28 NL/BE
elektrische gereedschappen op netvoeding (met
netkabel) en op elektrische gereedschappen op
accuvoeding (zonder netkabel).
1.
Veiligheid op de werkplek
a) Houd het werkbereik schoon en goed
verlicht. Door wanorde en onverlichte werk-
bereiken kunnen ongevallen ontstaan.
b) Werk met het apparaat niet in een
explosiegevaarlijke omgeving met
brandbare vloeistoffen, gassen of stof.
Elektrische gereedschappen veroorzaken vonken
die stof of dampen zouden kunnen ontsteken.
c) Houd kinderen en andere personen tij-
dens het gebruik weg van het elektrische
gereedschap. In geval van afleiding zou u de
controle over het apparaat kunnen verliezen.
2.
Elektrische veiligheid
a) De netsteker van het apparaat moet in
de contactdoos passen. De steker mag
op geen enkele wijze worden veran-
derd. Gebruik géén adaptersteker in
combinatie met geaarde apparaten.
Ongewijzigde stekers en passende contactdozen
verminderen het risico van elektrische schokken.
b) Vermijd lichaamscontact met geaarde
oppervlakken zoals buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er
bestaat een verhoogd risico voor elektrische
schokken wanneer uw lichaam geaard is.
c) Stel het apparaat niet bloot aan regen
en vocht. Het binnendringen van water in
een elektrisch apparaat verhoogt het risico van
elektrische schokken.
d) Gebruik de kabel nooit ondoelmatig,
bijv. om het apparaat te dragen, op
te hangen of om de steker uit de con-
tactdoos te trekken. Houd de kabel
verwijderd van hitte, olie, scherpe
randen of bewegende apparaaton-
derdelen. Verwarde of beschadigde kabels
verhogen het risico van elektrische schokken.
e) Gebruik alléén verlengkabels die ook
voor het buitenbereik geschikt zijn
wanneer u met een elektrisch gereed-
schap in de openlucht werkt. Het gebruik
van een voor het buitenbereik geschikte kabel
vermindert het risico van elektrische schokken.
f) Wanneer u met een elektrisch gereed-
schap in een vochtige omgeving moet
werken, dient u een foutstroom-veilig-
heidsschakelaar te gebruiken. Het ge-
bruik van een foutstroom-veiligheidsschakelaar
vermindert het risico van elektrische schokken.
3. Veiligheid van personen
a) Wees steeds opmerkzaam, let op wat
u doet en ga met overleg te werk met
een elektrisch gereedschap. Gebruik
het apparaat niet wanneer u moe bent
of onder de invloed van drugs, alcohol
of medicijnen staat. Een moment van on-
achtzaamheid tijdens het gebruik van het ap-
paraat kan tot ernstig letsel leiden.
b)
Draag naast de persoonlijke veiligh
eids-
uitrusting altijd een veiligheidsbril. Het
dragen van een persoonlijke veiligheidsuitrus-
ting zoals stofmasker, slipvaste veiligheids-
schoenen, -helm of gehoorbescherming helpt,
al naargelang het soort en de toepassing van
het elektrische gereedschap, het risico voor let-
sel te verminderen.
c) Vermijd een ongewenste ingebruikna-
me
van het apparaat. Waarborg dat het
elektrische gereedschap uitgeschakeld
is voordat u het aan de stroomvoor-
ziening en / of de accu aansluit, in de
hand neemt of draagt. Wanneer u tijdens
het dragen van het apparaat de vinger aan de
AAN- / UIT-Schakelaar hebt of het apparaat
ingeschakeld is, kan dit tot ongevallen leiden.
d) Verwijder de instelgereedschappen
of schroefsleutel voordat u het appa-
raat inschakelt. Een gereedschap of sleutel
dat / die zich in een draaiend onderdeel van
het apparaat bevindt, kan letsel veroorzaken.
e) Vermijd een abnormale lichaamshou-
ding. Zorg altijd voor een veilige stand
Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen