwach.
Rückwärtsfahrt schwergängig
oder blockiert.
Erwärmung der Bremsen.
Handbremswirkung zu schwach.
Beseitigung
Nachstellen gemäß Nachstell-
anleitung.
Anpassung der Beläge durch
einige Probebremsungen.
Neue Bremsbacken einbauen.
Übertragungseinrichtung bzw.
Bremszug leichtgängig machen.
Bremsanlage neu einstellen.
Neueinstellung gemäß Nachstell-
anleitung.
Handbremse lösen.
Bremszug ölen bzw. erneuern.
Deichsel an das Zugfahrzeug
richtig anpassen (Zugösenlage
waagrecht).
Anpassung der Beläge durch
einige Probebremsungen.
Übertragungseinrichtung und
Bremszug leichtgängig machen.
Nachstellen gemäß Nachstell-
anleitung.
Ursache
Zugstange schiebt sich ganz ein.
Bremsbeläge nicht eingefahren.
Bremsbeläge beschädigt oder
abgenützt.
Zu wenig Bremskraft.
Bremsanlage zu straff eingestellt.
Fehlerhafte Einstellung.
Bremsanlage wird bei Vorwärts-
fahrt nicht ganz gelöst.
Bremszug nicht geölt bzw.
geknickt.
Zugöse nicht waagrecht. Durch
das Gewicht des Anhängers,
welches auf der Deichsel lastet,
wird eine Dauerbremsung
ausgelöst.
Bremsbeläge nicht eingefahren.
Zu große Übertragungsverluste.
Fehlerhafte Einstellung.
- E2 -
Auflauf-Achse mit Rückfahrautomatik
Einstellen der Nockenbremse Typ: 30-4010 (300x60)
(Bremsausgleich vor der Achse)
Grundsätzlich immer zuerst die Ein- bzw. Nachstellung der Radbremse vornehmen.
Achse aufbocken, Auflaufeinrichtung und Feststellbremse in Lösestellung bringen
(Zugöse muß ganz herausgezogen sein).
Achtung!
Achten Sie darauf, daß der Anhänger gegen Bewegung gesichert ist.
Übertragungseinrichtung lösen.
Das Rad in Fahrtrichtung drehen, dabei die Nachstellschraube B durch Rechtsdrehung
verstellen, bis die Bremsbacken beginnen, an der Bremstrommel zu schleifen und sich
das Rad schwerer bewegen läßt.
Jetzt die Nachstellschraube um eine halbe Umdrehung lösen, damit das Rad frei läuft
und die Bremsbacken nicht mehr an der Bremstrommel schleifen.
Stellung der Achshebel kontrollieren, der Winkel α zwischen einer gedachten
Senkrechten und den Achshebeln sollte ca. 20° entgegen der Zugeinrichtung betragen.
102 / WARTUNG / EINSTELLEN DER NOCKENBREMSE
E-3
NL
BEGRENZINGS-KLEED (extra uitvoering)
- Z50 -
9600-NL PLANE (102)
Kleed (PL) monteren
1. Gaten (ø9 mm)volgens figuur in het midden op de voor-
buis boren.
2. De houders (H) monteren (3 Stuks)
zeskant bouten M8 x 70 (3 Stuks)
zeskant moeren M8
3. In het bereik van de houders moet een stukje uit het kleed
worden gesneden (3a).
4. Het kleed aan de houders bevestigfen
- het kleed met de beide meegeleverde stangen aan de
houders monteren.
- beide stangen borgen met spanstiften 6 x 32.
5. Alle boven-touwen aanbrengen.
6. Het meegeleverde touw (5,75 m) met het boven-touw (D1)
verknopen.
7. Het touw (5,75 m) volgens figuur door de ogen rijgen en het
einde met boven-touw (D2) verknopen.
8. Gaten (ø9 mm) links en rechts bij de beide zijschotten
boren
- Afstand "85 cm" tot aan het oog
9. Met de beide rubber-spanners (EXP) het kleed naar achteren
spannen.
Firmanaam en adres van de producent:
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting):
Laadwagen
Type
Serienummer
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine overeenkomt met alle desbetreffende
bepalingen van de volgende EG-richtlijn:
Machines 2006/42/EG
Bovendien wordt de overeenstemming met de volgende andere EG-richtlijnen en/of
desbetreffende bepalingen verklaard
Elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen:
EN ISO 12100 EN ISO 4254-1
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:
Documentatiegemachtigde:
Konrad Mallinger
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
EG-conformiteitsverklaring
Originele conformiteitsverklaring
Markus Baldinger,
Bedrijfsleiding F&E
Grieskirchen,
01.08.2016
Jörg Lechner,
Bedrijfsleiding Productie
SILOPROFI 2, Type 546
SILOPROFI 3, Type 547
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
descrizioni di queste istruzioni per l’uso. Allo stesso
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
d’autore.
GB
I
P
NL
D
E
F
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53

Pottinger SILOPROFI 2 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor