ELZ 6160
PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL
5019 410 562419
1.
Bedieningspaneel
2.
Koelventilator (niet zichtbaar).
Het functioneren van de koelventilator houdt verband
met het temperatuurniveau dat bereikt wordt door de
oven en/of de kookplaat; nadat de oven is uitgeschakeld
kan de ventilator nog enkele minuten doorgaan met
werken.
3.
Verwarmingselement bovenwarmte (kan al verlaagd zijn)
4.
Ovenlampje achter
5.
Circulair verwarmingselement
6.
Ventilator
7.
Verwarmingselement onderwarmte (niet zichtbaar)
8.
Koude ovendeur
ACCESSOIRES
BEDIENINGSPANEEL
1. Bedieningsknop kookzone linksvoor 0
1 ...10 *.
2. Bedieningsknop kookzone linksachter 0
1 ...10 *
3. Functieknop
4. Thermostaatknop.
5. Bedieningsknop kookzone rechtsachter 0
1 ...10 *.
6. Bedieningsknop kookzone rechtsvoor 0
1 ...10 *.
7. Controlelampje van de kookplaat
* De functie multizone is alleen actief samen met de
dubbele en driedubbele kookzones van de kookplaat.
(Zie tabel functies kookplaat)
Verzonken knoppen
• Om de knop te gebruiken drukt u op het midden ervan.
•De knop komt naar voren.
• Draai de knop op de gewenste stand.
Aan het einde van de bereiding zet u de knop op de stand
0
en drukt u hem in het midden in om hem naar de
oorspronkelijke stand terug te brengen.
Eerste
Laatste
steunhoogte
steunhoogte
Bakplaat voor zoet gebak:
Rooster:
Opvangbak:
" $
%
!
#
Tabel ovenfuncties
Functie
Vooraf
ingestelde
temperatuur
Reguleerbare
temperatuur
Beschrijving functie
-
Oven uit
- - -
OVENLAMPJE
- - Inschakeling van het ovenlampje
STATISCH
200°C 50°C - 250°C
• Voor het braden van vlees, vis en gevogelte op dezelfde
steunhoogte.
• Verwarm de oven voor op de gewenste
bereidingstemperatuur en plaats het gerecht in de oven
wanneer alle indicatielampjes van de
thermostaat zijn uitgegaan.
• Aanbevolen wordt de tweede of derde steunhoogte te
gebruiken.
VENTILATOR
175°C 50°C - 250°C
• Voor bereiding op max. 2 steunhoogtes.
• Aanbevolen wordt om tijdens de bereiding de gerechten
onderling van plaats te verwisselen om een gelijkmatiger
bakresultaat te bereiken.
GRILL
3 -
• Voor het grillen van karbonades, spiezen, worstjes, het
gratineren van groente en voor een bruin korstje op het brood.
• De functie heeft verschillende standen (min. 1. - 5 max.).
• Verwarm de oven 3 - 5 minuten voor.
• Tijdens de bereiding moet de ovendeur dicht blijven.
• Giet bij het braden van vlees een beetje water in de
opvangbak op het eerste niveau om rookvorming en
vetspatten zoveel mogelijk te voorkomen.
• Aanbevolen wordt het vlees tijdens de bereiding
regelmatig om te draaien.
TURBOGRILL
3 -
• Voor het grillen van grote stukken vlees (rosbief,
braadstuk, rollades).
• De functie heeft verschillende standen (min. 1. - 5 max.).
• Verwarm de oven 3 - 5 minuten voor.
• Tijdens de bereiding moet de ovendeur dicht blijven.
• Giet bij het braden van vlees een beetje water in de
opvangbak op het eerste niveau om rookvorming en
vetspatten zoveel mogelijk te voorkomen.
• Aanbevolen wordt het vlees tijdens de bereiding
regelmatig om te draaien.
ONTDOOIEN
• Voor het ontdooien van voedingsmiddelen bij
kamertemperatuur.
• Laat het voedingsmiddel in zijn verpakking zitten om
uitdrogen te voorkomen.
TURBOHETELUCHT
160°C
50°C - 250°C
• Voor het bereiden op één steunhoogte (bv. fruit, taarten,
timbaaltjes, groente, pizza, gevogelte).
THERMOVENTILATOR
160°C 50°C - 250°C
• Voor het bereiden van gerechten die dezelfde
bereidingstijd hebben, zonder voorverwarming op één of
meerdere steunhoogtes (bv.: vis, groenten, taart), zonder
dat er geuren van het ene naar het andere gerecht
overgebracht worden.
VERWARMINGSELEMENT
ONDERWARMTE
• Voor het afmaken van de bereiding van vruchten- of
kwarktaarten of voor het indikken van sauzen.
• Gebruik deze functie de laatste 10/15 minuten van de
bereidingstijd.