Candy PSA 640/2 FX Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
93785832
ES MANUAL DE USO
ENCIMERA DE COCCIÓN GAS
NL INSTALLATIE- EN GEBRUIKSINSTRUCTIES VOOR
GASKOOKVLAKKEN
PT MANUAL DE UTILIZAÇÃO E DE INSTALAÇÃO DAS
PLACAS DE FOGÃO
~~~
PSA 640/2 F
PLDA 640 NL
18
Uitpakken van het apparaat ................................................................19
Aanbevelingen....................................................................................19
Presentatie van de gaskookvlakken ......................................................20
• INSTALLATIE
Installatie-instructies............................................................................21
Bij aanpassing van de gasinstellingen in de fabriek:
* Vervanging van de injectoren......................................................22
* Instelling van de luchttoevoerhulzen............................................23
Inbouw van het kookvlak ..............................................................24/25
Gasaansluiting van het kookvlak ..........................................................26
Elektrische aansluiting van het kookvlak ..............................................27
Na definitieve installatie van het kookvlak (bij verandering van gastype):
Instelling van het minimumdebiet van de gasbranders ..........................28
GEBRUIK
De verschillende gasbranders...............................................................29
Ontsteking en instelling van de gasbrander..........................................30
Algemeen onderhoud ................................................................... 31-32
TECHNISCHE KENMERKEN..............................................33
INHOUDSOPGAVE
19
UITPAKKEN VAN HET APPARAAT
Bij het uitpakken van het kookvlak vindt u:
· een buidel met:
- nieuwe injectoren voor een eventuele verandering van gastype,
- bevestigingsplaatjes en -schroeven voor het vastzetten van het kookvlak
op het werkblad,
- bij sommige modellen, een conisch aansluitstuk met pakkingring voor
bepaalde landen waar de installatie hiervan verplicht is, en
· een sleutel voor het wisselen van injectoren indien de oorspronkelijke uitrusting niet
overeenstemt met de lokale gasdistributie (gastype en –druk).
LEES AANDACHTIG DEZE HANDLEIDING VOOR HET BEKOMEN VAN DE BESTE
PRESTATIES VAN UW KOOKVLAK.
Wij raden u aan deze installatie- en gebruiksaanwijzing te bewaren voor toekomstige
raadpleging, en hieronder het serienummer van het apparaat te noteren vooraleer uw
kookvlak te installeren, voor een eventuele tussenkomst van de naverkoopdienst.
. Identificatieplaatje (aan de onderkant van de bodemplaat van het kookvlak)
De temperatuur van het kookvlak is plaatselijk zeer hoog. Houd kleine kinderen op
afstand.
Wij raden u aan na elk gebruik het kookvlak schoon te maken om accumulatie van
vuil en vetten te vermijden. Zoniet koken en verkolen deze resten en verwekken ze
bij elk verder gebruik rook en onaangename geuren.
Houd het kookproces onder ogen wanneer u met olie of vet kookt, daar overhitte olie
of vet snel vuur kan vatten.
AANBEVELINGEN
20
PSA 640/2 F: Kookvlak met 4 beveiligde gasbranders en gietijzeren
panroosters
PLDA 640 NL: Kookvlak met 4 beveiligde gasbranders waarvan 1 met
‘dubbele kroon’ en geëmailleerde panroosters
Buitenafmetingen van de kookvlakken:
Breedte: 59 cm Diepte: 51 cm Dikte: 3 cm
Inbouwafmetingen van de kookvlakken:
Breedte: 56 cm Diepte: 48 cm
PRESENTATIE VAN DE GASKOOKVLAKKEN
KOOKVLAKKEN VOOR ALLE GASTYPES
H
a
l
f
s
n
e
l
l
e
1
,
4
5
k
W
S
n
e
l
l
e
2
,
5
k
W
H
a
l
f
s
n
e
l
l
e
1
,
4
5
k
W
S
n
e
l
l
e
3
,
2
k
W
D
u
b
b
e
l
e
k
r
o
o
n
of
21
Vooraleer met de installatie aan te vangen moet u:
nagaan of het apparaat overeenstemt met het gastype.
Het kookvlak werd in de fabriek afgesteld voor gebruik met het gastype dat op de
verpakking en op het identificatieplaatje van het apparaat is aangegeven.
Aardgas G 20-20 mbar / G 25-25: gasleidingnet.
het apparaat indien nodig aan het gastype aanpassen:
In geval het kookvlak gebruikt dient te worden met een ander gastype dan in de
fabriek werd ingesteld, moet dit aangepast worden (pag. 22/23).
Deze aanpassing bestaat uit:
- het monteren van injectoren met het geschikte nominaal debiet,
- de luchttoevoerhuls instellen op de waarde die in de tabel van deze handleiding is
aangeduid.
Voor het installeren moet u:
het kookvlak inbouwen (pag. 24/25).
de gasleiding aansluiten in overeenstemming met het gastype: keuze van de
geschikte aansluiting (pag.26).
Opgelet: in bepaalde landen moet een conisch aansluitstuk worden gemonteerd,
volg de aanwijzingen op pag. 26.
het kookvlak aan het elektriciteitsnet aansluiten (pag. 27).
het minimumdebiet van alle gasbranders instellen: indien nodig, regel de
minimumvlam met de bypasschroef (pag. 28).
INSTALLATIE
De huishoudapparaten in werking stellen is een delicate taak die, indien niet correct
uitgevoerd, ernstige gevolgen kan hebben voor de veiligheid van de gebruiker.
Onder deze voorwaarden is het imperatief deze taak aan een beroepsinstallateur over
te laten, die deze volgens de geldende technische normen zal uitvoeren.
Indien ondanks deze raadgeving de verbruiker zelf voor de installatie zorgt, wijst de
CANDY groep alle verantwoordelijkheid af in geval van technisch defect dat al of niet
schade veroorzaakt aan personen en/of aan goederen.
Bij elke wijziging van de apparaatinstellingen moet het identificatieplaatje worden
aangepast.
22
VERANDERING VAN GASTYPE: het warmtevermogen en de gasdruk varieren
naargelang het gastype. De instelling van de gasbranders moet absoluut gecontroleerd worden
na de installatie en de aansluitingen.
Bij een verandering van gastype moet u achtereenvolgens:
. de injectoren wisselen,
. het vlamaspect aanpassen door instellen van de luchttoevoerhuls,
. het minimumdebiet van de bedieningsknoppen regelen (zie op pag. 28).
INJECTOREN WISSELEN:
Elke injector wordt geïdentificeerd door een merkteken. Voor het wisselen van een injector,
gebruik de met het apparaat geleverde sleutel; deze is voorzien van een vergrendelingsysteem
dat de injector in zijn steun weerhoudt zolang deze is uitgebouwd.
Om toegang te verkrijgen tot een injector moet u:
· het panrooster verwijderen,
· de branderkap en het branderhuis verwijderen,
· de injector losschroeven met behulp van de bijgeleverde
sleutel.
· de met het brander- en gastype overeenstemmende
injector(en) monteren,
· deze vast aanschroeven,
· het branderhuis, de branderkap en het panrooster terugplaatsen.
INSTALLATIE: VERANDERING VAN GASTYPE
Injector
Branderhuis
Voorbeeld hiernaast:
Snelle brander 3,2 kW of
dubbele kroon 3,2 kW
Aardgas :
G20-20 mbar / G25-25 mbar
Butaangas : G30 28-30 mbar
Propaangas : G31 37 mbar /
G31 30 mbar
1,45 kW 2,5 kW
3,2 kW
1,45 kW
Injector
96
Injector
122
Injectoren
94 x 2
Injector
96
Injector
61
Injector
80
Injectoren
65 x 2
Injector
61
Snelle brander
of Dubbele kroon
halfsnelle
brander
Halfsnelle
brander
Snelle brander
23
INSTELLING VAN DE LUCHTTOEVOERHULS
1. Instelling van de luchttoevoerhuls van de gasbranders: deze instelling is zeer belangrijk
daar deze zorgt voor een correcte verbranding en een maximaal rendement van de
gasbranders. De tabel geeft de ‘x’ afmeting aan in mm: om het vlamaspect te verbeteren
kan het nodig zijn deze instelling op 1 mm na te verfijnen.
2. Om toegang te verkrijgen tot de luchttoevoerhulzen van de gasbranders: verwijder het
panrooster, de branderkap en het branderhuis. De luchttoevoerhuls bevindt zich op het
branderhuis, en is hieraan bevestigd met een schroef (zie tekening).
Indien nodig:
- draai de bevestigingsschroef van de luchttoevoerhuls los.
- regel de luchttoevoerhuls (afmeting ‘x’) zoals hieronder aangeduid.
- draai de bevestigingsschroef van de luchttoevoerhuls vast.
INSTALLATIE: GASINSTELLING
Afmeting
X
Luchttoevoerhuls
Halfsnelle brander 1,45 kW
Of snelle brander 2,5 kW
Snelle brander 3,2 kW en
snelle dubbele kroon 3,2 kW
Afmeting
X
Afmeting ‘x’ in mm van de luchttoevoerhuls naargelang gasinstelling
Bevestigingsschroef
Bevestigingsschroef
Luchttoevoerhuls
G20-20 mbar
G25-25 mbar
G25-25 mbar G30 28-30 mbar G31 37 mbar G31 30 mbar
6
10
14
6
0
0
0
0
7
9
14
7
6
10
15
6
7
9
15
7
Snelle
brander
Halfsnelle
brander
Snelle
brander
Halfsnelle
brander
Dubbele
kroon
brander
Halfsnelle
brander
Snelle
brander
Halfsnelle
brander
PSA 640/2
PLDA 640 NL
24
INSTALLATIE: INBOUW
INSTALLATIE: Het meubel of de tafel waarin het kookvlak wordt geïntegreerd alsook de
eventueel aangrenzende meubelwanden moeten vervaardigd zijn uit een
temperatuurbestendig materiaal. Het is dan ook vereist dat de bekleding die het meubel of
de tafel afdekt wordt bevestigd met een temperatuurbestendige lijm om te voorkomen dat
deze loskomt.
Indien, in functie van de installatie van het kookvlak, de onderkant van de kookvlakbodem
een zone aangrenst die normaal toegankelijk is bij kookbereidingen en/of bij het opbergen,
plaats een scheidingswand op 1 cm van de kookvlakbodem om alle risico van brandwonden
of beschadiging te voorkomen. In de rechter achterhoek dient hierin een opening van
10x10 cm gemaakt te worden.
Voorzie een ruimte van minstens 5 cm tussen het apparaat en alle aangrenzende verticale
wanden.
Tijdens de installatie, plaats zorgvuldig de afdichting rondom het kookvlak om infiltratie in
het steunmeubel te voorkomen.
Opgelet: bij het plaatsen van de afdichting aan de achterzijde van het kookvlak, let erop de
luchttoevoeropeningen voor de verbranding niet af te sluiten.
Installatie van de afdichting
Zicht onderaan het kookvlak
Doorsnede van het kookvlak
Werkvlakniveau
6 mm
Afdichting
- De luchttoevoer achteraan het
kookvlak niet afsluiten -
Afdichting
25
De onderbouw van het kookvlak is uitgerust met 4 voorzieningen voor de
bevestigingsplaatjes van het kookvlak. Plaats de 4 bevestigingsplaatjes zodat het kookvlak
perfect op het werkvlak aansluit.
Voorzieningen voor de bevestigingsplaatjes
Bevestigings
plaatjes
Inbouw: Type X
(CEI 335-2-6 norm)
INSTALLATIE: INBOUW
opening
10x10 cm
26
INSTALLATIE: GASAANSLUITING
Het apparaat is geschikt voor inbouw; deze inbouw is van het ‘X’-type (volgens elektrische
norm EN 60.335.2.6); en klasse 3 (volgens gasnorm EN 30.1.1); de aangrenzende meubels
mogen niet boven het kookvlak uitsteken.
Dit apparaat wordt niet aangesloten aan een afvoersysteem voor verbrandingsproducten.
Het moet geïnstalleerd en aangesloten worden in overeenstemming met de geldende
bepalingen in het land waar de installatie plaatsvindt. Toepasbare inrichtingen op gebied
van ventilatie verdienen een bijzondere aandacht. Het voor de verbranding vereiste minimum
luchtdebiet bedraagt 2 m³/u per kW vermogen.
De gasaansluiting moet uitgevoerd worden in overeenstemming met de reglementen die
van kracht zijn in het land waar de installatie plaatsvindt. In ieder geval moet op de
gastoevoerleiding een afsluiter, een reduceerventiel of voor propaangas een reduceerafsluiter
worden gemonteerd. Gebruik slechts afsluiters, reduceerventielen, opzetstukken en flexibele
slangen met het officiële goedkeuringsmerk van het land waar de installatie plaatsvindt.
In een vast keukenblok gemonteerd apparaat
Butaan Vast – Flexibele slang met mechanische opzetstukken (1) –
Propaan Vast – Flexibele slang met mechanische opzetstukken (1) –
Aardgas Vast – Flexibele slang met mechanische opzetstukken (1) –
(1) onder voorbehoud dat de flexibele slang toegankelijk is over de gehele lengte en
gemonteerd is buiten het bereik van de vlammen, en niet kan worden beschadigd door
verbrandingsgassen, door hete delen van het apparaat noch door het overborrelen van hete
producten.
ER BESTAAN 2 AANSLUITMETHODES*:
• AANSLUITING MET EEN VASTE BUIS
Direct aansluiten aan het uiteinde van de hoofdpijp.
• AANSLUITING MET EEN FLEXIBELE SLANG MET MECHANISCHE
AANSLUITSTUKKKEN - De schroeven van de slang direct op het uiteinde van de
hoofdpijp enerzijds en op de afsluiter van de leiding anderzijds vastzetten.
Bij een gasinstallatie met flexibele aansluiting raadt CANDY het gebruik van een
flexibele slang met mechanische aansluitstukken van het GAZINOX**-type aan.
Deze slang heeft een onbegrensde levensduur en garandeert een veilige en
eenvoudigere installatie.
Wij bevelen u dit aansluitingstype ten zeerste aan.
** Toebehoren dat door uw elektrische huishoudapparatuurhandelaar afzonderlijk
wordt aangeboden.
* In de buidel met toebehoren bevindt zich een conisch aansluitstuk voor het aansluiten
van bepaalde kookvlakmodellen die bestemd zijn voor specifieke markten. Deze dient enkel
te worden gemonteerd in landen waar dit vereist is (voorbeeld: VERENIGD KONINKRIJK,
NEDERLAND, DUITSLAND). Slechts model PLDA 640 NL is standaard uitgerust met dit
conisch aansluitstuk.
27
INSTALLATIE: ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie aan hetwelk het apparaat wordt toegevoegd moet voldoen aan NFC 15100.
De aansluiting aan het elektriciteitsnet moet gebeuren via een stekker met aardleiding of via
een voorziening met omnipolaire afsluiting met een contactopening van minstens 3 mm. De
installatie moet verplicht beveiligd worden door aangepaste smeltzekeringen, en de dikte
van de bedrading moet voldoende zijn om het apparaat op normale wijze te voeden.
Dit apparaat is uitgerust met een aansluitsnoer* uitsluitend voorzien voor een
stroomvoorziening van 230 V tussen fasen of tussen fase en aarding.
• Aansluiten aan een stopcontact met 10/16 ampères, na controle van:
. de op de teller aangegeven stroomspanning
. de instelling van de stroomverbreker en
. een smeltzekeringkaliber van 10 A.
Nota: het stopcontact moet toegankelijk zijn voor een eventuele tussenkomst, zorg bij
de installatie voor een makkelijk te bereiken plaats.
Opgelet: Controleer de continuïteit van de aardleiding vooraleer het apparaat aan
te sluiten. Onze verantwoordelijkheid dekt geen enkel incident of eventuele
gevolgen hiervan die kunnen voorkomen bij het gebruik van het apparaat zonder
aardingsleiding of waarvan de aardingsleiding defect is.
* De eventuele vervanging van de stroomvoorzieningkabel moet imperatief door de
naverkoopdienst of door een persoon met een gelijkwaardige beroepsbekwaamheid
uitgevoerd worden met een aansluitsnoer waarvan de kenmerken moeten
overeenstemmen met die van de originele:
stroomvoorzieningskabel type HO5V2V2-F (draaddikte 3 G 0,75).
28
INSTELLEN VAN HET MINIMUM GASDEBIET
Bij het wisselen van gastype is het van belang om de vlamstabiliteit op de minimumstand
van de bediening te controleren.
Toegang tot de bypasschroeven
Verwijder de knoppen van het bedieningspaneel om toegang te verkrijgen tot de
bypasschroeven van de gasbranders.
Bypasschroef van gasbrander
In geen geval de
andere schroeven
losdraaien!
INSTELLING VAN DE GASBRANDERS
a) op aardgas:
- Draai de bypasschroef één slag in tegenwijzerszin.
- Ontsteek de gasbrander en plaats deze in minimumstand.
- Draai de bypasschroef in wijzerszin tot het bekomen van een
minimumvlam die stabiel blijft bij het verminderen van volle vlam naar
minimumdebiet.
b) op butaan/propaan:
De correcte instelling wordt verkregen door de bypasschroef, waarvan
de gekalibreerde opening voor het minimumdebiet zorgt, voluit in
wijzerszin te draaien (zonder forceren).
!
INSTALLATIE: INSTELLING VAN HET MINIMUM GASDEBIET
29
De SNELLE BRANDER of SNELLE DUBBELE KROON met een vermogen van
3,2 kW bevindt zich vooraan links op het kookvlak:
Gebruik deze krachtigste brander om snel op kooktemperatuur te brengen, om vlees te
bakken, en in het algemeen voor alle voedingsmiddelen die snel moeten koken.
De SNELLE BRANDER met een vermogen van 2,5 kW bevindt zich achteraan
rechts:
Gebruik deze brander voor het stoven en voor sausbereidingen.
DE HALFSNELLE BRANDER met een vermogen van 1,45 kW bevindt zich
achteraan links op het kookvlak:
Gebruik deze kleinste brander voor kleine pannen.
Voor een best benutten van de branders, raden wij u aan pannen te gebruiken waarvan de diameter
niet kleiner is dan hieronder aangeduid:
· Snelle 3,2 kW Ø 18 cm en meer
· Snelle dubbel kroon 3,2 kW Ø 18 cm en meer
· Snelle 2,5 kW Ø 16 tot 18 cm
· Halfsnelle 1,45 kW Ø 12 cm
Met de modellen die uitgerust zijn met
gietijzeren panroosters leveren wij een
roosterinvoeging voor gebruik van
pannen waarvan de diameter kleiner is
dan 12 cm (snelle brander, vooraan
rechts).
ENKELE RAADGEVINGEN …
· Gebruik geen pannen met een concave of convexe bodemplaat.
· Vermijd voedingswaren met een te sterke opborreling. ‘Dikke bouillons’ koken niet
sneller, maar de voedingswaren ondergaan een heftige agitatie die hun smaak kan
schaden.
· De vlammen mogen niet voorbij het oppervlak van de pannen uitsteken, zoniet
verspilt u gas.
· Laat geen gasbrander functioneren met een lege pan.
OPGELET! Wanneer de branders niet functioneren moet de gastoevoerkraan
gesloten zijn.
GEBRUIK: GASBRANDERS
30
Iedere brander wordt bediend door een afsluitkraan met progressieve werking en:
· een vanuit maximum tot minimumstand progressief en breder instelvlak met souplesse,
· een groot gemak om de gasbrandervlam aan te passen en te regelen in functie van de
pandiameter,
· geen knal- of uitdovingrisico bij een snelle debietvermindering.
Bovendien zijn de branders uitgerust met een automatische geïntegreerde ontsteking
bij iedere bedieningsknop. De ontsteking wordt door één enkele hand bediend, hetgeen
toelaat bij voorbeeld de gasbranders te ontsteken met keukengerei in de andere hand.
GEBRUIK:
• Open de gastoevoerkraan,
Een merkteken naast elke bedieningsknop duidt de gebruikte brander aan.
Kookvlak met in de bedieningsknop geïntegreerde elektronische ontsteking:
• Druk de bedieningsknop in en plaats deze in de ‘grote vlam’-positie. Bij het
aanhouden van de druk op de bedieningsknop worden de ontstekingsvonken
verwekt.
Kookvlak met geïntegreerde elektronische ontsteking en beveiliging op
de brander:
De snelle thermokoppelbeveiliging is een voorziening dat de gastoevoer naar de
brander automatisch afsluit bij een toevallige uitdoving van de vlam.
• Druk de bedieningsknop in en plaats deze in de ‘hoge vlam’-positie. Bij het
aanhouden van de druk op de bedieningsknop worden de ontstekingsvonken
verwekt. Blijf de bedieningsknop gedurende twee seconden indrukken om de
beveiliging in te schakelen.
• Regel de vlam naar behoefte.
Tussen de uiterste ‘grote vlam’ maximum- en de ‘kleine vlam’minimumstanden
bevinden zich alle tussenposities.
• Om de gasbrandervlam te doven, draai de bedieningsknop in de ‘uit’-stand.
Opmerking:
· Bij een stroomonderbreking is het mogelijk de brander met een lucifer te ontsteken
door tezelfdertijd de bedieningsknop in te drukken en in de ‘grote vlam’-stand te
plaatsen.
· In geval van onverwachte uitdoving van de vlam, herbegin de hierboven aangegeven
ontstekingsprocedure.
GEBRUIK: GASBRANDERS
31
GEBRUIK: ONDERHOUD
Vooraleer met een schoonmaak of een demontage aan te vangen, moet u imperatief:
· de stroomvoorziening van het kookvlak ontkoppelen,
· wachten tot het kookvlak volledig is afgekoeld (branders, kookplaat en
panroosters).
Gebruik nooit:
schuurproducten, ijzerwol of scherpe voorwerpen om het kookvlak schoon te maken.
ALGEMEEN ONDERHOUD
KOOKVLAK
· Geëmailleerd staal: bij koud kookvlak, reinig eenvoudig met zeepwater, spoel en droog
met een propere droge doek. Het reinigen van warme email verwijdert de glans.
· Roestvrij staal: reinig eenvoudig met zeepwater en spoel af. Een gebruikelijk handelsproduct
voor het onderhoud van roestvrij staal zal het origineel aspect hiervan vrijwaren.
BEDIENINGSKNOPPEN
Voor een diepgaande reiniging is het raadzaam de bedieningsknoppen te verwijderen door
deze naar boven te drukken.
Reinig met zeepwater, spoel en droog af vooraleer ze weer te monteren.
GASBRANDERS
Als regelmatig onderhoud is het aanbevolen alle vet- of aangebrande resten met ammoniak-
of onderhoudsproducten uit de handel te verwijderen. Wij raden het gebruik van
schuurproducten ten zeerste af.
Geëmailleerde branderkappen: de branderkap rust zonder meer op het branderhuis.
Verwijder het panrooster, de branderkap en reinig deze met een licht met zeep bevochtigde
spons. Spoel en droog af.
Dompel de branderkap na gebruik nooit onmiddellijk in koud water om te vermijden dat een
thermische schok het email verbreekt.
• Branderhuis: Door een regelmatig onderhoud blijft zijn origineel aspect behouden.
Gebruik een spons en een vaatwasmiddel, spoel en droog
zorgvuldig af. Indien de sproeiopeningen vervuild zijn, spoel en droog af met een propere
doek.
Vooraleer het kookvlak weer te gebruiken, vergewis u ervan dat de branderkappen, de
kronen en de branderhuizen goed zijn afgedroogd. Zorg ervoor dat al deze elementen
correct zijn gemonteerd vooraleer het kookvlak in gebruik te nemen.
Aandacht: Let op dat er geen water in de gasbrander sijpelt.
32
PANROOSTERS
Naargelang het kookvlakmodel zijn de panroosters vervaardigd uit geëmailleerd
staal of uit geëmailleerd gietijzer.
De roosters rusten zonder meer op het kookvlak. Licht ze op om ze te verwijderen.
Gebruik nooit schuurproducten, schuurwol of scherpe voorwerpen voor het
schoonmaken van de roosters. Dit zou het email onherroepelijk beschadigen.
Bij koud kookvlak, reinig eenvoudig met zeepwater, spoel en droog met een propere
droge doek. Het reinigen van email in warme toestand kan een thermische schok
veroorzaken.
GEBRUIK: ONDERHOUD
33
Al deze gegevens worden enkel ter informatie verstrekt. Met als doel een
voortdurende verbetering van de productkwaliteit, behoudt CANDY zich het recht
voor de apparaten te wijzigen volgens de laatste stand van de technische evolutie en
rekening houdend met de voorwaarden bepaald in artikel R 132-2 van de
Verbruikscode.
De kookvlakken zijn in overeenstemming met de CEE richtlijnen 89/336,
73/23 en 90/396.
TECHNISCHE KENMERKEN
rednarbellenS
sknilnaaroov
ellensflaH
rednarb
sknilnaarethca
rednarbellenS
naarethca
sthcer
ellensflaH
rednarb
sthcernaaroov
F2/046ASPF2/046ASP
F2/046ASP
F2/046ASPF2/046ASP
Wk2,3Wk54,1Wk5,2Wk54,1
rabm02-02G
u/l918
rabm52-52G
u/l379
rabm03-8203G
u/g726
rabm7313G
u/g616
LN046ADLPLN046ADLP
LN046ADLP
LN046ADLPLN046ADLP
Wk2,3Wk54,1Wk5,2Wk54,1
rabm52-52G
h/l379
Wk9,2Wk52,1Wk2,2Wk52,1
rabm03-13G
u/g245
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17

Candy PSA 640/2 FX Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor