AKZ 613 PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL
5019 310 56694
1. Bedieningspaneel
2. Koelventilator (niet zichtbaar)
3. Bovenste verwarmingselement (kan naar beneden
gezet worden)
4. Ovenlampje achter
5. Ventilator
6. Katalytisch tussenschot achterin
7. Onderste verwarmingselement (niet zichtbaar)
8. Koude ovendeur
LET OP
• Tijdens de bereiding kan de koelventilator afwisselend ingeschakeld worden om het energieverbruik te
verminderen.
• Na afloop van de bereiding, nadat de oven is uitgeschakeld, kan de koelventilator nog een tijdje blijven werken.
ACCESSOIRES
BEDIENINGSPANEEL
1. Bedieningsknop kookplaat linksvoor
0 1 ...10 *.
2. Bedieningsknop kookplaat linksachter
0 1 ...10 *.
3. Functieknop
4. Elektronische timer.
5. Thermostaatknop.
6. Bedieningsknop kookplaat rechtsachter
0 1 ...10 *.
7. Bedieningsknop kookplaat rechtsvoor
0 1 ...10 *.
8. Controlelampje kookplaat AAN
* Het multizonesymbool kan alleen ingeschakeld
worden bij kookplaten voorzien van een dubbele of
drievoudige kookzone.
(Zie de tabel met functies van de kookplaat).
Onderste
Bovenste
steunhoogte
steunhoogte
Bakplaat: Rooster:
1
2
3 5
6
7
8
4
Tabel ovenfuncties
Functie Beschrijving functie
0OVEN UIT
-
Ovenlampje
• Inschakeling van het ovenlampje.
CONVENTIONEEL
• Voor het braden van vlees, vis en gevogelte op dezelfde steunhoogte.
• Verwarm de oven voor op de gewenste bereidingstemperatuur en plaats het gerecht in
de oven wanneer het rode lampje van de thermostaat uitgaat.
• Aanbevolen wordt de tweede of derde steunhoogte te gebruiken.
GEBAK/VENTILATOR
• Voor bereiding op maximaal twee verschillende steunhoogtes.
• Aanbevolen wordt om tijdens de bereiding de gerechten onderling van plaats te
verwisselen om een gelijkmatiger bakresultaat te bereiken.
• Het is niet nodig om de oven voor te verwarmen (behalve voor pizza's en focaccia's).
GRILL
• Voor het grillen van vlees (gerookt spek, vleeslapjes, worstjes enz.) en het roosteren
van brood.
• Verwarm de oven 5 min voor met gesloten overdeur.
• Tijdens het grillen moet de ovendeur open blijven voor betere eindresultaten.
• Leg het voedsel op het rooster. Giet bij het braden van vlees een beetje water in de
opvangbak om rookvorming en vetspatten zoveel mogelijk te voorkomen.
• Draai de voedingsmiddelen tijdens de bereiding regelmatig om.
TURBOGRILL
• Voor het grillen van grote stukken vlees (rosbief, braadstuk, rollades).
• Tijdens de bereiding moet de ovendeur dicht blijven.
• Giet bij het braden van vlees een beetje water in de opvangbak om rookvorming en
vetspatten zoveel mogelijk te voorkomen.
• Het is raadzaam het vlees tijdens de bereiding regelmatig om te draaien.
ONTDOOIEN
• Voor het ontdooien van voedingsmiddelen bij kamertemperatuur.
• Laat het voedingsmiddel in zijn verpakking zitten om uitdrogen te voorkomen.
BEREIDINGSTABELLEN BEREIDINGSTABEL GRILLFUNCTIE
OPMERKING: Voor het bereiden van vlees met de functies
Ventilator en Conventioneel wordt aanbevolen om de functie
Bruinen in te schakelen bij gebruik van steunhoogte 1 tot 3.
De bereidingstemperaturen en -tijden zijn indicatief.
GERECHT Functie
Voorver-
warmen
Steun-
hoogte
(vanaf
bodem)
Bruinings-
graad
Te m p e r a -
tuur
(°C)
Bereiding
stijd
(minuten)
VLEES
Lams-, geiten-,
schapenvlees
X 2 2 200 95 - 110
X 2 - 200 100 - 110
Braadstuk
(kalfs-, varkens-,
rundvlees)
(kg. 1)
X 2 2 200 95 - 110
X 2 - 200 90 - 100
Kip, konijn,
eend
X 2 3 200 80 - 90
X 2 - 200 85 - 95
Kalkoen
(4-6 kg) +3
X 1 3 200 160 - 180
X 1 - 210 180 - 190
Gans ( 2 kg)
X 2 3 210 100 - 130
X 2 - 200 100 - 130
VIS
(HEEL) (1-2 kg)
Goudbrasem,
zeebaars, tonijn,
zalm, kabeljauw
X 2 1 200 45 - 55
X 2 - 200 50 - 60
VIS
(MOTEN) (1 kg)
Zwaardvis, tonijn
X 2 2 200 40 - 50
X 3 - 200 40 - 50
GROENTE
Gevulde paprika's
en tomaten
X 2 - 220 50 - 60
X 2 - 200 50 - 60
Gebakken
aardappelen
X 2 3 220 50 - 60
GEBAK, TAART
ETC.
Luchtig gebak
X 2 - 190 40 - 50
X 2 - 180 40 - 50
Taarten
(met kaasvulling)
X 2 - 190 80 - 90
X 2 - 180 80 - 90
Korstgebak,
vlaaien
X 2 - 190 40 - 50
X 2 - 180 40 - 50
Appelstrudel
X 2 - 200 50 - 55
X 2 - 200 50 - 55
Koekjes
X 2 - 170 20 - 30
X 2 - 200 20 - 30
Soesjes
X 2 - 180 35 - 45
X 2 - 180 40 - 50
Hartige taarten
X 2 - 200 40 - 50
X 2 - 190 40 - 50
Lasagne
X 2 1 200 45 - 60
X 2 - 200 45 - 60
Vruchtentaarten
met bv. ananas,
perzik
X 2 - 190 50 - 60
X 2 - 190 40 - 50
Meringues
X 2 - 120 120 - 150
- 2 - 120 120 - 150
Pasteibakjes
X 2 - 200 35 - 45
X 2 - 190 35 - 45
Soufflés
X 2 - 200 40 - 50
X 2 - 190 45 - 55
GERECHT Functie
Voorver war-
men
Steunhoogte
(vanaf
bodem)
Vermo-
gensniveau
Bereidingstijd
(minuten)
Biefstuk X 4 5 35 - 45
Schnitzels X 4 5 30 - 40
Worstjes X 3 - 4 5 30 - 40
Karbonades X 4 5 35 - 45
Vis (moten) X 3 - 4 5 35 - 45
Kippenpoten X 3 - 4 5 40 - 50
Spiezen X 3 - 4 5 40 - 50
Spare ribs X 3 - 4 5 35 - 45
1/2 kip X 3 5 45 - 55
1/2 kip X 3 5 45 - 55
Hele kip X 3 5 60 - 70
Braadstuk
(varkens-,
rundvlees)
X 2 5 60 - 70
Eend X 2 5 70 - 80
Lamsbout X 3 5 70 - 80
Rosbief X 3 5 50 - 60
Gebakken
aardappelen
X 3 5 50 - 60
Vis
(goudbrasem,
forel)
X 3 5 50 - 60
DE KOOKPLAAT GEBRUIKEN
Op het bedieningspaneel bevinden zich 4 knoppen voor de bediening van de kookplaat. Op de knoppen worden de
verschillende vermogensstanden met nummers aangegeven en de verschillende functies met symbolen.
• Draai de bedieningsknop van de betreffende kookzone naar rechts op de gewenste stand (raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de kookplaat wordt geleverd).
Tabel functies kookplaat (afhankelijk van het model)
Functie Beschrijving functie
GEMATIGD
VERWARMEN
Deze functie is geschikt voor het laten rijzen van deeg, om koude boter zacht te laten worden,
babyzuigflessen of pap warm te houden, om yogurt te maken, chocolade te smelten, etc.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het restwarmtelampje brandt. Controleer eerst
of het restwarmtelampje van de betreffende kookzone brandt. Draai vervolgens de knop op
. De functie wordt uitgeschakeld door de stand van de knop te wijzigen.
WARMHOUDEN
Zorgt voor een constante temperatuur van 60° tot het einde van de bereidingstijd. Om de
functie in te schakelen draait u de knop op .
SNELKOKEN
Deze functie zorgt ervoor dat water snel aan de kook wordt gebracht; de functie blijft een
vaste tijd ingeschakeld. Als de tijd om is, schakelt de kookzone automatisch terug naar de
maximale stroomstand. De snelkookfunctie kan ook geactiveerd worden nadat u al op de
betreffende kookzone met koken bent begonnen. Belangrijk: het is belangrijk dat er een pan
op de geselecteerde kookzone staat voordat u deze kookzone inschakelt, om schade aan de
glaskeramische plaat te voorkomen. De gespecificeerde prestatiewaarden voor deze functie
worden gegarandeerd voor alle glaskeramische kookplaten. Om deze functie in te schakelen
zet u de pan eerst op de geselecteerde kookzone en draait u de knop vervolgens op .
De functie wordt uitgeschakeld door de stand van de knop te wijzigen.
MULTIZONE
Het multizonesymbool, op de knoppen, is alleen actief bij kookplaten voorzien van een dubbele
of drievoudige kookzone. Deze functies vergroten de verwarmingsoppervlakte van de
kookplaat zodat u grote, ovale of rechthoekige pannen kunt gebruiken. Om de dubbele zone in
te schakelen draait u de knop op en wacht u totdat het restwarmtelampje van de plaat
begint te knipperen. Wacht totdat het lampje sneller begint te knipperen om de driedubbele
zone (indien aanwezig) in te schakelen. Kies de gewenste stand door de knop naar links te
draaien. Het restwarmtelampje blijft branden om aan te geven dat de kookplaat is ingeschakeld.
Om de functie uit te schakelen, draait u de knop op stand “0”.
-
1
-
2
