Algemene veiligheidsinformatie
• Neem extra voorzichtigheid in acht en houd uw vingers uit de buurt
van de draaiende schijfremrotor tijdens montage of onderhoud aan
het wiel. De rotor is bijzonder scherp en kan ernstig letsel aan uw
vingers toebrengen als deze in de openingen van de draaiende rotor
beklemd raken.
• De remblokhouder en de rotor zullen tijdens het gebruik van de remmen heet worden,
dus raak deze onderdelen tijdens het fietsen of onmiddellijk na het afstappen van de
fiets niet aan, omdat anders de kans bestaat dat u brandwonden oploopt. Controleer
alvorens te proberen de remmen af te stellen of de remonderdelen voldoende afgekoeld
zijn.
• De benodigde remafstand zal langer zijn bij nat weer.
Verminder uw snelheid en trek de remmen tijdig en voorzichtig aan.
• Als het wegdek nat is, zullen de banden gemakkelijker slippen. Als de banden slippen,
bestaat de kans dat u van de fiets valt. Om dit te voorkomen, uw snelheid verminderen
en de remmen tijdig en voorzichtig aantrekken.
• Controleer steeds alvorens u met de fiets gaat rijden of de voor- en achterremmen
correct functioneren.
• Wees voorzichtig en laat geen olie of vet in aanraking komen met de rotor en de
remblokken, anders bestaat de kans dat de remmen niet correct functioneren.
• Als er per ongeluk olie of vet op de remblokken terechtkomt, dient u
de remblokken te vernieuwen. Als er olie of vet op de rotor
terechtkomt, dient u de rotor te reinigen. Als dit niet gebeurt, bestaat
de kans dat de remmen niet correct functioneren.
• Controleer alvorens met de fiets te gaan rijden of de dikte van de
remblokken 0,5 mm of meer is.
• Dampstremming kan zich voordoen wanneer de remmen continu
worden gebruikt. Om deze toestand te verhelpen, de remhendel kortstondig loslaten.
• Gebruik uitsluitend originele Shimano minerale olie. Als andere soorten olie worden
gebruikt, kan dit problemen met de remwerking opleveren en er toe leiden dat het
systeem onbruikbaar wordt.
• Gebruik uitsluitend olie uit een pas geopend blik en gebruik olie die afgetapt is van de
ontluchtingsnippel niet opnieuw. Oude olie of reeds gebruikte olie kan water bevatten
dat dampstremming in het remsysteem kan veroorzaken.
• Zorg er voor dat er geen water of luchtbellen in het remsysteem terechtkomen, omdat
anders de kans op dampstremming bestaat. Wees speciaal voorzichtig tijdens het
verwijderen van de dop van de reservoirtank.
• Bij het ondersteboven of op zijn kant plaatsen van de fiets, is het mogelijk dat er wat
luchtbellen in de reservoirtank van het remsysteem achterblijven wanneer de dop van
de reservoirtank wordt aangebracht of dat deze zich in verschillende onderdelen van
het remsysteem verzamelen nadat dit gedurende langere tijd gebruikt is. Het M585
schijfremsysteem is niet geschikt om ondersteboven te worden geplaatst. Als de fiets
ondersteboven of op zijn kant wordt geplaatst, bestaat de kans dat de luchtbellen in de
reservoirtank in de richting van de remblokhouder verplaatst worden. Als er in deze
toestand met de fiets wordt gereden, bestaat de kans dat de remmen niet functioneren
en dat er een ernstig ongeluk veroorzaakt wordt.
Als de fiets ondersteboven of op zijn kant is geplaatst, de remhendel enkele malen
indrukken om te controleren of de remmen normaal functioneren alvorens met de fiets
te gaan rijden. Als de remmen niet normaal functioneren, deze aan de hand van de
volgende procedure afstellen.
• Als zich olielekkages voordoen, het gebruik van de remmen onmiddellijk stoppen en de
juiste reparaties uitvoeren. Als u blijft doorgaan met fietsen terwijl olie lekt, bestaat het
gevaar dat de remmen plotseling niet meer functioneren.
• Controleer of de quick release hendel zich aan de rechterzijde bevindt (aan de zijde
tegenovergesteld aan de rotor). Als de quick release hendel zich aan dezelfde zijde als
de rotor bevindt, bestaat het gevaar dat deze de rotor hindert, dus controleer of er geen
hinder is.
• Het is van vitaal belang dat u de werking van het remsysteem van uw fiets volledig
begrijpt. Indien het remsysteem niet op de juiste wijze gebruikt wordt, kan dit tot gevolg
hebben dat u de macht over het stuur verliest of tot een ongeluk leiden waarbij u
ernstige verwondingen kunt oplopen. Omdat de bediening van elke fiets verschillend is,
dient u de juiste remtechnieken te leren (zoals de kracht waarmee de remhendel
ingedrukt dient te worden alsmede de overige bedieningseigenschappen van uw fiets).
Raadpleeg hiervoor het instructieboekje van uw fiets en een professionele
fietsenhandelaar en oefen uw rij- en remtechniek.
• De M585 schijfremmen zijn bestemd voor het leveren van optimale prestaties wanneer
deze gebruikt worden in combinatie met de BR-M585 (remblokhouder), ST-M585/BL-
M585 (remhendel), SM-RT62 (rotor) en de Shimano remblokeenheid.
• Volg bij het monteren van onderdelen nauwkeurig de montage-instructies. Losse,
versleten of beschadigde onderdelen kunnen tot gevolg hebben dat de berijder letsel
oploopt.
Het wordt bijzonder aangeraden enkel gebruik te maken van originele Shimano
onderdelen.
• Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een veilige
plaats voor toekomstige referentie.
■ Inrijgen van de wielspaken
Controleer of de spaken zijn ingeregen zoals aangegeven in de illustratie.
Radiaalmontage mag niet worden toegepast.
Rijg de spaken in zoals aangegeven in Afbeelding 1 hieronder voor de
linkerzijde van het voorwiel (de zijde waar de rotor gemonteerd is) en de linker
en rechter zijden van het achterwiel en zoals aangegeven in Afbeelding 2
hieronder voor de rechterzijde van het voorwiel.
■ Monteren van de slang
Zie de montage-instructies voor de SM-BH59 remslang (SI-8H20) voor
bijzonderheden over het monteren van de slang.
Zorg ervoor tijdens het monteren de slang niet te verdraaien. Let erop dat de
remblokhouder en de hendels in de posities zijn zoals aangegeven in de
illustraties.
■ Monteren van de remhendel (BL-M585)
Bevestig de remhendel zoals aangegeven in de
illustratie. (Controleer of de remhendel tijdens
de bediening de schakelhendel niet hindert.
Zie ook de montage-instructies voor de
schakelhendel. Bij bepaalde typen kan het
noodzakelijk zijn dat de schakelhendel als
eerste gemonteerd wordt als gevolg van de
positie van de schakelhendelbevestigingsbouten.)
In het geval van een koolstof stuur kan het
noodzakelijk zijn het aantrekkoppel te verlagen om
beschadiging van het stuur te voorkomen. Raadpleeg
de fabrikant van de fiets of het stuur voor wat betreft
het juiste aantrekkoppelniveau voor koolstof sturen.
■ Monteren van de remblokhouder (BR-M585) en bevestigen van de slang
• Verwijder het remblokafstandstuk A (geel) en monteer
vervolgens het wiel waaraan de rotor bevestigd is op
het frame.
• Monteer de remblokken.
Buig daarna de splitpen
open.
■ Remblokken vernieuwen
Monteer bij internationale standaard bevestigingen adapters aan de remblokhouders voor
post-type bevestigingen.
(Er zijn afzonderlijke voor en achter adapters beschikbaar.)
1. Draai de bevestigingsbouten van de remblokhouder los zodat de remblokhouder zijdelings
verplaatst kan worden en monteer vervolgens de adapter aan het frame.
2. Druk de remhendel zodanig in dat de rotor door de remblokken vastgeklemd wordt en draai
vervolgens de bevestigingsbouten van de remblokhouder vast.
Monteer provisorisch de remblokhouder
aan het frame (zodat de remblokhouder
zijdelings verplaatst kan worden), druk de
remhendel zodanig in dat de rotor door
de remblokken vastgeklemd wordt en
draai vervolgens de bevestigingsbouten
van de remblokhouder vast.
Bevestigingsbouten
van remblokhouder
Bevestigingsbouten
van remblokhouder
Bevestigingsbouten
van adapter
Bevestigingsbouten
van adapter
■ Monteren van de rotor
(SM-RT62)
Draairichting
van wiel
Linksvoor Linksachter Rechtsachter Rechtsvoor
Afb. 2Afb. 1
• Het inademen van olienevel of dampen kan braken veroorzaken. Bedek neus
en mond met een stofmasker en werk op een goed geventileerde plaats.
Als u olienevel of damp heeft ingeademd, onmiddellijk naar een plaats met
frisse lucht gaan. Doe een deken om. Houd uzelf warm en stabiel en roep
deskundige medische hulp in.
• Niet drinken. Dit kan braken of diarree veroorzaken.
• Buiten het bereik van kinderen houden.
• Het olieblik niet inknippen, lassen of onder druk brengen, aangezien dit
ontploffing of brand kan veroorzaken.
• Opruimen van afgewerkte olie : Houd u bij het opruimen aan de landelijk
geldende milieuwetgeving. Neem bij het
gereedmaken van de olie voor het opruimen de
nodige voorzichtigheid in acht.
• Aanwijzingen : Houd het blik gesloten om binnendringen van vuil en vocht te
voorkomen en bewaar dit op een koele, donkere plaats buiten
het bereik van direct zonlicht of hitte.
Inloopperiode
• Schijfremmen hebben een inloopperiode en de remkracht zal geleidelijk aan
met het verloop van de inloopperiode toenemen. Zorg er voor dat u op de
toename van de remkracht voorbereid bent wanneer u de remmen tijdens de
inloopperiode gebruikt. Hetzelfde doet zich voor wanneer de remblokken of de
rotor vernieuwd worden.
Bij het reinigen met een compressor
• Als u bij het demonteren van het huis van de remblokhouder voor het reinigen
van de interne onderdelen gebruik maakt van een compressor, er rekening
mee houden dat vocht van de perslucht op de onderdelen van de
remblokhouder achterblijft. Laat de onderdelen van de remblokhouder
voldoende drogen alvorens de remblokhouder te monteren.
Opmerking
• Als het montageuitsteeksel van de remklauw en de vork niet parallel zijn,
bestaat de kans dat de rotor en de remklauw elkaar raken.
•
Het wordt aanbevolen de remblokafstandstukken te monteren wanneer het fietswiel
verwijderd wordt. De remblokafstandstukken voorkomen dat de zuiger naar buiten
komt als de remhendel wordt ingedrukt wanneer het wiel verwijderd is.
• Als de remhendel wordt ingedrukt zonder dat de remblokafstandstukken
gemonteerd zijn, zullen de zuigers verder dan naar normaal naar buiten
gedrukt worden. Gebruik een platte schroevendraaier of een soortgelijk
gereedschap om de remblokken terug te duwen. Let er op daarbij de
buitenzijden van de remblokken niet te beschadigen. (Als de remblokken niet
gemonteerd zijn, de zuigers recht naar binnen drukken en er op letten ze
daarbij niet te beschadigen.)
Als het moeilijk is de remblokken of de zuigers terug te duwen, de dop van de
reservoirtank verwijderen en vervolgens nogmaals proberen. (Het is mogelijk
dat er dan enige olie uit de reservoirtank lekt.)
• Gebruik isopropyl alcohol, zeepwater of een droge doek bij het reinigen of het
uitvoeren van onderhoud aan het remsysteem. Gebruik geen in de handel
verkrijgbare remreinigingsmiddelen of smeermiddelen, aangezien deze
beschadiging van onderdelen als afdichtingen kunnen veroorzaken.
• Bij het demonteren van de remblokhouder de zuigers niet verwijderen.
• Als de rotor versleten, gescheurd of kromgetrokken is, dient deze vernieuwd te
worden.
• Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering dat
het gevolg is van normaal gebruik.
• M07-S remblokken zijn ontworpen ter vermindering van bijgeluiden die
tijdens het gebruik van de remmen door de remblokken en de rotor
worden geproduceerd. Voor dit type remblok echter is een langere
inloopperiode vereist in vergelijking tot M06 remblokken.
Behandeling van de minerale olie
• Gebruik bij de behandeling een veiligheidsbril en vermijd aanraking met de ogen.
Aanraking met de ogen kan irritatie veroorzaken.
In het geval van aanraking met de ogen, deze met schoon water uitspoelen en
onmiddellijk medische hulp inroepen.
• Gebruik bij de behandeling handschoenen. Aanraking met de huid kan huiduitslag en
irritatie veroorzaken.
In het geval van aanraking met de huid, deze goed met water en zeep wassen.
Montage
Bijvullen van minerale olie en ontluchten
Onderhoud
Opmerking:
Gebruik geen minerale olievullers, aangezien deze het ontstaan van kleine luchtbellen
kunnen veroorzaken. Dergelijke luchtbellen kunnen een drastische terugval in de
remprestaties veroorzaken.
Opmerking: Het M585 remsysteem is zodanig geconstrueerd dat wanneer de
remblokken versleten raken, de zuigers geleidelijk aan naar buiten
schuiven waardoor de speling tussen de rotor en de remblokken
automatisch wordt afgesteld. Bij het vernieuwen van de remblokken dienen
daarom de zuigers in hun oorspronkelijke posities teruggeduwd te worden.
< Als de remwerking traag is wanneer de hendel wordt ingedrukt >
Stel de remhendel zodanig af dat deze parallel ten opzichte van de grond staat en
druk vervolgens de remhendel voorzichtig enkele malen in en wacht totdat de
luchtbellen naar de reservoirtank terugkeren. Het wordt aanbevolen vervolgens de
dop van de reservoirtank te verwijderen en de reservoirtank met minerale olie te
vullen totdat er geen luchtbellen meer over zijn.
Als de remmen nog steeds traag werken, het remsysteem ontluchten.
(Zie "Bijvullen van minerale olie en ontluchten".)
Dampstremming is een verschijnsel waarbij de olie binnen in het remsysteem verhit
raakt, waardoor water of luchtbellen die in het remsysteem aanwezig zijn gaan
uitzetten. Dit kan vervolgens een plotselinge toename in de remhendelslag
veroorzaken.
Technische montage-instructies SI-8DB0C-001
Schijfremsysteem
(Voor cross-country)
Remblokhouder
Remhendel
Rotor
Slang
BR-M585
ST-M585 / BL-M585
SM-RT62
SM-BH59
Kabelsteun
Minerale Olie
Remblokeenheid
Kunststof remblokken
Metalen remblokken
SM-HANG
SM-DB-OIL
M07-S
M06
Voor het verkrijgen van de beste prestaties wordt het aanbevolen gebruik te
maken van de onderstaande combinatie van onderdelen.
Voor de montage van dit product zijn de volgende gereedschappen
vereist.
De montagemethode voor de remhendel wordt aangegeven in de
montage-instructies voor de BL-M585.
Plaats van gebruik
Rotormontagering
Bevestigingsbout van remhendel
Bevestigingsbout van remblokhouder/Bevestigingsbouten van adapter
Bevestigingsbout van remslang
Dop van reservoirtank
Kabelsteun
Ontluchtingsnippel
TL-LR15
Inbussleutel 5 mm
Inbussleutel 5 mm
Bevestigingsas van remblok Radiotang
8 mm steeksleutel
Phillips schroevendraaier #1
Phillips schroevendraaier #2
Dopsleutel 7 mm
Gereedschap
Rotormontagering
TL-LR15
Slang
Reservoirtank
Remblokhouder
Aantrekkoppel:
40 N·m {400 kgf·cm}
Werking van de hendel
Los Enigszins stroef Stroef
Aantrekkoppel
van remhendel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
1. Zet de fiets met de
remblokafstandstukken nog aan de
remblokhouder bevestigd in een
fietsenrek of soortgelijks zoals
aangegeven in de illustratie. Stel
de remhendel zodanig af dat deze
parallel ten opzichte van de grond
staat en verwijder vervolgens de
dop van de reservoirtank.
5. Open en sluit de ontluchtingsnippel in snelle opeenvolging terwijl
u de remhendel ingedrukt houdt (gedurende telkens ongeveer
0,5 seconde) om alle luchtbellen die zich in de remblokhouder
bevinden af te voeren. Herhaal deze procedure ongeveer 2 tot 3
maal. Draai vervolgens de ontluchtingsnippel weer vast.
6. Vul de reservoirtank met olie en breng vervolgens de dop van de reservoirtank aan. Bij het
aanbrengen van de dop de reservoirtank tot over de rand met olie vullen om er voor te zorgen
dat er geen luchtbellen in de reservoirtank achterblijven.
Let er verder op dat er geen olie op onderdelen zoals de rotor en de remblokken terechtkomt.
Vernieuw de remblokken als na het olie bijvullen olie op
de remblokken is terechtgekomen, of als de remblokken
afgesleten zijn tot een dikte van 0,5 mm.
1. Verwijder het wiel uit het frame en verwijder de
remblokken zoals aangegeven in de illustratie.
2. Reinig de zuigers en de directe omgeving daarvan.
3. Stel de remhendel zodanig af dat deze parallel ten
opzichte van de grond staat en verwijder vervolgens
de dop van de reservoirtank.
4. Duw de zuiger volledig naar binnen
en let er op deze daarbij niet te
verdraaien. (Het is echter mogelijk
dat er dan wat olie uit de
reservoirtank vloeit.)
5. Monteer de nieuwe remblokken en
monteer vervolgens de
remblokafstandstukken B (rood). Buig
daarna de splitpen open.
6. Druk de remhendel enkele malen in om
te controleren of de werking stroef wordt.
7. Controleer of de rotor en de remblokken
elkaar niet raken en controleer vervolgens
het oliepeil (meer olie bijvullen indien
vereist). Breng daarna de dop van de
reservoirtank aan.
■ Afstelling wanneer de zuigers niet correct werken
Het mechanisme van de remblokhouder omvat twee zuigers. Als deze zuigers niet goed
werken of ongelijkmatig uitsteken of als de remblokken in contact blijven met de rotor, de
zuigers aan de hand van de volgende procedure afstellen.
1. Verwijder het wiel en de remblokken.
Reinig de zuigers en hun directe omgeving, stel de remhendel zodanig af dat deze
parallel ten opzichte van de grond staat en verwijder de dop van de reservoirtank.
2. Duw de zuiger recht naar binnen, zonder deze te verdraaien. Het is echter mogelijk dat
er dan wat olie uit de reservoirtank vloeit.
3. Monteer de remblokken en de remblokafstandstukken B (rood).
4. Druk de remhendel volledig in en druk deze daarna nog enkele malen in zodat de twee
zuigers alle naar hun uitgangsposities terugkeren.
5. Verwijder de remblokafstandstukken, monteer het wiel en controleer vervolgens of de
rotor en remblokhouder elkaar niet raken. Als deze elkaar raken, afstellen aan de hand
van de instructies onder "Monteren van de remblokhouder".
6. Breng na het controleren van het oliepeil de dop van de reservoirtank aan.
7. Zet de remhendel in de uitgangspositie terug.
■ Minerale olie vernieuwen
Het wordt aanbevolen de olie in de reservoirtank te vernieuwen als deze ernstig verkleurd
raakt.
Bevestig een slang met een zak aan de ontluchtingsnippel, open vervolgens de
ontluchtingsnippel en tap de olie af. U kunt daarbij de remhendel indrukken om het
aftappen van de olie te bespoedigen. Na het aftappen van de olie, het systeem met nieuwe
minerale olie vullen. Zie "Bijvullen van minerale olie en ontluchten". Gebruik uitsluitend
originele Shimano minerale olie.
Ruim de afgewerkte olie op overeenkomstig de landelijk geldende milieuwetgeving.
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
Gebruik bij C-vormige geleiders
en kabelaanslagen van het
normale type voor het bevestigen
de speciale Shimano kraag
(afzonderlijk verkrijgbare
onderdelen), zoals aangegeven in
de illustratie.
Druk de remhendel enkele malen in en controleer of de remmen al dan niet normaal
functioneren. Controleer ook of er geen zichtbare tekenen zijn van olielekkage.
Om te voorkomen dat de bouten losraken kan er gebruik worden gemaakt van een
dopmethode of een draadringmethode. Gebruik de methode die het meest geschikt is voor
de voorvork en het frame.
7. Zet de remhendel in de uitgangspositie terug.
● Internationale standaard montagetype
< Voorzijde >
< Voorzijde >
< Achterzijde >
●
Stang-gemonteerde montagetype
2. Breng een 7 mm steeksleutel in
positie, bevestig een zak aan de
slang en plaats vervolgens de slang
op de ontluchtingsnippel zoals
aangegeven in de illustratie.
3. Draai de ontluchtingsnippel 1/8-ste slag los om deze te openen en giet
vervolgens olie in de reservoirtank. Druk hierbij de remhendel langzaam in
om de inspuiting van de olie in het systeem te bevorderen.
4. Wanneer de olie de slang in loopt, zal het
oliepeil in de reservoirtank dalen. Blijf dus
doorgaan met het toevoegen van olie om het
oliepeil te handhaven zodat er geen lucht door
de poort naar binnen gezogen wordt.
Als er periodiek olie uit de ontluchtingsnippel komt, de ontluchtingsnippel even
vastdraaien.
Als de remhendel vervolgens ingedrukt wordt,
zullen de luchtbellen in het systeem via de poort
in de reservoirtank naar boven komen. Druk
zodra de luchtbellen niet langer te voorschijn
komen de remhendel zover mogelijk in. De
toestand is normaal, wanneer de hendel op dit
moment stroef aanvoelt.
Remhendel dient parallel ten
opzichte van de grond te staan.
Als de hendel niet stroef aanvoelt, afstellen aan de hand van de volgende procedure.
Wanneer de hendel nogmaals wordt ingedrukt, zullen
luchtbellen omhoog komen en in de reservoirtank terecht
komen. Het kan daarbij van dienst zijn de slang voorzichtig
heen en weer te bewegen of de positie van de
remblokhouder te veranderen.
Wordt stroef
Aantrekkoppel:
4 - 6 N·m {40 - 60 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
0.3 - 0.5 N·m {3 - 5 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
0.3 - 0.5 N·m {3 - 5 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Dopmethode
Draadringmethode
< C-vormige geleider > < Normaal type kabelaanslag >
< Voorzijde >
Stang-gemonteerd type
< Achterzijde >
Kapjes
Kapje
Adapter
Remblokhouder
Rotor
Zuiger
< Voor linker hendel >
< Voor rechter hendel >
Steeksleutel
(7mm)
Slang
Ontluchtingsnippel
Zak
Ontluchtingsnippel
Remblokafstandstuk A (geel)
Remblokken
Kapjes
< Voorzijde >
Draad
< Achterzijde >
Draad
Remblokken
Remblokafstandstuk B (rood)
WAARSCHUWING
LET OP
Splitpen
Splitpen
Splitpen