Magnetek IMPULSE G+/VG+ Series 4 Snelstartgids

Type
Snelstartgids
OVERZICHT
De volgende procedure is een aanvulling op andere documentatie die
beschikbaar is voor de aandrijving met variabele frequentie (VFD)
IMPULSE•G+/VG+ Serie 4. Aan de hand hiervan kan de gebruiker het
systeem op de juiste wijze installeren en instellen.
Alvorens de VFD-gestuurde apparatuur te gebruiken moet de bediener de
bedieningshandleiding van de hijsmachine lezen, ervoor opgeleid zijn en
alle risico’s kennen m.b.t. het bedienen van hijskranen, takels of
hefwerktuigen.
Hanteer bij het installeren van het systeem een goede werkwijze bij het
aansluiten van de bedrading en houd u aan alle toepasselijke
voorschriften. Vergewis u ervan dat alle componenten stevig en veilig
gemonteerd zijn en dat omgevingsomstandigheden, zoals extreme
vochtigheid, slechte ventilatie, enz., niet tot een vermindering van de
functionaliteit van het systeem zal leiden.
Lees dit document grondig door alvorens tot installatie over te gaan.
Raadpleeg de technische handleiding. Ga hiervoor naar:
www.columbusmckinnon.com/magnetek.
Stap 1
Motor- en lijnvoeding aansluiten
In onderstaand figuur ziet u de elektrische aansluitingen voor de ingaande
voeding en de motoraansluitingen op VFD IMPULSE•G+/VG+ Serie 4.
Breng de juiste aansluitingen, met de stroom uitgeschakeld, tot stand.
Hanteer een goede werkwijze bij het aansluiten van de bedrading en houd
u aan alle toepasselijke elektrotechnische voorschriften. Zorg ervoor dat
de apparatuur goed geaard is, zoals afgebeeld.
GEVAAR! ER HEERSEN GEVAARLIJKE SPANNINGEN
WANNEER DE VFD INGESCHAKELD IS. Het niet goed
aansluiten van de draden kan leiden tot lichamelijk letsel en
schade aan de apparatuur. Voordat u de IMPULSE•G+/VG+
Serie 4 inschakelt, moet u ervoor zorgen dat alle afdekkappen
zijn bevestigd en dat alle draadverbindingen goed vastzitten.
Wacht na het uitschakelen van de stroom minstens 5 minuten
tot de laadindicator volledig gedoofd is voordat u bedrading,
printplaten of componenten aanraakt.
WAARSCHUWING: LEG GEEN VAN DE VOLGENDE
AANSLUITKLEMMEN AAN AARDE.
B1 B2 +1 +2 +3
L1
L2
L3
(R/L1)
(S/L2)
(T/L3)
(U/T1)
(V/T2)
(W/T3)
WAARSCHUWING: LEG GEEN VAN DE VOLGENDE
AANSLUITKLEMMEN AAN AARDE
De plaats van de
DC-busklemmen
verschilt per model.
Aansluiten op de massa
van het chassis
ingangsbeveiliging
(zekering of
stroomonderbreker)
Gebruik L1, L2
voor 1Ø ingaand
vermogen
Gebruik L1, L2, L3
voor 3Ø ingaand
vermogen
3Ø inductiemotor
Frame aan
aarde leggen
Om de draairichting
van de motor te
veranderen
verwisselt u
om het even
welke twee van
de drie motorkabels.
(zie stap 2).
Stap 2
Kenmerkend aansluitschema
In deze stap worden een kenmerkend bedradingsschema en aansluitpunten voor VFD
IMPULSE•G+/VG+ Serie 4 getoond. De bedrading mag alleen worden aangesloten door daarvoor
opgeleid en bevoegd personeel wanneer de stroom naar de VFD is uitgeschakeld.
Dynamische remming**
+1 +2 +3 - B1 B2
R/L1
U/T1
V/T2
W/T3
S/L2
T/L3
Driefasevoeding
50/60 Hz
Lijnsmoor-
spoel (ope)
Motor
IM
PG
T1
T2
T3
A+
A-
B+
B-
Z+
Z-
IP
IG
FE
a+
a-
b+
b-
z+
z-
PG-X3 (alleen VG+ Serie 4)
MA
MB
MC
M0
M1
M2
M3
M5
M6
Mulfunconele analoge uitgang 1 FM
Mulfunconele analoge uitgang 2 AM
Mulfunconele pulstreinuitgang MP
AC
DM+
DM-
E(G)
X1A X1 X2
250 VAC/300 VDC, 30 A
Remschakelaar
Remschakelaar
Alarmschakelaar
+
+
-
-
Mulfunconele
digitale uitgangen 2-4
Mulfunconele analoge
uitgangen 1-2
0 tot +/–10 VDC, 2 mA
4-20 mA (alleen FM)
Mulfunconele pulsuitgang
0 tot 32 kHZ, 9 VDC bij 3 kΩ
0/-5% nauwkeurigheid
Elektronische veiligheidsbewaking
* Vereist een als ope verkrijgbare 120 VAC, 42-48 VAC of 24 VAC aansluitkaart. 24 VDC is ook verkrijgbaar.
** Stel L088-55 in op 0 bij gebruik van een externe dynamische remope.
Weerstand wordt verbonden met B1 en B2. CDBR wordt verbonden met – en +3.
*** 24 VDC aansluitkaart hee klemmen SN, SC en SP in plaats van X2.
Veiligheidsmodule
(ope)
HC
H1
H2
IG
S-
S+
R-
R+
AC
RP Mulfunconele pulsingang
0 tot 32 kHz
A3 Mulfunconele analoge ingang 3
–10 tot +10 VDC, 0 tot +10 VDC (20 kΩ) PTC
A2 Mulfunconele analoge ingang 2
–10 tot +10 VDC, 0 tot +10 VDC (20 kΩ)
4 tot 20 mA (250 kΩ)
A1 Mulfunconele analoge ingang 1
–10 tot +10 VDC, 0 tot +10 VDC (20 kΩ)
-V -10,5 VDC +/-10%, 20 mA
+V +10,5 VDC +/-10%, 20mA
E(G)
S8 MFDI 8
S7 MFDI 7
S6 MFDI 6
S5 MFDI 5
S4 MFDI 4
S3 MFDI 3
S2 MFDI 2
S1 MFDI 1
X2 Gemeenschappelijk***
X2 Gemeenschappelijk***
X2 Gemeenschappelijk***
X2 Gemeenschappelijk***
120:
Afsluitweerstand
DIP-schakelaar S2
Modbus
RTU-communicae
RS-485/422
Max. 115,2 kbps
2k:
Digitale ingangen
X2X1
L1
L2
L3
EXT. FOUT
MICROSNELHEID
SNELHEID5
SNELHEID4
SNELHEID3
SNELHEID2
ACHTERW/OML
VOORW/OMH
ULS2
LLS2
120 VAC*
24 VAC*
42-48 VAC*
Aakcircuit-
beveiliging en
-afschakeling
Lijnsmoor-
spoel (ope)
Ingangen Uitgangen
Stap 3
Encoderterugkoppelingskaart PG-X3 en bedrading
encoder (alleen IMPULSE•VG+ Serie 4)
In deze stap wordt de encoderterugkoppelingskaart PG-X3 geïnstalleerd. Installeer, MET
DE STROOM UITGESCHAKELD, kaart PG-X3 zoals hieronder aangegeven. Hanteer
een goede werkwijze bij het aansluiten van de bedrading en houd u aan alle
toepasselijke voorschriften. Zorg ervoor dat de terugkoppelingskaart goed geaard
is, zoals aangegeven in item H hieronder.
Installatie van de optiekaart
Deze optiekaart kan in de (bovenste) connector CN5-C op de besturingskaart van de
aandrijving worden geplaatst.
Encodervoeding Encoderaansluiting
(max. 200 mA)
Encodervoeding
(IP + IG TB2) selecteren
met draadbrug CN3.
Het is vereist om een differentiële
kwadratuur-encoder in de fluxvector-
besturingsmodus
(A01-02 = 3) te gebruiken.
Bedrading encoder PG-X3
Ground Lead
A – Connector CN5-C
B – Connector CN5-B
C – Connector CN5-A
D Aardingsklem (FE) aandrijving
E – Connector CN5 hier insteken
F Optiekaart
G Montageschroef
H Aardverbindingskabel
I Gebruik een kniptang om een
opening voor kabelleidingen te
maken.
J Voordeksel
K – Digitale operator
L Klemmendeksel
Aardleiding
A – Klemmenblok TB1
B – Aardingsklem (installatieopening)
C – Draadbrug voor PG voedingsspanning (CN3)
D – Klemmenblok TB2
E – Modelnummer
F – Installatieopening
G – Connector (CN5)
Optiekaart PG-X3
Onderzijde
Default
IMPORTANT: Verify Encoder
Power Supply Rating
Standaard
BELANGRIJK: Controleer nominale
waarde van encodervoeding.
B+ Z+ Z- SD FEA- B-A+
a+ a- b- z+IG SGIP
b+
z+
TB1
TB2
+
-
PG
(vereist voor fluxvectorbedrijf)
Klemmen PG-X3
Voeding
encoder
Encodersignalen
Aandrijving met variabele frequentie IMPULSE
®
•G+/VG+ Serie 4
Beknopte handleiding
N49 W13650 Campbell Drive
Menomonee Falls, WI 53051
Telefoon: 262.783.3500
Telefoon (gratis nummer): 800.288.8178
Voor vragen over service of technische informatie kunt u contact opnemen met:
1.866.MAG.SERV (1.866.624.7378)
Buiten de VS en Canada: bel 1.262.783.3500, druk op 3
www.columbusmckinnon.com/magnetek
IMPULSE·G+/VG+ Series 4 Quick Start Guide Dutch
144-27583 R1
Augustus 2020 © Copyright 2020 Magnetek
Stap 4
Wijzigen van parameters en bewaking
In deze stap wordt getoond hoe u een parameter kunt benaderen en wijzigen en
hoe u signalen zoals uitgangsfrequentie en motorstroom kunt bewaken.
Zorg dat alle afdekkappen weer zijn bevestigd en dat de stroom is ingeschakeld.
LAAT DE MOTOR NIET DRAAIEN.
Toegang tot het parametermenu en wijzigen van
parameters
Druk op totdat de digitale operator het parametermenu weergeeft.
Motorfrequentie en motorstroom bewaken
De uitgangsfrequentie en motorstroom kunnen gelijktijdig worden bewaakt.
Om de uitgangsfrequentie en de motorstroom of andere signalen afzonderlijk te
bewaken, drukt u eenmaal op , druk vervolgens op
.
Druk daarna op om de bewaking te kiezen.
Selecteer het bewakingssignaal met .
OPM.: Raadpleeg de technische handleiding voor toegang tot andere
aandrijfmonitoren.
Cijfer selecteren
Selectie inc./dec.
Naar volgend cijfer gaan
Selectie inc./dec.
Naar bewerkingsmodus
overschakelen
Waarde wijzigen
Nieuwe waarde opslaan
Inschakeltoestand digitale operator
Cijfers
knipperen
Uitgangsfrequentie U1-02
Stap 5
Een besturingsmethode selecteren
In deze stap worden de beschikbare besturingsmethode-instellingen uitgelegd.
V/f:
Stel parameter A01-02 = 0 (V/f) in.
Deze instelling is alleen beschikbaar voor aandrijvingen van de IMPULSE•G+ Serie 4 en
wordt aanbevolen voor de meeste toepassingen voor traverse-takels en takels met
mechanische lastrem.
Open loop vector:
Stel parameter A01-02 = 1 (Open loop vector) in.
Deze instelling is alleen beschikbaar voor aandrijvingen van de IMPULSE•G+ Serie 4 en
wordt aanbevolen voor de meeste toepassingen voor traverse-takels en takels met
mechanische lastrem die een nauwkeurigere snelheidsregeling of koppelbegrenzing
vereisen.
Fluxvector:
Stel parameter A01-02 = 3 (Fluxvector) in.
Deze instelling is alleen beschikbaar voor aandrijvingen van de IMPULSE•VG+ Serie 4 en
is op deze instelling vergrendeld. Deze wordt aanbevolen voor toepassingen voor takels
zonder lastrem en hiervoor is encoderterugkoppeling vereist.
OPM.: Autotuning wordt aanbevolen bij gebruik van de Open Loop Vector- of Fluxvector-
besturingsmethode.
Stap 6
Een beweging selecteren
In deze stap wordt uitgelegd hoe de VFD voor een hijs- of traverse-toepassing moet
worden geconfigureerd.
Traverse:
Stel parameter A01-03 = 0 (Traverse) in.
Takel (met mechanische lastrem):
Stel parameter A01-03 = 1 (Standaardtakel) in.
Deze instelling is niet beschikbaar voor aandrijvingen van de IMPULSE•VG+ Serie 4.
Takel (zonder lastrem):
Stel parameter A01-03 = 2 (Takel ZLR) in.
Deze instelling is niet beschikbaar voor aandrijvingen van de IMPULSE•G+ Serie 4.
OPM.: Autotuning wordt aanbevolen bij gebruik van een beweging voor een takel zonder
lastrem.
Stap 7
Een snelheidsreferentie selecteren
In deze stap wordt een overzicht gegeven van de snelheidsreferentie-instellingen.
OPM.: De standaardinstellingen voor snelheid zullen automatisch worden toegepast via X-
Press Programming™. Zie de technische handleiding voor meer informatie en
bedradingsvoorschriften.
Stap 8
2 snelheden, meerdere stappen: A01-04 = 0 Unipolair analoog: A01-04 = 5
3 snelheden, meerdere stappen: A01-04 = 1 Bipolair analoog: A01-04 = 6
5 snelheden, meerdere stappen: A01-04 = 2 Industriële communicatie: A01-04 = 7
2 stappen, traploos regelbaar: A01-04 = 3 RS485-communicatie: A01-04 = 8
3 stappen, traploos regelbaar: A01-04 = 4
Autotuning met motor
In deze stap wordt de aandrijving IMPULSE•G+/VG+ Serie 4 ingesteld
voor gebruik met de motor.Zorg dat alle afdekkappen weer zijn
bevestigd en schakel dan de VFD in. LAAT DE MOTOR NIET
DRAAIEN.
Druk op totdat de digitale operator het menu Autotuning
weergeeft. Druk vervolgens op .
V/f:
Stel T01-01 = 2 (Afsluitweerstand) in
Open Loop Vector en Fluxvector:
Ontkoppel de motor van de last en zet de rem vrij.
Stel T01-01 = 0 (Standaardtuning) in
Druk op totdat de digitale operator parameter T01-02 voor het nominale
motorvermogen weergeeft. Druk vervolgens op .
Druk op om het cijfer te selecteren dat u wilt wijzigen en stel de waarde in met
en druk vervolgens op om deze op te slaan.
Druk op om de volgende parameter te selecteren en volg dezelfde procedure als
hierboven beschreven om de waarde ervan in te stellen.
T01-03 Nominale spanning (bijv. 230 V, 460 V)
T01-04 Nominale stroom (bijv. 22,0 A)
T01-05 Nominale frequentie (bijv. 60,0 Hz)
T01-06 Aantal polen (bijv. 4 polen)
T01-07 Nominaal toerental (bijv. 1750 t.p.m.)
T01-08 Encoderpulsen per omw. (bijv. 1024 ppr)
T01-09 Nullaststroom (bijv. 5,0 A)
T01-10 Nominale motorslip (bijv. 2,90 Hz)
Druk op de RUN-toets om autotuning te starten.
Voor Europa: Motorvermogen in kW opgeven
Voor de Verenigde Staten: Motorvermogen in pk opgeven
WAARSCHUWING! GEVAAR DOOR PLOTSELINGE BEWEGING.
De motor zal tijdens een standaard Autotune snel ronddraaien.
WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK. Bij
het uitvoeren van autotuning wordt er een hoge spanning aan de
motor geleverd. Raak de motor tijdens autotuning niet aan.
Digit Flashing
Aandrijving met variabele frequentie IMPULSE
®
•G+/VG+ Serie 4
Beknopte handleiding
www.columbusmckinnon.com/magnetek
IMPULSE·G+/VG+ Series 4 Quick Start Guide Dutch
144-27583 R1
Augustus 2020 © Copyright 2020 Magnetek
N49 W13650 Campbell Drive
Menomonee Falls, WI 53051
Telefoon: 262.783.3500
Telefoon (gratis nummer): 800.288.8178
Voor vragen over service of technische informatie kunt u contact opnemen met:
1.866.MAG.SERV (1.866.624.7378)
Buiten de VS en Canada: bel 1.262.783.3500, druk op 3
Druk daarna op op de digitale operator. De IMPULSE•G+/VG+ Serie 4 zal nu de
autotuning-procedure starten. Op het display wordt de melding “Tunen succesvol
weergegeven wanneer de autotuning-procedure met succes is voltooid. Raadpleeg de
technische handleiding of herhaal de procedure nogmaals als op het display een
foutmelding verschijnt.
Encoderrichting
Controleer motortoerentalbewaking U01-05
terwijl de motor met de hand in de
voorwaartse richting (rechtsom) wordt
gedraaid. Als het weergegeven teken
negatief is, schakel dan de aandrijving uit,
wacht ten minste vijf minuten tot het
laadcontrolelampje volledig gedoofd is
en verwissel vervolgens de encoderdraden
A+ en A– op kaart PG-X3. Schakel de
aandrijving vervolgens in en herhaal deze
test. Of keer de encoderrichting om met
parameter F01-02.
Veelgestelde vragen
Vraag: Hoe kan ik de aandrijving terugzetten naar de
fabrieksinstellingen?
Antwoord: Ga naar parameter A01-05 en voer 1110 in.
Vraag: Hoe kan ik de tijd instellen die de beweging nodig heeft
om te versnellen of te vertragen?
Antwoord: Stel parameter B05-01 voor de versnellingstijd en
parameter B05-02 voor de vertragingstijd in.
Vraag: Hoe voorkom ik dat mijn aandrijving uitschakelt
vanwege een OV-fout (overspanning) terwijl mijn motor
uitloopt?
Antwoord:
Verhoog de parameter voor de vertragingstijd B05-02
en controleer de remweerstand.
Vraag: Hoe voorkom ik dat mijn aandrijving uitschakelt
vanwege een OL1-fout (overbelasting) terwijl mijn motor
uitloopt?
Antwoord: Controleer parameter E02-01 voor de nominale
motorstroom en parameter L01-02 voor de
motoroverbelastingsbeveiligingstijd.
Vraag: Hoe kan ik mijn motor boven het basismotortoerental
laten draaien?
Antwoord: Verhoog de waarde van parameter E01-04
Maximale frequentie.
Controleer of de motor en het systeem dit toelaten.
Vraag: Hoe kan ik de draairichting van de motor veranderen
zonder de motorkabels te verwisselen?
Antwoord: Stel de parameter B03-04 in op 1 (fasen
verwisselen).
Vraag: Wat moet ik doen als de aandrijving een remstoring
detecteert en een BE6- of BE8-fout weergeeft?
Antwoord: Schakel de stroom niet uit! Laat de last op de grond
zakken en inspecteer de remmen.
Vraag: Waarom blijft de rem bij een IMPULSE•VG+ Serie 4
hijstoepassing tijdelijk openstaan aan het einde van een
werkgang?
Antwoord: Deze functie, die Load Float (lastzweeffunctie)
wordt genoemd, vermindert slijtage aan de remmen. Zie
parameter C08-10 om de tijd in te stellen.
Vraag: Waar vind ik informatie over het oplossen van
problemen m.b.t. storingen en alarmen?
Antwoord: Raadpleeg de technische handleiding.
Stap 9
Snelstartparameters
In onderstaande tabel staat een overzicht van frequent gebruikte parameters en staan enkele veelgestelde
vragen.
Zie Stap 4 voor een gedetailleerde uitleg over het wijzigen van parameters.
Parameter Omschrijving Instellingen Opmerking
A01-01 Toegangsniveau 0 = Bedrijf
1 = Gebruiker
2 = Geavanceerd
A01-02 Besturingsmethode 0 = V/f
2 = Open loop vector*
3 = Fluxvector*
* Autotuning aanbevolen
A01-03 Beweging 0 = Traverse
1 = Takel met lastrem (alleen G+)
2 = Takel zonder lastrem (alleen VG+)
4 = Braketronic
A01-04 Snelheidsreferentie 0 = Twee snelheden, meerdere stappen
1 = Drie snelheden, meerdere stappen
2 = Vijf snelheden, meerdere stappen
3 = Twee stappen, traploos regelbaar
4 = Drie stappen, traploos regelbaar
5 = Unipolair analoog (0-10 VDC, 4-20 mA)
6 = Bipolair analoog (–10 -/+10 VDC)
7 = Industriële communicatie
8 = RS485-communicatie
B01-01 - B01-
16
Snelheidsreferenties 0,00 - 150,00 Hz Begrensd door E01-04
B05-01 Versnellingstijd 0,0 - 25,5 seconden
B05-02 Vertragingstijd 0,0 - 25,5 seconden
E01-01 Ingangsspanning 155 - 255 VAC (230 VAC modellen)
310 - 510 VAC (460 VAC modellen)
446 - 733 VAC (575 VAC modellen)
Lijnspanning
E02-01 Nominaal FLA van
motor
Afhankelijk van instelling O02-04 Zie motortypeplaatje
H01-xx Digitale ingangen
Zie de technische handleiding voor opties
Klemmen S1 - S8
H02-xx Digitale uitgangen Klemmen M0-M1, M2-M3, M5-M6
H03-xx Analoge ingangen Klemmen A1, A2, A3
H04-xx Analoge uitgangen Klemmen AM, FM
Aandrijving met variabele frequentie IMPULSE
®
•G+/VG+ Serie 4
Beknopte handleiding
www.columbusmckinnon.com/magnetek
IMPULSE·G+/VG+ Series 4 Quick Start Guide Dutch
144-27583 R1
Augustus 2020 © Copyright 2020 Magnetek
N49 W13650 Campbell Drive
Menomonee Falls, WI 53051
Telefoon: 262.783.3500
Telefoon (gratis nummer): 800.288.8178
Voor vragen over service of technische informatie kunt u contact opnemen met:
1.866.MAG.SERV (1.866.624.7378)
Buiten de VS en Canada: bel 1.262.783.3500, druk op 3
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3

Magnetek IMPULSE G+/VG+ Series 4 Snelstartgids

Type
Snelstartgids