74
INSTALLATIE: GASAANSLUITING
Het apparaat is geschikt voor inbouw; deze inbouw is van het ‘X’-type (volgens elektrische
norm EN 60.335.2.6); en klasse 3 (volgens gasnorm EN 30.1.1); de aangrenzende meubels
mogen niet boven het kookvlak uitsteken.
Dit apparaat wordt niet aangesloten aan een afvoersysteem voor verbrandingsproducten.
Het moet geïnstalleerd en aangesloten worden in overeenstemming met de geldende
bepalingen in het land waar de installatie plaatsvindt. Toepasbare inrichtingen op gebied
van ventilatie verdienen een bijzondere aandacht. Het voor de verbranding vereiste minimum
luchtdebiet bedraagt 2 m³/u per kW vermogen.
De gasaansluiting moet uitgevoerd worden in overeenstemming met de reglementen die
van kracht zijn in het land waar de installatie plaatsvindt. In ieder geval moet op de
gastoevoerleiding een afsluiter, een reduceerventiel of voor propaangas een reduceerafsluiter
worden gemonteerd. Gebruik slechts afsluiters, reduceerventielen, opzetstukken en flexibele
slangen met het officiële goedkeuringsmerk van het land waar de installatie plaatsvindt.
In een vast keukenblok gemonteerd apparaat
Butaan Vast – Flexibele slang met mechanische opzetstukken (1) –
Propaan Vast – Flexibele slang met mechanische opzetstukken (1) –
Aardgas Vast – Flexibele slang met mechanische opzetstukken (1) –
(1) onder voorbehoud dat de flexibele slang toegankelijk is over de gehele lengte en
gemonteerd is buiten het bereik van de vlammen, en niet kan worden beschadigd door
verbrandingsgassen, door hete delen van het apparaat noch door het overborrelen van hete
producten.
ER BESTAAN 2 AANSLUITMETHODES*:
• AANSLUITING MET EEN VASTE BUIS
Direct aansluiten aan het uiteinde van de hoofdpijp.
• AANSLUITING MET EEN FLEXIBELE SLANG MET MECHANISCHE
AANSLUITSTUKKKEN - De schroeven van de slang direct op het uiteinde van de
hoofdpijp enerzijds en op de afsluiter van de leiding anderzijds vastzetten.
Wij bevelen u dit aansluitingstype ten zeerste aan.
* In de buidel met toebehoren bevindt zich een conisch aansluitstuk voor het aansluiten
van bepaalde kookvlakmodellen die bestemd zijn voor specifieke markten. Deze dient enkel
te worden gemonteerd in landen waar dit vereist is (voorbeeld: VERENIGD KONINKRIJK,
NEDERLAND, DUITSLAND).