Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om een elektrische schok te
vermijden. Laat eventuele reparaties over aan
bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Octrooien in de Verenigde Staten en in andere landen
vallen onder de licentie van Dolby Laboratories.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Dit label bevindt
zich aan de achterkant
van het apparaat.
Het onderstaande waarschuwingslabel bevindt zich
binnenin het apparaat.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u
de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken
met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit
een brandende kaars bovenop het apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u geen voorwerpen als vazen op het
apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE
VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE,
SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR
SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT
GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN
DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE
SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF
VERLIEZEN.
2NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Inhoudsopgave
Overzicht van toetsen en
verwijzingspagina’s
Hoofdapparaat ....................................... 5
Afstandsbediening ................................. 6
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie ....... 7
Twee R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening plaatsen .............. 8
De klok gelijkzetten ............................... 8
CD – weergave
Een CD inleggen ................................... 9
Een CD afspelen
— Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave .... 9
Muziekstukken van een CD
programmeren
— Programma-weergave .............. 10
Naamgeving van compact discs
— Disctitel .................................... 11
MD – weergave
Een MD inleggen ................................. 13
Een MD afspelen
— Normale weergave/willekeurige
weergave/herhaalde weergave ...... 13
Muziekstukken van een minidisc
programmeren
— Programma-weergave .............. 15
Alleen de muziekstukken van een bepaalde
groep nummers afspelen ................. 16
MD – opname
Voordat u begint met opnemen ........... 16
Muziekstukken opnemen in groepen
— Groepsfunctie ........................... 18
Een CD opnemen op een MD
— CD-MD synchroonopname/versnelde
CD-MD synchroonopname ............... 20
Muziek van een cassette overnemen op MD
— TAPE-MD synchroonopname .. 21
Handmatig opnemen op een MD
— Handmatige opname ................. 21
Veiligheids-opnamestart met 6 seconden
muziek uit het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ................ 22
Tips voor het opnemen ........................ 23
Beschrijving van de opname-instellingen .. 26
NL
MD – opnamen bewerken
Alvorens te beginnen met bewerken ... 28
Naamgeving van minidisc
— NAME titelkeuze ..................... 28
Opgenomen muziekstukken in een
nieuwe groep plaatsen
— Create functie ........................... 31
Verwijderen van groepsgegevens
— Release functie ......................... 32
Wissen van minidisc-opnamen
— Erase wisfuncties ...................... 33
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken
— Move functie ............................ 35
Splitsen van opgenomen muziekstukken
— Divide functie ........................... 36
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— Combine functie ....................... 37
Ongedaan maken van de laatste
bewerking
— Undo herstelfunctie .................. 38
Aanpassen van de geluidssterkte na het
opnemen
— S.F Edit volumecorrectie .......... 39
wordt vervolgd
3NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Inhoudsopgave (vervolg)
Tuner voor radio-ontvangst
Vastleggen van uw favoriete radiozenders .. 41
Luisteren naar de radio ........................ 42
Naamgeving van de voorkeurzenders
— Zendernamen ............................ 43
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .......................................... 44
Cassette – weergave
Een cassette inleggen ........................... 44
Een cassette afspelen ........................... 44
Cassette – opname
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op cassette
— CD-TAPE synchroonopname ... 45
Uw favoriete muziekstukken van een
minidisc opnemen op cassette
— MD-TAPE synchroonopname .. 46
Handmatig opnemen op een cassette
— Handmatige opname ................. 47
Uitleesvenster
Geen aanduidingen in de uit-stand
— Stroombesparingsstand ............ 50
Gebruik van het uitleesvenster ............ 51
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur ...................................... 53
Beluisteren van een aangesloten
geluidsbron .................................... 54
Geluid opnemen vanaf aangesloten
apparatuur ...................................... 54
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen ................... 55
Zelfdiagnose-aanduidingen ................. 58
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 61
Beperkingen van het minidisc-systeem .. 63
Technische gegevens ........................... 64
* Alleen voor het Europese model.
Klankinstellingen
De klank bijregelen ............................. 47
Schakelklok-functies
Gerust in slaap vallen met muziek
— Sluimerfunctie .......................... 48
Ontwaken met muziek
— Dagelijkse wekfunctie .............. 48
Schakelklok-opname van radiouitzendingen .................................. 49
4NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Overzicht van toetsen en verwijzingspagina’s
Overzicht van toetsen en verwijzingspagina’s
Nummer in de afbeelding
Gebruik van dit overzicht
r
Op deze bladzijde kunt u de plaats en functie van alle
PLAY MODE qg (9, 13, 14)
knoppen e.d. aflezen, met tussen haakjes de pagina’s
R
R
Naam van de toets, knop e.d. Verwijzingspagina’s
waar ze verder ter sprake komen.
Hoofdapparaat
IN ALFABETISCHE
VOLGORDE
FUNCTIETOETSEN MET
STANDAARDSYMBOLEN
A–G
?/1 (aan/uit-schakelaar) e;
m/M ql
l/L ql
M–V
Afstandsbedieningssensor wl
BASS wh (47)
CD NX qh (9, 10, 22)
DIRECTION 2 (21, 44, 45–47)
Disc-lade wf (9)
DSG wj (47)
ENTER/START 6 (20, 21, 45,
46)
FM MODE 3 (43)
FUNCTION 1 (9, 13, 16, 19,
21–23, 25, 44, 47, 54)
GROUP ON/OFF wa (15, 16, 18–
20, 29–32)
GROUP SKIP w; (16, 19, 20, 29,
30, 32)
MD slot wk (13)
MD NX qd (13, 14, 16, 21)
PHONES hoofdtelefoonaansluiting wd
PLAY MODE 2 (9–11, 13, 15,
28)
REC MODE 4 (20–22, 26)
REPEAT 3 (10, 14)
SYNCHRO 5 (20, 21, 45, 46)
TAPE nN 7 (44–46)
TREBLE wg (47)
TUNER BAND qa (41–43)
TUNING +/– ql (41–43)
TUNING MODE 2 (41–43)
Uitleesvenster ea
VOLUME ws
TAPE
X9
x8
zREC 0
MD
Z qs
x qf
zREC qg
CD
Z qk
x qj
123456
nN
x
X
ea
z
?/1
x
e;
wl
wk
Z
NX
x
z
wj
wh
wg
wf
7
8
9
0
qa
qs
qd
qf
qg
lm
–
+
–
+
–
ML
+
NX
x
Z
wd
ws waw; ql
qh
qj
qk
5NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie
Voorbereidingen
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
AM-kaderantenne
FM-draadantenne
Rechter luidspreker
Linker luidspreker
2
1
3
4
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de rechter en linker luidsprekersnoeren
aan op de SPEAKER klemmen zoals
hieronder aangegeven.
L
R
Aansluiting
type A
Strek de FMdraadantenne
zover mogelijk
horizontaal uit
AMkaderantenne
A
ENN
ANT
75Ω
FM
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de AM-kaderantenne in elkaar alvorens
deze aan te sluiten.
U
AM
Aansluiting
type B
Strek de FMdraadantenne
zover mogelijk AMhorizontaal uit kaderantenne
A
NN
NTE
A
75Ω
FM
U
AM
U
wordt vervolgd
7NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Aansluiten van de stereo-installatie
(vervolg)
3 Bij de modellen met een
spanningskiezer, stelt u deze VOLTAGE
SELECTOR schakelaar in op het
voltage van het plaatselijk lichtnet.
De klok gelijkzetten
1 Druk op de ?/1 schakelaar om de
stereo-installatie aan te zetten.
2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets
van de afstandsbediening.
110V-120V
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om het
juiste uur in te stellen.
220V-240V
VOLTAGE
SELECTOR
4 Druk op de ENTER/YES toets of de
4 Steek de stekker van het netsnoer in
het stopcontact.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet in
het stopcontact past, verwijdert u deze en
gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor
de modellen met verloopstekker).
Om de stereo-installatie aan te zetten, drukt
u op de @/1 schakelaar.
Twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
CURSORt toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toetsen van de afstandsbediening om
de juiste minuut in te stellen.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu gaat de klok lopen.
Als u een vergissing bemerkt
Druk enkele malen op de TCURSOR of
CURSORt toets van de afstandsbediening
totdat het onjuiste cijfer knippert, en voer dan
het juiste cijfer in.
De tijdsinstelling aanpassen
1 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets van
de afstandsbediening.
2 Druk op de . of > toets van de
e
E
e
E
afstandsbediening totdat er “CLOCK SET”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
3 Volg de bovenstaande aanwijzingen van
3 t/m 6.
Tip
Als de stereo-installatie niet meer goed op de
afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide
batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen,
om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie
te vermijden.
8NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
CD – weergave
Een CD inleggen
1 Druk op de CD Z toets.
De disc-lade schuift open.
— Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave
In deze stereo-installatie kunt u een CD
weergeven met verschillende afspeelfuncties.
CD – weergave
2 Leg een compact disc met de bedrukte
Een CD afspelen
label-kant boven in de disc-lade.
L-SYNC
Om een 8-cm
CD single af te
spelen, plaatst u
de disc in de
binnenste
uitsparing van
de disc-lade.
3 Druk nogmaals op de CD Z toets om de
disc-lade te sluiten.
Muziekstuknummer
Speelduur
CD-afspeelaanduiding
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om te kiezen voor weergave van
een CD.
2 Druk terwijl het afspelen gestopt is
enkele malen op de PLAY MODE toets
totdat de gewenste afspeelfunctie in
het uitleesvenster wordt aangegeven.
Stel in op
Voor weergave van
Geen aanduiding
(normale
weergave)
Alle muziekstukken op de
disc in de normale volgorde.
SHUF
(willekeurige
weergave)
Alle muziekstukken op de
disc in willekeurige volgorde.
PGM
(programmaweergave)
Bepaalde muziekstukken van
de disc in een door u gekozen
volgorde (zie “Muziekstukken
van een CD programmeren”
op blz. 10).
3 Druk op de CD NX toets (of op de
N weergavetoets van de
afstandsbediening).
Opmerkingen
• Tijdens het afspelen kunt u niet van afspeelfunctie
veranderen.
• Als u tijdens het luisteren naar een andere
geluidsbron op de CD Z toets drukt om de disclade te openen of te sluiten, gaat de CDafspeelaanduiding branden, ook als er geen CD in
de disc-lade ligt. Om dan de CD-afspeelaanduiding
te laten doven, drukt u enkele malen op de
FUNCTION toets om de geluidsbron over te
schakelen naar “CD”.
wordt vervolgd
9NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Een CD afspelen (vervolg)
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Doet u het volgende
Stoppen met afspelen Druk op de CD x stoptoets (of x
stoptoets van de aftandsbediening).
Pauzeren van de
weergave
Druk op de CD NX pauzetoets (of
X pauzetoets van de
aftandsbediening). Nogmaals drukken
om door te gaan met afspelen.
Kiezen van een
muziekstuk
Draai de l/L knop naar
rechts of links (of druk enkele
malen op de . of > toets
van de afstandsbediening).
Opzoeken van
een punt in een
muziekstuk
Houd tijdens het afspelen de m/
M knop naar rechts of links gedraaid
(of houd de m of M toets van de
afstandsbediening ingedrukt).
Bij het gewenste punt laat u de knop los.
Meermalen
afspelen
(herhaalde
weergave)
Druk tijdens afspelen enkele
malen op de REPEAT toets totdat
er “REP” of “REP1” in het
uitleesvenster verschijnt.
REP: Om alle muziekstukken op de
CD achtereen tot 5 maal te herhalen.
REP1: Om alleen het weergegeven
muziekstuk te herhalen.
Om de herhaalde weergave uit te
schakelen, drukt u weer enkele
malen op de REPEAT toets totdat
de “REP” of “REP1” aanduiding
uit het uitleesvenster verdwijnt.
Verwijderen van
een disc
Druk op de CD Z toets.
Een gewenst muziekstuknummer
kiezen met de afstandsbediening
Muziekstukken van een
CD programmeren
— Programma-weergave
U kunt zelf een muziekprogramma van
maximaal 25 muziekstukken samenstellen.
1 Druk op de CD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de PLAY MODE toets totdat de
aanduiding “PGM” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer van het gewenste
muziekstuk wordt aangegeven.
L-SYNC
PGM
Gekozen muziekstuknummer
Speelduur van het
gekozen muziekstuk
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Het gekozen muziekstuk wordt in uw
programma geplaatst.
Eerst verschijnt het programmavolgnummer en dan de totale speelduur van
uw muziekprogramma.
Bij een vergissing kunt u altijd de laatst
geprogrammeerde stap uit uw programma
wissen met een druk op de CLEAR wistoets
van de afstandsbediening.
Tijdens de normale weergave kunt u het
nummer van een gewenst muziekstuk ook
direct kiezen met de afstandsbediening.
L-SYNC
Kies het nummer met de cijfertoetsen. Dan
begint automatisch het afspelen.
PGM
Voor invoeren van een nummer boven de 10
Totale speelduur
Laatst gekozen
muziekstuknummer
1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets.
2 Druk op de cijfertoetsen voor alle plaatsen waarop
een “–” streepje knippert in het uitleesvenster.
Voor het invoeren van een 0 gebruikt u de 10/0 toets.
Bijvoorbeeld:
Voor het kiezen van nummer 20 terwijl er “--”
NLknippert in het uitleesvenster, drukt u cijfertoets 2 en
dan op de 10/0 toets.
10
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
5 Om nog meer titels of muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Druk op de N weergavetoets .
Andere bedieningsfuncties
Doet u het volgende
Uitschakelen van
de programmaweergave
Druk in de stopstand enkele
malen op de PLAY MODE toets
totdat er geen “SHUF” of “PGM”
meer wordt aangegeven.
Controleren van de Druk tijdens de programmaprogrammavolgorde weergave enkele malen op de
. of > toets van de
afstandsbediening.
Controleren van
het totale aantal
geprogrammeerde
muziekstukken
Druk in de stopstand op de
DISPLAY toets van de
afstandsbediening. Dan verschijnt
het totale aantal
geprogrammeerde nummers,
gevolgd door de totale speelduur
van uw muziekprogramma.
Toevoegen van een Volg in de stopstand de
aanwijzingen van stap 3 en 4.
muziekstuk
aan het eind van
uw programma
Tips
• Een eenmaal gemaakt programma blijft ook na het
afspelen nog bestaan. Om dan hetzelfde programma
nogmaals weer te geven, drukt u op de N
weergavetoets van de afstandsbediening. Uw
muziekprogramma wordt echter gewist wanneer u
de disc-lade opent.
• In plaats van de tijd verschijnen er enkel “--.--”
streepjes als de totale programma-speelduur de 100
minuten overschrijdt of als u een muziekstuk kiest
met het nummer 21 of hoger op de CD.
• Door in te stellen op “AL” bij stap 3 kunt u alle
muziekstukken van de disc tegelijk programmeren.
— Disctitel
U kunt voor maximaal 50 CD’s zelf gekozen
titels van ten hoogste 20 letters en symbolen
invoeren. Wanneer u daarna een dergelijke CD
inlegt, verschijnt de titel in het uitleesvenster.
CD – weergave
Voor het
Naamgeving van compact
discs
Opmerkingen
• U kunt geen titel invoeren voor een CD waarbij de
aanduiding “TEXT” in het uitleesvenster verschijnt.
• Bij de eerste keer dat u titels voor uw CD’s
gaat invoeren dient u te zorgen dat alle
eerdere disctitels uit het geheugen zijn
gewist (zie “Wissen van een disctitel” op
blz. 13).
1 Druk op de CD toets van de
afstandsbediening.
If “SHUF” or “PGM” appears, press PLAY
MODE repeatedly until both disappear.
2 Druk in de stopstand op de NAME EDIT/
SELECT toets van de
afstandsbediening.
De cursor gaat knipperen.
3 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets
van de afstandsbediening om in te
stellen op het gewenste soort
letterteken.
Voor gebruik van
Stelt u in op
Alfabet (hoofdletters)
/spatie/leestekens
Selected AB
Alfabet (kleine letters)
/spatie/leestekens
Selected ab
Cijfers
Selected 12
wordt vervolgd
11NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Naamgeving van compact discs
(vervolg)
4 Voer een letterteken in.
Voor invoer van
Doet u het volgende
Letters van het
alfabet
Druk op de betreffende
lettertoets (of enkele
malen op de ./>
toets) van de
afstandsbediening totdat
de in te voeren letter gaat
knipperen, en druk dan op
de CURSORt toets van
de afstandsbediening.
Cijfers
Druk op de betreffende
cijfertoetsen van de
afstandsbediening.
Spatie
Druk op de 10/0 toets van
de afstandsbediening.
´–/,.():!?
Druk enkele malen op
toets 1 van de
afstandsbediening.
& + < > _ = “ ; # $ % Druk op cijfertoets 1 van
@
`
de afstandsbediening en
dan enkele malen op de
./> toets van
de afstandsbediening.
Controleren van de disctitels
1 Druk op de CD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Name Check?” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om in
te stellen op de disctitels die in het
geheugen zijn vastgelegd onder de
nummers van 01 tot 50.
Titel van de weergegeven disc
controleren
Druk in de stopstand op de SCROLL toets van
de afstandsbediening.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u de
gehele titel hebt ingevoerd.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Corrigeren van een ingevoerd
letterteken
Druk in stap 3 of 4 enkele malen op de
TCURSOR of CURSORt toets totdat het te
wijzigen letterteken gaat knipperen, druk op de
CLEAR toets van de afstandsbediening om het
letterteken te wissen en herhaal dan de stappen
3 en 4.
Bij nader inzien geen titel kiezen
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Invoegen van lettertekens
Druk na stap 1 of 2 enkele malen op de
TCURSOR of CURSORt toets totdat de
cursor op het punt staat waar u een of meer
letters wilt invoegen en ga dan door met stap 3.
12NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
MD – weergave
Wissen van een disctitel
1 Druk op de CD toets van de
Een MD inleggen
afstandsbediening.
2 Druk in de stopstand op de MENU/NO
Schuif een MD in de opening.
Met de label-kant boven en het
schuifdeksel rechts
toets van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
Met de pijl naar
binnen gericht
MD – weergave
toets van de afstandsbediening totdat
er “Name Erase?” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om in
te stellen op de disctitel die u wilt
wissen.
De aanduiding “No Name” licht op als er
nog geen disctitels zijn vastgelegd.
5 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
Dan verschijnt de aanduiding “Complete!”.
Alle disctitels wissen
Een MD afspelen
— Normale weergave/willekeurige
weergave/herhaalde weergave
In deze stereo-installatie kunt u een minidisc op
verschillende manieren afspelen.
Muziekstuknummer
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “All Erase?”
wordt aangegeven in stap 3 en druk dan
tweemaal op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Bij nader inzien niet wissen
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening, ergens in stap 2 t/m 4.
Opmerking
Als de stroom uitvalt of de stekker uit het stopcontact
wordt getrokken, blijven uw disctitels ongeveer een
dag lang in het geheugen van de stereo-installatie
bewaard.
Verstreken
speelduur
L-SYNC
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets om voor de geluidsbron in
te stellen op “MD”.
2 Druk in de stopstand enkele malen op de
PLAY MODE toets totdat de aanduiding
voor de gewenste afspeelfunctie oplicht.
Stel in op
Voor weergave van
Geen aanduiding
Alle muziekstukken van de
(normale weergave) MD in de gewone volgorde.
SHUF
(willekeurige
weergave)
Alle muziekstukken van de
MD in willekeurige volgorde.
PGM
(programmaweergave)
De gewenste muziekstukken van
de minidisc in de door u gekozen
volgorde (zie “Muziekstukken
van een minidisc
programmeren” op blz. 15).
3 Druk op de MD NX toets (of op de N
weergavetoets van de afstandsbediening).
Opmerking
Tijdens het afspelen kunt u niet van afspeelfunctie wisselen.
wordt vervolgd
13NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Een MD afspelen (vervolg)
Andere bedieningsfuncties
Voor
Doet u het volgende
Stoppen met
afspelen
Druk op de MD x stoptoets (of de
x stoptoets van de
afstandsbediening).
Pauzeren van de Druk op de MD NX toets (of op
weergave
de X pauzetoets van de
afstandsbediening). Nogmaals
drukken om door te gaan met
afspelen.
Keuze van een
muziekstuk
Draai de l/L knop naar
rechts of links (of druk enkele
malen op de . of > toets
van de afstandsbediening).
Opzoeken van
een punt in een
muziekstuk
Houd tijdens het afspelen de
m/M knop naar rechts of links
gedraaid (of houd de m of M
toets van de afstandsbediening
ingedrukt).
Bij het gewenste punt laat u de
knop los.
Meermalen
afspelen
(herhaalde
weergave)
Druk tijdens afspelen enkele malen
op de REPEAT toets totdat de
aanduiding “REP” of “REP1”
verschijnt.
Keuze van een muziekstuknummer
met de afstandsbediening
Tijdens de normale weergave kunt u het
nummer van een gewenst muziekstuk ook
direct kiezen met de afstandsbediening.
Kies het nummer met de cijfertoetsen. Dan
begint automatisch het afspelen.
Voor invoeren van een nummer boven de
10
1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets.
2 Druk op de cijfertoetsen voor alle plaatsen
waarop een “–” streepje knippert in het
uitleesvenster.
Voor het invoeren van een 0 gebruikt u de 10/0
toets.
Bijvoorbeeld:
• Voor het kiezen van nummer 16 terwijl er “--”
knippert in het uitleesvenster, drukt u op 1
nogmaals op 6.
• Voor het kiezen van nummer 20 terwijl er “---”
knippert in het uitleesvenster, drukt u op 10/0, dan
op 2 en dan nogmaals op 10/0.
REP: Om alle muziekstukken op
de minidisc tot 5 maal achtereen te
herhalen.
REP1: Om alleen het weergegeven
muziekstuk te herhalen.
Om de herhaalde weergave uit te
schakelen, drukt u weer enkele
malen op de REPEAT toets totdat
er geen “REP” of “REP1” meer
wordt aangegeven.
Uitnemen van
de MD
Druk op de MD Z toets.
14NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Muziekstukken van een
minidisc programmeren
— Programma-weergave
U kunt een muziekprogramma samenstellen
van maximaal 25 muziekstukken.
1 Druk op de MD toets van de
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de PLAY MODE toets totdat de
aanduiding “PGM” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer van het gewenste
muziekstuk verschijnt.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Het gekozen muziekstuk wordt
geprogrammeerd.
Eerst verschijnt het programmavolgnummer en dan de totale speelduur van
uw muziekprogramma.
Bij een vergissing kunt u altijd de laatst
geprogrammeerde stap uit uw programma
wissen met een druk op de CLEAR wistoets
van de afstandsbediening.
Laatst geprogrammeerde
muziekstuknummer
Totale speelduur
Voor het
Doet u het volgende
Uitschakelen van Druk in de stopstand enkele malen
de programma- op de PLAY MODE toets totdat er
geen “PGM” of “SHUF” meer
weergave
wordt aangegeven.
Druk tijdens de programmaControleren van
de afspeelvolgorde weergave enkele malen op de
. of > toets van de
afstandsbediening.
MD – weergave
afstandsbediening.
Andere bedieningsfuncties
Controleren van Druk in de stopstand op de
het totale aantal DISPLAY toets van de
geprogrammeerde afstandsbediening. Dan verschijnt
het totale aantal geprogrammeerde
nummers
nummers, gevolgd door de totale
speelduur van uw
muziekprogramma.
Volg de aanwijzingen 3 en 4 in de
Toevoegen van
een nummer aan stopstand.
het eind van uw
muziekprogramma
Tips
• Een eenmaal samengesteld programma blijft
bewaard, ook na afloop van de programmaweergave. Om het programma nogmaals weer te
geven, drukt u op de N weergavetoets van de
afstandsbediening. Het programma vervalt echter
wanneer u de minidisc uitneemt of op de GROUP
ON/OFF toets drukt.
• In plaats van de tijd verschijnen er enkel “---.--”
streepjes als de totale programma-speelduur de
1.000 minuten overschrijdt.
L-SYNC
PGM
5 Om nog meer titels of muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen
3 en 4.
6 Druk op de N weergavetoets van de
afstandsbediening.
15NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
MD – opname
Alleen de muziekstukken
van een bepaalde groep
nummers afspelen
Met deze functie kunt u luisteren naar een
aantal favoriete muziekstukken die u hebt
samengevoegd tot een vaste groep. Zie voor
nadere bijzonderheden over de groepsfunctie
blz. 18.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets om voor de geluidsbron in
te stellen op “MD”.
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de GROUP ON/OFF toets totdat de
aanduiding “GROUP” oplicht.
3 Druk enkele malen op de GROUP SKIP
toets totdat de gewenste groep wordt
aangegeven.
4 Om te beginnen met afspelen bij een
bepaald muziekstuk uit de groep, draait
u de l/L knop naar rechts of
links (of drukt u enkele malen op de
. of > toets van de
afstandsbediening) totdat het gewenste
muziekstuknummer wordt aangegeven.
Ga direct door met stap 5 wanneer u de
gehele groep wilt weergeven vanaf het
eerste muziekstuk.
5 Druk op de MD NX toets (of op de
N weergavetoets van de
afstandsbediening).
Het afspelen begint.
Wanneer het laatste muziekstuk van de
groep is afgelopen, stopt de minidisc-speler
automatisch.
Tip
U kunt ook de afspeelfuncties van blz. 13–15
gebruiken voor de muziekstukken in de groep.
Kies in dat geval de gewenste afspeelfunctie voordat
u stap 3 uitvoert.
Opmerking
Als u een groep kiest waarvoor nog geen
muziekstukken zijn vastgelegd, dan zal bij indrukken
van de MD NX toets (of de N weergavetoets van
de afstandsbediening) het afspelen beginnen met het
eerste muziekstuk in de eerste groep voor de
geplaatste MD.
Voordat u begint met opnemen
Minidiscs (afgekort tot MD) zijn een digitale
geluidsdrager, waarop u muziek kunt opnemen
en afspelen met uitstekende geluidskwaliteit.
Een van de handige functies van minidiscs is de
mogelijkheid muziekstukken te markeren. Dit
stelt u in staat vlot en gemakkelijk een gewenst
punt in de muziek op te zoeken en om de
opgenomen muziekstukken naar keuze in een
andere volgorde te zetten of anderszins aan te
passen. Afhankelijk van de geluidsbron worden
er verschillende methoden van opnemen
gebruikt en worden de muziekstuknummers
ook anders vastgelegd.
Bij opnemen vanaf als geluidsbron:
• De CD-speler van deze stereoinstallatie
– De muziek wordt ongewijzigd op de minidisc
overgenomen, met volledig digitale opname.*1
– De muziekstuknummers worden automatisch
overgenomen, net als ze op de
oorspronkelijke CD staan. Bij bepaalde
muziekstukken kunnen de nummers echter
niet altijd goed worden aangebracht (zie blz.
63).
• Andere digitale geluidsbronnen,
aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL IN aansluiting
– De muziek wordt ongewijzigd op de
minidisc overgenomen, met volledig digitale
opname.*1
– Hoe de muziekstuknummers worden
vastgelegd, is afhankelijk van de geluidsbron
die u opneemt.
• De tuner van deze stereoinstallatie of andere analoge
geluidsapparatuur, aangesloten op
de ANALOG IN aansluitingen
– De muziek wordt door de minidisc-recorder
omgezet en opgenomen, met analoge
opname.*2
– Aan het begin van de opname wordt er altijd
automatisch een muziekstuknummer
aangebracht, maar als u de Level-Synchro
stilte-markering inschakelt (zie blz. 24),
worden er automatisch muziekstuknummers
aangebracht volgens het niveau van het
inkomend geluidssignaal.
16NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Bij opnemen op een al eerder deels
opgenomen MD
Na afloop van het opnemen
Opnemen over eerdere geluidsopnamen heen is
niet mogelijk.
De nieuwe muziekstukken worden automatisch
opgenomen na de bestaande opnamen.
Als u eerdere geluidsopnamen wilt wissen,
kunt u dat doen met de Erase wisfunctie (zie
blz. 33).
Druk op de MD Z uitschuiftoets om de
minidisc te verwijderen of druk op de ?/1
(aan/uit-schakelaar) toets om de stereoinstallatie uit te schakelen.
Muziekstuknummers op MD
Fouten bij het opnemen
• Bij de volgende soorten compact discs kan er
sprake zijn van storing of leesfouten bij het
overnemen op een MD:
— Compact discs waarop een etiket is geplakt
— Onregelmatig gevormde CD’s (bijv. hart- of
stervormige)
— CD’s met veel tekst geconcentreerd aan één
kant
— CD’s met krassen
— Vuile CD’s
— Kromgetrokken CD’s
• Als een van de volgende verschijnselen zich
voordoet tijdens het afspelen of opnemen van een
CD, kan er een leesfout optreden of storing in de
opname ontstaan:
— Als er tegen de disc-lade of een ander deel van
de apparatuur wordt gestoten.
— Als de minidisc-recorder scheef staat of op een
wankele ondergrond.
— Als de minidisc-recorder dichtbij een
luidspreker, een dichtslaande deur of een andere
bron van trillingen staat.
• Wanneer er een leesfout optreedt, kan er een extra
nummer ontstaan zonder enig geluid. Dit
overbodige nummer kunt u wissen met behulp van
de Erase wisfunctie (zie blz. 33).
Voor u het netsnoer losmaakt
De opname op een minidisc is pas compleet
wanneer de TOC (Table Of Contents)
inhoudsopgave van de minidisc is bijgewerkt.
Dit bijwerken van de TOC gebeurt automatisch
wanneer u de minidisc uitneemt of op de ?/1
toets drukt om de stereo-installatie uit te
schakelen. Trek dus nooit de stekker uit het
stopcontact vóór of tijdens het bijwerken van
de TOC inhoudsopgave (terwijl de aanduiding
“TOC” nog brandt of knippert), want anders
kunnen de gemaakte opnamen nog verloren
gaan.
MD – opname
Op een minidisc worden de
muziekstuknummers (voor de volgorde) en de
informatie over begin- en eindpunten van de
muziek vastgelegd in een speciaal hiervoor
bestemd gebied, de TOC*3 genaamd,
afzonderlijk van het muziekgebied. Dit heeft
het voordeel dat u muziekstukken naar wens
kunt aanpassen, door alleen de informatie in de
TOC inhoudsopgave te veranderen.
De aanduiding “TOC” of “STANDBY” gaat
knipperen. De muziek wordt nu pas definitief
op de minidisc opgenomen door het vastleggen
van de opnamegegevens in de TOC
inhoudsopgave.
Beveiligen van een opgenomen MD
Om de opnamen op een minidisc te beveiligen
tegen per ongeluk wissen, schuift u het
wispreventienokje in de hoek van de minidisc
open, zodat er een opening ontstaat. In die
stand is opnemen op de minidisc niet meer
mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te
maken voor opname, schuift u het
wispreventienokje weer dicht.
Wispreventienokje
Schuif het nokje open
*1 Een uitleg over de vaste beperkingen bij het
digitaal opnemen vindt u onder “Beperkingen van
het minidisc-systeem” op blz. 63.
*2 Ook al is er een digitale geluidsbron aangesloten op
de analoge aansluitingen, dan nog zorgt de minidiscrecorder voor signaalomzetting en analoge opname.
*3 TOC: Inhoudsopgave
17NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Muziekstukken opnemen
in groepen
— Groepsfunctie
Wat is de groepsfunctie?
Met de groepsfunctie kunt u de muziekstukken
op een MD gezamenlijk afspelen, opnemen of
bewerken. Dit kan handig zijn voor het
onderscheiden van de muziek van verschillende
CD-albums die met de MDLP functie zijn
opgenomen op een enkele MD. U kunt de
groepsfunctie aan en uit zetten met een druk op
de GROUP ON/OFF toets.
Groepsfunctie: uit
Disc
Muziekstukken
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Groepsfunctie: aan
Disc
Groep 1
Muziekstukken
1 2 3 4 5
Groep 2
Muziekstukken
1 2 3 4
Bedieningsmogelijkheden met de
groepsfunctie
• Afspelen van alleen de muziekstukken in een
bepaalde groep (zie blz. 16)
• Een naam of titel kiezen voor een groep (zie
blz. 28)
• Opgenomen muziekstukken in een nieuwe
groep plaatsen (zie blz. 31)
• Groepsregistraties verwijderen (zie blz. 32)
Opmerking
Minidiscs die zijn opgenomen met de groepsfunctie
van deze stereo-installatie zijn normaal af te spelen
met andere apparatuur die geschikt is voor de
groepsfunctie. De bedieningsmogelijkheden met de
groepsfunctie kunnen bij andere apparatuur echter
verschillen van die deze stereo-installatie biedt.
NL
Hoe worden de
groepsgegevens vastgelegd?
Bij het opnemen met de groepsfunctie worden
de gegevens voor de groep automatisch
vastgelegd op de minidisc als de disctitel. Om
precies te zijn: in het titelgeheugen van de
minidisc wordt een reeks gegevens als de
volgende vastgelegd.
Titelgeheugen van de minidisc
0 ; Favorites // 1 – 5 ; Rock // 6 – 9 ; Pops // ...
1
2
3
1 De disctitel is “Favorites”.
2 Muziekstukken 1 t/m 5 zijn ingedeeld in de
“Rock” groep.
3 Muziekstukken 6 t/m 9 zijn ingedeeld in de
“Pops” groep.
Als nu een minidisc die is opgenomen met de
groepsfunctie wordt afgespeeld in apparatuur
die niet geschikt is voor de groepsfunctie of in
deze stereo-installatie, maar met de
groepsfunctie uitgeschakeld, zal de volledige
reeks gegevens zoals hierboven in zijn geheel
worden aangegeven als de disctitel.
Als u dus een dergelijke reeks
gegevens als disctitel verandert met
behulp van de naamgevingsfunctie,
bewust of per ongeluk, bestaat de kans
dat u groepsfunctie voor de betreffende
minidisc niet meer kunt gebruiken.*
* De “GROUP” aanduiding knippert. Om dan de
groepsfunctie weer te kunnen gebruiken, moet u
eerst de “De gegevens voor alle groepen op de
minidisc verwijderen” zoals beschreven op blz. 32
om de minidisc weer in de geschikte toestand terug
te brengen.
Opmerkingen
• De instellingen voor de groepsfunctie blijven in het
geheugen bewaard, ook wanneer u de minidisc
uitneemt of de stereo-installatie uitschakelt.
• Zolang de groepsfunctie is ingeschakeld, zullen de
muziekstukken die niet bij een groep zijn ingedeeld
niet worden getoond en dan zult u die ook niet
kunnen weergeven.
• U kunt de volgorde van de groep niet veranderen.
• Als u een disc plaatst waarvan de gegevens voor de
groepsfunctie niet in het juiste formaat zijn
vastgelegd, gaat de aanduiding “GROUP”
knipperen. Dan zult u de groepsfunctie niet kunnen
gebruiken.
18
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Opnamen voor een nieuwe
groep maken
U kunt opnamen in nieuwe groepen indelen
voor bepaalde compact discs, voor bepaalde
artiesten, enz.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
MD.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
3 Druk enkele malen op de GROUP
ON/OFF toets totdat de aanduiding
“GROUP” oplicht.
4 Druk op de MD zREC opnametoets:
De aanduiding “New Group” gaat
knipperen en de minidisc-recorder komt in
gereedheid voor het opnemen.
Druk na stap 4 net zovaak op de GROUP SKIP
toets totdat de gewenste groep wordt
aangegeven en ga dan door met stap 5. De
nieuw opgenomen muziekstukken worden
toegevoegd na het laatste bestaande muziekstuk
in die groep.
Als de aanduiding “Group Full!”
verschijnt wanneer u bij stap 4
op de MD zREC toets drukt
Dan kunt u niet met opnemen beginnen omdat
er te weinig geheugenruimte op de minidisc
beschikbaar is voor de groepsgegevens.
Wis dan enkele overbodige gegevens (de oude
disctitel of muziektitels) totdat het maken van
groepsopnamen weer mogelijk is (zie blz. 30).
MD – opname
• CD: Voor opnemen vanaf de CD-speler
van deze stereo-installatie.
• TAPE: Voor opnemen vanaf het
cassettedeck van deze stereo-installatie.
• TUNER: Voor opnemen van een radiouitzending via de tuner van deze stereoinstallatie.
• OPTICAL IN: Voor opnemen vanaf
los verkrijgbare apparatuur die is
aangesloten op de DIGITAL OPTICAL
IN aansluiting.
• ANALOG IN: Voor opnemen vanaf
los verkrijgbare apparatuur die is
aangesloten op de ANALOG IN
aansluitingen.
Opnemen in een bestaande groep
Tips
• U kunt het opnameniveau naar wens instellen (zie
blz. 25).
• U kunt controleren hoeveel tijd er op de minidisc
voor opnemen beschikbaar is, met een druk op de
DISPLAY toets van de afstandsbediening.
Opmerkingen
• Een nieuw toegevoegde groep komt na bestaande
groepen waarvoor muziekstukken zijn opgenomen.
• U kunt tot 99 groepen instellen op een enkele MD.
• Na het opnemen van een nieuw muziekstuk in een
bestaande groep kunnen de nummers volgend op
het nieuw toegevoegde muziekstuk wel eens van
plaats verwisselen nadat u de groepsfunctie
uitschakelt.
• Als tijdens het opnemen de aanduiding “Group
Full!” verschijnt, zullen er geen
muziekstuknummers worden vastgelegd.
5 Druk op de MD NX toets (of op de N
weergavetoets van de
afstandsbediening) en start de
weergave van de geluidsbron die u wilt
opnemen.
Om door te gaan met opnemen in een
andere groep, schakelt u na het opnemen
eerst de geluidsbron over naar “MD”, dan
drukt u enkele malen op de MD x totdat de
disctitel en het totale aantal groepen
verschijnt en tenslotte volgt u opnieuw de
aanwijzingen van 2 t/m 5.
19NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Een CD opnemen op een MD
— CD-MD synchroonopname/
versnelde CD-MD
synchroonopname
U kunt een gehele CD gemakkelijk opnemen
op een MD. Naast het opnemen met normale
snelheid kunt u ook extra-snel opnemen (met
ongeveer viermaal de normale snelheid).
Hierbij kunt u de opnameduur bepalen door te
kiezen voor de gewenste opnamekwaliteit.
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Leg de op te nemen compact disc in de
disc-lade.
3 Voor opnemen met de groepsfunctie
drukt u enkele malen op de GROUP
ON/OFF toets totdat de aanduiding
“GROUP” in het uitleesvenster verschijnt.
7 Voor opnemen met de groepsfunctie
gaat u als volgt te werk, afhankelijk van
waar u de opnamen wilt inpassen:
Voor opnemen in een nieuwe groep
Druk enkele malen op de GROUP SKIP
toets totdat de aanduiding “New Group”
verschijnt.
Voor opnemen in een bestaande
groep
Druk enkele malen op de GROUP SKIP
toets totdat de gewenste groep wordt
aangegeven.
Sla deze stap over en ga direct door met
stap 8 als u bij het opnemen de
groepsfunctie niet wilt gebruiken.
8 Druk weer op de ENTER/START toets terwijl
de aanduiding “Press START” nog knippert.
Het opnemen begint.
Na afloop van het opnemen zullen de CDspeler en de minidisc-recorder beide
automatisch stoppen.
Voor opnemen zonder de groepsfunctie
zorgt u dat de de aanduiding “GROUP”
gedoofd is en dan gaat u door met stap 4.
Stoppen met opnemen
4 Druk enkele malen op de REC MODE
Druk op de MD x stoptoets.
toets om in te stellen op de gewenste
opnamekwaliteit.
Hiermee kiest u tegelijk de beschikbare
opnameduur.
Plaats een voor opnemen geschikte cassette in het
deck en stel bij stap 5 in op “DUAL SYNC”.
Ook als nu tijdens het opnemen de minidisc of de
cassette vol raakt en stopt, zal het opnemen op de
andere gewoon doorgaan.
Beschikbare
opnameduur
Kies voor
(opnamekwaliteit)
Standaard
geen aanduiding
(topkwaliteit stereo)
Dubbel
LP2
(LP2 stereo)
Alleen bepaalde muziekstukken van
een CD opnemen
Vierdubbel
LP4
(LP4 stereo)
U kunt automatisch alleen uw favoriete
muziekstukken van een CD opnemen met
behulp van de programma-weergave. Hiervoor
volgt u tussen bovenstaande stappen 2 en 3 eerst
de aanwijzingen 1 t/m 5 onder “Muziekstukken
van een CD programmeren” (op blz. 10).
Dubbel (met omzetting MONO
van stereosignalen naar (alleen mono opname)
mono)
5 Druk enkele malen op de SYNCHRO
toets totdat de aanduiding “CDtMD
SYNC” in het uitleesvenster verschijnt.
Voor opnemen met hoge snelheid
(versnelde CD-MD synchroonopname) stelt
u in op “HISPEED SYNC”.
6 Druk op de ENTER/START toets.
20NL
Een CD tegelijk op minidisc en op
cassette opnemen
De aanduiding “Press START” gaat knipperen.
De minidisc-recorder komt in gereedheid voor
opname en de CD-speler wacht in de
pauzestand om met afspelen te beginnen.
Tips
• Nadere bijzonderheden over de LP2/LP4
opnamefuncties vindt u op blz. 26.
• Nadere bijzonderheden over de versnelde CD-MD
synchroonopname vindt u op blz. 27.
Opmerkingen
• U kunt het opnemen niet halverwege pauzeren.
• Ook als er eerder was ingesteld op herhaalde weergave
of willekeurige weergave, zal nu bij stap 6 automatisch
worden overgeschakeld op normale weergave.
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Muziek van een cassette
overnemen op MD
— TAPE-MD synchroonopname
U kunt ook analoge geluidsopnamen van een
cassette overnemen op een minidisc. Gebruik in
dit cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes.
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Plaats de cassette waarvan u de
3 Druk enkele malen op de SYNCHRO
toets totdat de aanduiding “TAPEtMD
SYNC” verschijnt.
4 Druk op de ENTER/START toets.
De aanduiding “Press START” gaat
knipperen.
De minidisc-recorder komt in gereedheid
voor opname en het cassettedeck wacht in
de pauzestand om met afspelen te beginnen.
— Handmatige opname
U kunt van een CD alleen bepaalde
muziekstukken stuk voor stuk opnemen of ook
muziek van andere aangesloten apparatuur.
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
• CD: Voor opnemen vanaf de CD-speler
van deze stereo-installatie.
• TAPE: Voor opnemen vanaf het
cassettedeck van deze stereo-installatie.
• TUNER: Voor opnemen van een radiouitzending via de tuner van deze stereoinstallatie.
• OPTICAL IN: Voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is aangesloten
op de OPTICAL IN aansluiting.
• ANALOG IN: Voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is aangesloten
op de ANALOG IN aansluitingen.
MD – opname
opnamen wilt overnemen.
Handmatig opnemen op een MD
3 Druk enkele malen op de REC MODE
L-SYNC
MD
TAPE
SYNC REC
Af te spelen kant van de cassette*
* Er wordt N aangegeven voor de voorkant en
n voor de achterkant van de cassette. Om over
te schakelen naar de andere kant, die niet wordt
aangegeven, drukt u op de x stoptoets, neemt u
de cassette uit en plaatst u deze er omgekeerd
weer in, om vervolgens de stappen 3 en 4
opnieuw te doen.
5 Druk enkele malen op de DIRECTION
totdat er g verschijnt voor opnemen
op een enkele cassettekant of h (of
j) voor opnemen op beide
cassettekanten.
6 Druk weer op de ENTER/START toets
terwijl de aanduiding “Press START”
nog knippert.
Het opnemen begint.
Na afloop van het opnemen zullen het
cassettedeck en de minidisc-recorder beide
automatisch stoppen.
Stoppen met opnemen
Druk op de MD x stoptoets.
toets om in te stellen op de gewenste
opnamekwaliteit.
Hiermee kiest u tegelijk de beschikbare
opnameduur.
Beschikbare
opnameduur
Kies voor
(opnamekwaliteit)
Standaard
geen aanduiding
(topkwaliteit stereo)
Dubbel
LP2
(LP2 stereo)
Vierdubbel
LP4
(LP4 stereo)
Dubbel (met omzetting MONO
van stereosignalen naar (alleen mono opname)
mono)
4 Druk op de MD zREC opnametoets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid
voor het opnemen.
5 Druk op de MD NX toets (of op de N
weergavetoets van de
afstandsbediening) en start de weergave
van de geluidsbron die u wilt opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de MD x stoptoets.
wordt vervolgd
21NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
1 Plaats een voor opnemen geschikte
Handmatig opnemen op een MD
(vervolg)
MD.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
Tips
• Als u midden in een muziekstuk wilt beginnen bij
handmatig opnemen van een disc in deze stereoinstallatie, drukt u dan vóór stap 4 eerst op de CD
NX toets (of op de X pauzetoets van de
afstandsbediening) om het afspelen te pauzeren en
druk vervolgens bij stap 5 nogmaals op de CD
NX toets (of op de N weergavetoets van de
afstandsbediening) om het afspelen te hervatten.
• Tijdens het opnemen kunt u de resterende
opnameduur op de minidisc controleren met een druk
op de DISPLAY toets van de afstandsbediening.
• Als er tijdens het opnemen van een AM radiouitzending storende geluiden klinken, verplaatst u
dan de AM antenne of sluit een aardingsdraad aan op
de U aardaansluiting om de storing te onderdrukken.
• Nadere bijzonderheden over de LP2/LP4
opnamefuncties vindt u op blz. 26.
• U kunt het opnameniveau naar wens instellen (zie
blz. 25).
Veiligheids-opnamestart
met 6 seconden muziek
uit het buffergeheugen
toets om in te stellen op de gewenste
opnamekwaliteit.
Hiermee kiest u tegelijk de beschikbare
opnameduur.
Beschikbare
opnameduur
Kies voor
(opnamekwaliteit)
Standaard
geen aanduiding
(topkwaliteit stereo)
Dubbel
LP2
(LP2 stereo)
Vierdubbel
LP4
(LP4 stereo)
Dubbel (met omzetting MONO
(alleen mono opname)
van stereosignalen
naar mono)
De minidisc-recorder komt in gereedheid
voor het opnemen.
5 Start de weergave van de geluidsbron
Bij het opnemen van een FM radio-uitzending
of een satelliet-uitzending kunnen vaak de
eerste paar seconden van de uitzending
verloren gaan, omdat u eerst even wilt luisteren
voordat u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. U kunt dit verlies van de
beginklanken voorkomen met behulp van de
tijdmachine-opnamefunctie, die voortdurend de
laatste 6 seconden aan audiogegevens in een
buffergeheugen bewaart, zodat bij de
opnamestart eerst deze 6 seconden aan
audiogegevens worden opgenomen, zoals
onderstaande afbeelding aangeeft:
Einde van het
programma dat u
wilt opnemen
Tijd
6-seconden
buffergeheugen
Begin van het programma
dat u wilt opnemen
3 Druk enkele malen op de REC MODE
4 Druk op de MD zREC opnametoets.
— Tijdmachine-opname
Starten van de
opname (in stap 6)
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
die u wilt opnemen.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening bij het punt waar u
de opname wilt starten.
Stoppen van de tijdmachine-opname
Druk op de MD x stoptoets.
Tip
Nadere bijzonderheden over de LP2/LP4
opnamefuncties vindt u op blz. 26.
Opmerking
De minidisc-recorder begint met het opslaan van
audio-gegevens zodra het apparaat in stap 4 in de
opnamepauzestand komt en u de weergave van de
geluidsbron start. Als de geluidsbron nog geen 6
seconden lang aan staat wanneer u op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening drukt, zal de
tijdmachine-opname beginnen met minder dan 6
seconden aan audiogegevens.
Opgenomen
gedeelte
22NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Tips voor het opnemen
Toevoegen van de
identificatie “LP:” aan de
naam van een muziekstuk
tijdens de MDLP extra-lange
opnamefunctie
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets om voor de geluidsbron in te
stellen op “MD”.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “Setup?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “LP
Stamp Off” (of “LP Stamp On”) wordt
aangegeven en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de gewenste
instelling te kiezen en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Voor
Stelt u in op
Toevoegen van de
“LP:” identificatie
LP Stamp On
(fabrieksinstelling)
Niet toevoegen van de LP Stamp Off
“LP:” identificatie
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Met de identificatie ingeschakeld, in de “On” stand,
wordt er “LP:” voor de eerste letters van de
muziektitel opgenomen, dus het aantal letters dat u
zelf kunt invoeren voor de titels op een minidisc
wordt hiermee iets minder. En als u een muziekstuk
met een “LP:” identificatie in tweeën splitst met de
Divide functie, zullen beide delen daarna de “LP:”
identificatie dragen.
Aanbrengen van
muziekstuknummers
• Automatisch markeren van muziekstukken
(Level-Synchro stilte-markering)
MD – opname
De aanduiding “LP:” verschijnt in het
uitleesvenster wanneer u probeert een
muziekstuk met deze identificatie af te spelen
met een apparaat dat niet geschikt is voor de
MDLP opnamefunctie. Met deze functie kunt u
dus vlot controleren of een muziekstuk al dan
niet is opgenomen met de MDLP functie en
dus wel of niet kan worden weergegeven.
De aanduiding zal niet verschijnen bij een
weergave-apparaat dat wel geschikt is voor de
MDLP functie.
Opmerkingen
De muziekstuknummers kunnen automatisch
op de minidisc worden aangebracht in precies
de oorspronkelijke plaatsen, bij opnemen vanaf
de CD-speler van deze stereo-installatie of van
een geluidsbron aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL IN aansluiting.
Bij bepaalde muziekstukken kunnen de nummers
echter niet altijd goed worden aangebracht (zie
blz. 63).
Gebruik de “Level-Synchro” stilte-markering als u
automatisch muziekstuknummers wilt aanbrengen
bij het opnemen vanaf de tuner van deze stereoinstallatie of vanaf andere geluidsapparatuur die is
aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen.
Overigens kan het automatisch markeren van
muziekstuknummers niet goed werken als er
bijgeluiden klinken, zoals applaus, in het geluid dat
u opneemt (van de radio of een cassette e.d.).
Opmerking
Als u het opnemen van een CD pauzeert, wordt er bij
dat punt op de minidisc een (extra)
muziekstuknummer vastgelegd. Daarentegen kunnen
meerdere muziekstukken wel eens samen een enkel
nummer krijgen als u een bepaald muziekstuk van
dezelfde CD meer dan eens op de minidisc opneemt.
• Handmatig markeren van
muziekstukken bij opname (muziekstukmarkering)
U kunt tijdens het opnemen zelf bij elk gewenst
punt een muziekstuknummer aanbrengen,
ongeacht de opgenomen geluidsbron.
• Na afloop van het opnemen
Gebruik de “Divide” functie om de opname te
splitsen (zie blz. 36).
Deze functie is handig bij opnemen van een
cassette of een radio-uitzending, waarbij de
nummers niet automatisch worden aangebracht.
wordt vervolgd
23NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Tips voor het opnemen (vervolg)
Automatisch markeren van
muziekstukken tijdens opnemen
— Level-Synchro stilte-markering
Met de “Level-Synchro” stilte-markering, die
in de fabriek is ingeschakeld, worden er bij
analoog opnemen automatisch
muziekstuknummers aangebracht. Als de
“L-SYNC” aanduiding tijdens opnemen niet
zichtbaar is, schakelt u deze markering in zoals
hieronder beschreven. Hiermee zal de minidiscrecorder een nieuw muziekstuknummer
aanbrengen, telkens wanneer het meer dan twee
seconden stil blijft, met het ingangssignaal
onder dan een bepaald peil, en er daarna weer
meer geluid klinkt.
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “Setup?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “T.Mark
Off” (of “T.Mark LSync”) verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de gewenste
instelling te kiezen en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Voor
Stelt u in op
Inschakelen van de
Level-Synchro stiltemarkering
T.Mark LSync
(fabrieksinstelling)
Uitschakelen van de
Level-Synchro stiltemarkering
T.Mark Off
Als u de Level Synchro stilte-markering
inschakelt, licht de aanduiding “L-SYNC” op.
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
24NL
Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de voorgaande pagina’s
voor de diverse opnamefuncties.
Aanpassen van het activeringsniveau
voor de Level-Synchro stilte-markering
Wanneer de Level-Synchro stilte-markering op “On”
staat, worden er automatisch muziekstuknummers
aangebracht zodra het ingangssignaal langer dan
twee seconden onder het geldende activeringsniveau
blijft en er dan weer bovenuit stijgt. De
fabrieksinstelling hiervoor is “–50 dB”.
Als u opnamen maakt vanaf een cassette of een
radio-uitzending en de muziekstuknummers worden
niet goed aangebracht vanwege teveel geluid tussen
de muziekstukken, stelt u het activeringsniveau dan
hoger in om gemakkelijker nummers aan te brengen.
Volg de onderstaande aanwijzingen als u het
activeringsniveau voor de Level-Synchro stiltemarkering wilt wijzigen.
1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “Setup?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “LS(T)”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om het gewenste
niveau te kiezen en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
U kunt het activeringsniveau precies naar wens
instellen van –72 dB tot 0 dB, in stapjes van 2 dB.
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Aanbrengen van muziekstuknummers
bij gewenste punten tijdens opnemen
— Muziekstuk-markering
Tijdens het opnemen kunt u zelf bij elk gewenst
punt een muziekstuknummer aanbrengen,
ongeacht de opgenomen geluidsbron.
Druk tijdens handmatig opnemen op de
MD zREC toets bij een punt waar u een
muziekstuknummer wilt aanbrengen.
De later volgende muziekstukken schuiven dan
allemaal een plaatsje op naar een hoger nummer.
Markeren van muziekstukken na
afloop van het opnemen
Gebruik de “Divide” functie om een opname
onder te verdelen (zie blz. 36).
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Pauzes tussen de
muziekstukken 3 seconden
lang maken
— Smart Space pauze-verkorting
Geen inkomend geluid gedurende minder
dan 30 seconden
Uit
Aan
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “Setup?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat er
“S.Space Off” (of “S.Space On”) wordt
aangegeven en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
MD – opname
Met de Smart Space pauze-verkorting kunt u
bij het digitaal opnemen van een compact disc
automatisch standaard pauzes van 3 seconden
tussen de muziekstukken invoegen. Ook bij
andere opnamen zorgt de “Smart Space” functie,
mits ingeschakeld, dat elke pauze van meer dan
3 seconden (maar minder dan 30 seconden)
tijdens het opnemen door de minidisc-recorder
wordt ingekort tot ongeveer 3 seconden, waarna
het opnemen gewoon doorgaat.
1 Druk op de MD toets van de
5 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de gewenste
instelling te kiezen en druk dan op de
ENTER/YES toets van de afstandsbediening.
Voor
Stelt u in op
Inschakelen van de
“Smart Space”
pauze-inkortfunctie
S.Space On
(fabrieksinstelling)
Uitschakelen van de
“Smart Space”
pauze-inkortfunctie
S.Space Off
Vervangen door een pauze van 3
seconden, gevolgd door normale opname.
“Auto Cut” automatische pauzestand:
Wanneer de “Smart Space” pauze-inkortfunctie
is ingeschakeld en er komt tijdens opnemen
30 seconden of langer geen geluid door, dan
vervangt de minidisc-recorder de lange stilte
door een standaard pauze van 3 seconden
lengte en blijft dan in de opnamepauzestand
wachten.
Geen inkomend geluid gedurende 30
seconden of langer
Uit
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de voorgaande pagina’s
voor de diverse opnamefuncties.
Instellen van het opnameniveau
Voor het opnemen op een minidisc kunt u het
opnameniveau naar wens bijregelen.
Bovendien kunt u het opnameniveau niet alleen
voor analoge opnamen maar ook voor digitale
opname van een CD e.d. naar wens instellen.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
Aan
Vervangen door een pauze van
3 seconden, gevolgd door de
opnamepauzestand
2 Druk op de MD zREC opnametoets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid
voor het opnemen.
3 Start de weergave van de geluidsbron
die u wilt opnemen.
wordt vervolgd
25NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Tips voor het opnemen (vervolg)
4 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat de aanduiding
“Setup?” verschijnt en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “LevelAdjust?” verschijnt en druk
weer op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
6 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om het
opnameniveau naar wens in te stellen.
Luister naar de weergave en stel het
opnameniveau zo in dat de aanduiding
“OVER” ook bij de luidste passages nog net
niet in het uitleesvenster oplicht.
TOC
L-SYNC
REC
OVER
Stel het opnameniveau zo in dat er nog net
geen “OVER” verschijnt.
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
8 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
9 Druk op de MD x stoptoets.
10 Als er nog een compact disc of een
andere geluidsbron wordt afgespeeld,
stopt u de weergave daarvan.
Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de voorgaande pagina’s
voor de diverse opnamefuncties.
Beschrijving van de
opname-instellingen
Extra-lange opnamen
Naast de normale stereo opname biedt deze
stereo-installatie twee extra-lange
opnamefuncties: LP2 en LP4 (samen ook wel
MDLP opname genoemd).
Met de REC MODE toets kunt u de gewenste
opnameduur en -kwaliteit kiezen. Zie tevens de
aanwijzingen voor het opnemen (blz. 20–22).
De minidiscs die u opneemt met een van de
MDLP stereo opnamefuncties kunnen alleen
worden afgespeeld met apparatuur die voorzien
is van de volgende aanduiding.
Minidiscs die zijn opgenomen in MDLP stereo
zijn niet goed weer te geven met apparatuur die
niet geschikt is voor de MDLP opnamefuncties.
U kunt de identificatie “LP:” toevoegen aan de
naam van een muziekstuk om te voorkomen dat
u het onverrichterzake probeert af te spelen met
een apparaat dat niet geschikt is voor de MDLP
extra-lange opnamen (zie blz. 23).
Tips
• Met de LP4 Stereo opnamefunctie (voor 4× zo
lange opnameduur) wordt een lange stereo opname
verkregen door middel van een speciaal
compressiesysteem. Wanneer u echter de beste
geluidskwaliteit van groot belang acht, kunt u beter
de gewone Stereo opname of de LP2 Stereo opname
(voor 2× zo lange opnameduur) gebruiken.
• Op een enkele minidisc kunt u verschillende
opnamefuncties door elkaar gebruiken.
• De gekozen opnamefunctie blijft ook na afloop van
het opnemen nog ingeschakeld. Om over te
schakelen naar een andere opnamefunctie, drukt u
enkele malen op de REC MODE toets.
Tips
Opmerkingen
• U kunt het opnameniveau ook nog instellen terwijl
het opnemen al begonnen is.
• Na het instellen blijft het door u gekozen
opnameniveau gelden totdat u het zelf weer wijzigt.
• Het opnameniveau is niet instelbaar voor of tijdens
de CD-MD synchroon-opname.
• De opnamefunctie is niet om te schakelen tijdens
het opnemen of in de opnamepauzestand.
• Ook al staat de opnamefunctie ingesteld op
“MONO”, het geluid dat u via de luidsprekers hoort
zal klinken zoals de geluidsbron zelf is opgenomen
(dus in stereo voor gewone stereo geluidsbronnen).
26NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Versnelde CD-MD
synchroonopname
Bij de CD-MD synchroonopname of bij het
opnemen van een aantal geprogrammeerde
muziekstukken van een CD op minidisc kunt u
het opnemen sneller laten verlopen (met
ongeveer viermaal de normale snelheid). Kies
hiervoor de versnelde CD-MD
synchroonopname (zie blz. 20).
Als de versnelde CD-MD
synchroonopname niet goed werkt
MD – opname
Als er “Retry” in het uitleesvenster
knippert
Dan is er een leesfout opgetreden en probeert
het apparaat de gegevens opnieuw te lezen.
• Als het lezen nu wel lukt, gaat de minidiscrecorder alsnog door met de versnelde CDMD synchroonopname.
• Als er iets mis is met de geplaatste CD of
met het apparaat, zodat het lezen nog niet
lukt, stopt de versnelde CD-MD
synchroonopname. Dan gaat in het
uitleesvenster de aanduiding “NORM”
knipperen en schakelt de minidisc-recorder
automatisch over naar de normale CD-MD
synchroonopname. In dat geval kunt u
overigens tijdens het opnemen het
opgenomen geluid niet controleren.
Opmerkingen
• Tijdens de versnelde opname kunt u het geluid niet
beluisteren.
• De volgende functies zijn niet te gebruiken of
zullen niet goed werken tijdens de versnelde CDMD synchroonopname:
– de Auto Cut automatische pauzestand
– het opnameniveau dat is gekozen via het Setup
menu (het opnameniveau is hierbij altijd 0,0 dB).
27NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
MD – opnamen bewerken
Alvorens te beginnen met
bewerken
U kunt de opnamen op een minidisc alleen
bewerken als:
• Het een opname-minidisc betreft.
• De minidisc-recorder is ingesteld op normale
continu-weergave.
Alvorens te gaan bewerken, controleert u dit als volgt.
1 Controleer het wispreventienokje van
de minidisc die u wilt bewerken.
Om de minidisc voor bewerken geschikt te
maken, schuift u het wispreventienokje dicht.
Zolang de minidisc beveiligd is tegen
opnemen en wissen, is het bewerken van de
opnamen ook niet mogelijk.
2 Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets totdat er geen “SHUF” of “PGM”
meer in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
Het bewerken van de minidisc is alleen
mogelijk in de normale continu-weergavestand.
De minidisc kan niet worden bewerkt wanneer
er is ingesteld op willekeurige weergave of
programma-weergave.
Uitschakelen van de bewerkingsfunctie
Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening.
Na afloop van het bewerken
Druk op de MD Z uitschuiftoets om de
minidisc te verwijderen of druk op de ?/1
(aan/uit) -schakelaar om de stereoinstallatie uit te schakelen.
De aanduiding “TOC” of “STANDBY” gaat
knipperen. De TOC inhoudsopgave wordt
bijgewerkt en dan pas worden de bewerkingen
op de minidisc definitief van kracht.
Voordat u het netsnoer losmaakt
De opname op een minidisc is pas compleet wanneer
de TOC (Table Of Contents) inhoudsopgave van de
minidisc is bijgewerkt. Dit bijwerken van de TOC
gebeurt automatisch wanneer u de minidisc uitneemt
of op de ?/1 toets drukt om de stereo-installatie uit
te schakelen. Trek dus nooit de stekker uit het
stopcontact vóór of tijdens het bijwerken van de
TOC (terwijl de aanduiding “TOC” brandt of
knippert), want anders kunnen de gemaakte
opnamen nog verloren gaan.
Naamgeving van een
minidisc
— NAME titelkeuze
U kunt zelf titels invoeren voor uw minidiscs
en de muziekstukken daarop.
Tijdens het opnemen
Tijdens de CD-MD synchroon-opname wordt
er automatisch CD-TEXT informatie op de
minidisc vastgelegd.
Om dit automatisch vastleggen van CD-TEXT
informatie te verhinderen, verandert u de
instellingen als volgt. Gebruik hiervoor de
afstandsbediening.
Druk op de MD toets om in te stellen op “MD”,
druk dan op de MENU/NO toets en enkele
malen op de . of > toets totdat er
“Setup?” verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets. Druk weer enkele malen op de .
of > toets totdat er “Txt Save On” verschijnt
en druk op de ENTER/YES toets. Druk nu
weer enkele malen op de . of > toets
totdat er “Txt Save Off” verschijnt, druk op de
ENTER/YES toets en tenslotte op de MENU/
NO toets. De fabrieksinstelling hiervoor is
“ON”.
Opmerking
Ook wanneer u hebt gekozen voor “Txt Save Off”,
dan nog kan de CD-TEXT informatie wel eens
automatisch worden vastgelegd, afhankelijk van de
afgespeelde disc.
Na afloop van het opnemen
Gebruik de Name titelfunctie. U kunt op een
enkele minidisc in totaal ongeveer 1.700
lettertekens voor de disctitel, muziektitels en
groeptitels invoeren.
Bij de naamgeving van een minidisc die
is opgenomen met de groepsfunctie
dient u ook de groepsfunctie in te
schakelen voor de titelkeuze, om te
voorkomen dat de groepsgegevens per
ongeluk worden overschreven.
Nadere bijzonderheden over de groepsgegevens
vindt u op blz. 18.
28NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
1 Druk op de MD toets van de
3 Druk enkele malen op de NAME EDIT/
afstandsbediening.
2 Al naar gelang voor welk onderdeel u
de titels wilt invoeren, volgt u een van
de onderstaande procedures:
Voor naamgeving van een
muziekstuk
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat het
gewenste muziekstuknummer wordt
aangegeven en druk dan op de NAME
EDIT/SELECT toets van de
afstandsbediening.
Voor naamgeving van de MD
SELECT toets van de
afstandsbediening om in te stellen op
het gewenste soort letterteken.
Voor gebruik van
Stelt u in op
Alfabet (hoofdletters)
/spatie/leestekens
Selected AB
Alfabet (kleine letters)
/spatie/leestekens
Selected ab
Cijfers
Selected 12
4 Voer een letterteken in.
Doet u het volgende
Letters van het
alfabet
Druk op de betreffende
lettertoets (of enkele
malen op de ./>
toets) van de
afstandsbediening totdat
de in te voeren letter gaat
knipperen, en druk dan op
de CURSORt toets van
de afstandsbediening.
Cijfers
Druk op de betreffende
cijfertoetsen van de
afstandsbediening.
Spatie
Druk op de 10/0 toets van
de afstandsbediening.
´–/,.():!?
Druk enkele malen op
toets 1 van de
afstandsbediening.
Druk op de NAME EDIT/SELECT toets
van de afstandsbediening terwijl het totale
aantal muziekstukken (of groepen, wanneer
de groepsfunctie is ingeschakeld) wordt
aangegeven.
Voor naamgeving van een groep
Druk enkele malen op de GROUP ON/OFF
toets totdat de aanduiding “GROUP”
oplicht en druk dan enkele malen op de
GROUP SKIP toets totdat de gewenste
groep wordt aangegeven. Druk dan op de
NAME EDIT/SELECT toets van de
afstandsbediening terwijl het totale aantal
muziekstukken in de gekozen groep wordt
aangegeven.
MD – opnamen bewerken
Voor invoer van
& + < > _ = “ ; # $ % Druk op cijfertoets 1 van
@
`
de afstandsbediening en
dan enkele malen op de
./> toets van
de afstandsbediening.
TOC
L-SYNC
5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u de
Cursor
gehele titel hebt ingevoerd.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
wordt vervolgd
29NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Naamgeving van een minidisc
(vervolg)
Corrigeren van een ingevoerd
letterteken
Druk in stap 3 of 4 enkele malen op de
TCURSOR of CURSORt toets totdat het te
wijzigen letterteken gaat knipperen, druk op de
CLEAR toets van de afstandsbediening om het
letterteken te wissen en herhaal dan de stappen
3 en 4.
Invoegen van lettertekens
Druk na stap 1 of 2 enkele malen op de
TCURSOR of CURSORt toets totdat de
cursor op het punt staat waar u een of meer
letters wilt invoegen en ga dan door met stap 3.
Tip
U kunt een muziekstuk ook tijdens het afspelen nog
van een titel voorzien. De weergave wordt daarbij
herhaald totdat u de titel voltooit.
Opmerking
Als u twee schuine strepen “//” invoert tussen de
letters van de disctitel, zoals “abc//def”, zult u
waarschijnlijk de groepsfunctie niet kunnen
gebruiken.
Controleren van de titels op
een minidisc
Om de titels op een minidisc te controleren,
drukt u in de stopstand op de SCROLL
doorlooptoets van de afstandsbediening. Om de
titels van de muziekstukken te zien, drukt u op
de SCROLL doorlooptoets tijdens afspelen.
Om de groeptitels te controleren, drukt u in de
stopstand enkele malen op de GROUP ON/
OFF toets totdat de aanduiding “GROUP”
oplicht, dan drukt u enkele malen op de
GROUP SKIP toets totdat de gewenste groep
wordt aangegeven en tenslotte drukt u op de
SCROLL doorlooptoets van de
afstandsbediening.
Wissen van titels
1 Voor het wissen van groeptitels drukt u
in de stopstand enkele malen op de
GROUP ON/OFF toets totdat de
aanduiding “GROUP” oplicht.
2 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Nm Erase?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Om disctitels te wissen
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “Nm Ers
Disc” verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
Om muziektitels te wissen
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat het nummer
van het betreffende muziekstuk wordt
aangegeven en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
Om groeptitels te wissen
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er een
groepnummer verschijnt, druk dan enkele
malen op de GROUP SKIP toets totdat de
gewenste groep wordt aangegeven en druk
tenslotte op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Na het wissen verschijnt de aanduiding
“Complete!”.
Opmerking
U kunt niet de titel van een groep wissen waarvoor
geen muziekstukken zijn vastgelegd.
Om het doorlopen van de titels te stoppen, drukt u
weer op de SCROLL toets. Druk nogmaals op
deze toets om de titels weer te laten doorlopen.
30NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Opgenomen
muziekstukken in een
nieuwe groep plaatsen
— Create functie
Met deze functie kunt u een nieuwe groep
maken en dan een muziekstuk of een reeks
muziekstukken die er nog niet bij horen daarin
plaatsen.
Tip
U kunt in de groep ook muziekstukken plaatsen die
zijn opgenomen met apparatuur zonder groepsfunctie.
Opmerkingen
• Een enkel muziekstuk kan niet in meerdere groepen
tegelijk worden geplaatst.
• Bij het maken van een groep zonder nummers er in
zult u wel een titel voor die groep moeten kiezen.
• Als u bij stap 5 geen groeptitel invoert, zal er
“Group ** (groepsnummer)” worden aangegeven in
plaats van de titel.
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
MD – opnamen bewerken
2 Druk enkele malen op de GROUP ON/
OFF toets totdat de aanduiding
“GROUP” oplicht.
3 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Gp Create?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Volg de aanwijzingen van 3 t/m 6 onder
“Naamgeving van minidisc” op blz. 28.
6 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer van het eerste muziekstuk
dat u in de groep wilt plaatsen
verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
7 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer van het laatste muziekstuk
dat u in de groep wilt plaatsen
verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
(Als u slechts een enkel muziekstuk in
de groep wilt plaatsen, drukt u
eenvoudig nogmaals op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening, zonder
een ander nummer te kiezen.)
Een groep maken zonder nummers er
in te plaatsen
Druk bij stap 6 op de . of > toets van de
afstandsbediening totdat de aanduiding “None”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
31NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Verwijderen van
groepsgegevens
— Release functie
Met deze functie kunt u de groepsgegevens
verwijderen, eenvoudigweg door de groep te
kiezen waarvoor u de gegevens wilt weghalen.
Daarnaast kunt u ook de groepsgegevens voor
alle muziekstukken op de minidisc in één keer
tegelijk verwijderen.
De gegevens voor een enkele
groep verwijderen
— Group Release functie
U kunt de groepsgegevens voor alle
muziekstukken in een gekozen groep in één
keer tegelijk verwijderen, zodat de groep komt
te vervallen. (De muziekstukken zelf blijven
echter wel gewoon op de minidisc bestaan.)
1 Druk op de MD toets van de
De gegevens voor alle
groepen op de minidisc
verwijderen
— All Release functie
U kunt de groepsgegevens voor alle
muziekstukken op de minidisc in één keer
tegelijk verwijderen.
1 Druk in de stopstand enkele malen op
de GROUP ON/OFF toets totdat de
aanduiding “GROUP” oplicht.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Gp All REL?” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt de vraag “All REL??”.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
afstandsbediening.
2 Druk enkele malen op de GROUP
ON/OFF toets totdat de aanduiding
“GROUP” oplicht.
3 Druk enkele malen op de GROUP SKIP
toets totdat de gewenste groep wordt
aangegeven.
4 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Gp Release?” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt de vraag “REL Gp**
(gekozen groepsnummer)??”.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
32NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Wissen van minidiscopnamen
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
— Erase wisfuncties
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Tr Erase?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer van het muziekstuk dat u
wilt wissen verschijnt.
5 Druk op de ENTER/YES toets van de
MD – opnamen bewerken
U kunt ongewenste opnamen gemakkelijk van een
minidisc wissen, door enkel de inhoudsopgave bij te
werken.
Daarna kunt u de gewiste muziekstukken wel
onmiddellijk na het wissen terughalen met de “Undo”
herstelfunctie (zie blz. 38). De gewiste gegevens zullen
echter voorgoed verloren gaan als u na het wissen eerst
nog een andere bewerking doet. Let dus goed op of u
de gekozen muziekstukken inderdaad wel wilt wissen.
U kunt kiezen uit de volgende drie
wismethoden:
• Wissen van een enkel muziekstuk (Track
Erase)
• Wissen van alle muziekstukken (All Erase)
• Wissen van een deel van een muziekstuk
(A-B Erase)
afstandsbediening.
Opmerking
Als u alle muziekstukken uiterst een groep verwijdert,
dan wordt de groep zelf daarmee ook gewist.
wordt vervolgd
Wissen van een enkel
muziekstuk
— Track Erase wisfunctie
U kunt een muziekstuk wissen door
eenvoudigweg het nummer ervan in te voeren.
Bij het wissen wordt het totale aantal
muziekstukken op de minidisc met één
verminderd en schuiven alle muziekstukken
volgend op het gewiste nummer een plaatsje op.
Bijvoorbeeld: Wissen van muziekstuk 2.
Muziekstuk nummer
2 wordt gewist.
Muziekstuk-nummers
1
2
3
4
Oorspronkelijke
A
B
C
D
volgorde
1
Na het
wissen
2
A
3
C
D
Aangezien alle muziekstukken na een gewist
muziekstuk opnieuw worden genummerd, zoals u in
de afbeelding kunt zien, is het aanbevolen bij het
wissen van meerdere muziekstukken van achteren af
te werken, d.w.z. te beginnen bij de latere
muziekstukken, anders zullen de nummers van de
ongewenste muziekstukken telkens veranderen en
kunnen er gemakkelijk vergissingen ontstaan.
33NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Wissen van minidisc-opnamen
(vervolg)
Wissen van alle
muziekstukken
— All Erase wisfunctie
U kunt de volledige inhoud van een minidisc
(de minidisc-titel, de groeptitels, alle
muziekstukken en al hun titels) in één keer van
de minidisc wissen.
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
Bijvoorbeeld: Wissen van een deel van
muziekstuk 2.
Punt A
Punt B
Muziekstuk-nummers
1
2
Oorspronkelijke
volgorde
A
1
Na het
A-B Erase
wissen
3
B-A
B-B
2
A
B-C
3
B(A+C)
C
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “All Erase?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
toets van de afstandsbediening totdat
er “A-B Erase?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt de vraag “All Erase??”.
De weergave van het laatst gekozen
muziekstuk begint.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening als u het zeker weet.
Opmerking
Als u de bovenstaande handelingen doet terwijl de
groepsfunctie is ingeschakeld, zullen niet alleen de
muziekstukken van de gekozen groep, maar alle
muziekstukken en alle andere gegevens van de
minidisc worden gewist.
Wissen van een deel van een
muziekstuk
— “A-B Erase” wisfunctie
U kunt op eenvoudige wijze een bepaalde
passage binnen een muziekstuk afbakenen om
dit te wissen. Voor een nauwkeurig resultaat
kunt u dit te wissen gedeelte verschuiven per
fragment*, per seconde of per minuut.
Deze functie kan bijvoorbeeld goed van pas
komen om reclameboodschappen en andere
ongewenste delen uit opgenomen radiouitzendingen te verwijderen.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het
muziekstuk waaruit u een deel wilt
wissen.
5 Let aandachtig op het weergegeven
geluid en druk op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening bij het
beginpunt van de te wissen passage
(punt A).
De aanduidingen “—Rehearsal—” en
“Point A ok?” verschijnen beurtelings in het
uitleesvenster, terwijl het gekozen
muziekstuk wordt weergegeven vanaf het
begin tot aan het door u gekozen punt A.
* 1 fragment duurt 1/86 seconde.
34NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening als het punt A
precies het juiste beginpunt van de te
wissen passage is.
* Bij extra-lange opnamen kunt u het beginpunt
verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij
mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4
fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen).
7 Ga door met afspelen tot het punt B op
de minidisc wordt bereikt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduidingen “A-B Ers” en “Point B
ok?” verschijnen beurtelings, terwijl de
minidisc-recorder nu de beide passages van
enkele seconden vóór punt A en na punt B
aaneensluitend laat horen.
8 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening als het punt B
precies het juiste eindpunt van de te
wissen passage is.
Als het punt B niet precies goed is, drukt u
enkele malen op de . of > toets van
de afstandsbediening om het eindpunt van
de te wissen passage (punt B) nauwkeurig te
kiezen aan de hand van het weergegeven
geluid en wanneer het precies goed is, drukt
u op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
U kunt het eindpunt verschuiven in stapjes
van 1/86 seconde (1 fragment).*
* Bij extra-lange opnamen kunt u het eindpunt
verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij
mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4
fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen).
minuut
seconde
fragment
Verplaatsen van
opgenomen muziekstukken
MD – opnamen bewerken
De aanduiding “Point B set” verschijnt en
de weergave wordt hervat, zodat u het
eindpunt van de te wissen passage (punt B)
kunt bepalen.
Als het punt A niet precies goed is, drukt u
enkele malen op de . of > toets van
de afstandsbediening om het beginpunt van
de te wissen passage (punt A) nauwkeurig
te kiezen aan de hand van het weergegeven
geluid en wanneer het precies goed is, drukt
u op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
U kunt het beginpunt verschuiven in stapjes
van 1/86 seconde (1 fragment).*
Tip
Als u bij stap 6 of stap 8 het beginpunt of het
eindpunt wilt verschuiven in grotere stappen van een
seconde of een minuut, drukt u enkele malen op de
m of M toets van de afstandsbediening totdat de
aanduiding voor de minuut, seconde of fragment
knippert en dan drukt u op de . of > toets van
de afstandsbediening.
— Move functie
Met de “Move” functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken op de minidisc aanpassen. Bij het
verplaatsen van een muziekstuk worden de andere
muziekstukken automatisch opnieuw genummerd.
Bijvoorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3
naar plaats nummer 2.
Muziekstuk-nummers
1
2
3
Oorspronkelijke
A
B
volgorde
Met MOVE
verplaatst
2
1
A
4
C
D
4
3
C
B
D
1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “Move?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het
muziekstuk dat u wilt verplaatsen en
druk dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
wordt vervolgd
35NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
5 Druk weer enkele malen op de . of
> toets van de afstandsbediening
totdat het nieuwe plaatsnummer voor
het muziekstuk verschijnt.
TOC
L-SYNC
Oorspronkelijk
muziekstuknummer
Nieuw plaatsnummer
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Opmerking
Als u een muziekstuk verplaatst naar een nummer
dat al in een groep is opgenomen, dan wordt nu het
verplaatste muziekstuk in de groep vastgelegd. En
andersom, als u een muziekstuk dat deel uitmaakt van
een groep verplaatst naar een nummer dan niet in een
groep is opgenomen, dan vervallen de
groepsgegevens voor dat verplaatste muziekstuk.
Wanneer echter de groepsfunctie is ingeschakeld,
kunt u alleen muziekstukken binnen de gekozen
groep verplaatsen.
Splitsen van opgenomen
muziekstukken
— Divide functie
Met deze functie kunt u de nodige
muziekstuknummers aanbrengen na afloop van
het opnemen. En als er bij opnemen van radiouitzendingen of kopiëren van bandopnamen
niet automatisch muziekstuknummers zijn
gemarkeerd, kunt u ze hiermee alsnog
aanbrengen. Bij het splitsen wordt het totale
aantal nummers met één verhoogd en schuiven
alle muziekstukken volgend op het gesplitste
nummer een plaatsje op.
Bijvoorbeeld: Muziekstuk 2 splitsen in twee
muziekstukken, B en C.
Muziekstuk-nummers
1
2
Oorspronkelijke
A
B
volgorde
1
Met DIVIDE
gesplitst
D
Muziekstuk 2 wordt gesplitst in
muziekstuk B en muziekstuk C.
3
4
2
A
3
C
B
C
D
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Divide?” verschijnt en druk dan op
de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De weergave begint.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het
muziekstuk dat u wilt splitsen.
5 Let aandachtig op het weergegeven
geluid en druk op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening bij het punt
waar u het muziekstuk wilt splitsen.
De aanduiding “—Rehearsal—” verschijnt en
de gekozen passage voor het splitsen van het
muziekstuk wordt herhaaldelijk weergegeven.
36NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening als het gekozen
punt voor het splitsen van het
muziekstuk precies juist is.
Als het splitspunt niet precies goed is, drukt
u enkele malen op de . of > toets van
de afstandsbediening om het splitspunt
nauwkeuriger te kiezen aan de hand van het
weergegeven geluid en wanneer het precies
goed is, drukt u op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
U kunt het splitspunt verschuiven in stapjes
van 1/86 seconde (1 fragment).*
Tip
Als u bij stap 6 het splitspunt wilt verschuiven in
grotere stappen van een seconde of een minuut, drukt
u enkele malen op de m of M toets van de
afstandsbediening totdat de aanduiding voor de
minuut, seconde of fragment knippert en dan drukt op
de . of > toets van de afstandsbediening.
— Combine functie
U kunt twee muziekstukken of afzonderlijk
opgenomen passages tot een enkel muziekstuk
samenvoegen. Het totale aantal muziekstukken
op de minidisc wordt met één verminderd en
alle latere muziekstukken worden opnieuw
genummerd.
Bijvoorbeeld: Muziekstuk 3 met muziekstuk 1
samenvoegen.
Muziekstuk-nummers
1
Oorspronkelijke
A
volgorde
2
3
4
B
C
1
Met COMBINE
samengevoegd
2
A
MD – opnamen bewerken
* Bij extra-lange opnamen kunt u het splitspunt
verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij
mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4
fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen).
Samenvoegen van
opgenomen muziekstukken
C
D
3
B
D
Bijvoorbeeld: Muziekstuk 1 met muziekstuk 4
samenvoegen.
Oorspronkelijke
volgorde
minuut
seconde
1
2
3
B
A
4
5
C
D
D
A
fragment
1
Opmerking
Wanneer u een muziekstuk met een titel (zie blz. 28)
in twee delen splitst, zal alleen het eerste gedeelte de
titel behouden.
Met COMBINE
samengevoegd
2
B
3
C
4
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
Bijvoorbeeld:
1
2
2
A
4
B
A
1
3
C
3
B
4
5
C
Het tweede gedeelte draagt geen titel meer
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Combine?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
wordt vervolgd
37NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het eerste
muziekstuk van de twee die u wilt
samenvoegen en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Om bijvoorbeeld muziekstuk 1 achteraan muziekstuk
4 te voegen, stelt u eerst in op nummer 4.
TOC
L-SYNC
Nummer van het eerste muziekstuk
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat het
nummer verschijnt van het tweede
muziekstuk dat u achteraan het eerste
wilt voegen.
TOC
L-SYNC
Ongedaan maken van de
laatste bewerking
— Undo herstelfunctie
Met de herstelfunctie kunt u de laatste ingreep
op de minidisc ongedaan maken, om de minidisc
terug te brengen in de oorspronkelijke staat voor
die laatste bewerking. Overigens zult u een
bewerking niet ongedaan kunnen maken als u
erna een van de volgende dingen hebt gedaan:
• een andere bewerking hebt uitgevoerd.
• met opnemen bent begonnen.
• de TOC inhoudsopgave hebt bijgewerkt,
door uitschakelen van de minidisc-recorder
of uitnemen van de minidisc.
• de stekker uit het stopcontact hebt getrokken.
1 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening zodat
er “Edit Menu” verschijnt.
2 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Undo?” verschijnt.
De aanduiding “Undo?” verschijnt niet als er
geen bewerking ongedaan kan worden gemaakt.
3 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nummer van het als tweede Nieuw muziekstuknummer
deel bedoelde muziekstuk
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Opmerkingen
• Bij het samenvoegen van twee muziekstukken die
tot verschillende groepen behoren, wordt het tweede
muziekstuk ook ingedeeld bij dezelfde groep als het
eerste muziekstuk. Als u een muziekstuk dat bij een
groep behoort samenvoegt met een muziekstuk dat
niet bij een groep hoort, krijgt het tweede
muziekstuk dezelfde indeling als het eerste.
Wanneer echter de groepsfunctie is ingeschakeld,
kunt u alleen muziekstukken binnen de gekozen
groep samenvoegen.
• Muziekstukken die zijn opgenomen met
verschillende opnamefuncties (STEREO, LP2, LP4
of MONO) kunnen niet worden samengevoegd.
• Als beide samengevoegde muziekstukken titels
hadden, zal de titel van het tweede komen te
vervallen.
Er verschijnt een van de volgende
aanduidingen in het uitleesvenster, afhankelijk
van de laatst uitgevoerde bewerking.
Bewerking
Aanduiding
Naamgeving van discs,
muziekstukken of groepen
Name Undo?
Wissen van titels
Opzetten van een nieuwe
groep
Verwijderen van een groep
Group Undo?
Verwijderen van alle groepen
Wissen van alle muziekstukken
Wissen van een muziekstuk
Erase Undo?
Wissen van een deel van
een muziekstuk
Verplaatsen van muziekstukken
Move Undo?
Splitsen van een muziekstuk
Divide Undo?
Samenvoegen van muziekstukken Combine Undo?
4 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets
NL
38
van de afstandsbediening.
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Aanpassen van de
geluidssterkte na het opnemen
— S.F Edit volumecorrectie
De geluidssterkte van een
geheel muziekstuk
aanpassen
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “S.F Edit?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Tr Level?” verschijnt en druk weer
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om het
opnameniveau bij te regelen.
Het opnameniveau is instelbaar van –12 dB
tot +12 dB, instapjes van 2 dB. Stel het
zodanig in dat de aanduiding “OVER” ook
bij de krachtigste geluiden net niet oplicht.
TOC
L-SYNC
OVER
Stel het opnameniveau zo in dat er nog net
geen “OVER” verschijnt.
MD – opnamen bewerken
Na het opnemen kunt u de geluidssterkte van
de opgenomen muziekstukken aanpassen met
deze volumecorrectie. De oorspronkelijke
opname wordt dan overschreven met dezelfde
muziek, met de nieuw gekozen geluidssterkte.
Bij deze aanpassing van de geluidssterkte kunt
u het complete opnameniveau wijzigen, maar
ook kunt u het geluid met “Fade In” aan het
begin geleidelijk laten aanzwellen of het met
“Fade Out” aan het eind geleidelijk laten
wegebben.
6 Luister naar de geluidsweergave en
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt de vraag “S.F Edit OK?”.
8 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De minidisc-recorder begint nu het
bestaande muziekstuk opnieuw op te
nemen. De aanduiding “S.F Edit: ** %”
verschijnt terwijl het muziekstuk opnieuw
wordt opgenomen. Dit duurt even lang of
iets langer dan de speelduur van het
muziekstuk. Wanneer de nieuwe opname
voltooid is, verschijnt er “Complete!” in het
uitleesvenster.
wordt vervolgd
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het
muziekstuk waarvoor u de
geluidssterkte wilt aanpassen en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “Level 0dB” verschijnt.
39NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Aanpassen van de geluidssterkte na
het opnemen (vervolg)
In- of uit-faden van de
opname
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “S.F Edit?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Fade In?” (voor geleidelijk
aanzwellend geluid) of op “Fade Out?”
(voor wegebbend geluid) verschijnt en
druk weer op de ENTER/YES toets van
de afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het
muziekstuk waarvoor u de
geluidssterkte wilt aanpassen en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt er “S.F Edit OK?”.
8 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De minidisc-recorder begint nu het
bestaande muziekstuk opnieuw op te
nemen. De aanduiding “S.F Edit: ** %”
verschijnt terwijl het muziekstuk opnieuw
wordt opgenomen. Wanneer de nieuwe
opname voltooid is, verschijnt er
“Complete!” in het uitleesvenster.
Opmerkingen
• U kunt het opnameniveau niet aanpassen bij
muziekstukken die zijn opgenomen met de MDLP
extra-lange opnamefuncties.
• Als u de geluidssterkte van hetzelfde muziekstuk
meermalen aanpast, zal de geluidskwaliteit
afnemen.
• Wanneer de geluidssterkte eenmaal is aangepast,
zult u deze niet meer tot precies hetzelfde niveau
kunnen terugbrengen, ook al probeert u dit opnieuw
met de volumecorrectie.
• Tijdens het gebruik van de schakelklok zult u het
opnameniveau niet kunnen aanpassen.
• U kunt de “S.F Edit” volumecorrectie en het in- of
uit-faden niet zoals de andere bewerkingen
ongedaan maken met “Undo” om terug te keren
naar de oorspronkelijke toestand.
De aanduiding “Time 5.0s” verschijnt.
6 Luister naar de geluidsweergave en
druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om de
tijdsduur voor het aanzwellen of
wegebben van het geluid naar wens in
te stellen.
De minidisc-recorder speelt de passage af
die met “Fade In” of “Fade Out” opnieuw
zal worden opgenomen. U kunt de tijdsduur
instellen op elke gewenste waarde van 1,0
seconde tot 15,0 seconden, in stapjes van
0,1 seconde. De tijdsduur kan niet langer
worden gekozen dan de speelduur van het
muziekstuk.
40NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Tuner voor radio-ontvangst
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
de aanduiding “Memory?” verschijnt en
druk dan op de ENTER/YES toets.
Vastleggen van uw
favoriete radiozenders
U kunt maximaal 20 FM zenders en 10 AM
zenders vastleggen. Daarna kunt u op die
vastgelegde voorkeurzenders eenvoudig
afstemmen met een druk op de bijbehorende
nummertoets.
Er zijn twee manieren om uw voorkeurzenders
vast te leggen.
Voor
Gebruikt u de
Automatisch afstemmen
op alle plaatselijk te
ontvangen radiozenders,
om ze handmatig vast
te leggen
Automatische
zenderkeuze
Voorkeurzenders vastleggen
met automatische afstemming
1 Druk enkele malen op de TUNER BAND
2
3
toets om te kiezen voor de “FM” of
“AM” afstemband.
Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de aanduiding
“AUTO” in het uitleesvenster verschijnt.
Draai de TUNING +/– afstemknop naar
rechts of naar links.
De frequentie-aanduiding verandert terwijl
de tuner de afstemband doorzoekt. Het
zoeken stopt wanneer er op een duidelijk
doorkomende zender is afgestemd. Dan
verschijnt in het uitleesvenster de aanduiding
“TUNED” (en ook “STEREO” als er een
stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
Als de aanduiding “TUNED” niet
verschijnt en het doorzoeken van de
afstemband niet stopt
Kies dan de afstemfrequentie van de
gewenste radiozender zoals beschreven in
de stappen 2 en 3 onder “Voorkeurzenders
vastleggen met handmatige afstemming”.
4 Druk op de MENU/NO toets van de
toets van de afstandsbediening om het
gewenste zendernummer voor de
ontvangen zender te kiezen.
L-SYNC
TUNED STEREO
AUTO
Voorinstelnummer
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
8 Herhaal de stappen 1 t/m 7 voor elk
van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Tip
Druk op de TUNING MODE toets wanneer u wilt
stoppen met zoeken.
Voorkeurzenders vastleggen
met handmatige afstemming
1 Druk enkele malen op de TUNER BAND toets
om te kiezen voor de “FM” of “AM” afstemband.
2 Druk enkele malen op de TUNING MODE
3
4
5
6
toets totdat de aanduidingen “AUTO” en
“PRESET” uit het uitleesvenster verdwijnen.
Draai de TUNING +/– afstemknop naar
rechts of naar links om af te stemmen
op de gewenste radiozender.
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
de aanduiding “Memory?” verschijnt en
druk dan op de ENTER/YES toets.
Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om het
gewenste zendernummer voor de
ontvangen zender te kiezen.
Tuner voor radio-ontvangst
Handmatige zenderkeuze
Handmatig afstemmen
en vastleggen van de
afstemfrequenties van
uw favoriete radiozenders
Er gaat een voorinstelnummer knipperen.
6 Druk enkele malen op de . of >
L-SYNC
TUNED STEREO
afstandsbediening.
Voorinstelnummer
wordt vervolgd
41NL
Vastleggen van uw favoriete
radiozenders (vervolg)
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
8 Herhaal de stappen 1 t/m 7 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Andere voorafstemfuncties
Voor
Doet u het volgende
Afstemmen op
een zwak
doorkomende
radiozender
Volg de aanwijzingen onder
“Voorkeurzenders vastleggen
met handmatige afstemming”.
Stoppen met
vastleggen van
voorkeurzenders
Druk op de MENU/NO toets van
de afstandsbediening.
Vastleggen van
een andere zender
onder een nummer
dat al in gebruik is
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Druk na stap 5 enkele malen op
de . of > toets van de
afstandsbediening om het
nummer te kiezen waaronder u
de nieuwe zender wilt
vastleggen.
Omschakelen van het AM
afsteminterval (niet voor de
Europese modellen)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de
fabriek ingesteld op 9 kHz (voor bepaalde
verkoopgebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval
om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige
AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd
nu de REPEAT toets ingedrukt en schakel zo het
apparaat weer in met de ?/1 schakelaar. Bij
omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle
vastgelegde AM voorkeurzenders uit het
afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te
schakelen, stemt u eerst af op een AM zender en
schakelt u het apparaat uit. Opnieuw houdt u de
REPEAT toets ingedrukt en schakelt u het apparaat
weer in met de ?/1 schakelaar.
Opmerking
In de stroombesparingsstand kunt u het AM
afsteminterval niet omschakelen.
Tips
• Als de stroom uitvalt of de stekker uit het
stopcontact wordt getrokken, blijven de
voorkeurzenders nog ongeveer een dag lang in het
afstemgeheugen bewaard.
• U kunt zelfgekozen namen invoeren voor uw
vastgelegde voorkeurzenders (zie blz. 43).
• Voor de beste radio-ontvangst kunt u de
bijgeleverde antennes bijstellen of een in de
radiohandel verkrijgbare buitenantenne aansluiten.
42NL
Luisteren naar de radio
Voor het luisteren naar de radio kunt u een
vastgelegde voorkeurzender kiezen of
handmatig op een zender afstemmen.
Luisteren naar een
voorkeurzender
— Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete zenders vast in het
afstemgeheugen van de tuner (zie “Vastleggen
van uw favoriete radiozenders” op blz. 41).
1 Druk enkele malen op de TUNER BAND
toets om te kiezen voor de “FM” of
“AM” afstemband.
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de aanduiding
“PRESET” in het uitleesvenster
verschijnt.
3 Draai de TUNING +/– afstemknop naar
rechts of naar links om in te stellen op
de gewenste voorkeurzender.
Kiezen van het gewenste voorinstelnummer met de cijfertoetsen op de
afstandsbediening
Kies het nummer met de cijfertoetsen in plaats
van de bovenstaande stap 3.
Voor het invoeren van een nummer boven de
10 drukt u eerst op de >10 toets en dan op de
vereiste cijfertoetsen. Voor het invoeren van
een 0 gebruikt u de 10/0 toets.
Bijvoorbeeld:
Voor het kiezen van voorinstelnummer 20, drukt u
eerst op >10, dan op 2 en op 10/0.
Luisteren naar een
radiozender die niet is
vastgelegd
— Handmatig afstemmen
1 Druk enkele malen op de TUNER BAND
toets om te kiezen voor de “FM” of
“AM” afstemband.
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de aanduidingen
“AUTO” en “PRESET” uit het
uitleesvenster verdwijnen.
3 Draai de TUNING +/– afstemknop naar
rechts of naar links om af te stemmen
op de gewenste radiozender.
Tips
— Zendernamen
Voor elke vastgelegde voorkeurzender kunt u
een zelf gekozen naam invoeren van maximaal
12 letters (de zendernaam).
1 Stem af op de zender die u van een
naam wilt voorzien (zie “Luisteren naar
de radio” op blz. 42).
2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets
van de afstandsbediening.
De cursor voor het invoeren van de
zendernaam gaat knipperen.
TOC
L-SYNC
Cursor
3 Volg de aanwijzingen van 3 t/m 6 onder
“Naamgeving van compact discs” (op
blz. 11).
Annuleren van de naamgeving
Tuner voor radio-ontvangst
• Richt de bijgeleverde antennes totdat u de beste
ontvangst verkrijgt of sluit een in de audiohandel
verkrijgbare buitenantenne aan.
• Als een FM stereo radio-uitzending met te veel
storing doorkomt, drukt u enkele malen op de FM
MODE toets totdat de aanduiding “MONO” oplicht.
De radio-ontvangst zal dan niet meer in stereo zijn,
maar wel beter klinken.
• Voor automatische afstemming drukt u enkele
malen op de TUNING MODE toets totdat er
“AUTO” wordt aangegeven in de bovenstaande
stap 2 en dan draait u aan de TUNING +/–
afstemknop. De frequentie-aanduiding verandert
dan snel, totdat het zoeken stopt wanneer de tuner
een geschikte radiozender vindt (Automatische
afstemming).
• Voor het opnemen van radio-uitzendingen zult u de
handmatige opnamefunctie moeten gebruiken (zie
blz. 21 en 47).
Naamgeving van de
voorkeurzenders
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Wissen van de zendernaam
1 Stem af op de zender waarvan u de naam
wilt wissen.
2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van
de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de CLEAR toets van
de afstandsbediening om de zendernaam
te wissen.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
43NL
Cassette – weergave
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Wat is het Radio Data
Systeem?
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een
speciale radio-informatiedienst waarmee FMradiozenders naast de gewone radiouitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen
uitzenden. De RDS informatie wordt alleen
uitgezonden door FM radiozenders.*
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed
doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
* Niet alle FM-radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle
dezelfde soorten informatie. Voor nadere
bijzonderheden omtrent de in uw woongebied
beschikbare RDS informatie kunt u het best contact
opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders.
Ontvangst van RDS radiouitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM afstemband.
Bij ontvangst van een zender die RDS
informatie uitzendt, zal automatisch de
zendernaam in het uitleesvenster verschijnen.
Controleren van de RDS informatie
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets van
de afstandsbediening drukt, verspringt de
aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze,
als volgt:
44NL
Een cassette inleggen
1 Druk op Z PUSH.
2 Plaats een opgenomen/voor opnemen
geschikte cassette in de
cassettehouder.
Met de kant
voor afspelen/
opnemen naar
u toe gericht
Een cassette afspelen
U kunt TYPE I (normaalband) cassettes
gebruiken.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat er “TAPE” in het
uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op “g” voor
afspelen van één cassettekant, op “h”
voor het eenmaal afspelen van beide
kanten, of op “j”* voor het
doorlopend afspelen van beide kanten.
* De cassette-weergave zal automatisch stoppen
nadat beide cassettekanten vijfmaal achtereen
zijn weergegeven.
3 Druk op de TAPE nN toets.
Druk nogmaals op de TAPE nN toets
om de achterkant weer te geven.
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Doet u het volgende
Zendernaam* t Afstemfrequentie t
Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau (BASS)
t Hogetonen-niveau (TREBLE)
Stoppen met
afspelen
Druk op de TAPE x stoptoets
(of x stoptoets van de
afstandsbediening).
* Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg
ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
Pauzeren
Druk op de X toets. Nogmaals
drukken om de weergave te
hervatten.
Snel vooruit- of
terugspoelen
Houd de m/M knop naar
rechts of links gedraaid (of houd
de m of M toets van de
afstandsbediening ingedrukt).
Uitnemen van de
cassette
Druk op de Z PUSH toets.
Cassette – opname
6 Druk weer op de ENTER/START toets
Uw favoriete
muziekstukken van een
CD opnemen op cassette
— CD-TAPE synchroonopname
terwijl de aanduiding “Press START”
nog knippert.
Het opnemen begint.
Na afloop van het opnemen zullen zowel de
CD-speler als het cassettedeck automatisch
stoppen.
Stoppen met opnemen
U kunt een gehele compact disc gemakkelijk
overnemen op cassette. Gebruik in dit
cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes.
Druk op de TAPE x stoptoets.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
Plaats een voor opnemen geschikte minidisc en
stel bij stap 3 in op “DUAL SYNC”.
Ook als nu tijdens het opnemen de minidisc of
de cassette vol raakt en stopt, zal het opnemen
op de andere gewoon doorgaan.
cassette.
2 Plaats de CD die u wilt opnemen.
3 Druk enkele malen op de SYNCHRO
toets totdat er “CDtTAPE SYNC”
wordt aangegeven.
4 Druk op de ENTER/START toets.
5 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op “g” voor
opnemen op een enkele cassettekant of
op “h” (of “j”) voor opnemen op
beide cassettekanten.
Als u kiest voor opnemen op beide
cassettekanten en de voorkant van de
cassette loopt af ergens halverwege een
muziekstuk, dan wordt dat muziekstuk
opnieuw in zijn geheel opgenomen als
eerste muziekstuk op de achterkant van de
cassette. Als u met opnemen begint aan de
achterkant van de cassette, stopt het
opnemen aan het eind van die cassettekant.
Alleen bepaalde muziekstukken van
een CD opnemen
U kunt automatisch alleen uw favoriete
muziekstukken van een CD opnemen, met
behulp van de programma-weergave. Hiervoor
volgt u tussen bovenstaande stappen 2 en 3
eerst de aanwijzingen van 1 t/m 5 onder
“Muziekstukken van een CD programmeren”
(op blz. 10).
Cassette – weergave / Cassette – opname
De aanduiding “Press START” gaat
knipperen.
Het cassettedeck komt in gereedheid voor
opname en de CD-speler wacht in de
pauzestand om met afspelen te beginnen.
De aanduiding “N” licht op en het
cassettedeck staat klaar om met opnemen te
beginnen.
Als u wilt beginnen met opnemen op de van
u af gerichte kant van de cassette, drukt u op
de TAPE nN toets totdat de aanduiding
“n” oplicht.
De muziek tegelijk op minidisc en op
cassette opnemen
45NL
Uw favoriete muziekstukken
van een minidisc opnemen
op cassette
— MD-TAPE synchroonopname
U kunt een gehele minidisc gemakkelijk
overnemen op cassette. Gebruik in dit
cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
2 Plaats de minidisc die u wilt opnemen.
3 Druk enkele malen op de SYNCHRO
toets totdat er “MDtTAPE SYNC”
wordt aangegeven.
4 Druk op de ENTER/START toets.
De aanduiding “Press START” gaat
knipperen.
Het cassettedeck komt in gereedheid voor
opname en de minidisc-speler wacht in de
pauzestand om met afspelen te beginnen.
De aanduiding “N” licht op en het
cassettedeck staat klaar om met opnemen te
beginnen.
Als u wilt beginnen met opnemen op de van
u af gerichte kant van de cassette, drukt u op
de TAPE nN toets totdat de aanduiding
“n” oplicht.
5 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op “g” voor
opnemen op een enkele cassettekant of
op “h” (of “j”) voor opnemen op
beide cassettekanten.
Als u kiest voor opnemen op beide
cassettekanten en de voorkant van de
cassette loopt af ergens halverwege een
muziekstuk, dan wordt dat muziekstuk
opnieuw in zijn geheel opgenomen als
eerste muziekstuk op de achterkant van de
cassette. Als u met opnemen begint aan de
achterkant van de cassette, stopt het
opnemen aan het eind van die cassettekant.
46NL
6 Druk weer op de ENTER/START toets
terwijl de aanduiding “Press START”
nog knippert.
Het opnemen begint.
Na afloop van het opnemen zullen zowel de
minidisc-speler als het cassettedeck
automatisch stoppen.
Stoppen met opnemen
Druk op de TAPE x stoptoets.
Alleen bepaalde muziekstukken van
een minidisc opnemen
U kunt automatisch alleen uw favoriete
muziekstukken van een minidisc opnemen, met
behulp van de programma-weergave. Hiervoor
volgt u tussen bovenstaande stappen 2 en 3
eerst de aanwijzingen van 1 t/m 5 onder
“Muziekstukken van een minidisc
programmeren” (op blz. 15).
Opmerking
Voor gebruik van de MD-TAPE synchroonopname
dient u eerst de groepsfunctie uit te schakelen.
Klankinstellingen
Handmatig opnemen op
een cassette
— Handmatige opname
De handmatige opnamefunctie kunt u gebruiken
voor het opnemen van slechts enkele muziekstukken
of passages van een CD of minidisc. Ook kunt u
hiermee radio-uitzendingen opnemen. Gebruik in dit
cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
3 Druk op de TAPE zREC opnametoets.
De aanduiding “N” licht op en het
cassettedeck komt in gereedheid voor
opname.
Om te beginnen met opnemen aan de van u
af gerichte kant van de cassette, drukt u op
de TAPE nN toets totdat de aanduiding
“n” oplicht.
Weergave met extra
dynamisch geluid (Dynamic
Sound Generator)
Druk op de DSG toets.
Om de DSG versterking uit te schakelen, drukt
u nogmaals op de DSG toets.
Bijregelen van de lage tonen
Draai aan de BASS regelaar.
De weergave van de lage tonen is instelbaar in
9 stappen.
Bijregelen van de hoge tonen
Draai aan de TREBLE regelaar.
De weergave van de hoge tonen is instelbaar in
9 stappen.
Bijregelen van de hoge en lage tonen
met de afstandsbediening
1 Druk enkele malen op de BASS/TRE toets
van de afstandsbediening om in te stellen op
“BASS” voor de lage tonen of op
“TREBLE” voor de hoge tonen.
2 Terwijl er “BASS” of “TREBLE” wordt
Klankinstellingen
• CD: voor opnemen vanaf de CD-speler
van deze stereo-installatie.
• MD: voor opnemen vanaf de minidiscspeler van deze stereo-installatie.
• TUNER: voor opnemen van een radiouitzending via de tuner van deze stereoinstallatie.
• OPTICAL IN: voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is aangesloten
op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting.
• ANALOG IN: voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is aangesloten
op de ANALOG IN aansluitingen.
De klank bijregelen
aangegeven, drukt u enkele malen op de
. of > toets van de afstandsbediening
om de klank naar wens bij te regelen.
4 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op “g” voor
opnemen op een enkele cassettekant of
op “h” (of “j”) voor opnemen op
beide cassettekanten.
Als u met opnemen begint aan de achterkant
van de cassette, stopt het opnemen aan het
eind van die cassettekant.
5 Druk op de X pauzetoets en start de
weergave van de geluidsbron voor opname.
Voor
Doet u het volgende
Stoppen met
opnemen
Druk op de TAPE x stoptoets.
Pauzeren van
de opname
Druk op de X pauzetoets.
47NL
Schakelklok-functies
Gerust in slaap vallen met muziek
— Sluimerfunctie
Ontwaken met muziek
— Dagelijkse wekfunctie
U kunt de stereo-installatie automatisch laten
uitschakelen na een door u gekozen tijdsduur,
zodat u gerust met de muziek aan kunt gaan slapen.
U kunt op een door u gekozen tijdstip gewekt
worden met muziek. Hiervoor moet wel eerst
de ingebouwde klok gelijk zetten (zie “De klok
gelijkzetten” op blz. 8).
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
1 Tref de voorbereidingen voor de
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-aanduiding (de uitschakeltijdsduur) in het uitleesvenster als volgt:
SLEEP OFF t AUTO* t 90min t 80min
t … t 10min
* Hierbij wordt de stroom automatisch uitgeschakeld
na 100 minuten of wanneer het einde van de
weergegeven compact disc, minidisc of cassette
wordt bereikt.
geluidsbron die u moet wekken.
• CD: Plaats een compact disc. Om te
beginnen bij een bepaald beeld/
muziekstuk, maakt u een programma
(zie “Muziekstukken van een CD
programmeren” op blz. 10).
• Minidisc: Plaats een minidisc voor
weergave. Als u wilt beginnen met een
bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie “Muziekstukken van
een minidisc programmeren” op blz. 15).
• Cassette: Leg een cassette in de houder.
• Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 42).
Voor het
Drukt u
Controleren van de
resterende tijd tot
het uitschakelen**
Eenmaal op de SLEEP
toets van de afstandsbediening.
Wijzigen van de
tijdsduur tot het
uitschakelen
Enkele malen op de SLEEP toets
van de afstandsbediening om
de gewenste tijdsduur te kiezen.
2 Druk op de VOLUME + of – toets van de
Annuleren van de
uitschakelfunctie
Net zovaak op de SLEEP toets
van de afstandsbediening
totdat er “SLEEP OFF” wordt
aangegeven.
3 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets
** De resterende tijd is niet te controleren als u instelt
op “AUTO”.
Opmerking
Kies niet de stand “AUTO” tijdens de synchroonopname op een minidisc of cassette.
afstandsbediening om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
van de afstandsbediening om in te
stellen op “DAILY SET”.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers
gaan knipperen.
5 Kies de tijd waarop de muziekweergave
moet beginnen.
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om het juiste uur
te kiezen en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de juiste
minuut te kiezen en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
De aanduiding “OFF” licht op en weer gaan
de uren-cijfers knipperen.
6 Stel de tijd in waarop de muziek moet
48NL
stoppen, volgens de aanwijzingen
onder stap 5.
7 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat de
gewenste geluidsbron wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de aanduiding kringsgewijze, als volgt:
t TUNER y CD PLAY T
t TAPE PLAY y MD PLAY T
8 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De inschakeltijd, de uitschakeltijd en de geluidsbron
worden om beurten aangegeven en daarna
verschijnen weer de oorspronkelijke aanduidingen.
9 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Doet u het volgende
Controleren van
de instellingen/
gebruik van de
schakelklok
1 Druk op de CLOCK/TIMER SELECT
toets van de afstandsbediening en
druk dan enkele malen op de . of
> toets van de afstandsbediening
totdat er “DAILY SELECT” wordt
aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
Begin opnieuw vanaf stap 1. Als u
een vergissing bemerkt, kunt u in
stap 5 t/m 7 met de T CURSOR
toets terugkeren naar de onjuiste
instelling om die te corrigeren.
Annuleren van de
schakelklok
-instelling
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets van de
afstandsbediening en druk dan enkele
malen op de . of > toets van
de afstandsbediening totdat er
“TIMER OFF?” wordt aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
Voor het opnemen met de schakelklok zult u eerst
de ingebouwde klok gelijk moeten zetten (zie “De
klok gelijkzetten” op blz. 8) en de radiozenders
moeten voorinstellen (zie “Vastleggen van uw
favoriete radiozenders” op blz. 41).
1 Stem af op een vooringestelde
radiozender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 42).
2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets
van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om in
te stellen op “MD REC SET” of “TAPE
REC SET”en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers
gaan knipperen.
4 Kies de tijd waarop het opnemen moet
beginnen.
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om het juiste uur
te kiezen en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de juiste
minuut te kiezen en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
De aanduiding “OFF” licht op en weer gaan
de uren-cijfers knipperen.
Schakelklok-functies
Uitleesvenster
Wijzigen van de
instellingen
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen
5 Stel de tijd in waarop het opnemen moet
stoppen, volgens de aanwijzingen onder stap 4.
6 Voor opnemen op een minidisc drukt u
Opmerkingen
• De Daily Timer wekfunctie en de opnameschakelklok zijn niet tegelijk te gebruiken.
• Wanneer u de Daily Timer wekfunctie tegelijk met
de Sleep Timer uitschakelfunctie gebruikt, krijgt de
Sleep Timer voorrang.
• Probeer niet om de stereo-installatie te bedienen na
het inschakelen maar voordat de weergave begint
(het inschakelen gebeurt ongeveer 30 seconden
voor het ingestelde tijdstip).
• Als de stereo-installatie ongeveer 30 seconden voor
het geplande inschakeltijdstip voor de wekfunctie
nog aan staat, wordt de wekfunctie niet ingeschakeld.
• Externe geluidsbronnen, aangesloten op de
ANALOG IN aansluitingen of de DIGITAL
OPTICAL IN stekkerbus zijn niet te gebruiken als
geluidsbron voor de Daily Timer wekfunctie.
enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de
opnamekwaliteit te kiezen (bijv. LP2) en
dan drukt u op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
De schakelklok-instellingen worden
aangegeven en dan verschijnen weer de
oorspronkelijke aanduidingen.
7 Plaats een voor opnemen geschikte
minidisc of cassette.
8 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
49NL
wordt vervolgd
Uitleesvenster
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen (vervolg)
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Doet u het volgende
Controleren van de
instellingen/gebruik
van de schakelklok
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets van de
afstandsbediening en druk
dan enkele malen op de
. of > toets van de
afstandsbediening totdat er
“MD REC?” of “TAPE
REC?” wordt aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES
toets van de
afstandsbediening.
Wijzigen van de
instellingen
Begint u weer vanaf stap 1.
Annuleren van de
schakelklok-opname
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets van de
afstandsbediening en druk
dan enkele malen op de
. of > toets van de
afstandsbediening totdat er
“TIMER OFF?” wordt
aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES
toets van de
afstandsbediening.
Tip
Bij opnemen van een radio-uitzending zal de
zendernaam (of de afstemfrequentie als er geen naam
voor de zender is gekozen; zie blz. 43) samen met de
begintijd en de eindtijd op de minidisc worden
vastgelegd.
Opmerkingen
• De Daily Timer wekfunctie en de opnameschakelklok zijn niet tegelijk te gebruiken.
• Als u de opname-schakelklok en de sluimerfunctie
tegelijk gebruikt, krijgt de sluimerfunctie voor het
automatisch uitschakelen voorrang.
• Probeer niet om de stereo-installatie te bedienen na
het inschakelen maar voordat de weergave begint
(het inschakelen gebeurt ongeveer 30 seconden
voor het ingestelde tijdstip).
• Als de stereo-installatie ongeveer 30 seconden voor
de geplande begintijd nog aan staat, zal de
schakelklok-opname niet beginnen.
• Tijdens de schakelklok-opname zal er geen geluid
te horen zijn.
• Als bij schakelklok-opname op een minidisc wel
gekozen is voor de groepsfunctie maar er is geen
specifieke groep gekozen, dan wordt het
opgenomen materiaal in een nieuwe groep
geplaatst.
50NL
Geen aanduidingen in de
uit-stand
— Stroombesparingsstand
Ook al staat de stereo-installatie uitgeschakeld,
dan nog verbruikt het apparaat stroom, om de
tijdsaanduiding in stand te houden en te kunnen
reageren op commando’s via de
afstandsbediening.
De stroombesparingsstand zorgt echter dat er
zo weinig mogelijk stroom wordt verbruikt in
de uitgeschakelde stand, om energie te
besparen.
In deze stand wordt de tijd niet aangegeven.
Om de stroombesparingsstand in te
schakelen, drukt u enkele malen op de
DISPLAY toets van de afstandsbediening
wanneer de stereo-installatie uit staat,
totdat de tijdsaanduiding uit het
uitleesvenster verdwijnt.
Uitschakelen van de
stroombesparingsstand
Druk enkele malen op de DISPLAY toets van
de afstandsbediening wanneer de stereoinstallatie uit staat. Telkens wanneer u op deze
toets drukt, veranderen de aanduidingen in het
uitleesvenster als volgt:
Tijdsaanduiding* y Geen aanduiding
(stroombesparingsstand)
* Als de klok nog niet is ingesteld, verschijnen er
enkel “--:--” streepjes.
Tip
In de stroombesparingsstand zal de schakelklok
gewoon werken.
Gebruik van het
uitleesvenster
Titels en esterende
speelduur controleren (CD/
MD)
Titels en speelduur
controleren (CD/MD)
Druk in de stopstand op de DISPLAY toets
van de afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
als volgt:
x Met een compact disc in de stopstand
Wanneer er een CD TEXT disc is geplaatst,
kunt u de tekst daarvan, zoals titels e.d. in het
uitleesvenster zien. Wanneer het apparaat een
geplaatste disc herkent als CD TEXT disc, licht
de aanduiding “TEXT” op in het uitleesvenster.
Totaal aantal beeld/muziekstukken en totale
speelduur t Disc-titel*4 t Huidige tijd t
Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonenniveau (TREBLE)
Druk tijdens afspelen op de DISPLAY toets
van de afstandsbediening.
Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur*5 t Resterende opnameduur (alleen
voor opname-minidiscs) t Disc-titel*6 t
Huidige tijd t Lagetonen-niveau (BASS) t
Hogetonen-niveau (TREBLE)
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
x Bij afspelen van een compact disc
Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven beeld/muziekstuk t Nummer en
resterende speelduur van het weergegeven
beeld/muziekstuk t Resterende speelduur van
de weergegeven disc t Beeld/muziektitel*1
t Huidige tijd t Lagetonen-niveau (BASS)
t Hogetonen-niveau (TREBLE)
x Bij afspelen van een minidisc
*4 Alleen bij CD TEXT discs en discs die u van een
titel hebt voorzien (bepaalde lettertekens kunnen
worden weggelaten). Afhankelijk van de disc kan
soms niet alle CD TEXT informatie worden
getoond.
5
* Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt
het totale aantal groepen (als er geen bepaalde
groep is gekozen) of het totale aantal
muziekstukken en de totale speelduur van de groep
(als er een bepaalde groep is gekozen) getoond.
Er verschijnen alleen “---.--” streepjes als de totale
speelduur van de minidisc meer is dan 1.000
minuten.
*6 Alleen wanneer de disc van een titel is voorzien.
Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt
de groepstitel getoond.
Uitleesvenster
Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk t Nummer en
resterende speelduur van het weergegeven
muziekstuk t Resterende speelduur van de
minidisc*2 t Muziektitel*3 t Huidige tijd
t Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonenniveau (TREBLE)
x Met een minidisc in de stopstand
wordt vervolgd
*1 Alleen bij CD TEXT discs (bepaalde lettertekens
kunnen worden weggelaten). Afhankelijk van de
disc kan soms niet alle CD TEXT informatie
worden getoond.
Wanneer er meer dan 20 muziekstukken op de CD
staan, wordt de CD TEXT informatie vanaf
nummer 21 niet getoond.
*2 Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt
de resterende speelduur van alle muziekstukken in
de groep getoond.
*3 Alleen wanneer het muziekstuk van een titel is
voorzien.
51NL
Gebruik van het uitleesvenster
(vervolg)
Controleren van de
zendernaam (TUNER)
Druk op de DISPLAY toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
kringsgewijze als volgt:
Zendernaam*7 t Voorinstelnummer en
afstemfrequentie t Huidige tijd t
Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonenniveau (TREBLE)
*7 Alleen wanneer de voorkeurzender van een
zendernaam is voorzien.
Een langere tekst door het
uitleesvenster laten lopen
Druk op de SCROLL doorlooptoets van de
afstandsbediening.
Tips
• Om titels voor uw CD’s te kiezen, volgt u de
aanwijzingen onder “Naamgeving van compact
discs” op blz. 11.
• Voor keuze van titels voor de muziekstukken of
groepen op een minidisc of voor de minidisc zelf,
volgt u de aanwijzingen onder “Naamgeving van
minidisc” op blz. 28.
• Om namen in te voeren voor de vastgelegde
voorkeurzenders, volgt u de aanwijzingen onder
“Naamgeving van de voorkeurzenders” op blz. 43.
52NL
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereo-installatie kunt u er allerlei los verkrijgbare toestellen op
aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van elk toestel.
Los verkrijgbare
digitale component
Naar de digitale
uitgangsaansluiting van
een los verkrijgbare
digitale component
Sony PC aansluitset
Verbinden met
de audio-uitgangen
van een los
verkrijgbare
analoge
geluidsbron
Los verkrijgbare analoge
geluidsbron
Met een digitale optische kabel (met vierkante
stekkers, niet bijgeleverd) kunt u een los
verkrijgbare digitale geluidsbron (zoals een
digitale satelliet-ontvanger e.d.) op deze ingang
aansluiten. Dan kunt u die geluidsbron
beluisteren via de stereo-installatie.
B ANALOG IN ingangsaansluitingen
Met een stel audio-aansluitsnoeren (niet
bijgeleverd) kunt u een los verkrijgbare analoge
geluidsbron (zoals een cassettedeck e.d.) op
deze ingangen aansluiten. Dan kunt u die
geluidsbron beluisteren via de stereo-installatie.
C PC LINK aansluiting
Met een Sony PC aansluitset (niet bijgeleverd)
kunt u deze stereo-installatie aansluiten op uw
personal computer.
apparatuur
apparatuur
verkrijgbare
Uitleesvenster
Los
Los verkrijgbare
A DIGITAL OPTICAL IN
ingangsaansluiting
53NL
Beluisteren van een
aangesloten geluidsbron
Luisteren naar een digitale
geluidsbron zoals een
digitale satelliet-ontvanger
e.d.
1 Sluit de apparatuur aan met een digitale
optische kabel.
Zie “Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur” op blz. 53.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat de aanduiding “OPTICAL
IN” verschijnt.
Start de weergave van de aangesloten
geluidsbron.
Luisteren naar een analoge
geluidsbron zoals een
cassettedeck e.d.
1 Maak de aansluiting met de audioaansluitsnoeren.
Zie “Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur” op blz. 53.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat de aanduiding “ANALOG
IN” verschijnt.
Start de weergave van de aangesloten
geluidsbron.
54NL
Geluid opnemen vanaf
aangesloten apparatuur
Digitale geluidsopnamen van
een digitale geluidsbron
Vanwege het SCMS één-generatie
kopieersysteem (zie blz. 64) kan digitale
opname van bepaald geluidsmateriaal niet altijd
mogelijk zijn. In dat geval sluit u de
geluidsbron aan op de ANALOG IN ingangen
voor analoge opname.
1 Sluit de apparatuur aan met een digitale
optische kabel.
2 Start de opname met de hand.
Zie “Handmatig opnemen op een MD”
(op blz. 21) of “Handmatig opnemen op een
cassette” (op blz. 47).
Tips
• Hierbij kunt u de tijdmachine-opname inschakelen
(zie blz. 22) en de Smart Space pauze-verkorting/
Auto Cut automatische pauzestand (zie blz. 25).
• Bij het opnemen op een minidisc kunt u het
opnameniveau naar wens instellen (zie blz. 25).
Analoge geluidsopnamen van
een analoge geluidsbron
1 Maak de aansluiting met de audioaansluitsnoeren.
2 Start de opname met de hand.
Zie “Handmatig opnemen op een MD”
(op blz. 21) of “Handmatig opnemen op
een cassette” (op blz. 47).
Verhelpen van storingen
De stereo-installatie reageert niet op de afstandsbediening.
Problemen en oplossingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, ga dan als volgt te werk:
1 Controleer eerst of het netsnoer en de
luidsprekersnoeren juist zijn aangesloten en
stevig vastzitten.
2 Neem de volgende lijst met controlepunten
door en volg de aanwijzingen om het
probleem op te lossen.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Het uitleesvenster geeft enkel “--.--” aan.
• De stroom is onderbroken geweest. Stel de klok
opnieuw in (zie blz. 8) en maak ook eventuele
schakelklok-instellingen (zie blz. 48 en 49) opnieuw.
De luidsprekers geven geen geluid.
• Draai de VOLUME regelaar naar rechts verder
open (of druk op de VOLUME + toets van de
afstandsbediening).
• Zorg dat er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
• Controleer de luidspreker-aansluitingen (zie blz. 7).
• De versnelde CD-MD synchroonopname is
bezig.
Een van de luidsprekers geeft geen geluid of de
weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig.
• Zorg dat de luidsprekers zo symmetrisch
mogelijk staan opgesteld.
• Sluit alleen de bijgeleverde luidsprekers aan.
• Zet de stereo-installatie verder weg van andere
apparatuur die storing kan veroorzaken.
• Sluit het netsnoer aan op een ander stopcontact.
• Breng een storingsfilter (in de elektriciteitshandel
verkrijgbaar) aan in de stroomtoevoerketen.
De schakelklok is niet goed in te stellen.
• Stel de klok weer op de juiste tijd in (zie blz. 8).
De schakelklok werkt niet.
• Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van
de afstandsbediening zodat er “cDAILY” of
“cREC” voor de gehele schakelklok-functie in
het uitleesvenster verschijnt (zie blz. 49 en 50).
• Controleer de gemaakte instellingen en zorg dat
de klok op de juiste tijd staat ingesteld (zie blz.
48 en 49).
• Schakel de sluimerfunctie uit (zie blz. 48).
Compact disc speler
De disc-lade gaat niet open en in het uitleesvenster op
het voorpaneel verschijnt de aanduiding “LOCKED”.
• Neem contact op met uw Sony handelaar of een
plaatselijke erkende Sony onderhoudsdienst.
De disc-lade gaat niet dicht.
• Zorg dat de disc precies midden in de disc-lade ligt.
• Sluit de disc-lade alleen met een druk op de CD
Z toets. Als u de disc-lade met de hand dicht
drukt kan er schade aan de disc-speler ontstaan.
De disc-lade gaat niet open.
• Tijdens de CD synchroon-opname kunt u de disc
niet uitnemen. Druk eerst op de CD x stoptoets
om de CD synchroon-opname te stoppen en dan
op de CD Z toets om de disc uit te nemen.
• Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Het afspelen van de disc begint niet.
• Open de disc-lade en kijk of er een geschikte
disc goed is ingelegd.
• Veeg de CD schoon (zie blz. 62).
• Probeer of een andere disc wel goed wordt afgespeeld.
• Zorg dat de disc precies midden in de disc-lade ligt.
• Leg de disc met de label-kant boven in de disc-lade.
• Verwijder de disc, veeg eventueel condensvocht weg en
laat de stereo-installatie een paar uur lang ongebruikt
aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen.
• Druk op de CD NX toets (of de N weergavetoets
van de afstandsbediening) om met afspelen te beginnen.
Het geluid hapert of springt over.
• Veeg de disc schoon (zie blz. 62).
• Probeer of een andere CD wel goed wordt afgespeeld.
• Plaats de stereo-installatie op een stabiele
ondergrond zonder trillingen (op een stevige
tafel, boekenkast of audiorek).
• Zet de luidsprekers verder van de stereo-installatie of
plaats ze elk op een trillingsdempend voetstuk.
Als u geluid met veel bassen erg luid afspeelt, kan het
dreunen van de lage tonen de laserkop doen overspringen.
Verhelpen van storingen
Er klinkt een hevige bromtoon of ander storend geluid.
• Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie.
• Houd de afstandsbediening dichter bij de stereo-installatie.
• Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie.
• Vervang beide batterijen door nieuwe R6 (AAformaat) batterijen.
• Gebruik de stereo-installatie niet te dicht in de buurt
van tl-verlichting of andere fluorescerende lampen.
De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk.
• Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat de
“PGM” en “SHUF” aanduidingen beide uit het uitleesvenster
verdwijnen, om terug te keren naar normale weergave.
wordt vervolgd
55NL
Problemen en oplossingen (vervolg)
Minidisc-recorder
De minidisc is niet goed in te steken.
• Steek de minidisc met de labelkant boven en de
pijl naar binnen wijzend in de opening.
De bedieningsknoppen werken niet.
• Probeer of het met een andere minidisc beter lukt.
• Probeer de bediening opnieuw nadat de
aanduiding “TOC” of “STANDBY” is gedoofd.
Het afspelen begint niet.
• Probeer of het met een andere minidisc beter lukt.
• Verwijder de minidisc en laat de stereoinstallatie een paar uur lang ongebruikt aan staan,
totdat het condensvocht verdampt is.
• Druk op de MD NX toets (of de N weergavetoets van
de afstandsbediening) om het afspelen te starten.
• Druk op de GROUP ON/OFF toets totdat de
aanduiding “GROUP” dooft, om de
groepsfunctie uit te schakelen.
Het geluid hapert of springt over.
• Probeer of een andere minidisc wel goed wordt afgespeeld.
• Plaats de stereo-installatie op een stabiele ondergrond zonder
trillingen (een stevige tafel, boekenkast of audiorek).
• Zet de luidsprekers verder van de stereo-installatie of
plaats ze op een trillingsdempend voetstuk. Als u geluid
met veel bassen erg luid afspeelt, kan het dreunen van
de lage tonen de weergavekop doen overspringen.
• Plaats de minidisc en wacht dan 10 tot 20
minuten, met de stereo-installatie ingeschakeld,
voor u het opnieuw probeert.
De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk.
• Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat
de “PGM” of “SHUF” aanduiding uit het
uitleesvenster verdwijnt, om terug te keren naar
normale weergave.
Het opnemen op een minidisc lukt niet.
• Verwijder de minidisc en schuif voor het
opnemen het wispreventienokje opzij om de
opening af te sluiten (zie blz. 17).
• Zorg dat de externe geluidsbron naar behoren is
aangesloten (zie blz. 53).
• Vervang de minidisc door een opname-minidisc.
• Druk enkele malen op de FUNCTION toets om
de juiste geluidsbron voor opname te kiezen.
• Vervang de minidisc door een opname-minidisc of wis
enkele overbodige muziekstukken met de Erase wisfunctie
om weer ruimte voor het opnemen te maken (zie blz. 33).
• Volg de aanwijzingen voor het opnemen opnieuw.
De versnelde CD-MD synchroonopname werkt niet,
maar de minidisc-recorder schakelt automatisch
over naar de normale CD-MD synchroonopname
• Gebruik voor het versneld opnemen een andere minidisc.
• Zet de stereo-installatie op een meer stabiele
ondergrond.
Het geluid is te zacht (of te hard) op de minidisc
opgenomen.
• Stel het opnameniveau beter in (zie blz. 25).
Overspraak tijdens de LP4 stereo opname.
• Bij opnemen van een CD, cassette of andere
geluidsbron waarvan het geluid is opgenomen op een
enkel kanaal (links of rechts), kan er geluid
“doorlekken” naar het andere kanaal tijdens de extralange LP4 stereo opname. In dat geval kunt u beter
een gewone stereo of LP2 stereo opname maken.
Cassettedeck
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven of het geluid klinkt maar heel zacht.
• Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de koppen.
• De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 62).
Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist.
De aanduiding “OVER” licht op.
• Bij het zoeken in de opnamepauzestand is het
einde van de minidisc bereikt. Draai de m/
M knop naar links (of druk op de m of .
toets van de afstandsbediening) om terug te
keren naar de gewenste muziekpassage.
• De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 62).
Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend geluid.
• De bandloopassen van het cassettedeck zijn vuil.
Maak het bandloopwerk schoon met een
reinigingscassette (zie blz. 62).
Tijdens het opnemen licht de aanduiding “OVER” op.
• Stel het opnameniveau iets lager in (zie blz. 25).
Na opnemen of bewerken is de TOC
inhoudsopgave niet bijgewerkt.
56NL
• De aanvullende gegevens bij opnemen of bewerken van
een minidisc worden pas op de minidisc vastgelegd
wanneer die uit het apparaat wordt verwijdert, dus neem
de minidisc na het opnemen of bewerken eenmaal uit
om te gegevens bij te werken (zie blz. 17 en 28).
• Maak de opname opnieuw, zonder onderbreking.
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
• De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 62).
Het opnemen lukt niet.
• Misschien is er geen cassette in de houder
aanwezig. Plaats een cassette.
• Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd. Bedek de ontstane uitsparing met een
stukje plakband (zie blz. 62).
• De band is geheel naar het einde doorgespoeld.
Los verkrijgbare apparatuur
Er wordt geen geluid weergegeven.
• Zie de paragraaf “De luidsprekers geven geen
geluid” onder “Algemeen” op blz. 55 en
controleer of de stereo-installatie in orde is.
• Controleer of de externe geluidsbron naar
behoren is aangesloten (zie blz. 53) en zorg dat:
– de snoeren juist zijn aangesloten;
– alle stekkers stevig in de aansluitbussen zitten.
• Zorg dat de externe geluidsbron is ingeschakeld.
• Zie de gebruiksaanwijzing van het aangesloten
apparaat en start de weergave van de geluidsbron.
• Druk enkele malen op de FUNCTION toets om in
te stellen op “OPTICAL IN” of “ANALOG IN”.
Het geluid klinkt vervormd.
Stel de geluidssterkte wat lager in op de
aangesloten geluidsbron.
Tuner
Als er zich andere problemen
voordoen, die hierboven niet zijn
beschreven, kunt u de stereoinstallatie als volgt terugstellen in
de uitgangsstand:
1 Trek de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
3 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de
stereo-installatie aan te zetten.
4 Druk de (TAPE) x stoptoets, de ENTER/
START toets en de ?/1 aan/uit-schakelaar
tegelijk in.
De stereo-installatie is nu teruggesteld op de
fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte
instellingen, zoals de tijd, de voorkeurzenders
en de schakelklok-instellingen zijn uit het
geheugen gewist, zodat u de gewenste
instellingen opnieuw zult moeten maken.
Hinderlijke bromtonen of andere storing/
Bepaalde zenders zijn niet te ontvangen.
Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo
weergegeven.
• Druk op de FM MODE toets totdat er
“STEREO” in het uitleesvenster verschijnt.
Bij opnemen van een radio-uitzending op een
minidisc klinken er regelmatige storende
geluiden.
Verhelpen van storingen
• Kies de juiste golfband en afstemfrequentie (zie
blz. 41).
• Zorg dat de antenne stevig is aangesloten (zie
blz. 7).
• Zoek een geschikte plaats voor de antenne en de
richting die de beste ontvangst oplevert. Als er
geen plaats of richting voor goede ontvangst te
vinden is, sluit dan een in de radiohandel
verkrijgbare buitenantenne aan.
• De bijgeleverde FM draadantenne ontvangt over
de gehele lengte signalen, dus strek de antenne
zo ver mogelijk uit.
• Houd de antennes zo ver mogelijk uit de buurt
van de luidsprekersnoeren.
• Als de bijgeleverde AM antennedraad losraakt
van de plastic houder, raadpleeg dan uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
• Probeer of u betere ontvangst verkrijgt na
uitschakelen van elektrische apparatuur in de
omgeving.
• Verstel de plaats en de richting van de antenne
zo dat de storing verdwijnt.
57NL
Zelfdiagnose-aanduidingen
Deze stereo-installatie is voorzien van een
zelfdiagnosefunctie waarmee u de aard en
oorzaak van een probleem sneller kunt
opsporen. Als er iets mis is, verschijnt er in het
uitleesvenster beurtelings een foutcode van een
letter plus twee of vier cijfers, en een korte
foutmelding. De betekenis daarvan kunt u
vinden in de onderstaande tabel. Als het
probleem niet eenvoudig te verhelpen is,
raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
C11/Protected
De minidisc is tegen wissen/opnemen beveiligd.
cVerwijder de minidisc en schuif het
wispreventienokje opzij om de opening af te
sluiten (zie blz. 17).
C12/Cannot Copy
Er is geprobeerd een CD op te nemen die niet
geschikt is voor dit apparaat, zoals een CD-ROM
disc e.d.
cVerwijder de minidisc en zet de stereo-installatie
eenmaal uit en dan weer aan.
C13/REC Error
Opnemen op de minidisc is niet mogelijk.
cZet de stereo-installatie op een meer stabiele
plaats en probeer het opnemen opnieuw.
De minidisc is vuil of bekrast of wijkt af van de
norm.
cVervang de minidisc door een andere en probeer
het opnemen opnieuw.
C13/Read Error
De minidisc-recorder kan de informatie op de
minidisc niet goed lezen.
cNeem de minidisc eenmaal uit het apparaat en
plaats deze opnieuw.
C14/TOC Error
58NL
De minidisc-recorder kan de informatie op de
minidisc niet goed lezen.
cVervang de minidisc door een andere.
cWis alle opnamen van de minidisc met behulp van
de All Erase wisfunctie (beschreven op blz. 34).
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een CD-R disc of een digitale
kopie van een commercieel verkrijgbare disc of
cassette e.d.
cHet SCMS één-generatie kopieersysteem (“Serial
Copy Management System”) beperkt het maken
van digitale kopieën tot slechts één generatie (zie
blz. 64). Bovendien is opnemen of kopiëren van
een CD-R disc niet mogelijk.
C71/Check OPT-IN
Er is geen geluidsbron aangesloten op de
DIGITAL OPTICAL IN aansluiting of u probeert
op te nemen van een digitale geluidsbron die niet
goed is aangesloten.
cSluit de digitale geluidsbron goed aan op de
DIGITAL OPTICAL IN aansluiting met een
digitale optische kabel (niet bijgeleverd)
(zie blz. 53).
De aangesloten digitale geluidsbron krijgt geen
stroom of is niet ingeschakeld.
cZorg voor goede stroomvoorziening en schakel
de aangesloten digitale geluidsbron in. Zie tevens
de gebruiksaanwijzing van het betreffende
apparaat.
Tijdens het opnemen van een digitale geluidsbron
is de digitale optische kabel losgeraakt of de
stroom uitgevallen van de geluidsbron die is
aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN
aansluiting.
cZorg dat de digitale optische kabel goed is
aangesloten en schakel de stroom van de
aangesloten digitale geluidsbron in.
E0001/MEMORY NG
Er is een interne storing in de apparatuur.
cRaadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
E0101/LASER NG
Er is een probleem met de laser-weergavekop.
cDe laser-weergavekop kan defect of beschadigd
zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
E0201/LOADING NG
Het laden van de disc gaat mis.
cRaadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Foutmeldingen
De onderstaande mededelingen kunnen in het
uitleesvenster verschijnen of gaan knipperen
als er bij de bediening iets mis gaat.
Minidiscs
Assign None
Alle muziekstukken op de minidisc zijn al bij
groepen ingedeeld.
Auto Cut
De minidisc-recorder pauzeert de opname, omdat
het tijdens digitaal opnemen al meer dan 30
seconden stil is (zie blz. 25).
Blank Disc
Er is getracht een blanco, onbespeelde of compleet
gewiste minidisc af te spelen.
Cannot Edit
• De geplaatste minidisc is een voorbespeelde
minidisc, dus niet voor opnemen geschikt.
• Er is getracht een minidisc te bewerken tijdens
geprogrammeerde weergave of weergave in
willekeurige volgorde.
• Het muziekstuk is opgenomen met een MDLP
langspeel-opnamefunctie.
Cannot REC
• De geplaatste minidisc is een weergave-minidisc,
niet voor opnemen geschikt.
• De geluidsbron staat ingesteld op “MD” voor
minidisc-weergave.
Cannot SYNC!
Complete!
De bewerking van de minidisc is voltooid.
Disc Full!
Er is geen ruimte meer over op de minidisc.
Eject
De minidisc-recorder schuift de minidisc naar buiten.
Group Full!
Er is getracht een nieuwe groep te maken terwijl
het maximale aantal groepen al bereikt is, of er is
niet genoeg geheugenruimte voor het bijschrijven
van de groepsgegevens.
Impossible
• De bewerking die u probeert is niet mogelijk.
• U kunt de muziekstukken niet samenvoegen of
wissen, vanwege de vaste beperkingen van het
minidisc-systeem.
De volumecorrectie voor aanpassen van de
geluidssterkte na het opnemen, of voor in- of uitfaden is mislukt, vanwege trillingen of stoten tegen
de stereo-installatie of vanwege vuil of krassen op
de disc in de disc-lade.
Initialize
De stereo-installatie is geruime tijd lang
uitgeschakeld geweest, daarom is het apparaat
even bezig met een startprocedure.
Name Full
Er is geen ruimte meer voor een disctitel of
muziektitels.
No Change
Bij het aanpassen van de geluidssterkte na het
opnemen is er uiteindelijk geen volumecorrectie
gemaakt omdat u tussentijds op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening hebt gedrukt zonder
het opnameniveau aan te passen.
No Disc
Er bevindt zich geen minidisc in het apparaat.
OVER
Terwijl u tijdens afspelen of in de
weergavepauzestand de m/M knop naar rechts
draaide (of de M toets van de afstandsbediening
ingedrukt hield) om de minidisc te doorzoeken, is
het einde van het laatste muziekstuk bereikt.
Push STOP!
U hebt tijdens afspelen op de PLAY MODE toets
gedrukt.
—Rehearsal—
De huidige muziekpassage, voor het wissen van
een passage met de A-B Erase wisfunctie of het
splitsen van het muziekstuk met de Divide
splitsfunctie, wordt herhaald om het preciese
verdeelpunt te bepalen (zie blz. 34 en 36).
Retry
Er is een leesfout opgetreden en nu probeert het
apparaat de gegevens opnieuw te lezen.
S.F Edit!
Er is geprobeerd een andere functie in te schakelen
tijdens de S.F Edit functie (voor aanpassen van de
geluidssterkte na het opnemen, of in- of uit-faden).
S.F Edit NOW
Verhelpen van storingen
• Er is geen minidisc in de minidisc-recorder
geplaatst of de geplaatste minidisc is tegen
wissen/opnemen beveiligd (zie blz. 17).
• Er is geen ruimte voor opnemen over op de
minidisc.
Incomplete!
Er is op de ?/1 aan/uit-schakelaar gedrukt tijdens
de werking van de S.F Edit functie (voor
aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen,
of in- of uit-faden).
wordt vervolgd
59NL
Zelfdiagnose-aanduidingen (vervolg)
Cassette
Cannot SYNC!
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er weer een
geluidssignaal doorgekomen na meer dan 3
seconden maar minder dan 30 seconden stilte (die
wordt vervangen door een standaard pauze van 3
seconden).
Step Full!
U probeert 26 of meer muziekstukken (nummers)
te programmeren.
TOC Reading
De minidisc-recorder is bezig de “TOC”
inhoudsopgave van de minidisc te lezen.
TOC Writing
De minidisc-recorder is bezig de gegevens voor de
opname of bewerking in de inhoudsopgave te
schrijven.
Track End
Bij het kiezen van een verdeelpunt voor het
splitsen van een muziekstuk met de Divide
splitsfunctie is het einde van de minidisc bereikt.
Tr Protected
U probeert een muziekstuk te wissen dat daartegen
beveiligd is.
CD weergave
No Disc
Er ligt geen compact disc in de CD-speler.
OVER
Bij het doorzoeken van de CD met de m/M
knop naar rechts draaide (of de M toets van de
afstandsbediening ingedrukt hield) tijdens
weergave of in de pauzestand is het einde van het
laatste muziekstuk bereikt.
Push STOP!
U hebt tijdens afspelen op de PLAY MODE toets
gedrukt.
Step Full!
U probeert 26 of meer muziekstukken (nummers)
te programmeren.
60NL
Er zit geen cassette in het cassettedeck of het
wispreventienokje van de geplaatste cassette is
verwijderd.
No Tab
U kunt op deze cassette niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
No Tape
Er zit geen cassette in het cassettedeck.
Aanvullende informatie
Voorkomen van beschadiging
Voorzorgsmaatregelen
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
• Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit,
blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het
apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het
apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om
deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het
apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het
stopcontact en laat de stereo-installatie eerst door een
deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen,
laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten.
• Zolang de stekker in het stopcontact zit, verbruikt
het apparaat wat stroom voor de afstandsbediening
en de schakelklok-functies, ook al staat het apparaat
nog uitgeschakeld. Het apparaat kan dan warm
aanvoelen, maar dit is volkomen normaal.
Opstelling
Als u vragen hebt of problemen met de stereoinstallatie, neemt u dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Betreffende de luidsprekers
De luidsprekers van deze stereo-installatie zijn niet
magnetisch afgeschermd en kunnen storing
veroorzaken in de beeldweergave van een dichtbij
staand TV-toestel. Indien dat zich voordoet, schakelt
u het TV-toestel dan even uit en zet het ongeveer 15
tot 30 minuten later weer aan.
Als dit geen verbetering in de kleurweergave
geeft, zet u de luidsprekers en de TV dan iets
verder uit elkaar. Zorg er bovendien voor dat
voorwerpen waarin magneten worden gebruikt, zoals
een audiorek, een TV-standaard, bepaald soort
speelgoed, e.d. niet in de buurt van de luidsprekers
staan, aangezien interactie tussen de magneten ervan
en deze apparatuur storing in het beeld kan
veroorzaken.
Omgang met minidiscs
• Open nooit het schuifje van de minidisc zover dat
het magnetisch gevoelige oppervlak zichtbaar
wordt. Als het schuifje geopend is, dient u het
onmiddellijk weer te sluiten.
• Plak nooit een etiket zodanig op de minidisc dat de
beweging van het schuifje belemmerd wordt. Plak
een etiket alleen op de daarvoor bestemde plaats.
Gebruik alleen de etiketten die bij de minidisc
geleverd zijn, want de vorm en de afmetingen van
de etiketten kunnen per merk verschillen.
Plaats voor
etiket
Schuifje
Hitte in het inwendige
• Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm
kan worden, wijst dat niet op storing in de werking.
• Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om
oververhitting in het inwendige te voorkomen.
Bij langdurig afspelen op hoog volume kunnen de
boven-, onder- en zijpanelen van de behuizing na
verloop van tijd erg heet worden. Pas hiervoor op en
raak de behuizing liever niet aan.
Om oververhitting en storing in de werking te
vermijden, mag u de ventilatiesleuven voor de
koelventilator niet afdekken.
• Als een minidisc vuil is, kunt u deze schoonvegen
met een droog doekje.
• Leg minidiscs niet in de volle zon, niet in de buurt
van een warmtebron en laat ze niet achter in een
auto die in de zon geparkeerd staat.
Aanvullende informatie
• Als u tijdens gebruik het geluidsvolume verder open draait,
kan de ingebouwde ventilator automatisch gaan draaien om
oververhitting in het inwendige te voorkomen. Voor
afdoende ventilatie dient u vooral genoeg ruimte achter de
stereo-installatie te laten en er niets bovenop te zetten.
• Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende luchtdoorstroming om oververhitting van
de inwendige onderdelen te voorkomen.
• Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat.
• Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— directe zonnestraling.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers
op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling
heeft ondergaann (met was, olie, polijstmiddel, enz.)
aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen
ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren.
• Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude
in een warme omgeving wordt gebracht of in een
erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens
binnenin de CD-speler vocht uit de lucht
condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereoinstallatie niet naar behoren functioneren. In zulke
gevallen dient u de disc te verwijderen en het
apparaat ongeveer een uur ongebruikt aan te laten
staan, zodat alle condensvocht kan verdampen.
• Voor het verplaatsen van de stereo-installatie dient
u eerst de disc er uit te verwijderen.
wordt vervolgd
61NL
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Behandelen van discs
• Veeg elke disc voor het afspelen schoon met een
niet pluizend reinigingsdoekje. Veeg vanuit het
midden naar de rand.
• Gebruik voor het reinigen van disc geen
oplosmiddelen als benzine of thinner, evenmin als
reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor
conventionele grammofoonplaten.
• Zorg dat uw discs niet worden blootgesteld aan fel
zonlicht of de hitte van een kachel of
verwarmingsradiator; laat uw discs nooit achter in
een auto die in de zon geparkeerd staat.
• Gebruik geen discs met een beveiligingsring er om.
Dergelijke ringen kunnen het mechanisme
beschadigen.
• Plakkerige inkt of loslatende lijm aan de labelkant
van een disc kan blijven kleven aan het inwendige
mechanisme van dit apparaat. Dan bestaat het risico
dat de disc vastloopt en het apparaat defect kan
raken. Pas op voor kleverige discs en controleer
voor het afspelen altijd even of de disc niet plakt.
Gebruik geen discs waar het volgende mis mee is:
— Tweedehands of uitleen-discs met een etiket
of sticker waarvan de rand omkrult of de lijm
voorbij de sticker uitsteekt. Dit kan problemen
bij het afspelen geven.
— Discs met een label dat in speciale inkt is
gedrukt; als de inkt kleverig aanvoelt kunt u de
disc beter niet afspelen.
• Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig
of stervormig) zijn in dit apparaat niet af te spelen.
Probeer het in geen geval, want de stereo-installatie
kan er door beschadigd worden. Gebruik dergelijke
discs niet.
Afspelen van CD-R/CD-RW discs
Compact discs die zijn opgenomen met een CD-R/
CD-RW recorder of “CD-brander” zijn in dit apparaat
niet altijd goed af te spelen, niet alleen door stof of
vuil, maar vanwege de opnamekarakteristiek van het
opname-apparaat. En als een zelf opgenomen CD nog
niet gefinaliseerd is, kunt u die nooit in dit apparaat
afspelen.
Reinigen van de behuizing
Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen
schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat
milde vloeibare huishoudzeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals
alcohol of benzine.
62NL
Beveiligen van waardevolle
bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of
abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het
wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals
in de afbeelding is aangegeven.
Breek het
wispreventienokje
uit
Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor
opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken.
Alvorens u een cassette in het deck
plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn
strakgetrokken. Anders zou de band in het
mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op
beschadiging.
Betreffende cassettes langer dan 90
minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan
gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke
cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen,
stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het
bandloopwerk verstrikt kunnen raken.
Reinigen van de bandkoppen
Het verdient aanbeveling de bandkoppen na iedere 10
gebruiksuren te reinigen. Maak de bandkoppen in elk
geval even schoon vóór het maken van een
belangrijke bandopname, evenals na het afspelen van
een oude cassette. Reinig de bandkoppen met een in
de audiohandel verkrijgbare reinigingscassette, van
het droge of het vloeistof-type. Zie voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
reinigingscassette.
Demagnetiseren van de bandkoppen
Na 20 tot 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies
aan hoge tonen of toename van ruis, dient u de
bandkoppen en alle metalen onderdelen van het
bandloopwerk te demagnetiseren met een in de
audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette.
Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette.
Beperkingen van het
minidisc-systeem
Het opnamesysteem van uw minidisc-recorder
is gebonden aan een aantal specifieke
beperkingen, waarvan hieronder een overzicht
volgt. Deze beperkingen zijn inherent aan het
ontwerp van het minidisc-systeem en duiden
niet op storing in uw stereo-installatie.
De “Disc Full!!” foutmelding
verschijnt al vóór het bereiken van
de maximale opnameduur
Wanneer er 255 nummers op de minidisc zijn
opgenomen, zal de “Disc Full!” foutmelding
verschijnen, ongeacht de feitelijke opnameduur. Een
minidisc kan niet meer dan 255 muziekstukken bevatten.
Om door te gaan met opnemen, dient u muziekstukken
te wissen of een andere minidisc te gebruiken.
De “Disc Full!” foutmelding verschijnt
al vóór het bereiken van het maximaal
aantal muziekstukken (255)
Soms kunnen zachtere passages binnen
muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen,
zodat het aantal nummers het feitelijk aantal
muziekstukken overschrijdt; dan kan de “Disc Full!”
foutmelding al gauw verschijnen.
De “Group Full!” foutmelding
verschijnt in het uitleesvenster
• Als de groepsfunctie is ingeschakeld, kan tijdens het
bewerken van de minidisc de aanduiding “Group Full!”
verschijnen. Dan is er te weinig ruimte in het geheugen
voor het bijschrijven van de groepsgegevens. In dat
geval kunt u eventuele overbodige disc-titels,
groeptitels of andere tekst wissen.
• Ook als de groepsfunctie is uitgeschakeld, kunnen de
gegevens voor het beheer van de groepen automatisch
worden bijgewerkt tijdens het gebruik van de Move,
Divide of andere bewerkingsfuncties, dus ook dan
kan de “Group Full!” foutmelding verschijnen.
Nummers van minder dan 12 seconden* lengte tellen
niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer
beschikbare opnameduur zal leiden.
* Alleen bij gewone stereo-opname.
Bij mono-opname of LP2 stereo-opname: ongeveer
24 seconden.
Bij LP4 stereo-opname: ongeveer 48 seconden.
De aanduiding “Impossible” verschijnt bij
gebruik van de A-B Erase wisfunctie of het
samenvoegen van nummers met Combine
Dit kan zich voordoen als er aan een betrokken
muziekstuk al te veel “gesleuteld” is; het betreft hier
een inherente beperking van het minidiscopnamesysteem, geen storing in de werking.
Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden
van 2 seconden*, ongeacht de lengte van het
opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe
afwijking van de nominale speelduur. Daarnaast kan
de speelduur van een minidisc beperkt worden door
krassen en dergelijke.
* Alleen bij gewone stereo-opname.
Bij mono-opname of LP2 stereo-opname: ongeveer
4 seconden.
Bij LP4 stereo-opname: ongeveer 8 seconden.
Bij het doorzoeken van
muziekstukken die door bewerking
zijn samengesteld valt het geluid
soms weg
Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn opgenomen,
maar door bewerking zijn samengesteld, kunnen
nogal over de minidisc verspreid zijn en dan kan de
versnelde weergave het zoeken niet altijd bijhouden.
De muziekstuknummers worden niet
juist vastgelegd
Ook al is de Level Synchro stilte-markering
ingeschakeld, dan nog kunnen de
muziekstuknummers soms niet naar behoren worden
vastgelegd aan het begin van elk muziekstuk:
• als het ingangssignaal minder dan 2 seconden lang
onder het grensniveau blijft, m.a.w. bij een te korte
of rumoerige pauze tussen twee muziekstukken.
• als het ingangssignaal midden in een muziekstuk
langer dan 2 seconden onder het grensniveau blijft.
• bij opnemen van een muziekstuk dat maar 4
seconden* of korter duurt.
* Bij gewone stereo-opname, mono-opname of LP2
stereo-opname (bij LP4 stereo-opname: ongeveer 8
seconden of korter).
Er worden extra nummers
bijgemaakt
Aanvullende informatie
De resterende opnameduur
vermeerdert niet, ook na het wissen
van diverse korte nummers
De totale opgenomen speelduur plus
de resterende opnameduur op de
minidisc komen in totaal niet aan de
nominale speelduur van de disc
Als het tussen de muziekstukken op een CD erg lang
stil blijft, kan er wel eens een extra nummer worden
bijgemaakt.
Het aantal muziekstukken op de CD
verschijnt van dat op de opgenomen
minidisc
Als er erg korte muziekstukken op de CD staan, kan
het uiteindelijk aantal nummers op de minidisc wel
eens verschillen van het aantal op de CD.
wordt vervolgd
63NL
Beperkingen van het minidiscsysteem (vervolg)
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs,
minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om
vrijwel perfecte kopieën te maken van
geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale
signalen blijft de kwaliteit volledig intact.
Ter bescherming van de auteursrechten van
componisten en musici is dit apparaat voorzien van
het “Serial Copy Management System” dat slechts
één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat
via digitale aansluitingen.
Via digitale aansluitingen kunt u alleen een
eerste-generatie kopie* maken van digitaal
geluidsmateriaal.
Bijvoorbeeld:
1 U kunt een digitale kopie maken van een in de
handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals een
compact disc of een voorbespeelde minidisc),
maar het is niet mogelijk van deze kopie weer
een (tweede-generatie) kopie te maken.
2 U kunt een digitale kopie maken van het
digitaal opgenomen geluid van een
oorspronkelijk analoge geluidsbron (zoals een
grammofoonplaat of een muziekcassette) of
een opname van een digitale satellietuitzending, maar hiervan kunt u weer geen
tweede-generatie kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van digitale signalen, gemaakt met digitale
geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de
minidisc-recorder en de CD-speler van uw stereoinstallatie het geluid van een compact disc opneemt,
is dit een eerste-generatie digitale kopie.
Technische gegevens
Hoofdapparaat (HCD-CP505)
Versterker-gedeelte
Europees model:
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
30 + 30 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Muziekvermogen (referentie):
70 + 70 watt
Overige modellen:
De volgende metingen zijn verricht bij 230 V
wisselstroom, 60 Hz.
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
25 + 25 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
30 + 30 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
De volgende metingen zijn verricht bij 220 V
wisselstroom, 60 Hz.
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
22 + 22 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
28 + 28 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Ingangen
ANALOG IN:
Gevoeligheid
(tulpstekkerbussen)
250 mV, impedantie
47 kOhm
DIGITAL OPTICAL IN (geschikte
bemonsteringsfrequenties: 32 kHz, 44,1 kHz en
48 kHz)
Uitgangen
PHONES:
SPEAKER:
CD-speler
Systeem
Laser
Frequentiebereik
64NL
Voor aansluiten van een
hoofdtelefoon met een
impedantie van 8 ohm of
meer
Voor luidsprekers met een
impedantie van 6 tot 16
ohm.
Compact disc digitaal
audiosysteem
Halfgeleider laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
2 Hz – 20 kHz
Minidisc-recorder
System
Algemeen
Opname/weergavesysteem
MiniDisc digitaal
audiosysteem
Laser
Halfgeleider laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik
5 Hz – 20 kHz
Cassettedeck
Opname/weergavesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo
Frequentiebereik
50 – 13.000 Hz (±3 dB)
met Sony TYPE I
normaalband-cassette
Snelheidsfluctuaties
±0,15% Gewogen
piekniveau (IEC)
0,1% Gewogen R.M.S.
(NAB)
±0,2% Gewogen
piekniveau (DIN)
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik
87,5 - 108,0 MHz
(afsteminterval 50 kHz)
Antenne
FM-draadantenne
Antenne-aansluitingen
75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie
10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik
Europees model:
531 - 1.602 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen:
530 - 1.710 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 - 1.602 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Antenne
AM-kaderantenne, externe
antenne-aansluitingen
Tussenfrequentie
450 kHz
Stroomvoorziening
Europees model:
Overige modellen:
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
110 – 120 V of 220 –
240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Omschakelbaar met
spanningskiezer
Stroomverbruik
Europees model:
Zie naamplaatje
0,3 watt (in de
stroombesparingsstand)
Overige modellen:
Zie naamplaatje
Afmetingen (b/h/d) incl. uitstekende onderdelen en
knoppen
Versterker/tuner/cassettedeck/MD/CD-speler:
Ca. 175 × 240 × 341,5 mm
Luidsprekers:
Ca. 152 × 240 × 258,5 mm
Gewicht
Versterker/tuner/cassettedeck/MD/CD-speler:
Ca. 6,1 kg
Luidsprekers:
Ca. 2,6 kg netto per
luidspreker
Bijgeleverd toebehoren: Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat)
batterijen (2)
AM-kaderantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Los verkrijgbaar
Sony PC aansluitset
(Zie de catalogus en
andere aankondigingen
voor de datum van
verkrijgbaarheid.)
Het los verkrijgbaar
toebehoren voor deze
stereo-installatie is onder
voorbehoud van
wijzigingen. Raadpleeg
voor meer informatie uw
dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Luidsprekers (SS-CCP505)
Luidsprekereenheden
Lagetonen-luidspreker:
Hogetonen-luidspreker:
Nominale impedantie:
Tweewegsysteem, in
basreflexkast
conus, 12 cm doorsnede
symmetrisch aangedreven
type, 2,5 cm doorsnede
6 ohm
Aanvullende informatie
Luidsprekersysteem
65NL