Sony cmt cp 505 md de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om een elektrische schok te
vermijden. Laat eventuele reparaties over aan
bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Octrooien in de Verenigde Staten en in andere landen
vallen onder de licentie van Dolby Laboratories.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Dit label bevindt
zich aan de achterkant
van het apparaat.
Het onderstaande waarschuwingslabel bevindt zich
binnenin het apparaat.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u
de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken
met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit
een brandende kaars bovenop het apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u geen voorwerpen als vazen op het
apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE
VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE,
SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR
SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT
GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN
DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE
SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF
VERLIEZEN.
3
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Inhoudsopgave
wordt vervolgd
NL
Overzicht van toetsen en
verwijzingspagina’s
Hoofdapparaat ....................................... 5
Afstandsbediening ................................. 6
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie ....... 7
Twee R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening plaatsen .............. 8
De klok gelijkzetten ............................... 8
CD – weergave
Een CD inleggen ................................... 9
Een CD afspelen
— Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave .... 9
Muziekstukken van een CD
programmeren
— Programma-weergave .............. 10
Naamgeving van compact discs
— Disctitel .................................... 11
MD – weergave
Een MD inleggen ................................. 13
Een MD afspelen
— Normale weergave/willekeurige
weergave/herhaalde weergave ...... 13
Muziekstukken van een minidisc
programmeren
— Programma-weergave .............. 15
Alleen de muziekstukken van een bepaalde
groep nummers afspelen .................
16
MD – opname
Voordat u begint met opnemen ........... 16
Muziekstukken opnemen in groepen
— Groepsfunctie ........................... 18
Een CD opnemen op een MD
CD-MD synchroonopname/versnelde
CD-MD synchroonopname ...............
20
Muziek van een cassette overnemen op MD
— TAPE-MD synchroonopname .. 21
Handmatig opnemen op een MD
— Handmatige opname ................. 21
Veiligheids-opnamestart met 6 seconden
muziek uit het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ................ 22
Tips voor het opnemen ........................ 23
Beschrijving van de opname-instellingen ..
26
MD – opnamen bewerken
Alvorens te beginnen met bewerken ... 28
Naamgeving van minidisc
— NAME titelkeuze ..................... 28
Opgenomen muziekstukken in een
nieuwe groep plaatsen
— Create functie ........................... 31
Verwijderen van groepsgegevens
— Release functie ......................... 32
Wissen van minidisc-opnamen
— Erase wisfuncties ...................... 33
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken
— Move functie ............................ 35
Splitsen van opgenomen muziekstukken
— Divide functie ........................... 36
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— Combine functie ....................... 37
Ongedaan maken van de laatste
bewerking
— Undo herstelfunctie .................. 38
Aanpassen van de geluidssterkte na het
opnemen
— S.F Edit volumecorrectie .......... 39
4
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Tuner voor radio-ontvangst
Vastleggen van uw favoriete radiozenders ..
41
Luisteren naar de radio ........................ 42
Naamgeving van de voorkeurzenders
— Zendernamen ............................ 43
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .......................................... 44
Cassette – weergave
Een cassette inleggen ........................... 44
Een cassette afspelen ........................... 44
Cassette – opname
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op cassette
— CD-TAPE synchroonopname ... 45
Uw favoriete muziekstukken van een
minidisc opnemen op cassette
— MD-TAPE synchroonopname .. 46
Handmatig opnemen op een cassette
— Handmatige opname................. 47
Klankinstellingen
De klank bijregelen ............................. 47
Schakelklok-functies
Gerust in slaap vallen met muziek
— Sluimerfunctie .......................... 48
Ontwaken met muziek
— Dagelijkse wekfunctie .............. 48
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen .................................. 49
Uitleesvenster
Geen aanduidingen in de uit-stand
— Stroombesparingsstand ............ 50
Gebruik van het uitleesvenster ............ 51
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur ...................................... 53
Beluisteren van een aangesloten
geluidsbron .................................... 54
Geluid opnemen vanaf aangesloten
apparatuur ...................................... 54
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen ................... 55
Zelfdiagnose-aanduidingen ................. 58
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 61
Beperkingen van het minidisc-systeem ..
63
Technische gegevens ........................... 64
Inhoudsopgave (vervolg)
* Alleen voor het Europese model.
Overzicht van toetsen en verwijzingspagina’s
5
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Gebruik van dit overzicht
Op deze bladzijde kunt u de plaats en functie van alle
knoppen e.d. aflezen, met tussen haakjes de pagina’s
waar ze verder ter sprake komen.
Nummer in de afbeelding
r
PLAY MODE qg (9, 13, 14)
RR
Naam van de toets, knop e.d.
Verwijzingspagina’s
FUNCTIETOETSEN MET
STANDAARDSYMBOLEN
Overzicht van toetsen en verwijzingspagina’s
Hoofdapparaat
M – V
Afstandsbedieningssensor wl
BASS wh (47)
CD NX qh (9, 10, 22)
DIRECTION 2 (21, 44, 45–47)
Disc-lade wf (9)
DSG wj (47)
ENTER/START 6 (20, 21, 45,
46)
FM MODE 3 (43)
FUNCTION 1 (9, 13, 16, 19,
21–23, 25, 44, 47, 54)
GROUP ON/OFF wa (15, 16, 18–
20, 29–32)
GROUP SKIP w; (16, 19, 20, 29,
30, 32)
MD slot wk (13)
MD NX qd (13, 14, 16, 21)
PHONES hoofdtelefoon-
aansluiting wd
PLAY MODE 2 (9–11, 13, 15,
28)
REC MODE 4 (20–22, 26)
REPEAT 3 (10, 14)
SYNCHRO 5 (20, 21, 45, 46)
TAPE nN 7 (44–46)
TREBLE wg (47)
TUNER BAND qa (41–43)
TUNING +/– ql (41–43)
TUNING MODE 2 (41–43)
Uitleesvenster ea
VOLUME ws
?/1 (aan/uit-schakelaar) e;
m/M ql
l/L ql
TAPE
X 9
x 8
zREC 0
MD
Z qs
x qf
zREC qg
CD
Z qk
x qj
Z
x
+–+
+
?/1
lm
ML
nN
NX
x
NX
x
Z
x
X
z
z
123456
wf
wg
wh
wj
wk
wl
e;
ea
7
8
0
9
qa
qs
qd
qf
qg
qh
qj
qk
qlw;wawswd
IN ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – G
7
NL
Voorbereidingen
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
L
R
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
AM-kaderantenne
Linker luidspreker
Rechter luidspreker
FM-draadantenne
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de rechter en linker luidsprekersnoeren
aan op de SPEAKER klemmen zoals
hieronder aangegeven.
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de AM-kaderantenne in elkaar alvorens
deze aan te sluiten.
Aansluiting
type A
Aansluiting
type B
AM-
kaderantenne
Strek de FM-
draadantenne
zover mogelijk
horizontaal uit
AM-
kaderantenne
Strek de FM-
draadantenne
zover mogelijk
horizontaal uit
wordt vervolgd
4
2
3
1
FM75
AM
U
ANTENNA
FM75
AM
ANTENNA
U
U
8
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Aansluiten van de stereo-installatie
(vervolg)
3 Bij de modellen met een
spanningskiezer, stelt u deze VOLTAGE
SELECTOR schakelaar in op het
voltage van het plaatselijk lichtnet.
4 Steek de stekker van het netsnoer in
het stopcontact.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet in
het stopcontact past, verwijdert u deze en
gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor
de modellen met verloopstekker).
Om de stereo-installatie aan te zetten, drukt
u op de @/1 schakelaar.
Twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
Tip
Als de stereo-installatie niet meer goed op de
afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide
batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen,
om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie
te vermijden.
De klok gelijkzetten
1 Druk op de ?/1 schakelaar om de
stereo-installatie aan te zetten.
2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets
van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om het
juiste uur in te stellen.
4 Druk op de ENTER/YES toets of de
CURSORt toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toetsen van de afstandsbediening om
de juiste minuut in te stellen.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu gaat de klok lopen.
Als u een vergissing bemerkt
Druk enkele malen op de TCURSOR of
CURSORt toets van de afstandsbediening
totdat het onjuiste cijfer knippert, en voer dan
het juiste cijfer in.
De tijdsinstelling aanpassen
1 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets van
de afstandsbediening.
2 Druk op de . of > toets van de
afstandsbediening totdat er “CLOCK SET”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
3 Volg de bovenstaande aanwijzingen van
3 t/m 6.
110V-120V
220V-240V
VOLTAGE
SELECTOR
e
E
e
E
CD – weergave
9
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Een CD inleggen
1 Druk op de CD Z toets.
De disc-lade schuift open.
2 Leg een compact disc met de bedrukte
label-kant boven in de disc-lade.
3 Druk nogmaals op de CD Z toets om de
disc-lade te sluiten.
CD – weergave
Om een 8-cm
CD single af te
spelen, plaatst u
de disc in de
binnenste
uitsparing van
de disc-lade.
Een CD afspelen
Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave
In deze stereo-installatie kunt u een CD
weergeven met verschillende afspeelfuncties.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om te kiezen voor weergave van
een CD.
2 Druk terwijl het afspelen gestopt is
enkele malen op de PLAY MODE toets
totdat de gewenste afspeelfunctie in
het uitleesvenster wordt aangegeven.
Stel in op
Geen aanduiding
(normale
weergave)
SHUF
(willekeurige
weergave)
PGM
(programma-
weergave)
3 Druk op de CD NX toets (of op de
N weergavetoets van de
afstandsbediening).
Opmerkingen
Tijdens het afspelen kunt u niet van afspeelfunctie
veranderen.
Als u tijdens het luisteren naar een andere
geluidsbron op de CD Z toets drukt om de disc-
lade te openen of te sluiten, gaat de CD-
afspeelaanduiding branden, ook als er geen CD in
de disc-lade ligt. Om dan de CD-afspeelaanduiding
te laten doven, drukt u enkele malen op de
FUNCTION toets om de geluidsbron over te
schakelen naar “CD”.
Speelduur
Muziekstuknummer
Voor weergave van
Alle muziekstukken op de
disc in de normale volgorde.
Alle muziekstukken op de
disc in willekeurige volgorde.
Bepaalde muziekstukken van
de disc in een door u gekozen
volgorde (zie “Muziekstukken
van een CD programmeren
op blz. 10).
CD-afspeelaanduiding
wordt vervolgd
L-SYNC
10
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Muziekstukken van een
CD programmeren
— Programma-weergave
U kunt zelf een muziekprogramma van
maximaal 25 muziekstukken samenstellen.
1 Druk op de CD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de PLAY MODE toets totdat de
aanduiding “PGM” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer van het gewenste
muziekstuk wordt aangegeven.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Het gekozen muziekstuk wordt in uw
programma geplaatst.
Eerst verschijnt het programma-
volgnummer en dan de totale speelduur van
uw muziekprogramma.
Bij een vergissing kunt u altijd de laatst
geprogrammeerde stap uit uw programma
wissen met een druk op de CLEAR wistoets
van de afstandsbediening.
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Stoppen met afspelen
Pauzeren van de
weergave
Kiezen van een
muziekstuk
Opzoeken van
een punt in een
muziekstuk
Meermalen
afspelen
(herhaalde
weergave)
Verwijderen van
een disc
Doet u het volgende
Druk op de CD
x
stoptoets (of
x
stoptoets van de aftandsbediening).
Druk op de CD
NX
pauzetoets (of
X
pauzetoets van de
aftandsbediening). Nogmaals drukken
om door te gaan met afspelen.
Draai de l/L knop naar
rechts of links (of druk enkele
malen op de . of > toets
van de afstandsbediening).
Houd tijdens het afspelen de
m/
M
knop naar rechts of links gedraaid
(of houd de
m
of
M
toets van de
afstandsbediening ingedrukt).
Bij het gewenste punt laat u de knop los.
Druk tijdens afspelen enkele
malen op de REPEAT toets totdat
er “REP” of “REP1” in het
uitleesvenster verschijnt.
REP: Om alle muziekstukken op de
CD achtereen tot 5 maal te herhalen.
REP1: Om alleen het weergegeven
muziekstuk te herhalen.
Om de herhaalde weergave uit te
schakelen, drukt u weer enkele
malen op de REPEAT toets totdat
de “REP” of “REP1” aanduiding
uit het uitleesvenster verdwijnt.
Druk op de CD Z toets.
Een gewenst muziekstuknummer
kiezen met de afstandsbediening
Tijdens de normale weergave kunt u het
nummer van een gewenst muziekstuk ook
direct kiezen met de afstandsbediening.
Kies het nummer met de cijfertoetsen. Dan
begint automatisch het afspelen.
Voor invoeren van een nummer boven de 10
1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets.
2
Druk op de cijfertoetsen voor alle plaatsen waarop
een “–” streepje knippert in het uitleesvenster.
Voor het invoeren van een 0 gebruikt u de 10/0 toets.
Bijvoorbeeld:
Voor het kiezen van nummer 20 terwijl er “--”
knippert in het uitleesvenster, drukt u cijfertoets 2 en
dan op de 10/0 toets.
Gekozen muziekstuknummer Speelduur van het
gekozen muziekstuk
Laatst gekozen
muziekstuknummer
Totale speelduur
L-SYNC
PGM
L-SYNC
PGM
Een CD afspelen (vervolg)
CD – weergave
11
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
5 Om nog meer titels of muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Druk op de N weergavetoets .
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Uitschakelen van
de programma-
weergave
Controleren van de
programmavolgorde
Controleren van
het totale aantal
geprogrammeerde
muziekstukken
Toevoegen van een
muziekstuk
aan het eind van
uw programma
Tips
Een eenmaal gemaakt programma blijft ook na het
afspelen nog bestaan. Om dan hetzelfde programma
nogmaals weer te geven, drukt u op de N
weergavetoets van de afstandsbediening. Uw
muziekprogramma wordt echter gewist wanneer u
de disc-lade opent.
In plaats van de tijd verschijnen er enkel “--.--”
streepjes als de totale programma-speelduur de 100
minuten overschrijdt of als u een muziekstuk kiest
met het nummer 21 of hoger op de CD.
Door in te stellen op “AL” bij stap 3 kunt u alle
muziekstukken van de disc tegelijk programmeren.
Doet u het volgende
Druk in de stopstand enkele
malen op de PLAY MODE toets
totdat er geen “SHUF” of “PGM”
meer wordt aangegeven.
Druk tijdens de programma-
weergave enkele malen op de
. of > toets van de
afstandsbediening.
Druk in de stopstand op de
DISPLAY toets van de
afstandsbediening. Dan verschijnt
het totale aantal
geprogrammeerde nummers,
gevolgd door de totale speelduur
van uw muziekprogramma.
Volg in de stopstand de
aanwijzingen van stap 3 en 4.
Naamgeving van compact
discs
— Disctitel
U kunt voor maximaal 50 CD’s zelf gekozen
titels van ten hoogste 20 letters en symbolen
invoeren. Wanneer u daarna een dergelijke CD
inlegt, verschijnt de titel in het uitleesvenster.
Opmerkingen
•U kunt geen titel invoeren voor een CD waarbij de
aanduiding “TEXT” in het uitleesvenster verschijnt.
Bij de eerste keer dat u titels voor uw CD’s
gaat invoeren dient u te zorgen dat alle
eerdere disctitels uit het geheugen zijn
gewist (zie “Wissen van een disctitel” op
blz. 13).
1 Druk op de CD toets van de
afstandsbediening.
If “SHUF” or “PGM” appears, press PLAY
MODE repeatedly until both disappear.
2 Druk in de stopstand op de NAME EDIT/
SELECT toets van de
afstandsbediening.
De cursor gaat knipperen.
3 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets
van de afstandsbediening om in te
stellen op het gewenste soort
letterteken.
Voor gebruik van Stelt u in op
Alfabet (hoofdletters) Selected AB
/spatie/leestekens
Alfabet (kleine letters) Selected ab
/spatie/leestekens
Cijfers Selected 12
wordt vervolgd
12
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
4 Voer een letterteken in.
Voor invoer van Doet u het volgende
Letters van het Druk op de betreffende
alfabet lettertoets (of enkele
malen op de ./>
toets) van de
afstandsbediening totdat
de in te voeren letter gaat
knipperen, en druk dan op
de CURSORt toets van
de afstandsbediening.
Cijfers Druk op de betreffende
cijfertoetsen van de
afstandsbediening.
Spatie Druk op de 10/0 toets van
de afstandsbediening.
´ – / , . ( ) : ! ? Druk enkele malen op
toets 1 van de
afstandsbediening.
& + < > _ = “ ; # $ % Druk op cijfertoets 1 van
@ ` de afstandsbediening en
dan enkele malen op de
./> toets van
de afstandsbediening.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u de
gehele titel hebt ingevoerd.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Corrigeren van een ingevoerd
letterteken
Druk in stap 3 of 4 enkele malen op de
TCURSOR of CURSORt toets totdat het te
wijzigen letterteken gaat knipperen, druk op de
CLEAR toets van de afstandsbediening om het
letterteken te wissen en herhaal dan de stappen
3 en 4.
Bij nader inzien geen titel kiezen
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Invoegen van lettertekens
Druk na stap 1 of 2 enkele malen op de
TCURSOR of CURSORt toets totdat de
cursor op het punt staat waar u een of meer
letters wilt invoegen en ga dan door met stap 3.
Naamgeving van compact discs
(vervolg)
Controleren van de disctitels
1 Druk op de CD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Name Check?” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om in
te stellen op de disctitels die in het
geheugen zijn vastgelegd onder de
nummers van 01 tot 50.
Titel van de weergegeven disc
controleren
Druk in de stopstand op de SCROLL toets van
de afstandsbediening.
MD – weergave
13
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Een MD inleggen
Schuif een MD in de opening.
Met de label-kant boven en het
schuifdeksel rechts
Met de pijl naar
binnen gericht
Een MD afspelen
— Normale weergave/willekeurige
weergave/herhaalde weergave
In deze stereo-installatie kunt u een minidisc op
verschillende manieren afspelen.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets om voor de geluidsbron in
te stellen op “MD”.
2
Druk in de stopstand enkele malen op de
PLAY MODE toets totdat de aanduiding
voor de gewenste afspeelfunctie oplicht.
Stel in op
Geen aanduiding
(normale weergave)
SHUF
(willekeurige
weergave)
PGM
(programma-
weergave)
3
Druk op de MD
NX
toets (of op de
N
weergavetoets van de afstandsbediening).
Opmerking
Tijdens het afspelen kunt u niet van afspeelfunctie wisselen.
wordt vervolgd
Voor weergave van
Alle muziekstukken van de
MD in de gewone volgorde.
Alle muziekstukken van de
MD in willekeurige volgorde.
De gewenste muziekstukken van
de minidisc in de door u gekozen
volgorde (zie “Muziekstukken
van een minidisc
programmeren” op blz. 15).
Muziekstuknummer
MD – weergave
Wissen van een disctitel
1 Druk op de CD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Name Erase?” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om in
te stellen op de disctitel die u wilt
wissen.
De aanduiding “No Name” licht op als er
nog geen disctitels zijn vastgelegd.
5 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
Dan verschijnt de aanduiding “Complete!”.
Alle disctitels wissen
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “All Erase?”
wordt aangegeven in stap 3 en druk dan
tweemaal op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Bij nader inzien niet wissen
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening, ergens in stap 2 t/m 4.
Opmerking
Als de stroom uitvalt of de stekker uit het stopcontact
wordt getrokken, blijven uw disctitels ongeveer een
dag lang in het geheugen van de stereo-installatie
bewaard.
L-SYNC
Verstreken
speelduur
14
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Een MD afspelen (vervolg)
Andere bedieningsfuncties
Voor
Stoppen met
afspelen
Pauzeren van de
weergave
Keuze van een
muziekstuk
Opzoeken van
een punt in een
muziekstuk
Meermalen
afspelen
(herhaalde
weergave)
Uitnemen van
de MD
Keuze van een muziekstuknummer
met de afstandsbediening
Tijdens de normale weergave kunt u het
nummer van een gewenst muziekstuk ook
direct kiezen met de afstandsbediening.
Kies het nummer met de cijfertoetsen. Dan
begint automatisch het afspelen.
Voor invoeren van een nummer boven de
10
1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets.
2 Druk op de cijfertoetsen voor alle plaatsen
waarop een “–” streepje knippert in het
uitleesvenster.
Voor het invoeren van een 0 gebruikt u de 10/0
toets.
Bijvoorbeeld:
Voor het kiezen van nummer 16 terwijl er “--”
knippert in het uitleesvenster, drukt u op 1
nogmaals op 6.
Voor het kiezen van nummer 20 terwijl er “---”
knippert in het uitleesvenster, drukt u op 10/0, dan
op 2 en dan nogmaals op 10/0.
Doet u het volgende
Druk op de MD x stoptoets (of de
x stoptoets van de
afstandsbediening).
Druk op de MD NX toets (of op
de X pauzetoets van de
afstandsbediening). Nogmaals
drukken om door te gaan met
afspelen.
Draai de l/L knop naar
rechts of links (of druk enkele
malen op de . of > toets
van de afstandsbediening).
Houd tijdens het afspelen de
m/M knop naar rechts of links
gedraaid (of houd de m of M
toets van de afstandsbediening
ingedrukt).
Bij het gewenste punt laat u de
knop los.
Druk tijdens afspelen enkele malen
op de REPEAT toets totdat de
aanduiding “REP” of “REP1”
verschijnt.
REP: Om alle muziekstukken op
de minidisc tot 5 maal achtereen te
herhalen.
REP1: Om alleen het weergegeven
muziekstuk te herhalen.
Om de herhaalde weergave uit te
schakelen, drukt u weer enkele
malen op de REPEAT toets totdat
er geen “REP” of “REP1” meer
wordt aangegeven.
Druk op de MD Z toets.
15
NL
MD – weergave
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Muziekstukken van een
minidisc programmeren
Programma-weergave
U kunt een muziekprogramma samenstellen
van maximaal 25 muziekstukken.
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de PLAY MODE toets totdat de
aanduiding “PGM” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer van het gewenste
muziekstuk verschijnt.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Het gekozen muziekstuk wordt
geprogrammeerd.
Eerst verschijnt het programma-
volgnummer en dan de totale speelduur van
uw muziekprogramma.
Bij een vergissing kunt u altijd de laatst
geprogrammeerde stap uit uw programma
wissen met een druk op de CLEAR wistoets
van de afstandsbediening.
5 Om nog meer titels of muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen
3 en 4.
6 Druk op de N weergavetoets van de
afstandsbediening.
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Uitschakelen van
de programma-
weergave
Controleren van
de afspeelvolgorde
Controleren van
het totale aantal
geprogrammeerde
nummers
Toevoegen van
een nummer aan
het eind van uw
muziekprogramma
Tips
Een eenmaal samengesteld programma blijft
bewaard, ook na afloop van de programma-
weergave. Om het programma nogmaals weer te
geven, drukt u op de N weergavetoets van de
afstandsbediening. Het programma vervalt echter
wanneer u de minidisc uitneemt of op de GROUP
ON/OFF toets drukt.
In plaats van de tijd verschijnen er enkel “---.--”
streepjes als de totale programma-speelduur de
1.000 minuten overschrijdt.
Laatst geprogrammeerde
muziekstuknummer
Totale speelduur
Doet u het volgende
Druk in de stopstand enkele malen
op de PLAY MODE toets totdat er
geen “PGM” of “SHUF” meer
wordt aangegeven.
Druk tijdens de programma-
weergave enkele malen op de
. of > toets van de
afstandsbediening.
Druk in de stopstand op de
DISPLAY toets van de
afstandsbediening. Dan verschijnt
het totale aantal geprogrammeerde
nummers, gevolgd door de totale
speelduur van uw
muziekprogramma.
Volg de aanwijzingen 3 en 4 in de
stopstand.
L-SYNC
PGM
16
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Voordat u begint met opnemen
Minidiscs (afgekort tot MD) zijn een digitale
geluidsdrager, waarop u muziek kunt opnemen
en afspelen met uitstekende geluidskwaliteit.
Een van de handige functies van minidiscs is de
mogelijkheid muziekstukken te markeren. Dit
stelt u in staat vlot en gemakkelijk een gewenst
punt in de muziek op te zoeken en om de
opgenomen muziekstukken naar keuze in een
andere volgorde te zetten of anderszins aan te
passen. Afhankelijk van de geluidsbron worden
er verschillende methoden van opnemen
gebruikt en worden de muziekstuknummers
ook anders vastgelegd.
Bij opnemen vanaf als geluidsbron:
De CD-speler van deze stereo-
installatie
De muziek wordt ongewijzigd op de minidisc
overgenomen, met volledig digitale opname.*
1
De muziekstuknummers worden automatisch
overgenomen, net als ze op de
oorspronkelijke CD staan. Bij bepaalde
muziekstukken kunnen de nummers echter
niet altijd goed worden aangebracht (zie blz.
63).
Andere digitale geluidsbronnen,
aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL IN aansluiting
De muziek wordt ongewijzigd op de
minidisc overgenomen, met volledig digitale
opname.*
1
Hoe de muziekstuknummers worden
vastgelegd, is afhankelijk van de geluidsbron
die u opneemt.
De tuner van deze stereo-
installatie of andere analoge
geluidsapparatuur, aangesloten op
de ANALOG IN aansluitingen
De muziek wordt door de minidisc-recorder
omgezet en opgenomen, met analoge
opname.*
2
Aan het begin van de opname wordt er altijd
automatisch een muziekstuknummer
aangebracht, maar als u de Level-Synchro
stilte-markering inschakelt (zie blz. 24),
worden er automatisch muziekstuknummers
aangebracht volgens het niveau van het
inkomend geluidssignaal.
MD – opname
Alleen de muziekstukken
van een bepaalde groep
nummers afspelen
Met deze functie kunt u luisteren naar een
aantal favoriete muziekstukken die u hebt
samengevoegd tot een vaste groep. Zie voor
nadere bijzonderheden over de groepsfunctie
blz. 18.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets om voor de geluidsbron in
te stellen op “MD”.
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de GROUP ON/OFF toets totdat de
aanduiding “GROUP” oplicht.
3 Druk enkele malen op de GROUP SKIP
toets totdat de gewenste groep wordt
aangegeven.
4 Om te beginnen met afspelen bij een
bepaald muziekstuk uit de groep, draait
u de l/L knop naar rechts of
links (of drukt u enkele malen op de
. of > toets van de
afstandsbediening) totdat het gewenste
muziekstuknummer wordt aangegeven.
Ga direct door met stap 5 wanneer u de
gehele groep wilt weergeven vanaf het
eerste muziekstuk.
5 Druk op de MD NX toets (of op de
N weergavetoets van de
afstandsbediening).
Het afspelen begint.
Wanneer het laatste muziekstuk van de
groep is afgelopen, stopt de minidisc-speler
automatisch.
Tip
U kunt ook de afspeelfuncties van blz. 13–15
gebruiken voor de muziekstukken in de groep.
Kies in dat geval de gewenste afspeelfunctie voordat
u stap 3 uitvoert.
Opmerking
Als u een groep kiest waarvoor nog geen
muziekstukken zijn vastgelegd, dan zal bij indrukken
van de MD NX toets (of de N weergavetoets van
de afstandsbediening) het afspelen beginnen met het
eerste muziekstuk in de eerste groep voor de
geplaatste MD.
17
NL
MD – opname
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Bij opnemen op een al eerder deels
opgenomen MD
Opnemen over eerdere geluidsopnamen heen is
niet mogelijk.
De nieuwe muziekstukken worden automatisch
opgenomen na de bestaande opnamen.
Als u eerdere geluidsopnamen wilt wissen,
kunt u dat doen met de Erase wisfunctie (zie
blz. 33).
Muziekstuknummers op MD
Op een minidisc worden de
muziekstuknummers (voor de volgorde) en de
informatie over begin- en eindpunten van de
muziek vastgelegd in een speciaal hiervoor
bestemd gebied, de TOC*
3
genaamd,
afzonderlijk van het muziekgebied. Dit heeft
het voordeel dat u muziekstukken naar wens
kunt aanpassen, door alleen de informatie in de
TOC inhoudsopgave te veranderen.
Fouten bij het opnemen
Bij de volgende soorten compact discs kan er
sprake zijn van storing of leesfouten bij het
overnemen op een MD:
Compact discs waarop een etiket is geplakt
Onregelmatig gevormde CD’s (bijv. hart- of
stervormige)
CD’s met veel tekst geconcentreerd aan één
kant
CD’s met krassen
Vuile CD’s
Kromgetrokken CD’s
Als een van de volgende verschijnselen zich
voordoet tijdens het afspelen of opnemen van een
CD, kan er een leesfout optreden of storing in de
opname ontstaan:
Als er tegen de disc-lade of een ander deel van
de apparatuur wordt gestoten.
Als de minidisc-recorder scheef staat of op een
wankele ondergrond.
Als de minidisc-recorder dichtbij een
luidspreker, een dichtslaande deur of een andere
bron van trillingen staat.
Wanneer er een leesfout optreedt, kan er een extra
nummer ontstaan zonder enig geluid. Dit
overbodige nummer kunt u wissen met behulp van
de Erase wisfunctie (zie blz. 33).
*
1
Een uitleg over de vaste beperkingen bij het
digitaal opnemen vindt u onder “Beperkingen van
het minidisc-systeem” op blz. 63.
*
2
Ook al is er een digitale geluidsbron aangesloten op
de analoge aansluitingen, dan nog zorgt de minidisc-
recorder voor signaalomzetting en analoge opname.
*
3
TOC: Inhoudsopgave
Na afloop van het opnemen
Druk op de MD Z uitschuiftoets om de
minidisc te verwijderen of druk op de ?/1
(aan/uit-schakelaar) toets om de stereo-
installatie uit te schakelen.
De aanduiding “TOC” of “STANDBY” gaat
knipperen. De muziek wordt nu pas definitief
op de minidisc opgenomen door het vastleggen
van de opnamegegevens in de TOC
inhoudsopgave.
Voor u het netsnoer losmaakt
De opname op een minidisc is pas compleet
wanneer de TOC (Table Of Contents)
inhoudsopgave van de minidisc is bijgewerkt.
Dit bijwerken van de TOC gebeurt automatisch
wanneer u de minidisc uitneemt of op de ?/1
toets drukt om de stereo-installatie uit te
schakelen. Trek dus nooit de stekker uit het
stopcontact vóór of tijdens het bijwerken van
de TOC inhoudsopgave (terwijl de aanduiding
“TOC” nog brandt of knippert), want anders
kunnen de gemaakte opnamen nog verloren
gaan.
Beveiligen van een opgenomen MD
Om de opnamen op een minidisc te beveiligen
tegen per ongeluk wissen, schuift u het
wispreventienokje in de hoek van de minidisc
open, zodat er een opening ontstaat. In die
stand is opnemen op de minidisc niet meer
mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te
maken voor opname, schuift u het
wispreventienokje weer dicht.
Wispreventienokje
Schuif het nokje open
18
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Hoe worden de
groepsgegevens vastgelegd?
Bij het opnemen met de groepsfunctie worden
de gegevens voor de groep automatisch
vastgelegd op de minidisc als de disctitel. Om
precies te zijn: in het titelgeheugen van de
minidisc wordt een reeks gegevens als de
volgende vastgelegd.
Titelgeheugen van de minidisc
0 ; Favorites // 1 – 5 ; Rock // 6 – 9 ; Pops // ...
231
1 De disctitel is “Favorites”.
2 Muziekstukken 1 t/m 5 zijn ingedeeld in de
“Rock” groep.
3 Muziekstukken 6 t/m 9 zijn ingedeeld in de
“Pops” groep.
Als nu een minidisc die is opgenomen met de
groepsfunctie wordt afgespeeld in apparatuur
die niet geschikt is voor de groepsfunctie of in
deze stereo-installatie, maar met de
groepsfunctie uitgeschakeld, zal de volledige
reeks gegevens zoals hierboven in zijn geheel
worden aangegeven als de disctitel.
Als u dus een dergelijke reeks
gegevens als disctitel verandert met
behulp van de naamgevingsfunctie,
bewust of per ongeluk, bestaat de kans
dat u groepsfunctie voor de betreffende
minidisc niet meer kunt gebruiken.*
* De “GROUP” aanduiding knippert. Om dan de
groepsfunctie weer te kunnen gebruiken, moet u
eerst de “De gegevens voor alle groepen op de
minidisc verwijderen” zoals beschreven op blz. 32
om de minidisc weer in de geschikte toestand terug
te brengen.
Opmerkingen
De instellingen voor de groepsfunctie blijven in het
geheugen bewaard, ook wanneer u de minidisc
uitneemt of de stereo-installatie uitschakelt.
Zolang de groepsfunctie is ingeschakeld, zullen de
muziekstukken die niet bij een groep zijn ingedeeld
niet worden getoond en dan zult u die ook niet
kunnen weergeven.
•U kunt de volgorde van de groep niet veranderen.
Als u een disc plaatst waarvan de gegevens voor de
groepsfunctie niet in het juiste formaat zijn
vastgelegd, gaat de aanduiding “GROUP”
knipperen. Dan zult u de groepsfunctie niet kunnen
gebruiken.
Bedieningsmogelijkheden met de
groepsfunctie
Afspelen van alleen de muziekstukken in een
bepaalde groep (zie blz. 16)
Een naam of titel kiezen voor een groep (zie
blz. 28)
Opgenomen muziekstukken in een nieuwe
groep plaatsen (zie blz. 31)
Groepsregistraties verwijderen (zie blz. 32)
Opmerking
Minidiscs die zijn opgenomen met de groepsfunctie
van deze stereo-installatie zijn normaal af te spelen
met andere apparatuur die geschikt is voor de
groepsfunctie. De bedieningsmogelijkheden met de
groepsfunctie kunnen bij andere apparatuur echter
verschillen van die deze stereo-installatie biedt.
Groepsfunctie: aan
Muziekstukken opnemen
in groepen
Groepsfunctie
Wat is de groepsfunctie?
Met de groepsfunctie kunt u de muziekstukken
op een MD gezamenlijk afspelen, opnemen of
bewerken. Dit kan handig zijn voor het
onderscheiden van de muziek van verschillende
CD-albums die met de MDLP functie zijn
opgenomen op een enkele MD. U kunt de
groepsfunctie aan en uit zetten met een druk op
de GROUP ON/OFF toets.
Groepsfunctie: uit
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Disc
Muziekstukken
Disc
Groep 1
Muziekstukken
Groep 2
Muziekstukken
1 2 3 4 5 1 2 3 4
19
NL
MD – opname
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Opnamen voor een nieuwe
groep maken
U kunt opnamen in nieuwe groepen indelen
voor bepaalde compact discs, voor bepaalde
artiesten, enz.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
MD.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
CD: Voor opnemen vanaf de CD-speler
van deze stereo-installatie.
TAPE: Voor opnemen vanaf het
cassettedeck van deze stereo-installatie.
TUNER: Voor opnemen van een radio-
uitzending via de tuner van deze stereo-
installatie.
OPTICAL IN: Voor opnemen vanaf
los verkrijgbare apparatuur die is
aangesloten op de DIGITAL OPTICAL
IN aansluiting.
ANALOG IN: Voor opnemen vanaf
los verkrijgbare apparatuur die is
aangesloten op de ANALOG IN
aansluitingen.
3 Druk enkele malen op de GROUP
ON/OFF toets totdat de aanduiding
“GROUP” oplicht.
4 Druk op de MD zREC opnametoets:
De aanduiding “New Group” gaat
knipperen en de minidisc-recorder komt in
gereedheid voor het opnemen.
5 Druk op de MD NX toets (of op de N
weergavetoets van de
afstandsbediening) en start de
weergave van de geluidsbron die u wilt
opnemen.
Om door te gaan met opnemen in een
andere groep, schakelt u na het opnemen
eerst de geluidsbron over naar “MD”, dan
drukt u enkele malen op de MD x totdat de
disctitel en het totale aantal groepen
verschijnt en tenslotte volgt u opnieuw de
aanwijzingen van 2 t/m 5.
Opnemen in een bestaande groep
Druk na stap 4 net zovaak op de GROUP SKIP
toets totdat de gewenste groep wordt
aangegeven en ga dan door met stap 5. De
nieuw opgenomen muziekstukken worden
toegevoegd na het laatste bestaande muziekstuk
in die groep.
Als de aanduiding “Group Full!”
verschijnt wanneer u bij stap 4
op de MD zREC toets drukt
Dan kunt u niet met opnemen beginnen omdat
er te weinig geheugenruimte op de minidisc
beschikbaar is voor de groepsgegevens.
Wis dan enkele overbodige gegevens (de oude
disctitel of muziektitels) totdat het maken van
groepsopnamen weer mogelijk is (zie blz. 30).
Tips
•U kunt het opnameniveau naar wens instellen (zie
blz. 25).
•U kunt controleren hoeveel tijd er op de minidisc
voor opnemen beschikbaar is, met een druk op de
DISPLAY toets van de afstandsbediening.
Opmerkingen
Een nieuw toegevoegde groep komt na bestaande
groepen waarvoor muziekstukken zijn opgenomen.
•U kunt tot 99 groepen instellen op een enkele MD.
Na het opnemen van een nieuw muziekstuk in een
bestaande groep kunnen de nummers volgend op
het nieuw toegevoegde muziekstuk wel eens van
plaats verwisselen nadat u de groepsfunctie
uitschakelt.
Als tijdens het opnemen de aanduiding “Group
Full!” verschijnt, zullen er geen
muziekstuknummers worden vastgelegd.
20
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
7 Voor opnemen met de groepsfunctie
gaat u als volgt te werk, afhankelijk van
waar u de opnamen wilt inpassen:
Voor opnemen in een nieuwe groep
Druk enkele malen op de GROUP SKIP
toets totdat de aanduiding “New Group”
verschijnt.
Voor opnemen in een bestaande
groep
Druk enkele malen op de GROUP SKIP
toets totdat de gewenste groep wordt
aangegeven.
Sla deze stap over en ga direct door met
stap 8 als u bij het opnemen de
groepsfunctie niet wilt gebruiken.
8
Druk weer op de ENTER/START toets terwijl
de aanduiding “Press START” nog knippert.
Het opnemen begint.
Na afloop van het opnemen zullen de CD-
speler en de minidisc-recorder beide
automatisch stoppen.
Stoppen met opnemen
Druk op de MD x stoptoets.
Een CD tegelijk op minidisc en op
cassette opnemen
Plaats een voor opnemen geschikte cassette in het
deck en stel bij stap 5 in op “DUAL SYNC”.
Ook als nu tijdens het opnemen de minidisc of de
cassette vol raakt en stopt, zal het opnemen op de
andere gewoon doorgaan.
Alleen bepaalde muziekstukken van
een CD opnemen
U kunt automatisch alleen uw favoriete
muziekstukken van een CD opnemen met
behulp van de programma-weergave. Hiervoor
volgt u tussen bovenstaande stappen 2 en 3 eerst
de aanwijzingen 1 t/m 5 onder “
Muziekstukken
van een CD programmeren
” (op blz. 10).
Tips
Nadere bijzonderheden over de LP2/LP4
opnamefuncties vindt u op blz. 26.
Nadere bijzonderheden over de versnelde CD-MD
synchroonopname vindt u op blz. 27.
Opmerkingen
•U kunt het opnemen niet halverwege pauzeren.
Ook als er eerder was ingesteld op herhaalde weergave
of willekeurige weergave, zal nu bij stap 6 automatisch
worden overgeschakeld op normale weergave.
Een CD opnemen op een MD
CD-MD synchroonopname/
versnelde CD-MD
synchroonopname
U kunt een gehele CD gemakkelijk opnemen
op een MD. Naast het opnemen met normale
snelheid kunt u ook extra-snel opnemen (met
ongeveer viermaal de normale snelheid).
Hierbij kunt u de opnameduur bepalen door te
kiezen voor de gewenste opnamekwaliteit.
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Leg de op te nemen compact disc in de
disc-lade.
3
Voor opnemen met de groepsfunctie
drukt u enkele malen op de GROUP
ON/OFF toets totdat de aanduiding
“GROUP” in het uitleesvenster verschijnt.
Voor opnemen zonder de groepsfunctie
zorgt u dat de de aanduiding “GROUP”
gedoofd is en dan gaat u door met stap 4.
4 Druk enkele malen op de REC MODE
toets om in te stellen op de gewenste
opnamekwaliteit.
Hiermee kiest u tegelijk de beschikbare
opnameduur.
Beschikbare Kies voor
opnameduur (opnamekwaliteit)
Standaard
Dubbel
Vierdubbel
Dubbel (met omzetting
van stereosignalen naar
mono)
5 Druk enkele malen op de SYNCHRO
toets totdat de aanduiding “CDtMD
SYNC” in het uitleesvenster verschijnt.
Voor opnemen met hoge snelheid
(versnelde CD-MD synchroonopname) stelt
u in op “HISPEED SYNC”.
6 Druk op de ENTER/START toets.
De aanduiding “Press START” gaat knipperen.
De minidisc-recorder komt in gereedheid voor
opname en de CD-speler wacht in de
pauzestand om met afspelen te beginnen.
geen aanduiding
(topkwaliteit stereo)
LP2
(LP2 stereo)
LP4
(LP4 stereo)
MONO
(alleen mono opname)
21
NL
MD – opname
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Muziek van een cassette
overnemen op MD
TAPE-MD synchroonopname
U kunt ook analoge geluidsopnamen van een
cassette overnemen op een minidisc. Gebruik in
dit cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes.
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Plaats de cassette waarvan u de
opnamen wilt overnemen.
3 Druk enkele malen op de SYNCHRO
toets totdat de aanduiding “TAPEtMD
SYNC” verschijnt.
4 Druk op de ENTER/START toets.
De aanduiding “Press START” gaat
knipperen.
De minidisc-recorder komt in gereedheid
voor opname en het cassettedeck wacht in
de pauzestand om met afspelen te beginnen.
* Er wordt N aangegeven voor de voorkant en
n voor de achterkant van de cassette. Om over
te schakelen naar de andere kant, die niet wordt
aangegeven, drukt u op de x stoptoets, neemt u
de cassette uit en plaatst u deze er omgekeerd
weer in, om vervolgens de stappen 3 en 4
opnieuw te doen.
5
Druk enkele malen op de DIRECTION
totdat er
g
verschijnt voor opnemen
op een enkele cassettekant of
h
(of
j
) voor opnemen op beide
cassettekanten.
6 Druk weer op de ENTER/START toets
terwijl de aanduiding “Press START”
nog knippert.
Het opnemen begint.
Na afloop van het opnemen zullen het
cassettedeck en de minidisc-recorder beide
automatisch stoppen.
Stoppen met opnemen
Druk op de MD x stoptoets.
Handmatig opnemen op een MD
Handmatige opname
U kunt van een CD alleen bepaalde
muziekstukken stuk voor stuk opnemen of ook
muziek van andere aangesloten apparatuur.
1
Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
CD: Voor opnemen vanaf de CD-speler
van deze stereo-installatie.
TAPE: Voor opnemen vanaf het
cassettedeck van deze stereo-installatie.
TUNER: Voor opnemen van een radio-
uitzending via de tuner van deze stereo-
installatie.
OPTICAL IN: Voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is aangesloten
op de OPTICAL IN aansluiting.
ANALOG IN: Voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is aangesloten
op de ANALOG IN aansluitingen.
3 Druk enkele malen op de REC MODE
toets om in te stellen op de gewenste
opnamekwaliteit.
Hiermee kiest u tegelijk de beschikbare
opnameduur.
Beschikbare Kies voor
opnameduur (opnamekwaliteit)
Standaard
Dubbel
Vierdubbel
Dubbel (met omzetting
van stereosignalen naar
mono)
4 Druk op de MD zREC opnametoets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid
voor het opnemen.
5
Druk op de MD
NX
toets (of op de
N
weergavetoets van de
afstandsbediening) en start de weergave
van de geluidsbron die u wilt opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de MD x stoptoets.
L-SYNC
RECSYNC
TAPE
MD
Af te spelen kant van de cassette*
geen aanduiding
(topkwaliteit stereo)
LP2
(LP2 stereo)
LP4
(LP4 stereo)
MONO
(alleen mono opname)
wordt vervolgd
22
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
1 Plaats een voor opnemen geschikte
MD.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
3 Druk enkele malen op de REC MODE
toets om in te stellen op de gewenste
opnamekwaliteit.
Hiermee kiest u tegelijk de beschikbare
opnameduur.
Beschikbare Kies voor
opnameduur (opnamekwaliteit)
Standaard
Dubbel
Vierdubbel
Dubbel (met omzetting
van stereosignalen
naar mono)
4 Druk op de MD zREC opnametoets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid
voor het opnemen.
5 Start de weergave van de geluidsbron
die u wilt opnemen.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening bij het punt waar u
de opname wilt starten.
Stoppen van de tijdmachine-opname
Druk op de MD x stoptoets.
Tip
Nadere bijzonderheden over de LP2/LP4
opnamefuncties vindt u op blz. 26.
Opmerking
De minidisc-recorder begint met het opslaan van
audio-gegevens zodra het apparaat in stap 4 in de
opnamepauzestand komt en u de weergave van de
geluidsbron start. Als de geluidsbron nog geen 6
seconden lang aan staat wanneer u op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening drukt, zal de
tijdmachine-opname beginnen met minder dan 6
seconden aan audiogegevens.
Handmatig opnemen op een MD
(vervolg)
Tips
Als u midden in een muziekstuk wilt beginnen bij
handmatig opnemen van een disc in deze stereo-
installatie, drukt u dan vóór stap 4 eerst op de CD
NX toets (of op de X pauzetoets van de
afstandsbediening) om het afspelen te pauzeren en
druk vervolgens bij stap 5 nogmaals op de CD
NX toets (of op de N weergavetoets van de
afstandsbediening) om het afspelen te hervatten.
Tijdens het opnemen kunt u de resterende
opnameduur op de minidisc controleren met een druk
op de DISPLAY toets van de afstandsbediening.
Als er tijdens het opnemen van een AM radio-
uitzending storende geluiden klinken, verplaatst u
dan de AM antenne of sluit een aardingsdraad aan op
de
U
aardaansluiting om de storing te onderdrukken.
Nadere bijzonderheden over de LP2/LP4
opnamefuncties vindt u op blz. 26.
•U kunt het opnameniveau naar wens instellen (zie
blz. 25).
Veiligheids-opnamestart
met 6 seconden muziek
uit het buffergeheugen
Tijdmachine-opname
Bij het opnemen van een FM radio-uitzending
of een satelliet-uitzending kunnen vaak de
eerste paar seconden van de uitzending
verloren gaan, omdat u eerst even wilt luisteren
voordat u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. U kunt dit verlies van de
beginklanken voorkomen met behulp van de
tijdmachine-opnamefunctie, die voortdurend de
laatste 6 seconden aan audiogegevens in een
buffergeheugen bewaart, zodat bij de
opnamestart eerst deze 6 seconden aan
audiogegevens worden opgenomen, zoals
onderstaande afbeelding aangeeft:
geen aanduiding
(topkwaliteit stereo)
LP2
(LP2 stereo)
LP4
(LP4 stereo)
MONO
(alleen mono opname)
Einde van het
programma dat u
wilt opnemen
Starten van de
opname (in stap 6)
Tijd
6-seconden
buffergeheugen
Begin van het programma
dat u wilt opnemen
Opgenomen
gedeelte
23
NL
MD – opname
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Opmerkingen
Met de identificatie ingeschakeld, in de “On” stand,
wordt er “LP:” voor de eerste letters van de
muziektitel opgenomen, dus het aantal letters dat u
zelf kunt invoeren voor de titels op een minidisc
wordt hiermee iets minder. En als u een muziekstuk
met een “LP:” identificatie in tweeën splitst met de
Divide functie, zullen beide delen daarna de “LP:”
identificatie dragen.
Aanbrengen van
muziekstuknummers
Automatisch markeren van muziekstukken
(Level-Synchro stilte-markering)
De muziekstuknummers kunnen automatisch
op de minidisc worden aangebracht in precies
de oorspronkelijke plaatsen, bij opnemen vanaf
de CD-speler van deze stereo-installatie of van
een geluidsbron aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL IN aansluiting.
Bij bepaalde muziekstukken kunnen de nummers
echter niet altijd goed worden aangebracht (zie
blz. 63).
Gebruik de “Level-Synchro” stilte-markering als u
automatisch muziekstuknummers wilt aanbrengen
bij het opnemen vanaf de tuner van deze stereo-
installatie of vanaf andere geluidsapparatuur die is
aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen.
Overigens kan het automatisch markeren van
muziekstuknummers niet goed werken als er
bijgeluiden klinken, zoals applaus, in het geluid dat
u opneemt (van de radio of een cassette e.d.).
Opmerking
Als u het opnemen van een CD pauzeert, wordt er bij
dat punt op de minidisc een (extra)
muziekstuknummer vastgelegd. Daarentegen kunnen
meerdere muziekstukken wel eens samen een enkel
nummer krijgen als u een bepaald muziekstuk van
dezelfde CD meer dan eens op de minidisc opneemt.
Handmatig markeren van
muziekstukken bij opname (muziekstuk-
markering)
U kunt tijdens het opnemen zelf bij elk gewenst
punt een muziekstuknummer aanbrengen,
ongeacht de opgenomen geluidsbron.
Na afloop van het opnemen
Gebruik de “Divide” functie om de opname te
splitsen (zie blz. 36).
Deze functie is handig bij opnemen van een
cassette of een radio-uitzending, waarbij de
nummers niet automatisch worden aangebracht.
Tips voor het opnemen
Toevoegen van de
identificatie “LP:” aan de
naam van een muziekstuk
tijdens de MDLP extra-lange
opnamefunctie
De aanduiding “LP:” verschijnt in het
uitleesvenster wanneer u probeert een
muziekstuk met deze identificatie af te spelen
met een apparaat dat niet geschikt is voor de
MDLP opnamefunctie. Met deze functie kunt u
dus vlot controleren of een muziekstuk al dan
niet is opgenomen met de MDLP functie en
dus wel of niet kan worden weergegeven.
De aanduiding zal niet verschijnen bij een
weergave-apparaat dat wel geschikt is voor de
MDLP functie.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets om voor de geluidsbron in te
stellen op “MD”.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3
Druk enkele malen op de
. of >
toets
van de afstandsbediening totdat er “Setup?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “LP
Stamp Off” (of “LP Stamp On”) wordt
aangegeven en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de gewenste
instelling te kiezen en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Voor Stelt u in op
Toevoegen van de
“LP:” identificatie
Niet toevoegen van de
“LP:” identificatie
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
LP Stamp On
(fabrieksinstelling)
LP Stamp Off
wordt vervolgd
24
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Tips voor het opnemen (vervolg)
Automatisch markeren van
muziekstukken tijdens opnemen
Level-Synchro stilte-markering
Met de “Level-Synchro” stilte-markering, die
in de fabriek is ingeschakeld, worden er bij
analoog opnemen automatisch
muziekstuknummers aangebracht. Als de
“L-SYNC” aanduiding tijdens opnemen niet
zichtbaar is, schakelt u deze markering in zoals
hieronder beschreven. Hiermee zal de minidisc-
recorder een nieuw muziekstuknummer
aanbrengen, telkens wanneer het meer dan twee
seconden stil blijft, met het ingangssignaal
onder dan een bepaald peil, en er daarna weer
meer geluid klinkt.
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3
Druk enkele malen op de
. of >
toets
van de afstandsbediening totdat er “Setup?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “T.Mark
Off” (of “T.Mark LSync”) verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de gewenste
instelling te kiezen en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Voor
Inschakelen van de
Level-Synchro stilte-
markering
Uitschakelen van de
Level-Synchro stilte-
markering
Als u de Level Synchro stilte-markering
inschakelt, licht de aanduiding “L-SYNC” op.
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de voorgaande pagina’s
voor de diverse opnamefuncties.
Stelt u in op
T.Mark LSync
(fabrieksinstelling)
T.Mark Off
Aanpassen van het activeringsniveau
voor de Level-Synchro stilte-markering
Wanneer de Level-Synchro stilte-markering op “On”
staat, worden er automatisch muziekstuknummers
aangebracht zodra het ingangssignaal langer dan
twee seconden onder het geldende activeringsniveau
blijft en er dan weer bovenuit stijgt. De
fabrieksinstelling hiervoor is “–50 dB”.
Als u opnamen maakt vanaf een cassette of een
radio-uitzending en de muziekstuknummers worden
niet goed aangebracht vanwege teveel geluid tussen
de muziekstukken, stelt u het activeringsniveau dan
hoger in om gemakkelijker nummers aan te brengen.
Volg de onderstaande aanwijzingen als u het
activeringsniveau voor de Level-Synchro stilte-
markering wilt wijzigen.
1
Druk op de MD toets van de afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3
Druk enkele malen op de
. of >
toets
van de afstandsbediening totdat er “Setup?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4
Druk enkele malen op de
. of >
toets
van de afstandsbediening totdat er “LS(T)”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
5
Druk enkele malen op de
. of >
toets
van de afstandsbediening om het gewenste
niveau te kiezen en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
U kunt het activeringsniveau precies naar wens
instellen van –72 dB tot 0 dB, in stapjes van 2 dB.
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Aanbrengen van muziekstuknummers
bij gewenste punten tijdens opnemen
Muziekstuk-markering
Tijdens het opnemen kunt u zelf bij elk gewenst
punt een muziekstuknummer aanbrengen,
ongeacht de opgenomen geluidsbron.
Druk tijdens handmatig opnemen op de
MD zREC toets bij een punt waar u een
muziekstuknummer wilt aanbrengen.
De later volgende muziekstukken schuiven dan
allemaal een plaatsje op naar een hoger nummer.
Markeren van muziekstukken na
afloop van het opnemen
Gebruik de “Divide” functie om een opname
onder te verdelen (zie blz. 36).
25
NL
MD – opname
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
3
Druk enkele malen op de
.
of
>
toets
van de afstandsbediening totdat er “Setup?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4
Druk enkele malen op de
.
of
>
toets van de afstandsbediening totdat er
“S.Space Off” (of “S.Space On”) wordt
aangegeven en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
5
Druk enkele malen op de
. o
f
>
toets
van de afstandsbediening om de gewenste
instelling te kiezen en druk dan op de
ENTER/YES toets van de afstandsbediening.
Voor
Inschakelen van de
“Smart Space”
pauze-inkortfunctie
Uitschakelen van de
“Smart Space”
pauze-inkortfunctie
6 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de voorgaande pagina’s
voor de diverse opnamefuncties.
Stelt u in op
S.Space On
(fabrieksinstelling)
S.Space Off
Pauzes tussen de
muziekstukken 3 seconden
lang maken
Smart Space pauze-verkorting
Met de Smart Space pauze-verkorting kunt u
bij het digitaal opnemen van een compact disc
automatisch standaard pauzes van 3 seconden
tussen de muziekstukken invoegen.
Ook bij
andere opnamen zorgt de “Smart Space” functie,
mits ingeschakeld, dat elke pauze van meer dan
3 seconden (maar minder dan 30 seconden)
tijdens het opnemen door de minidisc-recorder
wordt ingekort tot ongeveer 3 seconden, waarna
het opnemen gewoon doorgaat.
Geen inkomend geluid gedurende minder
dan 30 seconden
Uit
Aan
Vervangen door een pauze van 3
seconden, gevolgd door normale opname.
“Auto Cut” automatische pauzestand:
Wanneer de “Smart Space” pauze-inkortfunctie
is ingeschakeld en er komt tijdens opnemen
30 seconden of langer geen geluid door, dan
vervangt de minidisc-recorder de lange stilte
door een standaard pauze van 3 seconden
lengte en blijft dan in de opnamepauzestand
wachten.
Geen inkomend geluid gedurende 30
seconden of langer
Uit
Aan
Vervangen door een pauze van
3 seconden, gevolgd door de
opnamepauzestand
wordt vervolgd
Instellen van het opnameniveau
Voor het opnemen op een minidisc kunt u het
opnameniveau naar wens bijregelen.
Bovendien kunt u het opnameniveau niet alleen
voor analoge opnamen maar ook voor digitale
opname van een CD e.d. naar wens instellen.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
2 Druk op de MD zREC opnametoets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid
voor het opnemen.
3 Start de weergave van de geluidsbron
die u wilt opnemen.
26
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
4 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat de aanduiding
“Setup?” verschijnt en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “LevelAdjust?” verschijnt en druk
weer op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
6 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om het
opnameniveau naar wens in te stellen.
Luister naar de weergave en stel het
opnameniveau zo in dat de aanduiding
“OVER” ook bij de luidste passages nog net
niet in het uitleesvenster oplicht.
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
8 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
9 Druk op de MD x stoptoets.
10
Als er nog een compact disc of een
andere geluidsbron wordt afgespeeld,
stopt u de weergave daarvan.
Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de voorgaande pagina’s
voor de diverse opnamefuncties.
Tips
•U kunt het opnameniveau ook nog instellen terwijl
het opnemen al begonnen is.
Na het instellen blijft het door u gekozen
opnameniveau gelden totdat u het zelf weer wijzigt.
Het opnameniveau is niet instelbaar voor of tijdens
de CD-MD synchroon-opname.
Stel het opnameniveau zo in dat er nog net
geen “OVER” verschijnt.
Beschrijving van de
opname-instellingen
Extra-lange opnamen
Naast de normale stereo opname biedt deze
stereo-installatie twee extra-lange
opnamefuncties: LP2 en LP4 (samen ook wel
MDLP opname genoemd).
Met de REC MODE toets kunt u de gewenste
opnameduur en -kwaliteit kiezen. Zie tevens de
aanwijzingen voor het opnemen (blz. 20–22).
De minidiscs die u opneemt met een van de
MDLP stereo opnamefuncties kunnen alleen
worden afgespeeld met apparatuur die voorzien
is van de volgende aanduiding.
Minidiscs die zijn opgenomen in MDLP stereo
zijn niet goed weer te geven met apparatuur die
niet geschikt is voor de MDLP opnamefuncties.
U kunt de identificatie “LP:” toevoegen aan de
naam van een muziekstuk om te voorkomen dat
u het onverrichterzake probeert af te spelen met
een apparaat dat niet geschikt is voor de MDLP
extra-lange opnamen (zie blz. 23).
Tips
Met de LP4 Stereo opnamefunctie (voor 4× zo
lange opnameduur) wordt een lange stereo opname
verkregen door middel van een speciaal
compressiesysteem. Wanneer u echter de beste
geluidskwaliteit van groot belang acht, kunt u beter
de gewone Stereo opname of de LP2 Stereo opname
(voor 2× zo lange opnameduur) gebruiken.
Op een enkele minidisc kunt u verschillende
opnamefuncties door elkaar gebruiken.
De gekozen opnamefunctie blijft ook na afloop van
het opnemen nog ingeschakeld. Om over te
schakelen naar een andere opnamefunctie, drukt u
enkele malen op de REC MODE toets.
Opmerkingen
De opnamefunctie is niet om te schakelen tijdens
het opnemen of in de opnamepauzestand.
Ook al staat de opnamefunctie ingesteld op
“MONO”, het geluid dat u via de luidsprekers hoort
zal klinken zoals de geluidsbron zelf is opgenomen
(dus in stereo voor gewone stereo geluidsbronnen).
TOC
L-SYNC
REC
OVER
Tips voor het opnemen (vervolg)
27
NL
MD – opname
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Versnelde CD-MD
synchroonopname
Bij de CD-MD synchroonopname of bij het
opnemen van een aantal geprogrammeerde
muziekstukken van een CD op minidisc kunt u
het opnemen sneller laten verlopen (met
ongeveer viermaal de normale snelheid). Kies
hiervoor de versnelde CD-MD
synchroonopname (zie blz. 20).
Als de versnelde CD-MD
synchroonopname niet goed werkt
Als er “Retry” in het uitleesvenster
knippert
Dan is er een leesfout opgetreden en probeert
het apparaat de gegevens opnieuw te lezen.
Als het lezen nu wel lukt, gaat de minidisc-
recorder alsnog door met de versnelde CD-
MD synchroonopname.
Als er iets mis is met de geplaatste CD of
met het apparaat, zodat het lezen nog niet
lukt, stopt de versnelde CD-MD
synchroonopname. Dan gaat in het
uitleesvenster de aanduiding “NORM”
knipperen en schakelt de minidisc-recorder
automatisch over naar de normale CD-MD
synchroonopname. In dat geval kunt u
overigens tijdens het opnemen het
opgenomen geluid niet controleren.
Opmerkingen
Tijdens de versnelde opname kunt u het geluid niet
beluisteren.
De volgende functies zijn niet te gebruiken of
zullen niet goed werken tijdens de versnelde CD-
MD synchroonopname:
de Auto Cut automatische pauzestand
het opnameniveau dat is gekozen via het Setup
menu (het opnameniveau is hierbij altijd 0,0 dB).
28
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Alvorens te beginnen met
bewerken
U kunt de opnamen op een minidisc alleen
bewerken als:
Het een opname-minidisc betreft.
De minidisc-recorder is ingesteld op normale
continu-weergave.
Alvorens te gaan bewerken, controleert u dit als volgt.
1 Controleer het wispreventienokje van
de minidisc die u wilt bewerken.
Om de minidisc voor bewerken geschikt te
maken, schuift u het wispreventienokje dicht.
Zolang de minidisc beveiligd is tegen
opnemen en wissen, is het bewerken van de
opnamen ook niet mogelijk.
2
Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets totdat er geen “SHUF” of “PGM”
meer in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
Het bewerken van de minidisc is alleen
mogelijk in de normale continu-weergavestand.
De minidisc kan niet worden bewerkt wanneer
er is ingesteld op willekeurige weergave of
programma-weergave.
Uitschakelen van de bewerkingsfunctie
Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening.
Na afloop van het bewerken
Druk op de MD Z uitschuiftoets om de
minidisc te verwijderen of druk op de ?/1
(aan/uit) -schakelaar om de stereo-
installatie uit te schakelen.
De aanduiding “TOC” of “STANDBY” gaat
knipperen. De TOC inhoudsopgave wordt
bijgewerkt en dan pas worden de bewerkingen
op de minidisc definitief van kracht.
Voordat u het netsnoer losmaakt
De opname op een minidisc is pas compleet wanneer
de TOC (Table Of Contents) inhoudsopgave van de
minidisc is bijgewerkt. Dit bijwerken van de TOC
gebeurt automatisch wanneer u de minidisc uitneemt
of op de
?/1
toets drukt om de stereo-installatie uit
te schakelen. Trek dus nooit de stekker uit het
stopcontact vóór of tijdens het bijwerken van de
TOC (terwijl de aanduiding “TOC” brandt of
knippert), want anders kunnen de gemaakte
opnamen nog verloren gaan.
Naamgeving van een
minidisc
NAME titelkeuze
U kunt zelf titels invoeren voor uw minidiscs
en de muziekstukken daarop.
Tijdens het opnemen
Tijdens de CD-MD synchroon-opname wordt
er automatisch CD-TEXT informatie op de
minidisc vastgelegd.
Om dit automatisch vastleggen van CD-TEXT
informatie te verhinderen, verandert u de
instellingen als volgt. Gebruik hiervoor de
afstandsbediening.
Druk op de MD toets om in te stellen op “MD”,
druk dan op de MENU/NO toets en enkele
malen op de . of > toets totdat er
“Setup?” verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets. Druk weer enkele malen op de .
of > toets totdat er “Txt Save On” verschijnt
en druk op de ENTER/YES toets. Druk nu
weer enkele malen op de . of > toets
totdat er “Txt Save Off” verschijnt, druk op de
ENTER/YES toets en tenslotte op de MENU/
NO toets. De fabrieksinstelling hiervoor is
“ON”.
Opmerking
Ook wanneer u hebt gekozen voor “Txt Save Off”,
dan nog kan de CD-TEXT informatie wel eens
automatisch worden vastgelegd, afhankelijk van de
afgespeelde disc.
Na afloop van het opnemen
Gebruik de Name titelfunctie. U kunt op een
enkele minidisc in totaal ongeveer 1.700
lettertekens voor de disctitel, muziektitels en
groeptitels invoeren.
Bij de naamgeving van een minidisc die
is opgenomen met de groepsfunctie
dient u ook de groepsfunctie in te
schakelen voor de titelkeuze, om te
voorkomen dat de groepsgegevens per
ongeluk worden overschreven.
Nadere bijzonderheden over de groepsgegevens
vindt u op blz. 18.
MD – opnamen bewerken
29
NL
MD – opnamen bewerken
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Al naar gelang voor welk onderdeel u
de titels wilt invoeren, volgt u een van
de onderstaande procedures:
Voor naamgeving van een
muziekstuk
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat het
gewenste muziekstuknummer wordt
aangegeven en druk dan op de NAME
EDIT/SELECT toets van de
afstandsbediening.
Voor naamgeving van de MD
Druk op de NAME EDIT/SELECT toets
van de afstandsbediening terwijl het totale
aantal muziekstukken (of groepen, wanneer
de groepsfunctie is ingeschakeld) wordt
aangegeven.
Voor naamgeving van een groep
Druk enkele malen op de GROUP ON/OFF
toets totdat de aanduiding “GROUP”
oplicht en druk dan enkele malen op de
GROUP SKIP toets totdat de gewenste
groep wordt aangegeven. Druk dan op de
NAME EDIT/SELECT toets van de
afstandsbediening terwijl het totale aantal
muziekstukken in de gekozen groep wordt
aangegeven.
3 Druk enkele malen op de NAME EDIT/
SELECT toets van de
afstandsbediening om in te stellen op
het gewenste soort letterteken.
Voor gebruik van Stelt u in op
Alfabet (hoofdletters) Selected AB
/spatie/leestekens
Alfabet (kleine letters) Selected ab
/spatie/leestekens
Cijfers Selected 12
TOC
L-SYNC
Cursor
4 Voer een letterteken in.
Voor invoer van Doet u het volgende
Letters van het Druk op de betreffende
alfabet lettertoets (of enkele
malen op de ./>
toets) van de
afstandsbediening totdat
de in te voeren letter gaat
knipperen, en druk dan op
de CURSORt toets van
de afstandsbediening.
Cijfers Druk op de betreffende
cijfertoetsen van de
afstandsbediening.
Spatie Druk op de 10/0 toets van
de afstandsbediening.
´ – / , . ( ) : ! ? Druk enkele malen op
toets 1 van de
afstandsbediening.
& + < > _ = “ ; # $ % Druk op cijfertoets 1 van
@ ` de afstandsbediening en
dan enkele malen op de
./> toets van
de afstandsbediening.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u de
gehele titel hebt ingevoerd.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
wordt vervolgd
30
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Corrigeren van een ingevoerd
letterteken
Druk in stap 3 of 4 enkele malen op de
TCURSOR of CURSORt toets totdat het te
wijzigen letterteken gaat knipperen, druk op de
CLEAR toets van de afstandsbediening om het
letterteken te wissen en herhaal dan de stappen
3 en 4.
Invoegen van lettertekens
Druk na stap 1 of 2 enkele malen op de
TCURSOR of CURSORt toets totdat de
cursor op het punt staat waar u een of meer
letters wilt invoegen en ga dan door met stap 3.
Tip
U kunt een muziekstuk ook tijdens het afspelen nog
van een titel voorzien. De weergave wordt daarbij
herhaald totdat u de titel voltooit.
Opmerking
Als u twee schuine strepen “//” invoert tussen de
letters van de disctitel, zoals “abc//def”, zult u
waarschijnlijk de groepsfunctie niet kunnen
gebruiken.
Controleren van de titels op
een minidisc
Om de titels op een minidisc te controleren,
drukt u in de stopstand op de SCROLL
doorlooptoets van de afstandsbediening. Om de
titels van de muziekstukken te zien, drukt u op
de SCROLL doorlooptoets tijdens afspelen.
Om de groeptitels te controleren, drukt u in de
stopstand enkele malen op de GROUP ON/
OFF toets totdat de aanduiding “GROUP”
oplicht, dan drukt u enkele malen op de
GROUP SKIP toets totdat de gewenste groep
wordt aangegeven en tenslotte drukt u op de
SCROLL doorlooptoets van de
afstandsbediening.
Om het doorlopen van de titels te stoppen, drukt u
weer op de SCROLL toets. Druk nogmaals op
deze toets om de titels weer te laten doorlopen.
Wissen van titels
1 Voor het wissen van groeptitels drukt u
in de stopstand enkele malen op de
GROUP ON/OFF toets totdat de
aanduiding “GROUP” oplicht.
2 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Nm Erase?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Om disctitels te wissen
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er “Nm Ers
Disc” verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
Om muziektitels te wissen
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat het nummer
van het betreffende muziekstuk wordt
aangegeven en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
Om groeptitels te wissen
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening totdat er een
groepnummer verschijnt, druk dan enkele
malen op de GROUP SKIP toets totdat de
gewenste groep wordt aangegeven en druk
tenslotte op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Na het wissen verschijnt de aanduiding
“Complete!”.
Opmerking
U kunt niet de titel van een groep wissen waarvoor
geen muziekstukken zijn vastgelegd.
Naamgeving van een minidisc
(vervolg)
31
NL
MD – opnamen bewerken
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Tip
U kunt in de groep ook muziekstukken plaatsen die
zijn opgenomen met apparatuur zonder groepsfunctie.
Opmerkingen
Een enkel muziekstuk kan niet in meerdere groepen
tegelijk worden geplaatst.
Bij het maken van een groep zonder nummers er in
zult u wel een titel voor die groep moeten kiezen.
Als u bij stap 5 geen groeptitel invoert, zal er
“Group ** (groepsnummer)” worden aangegeven in
plaats van de titel.
Opgenomen
muziekstukken in een
nieuwe groep plaatsen
— Create functie
Met deze functie kunt u een nieuwe groep
maken en dan een muziekstuk of een reeks
muziekstukken die er nog niet bij horen daarin
plaatsen.
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk enkele malen op de GROUP ON/
OFF toets totdat de aanduiding
“GROUP” oplicht.
3 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Gp Create?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Volg de aanwijzingen van 3 t/m 6 onder
“Naamgeving van minidisc” op blz. 28.
6 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer van het eerste muziekstuk
dat u in de groep wilt plaatsen
verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
7 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer van het laatste muziekstuk
dat u in de groep wilt plaatsen
verschijnt en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
(Als u slechts een enkel muziekstuk in
de groep wilt plaatsen, drukt u
eenvoudig nogmaals op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening, zonder
een ander nummer te kiezen.)
Een groep maken zonder nummers er
in te plaatsen
Druk bij stap 6 op de . of > toets van de
afstandsbediening totdat de aanduiding “None”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
32
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Verwijderen van
groepsgegevens
— Release functie
Met deze functie kunt u de groepsgegevens
verwijderen, eenvoudigweg door de groep te
kiezen waarvoor u de gegevens wilt weghalen.
Daarnaast kunt u ook de groepsgegevens voor
alle muziekstukken op de minidisc in één keer
tegelijk verwijderen.
De gegevens voor een enkele
groep verwijderen
— Group Release functie
U kunt de groepsgegevens voor alle
muziekstukken in een gekozen groep in één
keer tegelijk verwijderen, zodat de groep komt
te vervallen. (De muziekstukken zelf blijven
echter wel gewoon op de minidisc bestaan.)
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk enkele malen op de GROUP
ON/OFF toets totdat de aanduiding
“GROUP” oplicht.
3 Druk enkele malen op de GROUP SKIP
toets totdat de gewenste groep wordt
aangegeven.
4 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Gp Release?” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt de vraag “REL Gp**
(gekozen groepsnummer)??”.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De gegevens voor alle
groepen op de minidisc
verwijderen
— All Release functie
U kunt de groepsgegevens voor alle
muziekstukken op de minidisc in één keer
tegelijk verwijderen.
1 Druk in de stopstand enkele malen op
de GROUP ON/OFF toets totdat de
aanduiding “GROUP” oplicht.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Gp All REL?” verschijnt en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt de vraag “All REL??”.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
33
NL
MD – opnamen bewerken
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Wissen van minidisc-
opnamen
Erase wisfuncties
U kunt ongewenste opnamen gemakkelijk van een
minidisc wissen, door enkel de inhoudsopgave bij te
werken.
Daarna kunt u de gewiste muziekstukken wel
onmiddellijk na het wissen terughalen met de “Undo”
herstelfunctie (zie blz. 38). De gewiste gegevens zullen
echter voorgoed verloren gaan als u na het wissen eerst
nog een andere bewerking doet. Let dus goed op of u
de gekozen muziekstukken inderdaad wel wilt wissen.
U kunt kiezen uit de volgende drie
wismethoden:
Wissen van een enkel muziekstuk (Track
Erase)
Wissen van alle muziekstukken (All Erase)
Wissen van een deel van een muziekstuk
(A-B Erase)
Wissen van een enkel
muziekstuk
Track Erase wisfunctie
U kunt een muziekstuk wissen door
eenvoudigweg het nummer ervan in te voeren.
Bij het wissen wordt het totale aantal
muziekstukken op de minidisc met één
verminderd en schuiven alle muziekstukken
volgend op het gewiste nummer een plaatsje op.
Bijvoorbeeld: Wissen van muziekstuk 2.
Muziekstuk nummer
2 wordt gewist.
Muziekstuk-nummers
Oorspronkelijke
volgorde
Na het
wissen
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Tr Erase?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer van het muziekstuk dat u
wilt wissen verschijnt.
5 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Opmerking
Als u alle muziekstukken uiterst een groep verwijdert,
dan wordt de groep zelf daarmee ook gewist.
Aangezien alle muziekstukken na een gewist
muziekstuk opnieuw worden genummerd, zoals u in
de afbeelding kunt zien, is het aanbevolen bij het
wissen van meerdere muziekstukken van achteren af
te werken, d.w.z. te beginnen bij de latere
muziekstukken, anders zullen de nummers van de
ongewenste muziekstukken telkens veranderen en
kunnen er gemakkelijk vergissingen ontstaan.
wordt vervolgd
123
12 3
4
ACD
AC D
B
34
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Wissen van minidisc-opnamen
(vervolg)
Wissen van alle
muziekstukken
All Erase wisfunctie
U kunt de volledige inhoud van een minidisc
(de minidisc-titel, de groeptitels, alle
muziekstukken en al hun titels) in één keer van
de minidisc wissen.
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “All Erase?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt de vraag “All Erase??”.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening als u het zeker weet.
Opmerking
Als u de bovenstaande handelingen doet terwijl de
groepsfunctie is ingeschakeld, zullen niet alleen de
muziekstukken van de gekozen groep, maar alle
muziekstukken en alle andere gegevens van de
minidisc worden gewist.
Wissen van een deel van een
muziekstuk
“A-B Erase” wisfunctie
U kunt op eenvoudige wijze een bepaalde
passage binnen een muziekstuk afbakenen om
dit te wissen. Voor een nauwkeurig resultaat
kunt u dit te wissen gedeelte verschuiven per
fragment*, per seconde of per minuut.
Deze functie kan bijvoorbeeld goed van pas
komen om reclameboodschappen en andere
ongewenste delen uit opgenomen radio-
uitzendingen te verwijderen.
*1 fragment duurt 1/86 seconde.
Bijvoorbeeld: Wissen van een deel van
muziekstuk 2.
12
12
3
3
AB-A
B(A+C)C
B-B B-C
A
Punt A Punt B
Muziekstuk-nummers
Oorspronkelijke
volgorde
Na het
A-B Erase
wissen
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “A-B Erase?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De weergave van het laatst gekozen
muziekstuk begint.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het
muziekstuk waaruit u een deel wilt
wissen.
5 Let aandachtig op het weergegeven
geluid en druk op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening bij het
beginpunt van de te wissen passage
(punt A).
De aanduidingen “—Rehearsal—” en
“Point A ok?” verschijnen beurtelings in het
uitleesvenster, terwijl het gekozen
muziekstuk wordt weergegeven vanaf het
begin tot aan het door u gekozen punt A.
35
NL
MD – opnamen bewerken
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening als het punt A
precies het juiste beginpunt van de te
wissen passage is.
De aanduiding “Point B set” verschijnt en
de weergave wordt hervat, zodat u het
eindpunt van de te wissen passage (punt B)
kunt bepalen.
Als het punt A niet precies goed is, drukt u
enkele malen op de . of > toets van
de afstandsbediening om het beginpunt van
de te wissen passage (punt A) nauwkeurig
te kiezen aan de hand van het weergegeven
geluid en wanneer het precies goed is, drukt
u op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
U kunt het beginpunt verschuiven in stapjes
van 1/86 seconde (1 fragment).*
* Bij extra-lange opnamen kunt u het beginpunt
verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij
mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4
fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen).
7 Ga door met afspelen tot het punt B op
de minidisc wordt bereikt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduidingen “A-B Ers” en “Point B
ok?” verschijnen beurtelings, terwijl de
minidisc-recorder nu de beide passages van
enkele seconden vóór punt A en na punt B
aaneensluitend laat horen.
8 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening als het punt B
precies het juiste eindpunt van de te
wissen passage is.
Als het punt B niet precies goed is, drukt u
enkele malen op de . of > toets van
de afstandsbediening om het eindpunt van
de te wissen passage (punt B) nauwkeurig te
kiezen aan de hand van het weergegeven
geluid en wanneer het precies goed is, drukt
u op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
U kunt het eindpunt verschuiven in stapjes
van 1/86 seconde (1 fragment).*
* Bij extra-lange opnamen kunt u het eindpunt
verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij
mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4
fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen).
Verplaatsen van
opgenomen muziekstukken
Move functie
Met de “Move” functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken op de minidisc aanpassen. Bij het
verplaatsen van een muziekstuk worden de andere
muziekstukken automatisch opnieuw genummerd.
Bijvoorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3
naar plaats nummer 2.
123
1
23
4
4
AB C D
CBDA
Muziekstuk-nummers
Oorspronkelijke
volgorde
Met MOVE
verplaatst
1
Druk op de MD toets van de afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3
Druk enkele malen op de
.
of
>
toets
van de afstandsbediening totdat er “Move?”
verschijnt en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
4
Druk enkele malen op de
.
of
>
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het
muziekstuk dat u wilt verplaatsen en
druk dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
minuut seconde fragment
Tip
Als u bij stap 6 of stap 8 het beginpunt of het
eindpunt wilt verschuiven in grotere stappen van een
seconde of een minuut, drukt u enkele malen op de
m of M toets van de afstandsbediening totdat de
aanduiding voor de minuut, seconde of fragment
knippert en dan drukt u op de . of > toets van
de afstandsbediening.
wordt vervolgd
36
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
5 Druk weer enkele malen op de . of
> toets van de afstandsbediening
totdat het nieuwe plaatsnummer voor
het muziekstuk verschijnt.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Opmerking
Als u een muziekstuk verplaatst naar een nummer
dat al in een groep is opgenomen, dan wordt nu het
verplaatste muziekstuk in de groep vastgelegd. En
andersom, als u een muziekstuk dat deel uitmaakt van
een groep verplaatst naar een nummer dan niet in een
groep is opgenomen, dan vervallen de
groepsgegevens voor dat verplaatste muziekstuk.
Wanneer echter de groepsfunctie is ingeschakeld,
kunt u alleen muziekstukken binnen de gekozen
groep verplaatsen.
Splitsen van opgenomen
muziekstukken
Divide functie
Met deze functie kunt u de nodige
muziekstuknummers aanbrengen na afloop van
het opnemen. En als er bij opnemen van radio-
uitzendingen of kopiëren van bandopnamen
niet automatisch muziekstuknummers zijn
gemarkeerd, kunt u ze hiermee alsnog
aanbrengen. Bij het splitsen wordt het totale
aantal nummers met één verhoogd en schuiven
alle muziekstukken volgend op het gesplitste
nummer een plaatsje op.
Bijvoorbeeld: Muziekstuk 2 splitsen in twee
muziekstukken, B en C.
Muziekstuk-nummers
Oorspronkelijke
volgorde
Met DIVIDE
gesplitst
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Divide?” verschijnt en druk dan op
de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De weergave begint.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het
muziekstuk dat u wilt splitsen.
5 Let aandachtig op het weergegeven
geluid en druk op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening bij het punt
waar u het muziekstuk wilt splitsen.
De aanduiding “—Rehearsal—” verschijnt en
de gekozen passage voor het splitsen van het
muziekstuk wordt herhaaldelijk weergegeven.
Oorspronkelijk Nieuw plaatsnummer
muziekstuknummer
TOC
L-SYNC
12 3
123 4
A
AB C D
CBD
Muziekstuk 2 wordt gesplitst in
muziekstuk B en muziekstuk C.
37
NL
MD – opnamen bewerken
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening als het gekozen
punt voor het splitsen van het
muziekstuk precies juist is.
Als het splitspunt niet precies goed is, drukt
u enkele malen op de . of > toets van
de afstandsbediening om het splitspunt
nauwkeuriger te kiezen aan de hand van het
weergegeven geluid en wanneer het precies
goed is, drukt u op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
U kunt het splitspunt verschuiven in stapjes
van 1/86 seconde (1 fragment).*
* Bij extra-lange opnamen kunt u het splitspunt
verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij
mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4
fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen).
Tip
Als u bij stap 6 het splitspunt wilt verschuiven in
grotere stappen van een seconde of een minuut, drukt
u enkele malen op de m of M toets van de
afstandsbediening totdat de aanduiding voor de
minuut, seconde of fragment knippert en dan drukt op
de . of > toets van de afstandsbediening.
Opmerking
Wanneer u een muziekstuk met een titel (zie blz. 28)
in twee delen splitst, zal alleen het eerste gedeelte de
titel behouden.
Bijvoorbeeld:
12
12
43
3
45
A
CB
A
CB
Het tweede gedeelte draagt geen titel meer
Samenvoegen van
opgenomen muziekstukken
Combine functie
U kunt twee muziekstukken of afzonderlijk
opgenomen passages tot een enkel muziekstuk
samenvoegen. Het totale aantal muziekstukken
op de minidisc wordt met één verminderd en
alle latere muziekstukken worden opnieuw
genummerd.
Bijvoorbeeld: Muziekstuk 3 met muziekstuk 1
samenvoegen.
Muziekstuk-nummers
Oorspronkelijke
volgorde
Met COMBINE
samengevoegd
Bijvoorbeeld: Muziekstuk 1 met muziekstuk 4
samenvoegen.
12
12
43
3
4
5
A
BC D A
DCB
Oorspronkelijke
volgorde
Met COMBINE
samengevoegd
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Combine?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
minuut seconde fragment
12
12
43
3
A
ACBD
DCB
wordt vervolgd
38
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het eerste
muziekstuk van de twee die u wilt
samenvoegen en druk dan op de
ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Om bijvoorbeeld muziekstuk 1 achteraan muziekstuk
4 te voegen, stelt u eerst in op nummer 4.
5
Druk enkele malen op de
.
of
>
toets van de afstandsbediening totdat het
nummer verschijnt van het tweede
muziekstuk dat u achteraan het eerste
wilt voegen.
6 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Opmerkingen
Bij het samenvoegen van twee muziekstukken die
tot verschillende groepen behoren, wordt het tweede
muziekstuk ook ingedeeld bij dezelfde groep als het
eerste muziekstuk. Als u een muziekstuk dat bij een
groep behoort samenvoegt met een muziekstuk dat
niet bij een groep hoort, krijgt het tweede
muziekstuk dezelfde indeling als het eerste.
Wanneer echter de groepsfunctie is ingeschakeld,
kunt u alleen muziekstukken binnen de gekozen
groep samenvoegen.
Muziekstukken die zijn opgenomen met
verschillende opnamefuncties (STEREO, LP2, LP4
of MONO) kunnen niet worden samengevoegd.
Als beide samengevoegde muziekstukken titels
hadden, zal de titel van het tweede komen te
vervallen.
Ongedaan maken van de
laatste bewerking
Undo herstelfunctie
Met de herstelfunctie kunt u de laatste ingreep
op de minidisc ongedaan maken, om de minidisc
terug te brengen in de oorspronkelijke staat voor
die laatste bewerking. Overigens zult u een
bewerking niet ongedaan kunnen maken als u
erna een van de volgende dingen hebt gedaan:
een andere bewerking hebt uitgevoerd.
met opnemen bent begonnen.
de TOC inhoudsopgave hebt bijgewerkt,
door uitschakelen van de minidisc-recorder
of uitnemen van de minidisc.
de stekker uit het stopcontact hebt getrokken.
1 Druk in de stopstand op de MENU/NO
toets van de afstandsbediening zodat
er “Edit Menu” verschijnt.
2 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Undo?” verschijnt.
De aanduiding “Undo?” verschijnt niet als er
geen bewerking ongedaan kan worden gemaakt.
3 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Er verschijnt een van de volgende
aanduidingen in het uitleesvenster, afhankelijk
van de laatst uitgevoerde bewerking.
Bewerking Aanduiding
Naamgeving van discs,
muziekstukken of groepen
Wissen van titels
Opzetten van een nieuwe
groep
Verwijderen van een groep
Verwijderen van alle groepen
Wissen van alle muziekstukken
Wissen van een muziekstuk
W
issen van een deel van
een muziekstuk
Verplaatsen van muziekstukken
Splitsen van een muziekstuk
Samenvoegen van muziekstukken
4 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
TOC
L-SYNC
Nummer van het eerste muziekstuk
Nummer van het als tweede
deel bedoelde muziekstuk
Nieuw muziekstuknummer
TOC
L-SYNC
Name Undo?
Group Undo?
Erase Undo?
Move Undo?
Divide Undo?
Combine Undo?
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
39
NL
MD – opnamen bewerken
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Aanpassen van de
geluidssterkte na het opnemen
S.F Edit volumecorrectie
Na het opnemen kunt u de geluidssterkte van
de opgenomen muziekstukken aanpassen met
deze volumecorrectie. De oorspronkelijke
opname wordt dan overschreven met dezelfde
muziek, met de nieuw gekozen geluidssterkte.
Bij deze aanpassing van de geluidssterkte kunt
u het complete opnameniveau wijzigen, maar
ook kunt u het geluid met “Fade In” aan het
begin geleidelijk laten aanzwellen of het met
“Fade Out” aan het eind geleidelijk laten
wegebben.
De geluidssterkte van een
geheel muziekstuk
aanpassen
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “S.F Edit?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Tr Level?” verschijnt en druk weer
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het
muziekstuk waarvoor u de
geluidssterkte wilt aanpassen en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “Level 0dB” verschijnt.
6 Luister naar de geluidsweergave en
druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om het
opnameniveau bij te regelen.
Het opnameniveau is instelbaar van –12 dB
tot +12 dB, instapjes van 2 dB. Stel het
zodanig in dat de aanduiding “OVER” ook
bij de krachtigste geluiden net niet oplicht.
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt de vraag “S.F Edit OK?”.
8 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De minidisc-recorder begint nu het
bestaande muziekstuk opnieuw op te
nemen. De aanduiding “S.F Edit: ** %”
verschijnt terwijl het muziekstuk opnieuw
wordt opgenomen. Dit duurt even lang of
iets langer dan de speelduur van het
muziekstuk. Wanneer de nieuwe opname
voltooid is, verschijnt er “Complete!” in het
uitleesvenster.
Stel het opnameniveau zo in dat er nog net
geen “OVER” verschijnt.
TOC
L-SYNC
OVER
wordt vervolgd
40
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
In- of uit-faden van de
opname
1 Druk op de MD toets van de
afstandsbediening.
2 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening totdat er “Edit
Menu” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “S.F Edit?” verschijnt en druk dan
op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er “Fade In?” (voor geleidelijk
aanzwellend geluid) of op “Fade Out?”
(voor wegebbend geluid) verschijnt en
druk weer op de ENTER/YES toets van
de afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
het nummer verschijnt van het
muziekstuk waarvoor u de
geluidssterkte wilt aanpassen en druk
dan op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “Time 5.0s” verschijnt.
6 Luister naar de geluidsweergave en
druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om de
tijdsduur voor het aanzwellen of
wegebben van het geluid naar wens in
te stellen.
De minidisc-recorder speelt de passage af
die met “Fade In” of “Fade Out” opnieuw
zal worden opgenomen. U kunt de tijdsduur
instellen op elke gewenste waarde van 1,0
seconde tot 15,0 seconden, in stapjes van
0,1 seconde. De tijdsduur kan niet langer
worden gekozen dan de speelduur van het
muziekstuk.
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt er “S.F Edit OK?”.
8 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De minidisc-recorder begint nu het
bestaande muziekstuk opnieuw op te
nemen. De aanduiding “S.F Edit: ** %”
verschijnt terwijl het muziekstuk opnieuw
wordt opgenomen. Wanneer de nieuwe
opname voltooid is, verschijnt er
“Complete!” in het uitleesvenster.
Aanpassen van de geluidssterkte na
het opnemen (vervolg)
Opmerkingen
•U kunt het opnameniveau niet aanpassen bij
muziekstukken die zijn opgenomen met de MDLP
extra-lange opnamefuncties.
Als u de geluidssterkte van hetzelfde muziekstuk
meermalen aanpast, zal de geluidskwaliteit
afnemen.
Wanneer de geluidssterkte eenmaal is aangepast,
zult u deze niet meer tot precies hetzelfde niveau
kunnen terugbrengen, ook al probeert u dit opnieuw
met de volumecorrectie.
Tijdens het gebruik van de schakelklok zult u het
opnameniveau niet kunnen aanpassen.
•U kunt de “S.F Edit” volumecorrectie en het in- of
uit-faden niet zoals de andere bewerkingen
ongedaan maken met “Undo” om terug te keren
naar de oorspronkelijke toestand.
Tuner voor radio-ontvangst
41
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Vastleggen van uw
favoriete radiozenders
U kunt maximaal 20 FM zenders en 10 AM
zenders vastleggen. Daarna kunt u op die
vastgelegde voorkeurzenders eenvoudig
afstemmen met een druk op de bijbehorende
nummertoets.
Er zijn twee manieren om uw voorkeurzenders
vast te leggen.
Voor
Automatisch afstemmen
op alle plaatselijk te
ontvangen radiozenders,
om ze handmatig vast
te leggen
Handmatig afstemmen
en vastleggen van de
afstemfrequenties van
uw favoriete radiozenders
Voorkeurzenders vastleggen
met automatische afstemming
1 Druk enkele malen op de TUNER BAND
toets om te kiezen voor de “FM” of
“AM” afstemband.
2
Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de aanduiding
“AUTO” in het uitleesvenster verschijnt.
3 Draai de TUNING +/– afstemknop naar
rechts of naar links.
De frequentie-aanduiding verandert terwijl
de tuner de afstemband doorzoekt. Het
zoeken stopt wanneer er op een duidelijk
doorkomende zender is afgestemd. Dan
verschijnt in het uitleesvenster de aanduiding
“TUNED” (en ook “STEREO” als er een
stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
Als de aanduiding “TUNED” niet
verschijnt en het doorzoeken van de
afstemband niet stopt
Kies dan de afstemfrequentie van de
gewenste radiozender zoals beschreven in
de stappen 2 en 3 onder “Voorkeurzenders
vastleggen met handmatige afstemming”.
4 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Tuner voor radio-ontvangst
Gebruikt u de
Automatische
zenderkeuze
Handmatige zenderkeuze
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
de aanduiding “Memory?” verschijnt en
druk dan op de ENTER/YES toets.
Er gaat een voorinstelnummer knipperen.
6 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om het
gewenste zendernummer voor de
ontvangen zender te kiezen.
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
8
Herhaal de stappen 1 t/m 7 voor elk
van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Tip
Druk op de TUNING MODE toets wanneer u wilt
stoppen met zoeken.
Voorkeurzenders vastleggen
met handmatige afstemming
1
Druk enkele malen op de TUNER BAND toets
om te kiezen voor de “FM” of “AM” afstemband.
2
Druk enkele malen op de TUNING MODE
toets totdat de aanduidingen “AUTO” en
“PRESET” uit het uitleesvenster verdwijnen.
3 Draai de TUNING +/– afstemknop naar
rechts of naar links om af te stemmen
op de gewenste radiozender.
4 Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
5 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
de aanduiding “Memory?” verschijnt en
druk dan op de ENTER/YES toets.
6 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om het
gewenste zendernummer voor de
ontvangen zender te kiezen.
wordt vervolgd
Voorinstelnummer
L-SYNC
STEREOTUNED
AUTO
L-SYNC
STEREOTUNED
Voorinstelnummer
42
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Vastleggen van uw favoriete
radiozenders (vervolg)
Luisteren naar de radio
Voor het luisteren naar de radio kunt u een
vastgelegde voorkeurzender kiezen of
handmatig op een zender afstemmen.
Luisteren naar een
voorkeurzender
— Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete zenders vast in het
afstemgeheugen van de tuner (zie “Vastleggen
van uw favoriete radiozenders” op blz. 41).
1 Druk enkele malen op de TUNER BAND
toets om te kiezen voor de “FM” of
“AM” afstemband.
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de aanduiding
“PRESET” in het uitleesvenster
verschijnt.
3 Draai de TUNING +/– afstemknop naar
rechts of naar links om in te stellen op
de gewenste voorkeurzender.
Kiezen van het gewenste voorinstel-
nummer met de cijfertoetsen op de
afstandsbediening
Kies het nummer met de cijfertoetsen in plaats
van de bovenstaande stap 3.
Voor het invoeren van een nummer boven de
10 drukt u eerst op de >10 toets en dan op de
vereiste cijfertoetsen. Voor het invoeren van
een 0 gebruikt u de 10/0 toets.
Bijvoorbeeld:
Voor het kiezen van voorinstelnummer 20, drukt u
eerst op >10, dan op 2 en op 10/0.
7 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
8
Herhaal de stappen 1 t/m 7 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Andere voorafstemfuncties
Voor
Afstemmen op
een zwak
doorkomende
radiozender
Stoppen met
vastleggen van
voorkeurzenders
Vastleggen van
een andere zender
onder een nummer
dat al in gebruik is
Omschakelen van het AM
afsteminterval (niet voor de
Europese modellen)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de
fabriek ingesteld op 9 kHz (voor bepaalde
verkoopgebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval
om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige
AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd
nu de REPEAT toets ingedrukt en schakel zo het
apparaat weer in met de ?/1 schakelaar. Bij
omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle
vastgelegde AM voorkeurzenders uit het
afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te
schakelen, stemt u eerst af op een AM zender en
schakelt u het apparaat uit. Opnieuw houdt u de
REPEAT toets ingedrukt en schakelt u het apparaat
weer in met de ?/1 schakelaar.
Opmerking
In de stroombesparingsstand kunt u het AM
afsteminterval niet omschakelen.
Tips
Als de stroom uitvalt of de stekker uit het
stopcontact wordt getrokken, blijven de
voorkeurzenders nog ongeveer een dag lang in het
afstemgeheugen bewaard.
•U kunt zelfgekozen namen invoeren voor uw
vastgelegde voorkeurzenders (zie blz. 43).
Voor de beste radio-ontvangst kunt u de
bijgeleverde antennes bijstellen of een in de
radiohandel verkrijgbare buitenantenne aansluiten.
Doet u het volgende
Volg de aanwijzingen onder
“Voorkeurzenders vastleggen
met handmatige afstemming”.
Druk op de MENU/NO toets van
de afstandsbediening.
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Druk na stap 5 enkele malen op
de . of > toets van de
afstandsbediening om het
nummer te kiezen waaronder u
de nieuwe zender wilt
vastleggen.
Tuner voor radio-ontvangst
43
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Luisteren naar een
radiozender die niet is
vastgelegd
— Handmatig afstemmen
1 Druk enkele malen op de TUNER BAND
toets om te kiezen voor de “FM” of
“AM” afstemband.
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de aanduidingen
“AUTO” en “PRESET” uit het
uitleesvenster verdwijnen.
3 Draai de TUNING +/– afstemknop naar
rechts of naar links om af te stemmen
op de gewenste radiozender.
Tips
Richt de bijgeleverde antennes totdat u de beste
ontvangst verkrijgt of sluit een in de audiohandel
verkrijgbare buitenantenne aan.
Als een FM stereo radio-uitzending met te veel
storing doorkomt, drukt u enkele malen op de FM
MODE toets totdat de aanduiding “MONO” oplicht.
De radio-ontvangst zal dan niet meer in stereo zijn,
maar wel beter klinken.
Voor automatische afstemming drukt u enkele
malen op de TUNING MODE toets totdat er
“AUTO” wordt aangegeven in de bovenstaande
stap 2 en dan draait u aan de TUNING +/–
afstemknop. De frequentie-aanduiding verandert
dan snel, totdat het zoeken stopt wanneer de tuner
een geschikte radiozender vindt (Automatische
afstemming).
Voor het opnemen van radio-uitzendingen zult u de
handmatige opnamefunctie moeten gebruiken (zie
blz. 21 en 47).
Naamgeving van de
voorkeurzenders
— Zendernamen
Voor elke vastgelegde voorkeurzender kunt u
een zelf gekozen naam invoeren van maximaal
12 letters (de zendernaam).
1 Stem af op de zender die u van een
naam wilt voorzien (zie “Luisteren naar
de radio” op blz. 42).
2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets
van de afstandsbediening.
De cursor voor het invoeren van de
zendernaam gaat knipperen.
3 Volg de aanwijzingen van 3 t/m 6 onder
“Naamgeving van compact discs” (op
blz. 11).
Annuleren van de naamgeving
Druk op de MENU/NO toets van de
afstandsbediening.
Wissen van de zendernaam
1 Stem af op de zender waarvan u de naam
wilt wissen.
2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van
de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de CLEAR toets van
de afstandsbediening om de zendernaam
te wissen.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
TOC
L-SYNC
Cursor
44
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Wat is het Radio Data
Systeem?
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een
speciale radio-informatiedienst waarmee FM-
radiozenders naast de gewone radio-
uitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen
uitzenden. De RDS informatie wordt alleen
uitgezonden door FM radiozenders.*
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed
doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
* Niet alle FM-radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle
dezelfde soorten informatie. Voor nadere
bijzonderheden omtrent de in uw woongebied
beschikbare RDS informatie kunt u het best contact
opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders.
Ontvangst van RDS radio-
uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM afstemband.
Bij ontvangst van een zender die RDS
informatie uitzendt, zal automatisch de
zendernaam in het uitleesvenster verschijnen.
Controleren van de RDS informatie
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets van
de afstandsbediening drukt, verspringt de
aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze,
als volgt:
Zendernaam* t Afstemfrequentie t
Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau (BASS)
t Hogetonen-niveau (TREBLE)
* Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg
ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
Cassette – weergave
Een cassette inleggen
1 Druk op Z PUSH.
2 Plaats een opgenomen/voor opnemen
geschikte cassette in de
cassettehouder.
Een cassette afspelen
U kunt TYPE I (normaalband) cassettes
gebruiken.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
keuzetoets totdat er “TAPE” in het
uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op “g” voor
afspelen van één cassettekant, op “h
voor het eenmaal afspelen van beide
kanten, of op “j”* voor het
doorlopend afspelen van beide kanten.
* De cassette-weergave zal automatisch stoppen
nadat beide cassettekanten vijfmaal achtereen
zijn weergegeven.
3 Druk op de TAPE nN toets.
Druk nogmaals op de TAPE nN toets
om de achterkant weer te geven.
Met de kant
voor afspelen/
opnemen naar
u toe gericht
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Stoppen met
afspelen
Pauzeren
Snel vooruit- of
terugspoelen
Uitnemen van de
cassette
Doet u het volgende
Druk op de TAPE x stoptoets
(of x stoptoets van de
afstandsbediening).
Druk op de X toets. Nogmaals
drukken om de weergave te
hervatten.
Houd de m/M knop naar
rechts of links gedraaid (of houd
de m of M toets van de
afstandsbediening ingedrukt).
Druk op de Z PUSH toets.
45
NL
Cassette – weergave / Cassette – opname
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Uw favoriete
muziekstukken van een
CD opnemen op cassette
— CD-TAPE synchroonopname
U kunt een gehele compact disc gemakkelijk
overnemen op cassette. Gebruik in dit
cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
2 Plaats de CD die u wilt opnemen.
3 Druk enkele malen op de SYNCHRO
toets totdat er “CDtTAPE SYNC”
wordt aangegeven.
4 Druk op de ENTER/START toets.
De aanduiding “Press START” gaat
knipperen.
Het cassettedeck komt in gereedheid voor
opname en de CD-speler wacht in de
pauzestand om met afspelen te beginnen.
De aanduiding “N” licht op en het
cassettedeck staat klaar om met opnemen te
beginnen.
Als u wilt beginnen met opnemen op de van
u af gerichte kant van de cassette, drukt u op
de TAPE nN toets totdat de aanduiding
n” oplicht.
5 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op “g” voor
opnemen op een enkele cassettekant of
op “h” (of “j”) voor opnemen op
beide cassettekanten.
Als u kiest voor opnemen op beide
cassettekanten en de voorkant van de
cassette loopt af ergens halverwege een
muziekstuk, dan wordt dat muziekstuk
opnieuw in zijn geheel opgenomen als
eerste muziekstuk op de achterkant van de
cassette. Als u met opnemen begint aan de
achterkant van de cassette, stopt het
opnemen aan het eind van die cassettekant.
6 Druk weer op de ENTER/START toets
terwijl de aanduiding “Press START”
nog knippert.
Het opnemen begint.
Na afloop van het opnemen zullen zowel de
CD-speler als het cassettedeck automatisch
stoppen.
Stoppen met opnemen
Druk op de TAPE x stoptoets.
De muziek tegelijk op minidisc en op
cassette opnemen
Plaats een voor opnemen geschikte minidisc en
stel bij stap 3 in op “DUAL SYNC”.
Ook als nu tijdens het opnemen de minidisc of
de cassette vol raakt en stopt, zal het opnemen
op de andere gewoon doorgaan.
Alleen bepaalde muziekstukken van
een CD opnemen
U kunt automatisch alleen uw favoriete
muziekstukken van een CD opnemen, met
behulp van de programma-weergave. Hiervoor
volgt u tussen bovenstaande stappen 2 en 3
eerst de aanwijzingen van 1 t/m 5 onder
“Muziekstukken van een CD programmeren”
(op blz. 10).
Cassette – opname
46
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Uw favoriete muziekstukken
van een minidisc opnemen
op cassette
— MD-TAPE synchroonopname
U kunt een gehele minidisc gemakkelijk
overnemen op cassette. Gebruik in dit
cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
2 Plaats de minidisc die u wilt opnemen.
3 Druk enkele malen op de SYNCHRO
toets totdat er “MDtTAPE SYNC”
wordt aangegeven.
4 Druk op de ENTER/START toets.
De aanduiding “Press START” gaat
knipperen.
Het cassettedeck komt in gereedheid voor
opname en de minidisc-speler wacht in de
pauzestand om met afspelen te beginnen.
De aanduiding “N” licht op en het
cassettedeck staat klaar om met opnemen te
beginnen.
Als u wilt beginnen met opnemen op de van
u af gerichte kant van de cassette, drukt u op
de TAPE nN toets totdat de aanduiding
n” oplicht.
5 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op “g” voor
opnemen op een enkele cassettekant of
op “h” (of “j”) voor opnemen op
beide cassettekanten.
Als u kiest voor opnemen op beide
cassettekanten en de voorkant van de
cassette loopt af ergens halverwege een
muziekstuk, dan wordt dat muziekstuk
opnieuw in zijn geheel opgenomen als
eerste muziekstuk op de achterkant van de
cassette. Als u met opnemen begint aan de
achterkant van de cassette, stopt het
opnemen aan het eind van die cassettekant.
6 Druk weer op de ENTER/START toets
terwijl de aanduiding “Press START”
nog knippert.
Het opnemen begint.
Na afloop van het opnemen zullen zowel de
minidisc-speler als het cassettedeck
automatisch stoppen.
Stoppen met opnemen
Druk op de TAPE x stoptoets.
Alleen bepaalde muziekstukken van
een minidisc opnemen
U kunt automatisch alleen uw favoriete
muziekstukken van een minidisc opnemen, met
behulp van de programma-weergave. Hiervoor
volgt u tussen bovenstaande stappen 2 en 3
eerst de aanwijzingen van 1 t/m 5 onder
“Muziekstukken van een minidisc
programmeren” (op blz. 15).
Opmerking
Voor gebruik van de MD-TAPE synchroonopname
dient u eerst de groepsfunctie uit te schakelen.
47
NL
Klankinstellingen
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Handmatig opnemen op
een cassette
— Handmatige opname
De handmatige opnamefunctie kunt u gebruiken
voor het opnemen van slechts enkele muziekstukken
of passages van een CD of minidisc. Ook kunt u
hiermee radio-uitzendingen opnemen. Gebruik in dit
cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om in te stellen op de geluidsbron
die u wilt opnemen.
CD: voor opnemen vanaf de CD-speler
van deze stereo-installatie.
MD: voor opnemen vanaf de minidisc-
speler van deze stereo-installatie.
TUNER: voor opnemen van een radio-
uitzending via de tuner van deze stereo-
installatie.
OPTICAL IN: voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is aangesloten
op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting.
ANALOG IN:
voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is aangesloten
op de ANALOG IN aansluitingen.
3 Druk op de TAPE zREC opnametoets.
De aanduiding “N” licht op en het
cassettedeck komt in gereedheid voor
opname.
Om te beginnen met opnemen aan de van u
af gerichte kant van de cassette, drukt u op
de TAPE nN toets totdat de aanduiding
n” oplicht.
4 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op “g” voor
opnemen op een enkele cassettekant of
op “h” (of “j”) voor opnemen op
beide cassettekanten.
Als u met opnemen begint aan de achterkant
van de cassette, stopt het opnemen aan het
eind van die cassettekant.
5
Druk op de X pauzetoets en start de
weergave van de geluidsbron voor opname.
Voor
Stoppen met
opnemen
Pauzeren van
de opname
Doet u het volgende
Druk op de TAPE x stoptoets.
Druk op de X pauzetoets.
Klankinstellingen
De klank bijregelen
Weergave met extra
dynamisch geluid (Dynamic
Sound Generator)
Druk op de DSG toets.
Om de DSG versterking uit te schakelen, drukt
u nogmaals op de DSG toets.
Bijregelen van de lage tonen
Draai aan de BASS regelaar.
De weergave van de lage tonen is instelbaar in
9 stappen.
Bijregelen van de hoge tonen
Draai aan de TREBLE regelaar.
De weergave van de hoge tonen is instelbaar in
9 stappen.
Bijregelen van de hoge en lage tonen
met de afstandsbediening
1 Druk enkele malen op de BASS/TRE toets
van de afstandsbediening om in te stellen op
“BASS” voor de lage tonen of op
“TREBLE” voor de hoge tonen.
2 Terwijl er “BASS” of “TREBLE” wordt
aangegeven, drukt u enkele malen op de
. of > toets van de afstandsbediening
om de klank naar wens bij te regelen.
48
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Schakelklok-functies
Gerust in slaap vallen met muziek
— Sluimerfunctie
U kunt de stereo-installatie automatisch laten
uitschakelen na een door u gekozen tijdsduur,
zodat u gerust met de muziek aan kunt gaan slapen.
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-aanduiding (de uitschakel-
tijdsduur) in het uitleesvenster als volgt:
SLEEP OFF t AUTO* t 90min t 80min
tt 10min
* Hierbij wordt de stroom automatisch uitgeschakeld
na 100 minuten of wanneer het einde van de
weergegeven compact disc, minidisc of cassette
wordt bereikt.
Voor het
Controleren van de
resterende tijd tot
het uitschakelen**
Wijzigen van de
tijdsduur tot het
uitschakelen
Annuleren van de
uitschakelfunctie
** De resterende tijd is niet te controleren als u instelt
op “AUTO”.
Opmerking
Kies niet de stand “AUTO” tijdens de synchroon-
opname op een minidisc of cassette.
Drukt u
Eenmaal op de SLEEP
toets van de afstandsbediening.
Enkele malen op de SLEEP toets
van de afstandsbediening
om
de gewenste tijdsduur te kiezen.
Net zovaak op de SLEEP toets
van de afstandsbediening
totdat er “SLEEP OFF” wordt
aangegeven.
Ontwaken met muziek
— Dagelijkse wekfunctie
U kunt op een door u gekozen tijdstip gewekt
worden met muziek. Hiervoor moet wel eerst
de ingebouwde klok gelijk zetten (zie “De klok
gelijkzetten” op blz. 8).
1 Tref de voorbereidingen voor de
geluidsbron die u moet wekken.
CD: Plaats een compact disc. Om te
beginnen bij een bepaald beeld/
muziekstuk, maakt u een programma
(zie “Muziekstukken van een CD
programmeren” op blz. 10).
Minidisc: Plaats een minidisc voor
weergave. Als u wilt beginnen met een
bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie “Muziekstukken van
een minidisc programmeren” op blz. 15).
Cassette: Leg een cassette in de houder.
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 42).
2 Druk op de VOLUME + of – toets van de
afstandsbediening om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
3 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets
van de afstandsbediening om in te
stellen op “DAILY SET”.
4 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers
gaan knipperen.
5 Kies de tijd waarop de muziekweergave
moet beginnen.
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om het juiste uur
te kiezen en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de juiste
minuut te kiezen en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
De aanduiding “OFF” licht op en weer gaan
de uren-cijfers knipperen.
6 Stel de tijd in waarop de muziek moet
stoppen, volgens de aanwijzingen
onder stap 5.
49
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Uitleesvenster
7
Druk enkele malen op de
. of >
toets van de afstandsbediening totdat de
gewenste geluidsbron wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de aanduiding kringsgewijze, als volgt:
t
TUNER
y
CD PLAY
T
t
TAPE PLAY
y
MD PLAY
T
8 Druk op de ENTER/YES toets van de
afstandsbediening.
De inschakeltijd, de uitschakeltijd en de geluidsbron
worden om beurten aangegeven en daarna
verschijnen weer de oorspronkelijke aanduidingen.
9 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Controleren van
de instellingen/
gebruik van de
schakelklok
Wijzigen van de
instellingen
Annuleren van de
schakelklok
-instelling
Opmerkingen
De Daily Timer wekfunctie en de opname-
schakelklok zijn niet tegelijk te gebruiken.
Wanneer u de Daily Timer wekfunctie tegelijk met
de Sleep Timer uitschakelfunctie gebruikt, krijgt de
Sleep Timer voorrang.
Probeer niet om de stereo-installatie te bedienen na
het inschakelen maar voordat de weergave begint
(het inschakelen gebeurt ongeveer 30 seconden
voor het ingestelde tijdstip).
Als de stereo-installatie ongeveer 30 seconden voor
het geplande inschakeltijdstip voor de wekfunctie
nog aan staat, wordt de wekfunctie niet ingeschakeld.
Externe geluidsbronnen, aangesloten op de
ANALOG IN aansluitingen of de DIGITAL
OPTICAL IN stekkerbus zijn niet te gebruiken als
geluidsbron voor de Daily Timer wekfunctie.
Doet u het volgende
1
Druk op de CLOCK/TIMER SELECT
toets van de afstandsbediening en
druk dan enkele malen op de
.
of
>
toets van de afstandsbediening
totdat er “DAILY SELECT” wordt
aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
Begin opnieuw vanaf stap 1. Als u
een vergissing bemerkt, kunt u in
stap 5 t/m 7 met de
T
CURSOR
toets terugkeren naar de onjuiste
instelling om die te corrigeren.
1
Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets van de
afstandsbediening en druk dan enkele
malen op de
.
of
>
toets van
de afstandsbediening totdat er
“TIMER OFF?” wordt aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen
Voor het opnemen met de schakelklok zult u eerst
de ingebouwde klok gelijk moeten zetten (zie “De
klok gelijkzetten” op blz. 8) en de radiozenders
moeten voorinstellen (zie “Vastleggen van uw
favoriete radiozenders” op blz. 41).
1 Stem af op een vooringestelde
radiozender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 42).
2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets
van de afstandsbediening.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening om in
te stellen op “MD REC SET” of “TAPE
REC SET”en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers
gaan knipperen.
4 Kies de tijd waarop het opnemen moet
beginnen.
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om het juiste uur
te kiezen en druk dan op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening.
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de juiste
minuut te kiezen en druk dan op de ENTER/
YES toets van de afstandsbediening.
De aanduiding “OFF” licht op en weer gaan
de uren-cijfers knipperen.
5
Stel de tijd in waarop het opnemen moet
stoppen, volgens de aanwijzingen onder stap 4.
6 Voor opnemen op een minidisc drukt u
enkele malen op de . of > toets
van de afstandsbediening om de
opnamekwaliteit te kiezen (bijv. LP2) en
dan drukt u op de ENTER/YES toets
van de afstandsbediening.
De schakelklok-instellingen worden
aangegeven en dan verschijnen weer de
oorspronkelijke aanduidingen.
7 Plaats een voor opnemen geschikte
minidisc of cassette.
8 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
wordt vervolgd
Schakelklok-functies
Schakelklok-functies
50
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Uitleesvenster
Geen aanduidingen in de
uit-stand
— Stroombesparingsstand
Ook al staat de stereo-installatie uitgeschakeld,
dan nog verbruikt het apparaat stroom, om de
tijdsaanduiding in stand te houden en te kunnen
reageren op commando’s via de
afstandsbediening.
De stroombesparingsstand zorgt echter dat er
zo weinig mogelijk stroom wordt verbruikt in
de uitgeschakelde stand, om energie te
besparen.
In deze stand wordt de tijd niet aangegeven.
Om de stroombesparingsstand in te
schakelen, drukt u enkele malen op de
DISPLAY toets van de afstandsbediening
wanneer de stereo-installatie uit staat,
totdat de tijdsaanduiding uit het
uitleesvenster verdwijnt.
Uitschakelen van de
stroombesparingsstand
Druk enkele malen op de DISPLAY toets van
de afstandsbediening wanneer de stereo-
installatie uit staat. Telkens wanneer u op deze
toets drukt, veranderen de aanduidingen in het
uitleesvenster als volgt:
Tijdsaanduiding* y Geen aanduiding
(stroombesparingsstand)
* Als de klok nog niet is ingesteld, verschijnen er
enkel “--:--” streepjes.
Tip
In de stroombesparingsstand zal de schakelklok
gewoon werken.
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Controleren van de
instellingen/gebruik
van de schakelklok
Wijzigen van de
instellingen
Annuleren van de
schakelklok-opname
Tip
Bij opnemen van een radio-uitzending zal de
zendernaam (of de afstemfrequentie als er geen naam
voor de zender is gekozen; zie blz. 43) samen met de
begintijd en de eindtijd op de minidisc worden
vastgelegd.
Opmerkingen
De Daily Timer wekfunctie en de opname-
schakelklok zijn niet tegelijk te gebruiken.
Als u de opname-schakelklok en de sluimerfunctie
tegelijk gebruikt, krijgt de sluimerfunctie voor het
automatisch uitschakelen voorrang.
Probeer niet om de stereo-installatie te bedienen na
het inschakelen maar voordat de weergave begint
(het inschakelen gebeurt ongeveer 30 seconden
voor het ingestelde tijdstip).
Als de stereo-installatie ongeveer 30 seconden voor
de geplande begintijd nog aan staat, zal de
schakelklok-opname niet beginnen.
Tijdens de schakelklok-opname zal er geen geluid
te horen zijn.
Als bij schakelklok-opname op een minidisc wel
gekozen is voor de groepsfunctie maar er is geen
specifieke groep gekozen, dan wordt het
opgenomen materiaal in een nieuwe groep
geplaatst.
Doet u het volgende
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets van de
afstandsbediening en druk
dan enkele malen op de
. of > toets van de
afstandsbediening totdat er
“MD REC?” of “TAPE
REC?” wordt aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES
toets van de
afstandsbediening.
Begint u weer vanaf stap 1.
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets van de
afstandsbediening en druk
dan enkele malen op de
. of > toets van de
afstandsbediening totdat er
“TIMER OFF?” wordt
aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES
toets van de
afstandsbediening.
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen (vervolg)
51
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Uitleesvenster
Gebruik van het
uitleesvenster
Titels en esterende
speelduur controleren (CD/
MD)
Wanneer er een CD TEXT disc is geplaatst,
kunt u de tekst daarvan, zoals titels e.d. in het
uitleesvenster zien. Wanneer het apparaat een
geplaatste disc herkent als CD TEXT disc, licht
de aanduiding “TEXT” op in het uitleesvenster.
Druk tijdens afspelen op de DISPLAY toets
van de afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
x Bij afspelen van een compact disc
Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven beeld/muziekstuk t Nummer en
resterende speelduur van het weergegeven
beeld/muziekstuk t Resterende speelduur van
de weergegeven disc t Beeld/muziektitel*
1
t Huidige tijd t Lagetonen-niveau (BASS)
t Hogetonen-niveau (TREBLE)
x Bij afspelen van een minidisc
Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk t Nummer en
resterende speelduur van het weergegeven
muziekstuk t Resterende speelduur van de
minidisc*
2
t Muziektitel*
3
t Huidige tijd
t Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonen-
niveau (TREBLE)
*
1
Alleen bij CD TEXT discs (bepaalde lettertekens
kunnen worden weggelaten). Afhankelijk van de
disc kan soms niet alle CD TEXT informatie
worden getoond.
Wanneer er meer dan 20 muziekstukken op de CD
staan, wordt de CD TEXT informatie vanaf
nummer 21 niet getoond.
*
2
Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt
de resterende speelduur van alle muziekstukken in
de groep getoond.
*
3
Alleen wanneer het muziekstuk van een titel is
voorzien.
Titels en speelduur
controleren (CD/MD)
Druk in de stopstand op de DISPLAY toets
van de afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
als volgt:
x Met een compact disc in de stopstand
Totaal aantal beeld/muziekstukken en totale
speelduur t Disc-titel*
4
t Huidige tijd t
Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonen-
niveau (TREBLE)
x Met een minidisc in de stopstand
Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur*
5
t Resterende opnameduur (alleen
voor opname-minidiscs) t Disc-titel*
6
t
Huidige tijd t Lagetonen-niveau (BASS) t
Hogetonen-niveau (TREBLE)
*
4
Alleen bij CD TEXT discs en discs die u van een
titel hebt voorzien (bepaalde lettertekens kunnen
worden weggelaten). Afhankelijk van de disc kan
soms niet alle CD TEXT informatie worden
getoond.
*
5
Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt
het totale aantal groepen (als er geen bepaalde
groep is gekozen) of het totale aantal
muziekstukken en de totale speelduur van de groep
(als er een bepaalde groep is gekozen) getoond.
Er verschijnen alleen “---.--” streepjes als de totale
speelduur van de minidisc meer is dan 1.000
minuten.
*
6
Alleen wanneer de disc van een titel is voorzien.
Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt
de groepstitel getoond.
wordt vervolgd
52
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Gebruik van het uitleesvenster
(vervolg)
Controleren van de
zendernaam (TUNER)
Druk op de DISPLAY toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
kringsgewijze als volgt:
Zendernaam*
7
t Voorinstelnummer en
afstemfrequentie t Huidige tijd t
Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonen-
niveau (TREBLE)
*
7
Alleen wanneer de voorkeurzender van een
zendernaam is voorzien.
Een langere tekst door het
uitleesvenster laten lopen
Druk op de SCROLL doorlooptoets van de
afstandsbediening.
Tips
Om titels voor uw CD’s te kiezen, volgt u de
aanwijzingen onder “Naamgeving van compact
discs” op blz. 11.
Voor keuze van titels voor de muziekstukken of
groepen op een minidisc of voor de minidisc zelf,
volgt u de aanwijzingen onder “Naamgeving van
minidisc” op blz. 28.
Om namen in te voeren voor de vastgelegde
voorkeurzenders, volgt u de aanwijzingen onder
“Naamgeving van de voorkeurzenders” op blz. 43.
53
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Uitleesvenster
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereo-installatie kunt u er allerlei los verkrijgbare toestellen op
aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van elk toestel.
Naar de digitale
uitgangsaansluiting van
een los verkrijgbare
digitale component
Los verkrijgbare
digitale component
A DIGITAL OPTICAL IN
ingangsaansluiting
Met een digitale optische kabel (met vierkante
stekkers, niet bijgeleverd) kunt u een los
verkrijgbare digitale geluidsbron (zoals een
digitale satelliet-ontvanger e.d.) op deze ingang
aansluiten. Dan kunt u die geluidsbron
beluisteren via de stereo-installatie.
B ANALOG IN ingangsaansluitingen
Met een stel audio-aansluitsnoeren (niet
bijgeleverd) kunt u een los verkrijgbare analoge
geluidsbron (zoals een cassettedeck e.d.) op
deze ingangen aansluiten. Dan kunt u die
geluidsbron beluisteren via de stereo-installatie.
Verbinden met
de audio-uitgangen
van een los
verkrijgbare
analoge
geluidsbron
Los verkrijgbare analoge
geluidsbron
Sony PC aansluitset
Los verkrijgbare apparatuur
C PC LINK aansluiting
Met een Sony PC aansluitset (niet bijgeleverd)
kunt u deze stereo-installatie aansluiten op uw
personal computer.
Los verkrijgbare apparatuur
54
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Geluid opnemen vanaf
aangesloten apparatuur
Digitale geluidsopnamen van
een digitale geluidsbron
Vanwege het SCMS één-generatie
kopieersysteem (zie blz. 64) kan digitale
opname van bepaald geluidsmateriaal niet altijd
mogelijk zijn. In dat geval sluit u de
geluidsbron aan op de ANALOG IN ingangen
voor analoge opname.
1 Sluit de apparatuur aan met een digitale
optische kabel.
2 Start de opname met de hand.
Zie “Handmatig opnemen op een MD”
(op blz. 21) of “Handmatig opnemen op een
cassette” (op blz. 47).
Tips
Hierbij kunt u de tijdmachine-opname inschakelen
(zie blz. 22) en de Smart Space pauze-verkorting/
Auto Cut automatische pauzestand (zie blz. 25).
Bij het opnemen op een minidisc kunt u het
opnameniveau naar wens instellen (zie blz. 25).
Analoge geluidsopnamen van
een analoge geluidsbron
1 Maak de aansluiting met de audio-
aansluitsnoeren.
2 Start de opname met de hand.
Zie “Handmatig opnemen op een MD”
(op blz. 21) of “Handmatig opnemen op
een cassette” (op blz. 47).
Beluisteren van een
aangesloten geluidsbron
Luisteren naar een digitale
geluidsbron zoals een
digitale satelliet-ontvanger
e.d.
1 Sluit de apparatuur aan met een digitale
optische kabel.
Zie “Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur” op blz. 53.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat de aanduiding “OPTICAL
IN” verschijnt.
Start de weergave van de aangesloten
geluidsbron.
Luisteren naar een analoge
geluidsbron zoals een
cassettedeck e.d.
1 Maak de aansluiting met de audio-
aansluitsnoeren.
Zie “Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur” op blz. 53.
2 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets totdat de aanduiding “ANALOG
IN” verschijnt.
Start de weergave van de aangesloten
geluidsbron.
55
NL
Verhelpen van storingen
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, ga dan als volgt te werk:
1 Controleer eerst of het netsnoer en de
luidsprekersnoeren juist zijn aangesloten en
stevig vastzitten.
2 Neem de volgende lijst met controlepunten
door en volg de aanwijzingen om het
probleem op te lossen.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Het uitleesvenster geeft enkel “--.--” aan.
De stroom is onderbroken geweest. Stel de klok
opnieuw in (zie blz. 8) en maak ook eventuele
schakelklok-instellingen (zie blz. 48 en 49) opnieuw.
De luidsprekers geven geen geluid.
Draai de VOLUME regelaar naar rechts verder
open (of druk op de VOLUME + toets van de
afstandsbediening).
Zorg dat er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
Controleer de luidspreker-aansluitingen (zie blz. 7).
De versnelde CD-MD synchroonopname is
bezig.
Een van de luidsprekers geeft geen geluid of de
weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig.
Zorg dat de luidsprekers zo symmetrisch
mogelijk staan opgesteld.
Sluit alleen de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er klinkt een hevige bromtoon of ander storend geluid.
Zet de stereo-installatie verder weg van andere
apparatuur die storing kan veroorzaken.
Sluit het netsnoer aan op een ander stopcontact.
Breng een storingsfilter (in de elektriciteitshandel
verkrijgbaar) aan in de stroomtoevoerketen.
De schakelklok is niet goed in te stellen.
Stel de klok weer op de juiste tijd in (zie blz. 8).
De schakelklok werkt niet.
Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van
de afstandsbediening zodat er “cDAILY” of
cREC” voor de gehele schakelklok-functie in
het uitleesvenster verschijnt (zie blz. 49 en 50).
Controleer de gemaakte instellingen en zorg dat
de klok op de juiste tijd staat ingesteld (zie blz.
48 en 49).
Schakel de sluimerfunctie uit (zie blz. 48).
De stereo-installatie reageert niet op de afstandsbediening.
Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie.
Houd de afstandsbediening dichter bij de stereo-installatie.
Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie.
Vervang beide batterijen door nieuwe R6 (AA-
formaat) batterijen.
Gebruik de stereo-installatie niet te dicht in de buurt
van tl-verlichting of andere fluorescerende lampen.
Compact disc speler
De disc-lade gaat niet open en in het uitleesvenster op
het voorpaneel verschijnt de aanduiding “LOCKED”.
Neem contact op met uw Sony handelaar of een
plaatselijke erkende Sony onderhoudsdienst.
De disc-lade gaat niet dicht.
Zorg dat de disc precies midden in de disc-lade ligt.
Sluit de disc-lade alleen met een druk op de CD
Z toets. Als u de disc-lade met de hand dicht
drukt kan er schade aan de disc-speler ontstaan.
De disc-lade gaat niet open.
Tijdens de CD synchroon-opname kunt u de disc
niet uitnemen. Druk eerst op de CD x stoptoets
om de CD synchroon-opname te stoppen en dan
op de CD Z toets om de disc uit te nemen.
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Het afspelen van de disc begint niet.
Open de disc-lade en kijk of er een geschikte
disc goed is ingelegd.
Veeg de CD schoon (zie blz. 62).
Probeer of een andere disc wel goed wordt afgespeeld.
Zorg dat de disc precies midden in de disc-lade ligt.
Leg de disc met de label-kant boven in de disc-lade.
Verwijder de disc, veeg eventueel condensvocht weg en
laat de stereo-installatie een paar uur lang ongebruikt
aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen.
Druk op de CD
NX
toets (of de
N
weergavetoets
van de afstandsbediening) om met afspelen te beginnen.
Het geluid hapert of springt over.
Veeg de disc schoon (zie blz. 62).
Probeer of een andere CD wel goed wordt afgespeeld.
Plaats de stereo-installatie op een stabiele
ondergrond zonder trillingen (op een stevige
tafel, boekenkast of audiorek).
Zet de luidsprekers verder van de stereo-installatie of
plaats ze elk op een trillingsdempend voetstuk.
Als u geluid met veel bassen erg luid afspeelt, kan het
dreunen van de lage tonen de laserkop doen overspringen.
De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk.
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat de
“PGM” en “SHUF” aanduidingen beide uit het uitleesvenster
verdwijnen, om terug te keren naar normale weergave.
wordt vervolgd
56
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Minidisc-recorder
De minidisc is niet goed in te steken.
Steek de minidisc met de labelkant boven en de
pijl naar binnen wijzend in de opening.
De bedieningsknoppen werken niet.
Probeer of het met een andere minidisc beter lukt.
Probeer de bediening opnieuw nadat de
aanduiding “TOC” of “STANDBY” is gedoofd.
Het afspelen begint niet.
Probeer of het met een andere minidisc beter lukt.
Verwijder de minidisc en laat de stereo-
installatie een paar uur lang ongebruikt aan staan,
totdat het condensvocht verdampt is.
Druk op de MD
NX
toets (of de
N
weergavetoets van
de afstandsbediening) om het afspelen te starten.
Druk op de GROUP ON/OFF toets totdat de
aanduiding “GROUP” dooft, om de
groepsfunctie uit te schakelen.
Het geluid hapert of springt over.
Probeer of een andere minidisc wel goed wordt afgespeeld.
Plaats de stereo-installatie op een stabiele ondergrond zonder
trillingen (een stevige tafel, boekenkast of audiorek).
Zet de luidsprekers verder van de stereo-installatie of
plaats ze op een trillingsdempend voetstuk. Als u geluid
met veel bassen erg luid afspeelt, kan het dreunen van
de lage tonen de weergavekop doen overspringen.
Plaats de minidisc en wacht dan 10 tot 20
minuten, met de stereo-installatie ingeschakeld,
voor u het opnieuw probeert.
De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk.
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat
de “PGM” of “SHUF” aanduiding uit het
uitleesvenster verdwijnt, om terug te keren naar
normale weergave.
De aanduiding “OVER” licht op.
Bij het zoeken in de opnamepauzestand is het
einde van de minidisc bereikt. Draai de m/
M knop naar links (of druk op de m of .
toets van de afstandsbediening) om terug te
keren naar de gewenste muziekpassage.
Tijdens het opnemen licht de aanduiding “OVER” op.
Stel het opnameniveau iets lager in (zie blz. 25).
Na opnemen of bewerken is de TOC
inhoudsopgave niet bijgewerkt.
De aanvullende gegevens bij opnemen of bewerken van
een minidisc worden pas op de minidisc vastgelegd
wanneer die uit het apparaat wordt verwijdert, dus neem
de minidisc na het opnemen of bewerken eenmaal uit
om te gegevens bij te werken (zie blz. 17 en 28).
Maak de opname opnieuw, zonder onderbreking.
Het opnemen op een minidisc lukt niet.
Verwijder de minidisc en schuif voor het
opnemen het wispreventienokje opzij om de
opening af te sluiten (zie blz. 17).
Zorg dat de externe geluidsbron naar behoren is
aangesloten (zie blz. 53).
Vervang de minidisc door een opname-minidisc.
Druk enkele malen op de FUNCTION toets om
de juiste geluidsbron voor opname te kiezen.
Vervang de minidisc door een opname-minidisc of wis
enkele overbodige muziekstukken met de Erase wisfunctie
om weer ruimte voor het opnemen te maken (zie blz. 33).
Volg de aanwijzingen voor het opnemen opnieuw.
De versnelde CD-MD synchroonopname werkt niet,
maar de minidisc-recorder schakelt automatisch
over naar de normale CD-MD synchroonopname
Gebruik voor het versneld opnemen een andere minidisc.
Zet de stereo-installatie op een meer stabiele
ondergrond.
Het geluid is te zacht (of te hard) op de minidisc
opgenomen.
Stel het opnameniveau beter in (zie blz. 25).
Overspraak tijdens de LP4 stereo opname.
Bij opnemen van een CD, cassette of andere
geluidsbron waarvan het geluid is opgenomen op een
enkel kanaal (links of rechts), kan er geluid
“doorlekken” naar het andere kanaal tijdens de extra-
lange LP4 stereo opname. In dat geval kunt u beter
een gewone stereo of LP2 stereo opname maken.
Cassettedeck
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven of het geluid klinkt maar heel zacht.
Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de koppen.
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 62).
Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist.
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 62).
Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend geluid.
De bandloopassen van het cassettedeck zijn vuil.
Maak het bandloopwerk schoon met een
reinigingscassette (zie blz. 62).
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd.
Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 62).
Het opnemen lukt niet.
Misschien is er geen cassette in de houder
aanwezig. Plaats een cassette.
Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd. Bedek de ontstane uitsparing met een
stukje plakband (zie blz. 62).
De band is geheel naar het einde doorgespoeld.
Problemen en oplossingen (vervolg)
57
NL
Verhelpen van storingen
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Los verkrijgbare apparatuur
Er wordt geen geluid weergegeven.
Zie de paragraaf “De luidsprekers geven geen
geluid” onder “Algemeen” op blz. 55 en
controleer of de stereo-installatie in orde is.
Controleer of de externe geluidsbron naar
behoren is aangesloten (zie blz. 53) en zorg dat:
de snoeren juist zijn aangesloten;
alle stekkers stevig in de aansluitbussen zitten.
Zorg dat de externe geluidsbron is ingeschakeld.
Zie de gebruiksaanwijzing van het aangesloten
apparaat en start de weergave van de geluidsbron.
Druk enkele malen op de FUNCTION toets om in
te stellen op “OPTICAL IN” of “ANALOG IN”.
Het geluid klinkt vervormd.
Stel de geluidssterkte wat lager in op de
aangesloten geluidsbron.
Tuner
Hinderlijke bromtonen of andere storing/
Bepaalde zenders zijn niet te ontvangen.
Kies de juiste golfband en afstemfrequentie (zie
blz. 41).
Zorg dat de antenne stevig is aangesloten (zie
blz. 7).
Zoek een geschikte plaats voor de antenne en de
richting die de beste ontvangst oplevert. Als er
geen plaats of richting voor goede ontvangst te
vinden is, sluit dan een in de radiohandel
verkrijgbare buitenantenne aan.
De bijgeleverde FM draadantenne ontvangt over
de gehele lengte signalen, dus strek de antenne
zo ver mogelijk uit.
Houd de antennes zo ver mogelijk uit de buurt
van de luidsprekersnoeren.
Als de bijgeleverde AM antennedraad losraakt
van de plastic houder, raadpleeg dan uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Probeer of u betere ontvangst verkrijgt na
uitschakelen van elektrische apparatuur in de
omgeving.
Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo
weergegeven.
Druk op de FM MODE toets totdat er
“STEREO” in het uitleesvenster verschijnt.
Bij opnemen van een radio-uitzending op een
minidisc klinken er regelmatige storende
geluiden.
Verstel de plaats en de richting van de antenne
zo dat de storing verdwijnt.
Als er zich andere problemen
voordoen, die hierboven niet zijn
beschreven, kunt u de stereo-
installatie als volgt terugstellen in
de uitgangsstand:
1 Trek de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
3 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de
stereo-installatie aan te zetten.
4 Druk de (TAPE) x stoptoets, de ENTER/
START toets en de ?/1 aan/uit-schakelaar
tegelijk in.
De stereo-installatie is nu teruggesteld op de
fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte
instellingen, zoals de tijd, de voorkeurzenders
en de schakelklok-instellingen zijn uit het
geheugen gewist, zodat u de gewenste
instellingen opnieuw zult moeten maken.
58
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een CD-R disc of een digitale
kopie van een commercieel verkrijgbare disc of
cassette e.d.
cHet SCMS één-generatie kopieersysteem (“Serial
Copy Management System”) beperkt het maken
van digitale kopieën tot slechts één generatie (zie
blz. 64). Bovendien is opnemen of kopiëren van
een CD-R disc niet mogelijk.
C71/Check OPT-IN
Er is geen geluidsbron aangesloten op de
DIGITAL OPTICAL IN aansluiting of u probeert
op te nemen van een digitale geluidsbron die niet
goed is aangesloten.
cSluit de digitale geluidsbron goed aan op de
DIGITAL OPTICAL IN aansluiting met een
digitale optische kabel (niet bijgeleverd)
(zie blz. 53).
De aangesloten digitale geluidsbron krijgt geen
stroom of is niet ingeschakeld.
cZorg voor goede stroomvoorziening en schakel
de aangesloten digitale geluidsbron in. Zie tevens
de gebruiksaanwijzing van het betreffende
apparaat.
Tijdens het opnemen van een digitale geluidsbron
is de digitale optische kabel losgeraakt of de
stroom uitgevallen van de geluidsbron die is
aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN
aansluiting.
cZorg dat de digitale optische kabel goed is
aangesloten en schakel de stroom van de
aangesloten digitale geluidsbron in.
E0001/MEMORY NG
Er is een interne storing in de apparatuur.
cRaadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
E0101/LASER NG
Er is een probleem met de laser-weergavekop.
cDe laser-weergavekop kan defect of beschadigd
zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
E0201/LOADING NG
Het laden van de disc gaat mis.
cRaadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Zelfdiagnose-aanduidingen
Deze stereo-installatie is voorzien van een
zelfdiagnosefunctie waarmee u de aard en
oorzaak van een probleem sneller kunt
opsporen. Als er iets mis is, verschijnt er in het
uitleesvenster beurtelings een foutcode van een
letter plus twee of vier cijfers, en een korte
foutmelding. De betekenis daarvan kunt u
vinden in de onderstaande tabel. Als het
probleem niet eenvoudig te verhelpen is,
raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
C11/Protected
De minidisc is tegen wissen/opnemen beveiligd.
cVerwijder de minidisc en schuif het
wispreventienokje opzij om de opening af te
sluiten (zie blz. 17).
C12/Cannot Copy
Er is geprobeerd een CD op te nemen die niet
geschikt is voor dit apparaat, zoals een CD-ROM
disc e.d.
cVerwijder de minidisc en zet de stereo-installatie
eenmaal uit en dan weer aan.
C13/REC Error
Opnemen op de minidisc is niet mogelijk.
cZet de stereo-installatie op een meer stabiele
plaats en probeer het opnemen opnieuw.
De minidisc is vuil of bekrast of wijkt af van de
norm.
cVervang de minidisc door een andere en probeer
het opnemen opnieuw.
C13/Read Error
De minidisc-recorder kan de informatie op de
minidisc niet goed lezen.
cNeem de minidisc eenmaal uit het apparaat en
plaats deze opnieuw.
C14/TOC Error
De minidisc-recorder kan de informatie op de
minidisc niet goed lezen.
cVervang de minidisc door een andere.
c
Wis alle opnamen van de minidisc met behulp van
de All Erase wisfunctie (beschreven op blz. 34).
59
NL
Verhelpen van storingen
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Foutmeldingen
De onderstaande mededelingen kunnen in het
uitleesvenster verschijnen of gaan knipperen
als er bij de bediening iets mis gaat.
Minidiscs
Assign None
Alle muziekstukken op de minidisc zijn al bij
groepen ingedeeld.
Auto Cut
De minidisc-recorder pauzeert de opname, omdat
het tijdens digitaal opnemen al meer dan 30
seconden stil is (zie blz. 25).
Blank Disc
Er is getracht een blanco, onbespeelde of compleet
gewiste minidisc af te spelen.
Cannot Edit
De geplaatste minidisc is een voorbespeelde
minidisc, dus niet voor opnemen geschikt.
Er is getracht een minidisc te bewerken tijdens
geprogrammeerde weergave of weergave in
willekeurige volgorde.
Het muziekstuk is opgenomen met een MDLP
langspeel-opnamefunctie.
Cannot REC
De geplaatste minidisc is een weergave-minidisc,
niet voor opnemen geschikt.
De geluidsbron staat ingesteld op “MD” voor
minidisc-weergave.
Cannot SYNC!
Er is geen minidisc in de minidisc-recorder
geplaatst of de geplaatste minidisc is tegen
wissen/opnemen beveiligd (zie blz. 17).
Er is geen ruimte voor opnemen over op de
minidisc.
Complete!
De bewerking van de minidisc is voltooid.
Disc Full!
Er is geen ruimte meer over op de minidisc.
Eject
De minidisc-recorder schuift de minidisc naar buiten.
Group Full!
Er is getracht een nieuwe groep te maken terwijl
het maximale aantal groepen al bereikt is, of er is
niet genoeg geheugenruimte voor het bijschrijven
van de groepsgegevens.
Impossible
De bewerking die u probeert is niet mogelijk.
•U kunt de muziekstukken niet samenvoegen of
wissen, vanwege de vaste beperkingen van het
minidisc-systeem.
Incomplete!
De volumecorrectie voor aanpassen van de
geluidssterkte na het opnemen, of voor in- of uit-
faden is mislukt, vanwege trillingen of stoten tegen
de stereo-installatie of vanwege vuil of krassen op
de disc in de disc-lade.
Initialize
De stereo-installatie is geruime tijd lang
uitgeschakeld geweest, daarom is het apparaat
even bezig met een startprocedure.
Name Full
Er is geen ruimte meer voor een disctitel of
muziektitels.
No Change
Bij het aanpassen van de geluidssterkte na het
opnemen is er uiteindelijk geen volumecorrectie
gemaakt omdat u tussentijds op de ENTER/YES
toets van de afstandsbediening hebt gedrukt zonder
het opnameniveau aan te passen.
No Disc
Er bevindt zich geen minidisc in het apparaat.
OVER
Terwijl u tijdens afspelen of in de
weergavepauzestand de m/M knop naar rechts
draaide (of de M toets van de afstandsbediening
ingedrukt hield) om de minidisc te doorzoeken, is
het einde van het laatste muziekstuk bereikt.
Push STOP!
U hebt tijdens afspelen op de PLAY MODE toets
gedrukt.
—Rehearsal—
De huidige muziekpassage, voor het wissen van
een passage met de A-B Erase wisfunctie of het
splitsen van het muziekstuk met de Divide
splitsfunctie, wordt herhaald om het preciese
verdeelpunt te bepalen (zie blz. 34 en 36).
Retry
Er is een leesfout opgetreden en nu probeert het
apparaat de gegevens opnieuw te lezen.
S.F Edit!
Er is geprobeerd een andere functie in te schakelen
tijdens de S.F Edit functie (voor aanpassen van de
geluidssterkte na het opnemen, of in- of uit-faden).
S.F Edit NOW
Er is op de ?/1 aan/uit-schakelaar gedrukt tijdens
de werking van de S.F Edit functie (voor
aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen,
of in- of uit-faden).
wordt vervolgd
60
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Cassette
Cannot SYNC!
Er zit geen cassette in het cassettedeck of het
wispreventienokje van de geplaatste cassette is
verwijderd.
No Tab
U kunt op deze cassette niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
No Tape
Er zit geen cassette in het cassettedeck.
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er weer een
geluidssignaal doorgekomen na meer dan 3
seconden maar minder dan 30 seconden stilte (die
wordt vervangen door een standaard pauze van 3
seconden).
Step Full!
U probeert 26 of meer muziekstukken (nummers)
te programmeren.
TOC Reading
De minidisc-recorder is bezig de “TOC”
inhoudsopgave van de minidisc te lezen.
TOC Writing
De minidisc-recorder is bezig de gegevens voor de
opname of bewerking in de inhoudsopgave te
schrijven.
Track End
Bij het kiezen van een verdeelpunt voor het
splitsen van een muziekstuk met de Divide
splitsfunctie is het einde van de minidisc bereikt.
Tr Protected
U probeert een muziekstuk te wissen dat daartegen
beveiligd is.
CD weergave
No Disc
Er ligt geen compact disc in de CD-speler.
OVER
Bij het doorzoeken van de CD met de m/M
knop naar rechts draaide (of de M toets van de
afstandsbediening ingedrukt hield) tijdens
weergave of in de pauzestand is het einde van het
laatste muziekstuk bereikt.
Push STOP!
U hebt tijdens afspelen op de PLAY MODE toets
gedrukt.
Step Full!
U probeert 26 of meer muziekstukken (nummers)
te programmeren.
Zelfdiagnose-aanduidingen (vervolg)
61
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(2) NL
Aanvullende informatie
wordt vervolgd
Voorzorgsmaatregelen
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit,
blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het
apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het
apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om
deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het
apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het
stopcontact en laat de stereo-installatie eerst door een
deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen,
laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten.
Zolang de stekker in het stopcontact zit, verbruikt
het apparaat wat stroom voor de afstandsbediening
en de schakelklok-functies, ook al staat het apparaat
nog uitgeschakeld. Het apparaat kan dan warm
aanvoelen, maar dit is volkomen normaal.
Opstelling
Als u tijdens gebruik het geluidsvolume verder open draait,
kan de ingebouwde ventilator automatisch gaan draaien om
oververhitting in het inwendige te voorkomen. Voor
afdoende ventilatie dient u vooral genoeg ruimte achter de
stereo-installatie te laten en er niets bovenop te zetten.
Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende luchtdoorstroming om oververhitting van
de inwendige onderdelen te voorkomen.
Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat.
Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— directe zonnestraling.
Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers
op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling
heeft ondergaann (met was, olie, polijstmiddel, enz.)
aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen
ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm
kan worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om
oververhitting in het inwendige te voorkomen.
Bij langdurig afspelen op hoog volume kunnen de
boven-, onder- en zijpanelen van de behuizing na
verloop van tijd erg heet worden. Pas hiervoor op en
raak de behuizing liever niet aan.
Om oververhitting en storing in de werking te
vermijden, mag u de ventilatiesleuven voor de
koelventilator niet afdekken.
Aanvullende informatie
Voorkomen van beschadiging
Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude
in een warme omgeving wordt gebracht of in een
erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens
binnenin de CD-speler vocht uit de lucht
condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-
installatie niet naar behoren functioneren. In zulke
gevallen dient u de disc te verwijderen en het
apparaat ongeveer een uur ongebruikt aan te laten
staan, zodat alle condensvocht kan verdampen.
Voor het verplaatsen van de stereo-installatie dient
u eerst de disc er uit te verwijderen.
Als u vragen hebt of problemen met de stereo-
installatie, neemt u dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Betreffende de luidsprekers
De luidsprekers van deze stereo-installatie zijn niet
magnetisch afgeschermd en kunnen storing
veroorzaken in de beeldweergave van een dichtbij
staand TV-toestel. Indien dat zich voordoet, schakelt
u het TV-toestel dan even uit en zet het ongeveer 15
tot 30 minuten later weer aan.
Als dit geen verbetering in de kleurweergave
geeft, zet u de luidsprekers en de TV dan iets
verder uit elkaar. Zorg er bovendien voor dat
voorwerpen waarin magneten worden gebruikt, zoals
een audiorek, een TV-standaard, bepaald soort
speelgoed, e.d. niet in de buurt van de luidsprekers
staan, aangezien interactie tussen de magneten ervan
en deze apparatuur storing in het beeld kan
veroorzaken.
Omgang met minidiscs
Open nooit het schuifje van de minidisc zover dat
het magnetisch gevoelige oppervlak zichtbaar
wordt. Als het schuifje geopend is, dient u het
onmiddellijk weer te sluiten.
Plak nooit een etiket zodanig op de minidisc dat de
beweging van het schuifje belemmerd wordt. Plak
een etiket alleen op de daarvoor bestemde plaats.
Gebruik alleen de etiketten die bij de minidisc
geleverd zijn, want de vorm en de afmetingen van
de etiketten kunnen per merk verschillen.
Als een minidisc vuil is, kunt u deze schoonvegen
met een droog doekje.
Leg minidiscs niet in de volle zon, niet in de buurt
van een warmtebron en laat ze niet achter in een
auto die in de zon geparkeerd staat.
Plaats voor
etiket
Schuifje
62
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(2) NL
Behandelen van discs
Veeg elke disc voor het afspelen schoon met een
niet pluizend reinigingsdoekje. Veeg vanuit het
midden naar de rand.
Gebruik voor het reinigen van disc geen
oplosmiddelen als benzine of thinner, evenmin als
reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor
conventionele grammofoonplaten.
Zorg dat uw discs niet worden blootgesteld aan fel
zonlicht of de hitte van een kachel of
verwarmingsradiator; laat uw discs nooit achter in
een auto die in de zon geparkeerd staat.
Gebruik geen discs met een beveiligingsring er om.
Dergelijke ringen kunnen het mechanisme
beschadigen.
Plakkerige inkt of loslatende lijm aan de labelkant
van een disc kan blijven kleven aan het inwendige
mechanisme van dit apparaat. Dan bestaat het risico
dat de disc vastloopt en het apparaat defect kan
raken. Pas op voor kleverige discs en controleer
voor het afspelen altijd even of de disc niet plakt.
Gebruik geen discs waar het volgende mis mee is:
Tweedehands of uitleen-discs met een etiket
of sticker waarvan de rand omkrult of de lijm
voorbij de sticker uitsteekt. Dit kan problemen
bij het afspelen geven.
Discs met een label dat in speciale inkt is
gedrukt; als de inkt kleverig aanvoelt kunt u de
disc beter niet afspelen.
Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig
of stervormig) zijn in dit apparaat niet af te spelen.
Probeer het in geen geval, want de stereo-installatie
kan er door beschadigd worden. Gebruik dergelijke
discs niet.
Afspelen van CD-R/CD-RW discs
Compact discs die zijn opgenomen met een CD-R/
CD-RW recorder of “CD-brander” zijn in dit apparaat
niet altijd goed af te spelen, niet alleen door stof of
vuil, maar vanwege de opnamekarakteristiek van het
opname-apparaat. En als een zelf opgenomen CD nog
niet gefinaliseerd is, kunt u die nooit in dit apparaat
afspelen.
Reinigen van de behuizing
Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen
schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat
milde vloeibare huishoudzeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals
alcohol of benzine.
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Beveiligen van waardevolle
bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of
abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het
wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals
in de afbeelding is aangegeven.
Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor
opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken.
Alvorens u een cassette in het deck
plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn
strakgetrokken. Anders zou de band in het
mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op
beschadiging.
Betreffende cassettes langer dan 90
minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan
gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke
cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen,
stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het
bandloopwerk verstrikt kunnen raken.
Reinigen van de bandkoppen
Het verdient aanbeveling de bandkoppen na iedere 10
gebruiksuren te reinigen. Maak de bandkoppen in elk
geval even schoon vóór het maken van een
belangrijke bandopname, evenals na het afspelen van
een oude cassette. Reinig de bandkoppen met een in
de audiohandel verkrijgbare reinigingscassette, van
het droge of het vloeistof-type. Zie voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
reinigingscassette.
Demagnetiseren van de bandkoppen
Na 20 tot 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies
aan hoge tonen of toename van ruis, dient u de
bandkoppen en alle metalen onderdelen van het
bandloopwerk te demagnetiseren met een in de
audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette.
Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette.
Breek het
wispreventienokje
uit
63
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Aanvullende informatie
Beperkingen van het
minidisc-systeem
Het opnamesysteem van uw minidisc-recorder
is gebonden aan een aantal specifieke
beperkingen, waarvan hieronder een overzicht
volgt. Deze beperkingen zijn inherent aan het
ontwerp van het minidisc-systeem en duiden
niet op storing in uw stereo-installatie.
De “Disc Full!!” foutmelding
verschijnt al vóór het bereiken van
de maximale opnameduur
Wanneer er 255 nummers op de minidisc zijn
opgenomen, zal de “Disc Full!” foutmelding
verschijnen, ongeacht de feitelijke opnameduur. Een
minidisc kan niet meer dan 255 muziekstukken bevatten.
Om door te gaan met opnemen, dient u muziekstukken
te wissen of een andere minidisc te gebruiken.
De “Disc Full!” foutmelding verschijnt
al vóór het bereiken van het maximaal
aantal muziekstukken (255)
Soms kunnen zachtere passages binnen
muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen,
zodat het aantal nummers het feitelijk aantal
muziekstukken overschrijdt; dan kan de “Disc Full!”
foutmelding al gauw verschijnen.
De “Group Full!” foutmelding
verschijnt in het uitleesvenster
Als de groepsfunctie is ingeschakeld, kan tijdens het
bewerken van de minidisc de aanduiding “Group Full!”
verschijnen. Dan is er te weinig ruimte in het geheugen
voor het bijschrijven van de groepsgegevens. In dat
geval kunt u eventuele overbodige disc-titels,
groeptitels of andere tekst wissen.
Ook als de groepsfunctie is uitgeschakeld, kunnen de
gegevens voor het beheer van de groepen automatisch
worden bijgewerkt tijdens het gebruik van de Move,
Divide of andere bewerkingsfuncties, dus ook dan
kan de “Group Full!” foutmelding verschijnen.
De resterende opnameduur
vermeerdert niet, ook na het wissen
van diverse korte nummers
Nummers van minder dan 12 seconden* lengte tellen
niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer
beschikbare opnameduur zal leiden.
* Alleen bij gewone stereo-opname.
Bij mono-opname of LP2 stereo-opname: ongeveer
24 seconden.
Bij LP4 stereo-opname: ongeveer 48 seconden.
De aanduiding “Impossible” verschijnt bij
gebruik van de A-B Erase wisfunctie of het
samenvoegen van nummers met Combine
Dit kan zich voordoen als er aan een betrokken
muziekstuk al te veel “gesleuteld” is; het betreft hier
een inherente beperking van het minidisc-
opnamesysteem, geen storing in de werking.
wordt vervolgd
De totale opgenomen speelduur plus
de resterende opnameduur op de
minidisc komen in totaal niet aan de
nominale speelduur van de disc
Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden
van 2 seconden*, ongeacht de lengte van het
opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe
afwijking van de nominale speelduur. Daarnaast kan
de speelduur van een minidisc beperkt worden door
krassen en dergelijke.
* Alleen bij gewone stereo-opname.
Bij mono-opname of LP2 stereo-opname: ongeveer
4 seconden.
Bij LP4 stereo-opname: ongeveer 8 seconden.
Bij het doorzoeken van
muziekstukken die door bewerking
zijn samengesteld valt het geluid
soms weg
Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn opgenomen,
maar door bewerking zijn samengesteld, kunnen
nogal over de minidisc verspreid zijn en dan kan de
versnelde weergave het zoeken niet altijd bijhouden.
De muziekstuknummers worden niet
juist vastgelegd
Ook al is de Level Synchro stilte-markering
ingeschakeld, dan nog kunnen de
muziekstuknummers soms niet naar behoren worden
vastgelegd aan het begin van elk muziekstuk:
als het ingangssignaal minder dan 2 seconden lang
onder het grensniveau blijft, m.a.w. bij een te korte
of rumoerige pauze tussen twee muziekstukken.
als het ingangssignaal midden in een muziekstuk
langer dan 2 seconden onder het grensniveau blijft.
bij opnemen van een muziekstuk dat maar 4
seconden* of korter duurt.
* Bij gewone stereo-opname, mono-opname of LP2
stereo-opname (bij LP4 stereo-opname: ongeveer 8
seconden of korter).
Er worden extra nummers
bijgemaakt
Als het tussen de muziekstukken op een CD erg lang
stil blijft, kan er wel eens een extra nummer worden
bijgemaakt.
Het aantal muziekstukken op de CD
verschijnt van dat op de opgenomen
minidisc
Als er erg korte muziekstukken op de CD staan, kan
het uiteindelijk aantal nummers op de minidisc wel
eens verschillen van het aantal op de CD.
64
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Technische gegevens
Hoofdapparaat (HCD-CP505)
Versterker-gedeelte
Europees model:
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
30 + 30 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Muziekvermogen (referentie):
70 + 70 watt
Overige modellen:
De volgende metingen zijn verricht bij 230 V
wisselstroom, 60 Hz.
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
25 + 25 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
30 + 30 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
De volgende metingen zijn verricht bij 220 V
wisselstroom, 60 Hz.
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
22 + 22 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
28 + 28 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Ingangen
ANALOG IN: Gevoeligheid
(tulpstekkerbussen) 250 mV, impedantie
47 kOhm
DIGITAL OPTICAL IN (geschikte
bemonsteringsfrequenties: 32 kHz, 44,1 kHz en
48 kHz)
Uitgangen
PHONES: Voor aansluiten van een
hoofdtelefoon met een
impedantie van 8 ohm of
meer
SPEAKER: Voor luidsprekers met een
impedantie van 6 tot 16
ohm.
CD-speler
Systeem Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs,
minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om
vrijwel perfecte kopieën te maken van
geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale
signalen blijft de kwaliteit volledig intact.
Ter bescherming van de auteursrechten van
componisten en musici is dit apparaat voorzien van
het “Serial Copy Management System” dat slechts
één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat
via digitale aansluitingen.
Via digitale aansluitingen kunt u alleen een
eerste-generatie kopie* maken van digitaal
geluidsmateriaal.
Bijvoorbeeld:
1 U kunt een digitale kopie maken van een in de
handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals een
compact disc of een voorbespeelde minidisc),
maar het is niet mogelijk van deze kopie weer
een (tweede-generatie) kopie te maken.
2 U kunt een digitale kopie maken van het
digitaal opgenomen geluid van een
oorspronkelijk analoge geluidsbron (zoals een
grammofoonplaat of een muziekcassette) of
een opname van een digitale satelliet-
uitzending, maar hiervan kunt u weer geen
tweede-generatie kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van digitale signalen, gemaakt met digitale
geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de
minidisc-recorder en de CD-speler van uw stereo-
installatie het geluid van een compact disc opneemt,
is dit een eerste-generatie digitale kopie.
Beperkingen van het minidisc-
systeem (vervolg)
65
NL
CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL
Aanvullende informatie
Minidisc-recorder
System Opname/weergavesysteem
MiniDisc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik 5 Hz – 20 kHz
Cassettedeck
Opname/weergavesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo
Frequentiebereik 50 – 13.000 Hz (±3 dB)
met Sony TYPE I
normaalband-cassette
Snelheidsfluctuaties ±0,15% Gewogen
piekniveau (IEC)
0,1% Gewogen R.M.S.
(NAB)
±0,2% Gewogen
piekniveau (DIN)
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik 87,5 - 108,0 MHz
(afsteminterval 50 kHz)
Antenne FM-draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik
Europees model: 531 - 1.602 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen: 530 - 1.710 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 - 1.602 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Antenne AM-kaderantenne, externe
antenne-aansluitingen
Tussenfrequentie 450 kHz
Luidsprekers (SS-CCP505)
Luidsprekersysteem Tweewegsysteem, in
basreflexkast
Luidsprekereenheden
Lagetonen-luidspreker: conus, 12 cm doorsnede
Hogetonen-luidspreker: symmetrisch aangedreven
type, 2,5 cm doorsnede
Nominale impedantie: 6 ohm
Algemeen
Stroomvoorziening
Europees model: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen: 110 – 120 V of 220 –
240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Omschakelbaar met
spanningskiezer
Stroomverbruik
Europees model: Zie naamplaatje
0,3 watt (in de
stroombesparingsstand)
Overige modellen: Zie naamplaatje
Afmetingen (b/h/d) incl. uitstekende onderdelen en
knoppen
Versterker/tuner/cassettedeck/MD/CD-speler:
Ca. 175 × 240 × 341,5 mm
Luidsprekers: Ca. 152 × 240 × 258,5 mm
Gewicht
Versterker/tuner/cassettedeck/MD/CD-speler:
Ca. 6,1 kg
Luidsprekers: Ca. 2,6 kg netto per
luidspreker
Bijgeleverd toebehoren: Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat)
batterijen (2)
AM-kaderantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Los verkrijgbaar Sony PC aansluitset
(Zie de catalogus en
andere aankondigingen
voor de datum van
verkrijgbaarheid.)
Het los verkrijgbaar
toebehoren voor deze
stereo-installatie is onder
voorbehoud van
wijzigingen. Raadpleeg
voor meer informatie uw
dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Open de behuizing niet, om een elektrische schok te vermijden. Laat eventuele reparaties over aan bevoegd vakpersoneel. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Octrooien in de Verenigde Staten en in andere landen vallen onder de licentie van Dolby Laboratories. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Dit label bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Het onderstaande waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat. Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit een brandende kaars bovenop het apparaat. Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u geen voorwerpen als vazen op het apparaat zetten. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE, SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF VERLIEZEN. 2NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Inhoudsopgave Overzicht van toetsen en verwijzingspagina’s Hoofdapparaat ....................................... 5 Afstandsbediening ................................. 6 Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie ....... 7 Twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening plaatsen .............. 8 De klok gelijkzetten ............................... 8 CD – weergave Een CD inleggen ................................... 9 Een CD afspelen — Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave .... 9 Muziekstukken van een CD programmeren — Programma-weergave .............. 10 Naamgeving van compact discs — Disctitel .................................... 11 MD – weergave Een MD inleggen ................................. 13 Een MD afspelen — Normale weergave/willekeurige weergave/herhaalde weergave ...... 13 Muziekstukken van een minidisc programmeren — Programma-weergave .............. 15 Alleen de muziekstukken van een bepaalde groep nummers afspelen ................. 16 MD – opname Voordat u begint met opnemen ........... 16 Muziekstukken opnemen in groepen — Groepsfunctie ........................... 18 Een CD opnemen op een MD — CD-MD synchroonopname/versnelde CD-MD synchroonopname ............... 20 Muziek van een cassette overnemen op MD — TAPE-MD synchroonopname .. 21 Handmatig opnemen op een MD — Handmatige opname ................. 21 Veiligheids-opnamestart met 6 seconden muziek uit het buffergeheugen — Tijdmachine-opname ................ 22 Tips voor het opnemen ........................ 23 Beschrijving van de opname-instellingen .. 26 NL MD – opnamen bewerken Alvorens te beginnen met bewerken ... 28 Naamgeving van minidisc — NAME titelkeuze ..................... 28 Opgenomen muziekstukken in een nieuwe groep plaatsen — Create functie ........................... 31 Verwijderen van groepsgegevens — Release functie ......................... 32 Wissen van minidisc-opnamen — Erase wisfuncties ...................... 33 Verplaatsen van opgenomen muziekstukken — Move functie ............................ 35 Splitsen van opgenomen muziekstukken — Divide functie ........................... 36 Samenvoegen van opgenomen muziekstukken — Combine functie ....................... 37 Ongedaan maken van de laatste bewerking — Undo herstelfunctie .................. 38 Aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen — S.F Edit volumecorrectie .......... 39 wordt vervolgd 3NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Inhoudsopgave (vervolg) Tuner voor radio-ontvangst Vastleggen van uw favoriete radiozenders .. 41 Luisteren naar de radio ........................ 42 Naamgeving van de voorkeurzenders — Zendernamen ............................ 43 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)* .......................................... 44 Cassette – weergave Een cassette inleggen ........................... 44 Een cassette afspelen ........................... 44 Cassette – opname Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op cassette — CD-TAPE synchroonopname ... 45 Uw favoriete muziekstukken van een minidisc opnemen op cassette — MD-TAPE synchroonopname .. 46 Handmatig opnemen op een cassette — Handmatige opname ................. 47 Uitleesvenster Geen aanduidingen in de uit-stand — Stroombesparingsstand ............ 50 Gebruik van het uitleesvenster ............ 51 Los verkrijgbare apparatuur Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur ...................................... 53 Beluisteren van een aangesloten geluidsbron .................................... 54 Geluid opnemen vanaf aangesloten apparatuur ...................................... 54 Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen ................... 55 Zelfdiagnose-aanduidingen ................. 58 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ......................... 61 Beperkingen van het minidisc-systeem .. 63 Technische gegevens ........................... 64 * Alleen voor het Europese model. Klankinstellingen De klank bijregelen ............................. 47 Schakelklok-functies Gerust in slaap vallen met muziek — Sluimerfunctie .......................... 48 Ontwaken met muziek — Dagelijkse wekfunctie .............. 48 Schakelklok-opname van radiouitzendingen .................................. 49 4NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Overzicht van toetsen en verwijzingspagina’s Overzicht van toetsen en verwijzingspagina’s Nummer in de afbeelding Gebruik van dit overzicht r Op deze bladzijde kunt u de plaats en functie van alle PLAY MODE qg (9, 13, 14) knoppen e.d. aflezen, met tussen haakjes de pagina’s R R Naam van de toets, knop e.d. Verwijzingspagina’s waar ze verder ter sprake komen. Hoofdapparaat IN ALFABETISCHE VOLGORDE FUNCTIETOETSEN MET STANDAARDSYMBOLEN A–G ?/1 (aan/uit-schakelaar) e; m/M ql l/L ql M–V Afstandsbedieningssensor wl BASS wh (47) CD NX qh (9, 10, 22) DIRECTION 2 (21, 44, 45–47) Disc-lade wf (9) DSG wj (47) ENTER/START 6 (20, 21, 45, 46) FM MODE 3 (43) FUNCTION 1 (9, 13, 16, 19, 21–23, 25, 44, 47, 54) GROUP ON/OFF wa (15, 16, 18– 20, 29–32) GROUP SKIP w; (16, 19, 20, 29, 30, 32) MD slot wk (13) MD NX qd (13, 14, 16, 21) PHONES hoofdtelefoonaansluiting wd PLAY MODE 2 (9–11, 13, 15, 28) REC MODE 4 (20–22, 26) REPEAT 3 (10, 14) SYNCHRO 5 (20, 21, 45, 46) TAPE nN 7 (44–46) TREBLE wg (47) TUNER BAND qa (41–43) TUNING +/– ql (41–43) TUNING MODE 2 (41–43) Uitleesvenster ea VOLUME ws TAPE X9 x8 zREC 0 MD Z qs x qf zREC qg CD Z qk x qj 123456 nN x X ea z ?/1 x e; wl wk Z NX x z wj wh wg wf 7 8 9 0 qa qs qd qf qg lm – + – + – ML + NX x Z wd ws waw; ql qh qj qk 5NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie Voorbereidingen Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. AM-kaderantenne FM-draadantenne Rechter luidspreker Linker luidspreker 2 1 3 4 1 Sluit de luidsprekers aan. Sluit de rechter en linker luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER klemmen zoals hieronder aangegeven. L R Aansluiting type A Strek de FMdraadantenne zover mogelijk horizontaal uit AMkaderantenne A ENN ANT 75Ω FM 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Zet de AM-kaderantenne in elkaar alvorens deze aan te sluiten. U AM Aansluiting type B Strek de FMdraadantenne zover mogelijk AMhorizontaal uit kaderantenne A NN NTE A 75Ω FM U AM U wordt vervolgd 7NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Aansluiten van de stereo-installatie (vervolg) 3 Bij de modellen met een spanningskiezer, stelt u deze VOLTAGE SELECTOR schakelaar in op het voltage van het plaatselijk lichtnet. De klok gelijkzetten 1 Druk op de ?/1 schakelaar om de stereo-installatie aan te zetten. 2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets van de afstandsbediening. 110V-120V 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het juiste uur in te stellen. 220V-240V VOLTAGE SELECTOR 4 Druk op de ENTER/YES toets of de 4 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert u deze en gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de modellen met verloopstekker). Om de stereo-installatie aan te zetten, drukt u op de @/1 schakelaar. Twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening plaatsen CURSORt toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > toetsen van de afstandsbediening om de juiste minuut in te stellen. 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu gaat de klok lopen. Als u een vergissing bemerkt Druk enkele malen op de TCURSOR of CURSORt toets van de afstandsbediening totdat het onjuiste cijfer knippert, en voer dan het juiste cijfer in. De tijdsinstelling aanpassen 1 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de . of > toets van de e E e E afstandsbediening totdat er “CLOCK SET” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 3 Volg de bovenstaande aanwijzingen van 3 t/m 6. Tip Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe. Opmerking Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden. 8NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL CD – weergave Een CD inleggen 1 Druk op de CD Z toets. De disc-lade schuift open. — Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave In deze stereo-installatie kunt u een CD weergeven met verschillende afspeelfuncties. CD – weergave 2 Leg een compact disc met de bedrukte Een CD afspelen label-kant boven in de disc-lade. L-SYNC Om een 8-cm CD single af te spelen, plaatst u de disc in de binnenste uitsparing van de disc-lade. 3 Druk nogmaals op de CD Z toets om de disc-lade te sluiten. Muziekstuknummer Speelduur CD-afspeelaanduiding 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets om te kiezen voor weergave van een CD. 2 Druk terwijl het afspelen gestopt is enkele malen op de PLAY MODE toets totdat de gewenste afspeelfunctie in het uitleesvenster wordt aangegeven. Stel in op Voor weergave van Geen aanduiding (normale weergave) Alle muziekstukken op de disc in de normale volgorde. SHUF (willekeurige weergave) Alle muziekstukken op de disc in willekeurige volgorde. PGM (programmaweergave) Bepaalde muziekstukken van de disc in een door u gekozen volgorde (zie “Muziekstukken van een CD programmeren” op blz. 10). 3 Druk op de CD NX toets (of op de N weergavetoets van de afstandsbediening). Opmerkingen • Tijdens het afspelen kunt u niet van afspeelfunctie veranderen. • Als u tijdens het luisteren naar een andere geluidsbron op de CD Z toets drukt om de disclade te openen of te sluiten, gaat de CDafspeelaanduiding branden, ook als er geen CD in de disc-lade ligt. Om dan de CD-afspeelaanduiding te laten doven, drukt u enkele malen op de FUNCTION toets om de geluidsbron over te schakelen naar “CD”. wordt vervolgd 9NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Een CD afspelen (vervolg) Andere bedieningsfuncties Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de CD x stoptoets (of x stoptoets van de aftandsbediening). Pauzeren van de weergave Druk op de CD NX pauzetoets (of X pauzetoets van de aftandsbediening). Nogmaals drukken om door te gaan met afspelen. Kiezen van een muziekstuk Draai de l/L knop naar rechts of links (of druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening). Opzoeken van een punt in een muziekstuk Houd tijdens het afspelen de m/ M knop naar rechts of links gedraaid (of houd de m of M toets van de afstandsbediening ingedrukt). Bij het gewenste punt laat u de knop los. Meermalen afspelen (herhaalde weergave) Druk tijdens afspelen enkele malen op de REPEAT toets totdat er “REP” of “REP1” in het uitleesvenster verschijnt. REP: Om alle muziekstukken op de CD achtereen tot 5 maal te herhalen. REP1: Om alleen het weergegeven muziekstuk te herhalen. Om de herhaalde weergave uit te schakelen, drukt u weer enkele malen op de REPEAT toets totdat de “REP” of “REP1” aanduiding uit het uitleesvenster verdwijnt. Verwijderen van een disc Druk op de CD Z toets. Een gewenst muziekstuknummer kiezen met de afstandsbediening Muziekstukken van een CD programmeren — Programma-weergave U kunt zelf een muziekprogramma van maximaal 25 muziekstukken samenstellen. 1 Druk op de CD toets van de afstandsbediening. 2 Druk in de stopstand enkele malen op de PLAY MODE toets totdat de aanduiding “PGM” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer van het gewenste muziekstuk wordt aangegeven. L-SYNC PGM Gekozen muziekstuknummer Speelduur van het gekozen muziekstuk 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Het gekozen muziekstuk wordt in uw programma geplaatst. Eerst verschijnt het programmavolgnummer en dan de totale speelduur van uw muziekprogramma. Bij een vergissing kunt u altijd de laatst geprogrammeerde stap uit uw programma wissen met een druk op de CLEAR wistoets van de afstandsbediening. Tijdens de normale weergave kunt u het nummer van een gewenst muziekstuk ook direct kiezen met de afstandsbediening. L-SYNC Kies het nummer met de cijfertoetsen. Dan begint automatisch het afspelen. PGM Voor invoeren van een nummer boven de 10 Totale speelduur Laatst gekozen muziekstuknummer 1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets. 2 Druk op de cijfertoetsen voor alle plaatsen waarop een “–” streepje knippert in het uitleesvenster. Voor het invoeren van een 0 gebruikt u de 10/0 toets. Bijvoorbeeld: Voor het kiezen van nummer 20 terwijl er “--” NLknippert in het uitleesvenster, drukt u cijfertoets 2 en dan op de 10/0 toets. 10 CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL 5 Om nog meer titels of muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op de N weergavetoets . Andere bedieningsfuncties Doet u het volgende Uitschakelen van de programmaweergave Druk in de stopstand enkele malen op de PLAY MODE toets totdat er geen “SHUF” of “PGM” meer wordt aangegeven. Controleren van de Druk tijdens de programmaprogrammavolgorde weergave enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening. Controleren van het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken Druk in de stopstand op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. Dan verschijnt het totale aantal geprogrammeerde nummers, gevolgd door de totale speelduur van uw muziekprogramma. Toevoegen van een Volg in de stopstand de aanwijzingen van stap 3 en 4. muziekstuk aan het eind van uw programma Tips • Een eenmaal gemaakt programma blijft ook na het afspelen nog bestaan. Om dan hetzelfde programma nogmaals weer te geven, drukt u op de N weergavetoets van de afstandsbediening. Uw muziekprogramma wordt echter gewist wanneer u de disc-lade opent. • In plaats van de tijd verschijnen er enkel “--.--” streepjes als de totale programma-speelduur de 100 minuten overschrijdt of als u een muziekstuk kiest met het nummer 21 of hoger op de CD. • Door in te stellen op “AL” bij stap 3 kunt u alle muziekstukken van de disc tegelijk programmeren. — Disctitel U kunt voor maximaal 50 CD’s zelf gekozen titels van ten hoogste 20 letters en symbolen invoeren. Wanneer u daarna een dergelijke CD inlegt, verschijnt de titel in het uitleesvenster. CD – weergave Voor het Naamgeving van compact discs Opmerkingen • U kunt geen titel invoeren voor een CD waarbij de aanduiding “TEXT” in het uitleesvenster verschijnt. • Bij de eerste keer dat u titels voor uw CD’s gaat invoeren dient u te zorgen dat alle eerdere disctitels uit het geheugen zijn gewist (zie “Wissen van een disctitel” op blz. 13). 1 Druk op de CD toets van de afstandsbediening. If “SHUF” or “PGM” appears, press PLAY MODE repeatedly until both disappear. 2 Druk in de stopstand op de NAME EDIT/ SELECT toets van de afstandsbediening. De cursor gaat knipperen. 3 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening om in te stellen op het gewenste soort letterteken. Voor gebruik van Stelt u in op Alfabet (hoofdletters) /spatie/leestekens Selected AB Alfabet (kleine letters) /spatie/leestekens Selected ab Cijfers Selected 12 wordt vervolgd 11NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Naamgeving van compact discs (vervolg) 4 Voer een letterteken in. Voor invoer van Doet u het volgende Letters van het alfabet Druk op de betreffende lettertoets (of enkele malen op de ./> toets) van de afstandsbediening totdat de in te voeren letter gaat knipperen, en druk dan op de CURSORt toets van de afstandsbediening. Cijfers Druk op de betreffende cijfertoetsen van de afstandsbediening. Spatie Druk op de 10/0 toets van de afstandsbediening. ´–/,.():!? Druk enkele malen op toets 1 van de afstandsbediening. & + < > _ = “ ; # $ % Druk op cijfertoets 1 van @ ` de afstandsbediening en dan enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening. Controleren van de disctitels 1 Druk op de CD toets van de afstandsbediening. 2 Druk in de stopstand op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Name Check?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om in te stellen op de disctitels die in het geheugen zijn vastgelegd onder de nummers van 01 tot 50. Titel van de weergegeven disc controleren Druk in de stopstand op de SCROLL toets van de afstandsbediening. 5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u de gehele titel hebt ingevoerd. 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Corrigeren van een ingevoerd letterteken Druk in stap 3 of 4 enkele malen op de TCURSOR of CURSORt toets totdat het te wijzigen letterteken gaat knipperen, druk op de CLEAR toets van de afstandsbediening om het letterteken te wissen en herhaal dan de stappen 3 en 4. Bij nader inzien geen titel kiezen Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Invoegen van lettertekens Druk na stap 1 of 2 enkele malen op de TCURSOR of CURSORt toets totdat de cursor op het punt staat waar u een of meer letters wilt invoegen en ga dan door met stap 3. 12NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL MD – weergave Wissen van een disctitel 1 Druk op de CD toets van de Een MD inleggen afstandsbediening. 2 Druk in de stopstand op de MENU/NO Schuif een MD in de opening. Met de label-kant boven en het schuifdeksel rechts toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > Met de pijl naar binnen gericht MD – weergave toets van de afstandsbediening totdat er “Name Erase?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om in te stellen op de disctitel die u wilt wissen. De aanduiding “No Name” licht op als er nog geen disctitels zijn vastgelegd. 5 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Dan verschijnt de aanduiding “Complete!”. Alle disctitels wissen Een MD afspelen — Normale weergave/willekeurige weergave/herhaalde weergave In deze stereo-installatie kunt u een minidisc op verschillende manieren afspelen. Muziekstuknummer Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “All Erase?” wordt aangegeven in stap 3 en druk dan tweemaal op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Bij nader inzien niet wissen Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening, ergens in stap 2 t/m 4. Opmerking Als de stroom uitvalt of de stekker uit het stopcontact wordt getrokken, blijven uw disctitels ongeveer een dag lang in het geheugen van de stereo-installatie bewaard. Verstreken speelduur L-SYNC 1 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets om voor de geluidsbron in te stellen op “MD”. 2 Druk in de stopstand enkele malen op de PLAY MODE toets totdat de aanduiding voor de gewenste afspeelfunctie oplicht. Stel in op Voor weergave van Geen aanduiding Alle muziekstukken van de (normale weergave) MD in de gewone volgorde. SHUF (willekeurige weergave) Alle muziekstukken van de MD in willekeurige volgorde. PGM (programmaweergave) De gewenste muziekstukken van de minidisc in de door u gekozen volgorde (zie “Muziekstukken van een minidisc programmeren” op blz. 15). 3 Druk op de MD NX toets (of op de N weergavetoets van de afstandsbediening). Opmerking Tijdens het afspelen kunt u niet van afspeelfunctie wisselen. wordt vervolgd 13NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Een MD afspelen (vervolg) Andere bedieningsfuncties Voor Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de MD x stoptoets (of de x stoptoets van de afstandsbediening). Pauzeren van de Druk op de MD NX toets (of op weergave de X pauzetoets van de afstandsbediening). Nogmaals drukken om door te gaan met afspelen. Keuze van een muziekstuk Draai de l/L knop naar rechts of links (of druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening). Opzoeken van een punt in een muziekstuk Houd tijdens het afspelen de m/M knop naar rechts of links gedraaid (of houd de m of M toets van de afstandsbediening ingedrukt). Bij het gewenste punt laat u de knop los. Meermalen afspelen (herhaalde weergave) Druk tijdens afspelen enkele malen op de REPEAT toets totdat de aanduiding “REP” of “REP1” verschijnt. Keuze van een muziekstuknummer met de afstandsbediening Tijdens de normale weergave kunt u het nummer van een gewenst muziekstuk ook direct kiezen met de afstandsbediening. Kies het nummer met de cijfertoetsen. Dan begint automatisch het afspelen. Voor invoeren van een nummer boven de 10 1 Druk op de >10 meer-dan-tien toets. 2 Druk op de cijfertoetsen voor alle plaatsen waarop een “–” streepje knippert in het uitleesvenster. Voor het invoeren van een 0 gebruikt u de 10/0 toets. Bijvoorbeeld: • Voor het kiezen van nummer 16 terwijl er “--” knippert in het uitleesvenster, drukt u op 1 nogmaals op 6. • Voor het kiezen van nummer 20 terwijl er “---” knippert in het uitleesvenster, drukt u op 10/0, dan op 2 en dan nogmaals op 10/0. REP: Om alle muziekstukken op de minidisc tot 5 maal achtereen te herhalen. REP1: Om alleen het weergegeven muziekstuk te herhalen. Om de herhaalde weergave uit te schakelen, drukt u weer enkele malen op de REPEAT toets totdat er geen “REP” of “REP1” meer wordt aangegeven. Uitnemen van de MD Druk op de MD Z toets. 14NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Muziekstukken van een minidisc programmeren — Programma-weergave U kunt een muziekprogramma samenstellen van maximaal 25 muziekstukken. 1 Druk op de MD toets van de 2 Druk in de stopstand enkele malen op de PLAY MODE toets totdat de aanduiding “PGM” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer van het gewenste muziekstuk verschijnt. 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Het gekozen muziekstuk wordt geprogrammeerd. Eerst verschijnt het programmavolgnummer en dan de totale speelduur van uw muziekprogramma. Bij een vergissing kunt u altijd de laatst geprogrammeerde stap uit uw programma wissen met een druk op de CLEAR wistoets van de afstandsbediening. Laatst geprogrammeerde muziekstuknummer Totale speelduur Voor het Doet u het volgende Uitschakelen van Druk in de stopstand enkele malen de programma- op de PLAY MODE toets totdat er geen “PGM” of “SHUF” meer weergave wordt aangegeven. Druk tijdens de programmaControleren van de afspeelvolgorde weergave enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening. MD – weergave afstandsbediening. Andere bedieningsfuncties Controleren van Druk in de stopstand op de het totale aantal DISPLAY toets van de geprogrammeerde afstandsbediening. Dan verschijnt het totale aantal geprogrammeerde nummers nummers, gevolgd door de totale speelduur van uw muziekprogramma. Volg de aanwijzingen 3 en 4 in de Toevoegen van een nummer aan stopstand. het eind van uw muziekprogramma Tips • Een eenmaal samengesteld programma blijft bewaard, ook na afloop van de programmaweergave. Om het programma nogmaals weer te geven, drukt u op de N weergavetoets van de afstandsbediening. Het programma vervalt echter wanneer u de minidisc uitneemt of op de GROUP ON/OFF toets drukt. • In plaats van de tijd verschijnen er enkel “---.--” streepjes als de totale programma-speelduur de 1.000 minuten overschrijdt. L-SYNC PGM 5 Om nog meer titels of muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op de N weergavetoets van de afstandsbediening. 15NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL MD – opname Alleen de muziekstukken van een bepaalde groep nummers afspelen Met deze functie kunt u luisteren naar een aantal favoriete muziekstukken die u hebt samengevoegd tot een vaste groep. Zie voor nadere bijzonderheden over de groepsfunctie blz. 18. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets om voor de geluidsbron in te stellen op “MD”. 2 Druk in de stopstand enkele malen op de GROUP ON/OFF toets totdat de aanduiding “GROUP” oplicht. 3 Druk enkele malen op de GROUP SKIP toets totdat de gewenste groep wordt aangegeven. 4 Om te beginnen met afspelen bij een bepaald muziekstuk uit de groep, draait u de l/L knop naar rechts of links (of drukt u enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening) totdat het gewenste muziekstuknummer wordt aangegeven. Ga direct door met stap 5 wanneer u de gehele groep wilt weergeven vanaf het eerste muziekstuk. 5 Druk op de MD NX toets (of op de N weergavetoets van de afstandsbediening). Het afspelen begint. Wanneer het laatste muziekstuk van de groep is afgelopen, stopt de minidisc-speler automatisch. Tip U kunt ook de afspeelfuncties van blz. 13–15 gebruiken voor de muziekstukken in de groep. Kies in dat geval de gewenste afspeelfunctie voordat u stap 3 uitvoert. Opmerking Als u een groep kiest waarvoor nog geen muziekstukken zijn vastgelegd, dan zal bij indrukken van de MD NX toets (of de N weergavetoets van de afstandsbediening) het afspelen beginnen met het eerste muziekstuk in de eerste groep voor de geplaatste MD. Voordat u begint met opnemen Minidiscs (afgekort tot MD) zijn een digitale geluidsdrager, waarop u muziek kunt opnemen en afspelen met uitstekende geluidskwaliteit. Een van de handige functies van minidiscs is de mogelijkheid muziekstukken te markeren. Dit stelt u in staat vlot en gemakkelijk een gewenst punt in de muziek op te zoeken en om de opgenomen muziekstukken naar keuze in een andere volgorde te zetten of anderszins aan te passen. Afhankelijk van de geluidsbron worden er verschillende methoden van opnemen gebruikt en worden de muziekstuknummers ook anders vastgelegd. Bij opnemen vanaf als geluidsbron: • De CD-speler van deze stereoinstallatie – De muziek wordt ongewijzigd op de minidisc overgenomen, met volledig digitale opname.*1 – De muziekstuknummers worden automatisch overgenomen, net als ze op de oorspronkelijke CD staan. Bij bepaalde muziekstukken kunnen de nummers echter niet altijd goed worden aangebracht (zie blz. 63). • Andere digitale geluidsbronnen, aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting – De muziek wordt ongewijzigd op de minidisc overgenomen, met volledig digitale opname.*1 – Hoe de muziekstuknummers worden vastgelegd, is afhankelijk van de geluidsbron die u opneemt. • De tuner van deze stereoinstallatie of andere analoge geluidsapparatuur, aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen – De muziek wordt door de minidisc-recorder omgezet en opgenomen, met analoge opname.*2 – Aan het begin van de opname wordt er altijd automatisch een muziekstuknummer aangebracht, maar als u de Level-Synchro stilte-markering inschakelt (zie blz. 24), worden er automatisch muziekstuknummers aangebracht volgens het niveau van het inkomend geluidssignaal. 16NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Bij opnemen op een al eerder deels opgenomen MD Na afloop van het opnemen Opnemen over eerdere geluidsopnamen heen is niet mogelijk. De nieuwe muziekstukken worden automatisch opgenomen na de bestaande opnamen. Als u eerdere geluidsopnamen wilt wissen, kunt u dat doen met de Erase wisfunctie (zie blz. 33). Druk op de MD Z uitschuiftoets om de minidisc te verwijderen of druk op de ?/1 (aan/uit-schakelaar) toets om de stereoinstallatie uit te schakelen. Muziekstuknummers op MD Fouten bij het opnemen • Bij de volgende soorten compact discs kan er sprake zijn van storing of leesfouten bij het overnemen op een MD: — Compact discs waarop een etiket is geplakt — Onregelmatig gevormde CD’s (bijv. hart- of stervormige) — CD’s met veel tekst geconcentreerd aan één kant — CD’s met krassen — Vuile CD’s — Kromgetrokken CD’s • Als een van de volgende verschijnselen zich voordoet tijdens het afspelen of opnemen van een CD, kan er een leesfout optreden of storing in de opname ontstaan: — Als er tegen de disc-lade of een ander deel van de apparatuur wordt gestoten. — Als de minidisc-recorder scheef staat of op een wankele ondergrond. — Als de minidisc-recorder dichtbij een luidspreker, een dichtslaande deur of een andere bron van trillingen staat. • Wanneer er een leesfout optreedt, kan er een extra nummer ontstaan zonder enig geluid. Dit overbodige nummer kunt u wissen met behulp van de Erase wisfunctie (zie blz. 33). Voor u het netsnoer losmaakt De opname op een minidisc is pas compleet wanneer de TOC (Table Of Contents) inhoudsopgave van de minidisc is bijgewerkt. Dit bijwerken van de TOC gebeurt automatisch wanneer u de minidisc uitneemt of op de ?/1 toets drukt om de stereo-installatie uit te schakelen. Trek dus nooit de stekker uit het stopcontact vóór of tijdens het bijwerken van de TOC inhoudsopgave (terwijl de aanduiding “TOC” nog brandt of knippert), want anders kunnen de gemaakte opnamen nog verloren gaan. MD – opname Op een minidisc worden de muziekstuknummers (voor de volgorde) en de informatie over begin- en eindpunten van de muziek vastgelegd in een speciaal hiervoor bestemd gebied, de TOC*3 genaamd, afzonderlijk van het muziekgebied. Dit heeft het voordeel dat u muziekstukken naar wens kunt aanpassen, door alleen de informatie in de TOC inhoudsopgave te veranderen. De aanduiding “TOC” of “STANDBY” gaat knipperen. De muziek wordt nu pas definitief op de minidisc opgenomen door het vastleggen van de opnamegegevens in de TOC inhoudsopgave. Beveiligen van een opgenomen MD Om de opnamen op een minidisc te beveiligen tegen per ongeluk wissen, schuift u het wispreventienokje in de hoek van de minidisc open, zodat er een opening ontstaat. In die stand is opnemen op de minidisc niet meer mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te maken voor opname, schuift u het wispreventienokje weer dicht. Wispreventienokje Schuif het nokje open *1 Een uitleg over de vaste beperkingen bij het digitaal opnemen vindt u onder “Beperkingen van het minidisc-systeem” op blz. 63. *2 Ook al is er een digitale geluidsbron aangesloten op de analoge aansluitingen, dan nog zorgt de minidiscrecorder voor signaalomzetting en analoge opname. *3 TOC: Inhoudsopgave 17NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Muziekstukken opnemen in groepen — Groepsfunctie Wat is de groepsfunctie? Met de groepsfunctie kunt u de muziekstukken op een MD gezamenlijk afspelen, opnemen of bewerken. Dit kan handig zijn voor het onderscheiden van de muziek van verschillende CD-albums die met de MDLP functie zijn opgenomen op een enkele MD. U kunt de groepsfunctie aan en uit zetten met een druk op de GROUP ON/OFF toets. Groepsfunctie: uit Disc Muziekstukken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Groepsfunctie: aan Disc Groep 1 Muziekstukken 1 2 3 4 5 Groep 2 Muziekstukken 1 2 3 4 Bedieningsmogelijkheden met de groepsfunctie • Afspelen van alleen de muziekstukken in een bepaalde groep (zie blz. 16) • Een naam of titel kiezen voor een groep (zie blz. 28) • Opgenomen muziekstukken in een nieuwe groep plaatsen (zie blz. 31) • Groepsregistraties verwijderen (zie blz. 32) Opmerking Minidiscs die zijn opgenomen met de groepsfunctie van deze stereo-installatie zijn normaal af te spelen met andere apparatuur die geschikt is voor de groepsfunctie. De bedieningsmogelijkheden met de groepsfunctie kunnen bij andere apparatuur echter verschillen van die deze stereo-installatie biedt. NL Hoe worden de groepsgegevens vastgelegd? Bij het opnemen met de groepsfunctie worden de gegevens voor de groep automatisch vastgelegd op de minidisc als de disctitel. Om precies te zijn: in het titelgeheugen van de minidisc wordt een reeks gegevens als de volgende vastgelegd. Titelgeheugen van de minidisc 0 ; Favorites // 1 – 5 ; Rock // 6 – 9 ; Pops // ... 1 2 3 1 De disctitel is “Favorites”. 2 Muziekstukken 1 t/m 5 zijn ingedeeld in de “Rock” groep. 3 Muziekstukken 6 t/m 9 zijn ingedeeld in de “Pops” groep. Als nu een minidisc die is opgenomen met de groepsfunctie wordt afgespeeld in apparatuur die niet geschikt is voor de groepsfunctie of in deze stereo-installatie, maar met de groepsfunctie uitgeschakeld, zal de volledige reeks gegevens zoals hierboven in zijn geheel worden aangegeven als de disctitel. Als u dus een dergelijke reeks gegevens als disctitel verandert met behulp van de naamgevingsfunctie, bewust of per ongeluk, bestaat de kans dat u groepsfunctie voor de betreffende minidisc niet meer kunt gebruiken.* * De “GROUP” aanduiding knippert. Om dan de groepsfunctie weer te kunnen gebruiken, moet u eerst de “De gegevens voor alle groepen op de minidisc verwijderen” zoals beschreven op blz. 32 om de minidisc weer in de geschikte toestand terug te brengen. Opmerkingen • De instellingen voor de groepsfunctie blijven in het geheugen bewaard, ook wanneer u de minidisc uitneemt of de stereo-installatie uitschakelt. • Zolang de groepsfunctie is ingeschakeld, zullen de muziekstukken die niet bij een groep zijn ingedeeld niet worden getoond en dan zult u die ook niet kunnen weergeven. • U kunt de volgorde van de groep niet veranderen. • Als u een disc plaatst waarvan de gegevens voor de groepsfunctie niet in het juiste formaat zijn vastgelegd, gaat de aanduiding “GROUP” knipperen. Dan zult u de groepsfunctie niet kunnen gebruiken. 18 CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Opnamen voor een nieuwe groep maken U kunt opnamen in nieuwe groepen indelen voor bepaalde compact discs, voor bepaalde artiesten, enz. 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets om in te stellen op de geluidsbron die u wilt opnemen. 3 Druk enkele malen op de GROUP ON/OFF toets totdat de aanduiding “GROUP” oplicht. 4 Druk op de MD zREC opnametoets: De aanduiding “New Group” gaat knipperen en de minidisc-recorder komt in gereedheid voor het opnemen. Druk na stap 4 net zovaak op de GROUP SKIP toets totdat de gewenste groep wordt aangegeven en ga dan door met stap 5. De nieuw opgenomen muziekstukken worden toegevoegd na het laatste bestaande muziekstuk in die groep. Als de aanduiding “Group Full!” verschijnt wanneer u bij stap 4 op de MD zREC toets drukt Dan kunt u niet met opnemen beginnen omdat er te weinig geheugenruimte op de minidisc beschikbaar is voor de groepsgegevens. Wis dan enkele overbodige gegevens (de oude disctitel of muziektitels) totdat het maken van groepsopnamen weer mogelijk is (zie blz. 30). MD – opname • CD: Voor opnemen vanaf de CD-speler van deze stereo-installatie. • TAPE: Voor opnemen vanaf het cassettedeck van deze stereo-installatie. • TUNER: Voor opnemen van een radiouitzending via de tuner van deze stereoinstallatie. • OPTICAL IN: Voor opnemen vanaf los verkrijgbare apparatuur die is aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting. • ANALOG IN: Voor opnemen vanaf los verkrijgbare apparatuur die is aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen. Opnemen in een bestaande groep Tips • U kunt het opnameniveau naar wens instellen (zie blz. 25). • U kunt controleren hoeveel tijd er op de minidisc voor opnemen beschikbaar is, met een druk op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. Opmerkingen • Een nieuw toegevoegde groep komt na bestaande groepen waarvoor muziekstukken zijn opgenomen. • U kunt tot 99 groepen instellen op een enkele MD. • Na het opnemen van een nieuw muziekstuk in een bestaande groep kunnen de nummers volgend op het nieuw toegevoegde muziekstuk wel eens van plaats verwisselen nadat u de groepsfunctie uitschakelt. • Als tijdens het opnemen de aanduiding “Group Full!” verschijnt, zullen er geen muziekstuknummers worden vastgelegd. 5 Druk op de MD NX toets (of op de N weergavetoets van de afstandsbediening) en start de weergave van de geluidsbron die u wilt opnemen. Om door te gaan met opnemen in een andere groep, schakelt u na het opnemen eerst de geluidsbron over naar “MD”, dan drukt u enkele malen op de MD x totdat de disctitel en het totale aantal groepen verschijnt en tenslotte volgt u opnieuw de aanwijzingen van 2 t/m 5. 19NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Een CD opnemen op een MD — CD-MD synchroonopname/ versnelde CD-MD synchroonopname U kunt een gehele CD gemakkelijk opnemen op een MD. Naast het opnemen met normale snelheid kunt u ook extra-snel opnemen (met ongeveer viermaal de normale snelheid). Hierbij kunt u de opnameduur bepalen door te kiezen voor de gewenste opnamekwaliteit. 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 2 Leg de op te nemen compact disc in de disc-lade. 3 Voor opnemen met de groepsfunctie drukt u enkele malen op de GROUP ON/OFF toets totdat de aanduiding “GROUP” in het uitleesvenster verschijnt. 7 Voor opnemen met de groepsfunctie gaat u als volgt te werk, afhankelijk van waar u de opnamen wilt inpassen: Voor opnemen in een nieuwe groep Druk enkele malen op de GROUP SKIP toets totdat de aanduiding “New Group” verschijnt. Voor opnemen in een bestaande groep Druk enkele malen op de GROUP SKIP toets totdat de gewenste groep wordt aangegeven. Sla deze stap over en ga direct door met stap 8 als u bij het opnemen de groepsfunctie niet wilt gebruiken. 8 Druk weer op de ENTER/START toets terwijl de aanduiding “Press START” nog knippert. Het opnemen begint. Na afloop van het opnemen zullen de CDspeler en de minidisc-recorder beide automatisch stoppen. Voor opnemen zonder de groepsfunctie zorgt u dat de de aanduiding “GROUP” gedoofd is en dan gaat u door met stap 4. Stoppen met opnemen 4 Druk enkele malen op de REC MODE Druk op de MD x stoptoets. toets om in te stellen op de gewenste opnamekwaliteit. Hiermee kiest u tegelijk de beschikbare opnameduur. Plaats een voor opnemen geschikte cassette in het deck en stel bij stap 5 in op “DUAL SYNC”. Ook als nu tijdens het opnemen de minidisc of de cassette vol raakt en stopt, zal het opnemen op de andere gewoon doorgaan. Beschikbare opnameduur Kies voor (opnamekwaliteit) Standaard geen aanduiding (topkwaliteit stereo) Dubbel LP2 (LP2 stereo) Alleen bepaalde muziekstukken van een CD opnemen Vierdubbel LP4 (LP4 stereo) U kunt automatisch alleen uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen met behulp van de programma-weergave. Hiervoor volgt u tussen bovenstaande stappen 2 en 3 eerst de aanwijzingen 1 t/m 5 onder “Muziekstukken van een CD programmeren” (op blz. 10). Dubbel (met omzetting MONO van stereosignalen naar (alleen mono opname) mono) 5 Druk enkele malen op de SYNCHRO toets totdat de aanduiding “CDtMD SYNC” in het uitleesvenster verschijnt. Voor opnemen met hoge snelheid (versnelde CD-MD synchroonopname) stelt u in op “HISPEED SYNC”. 6 Druk op de ENTER/START toets. 20NL Een CD tegelijk op minidisc en op cassette opnemen De aanduiding “Press START” gaat knipperen. De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opname en de CD-speler wacht in de pauzestand om met afspelen te beginnen. Tips • Nadere bijzonderheden over de LP2/LP4 opnamefuncties vindt u op blz. 26. • Nadere bijzonderheden over de versnelde CD-MD synchroonopname vindt u op blz. 27. Opmerkingen • U kunt het opnemen niet halverwege pauzeren. • Ook als er eerder was ingesteld op herhaalde weergave of willekeurige weergave, zal nu bij stap 6 automatisch worden overgeschakeld op normale weergave. CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Muziek van een cassette overnemen op MD — TAPE-MD synchroonopname U kunt ook analoge geluidsopnamen van een cassette overnemen op een minidisc. Gebruik in dit cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes. 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 2 Plaats de cassette waarvan u de 3 Druk enkele malen op de SYNCHRO toets totdat de aanduiding “TAPEtMD SYNC” verschijnt. 4 Druk op de ENTER/START toets. De aanduiding “Press START” gaat knipperen. De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opname en het cassettedeck wacht in de pauzestand om met afspelen te beginnen. — Handmatige opname U kunt van een CD alleen bepaalde muziekstukken stuk voor stuk opnemen of ook muziek van andere aangesloten apparatuur. 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets om in te stellen op de geluidsbron die u wilt opnemen. • CD: Voor opnemen vanaf de CD-speler van deze stereo-installatie. • TAPE: Voor opnemen vanaf het cassettedeck van deze stereo-installatie. • TUNER: Voor opnemen van een radiouitzending via de tuner van deze stereoinstallatie. • OPTICAL IN: Voor opnemen vanaf los verkrijgbare apparatuur die is aangesloten op de OPTICAL IN aansluiting. • ANALOG IN: Voor opnemen vanaf los verkrijgbare apparatuur die is aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen. MD – opname opnamen wilt overnemen. Handmatig opnemen op een MD 3 Druk enkele malen op de REC MODE L-SYNC MD TAPE SYNC REC Af te spelen kant van de cassette* * Er wordt N aangegeven voor de voorkant en n voor de achterkant van de cassette. Om over te schakelen naar de andere kant, die niet wordt aangegeven, drukt u op de x stoptoets, neemt u de cassette uit en plaatst u deze er omgekeerd weer in, om vervolgens de stappen 3 en 4 opnieuw te doen. 5 Druk enkele malen op de DIRECTION totdat er g verschijnt voor opnemen op een enkele cassettekant of h (of j) voor opnemen op beide cassettekanten. 6 Druk weer op de ENTER/START toets terwijl de aanduiding “Press START” nog knippert. Het opnemen begint. Na afloop van het opnemen zullen het cassettedeck en de minidisc-recorder beide automatisch stoppen. Stoppen met opnemen Druk op de MD x stoptoets. toets om in te stellen op de gewenste opnamekwaliteit. Hiermee kiest u tegelijk de beschikbare opnameduur. Beschikbare opnameduur Kies voor (opnamekwaliteit) Standaard geen aanduiding (topkwaliteit stereo) Dubbel LP2 (LP2 stereo) Vierdubbel LP4 (LP4 stereo) Dubbel (met omzetting MONO van stereosignalen naar (alleen mono opname) mono) 4 Druk op de MD zREC opnametoets. De minidisc-recorder komt in gereedheid voor het opnemen. 5 Druk op de MD NX toets (of op de N weergavetoets van de afstandsbediening) en start de weergave van de geluidsbron die u wilt opnemen. Stoppen met opnemen Druk op de MD x stoptoets. wordt vervolgd 21NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL 1 Plaats een voor opnemen geschikte Handmatig opnemen op een MD (vervolg) MD. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION Tips • Als u midden in een muziekstuk wilt beginnen bij handmatig opnemen van een disc in deze stereoinstallatie, drukt u dan vóór stap 4 eerst op de CD NX toets (of op de X pauzetoets van de afstandsbediening) om het afspelen te pauzeren en druk vervolgens bij stap 5 nogmaals op de CD NX toets (of op de N weergavetoets van de afstandsbediening) om het afspelen te hervatten. • Tijdens het opnemen kunt u de resterende opnameduur op de minidisc controleren met een druk op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. • Als er tijdens het opnemen van een AM radiouitzending storende geluiden klinken, verplaatst u dan de AM antenne of sluit een aardingsdraad aan op de U aardaansluiting om de storing te onderdrukken. • Nadere bijzonderheden over de LP2/LP4 opnamefuncties vindt u op blz. 26. • U kunt het opnameniveau naar wens instellen (zie blz. 25). Veiligheids-opnamestart met 6 seconden muziek uit het buffergeheugen toets om in te stellen op de gewenste opnamekwaliteit. Hiermee kiest u tegelijk de beschikbare opnameduur. Beschikbare opnameduur Kies voor (opnamekwaliteit) Standaard geen aanduiding (topkwaliteit stereo) Dubbel LP2 (LP2 stereo) Vierdubbel LP4 (LP4 stereo) Dubbel (met omzetting MONO (alleen mono opname) van stereosignalen naar mono) De minidisc-recorder komt in gereedheid voor het opnemen. 5 Start de weergave van de geluidsbron Bij het opnemen van een FM radio-uitzending of een satelliet-uitzending kunnen vaak de eerste paar seconden van de uitzending verloren gaan, omdat u eerst even wilt luisteren voordat u tot opnemen besluit en op de opnametoets drukt. U kunt dit verlies van de beginklanken voorkomen met behulp van de tijdmachine-opnamefunctie, die voortdurend de laatste 6 seconden aan audiogegevens in een buffergeheugen bewaart, zodat bij de opnamestart eerst deze 6 seconden aan audiogegevens worden opgenomen, zoals onderstaande afbeelding aangeeft: Einde van het programma dat u wilt opnemen Tijd 6-seconden buffergeheugen Begin van het programma dat u wilt opnemen 3 Druk enkele malen op de REC MODE 4 Druk op de MD zREC opnametoets. — Tijdmachine-opname Starten van de opname (in stap 6) toets om in te stellen op de geluidsbron die u wilt opnemen. die u wilt opnemen. 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening bij het punt waar u de opname wilt starten. Stoppen van de tijdmachine-opname Druk op de MD x stoptoets. Tip Nadere bijzonderheden over de LP2/LP4 opnamefuncties vindt u op blz. 26. Opmerking De minidisc-recorder begint met het opslaan van audio-gegevens zodra het apparaat in stap 4 in de opnamepauzestand komt en u de weergave van de geluidsbron start. Als de geluidsbron nog geen 6 seconden lang aan staat wanneer u op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening drukt, zal de tijdmachine-opname beginnen met minder dan 6 seconden aan audiogegevens. Opgenomen gedeelte 22NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Tips voor het opnemen Toevoegen van de identificatie “LP:” aan de naam van een muziekstuk tijdens de MDLP extra-lange opnamefunctie 1 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets om voor de geluidsbron in te stellen op “MD”. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Setup?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “LP Stamp Off” (of “LP Stamp On”) wordt aangegeven en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de gewenste instelling te kiezen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Voor Stelt u in op Toevoegen van de “LP:” identificatie LP Stamp On (fabrieksinstelling) Niet toevoegen van de LP Stamp Off “LP:” identificatie 6 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Met de identificatie ingeschakeld, in de “On” stand, wordt er “LP:” voor de eerste letters van de muziektitel opgenomen, dus het aantal letters dat u zelf kunt invoeren voor de titels op een minidisc wordt hiermee iets minder. En als u een muziekstuk met een “LP:” identificatie in tweeën splitst met de Divide functie, zullen beide delen daarna de “LP:” identificatie dragen. Aanbrengen van muziekstuknummers • Automatisch markeren van muziekstukken (Level-Synchro stilte-markering) MD – opname De aanduiding “LP:” verschijnt in het uitleesvenster wanneer u probeert een muziekstuk met deze identificatie af te spelen met een apparaat dat niet geschikt is voor de MDLP opnamefunctie. Met deze functie kunt u dus vlot controleren of een muziekstuk al dan niet is opgenomen met de MDLP functie en dus wel of niet kan worden weergegeven. De aanduiding zal niet verschijnen bij een weergave-apparaat dat wel geschikt is voor de MDLP functie. Opmerkingen De muziekstuknummers kunnen automatisch op de minidisc worden aangebracht in precies de oorspronkelijke plaatsen, bij opnemen vanaf de CD-speler van deze stereo-installatie of van een geluidsbron aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting. Bij bepaalde muziekstukken kunnen de nummers echter niet altijd goed worden aangebracht (zie blz. 63). Gebruik de “Level-Synchro” stilte-markering als u automatisch muziekstuknummers wilt aanbrengen bij het opnemen vanaf de tuner van deze stereoinstallatie of vanaf andere geluidsapparatuur die is aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen. Overigens kan het automatisch markeren van muziekstuknummers niet goed werken als er bijgeluiden klinken, zoals applaus, in het geluid dat u opneemt (van de radio of een cassette e.d.). Opmerking Als u het opnemen van een CD pauzeert, wordt er bij dat punt op de minidisc een (extra) muziekstuknummer vastgelegd. Daarentegen kunnen meerdere muziekstukken wel eens samen een enkel nummer krijgen als u een bepaald muziekstuk van dezelfde CD meer dan eens op de minidisc opneemt. • Handmatig markeren van muziekstukken bij opname (muziekstukmarkering) U kunt tijdens het opnemen zelf bij elk gewenst punt een muziekstuknummer aanbrengen, ongeacht de opgenomen geluidsbron. • Na afloop van het opnemen Gebruik de “Divide” functie om de opname te splitsen (zie blz. 36). Deze functie is handig bij opnemen van een cassette of een radio-uitzending, waarbij de nummers niet automatisch worden aangebracht. wordt vervolgd 23NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Tips voor het opnemen (vervolg) Automatisch markeren van muziekstukken tijdens opnemen — Level-Synchro stilte-markering Met de “Level-Synchro” stilte-markering, die in de fabriek is ingeschakeld, worden er bij analoog opnemen automatisch muziekstuknummers aangebracht. Als de “L-SYNC” aanduiding tijdens opnemen niet zichtbaar is, schakelt u deze markering in zoals hieronder beschreven. Hiermee zal de minidiscrecorder een nieuw muziekstuknummer aanbrengen, telkens wanneer het meer dan twee seconden stil blijft, met het ingangssignaal onder dan een bepaald peil, en er daarna weer meer geluid klinkt. 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Setup?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “T.Mark Off” (of “T.Mark LSync”) verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de gewenste instelling te kiezen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Voor Stelt u in op Inschakelen van de Level-Synchro stiltemarkering T.Mark LSync (fabrieksinstelling) Uitschakelen van de Level-Synchro stiltemarkering T.Mark Off Als u de Level Synchro stilte-markering inschakelt, licht de aanduiding “L-SYNC” op. 6 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 24NL Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de aanwijzingen op de voorgaande pagina’s voor de diverse opnamefuncties. Aanpassen van het activeringsniveau voor de Level-Synchro stilte-markering Wanneer de Level-Synchro stilte-markering op “On” staat, worden er automatisch muziekstuknummers aangebracht zodra het ingangssignaal langer dan twee seconden onder het geldende activeringsniveau blijft en er dan weer bovenuit stijgt. De fabrieksinstelling hiervoor is “–50 dB”. Als u opnamen maakt vanaf een cassette of een radio-uitzending en de muziekstuknummers worden niet goed aangebracht vanwege teveel geluid tussen de muziekstukken, stelt u het activeringsniveau dan hoger in om gemakkelijker nummers aan te brengen. Volg de onderstaande aanwijzingen als u het activeringsniveau voor de Level-Synchro stiltemarkering wilt wijzigen. 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Setup?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “LS(T)” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het gewenste niveau te kiezen en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. U kunt het activeringsniveau precies naar wens instellen van –72 dB tot 0 dB, in stapjes van 2 dB. 6 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Aanbrengen van muziekstuknummers bij gewenste punten tijdens opnemen — Muziekstuk-markering Tijdens het opnemen kunt u zelf bij elk gewenst punt een muziekstuknummer aanbrengen, ongeacht de opgenomen geluidsbron. Druk tijdens handmatig opnemen op de MD zREC toets bij een punt waar u een muziekstuknummer wilt aanbrengen. De later volgende muziekstukken schuiven dan allemaal een plaatsje op naar een hoger nummer. Markeren van muziekstukken na afloop van het opnemen Gebruik de “Divide” functie om een opname onder te verdelen (zie blz. 36). CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Pauzes tussen de muziekstukken 3 seconden lang maken — Smart Space pauze-verkorting Geen inkomend geluid gedurende minder dan 30 seconden Uit Aan afstandsbediening. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Setup?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “S.Space Off” (of “S.Space On”) wordt aangegeven en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. MD – opname Met de Smart Space pauze-verkorting kunt u bij het digitaal opnemen van een compact disc automatisch standaard pauzes van 3 seconden tussen de muziekstukken invoegen. Ook bij andere opnamen zorgt de “Smart Space” functie, mits ingeschakeld, dat elke pauze van meer dan 3 seconden (maar minder dan 30 seconden) tijdens het opnemen door de minidisc-recorder wordt ingekort tot ongeveer 3 seconden, waarna het opnemen gewoon doorgaat. 1 Druk op de MD toets van de 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de gewenste instelling te kiezen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Voor Stelt u in op Inschakelen van de “Smart Space” pauze-inkortfunctie S.Space On (fabrieksinstelling) Uitschakelen van de “Smart Space” pauze-inkortfunctie S.Space Off Vervangen door een pauze van 3 seconden, gevolgd door normale opname. “Auto Cut” automatische pauzestand: Wanneer de “Smart Space” pauze-inkortfunctie is ingeschakeld en er komt tijdens opnemen 30 seconden of langer geen geluid door, dan vervangt de minidisc-recorder de lange stilte door een standaard pauze van 3 seconden lengte en blijft dan in de opnamepauzestand wachten. Geen inkomend geluid gedurende 30 seconden of langer Uit 6 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de aanwijzingen op de voorgaande pagina’s voor de diverse opnamefuncties. Instellen van het opnameniveau Voor het opnemen op een minidisc kunt u het opnameniveau naar wens bijregelen. Bovendien kunt u het opnameniveau niet alleen voor analoge opnamen maar ook voor digitale opname van een CD e.d. naar wens instellen. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets om in te stellen op de geluidsbron die u wilt opnemen. Aan Vervangen door een pauze van 3 seconden, gevolgd door de opnamepauzestand 2 Druk op de MD zREC opnametoets. De minidisc-recorder komt in gereedheid voor het opnemen. 3 Start de weergave van de geluidsbron die u wilt opnemen. wordt vervolgd 25NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Tips voor het opnemen (vervolg) 4 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “Setup?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “LevelAdjust?” verschijnt en druk weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 6 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het opnameniveau naar wens in te stellen. Luister naar de weergave en stel het opnameniveau zo in dat de aanduiding “OVER” ook bij de luidste passages nog net niet in het uitleesvenster oplicht. TOC L-SYNC REC OVER Stel het opnameniveau zo in dat er nog net geen “OVER” verschijnt. 7 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 8 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 9 Druk op de MD x stoptoets. 10 Als er nog een compact disc of een andere geluidsbron wordt afgespeeld, stopt u de weergave daarvan. Om vervolgens te gaan opnemen, volgt u de aanwijzingen op de voorgaande pagina’s voor de diverse opnamefuncties. Beschrijving van de opname-instellingen Extra-lange opnamen Naast de normale stereo opname biedt deze stereo-installatie twee extra-lange opnamefuncties: LP2 en LP4 (samen ook wel MDLP opname genoemd). Met de REC MODE toets kunt u de gewenste opnameduur en -kwaliteit kiezen. Zie tevens de aanwijzingen voor het opnemen (blz. 20–22). De minidiscs die u opneemt met een van de MDLP stereo opnamefuncties kunnen alleen worden afgespeeld met apparatuur die voorzien is van de volgende aanduiding. Minidiscs die zijn opgenomen in MDLP stereo zijn niet goed weer te geven met apparatuur die niet geschikt is voor de MDLP opnamefuncties. U kunt de identificatie “LP:” toevoegen aan de naam van een muziekstuk om te voorkomen dat u het onverrichterzake probeert af te spelen met een apparaat dat niet geschikt is voor de MDLP extra-lange opnamen (zie blz. 23). Tips • Met de LP4 Stereo opnamefunctie (voor 4× zo lange opnameduur) wordt een lange stereo opname verkregen door middel van een speciaal compressiesysteem. Wanneer u echter de beste geluidskwaliteit van groot belang acht, kunt u beter de gewone Stereo opname of de LP2 Stereo opname (voor 2× zo lange opnameduur) gebruiken. • Op een enkele minidisc kunt u verschillende opnamefuncties door elkaar gebruiken. • De gekozen opnamefunctie blijft ook na afloop van het opnemen nog ingeschakeld. Om over te schakelen naar een andere opnamefunctie, drukt u enkele malen op de REC MODE toets. Tips Opmerkingen • U kunt het opnameniveau ook nog instellen terwijl het opnemen al begonnen is. • Na het instellen blijft het door u gekozen opnameniveau gelden totdat u het zelf weer wijzigt. • Het opnameniveau is niet instelbaar voor of tijdens de CD-MD synchroon-opname. • De opnamefunctie is niet om te schakelen tijdens het opnemen of in de opnamepauzestand. • Ook al staat de opnamefunctie ingesteld op “MONO”, het geluid dat u via de luidsprekers hoort zal klinken zoals de geluidsbron zelf is opgenomen (dus in stereo voor gewone stereo geluidsbronnen). 26NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Versnelde CD-MD synchroonopname Bij de CD-MD synchroonopname of bij het opnemen van een aantal geprogrammeerde muziekstukken van een CD op minidisc kunt u het opnemen sneller laten verlopen (met ongeveer viermaal de normale snelheid). Kies hiervoor de versnelde CD-MD synchroonopname (zie blz. 20). Als de versnelde CD-MD synchroonopname niet goed werkt MD – opname Als er “Retry” in het uitleesvenster knippert Dan is er een leesfout opgetreden en probeert het apparaat de gegevens opnieuw te lezen. • Als het lezen nu wel lukt, gaat de minidiscrecorder alsnog door met de versnelde CDMD synchroonopname. • Als er iets mis is met de geplaatste CD of met het apparaat, zodat het lezen nog niet lukt, stopt de versnelde CD-MD synchroonopname. Dan gaat in het uitleesvenster de aanduiding “NORM” knipperen en schakelt de minidisc-recorder automatisch over naar de normale CD-MD synchroonopname. In dat geval kunt u overigens tijdens het opnemen het opgenomen geluid niet controleren. Opmerkingen • Tijdens de versnelde opname kunt u het geluid niet beluisteren. • De volgende functies zijn niet te gebruiken of zullen niet goed werken tijdens de versnelde CDMD synchroonopname: – de Auto Cut automatische pauzestand – het opnameniveau dat is gekozen via het Setup menu (het opnameniveau is hierbij altijd 0,0 dB). 27NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL MD – opnamen bewerken Alvorens te beginnen met bewerken U kunt de opnamen op een minidisc alleen bewerken als: • Het een opname-minidisc betreft. • De minidisc-recorder is ingesteld op normale continu-weergave. Alvorens te gaan bewerken, controleert u dit als volgt. 1 Controleer het wispreventienokje van de minidisc die u wilt bewerken. Om de minidisc voor bewerken geschikt te maken, schuift u het wispreventienokje dicht. Zolang de minidisc beveiligd is tegen opnemen en wissen, is het bewerken van de opnamen ook niet mogelijk. 2 Druk enkele malen op de PLAY MODE toets totdat er geen “SHUF” of “PGM” meer in het uitleesvenster wordt aangegeven. Het bewerken van de minidisc is alleen mogelijk in de normale continu-weergavestand. De minidisc kan niet worden bewerkt wanneer er is ingesteld op willekeurige weergave of programma-weergave. Uitschakelen van de bewerkingsfunctie Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Na afloop van het bewerken Druk op de MD Z uitschuiftoets om de minidisc te verwijderen of druk op de ?/1 (aan/uit) -schakelaar om de stereoinstallatie uit te schakelen. De aanduiding “TOC” of “STANDBY” gaat knipperen. De TOC inhoudsopgave wordt bijgewerkt en dan pas worden de bewerkingen op de minidisc definitief van kracht. Voordat u het netsnoer losmaakt De opname op een minidisc is pas compleet wanneer de TOC (Table Of Contents) inhoudsopgave van de minidisc is bijgewerkt. Dit bijwerken van de TOC gebeurt automatisch wanneer u de minidisc uitneemt of op de ?/1 toets drukt om de stereo-installatie uit te schakelen. Trek dus nooit de stekker uit het stopcontact vóór of tijdens het bijwerken van de TOC (terwijl de aanduiding “TOC” brandt of knippert), want anders kunnen de gemaakte opnamen nog verloren gaan. Naamgeving van een minidisc — NAME titelkeuze U kunt zelf titels invoeren voor uw minidiscs en de muziekstukken daarop. Tijdens het opnemen Tijdens de CD-MD synchroon-opname wordt er automatisch CD-TEXT informatie op de minidisc vastgelegd. Om dit automatisch vastleggen van CD-TEXT informatie te verhinderen, verandert u de instellingen als volgt. Gebruik hiervoor de afstandsbediening. Druk op de MD toets om in te stellen op “MD”, druk dan op de MENU/NO toets en enkele malen op de . of > toets totdat er “Setup?” verschijnt en druk dan op de ENTER/ YES toets. Druk weer enkele malen op de . of > toets totdat er “Txt Save On” verschijnt en druk op de ENTER/YES toets. Druk nu weer enkele malen op de . of > toets totdat er “Txt Save Off” verschijnt, druk op de ENTER/YES toets en tenslotte op de MENU/ NO toets. De fabrieksinstelling hiervoor is “ON”. Opmerking Ook wanneer u hebt gekozen voor “Txt Save Off”, dan nog kan de CD-TEXT informatie wel eens automatisch worden vastgelegd, afhankelijk van de afgespeelde disc. Na afloop van het opnemen Gebruik de Name titelfunctie. U kunt op een enkele minidisc in totaal ongeveer 1.700 lettertekens voor de disctitel, muziektitels en groeptitels invoeren. Bij de naamgeving van een minidisc die is opgenomen met de groepsfunctie dient u ook de groepsfunctie in te schakelen voor de titelkeuze, om te voorkomen dat de groepsgegevens per ongeluk worden overschreven. Nadere bijzonderheden over de groepsgegevens vindt u op blz. 18. 28NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL 1 Druk op de MD toets van de 3 Druk enkele malen op de NAME EDIT/ afstandsbediening. 2 Al naar gelang voor welk onderdeel u de titels wilt invoeren, volgt u een van de onderstaande procedures: Voor naamgeving van een muziekstuk Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het gewenste muziekstuknummer wordt aangegeven en druk dan op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening. Voor naamgeving van de MD SELECT toets van de afstandsbediening om in te stellen op het gewenste soort letterteken. Voor gebruik van Stelt u in op Alfabet (hoofdletters) /spatie/leestekens Selected AB Alfabet (kleine letters) /spatie/leestekens Selected ab Cijfers Selected 12 4 Voer een letterteken in. Doet u het volgende Letters van het alfabet Druk op de betreffende lettertoets (of enkele malen op de ./> toets) van de afstandsbediening totdat de in te voeren letter gaat knipperen, en druk dan op de CURSORt toets van de afstandsbediening. Cijfers Druk op de betreffende cijfertoetsen van de afstandsbediening. Spatie Druk op de 10/0 toets van de afstandsbediening. ´–/,.():!? Druk enkele malen op toets 1 van de afstandsbediening. Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening terwijl het totale aantal muziekstukken (of groepen, wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld) wordt aangegeven. Voor naamgeving van een groep Druk enkele malen op de GROUP ON/OFF toets totdat de aanduiding “GROUP” oplicht en druk dan enkele malen op de GROUP SKIP toets totdat de gewenste groep wordt aangegeven. Druk dan op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening terwijl het totale aantal muziekstukken in de gekozen groep wordt aangegeven. MD – opnamen bewerken Voor invoer van & + < > _ = “ ; # $ % Druk op cijfertoets 1 van @ ` de afstandsbediening en dan enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening. TOC L-SYNC 5 Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u de Cursor gehele titel hebt ingevoerd. 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. wordt vervolgd 29NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Naamgeving van een minidisc (vervolg) Corrigeren van een ingevoerd letterteken Druk in stap 3 of 4 enkele malen op de TCURSOR of CURSORt toets totdat het te wijzigen letterteken gaat knipperen, druk op de CLEAR toets van de afstandsbediening om het letterteken te wissen en herhaal dan de stappen 3 en 4. Invoegen van lettertekens Druk na stap 1 of 2 enkele malen op de TCURSOR of CURSORt toets totdat de cursor op het punt staat waar u een of meer letters wilt invoegen en ga dan door met stap 3. Tip U kunt een muziekstuk ook tijdens het afspelen nog van een titel voorzien. De weergave wordt daarbij herhaald totdat u de titel voltooit. Opmerking Als u twee schuine strepen “//” invoert tussen de letters van de disctitel, zoals “abc//def”, zult u waarschijnlijk de groepsfunctie niet kunnen gebruiken. Controleren van de titels op een minidisc Om de titels op een minidisc te controleren, drukt u in de stopstand op de SCROLL doorlooptoets van de afstandsbediening. Om de titels van de muziekstukken te zien, drukt u op de SCROLL doorlooptoets tijdens afspelen. Om de groeptitels te controleren, drukt u in de stopstand enkele malen op de GROUP ON/ OFF toets totdat de aanduiding “GROUP” oplicht, dan drukt u enkele malen op de GROUP SKIP toets totdat de gewenste groep wordt aangegeven en tenslotte drukt u op de SCROLL doorlooptoets van de afstandsbediening. Wissen van titels 1 Voor het wissen van groeptitels drukt u in de stopstand enkele malen op de GROUP ON/OFF toets totdat de aanduiding “GROUP” oplicht. 2 Druk in de stopstand op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Nm Erase?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Om disctitels te wissen Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Nm Ers Disc” verschijnt en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. Om muziektitels te wissen Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer van het betreffende muziekstuk wordt aangegeven en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Om groeptitels te wissen Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er een groepnummer verschijnt, druk dan enkele malen op de GROUP SKIP toets totdat de gewenste groep wordt aangegeven en druk tenslotte op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Na het wissen verschijnt de aanduiding “Complete!”. Opmerking U kunt niet de titel van een groep wissen waarvoor geen muziekstukken zijn vastgelegd. Om het doorlopen van de titels te stoppen, drukt u weer op de SCROLL toets. Druk nogmaals op deze toets om de titels weer te laten doorlopen. 30NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Opgenomen muziekstukken in een nieuwe groep plaatsen — Create functie Met deze functie kunt u een nieuwe groep maken en dan een muziekstuk of een reeks muziekstukken die er nog niet bij horen daarin plaatsen. Tip U kunt in de groep ook muziekstukken plaatsen die zijn opgenomen met apparatuur zonder groepsfunctie. Opmerkingen • Een enkel muziekstuk kan niet in meerdere groepen tegelijk worden geplaatst. • Bij het maken van een groep zonder nummers er in zult u wel een titel voor die groep moeten kiezen. • Als u bij stap 5 geen groeptitel invoert, zal er “Group ** (groepsnummer)” worden aangegeven in plaats van de titel. 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. MD – opnamen bewerken 2 Druk enkele malen op de GROUP ON/ OFF toets totdat de aanduiding “GROUP” oplicht. 3 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Gp Create?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Volg de aanwijzingen van 3 t/m 6 onder “Naamgeving van minidisc” op blz. 28. 6 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer van het eerste muziekstuk dat u in de groep wilt plaatsen verschijnt en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. 7 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer van het laatste muziekstuk dat u in de groep wilt plaatsen verschijnt en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. (Als u slechts een enkel muziekstuk in de groep wilt plaatsen, drukt u eenvoudig nogmaals op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening, zonder een ander nummer te kiezen.) Een groep maken zonder nummers er in te plaatsen Druk bij stap 6 op de . of > toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “None” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 31NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Verwijderen van groepsgegevens — Release functie Met deze functie kunt u de groepsgegevens verwijderen, eenvoudigweg door de groep te kiezen waarvoor u de gegevens wilt weghalen. Daarnaast kunt u ook de groepsgegevens voor alle muziekstukken op de minidisc in één keer tegelijk verwijderen. De gegevens voor een enkele groep verwijderen — Group Release functie U kunt de groepsgegevens voor alle muziekstukken in een gekozen groep in één keer tegelijk verwijderen, zodat de groep komt te vervallen. (De muziekstukken zelf blijven echter wel gewoon op de minidisc bestaan.) 1 Druk op de MD toets van de De gegevens voor alle groepen op de minidisc verwijderen — All Release functie U kunt de groepsgegevens voor alle muziekstukken op de minidisc in één keer tegelijk verwijderen. 1 Druk in de stopstand enkele malen op de GROUP ON/OFF toets totdat de aanduiding “GROUP” oplicht. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Gp All REL?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt de vraag “All REL??”. 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. afstandsbediening. 2 Druk enkele malen op de GROUP ON/OFF toets totdat de aanduiding “GROUP” oplicht. 3 Druk enkele malen op de GROUP SKIP toets totdat de gewenste groep wordt aangegeven. 4 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Gp Release?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt de vraag “REL Gp** (gekozen groepsnummer)??”. 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 32NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Wissen van minidiscopnamen 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. — Erase wisfuncties 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Tr Erase?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer van het muziekstuk dat u wilt wissen verschijnt. 5 Druk op de ENTER/YES toets van de MD – opnamen bewerken U kunt ongewenste opnamen gemakkelijk van een minidisc wissen, door enkel de inhoudsopgave bij te werken. Daarna kunt u de gewiste muziekstukken wel onmiddellijk na het wissen terughalen met de “Undo” herstelfunctie (zie blz. 38). De gewiste gegevens zullen echter voorgoed verloren gaan als u na het wissen eerst nog een andere bewerking doet. Let dus goed op of u de gekozen muziekstukken inderdaad wel wilt wissen. U kunt kiezen uit de volgende drie wismethoden: • Wissen van een enkel muziekstuk (Track Erase) • Wissen van alle muziekstukken (All Erase) • Wissen van een deel van een muziekstuk (A-B Erase) afstandsbediening. Opmerking Als u alle muziekstukken uiterst een groep verwijdert, dan wordt de groep zelf daarmee ook gewist. wordt vervolgd Wissen van een enkel muziekstuk — Track Erase wisfunctie U kunt een muziekstuk wissen door eenvoudigweg het nummer ervan in te voeren. Bij het wissen wordt het totale aantal muziekstukken op de minidisc met één verminderd en schuiven alle muziekstukken volgend op het gewiste nummer een plaatsje op. Bijvoorbeeld: Wissen van muziekstuk 2. Muziekstuk nummer 2 wordt gewist. Muziekstuk-nummers 1 2 3 4 Oorspronkelijke A B C D volgorde 1 Na het wissen 2 A 3 C D Aangezien alle muziekstukken na een gewist muziekstuk opnieuw worden genummerd, zoals u in de afbeelding kunt zien, is het aanbevolen bij het wissen van meerdere muziekstukken van achteren af te werken, d.w.z. te beginnen bij de latere muziekstukken, anders zullen de nummers van de ongewenste muziekstukken telkens veranderen en kunnen er gemakkelijk vergissingen ontstaan. 33NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Wissen van minidisc-opnamen (vervolg) Wissen van alle muziekstukken — All Erase wisfunctie U kunt de volledige inhoud van een minidisc (de minidisc-titel, de groeptitels, alle muziekstukken en al hun titels) in één keer van de minidisc wissen. 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de MENU/NO toets van de Bijvoorbeeld: Wissen van een deel van muziekstuk 2. Punt A Punt B Muziekstuk-nummers 1 2 Oorspronkelijke volgorde A 1 Na het A-B Erase wissen 3 B-A B-B 2 A B-C 3 B(A+C) C 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “All Erase?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. toets van de afstandsbediening totdat er “A-B Erase?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt de vraag “All Erase??”. De weergave van het laatst gekozen muziekstuk begint. 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening als u het zeker weet. Opmerking Als u de bovenstaande handelingen doet terwijl de groepsfunctie is ingeschakeld, zullen niet alleen de muziekstukken van de gekozen groep, maar alle muziekstukken en alle andere gegevens van de minidisc worden gewist. Wissen van een deel van een muziekstuk — “A-B Erase” wisfunctie U kunt op eenvoudige wijze een bepaalde passage binnen een muziekstuk afbakenen om dit te wissen. Voor een nauwkeurig resultaat kunt u dit te wissen gedeelte verschuiven per fragment*, per seconde of per minuut. Deze functie kan bijvoorbeeld goed van pas komen om reclameboodschappen en andere ongewenste delen uit opgenomen radiouitzendingen te verwijderen. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer verschijnt van het muziekstuk waaruit u een deel wilt wissen. 5 Let aandachtig op het weergegeven geluid en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening bij het beginpunt van de te wissen passage (punt A). De aanduidingen “—Rehearsal—” en “Point A ok?” verschijnen beurtelings in het uitleesvenster, terwijl het gekozen muziekstuk wordt weergegeven vanaf het begin tot aan het door u gekozen punt A. * 1 fragment duurt 1/86 seconde. 34NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening als het punt A precies het juiste beginpunt van de te wissen passage is. * Bij extra-lange opnamen kunt u het beginpunt verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4 fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen). 7 Ga door met afspelen tot het punt B op de minidisc wordt bereikt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De aanduidingen “A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen beurtelings, terwijl de minidisc-recorder nu de beide passages van enkele seconden vóór punt A en na punt B aaneensluitend laat horen. 8 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening als het punt B precies het juiste eindpunt van de te wissen passage is. Als het punt B niet precies goed is, drukt u enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het eindpunt van de te wissen passage (punt B) nauwkeurig te kiezen aan de hand van het weergegeven geluid en wanneer het precies goed is, drukt u op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. U kunt het eindpunt verschuiven in stapjes van 1/86 seconde (1 fragment).* * Bij extra-lange opnamen kunt u het eindpunt verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4 fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen). minuut seconde fragment Verplaatsen van opgenomen muziekstukken MD – opnamen bewerken De aanduiding “Point B set” verschijnt en de weergave wordt hervat, zodat u het eindpunt van de te wissen passage (punt B) kunt bepalen. Als het punt A niet precies goed is, drukt u enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het beginpunt van de te wissen passage (punt A) nauwkeurig te kiezen aan de hand van het weergegeven geluid en wanneer het precies goed is, drukt u op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. U kunt het beginpunt verschuiven in stapjes van 1/86 seconde (1 fragment).* Tip Als u bij stap 6 of stap 8 het beginpunt of het eindpunt wilt verschuiven in grotere stappen van een seconde of een minuut, drukt u enkele malen op de m of M toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding voor de minuut, seconde of fragment knippert en dan drukt u op de . of > toets van de afstandsbediening. — Move functie Met de “Move” functie kunt u de volgorde van de muziekstukken op de minidisc aanpassen. Bij het verplaatsen van een muziekstuk worden de andere muziekstukken automatisch opnieuw genummerd. Bijvoorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar plaats nummer 2. Muziekstuk-nummers 1 2 3 Oorspronkelijke A B volgorde Met MOVE verplaatst 2 1 A 4 C D 4 3 C B D 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Move?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer verschijnt van het muziekstuk dat u wilt verplaatsen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. wordt vervolgd 35NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Verplaatsen van opgenomen muziekstukken (vervolg) 5 Druk weer enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nieuwe plaatsnummer voor het muziekstuk verschijnt. TOC L-SYNC Oorspronkelijk muziekstuknummer Nieuw plaatsnummer 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Opmerking Als u een muziekstuk verplaatst naar een nummer dat al in een groep is opgenomen, dan wordt nu het verplaatste muziekstuk in de groep vastgelegd. En andersom, als u een muziekstuk dat deel uitmaakt van een groep verplaatst naar een nummer dan niet in een groep is opgenomen, dan vervallen de groepsgegevens voor dat verplaatste muziekstuk. Wanneer echter de groepsfunctie is ingeschakeld, kunt u alleen muziekstukken binnen de gekozen groep verplaatsen. Splitsen van opgenomen muziekstukken — Divide functie Met deze functie kunt u de nodige muziekstuknummers aanbrengen na afloop van het opnemen. En als er bij opnemen van radiouitzendingen of kopiëren van bandopnamen niet automatisch muziekstuknummers zijn gemarkeerd, kunt u ze hiermee alsnog aanbrengen. Bij het splitsen wordt het totale aantal nummers met één verhoogd en schuiven alle muziekstukken volgend op het gesplitste nummer een plaatsje op. Bijvoorbeeld: Muziekstuk 2 splitsen in twee muziekstukken, B en C. Muziekstuk-nummers 1 2 Oorspronkelijke A B volgorde 1 Met DIVIDE gesplitst D Muziekstuk 2 wordt gesplitst in muziekstuk B en muziekstuk C. 3 4 2 A 3 C B C D 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Divide?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De weergave begint. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer verschijnt van het muziekstuk dat u wilt splitsen. 5 Let aandachtig op het weergegeven geluid en druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening bij het punt waar u het muziekstuk wilt splitsen. De aanduiding “—Rehearsal—” verschijnt en de gekozen passage voor het splitsen van het muziekstuk wordt herhaaldelijk weergegeven. 36NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening als het gekozen punt voor het splitsen van het muziekstuk precies juist is. Als het splitspunt niet precies goed is, drukt u enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het splitspunt nauwkeuriger te kiezen aan de hand van het weergegeven geluid en wanneer het precies goed is, drukt u op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. U kunt het splitspunt verschuiven in stapjes van 1/86 seconde (1 fragment).* Tip Als u bij stap 6 het splitspunt wilt verschuiven in grotere stappen van een seconde of een minuut, drukt u enkele malen op de m of M toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding voor de minuut, seconde of fragment knippert en dan drukt op de . of > toets van de afstandsbediening. — Combine functie U kunt twee muziekstukken of afzonderlijk opgenomen passages tot een enkel muziekstuk samenvoegen. Het totale aantal muziekstukken op de minidisc wordt met één verminderd en alle latere muziekstukken worden opnieuw genummerd. Bijvoorbeeld: Muziekstuk 3 met muziekstuk 1 samenvoegen. Muziekstuk-nummers 1 Oorspronkelijke A volgorde 2 3 4 B C 1 Met COMBINE samengevoegd 2 A MD – opnamen bewerken * Bij extra-lange opnamen kunt u het splitspunt verschuiven in stapjes van 2 fragmenten (bij mono-opnamen en LP2 stereo-opnamen) of 4 fragmenten tegelijk (bij LP4 stereo-opnamen). Samenvoegen van opgenomen muziekstukken C D 3 B D Bijvoorbeeld: Muziekstuk 1 met muziekstuk 4 samenvoegen. Oorspronkelijke volgorde minuut seconde 1 2 3 B A 4 5 C D D A fragment 1 Opmerking Wanneer u een muziekstuk met een titel (zie blz. 28) in twee delen splitst, zal alleen het eerste gedeelte de titel behouden. Met COMBINE samengevoegd 2 B 3 C 4 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. Bijvoorbeeld: 1 2 2 A 4 B A 1 3 C 3 B 4 5 C Het tweede gedeelte draagt geen titel meer 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Combine?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. wordt vervolgd 37NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Samenvoegen van opgenomen muziekstukken (vervolg) 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer verschijnt van het eerste muziekstuk van de twee die u wilt samenvoegen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Om bijvoorbeeld muziekstuk 1 achteraan muziekstuk 4 te voegen, stelt u eerst in op nummer 4. TOC L-SYNC Nummer van het eerste muziekstuk 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer verschijnt van het tweede muziekstuk dat u achteraan het eerste wilt voegen. TOC L-SYNC Ongedaan maken van de laatste bewerking — Undo herstelfunctie Met de herstelfunctie kunt u de laatste ingreep op de minidisc ongedaan maken, om de minidisc terug te brengen in de oorspronkelijke staat voor die laatste bewerking. Overigens zult u een bewerking niet ongedaan kunnen maken als u erna een van de volgende dingen hebt gedaan: • een andere bewerking hebt uitgevoerd. • met opnemen bent begonnen. • de TOC inhoudsopgave hebt bijgewerkt, door uitschakelen van de minidisc-recorder of uitnemen van de minidisc. • de stekker uit het stopcontact hebt getrokken. 1 Druk in de stopstand op de MENU/NO toets van de afstandsbediening zodat er “Edit Menu” verschijnt. 2 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Undo?” verschijnt. De aanduiding “Undo?” verschijnt niet als er geen bewerking ongedaan kan worden gemaakt. 3 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nummer van het als tweede Nieuw muziekstuknummer deel bedoelde muziekstuk 6 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Opmerkingen • Bij het samenvoegen van twee muziekstukken die tot verschillende groepen behoren, wordt het tweede muziekstuk ook ingedeeld bij dezelfde groep als het eerste muziekstuk. Als u een muziekstuk dat bij een groep behoort samenvoegt met een muziekstuk dat niet bij een groep hoort, krijgt het tweede muziekstuk dezelfde indeling als het eerste. Wanneer echter de groepsfunctie is ingeschakeld, kunt u alleen muziekstukken binnen de gekozen groep samenvoegen. • Muziekstukken die zijn opgenomen met verschillende opnamefuncties (STEREO, LP2, LP4 of MONO) kunnen niet worden samengevoegd. • Als beide samengevoegde muziekstukken titels hadden, zal de titel van het tweede komen te vervallen. Er verschijnt een van de volgende aanduidingen in het uitleesvenster, afhankelijk van de laatst uitgevoerde bewerking. Bewerking Aanduiding Naamgeving van discs, muziekstukken of groepen Name Undo? Wissen van titels Opzetten van een nieuwe groep Verwijderen van een groep Group Undo? Verwijderen van alle groepen Wissen van alle muziekstukken Wissen van een muziekstuk Erase Undo? Wissen van een deel van een muziekstuk Verplaatsen van muziekstukken Move Undo? Splitsen van een muziekstuk Divide Undo? Samenvoegen van muziekstukken Combine Undo? 4 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets NL 38 van de afstandsbediening. CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen — S.F Edit volumecorrectie De geluidssterkte van een geheel muziekstuk aanpassen 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “S.F Edit?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Tr Level?” verschijnt en druk weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het opnameniveau bij te regelen. Het opnameniveau is instelbaar van –12 dB tot +12 dB, instapjes van 2 dB. Stel het zodanig in dat de aanduiding “OVER” ook bij de krachtigste geluiden net niet oplicht. TOC L-SYNC OVER Stel het opnameniveau zo in dat er nog net geen “OVER” verschijnt. MD – opnamen bewerken Na het opnemen kunt u de geluidssterkte van de opgenomen muziekstukken aanpassen met deze volumecorrectie. De oorspronkelijke opname wordt dan overschreven met dezelfde muziek, met de nieuw gekozen geluidssterkte. Bij deze aanpassing van de geluidssterkte kunt u het complete opnameniveau wijzigen, maar ook kunt u het geluid met “Fade In” aan het begin geleidelijk laten aanzwellen of het met “Fade Out” aan het eind geleidelijk laten wegebben. 6 Luister naar de geluidsweergave en 7 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt de vraag “S.F Edit OK?”. 8 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De minidisc-recorder begint nu het bestaande muziekstuk opnieuw op te nemen. De aanduiding “S.F Edit: ** %” verschijnt terwijl het muziekstuk opnieuw wordt opgenomen. Dit duurt even lang of iets langer dan de speelduur van het muziekstuk. Wanneer de nieuwe opname voltooid is, verschijnt er “Complete!” in het uitleesvenster. wordt vervolgd 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer verschijnt van het muziekstuk waarvoor u de geluidssterkte wilt aanpassen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De aanduiding “Level 0dB” verschijnt. 39NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen (vervolg) In- of uit-faden van de opname 1 Druk op de MD toets van de afstandsbediening. 2 Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening totdat er “Edit Menu” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “S.F Edit?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “Fade In?” (voor geleidelijk aanzwellend geluid) of op “Fade Out?” (voor wegebbend geluid) verschijnt en druk weer op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat het nummer verschijnt van het muziekstuk waarvoor u de geluidssterkte wilt aanpassen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 7 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt er “S.F Edit OK?”. 8 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De minidisc-recorder begint nu het bestaande muziekstuk opnieuw op te nemen. De aanduiding “S.F Edit: ** %” verschijnt terwijl het muziekstuk opnieuw wordt opgenomen. Wanneer de nieuwe opname voltooid is, verschijnt er “Complete!” in het uitleesvenster. Opmerkingen • U kunt het opnameniveau niet aanpassen bij muziekstukken die zijn opgenomen met de MDLP extra-lange opnamefuncties. • Als u de geluidssterkte van hetzelfde muziekstuk meermalen aanpast, zal de geluidskwaliteit afnemen. • Wanneer de geluidssterkte eenmaal is aangepast, zult u deze niet meer tot precies hetzelfde niveau kunnen terugbrengen, ook al probeert u dit opnieuw met de volumecorrectie. • Tijdens het gebruik van de schakelklok zult u het opnameniveau niet kunnen aanpassen. • U kunt de “S.F Edit” volumecorrectie en het in- of uit-faden niet zoals de andere bewerkingen ongedaan maken met “Undo” om terug te keren naar de oorspronkelijke toestand. De aanduiding “Time 5.0s” verschijnt. 6 Luister naar de geluidsweergave en druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de tijdsduur voor het aanzwellen of wegebben van het geluid naar wens in te stellen. De minidisc-recorder speelt de passage af die met “Fade In” of “Fade Out” opnieuw zal worden opgenomen. U kunt de tijdsduur instellen op elke gewenste waarde van 1,0 seconde tot 15,0 seconden, in stapjes van 0,1 seconde. De tijdsduur kan niet langer worden gekozen dan de speelduur van het muziekstuk. 40NL CMT-CP505MD 4-241-515-31(1) NL Tuner voor radio-ontvangst 5 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “Memory?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets. Vastleggen van uw favoriete radiozenders U kunt maximaal 20 FM zenders en 10 AM zenders vastleggen. Daarna kunt u op die vastgelegde voorkeurzenders eenvoudig afstemmen met een druk op de bijbehorende nummertoets. Er zijn twee manieren om uw voorkeurzenders vast te leggen. Voor Gebruikt u de Automatisch afstemmen op alle plaatselijk te ontvangen radiozenders, om ze handmatig vast te leggen Automatische zenderkeuze Voorkeurzenders vastleggen met automatische afstemming 1 Druk enkele malen op de TUNER BAND 2 3 toets om te kiezen voor de “FM” of “AM” afstemband. Druk enkele malen op de TUNING MODE toets totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt. Draai de TUNING +/– afstemknop naar rechts of naar links. De frequentie-aanduiding verandert terwijl de tuner de afstemband doorzoekt. Het zoeken stopt wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. Dan verschijnt in het uitleesvenster de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radio-uitzending wordt ontvangen). Als de aanduiding “TUNED” niet verschijnt en het doorzoeken van de afstemband niet stopt Kies dan de afstemfrequentie van de gewenste radiozender zoals beschreven in de stappen 2 en 3 onder “Voorkeurzenders vastleggen met handmatige afstemming”. 4 Druk op de MENU/NO toets van de toets van de afstandsbediening om het gewenste zendernummer voor de ontvangen zender te kiezen. L-SYNC TUNED STEREO AUTO Voorinstelnummer 7 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 8 Herhaal de stappen 1 t/m 7 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Tip Druk op de TUNING MODE toets wanneer u wilt stoppen met zoeken. Voorkeurzenders vastleggen met handmatige afstemming 1 Druk enkele malen op de TUNER BAND toets om te kiezen voor de “FM” of “AM” afstemband. 2 Druk enkele malen op de TUNING MODE 3 4 5 6 toets totdat de aanduidingen “AUTO” en “PRESET” uit het uitleesvenster verdwijnen. Draai de TUNING +/– afstemknop naar rechts of naar links om af te stemmen op de gewenste radiozender. Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat de aanduiding “Memory?” verschijnt en druk dan op de ENTER/YES toets. Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het gewenste zendernummer voor de ontvangen zender te kiezen. Tuner voor radio-ontvangst Handmatige zenderkeuze Handmatig afstemmen en vastleggen van de afstemfrequenties van uw favoriete radiozenders Er gaat een voorinstelnummer knipperen. 6 Druk enkele malen op de . of > L-SYNC TUNED STEREO afstandsbediening. Voorinstelnummer wordt vervolgd 41NL Vastleggen van uw favoriete radiozenders (vervolg) 7 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 8 Herhaal de stappen 1 t/m 7 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Andere voorafstemfuncties Voor Doet u het volgende Afstemmen op een zwak doorkomende radiozender Volg de aanwijzingen onder “Voorkeurzenders vastleggen met handmatige afstemming”. Stoppen met vastleggen van voorkeurzenders Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Vastleggen van een andere zender onder een nummer dat al in gebruik is Begin opnieuw vanaf stap 1. Druk na stap 5 enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het nummer te kiezen waaronder u de nieuwe zender wilt vastleggen. Omschakelen van het AM afsteminterval (niet voor de Europese modellen) Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (voor bepaalde verkoopgebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd nu de REPEAT toets ingedrukt en schakel zo het apparaat weer in met de ?/1 schakelaar. Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te schakelen, stemt u eerst af op een AM zender en schakelt u het apparaat uit. Opnieuw houdt u de REPEAT toets ingedrukt en schakelt u het apparaat weer in met de ?/1 schakelaar. Opmerking In de stroombesparingsstand kunt u het AM afsteminterval niet omschakelen. Tips • Als de stroom uitvalt of de stekker uit het stopcontact wordt getrokken, blijven de voorkeurzenders nog ongeveer een dag lang in het afstemgeheugen bewaard. • U kunt zelfgekozen namen invoeren voor uw vastgelegde voorkeurzenders (zie blz. 43). • Voor de beste radio-ontvangst kunt u de bijgeleverde antennes bijstellen of een in de radiohandel verkrijgbare buitenantenne aansluiten. 42NL Luisteren naar de radio Voor het luisteren naar de radio kunt u een vastgelegde voorkeurzender kiezen of handmatig op een zender afstemmen. Luisteren naar een voorkeurzender — Geheugenafstemming Leg eerst uw favoriete zenders vast in het afstemgeheugen van de tuner (zie “Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 41). 1 Druk enkele malen op de TUNER BAND toets om te kiezen voor de “FM” of “AM” afstemband. 2 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets totdat de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Draai de TUNING +/– afstemknop naar rechts of naar links om in te stellen op de gewenste voorkeurzender. Kiezen van het gewenste voorinstelnummer met de cijfertoetsen op de afstandsbediening Kies het nummer met de cijfertoetsen in plaats van de bovenstaande stap 3. Voor het invoeren van een nummer boven de 10 drukt u eerst op de >10 toets en dan op de vereiste cijfertoetsen. Voor het invoeren van een 0 gebruikt u de 10/0 toets. Bijvoorbeeld: Voor het kiezen van voorinstelnummer 20, drukt u eerst op >10, dan op 2 en op 10/0. Luisteren naar een radiozender die niet is vastgelegd — Handmatig afstemmen 1 Druk enkele malen op de TUNER BAND toets om te kiezen voor de “FM” of “AM” afstemband. 2 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets totdat de aanduidingen “AUTO” en “PRESET” uit het uitleesvenster verdwijnen. 3 Draai de TUNING +/– afstemknop naar rechts of naar links om af te stemmen op de gewenste radiozender. Tips — Zendernamen Voor elke vastgelegde voorkeurzender kunt u een zelf gekozen naam invoeren van maximaal 12 letters (de zendernaam). 1 Stem af op de zender die u van een naam wilt voorzien (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 42). 2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening. De cursor voor het invoeren van de zendernaam gaat knipperen. TOC L-SYNC Cursor 3 Volg de aanwijzingen van 3 t/m 6 onder “Naamgeving van compact discs” (op blz. 11). Annuleren van de naamgeving Tuner voor radio-ontvangst • Richt de bijgeleverde antennes totdat u de beste ontvangst verkrijgt of sluit een in de audiohandel verkrijgbare buitenantenne aan. • Als een FM stereo radio-uitzending met te veel storing doorkomt, drukt u enkele malen op de FM MODE toets totdat de aanduiding “MONO” oplicht. De radio-ontvangst zal dan niet meer in stereo zijn, maar wel beter klinken. • Voor automatische afstemming drukt u enkele malen op de TUNING MODE toets totdat er “AUTO” wordt aangegeven in de bovenstaande stap 2 en dan draait u aan de TUNING +/– afstemknop. De frequentie-aanduiding verandert dan snel, totdat het zoeken stopt wanneer de tuner een geschikte radiozender vindt (Automatische afstemming). • Voor het opnemen van radio-uitzendingen zult u de handmatige opnamefunctie moeten gebruiken (zie blz. 21 en 47). Naamgeving van de voorkeurzenders Druk op de MENU/NO toets van de afstandsbediening. Wissen van de zendernaam 1 Stem af op de zender waarvan u de naam wilt wissen. 2 Druk op de NAME EDIT/SELECT toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de CLEAR toets van de afstandsbediening om de zendernaam te wissen. 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. 43NL Cassette – weergave Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (Alleen voor het Europese model) Wat is het Radio Data Systeem? Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een speciale radio-informatiedienst waarmee FMradiozenders naast de gewone radiouitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. De RDS informatie wordt alleen uitgezonden door FM radiozenders.* Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is. * Niet alle FM-radiozenders geven RDS informatie door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u het best contact opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders. Ontvangst van RDS radiouitzendingen Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM afstemband. Bij ontvangst van een zender die RDS informatie uitzendt, zal automatisch de zendernaam in het uitleesvenster verschijnen. Controleren van de RDS informatie Telkens wanneer u op de DISPLAY toets van de afstandsbediening drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze, als volgt: 44NL Een cassette inleggen 1 Druk op Z PUSH. 2 Plaats een opgenomen/voor opnemen geschikte cassette in de cassettehouder. Met de kant voor afspelen/ opnemen naar u toe gericht Een cassette afspelen U kunt TYPE I (normaalband) cassettes gebruiken. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION keuzetoets totdat er “TAPE” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op “g” voor afspelen van één cassettekant, op “h” voor het eenmaal afspelen van beide kanten, of op “j”* voor het doorlopend afspelen van beide kanten. * De cassette-weergave zal automatisch stoppen nadat beide cassettekanten vijfmaal achtereen zijn weergegeven. 3 Druk op de TAPE nN toets. Druk nogmaals op de TAPE nN toets om de achterkant weer te geven. Andere bedieningsfuncties Voor het Doet u het volgende Zendernaam* t Afstemfrequentie t Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonen-niveau (TREBLE) Stoppen met afspelen Druk op de TAPE x stoptoets (of x stoptoets van de afstandsbediening). * Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het uitleesvenster worden aangegeven. Pauzeren Druk op de X toets. Nogmaals drukken om de weergave te hervatten. Snel vooruit- of terugspoelen Houd de m/M knop naar rechts of links gedraaid (of houd de m of M toets van de afstandsbediening ingedrukt). Uitnemen van de cassette Druk op de Z PUSH toets. Cassette – opname 6 Druk weer op de ENTER/START toets Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op cassette — CD-TAPE synchroonopname terwijl de aanduiding “Press START” nog knippert. Het opnemen begint. Na afloop van het opnemen zullen zowel de CD-speler als het cassettedeck automatisch stoppen. Stoppen met opnemen U kunt een gehele compact disc gemakkelijk overnemen op cassette. Gebruik in dit cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes. Druk op de TAPE x stoptoets. 1 Plaats een voor opnemen geschikte Plaats een voor opnemen geschikte minidisc en stel bij stap 3 in op “DUAL SYNC”. Ook als nu tijdens het opnemen de minidisc of de cassette vol raakt en stopt, zal het opnemen op de andere gewoon doorgaan. cassette. 2 Plaats de CD die u wilt opnemen. 3 Druk enkele malen op de SYNCHRO toets totdat er “CDtTAPE SYNC” wordt aangegeven. 4 Druk op de ENTER/START toets. 5 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op “g” voor opnemen op een enkele cassettekant of op “h” (of “j”) voor opnemen op beide cassettekanten. Als u kiest voor opnemen op beide cassettekanten en de voorkant van de cassette loopt af ergens halverwege een muziekstuk, dan wordt dat muziekstuk opnieuw in zijn geheel opgenomen als eerste muziekstuk op de achterkant van de cassette. Als u met opnemen begint aan de achterkant van de cassette, stopt het opnemen aan het eind van die cassettekant. Alleen bepaalde muziekstukken van een CD opnemen U kunt automatisch alleen uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen, met behulp van de programma-weergave. Hiervoor volgt u tussen bovenstaande stappen 2 en 3 eerst de aanwijzingen van 1 t/m 5 onder “Muziekstukken van een CD programmeren” (op blz. 10). Cassette – weergave / Cassette – opname De aanduiding “Press START” gaat knipperen. Het cassettedeck komt in gereedheid voor opname en de CD-speler wacht in de pauzestand om met afspelen te beginnen. De aanduiding “N” licht op en het cassettedeck staat klaar om met opnemen te beginnen. Als u wilt beginnen met opnemen op de van u af gerichte kant van de cassette, drukt u op de TAPE nN toets totdat de aanduiding “n” oplicht. De muziek tegelijk op minidisc en op cassette opnemen 45NL Uw favoriete muziekstukken van een minidisc opnemen op cassette — MD-TAPE synchroonopname U kunt een gehele minidisc gemakkelijk overnemen op cassette. Gebruik in dit cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes. 1 Plaats een voor opnemen geschikte cassette. 2 Plaats de minidisc die u wilt opnemen. 3 Druk enkele malen op de SYNCHRO toets totdat er “MDtTAPE SYNC” wordt aangegeven. 4 Druk op de ENTER/START toets. De aanduiding “Press START” gaat knipperen. Het cassettedeck komt in gereedheid voor opname en de minidisc-speler wacht in de pauzestand om met afspelen te beginnen. De aanduiding “N” licht op en het cassettedeck staat klaar om met opnemen te beginnen. Als u wilt beginnen met opnemen op de van u af gerichte kant van de cassette, drukt u op de TAPE nN toets totdat de aanduiding “n” oplicht. 5 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op “g” voor opnemen op een enkele cassettekant of op “h” (of “j”) voor opnemen op beide cassettekanten. Als u kiest voor opnemen op beide cassettekanten en de voorkant van de cassette loopt af ergens halverwege een muziekstuk, dan wordt dat muziekstuk opnieuw in zijn geheel opgenomen als eerste muziekstuk op de achterkant van de cassette. Als u met opnemen begint aan de achterkant van de cassette, stopt het opnemen aan het eind van die cassettekant. 46NL 6 Druk weer op de ENTER/START toets terwijl de aanduiding “Press START” nog knippert. Het opnemen begint. Na afloop van het opnemen zullen zowel de minidisc-speler als het cassettedeck automatisch stoppen. Stoppen met opnemen Druk op de TAPE x stoptoets. Alleen bepaalde muziekstukken van een minidisc opnemen U kunt automatisch alleen uw favoriete muziekstukken van een minidisc opnemen, met behulp van de programma-weergave. Hiervoor volgt u tussen bovenstaande stappen 2 en 3 eerst de aanwijzingen van 1 t/m 5 onder “Muziekstukken van een minidisc programmeren” (op blz. 15). Opmerking Voor gebruik van de MD-TAPE synchroonopname dient u eerst de groepsfunctie uit te schakelen. Klankinstellingen Handmatig opnemen op een cassette — Handmatige opname De handmatige opnamefunctie kunt u gebruiken voor het opnemen van slechts enkele muziekstukken of passages van een CD of minidisc. Ook kunt u hiermee radio-uitzendingen opnemen. Gebruik in dit cassettedeck TYPE I normaalband-cassettes. 1 Plaats een voor opnemen geschikte cassette. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets om in te stellen op de geluidsbron die u wilt opnemen. 3 Druk op de TAPE zREC opnametoets. De aanduiding “N” licht op en het cassettedeck komt in gereedheid voor opname. Om te beginnen met opnemen aan de van u af gerichte kant van de cassette, drukt u op de TAPE nN toets totdat de aanduiding “n” oplicht. Weergave met extra dynamisch geluid (Dynamic Sound Generator) Druk op de DSG toets. Om de DSG versterking uit te schakelen, drukt u nogmaals op de DSG toets. Bijregelen van de lage tonen Draai aan de BASS regelaar. De weergave van de lage tonen is instelbaar in 9 stappen. Bijregelen van de hoge tonen Draai aan de TREBLE regelaar. De weergave van de hoge tonen is instelbaar in 9 stappen. Bijregelen van de hoge en lage tonen met de afstandsbediening 1 Druk enkele malen op de BASS/TRE toets van de afstandsbediening om in te stellen op “BASS” voor de lage tonen of op “TREBLE” voor de hoge tonen. 2 Terwijl er “BASS” of “TREBLE” wordt Klankinstellingen • CD: voor opnemen vanaf de CD-speler van deze stereo-installatie. • MD: voor opnemen vanaf de minidiscspeler van deze stereo-installatie. • TUNER: voor opnemen van een radiouitzending via de tuner van deze stereoinstallatie. • OPTICAL IN: voor opnemen vanaf los verkrijgbare apparatuur die is aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting. • ANALOG IN: voor opnemen vanaf los verkrijgbare apparatuur die is aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen. De klank bijregelen aangegeven, drukt u enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de klank naar wens bij te regelen. 4 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op “g” voor opnemen op een enkele cassettekant of op “h” (of “j”) voor opnemen op beide cassettekanten. Als u met opnemen begint aan de achterkant van de cassette, stopt het opnemen aan het eind van die cassettekant. 5 Druk op de X pauzetoets en start de weergave van de geluidsbron voor opname. Voor Doet u het volgende Stoppen met opnemen Druk op de TAPE x stoptoets. Pauzeren van de opname Druk op de X pauzetoets. 47NL Schakelklok-functies Gerust in slaap vallen met muziek — Sluimerfunctie Ontwaken met muziek — Dagelijkse wekfunctie U kunt de stereo-installatie automatisch laten uitschakelen na een door u gekozen tijdsduur, zodat u gerust met de muziek aan kunt gaan slapen. U kunt op een door u gekozen tijdstip gewekt worden met muziek. Hiervoor moet wel eerst de ingebouwde klok gelijk zetten (zie “De klok gelijkzetten” op blz. 8). Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening. 1 Tref de voorbereidingen voor de Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de minuten-aanduiding (de uitschakeltijdsduur) in het uitleesvenster als volgt: SLEEP OFF t AUTO* t 90min t 80min t … t 10min * Hierbij wordt de stroom automatisch uitgeschakeld na 100 minuten of wanneer het einde van de weergegeven compact disc, minidisc of cassette wordt bereikt. geluidsbron die u moet wekken. • CD: Plaats een compact disc. Om te beginnen bij een bepaald beeld/ muziekstuk, maakt u een programma (zie “Muziekstukken van een CD programmeren” op blz. 10). • Minidisc: Plaats een minidisc voor weergave. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie “Muziekstukken van een minidisc programmeren” op blz. 15). • Cassette: Leg een cassette in de houder. • Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 42). Voor het Drukt u Controleren van de resterende tijd tot het uitschakelen** Eenmaal op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Wijzigen van de tijdsduur tot het uitschakelen Enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening om de gewenste tijdsduur te kiezen. 2 Druk op de VOLUME + of – toets van de Annuleren van de uitschakelfunctie Net zovaak op de SLEEP toets van de afstandsbediening totdat er “SLEEP OFF” wordt aangegeven. 3 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets ** De resterende tijd is niet te controleren als u instelt op “AUTO”. Opmerking Kies niet de stand “AUTO” tijdens de synchroonopname op een minidisc of cassette. afstandsbediening om de geluidssterkte naar wens in te stellen. van de afstandsbediening om in te stellen op “DAILY SET”. 4 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers gaan knipperen. 5 Kies de tijd waarop de muziekweergave moet beginnen. Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het juiste uur te kiezen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De minuten-aanduiding gaat knipperen. Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de juiste minuut te kiezen en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. De aanduiding “OFF” licht op en weer gaan de uren-cijfers knipperen. 6 Stel de tijd in waarop de muziek moet 48NL stoppen, volgens de aanwijzingen onder stap 5. 7 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat de gewenste geluidsbron wordt aangegeven. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding kringsgewijze, als volgt: t TUNER y CD PLAY T t TAPE PLAY y MD PLAY T 8 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De inschakeltijd, de uitschakeltijd en de geluidsbron worden om beurten aangegeven en daarna verschijnen weer de oorspronkelijke aanduidingen. 9 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de stereo-installatie uit te zetten. Andere bedieningsfuncties Voor het Doet u het volgende Controleren van de instellingen/ gebruik van de schakelklok 1 Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening en druk dan enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “DAILY SELECT” wordt aangegeven. 2 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Begin opnieuw vanaf stap 1. Als u een vergissing bemerkt, kunt u in stap 5 t/m 7 met de T CURSOR toets terugkeren naar de onjuiste instelling om die te corrigeren. Annuleren van de schakelklok -instelling 1 Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening en druk dan enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “TIMER OFF?” wordt aangegeven. 2 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Voor het opnemen met de schakelklok zult u eerst de ingebouwde klok gelijk moeten zetten (zie “De klok gelijkzetten” op blz. 8) en de radiozenders moeten voorinstellen (zie “Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 41). 1 Stem af op een vooringestelde radiozender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 42). 2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets van de afstandsbediening. 3 Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om in te stellen op “MD REC SET” of “TAPE REC SET”en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers gaan knipperen. 4 Kies de tijd waarop het opnemen moet beginnen. Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om het juiste uur te kiezen en druk dan op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De minuten-aanduiding gaat knipperen. Druk enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de juiste minuut te kiezen en druk dan op de ENTER/ YES toets van de afstandsbediening. De aanduiding “OFF” licht op en weer gaan de uren-cijfers knipperen. Schakelklok-functies Uitleesvenster Wijzigen van de instellingen Schakelklok-opname van radio-uitzendingen 5 Stel de tijd in waarop het opnemen moet stoppen, volgens de aanwijzingen onder stap 4. 6 Voor opnemen op een minidisc drukt u Opmerkingen • De Daily Timer wekfunctie en de opnameschakelklok zijn niet tegelijk te gebruiken. • Wanneer u de Daily Timer wekfunctie tegelijk met de Sleep Timer uitschakelfunctie gebruikt, krijgt de Sleep Timer voorrang. • Probeer niet om de stereo-installatie te bedienen na het inschakelen maar voordat de weergave begint (het inschakelen gebeurt ongeveer 30 seconden voor het ingestelde tijdstip). • Als de stereo-installatie ongeveer 30 seconden voor het geplande inschakeltijdstip voor de wekfunctie nog aan staat, wordt de wekfunctie niet ingeschakeld. • Externe geluidsbronnen, aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen of de DIGITAL OPTICAL IN stekkerbus zijn niet te gebruiken als geluidsbron voor de Daily Timer wekfunctie. enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening om de opnamekwaliteit te kiezen (bijv. LP2) en dan drukt u op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. De schakelklok-instellingen worden aangegeven en dan verschijnen weer de oorspronkelijke aanduidingen. 7 Plaats een voor opnemen geschikte minidisc of cassette. 8 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de stereo-installatie uit te zetten. 49NL wordt vervolgd Uitleesvenster Schakelklok-opname van radio-uitzendingen (vervolg) Andere bedieningsfuncties Voor het Doet u het volgende Controleren van de instellingen/gebruik van de schakelklok 1 Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening en druk dan enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “MD REC?” of “TAPE REC?” wordt aangegeven. 2 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Wijzigen van de instellingen Begint u weer vanaf stap 1. Annuleren van de schakelklok-opname 1 Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening en druk dan enkele malen op de . of > toets van de afstandsbediening totdat er “TIMER OFF?” wordt aangegeven. 2 Druk op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening. Tip Bij opnemen van een radio-uitzending zal de zendernaam (of de afstemfrequentie als er geen naam voor de zender is gekozen; zie blz. 43) samen met de begintijd en de eindtijd op de minidisc worden vastgelegd. Opmerkingen • De Daily Timer wekfunctie en de opnameschakelklok zijn niet tegelijk te gebruiken. • Als u de opname-schakelklok en de sluimerfunctie tegelijk gebruikt, krijgt de sluimerfunctie voor het automatisch uitschakelen voorrang. • Probeer niet om de stereo-installatie te bedienen na het inschakelen maar voordat de weergave begint (het inschakelen gebeurt ongeveer 30 seconden voor het ingestelde tijdstip). • Als de stereo-installatie ongeveer 30 seconden voor de geplande begintijd nog aan staat, zal de schakelklok-opname niet beginnen. • Tijdens de schakelklok-opname zal er geen geluid te horen zijn. • Als bij schakelklok-opname op een minidisc wel gekozen is voor de groepsfunctie maar er is geen specifieke groep gekozen, dan wordt het opgenomen materiaal in een nieuwe groep geplaatst. 50NL Geen aanduidingen in de uit-stand — Stroombesparingsstand Ook al staat de stereo-installatie uitgeschakeld, dan nog verbruikt het apparaat stroom, om de tijdsaanduiding in stand te houden en te kunnen reageren op commando’s via de afstandsbediening. De stroombesparingsstand zorgt echter dat er zo weinig mogelijk stroom wordt verbruikt in de uitgeschakelde stand, om energie te besparen. In deze stand wordt de tijd niet aangegeven. Om de stroombesparingsstand in te schakelen, drukt u enkele malen op de DISPLAY toets van de afstandsbediening wanneer de stereo-installatie uit staat, totdat de tijdsaanduiding uit het uitleesvenster verdwijnt. Uitschakelen van de stroombesparingsstand Druk enkele malen op de DISPLAY toets van de afstandsbediening wanneer de stereoinstallatie uit staat. Telkens wanneer u op deze toets drukt, veranderen de aanduidingen in het uitleesvenster als volgt: Tijdsaanduiding* y Geen aanduiding (stroombesparingsstand) * Als de klok nog niet is ingesteld, verschijnen er enkel “--:--” streepjes. Tip In de stroombesparingsstand zal de schakelklok gewoon werken. Gebruik van het uitleesvenster Titels en esterende speelduur controleren (CD/ MD) Titels en speelduur controleren (CD/MD) Druk in de stopstand op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: x Met een compact disc in de stopstand Wanneer er een CD TEXT disc is geplaatst, kunt u de tekst daarvan, zoals titels e.d. in het uitleesvenster zien. Wanneer het apparaat een geplaatste disc herkent als CD TEXT disc, licht de aanduiding “TEXT” op in het uitleesvenster. Totaal aantal beeld/muziekstukken en totale speelduur t Disc-titel*4 t Huidige tijd t Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonenniveau (TREBLE) Druk tijdens afspelen op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. Totaal aantal muziekstukken en totale speelduur*5 t Resterende opnameduur (alleen voor opname-minidiscs) t Disc-titel*6 t Huidige tijd t Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonen-niveau (TREBLE) Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: x Bij afspelen van een compact disc Nummer en verstreken speelduur van het weergegeven beeld/muziekstuk t Nummer en resterende speelduur van het weergegeven beeld/muziekstuk t Resterende speelduur van de weergegeven disc t Beeld/muziektitel*1 t Huidige tijd t Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonen-niveau (TREBLE) x Bij afspelen van een minidisc *4 Alleen bij CD TEXT discs en discs die u van een titel hebt voorzien (bepaalde lettertekens kunnen worden weggelaten). Afhankelijk van de disc kan soms niet alle CD TEXT informatie worden getoond. 5 * Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt het totale aantal groepen (als er geen bepaalde groep is gekozen) of het totale aantal muziekstukken en de totale speelduur van de groep (als er een bepaalde groep is gekozen) getoond. Er verschijnen alleen “---.--” streepjes als de totale speelduur van de minidisc meer is dan 1.000 minuten. *6 Alleen wanneer de disc van een titel is voorzien. Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt de groepstitel getoond. Uitleesvenster Nummer en verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk t Nummer en resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk t Resterende speelduur van de minidisc*2 t Muziektitel*3 t Huidige tijd t Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonenniveau (TREBLE) x Met een minidisc in de stopstand wordt vervolgd *1 Alleen bij CD TEXT discs (bepaalde lettertekens kunnen worden weggelaten). Afhankelijk van de disc kan soms niet alle CD TEXT informatie worden getoond. Wanneer er meer dan 20 muziekstukken op de CD staan, wordt de CD TEXT informatie vanaf nummer 21 niet getoond. *2 Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt de resterende speelduur van alle muziekstukken in de groep getoond. *3 Alleen wanneer het muziekstuk van een titel is voorzien. 51NL Gebruik van het uitleesvenster (vervolg) Controleren van de zendernaam (TUNER) Druk op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt: Zendernaam*7 t Voorinstelnummer en afstemfrequentie t Huidige tijd t Lagetonen-niveau (BASS) t Hogetonenniveau (TREBLE) *7 Alleen wanneer de voorkeurzender van een zendernaam is voorzien. Een langere tekst door het uitleesvenster laten lopen Druk op de SCROLL doorlooptoets van de afstandsbediening. Tips • Om titels voor uw CD’s te kiezen, volgt u de aanwijzingen onder “Naamgeving van compact discs” op blz. 11. • Voor keuze van titels voor de muziekstukken of groepen op een minidisc of voor de minidisc zelf, volgt u de aanwijzingen onder “Naamgeving van minidisc” op blz. 28. • Om namen in te voeren voor de vastgelegde voorkeurzenders, volgt u de aanwijzingen onder “Naamgeving van de voorkeurzenders” op blz. 43. 52NL Los verkrijgbare apparatuur Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur Voor een veelzijdig gebruik van uw stereo-installatie kunt u er allerlei los verkrijgbare toestellen op aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van elk toestel. Los verkrijgbare digitale component Naar de digitale uitgangsaansluiting van een los verkrijgbare digitale component Sony PC aansluitset Verbinden met de audio-uitgangen van een los verkrijgbare analoge geluidsbron Los verkrijgbare analoge geluidsbron Met een digitale optische kabel (met vierkante stekkers, niet bijgeleverd) kunt u een los verkrijgbare digitale geluidsbron (zoals een digitale satelliet-ontvanger e.d.) op deze ingang aansluiten. Dan kunt u die geluidsbron beluisteren via de stereo-installatie. B ANALOG IN ingangsaansluitingen Met een stel audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) kunt u een los verkrijgbare analoge geluidsbron (zoals een cassettedeck e.d.) op deze ingangen aansluiten. Dan kunt u die geluidsbron beluisteren via de stereo-installatie. C PC LINK aansluiting Met een Sony PC aansluitset (niet bijgeleverd) kunt u deze stereo-installatie aansluiten op uw personal computer. apparatuur apparatuur verkrijgbare Uitleesvenster Los Los verkrijgbare A DIGITAL OPTICAL IN ingangsaansluiting 53NL Beluisteren van een aangesloten geluidsbron Luisteren naar een digitale geluidsbron zoals een digitale satelliet-ontvanger e.d. 1 Sluit de apparatuur aan met een digitale optische kabel. Zie “Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur” op blz. 53. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat de aanduiding “OPTICAL IN” verschijnt. Start de weergave van de aangesloten geluidsbron. Luisteren naar een analoge geluidsbron zoals een cassettedeck e.d. 1 Maak de aansluiting met de audioaansluitsnoeren. Zie “Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur” op blz. 53. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat de aanduiding “ANALOG IN” verschijnt. Start de weergave van de aangesloten geluidsbron. 54NL Geluid opnemen vanaf aangesloten apparatuur Digitale geluidsopnamen van een digitale geluidsbron Vanwege het SCMS één-generatie kopieersysteem (zie blz. 64) kan digitale opname van bepaald geluidsmateriaal niet altijd mogelijk zijn. In dat geval sluit u de geluidsbron aan op de ANALOG IN ingangen voor analoge opname. 1 Sluit de apparatuur aan met een digitale optische kabel. 2 Start de opname met de hand. Zie “Handmatig opnemen op een MD” (op blz. 21) of “Handmatig opnemen op een cassette” (op blz. 47). Tips • Hierbij kunt u de tijdmachine-opname inschakelen (zie blz. 22) en de Smart Space pauze-verkorting/ Auto Cut automatische pauzestand (zie blz. 25). • Bij het opnemen op een minidisc kunt u het opnameniveau naar wens instellen (zie blz. 25). Analoge geluidsopnamen van een analoge geluidsbron 1 Maak de aansluiting met de audioaansluitsnoeren. 2 Start de opname met de hand. Zie “Handmatig opnemen op een MD” (op blz. 21) of “Handmatig opnemen op een cassette” (op blz. 47). Verhelpen van storingen De stereo-installatie reageert niet op de afstandsbediening. Problemen en oplossingen Mocht zich een probleem voordoen met de stereo-installatie, ga dan als volgt te werk: 1 Controleer eerst of het netsnoer en de luidsprekersnoeren juist zijn aangesloten en stevig vastzitten. 2 Neem de volgende lijst met controlepunten door en volg de aanwijzingen om het probleem op te lossen. Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Algemeen Het uitleesvenster geeft enkel “--.--” aan. • De stroom is onderbroken geweest. Stel de klok opnieuw in (zie blz. 8) en maak ook eventuele schakelklok-instellingen (zie blz. 48 en 49) opnieuw. De luidsprekers geven geen geluid. • Draai de VOLUME regelaar naar rechts verder open (of druk op de VOLUME + toets van de afstandsbediening). • Zorg dat er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Controleer de luidspreker-aansluitingen (zie blz. 7). • De versnelde CD-MD synchroonopname is bezig. Een van de luidsprekers geeft geen geluid of de weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig. • Zorg dat de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk staan opgesteld. • Sluit alleen de bijgeleverde luidsprekers aan. • Zet de stereo-installatie verder weg van andere apparatuur die storing kan veroorzaken. • Sluit het netsnoer aan op een ander stopcontact. • Breng een storingsfilter (in de elektriciteitshandel verkrijgbaar) aan in de stroomtoevoerketen. De schakelklok is niet goed in te stellen. • Stel de klok weer op de juiste tijd in (zie blz. 8). De schakelklok werkt niet. • Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening zodat er “cDAILY” of “cREC” voor de gehele schakelklok-functie in het uitleesvenster verschijnt (zie blz. 49 en 50). • Controleer de gemaakte instellingen en zorg dat de klok op de juiste tijd staat ingesteld (zie blz. 48 en 49). • Schakel de sluimerfunctie uit (zie blz. 48). Compact disc speler De disc-lade gaat niet open en in het uitleesvenster op het voorpaneel verschijnt de aanduiding “LOCKED”. • Neem contact op met uw Sony handelaar of een plaatselijke erkende Sony onderhoudsdienst. De disc-lade gaat niet dicht. • Zorg dat de disc precies midden in de disc-lade ligt. • Sluit de disc-lade alleen met een druk op de CD Z toets. Als u de disc-lade met de hand dicht drukt kan er schade aan de disc-speler ontstaan. De disc-lade gaat niet open. • Tijdens de CD synchroon-opname kunt u de disc niet uitnemen. Druk eerst op de CD x stoptoets om de CD synchroon-opname te stoppen en dan op de CD Z toets om de disc uit te nemen. • Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Het afspelen van de disc begint niet. • Open de disc-lade en kijk of er een geschikte disc goed is ingelegd. • Veeg de CD schoon (zie blz. 62). • Probeer of een andere disc wel goed wordt afgespeeld. • Zorg dat de disc precies midden in de disc-lade ligt. • Leg de disc met de label-kant boven in de disc-lade. • Verwijder de disc, veeg eventueel condensvocht weg en laat de stereo-installatie een paar uur lang ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen. • Druk op de CD NX toets (of de N weergavetoets van de afstandsbediening) om met afspelen te beginnen. Het geluid hapert of springt over. • Veeg de disc schoon (zie blz. 62). • Probeer of een andere CD wel goed wordt afgespeeld. • Plaats de stereo-installatie op een stabiele ondergrond zonder trillingen (op een stevige tafel, boekenkast of audiorek). • Zet de luidsprekers verder van de stereo-installatie of plaats ze elk op een trillingsdempend voetstuk. Als u geluid met veel bassen erg luid afspeelt, kan het dreunen van de lage tonen de laserkop doen overspringen. Verhelpen van storingen Er klinkt een hevige bromtoon of ander storend geluid. • Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie. • Houd de afstandsbediening dichter bij de stereo-installatie. • Richt de afstandsbediening recht op de afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie. • Vervang beide batterijen door nieuwe R6 (AAformaat) batterijen. • Gebruik de stereo-installatie niet te dicht in de buurt van tl-verlichting of andere fluorescerende lampen. De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk. • Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat de “PGM” en “SHUF” aanduidingen beide uit het uitleesvenster verdwijnen, om terug te keren naar normale weergave. wordt vervolgd 55NL Problemen en oplossingen (vervolg) Minidisc-recorder De minidisc is niet goed in te steken. • Steek de minidisc met de labelkant boven en de pijl naar binnen wijzend in de opening. De bedieningsknoppen werken niet. • Probeer of het met een andere minidisc beter lukt. • Probeer de bediening opnieuw nadat de aanduiding “TOC” of “STANDBY” is gedoofd. Het afspelen begint niet. • Probeer of het met een andere minidisc beter lukt. • Verwijder de minidisc en laat de stereoinstallatie een paar uur lang ongebruikt aan staan, totdat het condensvocht verdampt is. • Druk op de MD NX toets (of de N weergavetoets van de afstandsbediening) om het afspelen te starten. • Druk op de GROUP ON/OFF toets totdat de aanduiding “GROUP” dooft, om de groepsfunctie uit te schakelen. Het geluid hapert of springt over. • Probeer of een andere minidisc wel goed wordt afgespeeld. • Plaats de stereo-installatie op een stabiele ondergrond zonder trillingen (een stevige tafel, boekenkast of audiorek). • Zet de luidsprekers verder van de stereo-installatie of plaats ze op een trillingsdempend voetstuk. Als u geluid met veel bassen erg luid afspeelt, kan het dreunen van de lage tonen de weergavekop doen overspringen. • Plaats de minidisc en wacht dan 10 tot 20 minuten, met de stereo-installatie ingeschakeld, voor u het opnieuw probeert. De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk. • Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat de “PGM” of “SHUF” aanduiding uit het uitleesvenster verdwijnt, om terug te keren naar normale weergave. Het opnemen op een minidisc lukt niet. • Verwijder de minidisc en schuif voor het opnemen het wispreventienokje opzij om de opening af te sluiten (zie blz. 17). • Zorg dat de externe geluidsbron naar behoren is aangesloten (zie blz. 53). • Vervang de minidisc door een opname-minidisc. • Druk enkele malen op de FUNCTION toets om de juiste geluidsbron voor opname te kiezen. • Vervang de minidisc door een opname-minidisc of wis enkele overbodige muziekstukken met de Erase wisfunctie om weer ruimte voor het opnemen te maken (zie blz. 33). • Volg de aanwijzingen voor het opnemen opnieuw. De versnelde CD-MD synchroonopname werkt niet, maar de minidisc-recorder schakelt automatisch over naar de normale CD-MD synchroonopname • Gebruik voor het versneld opnemen een andere minidisc. • Zet de stereo-installatie op een meer stabiele ondergrond. Het geluid is te zacht (of te hard) op de minidisc opgenomen. • Stel het opnameniveau beter in (zie blz. 25). Overspraak tijdens de LP4 stereo opname. • Bij opnemen van een CD, cassette of andere geluidsbron waarvan het geluid is opgenomen op een enkel kanaal (links of rechts), kan er geluid “doorlekken” naar het andere kanaal tijdens de extralange LP4 stereo opname. In dat geval kunt u beter een gewone stereo of LP2 stereo opname maken. Cassettedeck Het is niet mogelijk op te nemen of weer te geven of het geluid klinkt maar heel zacht. • Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de koppen. • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 62). Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist. De aanduiding “OVER” licht op. • Bij het zoeken in de opnamepauzestand is het einde van de minidisc bereikt. Draai de m/ M knop naar links (of druk op de m of . toets van de afstandsbediening) om terug te keren naar de gewenste muziekpassage. • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 62). Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend geluid. • De bandloopassen van het cassettedeck zijn vuil. Maak het bandloopwerk schoon met een reinigingscassette (zie blz. 62). Tijdens het opnemen licht de aanduiding “OVER” op. • Stel het opnameniveau iets lager in (zie blz. 25). Na opnemen of bewerken is de TOC inhoudsopgave niet bijgewerkt. 56NL • De aanvullende gegevens bij opnemen of bewerken van een minidisc worden pas op de minidisc vastgelegd wanneer die uit het apparaat wordt verwijdert, dus neem de minidisc na het opnemen of bewerken eenmaal uit om te gegevens bij te werken (zie blz. 17 en 28). • Maak de opname opnieuw, zonder onderbreking. Teveel ruis of wegvallende hoge tonen. • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 62). Het opnemen lukt niet. • Misschien is er geen cassette in de houder aanwezig. Plaats een cassette. • Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd. Bedek de ontstane uitsparing met een stukje plakband (zie blz. 62). • De band is geheel naar het einde doorgespoeld. Los verkrijgbare apparatuur Er wordt geen geluid weergegeven. • Zie de paragraaf “De luidsprekers geven geen geluid” onder “Algemeen” op blz. 55 en controleer of de stereo-installatie in orde is. • Controleer of de externe geluidsbron naar behoren is aangesloten (zie blz. 53) en zorg dat: – de snoeren juist zijn aangesloten; – alle stekkers stevig in de aansluitbussen zitten. • Zorg dat de externe geluidsbron is ingeschakeld. • Zie de gebruiksaanwijzing van het aangesloten apparaat en start de weergave van de geluidsbron. • Druk enkele malen op de FUNCTION toets om in te stellen op “OPTICAL IN” of “ANALOG IN”. Het geluid klinkt vervormd. Stel de geluidssterkte wat lager in op de aangesloten geluidsbron. Tuner Als er zich andere problemen voordoen, die hierboven niet zijn beschreven, kunt u de stereoinstallatie als volgt terugstellen in de uitgangsstand: 1 Trek de stekker uit het stopcontact. 2 Steek de stekker weer in het stopcontact. 3 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de stereo-installatie aan te zetten. 4 Druk de (TAPE) x stoptoets, de ENTER/ START toets en de ?/1 aan/uit-schakelaar tegelijk in. De stereo-installatie is nu teruggesteld op de fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte instellingen, zoals de tijd, de voorkeurzenders en de schakelklok-instellingen zijn uit het geheugen gewist, zodat u de gewenste instellingen opnieuw zult moeten maken. Hinderlijke bromtonen of andere storing/ Bepaalde zenders zijn niet te ontvangen. Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo weergegeven. • Druk op de FM MODE toets totdat er “STEREO” in het uitleesvenster verschijnt. Bij opnemen van een radio-uitzending op een minidisc klinken er regelmatige storende geluiden. Verhelpen van storingen • Kies de juiste golfband en afstemfrequentie (zie blz. 41). • Zorg dat de antenne stevig is aangesloten (zie blz. 7). • Zoek een geschikte plaats voor de antenne en de richting die de beste ontvangst oplevert. Als er geen plaats of richting voor goede ontvangst te vinden is, sluit dan een in de radiohandel verkrijgbare buitenantenne aan. • De bijgeleverde FM draadantenne ontvangt over de gehele lengte signalen, dus strek de antenne zo ver mogelijk uit. • Houd de antennes zo ver mogelijk uit de buurt van de luidsprekersnoeren. • Als de bijgeleverde AM antennedraad losraakt van de plastic houder, raadpleeg dan uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. • Probeer of u betere ontvangst verkrijgt na uitschakelen van elektrische apparatuur in de omgeving. • Verstel de plaats en de richting van de antenne zo dat de storing verdwijnt. 57NL Zelfdiagnose-aanduidingen Deze stereo-installatie is voorzien van een zelfdiagnosefunctie waarmee u de aard en oorzaak van een probleem sneller kunt opsporen. Als er iets mis is, verschijnt er in het uitleesvenster beurtelings een foutcode van een letter plus twee of vier cijfers, en een korte foutmelding. De betekenis daarvan kunt u vinden in de onderstaande tabel. Als het probleem niet eenvoudig te verhelpen is, raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. C11/Protected De minidisc is tegen wissen/opnemen beveiligd. cVerwijder de minidisc en schuif het wispreventienokje opzij om de opening af te sluiten (zie blz. 17). C12/Cannot Copy Er is geprobeerd een CD op te nemen die niet geschikt is voor dit apparaat, zoals een CD-ROM disc e.d. cVerwijder de minidisc en zet de stereo-installatie eenmaal uit en dan weer aan. C13/REC Error Opnemen op de minidisc is niet mogelijk. cZet de stereo-installatie op een meer stabiele plaats en probeer het opnemen opnieuw. De minidisc is vuil of bekrast of wijkt af van de norm. cVervang de minidisc door een andere en probeer het opnemen opnieuw. C13/Read Error De minidisc-recorder kan de informatie op de minidisc niet goed lezen. cNeem de minidisc eenmaal uit het apparaat en plaats deze opnieuw. C14/TOC Error 58NL De minidisc-recorder kan de informatie op de minidisc niet goed lezen. cVervang de minidisc door een andere. cWis alle opnamen van de minidisc met behulp van de All Erase wisfunctie (beschreven op blz. 34). C41/Cannot Copy De geluidsbron is een CD-R disc of een digitale kopie van een commercieel verkrijgbare disc of cassette e.d. cHet SCMS één-generatie kopieersysteem (“Serial Copy Management System”) beperkt het maken van digitale kopieën tot slechts één generatie (zie blz. 64). Bovendien is opnemen of kopiëren van een CD-R disc niet mogelijk. C71/Check OPT-IN Er is geen geluidsbron aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting of u probeert op te nemen van een digitale geluidsbron die niet goed is aangesloten. cSluit de digitale geluidsbron goed aan op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting met een digitale optische kabel (niet bijgeleverd) (zie blz. 53). De aangesloten digitale geluidsbron krijgt geen stroom of is niet ingeschakeld. cZorg voor goede stroomvoorziening en schakel de aangesloten digitale geluidsbron in. Zie tevens de gebruiksaanwijzing van het betreffende apparaat. Tijdens het opnemen van een digitale geluidsbron is de digitale optische kabel losgeraakt of de stroom uitgevallen van de geluidsbron die is aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting. cZorg dat de digitale optische kabel goed is aangesloten en schakel de stroom van de aangesloten digitale geluidsbron in. E0001/MEMORY NG Er is een interne storing in de apparatuur. cRaadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. E0101/LASER NG Er is een probleem met de laser-weergavekop. cDe laser-weergavekop kan defect of beschadigd zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. E0201/LOADING NG Het laden van de disc gaat mis. cRaadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Foutmeldingen De onderstaande mededelingen kunnen in het uitleesvenster verschijnen of gaan knipperen als er bij de bediening iets mis gaat. Minidiscs Assign None Alle muziekstukken op de minidisc zijn al bij groepen ingedeeld. Auto Cut De minidisc-recorder pauzeert de opname, omdat het tijdens digitaal opnemen al meer dan 30 seconden stil is (zie blz. 25). Blank Disc Er is getracht een blanco, onbespeelde of compleet gewiste minidisc af te spelen. Cannot Edit • De geplaatste minidisc is een voorbespeelde minidisc, dus niet voor opnemen geschikt. • Er is getracht een minidisc te bewerken tijdens geprogrammeerde weergave of weergave in willekeurige volgorde. • Het muziekstuk is opgenomen met een MDLP langspeel-opnamefunctie. Cannot REC • De geplaatste minidisc is een weergave-minidisc, niet voor opnemen geschikt. • De geluidsbron staat ingesteld op “MD” voor minidisc-weergave. Cannot SYNC! Complete! De bewerking van de minidisc is voltooid. Disc Full! Er is geen ruimte meer over op de minidisc. Eject De minidisc-recorder schuift de minidisc naar buiten. Group Full! Er is getracht een nieuwe groep te maken terwijl het maximale aantal groepen al bereikt is, of er is niet genoeg geheugenruimte voor het bijschrijven van de groepsgegevens. Impossible • De bewerking die u probeert is niet mogelijk. • U kunt de muziekstukken niet samenvoegen of wissen, vanwege de vaste beperkingen van het minidisc-systeem. De volumecorrectie voor aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen, of voor in- of uitfaden is mislukt, vanwege trillingen of stoten tegen de stereo-installatie of vanwege vuil of krassen op de disc in de disc-lade. Initialize De stereo-installatie is geruime tijd lang uitgeschakeld geweest, daarom is het apparaat even bezig met een startprocedure. Name Full Er is geen ruimte meer voor een disctitel of muziektitels. No Change Bij het aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen is er uiteindelijk geen volumecorrectie gemaakt omdat u tussentijds op de ENTER/YES toets van de afstandsbediening hebt gedrukt zonder het opnameniveau aan te passen. No Disc Er bevindt zich geen minidisc in het apparaat. OVER Terwijl u tijdens afspelen of in de weergavepauzestand de m/M knop naar rechts draaide (of de M toets van de afstandsbediening ingedrukt hield) om de minidisc te doorzoeken, is het einde van het laatste muziekstuk bereikt. Push STOP! U hebt tijdens afspelen op de PLAY MODE toets gedrukt. —Rehearsal— De huidige muziekpassage, voor het wissen van een passage met de A-B Erase wisfunctie of het splitsen van het muziekstuk met de Divide splitsfunctie, wordt herhaald om het preciese verdeelpunt te bepalen (zie blz. 34 en 36). Retry Er is een leesfout opgetreden en nu probeert het apparaat de gegevens opnieuw te lezen. S.F Edit! Er is geprobeerd een andere functie in te schakelen tijdens de S.F Edit functie (voor aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen, of in- of uit-faden). S.F Edit NOW Verhelpen van storingen • Er is geen minidisc in de minidisc-recorder geplaatst of de geplaatste minidisc is tegen wissen/opnemen beveiligd (zie blz. 17). • Er is geen ruimte voor opnemen over op de minidisc. Incomplete! Er is op de ?/1 aan/uit-schakelaar gedrukt tijdens de werking van de S.F Edit functie (voor aanpassen van de geluidssterkte na het opnemen, of in- of uit-faden). wordt vervolgd 59NL Zelfdiagnose-aanduidingen (vervolg) Cassette Cannot SYNC! Smart Space Tijdens digitaal opnemen is er weer een geluidssignaal doorgekomen na meer dan 3 seconden maar minder dan 30 seconden stilte (die wordt vervangen door een standaard pauze van 3 seconden). Step Full! U probeert 26 of meer muziekstukken (nummers) te programmeren. TOC Reading De minidisc-recorder is bezig de “TOC” inhoudsopgave van de minidisc te lezen. TOC Writing De minidisc-recorder is bezig de gegevens voor de opname of bewerking in de inhoudsopgave te schrijven. Track End Bij het kiezen van een verdeelpunt voor het splitsen van een muziekstuk met de Divide splitsfunctie is het einde van de minidisc bereikt. Tr Protected U probeert een muziekstuk te wissen dat daartegen beveiligd is. CD weergave No Disc Er ligt geen compact disc in de CD-speler. OVER Bij het doorzoeken van de CD met de m/M knop naar rechts draaide (of de M toets van de afstandsbediening ingedrukt hield) tijdens weergave of in de pauzestand is het einde van het laatste muziekstuk bereikt. Push STOP! U hebt tijdens afspelen op de PLAY MODE toets gedrukt. Step Full! U probeert 26 of meer muziekstukken (nummers) te programmeren. 60NL Er zit geen cassette in het cassettedeck of het wispreventienokje van de geplaatste cassette is verwijderd. No Tab U kunt op deze cassette niet opnemen omdat het wispreventienokje is verwijderd. No Tape Er zit geen cassette in het cassettedeck. Aanvullende informatie Voorkomen van beschadiging Voorzorgsmaatregelen Stroomvoorziening Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Veiligheid • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat de stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. • Zolang de stekker in het stopcontact zit, verbruikt het apparaat wat stroom voor de afstandsbediening en de schakelklok-functies, ook al staat het apparaat nog uitgeschakeld. Het apparaat kan dan warm aanvoelen, maar dit is volkomen normaal. Opstelling Als u vragen hebt of problemen met de stereoinstallatie, neemt u dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Betreffende de luidsprekers De luidsprekers van deze stereo-installatie zijn niet magnetisch afgeschermd en kunnen storing veroorzaken in de beeldweergave van een dichtbij staand TV-toestel. Indien dat zich voordoet, schakelt u het TV-toestel dan even uit en zet het ongeveer 15 tot 30 minuten later weer aan. Als dit geen verbetering in de kleurweergave geeft, zet u de luidsprekers en de TV dan iets verder uit elkaar. Zorg er bovendien voor dat voorwerpen waarin magneten worden gebruikt, zoals een audiorek, een TV-standaard, bepaald soort speelgoed, e.d. niet in de buurt van de luidsprekers staan, aangezien interactie tussen de magneten ervan en deze apparatuur storing in het beeld kan veroorzaken. Omgang met minidiscs • Open nooit het schuifje van de minidisc zover dat het magnetisch gevoelige oppervlak zichtbaar wordt. Als het schuifje geopend is, dient u het onmiddellijk weer te sluiten. • Plak nooit een etiket zodanig op de minidisc dat de beweging van het schuifje belemmerd wordt. Plak een etiket alleen op de daarvoor bestemde plaats. Gebruik alleen de etiketten die bij de minidisc geleverd zijn, want de vorm en de afmetingen van de etiketten kunnen per merk verschillen. Plaats voor etiket Schuifje Hitte in het inwendige • Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan worden, wijst dat niet op storing in de werking. • Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om oververhitting in het inwendige te voorkomen. Bij langdurig afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onder- en zijpanelen van de behuizing na verloop van tijd erg heet worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan. Om oververhitting en storing in de werking te vermijden, mag u de ventilatiesleuven voor de koelventilator niet afdekken. • Als een minidisc vuil is, kunt u deze schoonvegen met een droog doekje. • Leg minidiscs niet in de volle zon, niet in de buurt van een warmtebron en laat ze niet achter in een auto die in de zon geparkeerd staat. Aanvullende informatie • Als u tijdens gebruik het geluidsvolume verder open draait, kan de ingebouwde ventilator automatisch gaan draaien om oververhitting in het inwendige te voorkomen. Voor afdoende ventilatie dient u vooral genoeg ruimte achter de stereo-installatie te laten en er niets bovenop te zetten. • Zet de stereo-installatie op een plaats met voldoende luchtdoorstroming om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen. • Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat. • Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan: — extreme hitte of koude — stof of vuil — erg veel vocht — heftige trillingen — directe zonnestraling. • Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling heeft ondergaann (met was, olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren. • Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de CD-speler vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereoinstallatie niet naar behoren functioneren. In zulke gevallen dient u de disc te verwijderen en het apparaat ongeveer een uur ongebruikt aan te laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen. • Voor het verplaatsen van de stereo-installatie dient u eerst de disc er uit te verwijderen. wordt vervolgd 61NL Voorzorgsmaatregelen (vervolg) Behandelen van discs • Veeg elke disc voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje. Veeg vanuit het midden naar de rand. • Gebruik voor het reinigen van disc geen oplosmiddelen als benzine of thinner, evenmin als reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor conventionele grammofoonplaten. • Zorg dat uw discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of verwarmingsradiator; laat uw discs nooit achter in een auto die in de zon geparkeerd staat. • Gebruik geen discs met een beveiligingsring er om. Dergelijke ringen kunnen het mechanisme beschadigen. • Plakkerige inkt of loslatende lijm aan de labelkant van een disc kan blijven kleven aan het inwendige mechanisme van dit apparaat. Dan bestaat het risico dat de disc vastloopt en het apparaat defect kan raken. Pas op voor kleverige discs en controleer voor het afspelen altijd even of de disc niet plakt. Gebruik geen discs waar het volgende mis mee is: — Tweedehands of uitleen-discs met een etiket of sticker waarvan de rand omkrult of de lijm voorbij de sticker uitsteekt. Dit kan problemen bij het afspelen geven. — Discs met een label dat in speciale inkt is gedrukt; als de inkt kleverig aanvoelt kunt u de disc beter niet afspelen. • Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig of stervormig) zijn in dit apparaat niet af te spelen. Probeer het in geen geval, want de stereo-installatie kan er door beschadigd worden. Gebruik dergelijke discs niet. Afspelen van CD-R/CD-RW discs Compact discs die zijn opgenomen met een CD-R/ CD-RW recorder of “CD-brander” zijn in dit apparaat niet altijd goed af te spelen, niet alleen door stof of vuil, maar vanwege de opnamekarakteristiek van het opname-apparaat. En als een zelf opgenomen CD nog niet gefinaliseerd is, kunt u die nooit in dit apparaat afspelen. Reinigen van de behuizing Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare huishoudzeep. Gebruik geen schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals alcohol of benzine. 62NL Beveiligen van waardevolle bandopnamen Om een cassette tegen per ongeluk wissen of abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals in de afbeelding is aangegeven. Breek het wispreventienokje uit Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband afdekken. Alvorens u een cassette in het deck plaatst Zorg dat eventuele lussen in de band zijn strakgetrokken. Anders zou de band in het mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Betreffende cassettes langer dan 90 minuten De uiterst dunne band in deze cassettes kan gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen, stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het bandloopwerk verstrikt kunnen raken. Reinigen van de bandkoppen Het verdient aanbeveling de bandkoppen na iedere 10 gebruiksuren te reinigen. Maak de bandkoppen in elk geval even schoon vóór het maken van een belangrijke bandopname, evenals na het afspelen van een oude cassette. Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel verkrijgbare reinigingscassette, van het droge of het vloeistof-type. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette. Demagnetiseren van de bandkoppen Na 20 tot 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies aan hoge tonen of toename van ruis, dient u de bandkoppen en alle metalen onderdelen van het bandloopwerk te demagnetiseren met een in de audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette. Beperkingen van het minidisc-systeem Het opnamesysteem van uw minidisc-recorder is gebonden aan een aantal specifieke beperkingen, waarvan hieronder een overzicht volgt. Deze beperkingen zijn inherent aan het ontwerp van het minidisc-systeem en duiden niet op storing in uw stereo-installatie. De “Disc Full!!” foutmelding verschijnt al vóór het bereiken van de maximale opnameduur Wanneer er 255 nummers op de minidisc zijn opgenomen, zal de “Disc Full!” foutmelding verschijnen, ongeacht de feitelijke opnameduur. Een minidisc kan niet meer dan 255 muziekstukken bevatten. Om door te gaan met opnemen, dient u muziekstukken te wissen of een andere minidisc te gebruiken. De “Disc Full!” foutmelding verschijnt al vóór het bereiken van het maximaal aantal muziekstukken (255) Soms kunnen zachtere passages binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen, zodat het aantal nummers het feitelijk aantal muziekstukken overschrijdt; dan kan de “Disc Full!” foutmelding al gauw verschijnen. De “Group Full!” foutmelding verschijnt in het uitleesvenster • Als de groepsfunctie is ingeschakeld, kan tijdens het bewerken van de minidisc de aanduiding “Group Full!” verschijnen. Dan is er te weinig ruimte in het geheugen voor het bijschrijven van de groepsgegevens. In dat geval kunt u eventuele overbodige disc-titels, groeptitels of andere tekst wissen. • Ook als de groepsfunctie is uitgeschakeld, kunnen de gegevens voor het beheer van de groepen automatisch worden bijgewerkt tijdens het gebruik van de Move, Divide of andere bewerkingsfuncties, dus ook dan kan de “Group Full!” foutmelding verschijnen. Nummers van minder dan 12 seconden* lengte tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer beschikbare opnameduur zal leiden. * Alleen bij gewone stereo-opname. Bij mono-opname of LP2 stereo-opname: ongeveer 24 seconden. Bij LP4 stereo-opname: ongeveer 48 seconden. De aanduiding “Impossible” verschijnt bij gebruik van de A-B Erase wisfunctie of het samenvoegen van nummers met Combine Dit kan zich voordoen als er aan een betrokken muziekstuk al te veel “gesleuteld” is; het betreft hier een inherente beperking van het minidiscopnamesysteem, geen storing in de werking. Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden van 2 seconden*, ongeacht de lengte van het opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe afwijking van de nominale speelduur. Daarnaast kan de speelduur van een minidisc beperkt worden door krassen en dergelijke. * Alleen bij gewone stereo-opname. Bij mono-opname of LP2 stereo-opname: ongeveer 4 seconden. Bij LP4 stereo-opname: ongeveer 8 seconden. Bij het doorzoeken van muziekstukken die door bewerking zijn samengesteld valt het geluid soms weg Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn opgenomen, maar door bewerking zijn samengesteld, kunnen nogal over de minidisc verspreid zijn en dan kan de versnelde weergave het zoeken niet altijd bijhouden. De muziekstuknummers worden niet juist vastgelegd Ook al is de Level Synchro stilte-markering ingeschakeld, dan nog kunnen de muziekstuknummers soms niet naar behoren worden vastgelegd aan het begin van elk muziekstuk: • als het ingangssignaal minder dan 2 seconden lang onder het grensniveau blijft, m.a.w. bij een te korte of rumoerige pauze tussen twee muziekstukken. • als het ingangssignaal midden in een muziekstuk langer dan 2 seconden onder het grensniveau blijft. • bij opnemen van een muziekstuk dat maar 4 seconden* of korter duurt. * Bij gewone stereo-opname, mono-opname of LP2 stereo-opname (bij LP4 stereo-opname: ongeveer 8 seconden of korter). Er worden extra nummers bijgemaakt Aanvullende informatie De resterende opnameduur vermeerdert niet, ook na het wissen van diverse korte nummers De totale opgenomen speelduur plus de resterende opnameduur op de minidisc komen in totaal niet aan de nominale speelduur van de disc Als het tussen de muziekstukken op een CD erg lang stil blijft, kan er wel eens een extra nummer worden bijgemaakt. Het aantal muziekstukken op de CD verschijnt van dat op de opgenomen minidisc Als er erg korte muziekstukken op de CD staan, kan het uiteindelijk aantal nummers op de minidisc wel eens verschillen van het aantal op de CD. wordt vervolgd 63NL Beperkingen van het minidiscsysteem (vervolg) Overzicht van het één-generatie kopieersysteem (“Serial Copy Management System”) Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs, minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om vrijwel perfecte kopieën te maken van geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale signalen blijft de kwaliteit volledig intact. Ter bescherming van de auteursrechten van componisten en musici is dit apparaat voorzien van het “Serial Copy Management System” dat slechts één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat via digitale aansluitingen. Via digitale aansluitingen kunt u alleen een eerste-generatie kopie* maken van digitaal geluidsmateriaal. Bijvoorbeeld: 1 U kunt een digitale kopie maken van een in de handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals een compact disc of een voorbespeelde minidisc), maar het is niet mogelijk van deze kopie weer een (tweede-generatie) kopie te maken. 2 U kunt een digitale kopie maken van het digitaal opgenomen geluid van een oorspronkelijk analoge geluidsbron (zoals een grammofoonplaat of een muziekcassette) of een opname van een digitale satellietuitzending, maar hiervan kunt u weer geen tweede-generatie kopie maken. * Een eerste-generatie kopie is een digitale opname van digitale signalen, gemaakt met digitale geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de minidisc-recorder en de CD-speler van uw stereoinstallatie het geluid van een compact disc opneemt, is dit een eerste-generatie digitale kopie. Technische gegevens Hoofdapparaat (HCD-CP505) Versterker-gedeelte Europees model: DIN uitgangsvermogen (nominaal): 30 + 30 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 35 + 35 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) Muziekvermogen (referentie): 70 + 70 watt Overige modellen: De volgende metingen zijn verricht bij 230 V wisselstroom, 60 Hz. DIN uitgangsvermogen (nominaal): 25 + 25 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 30 + 30 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) De volgende metingen zijn verricht bij 220 V wisselstroom, 60 Hz. DIN uitgangsvermogen (nominaal): 22 + 22 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 28 + 28 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) Ingangen ANALOG IN: Gevoeligheid (tulpstekkerbussen) 250 mV, impedantie 47 kOhm DIGITAL OPTICAL IN (geschikte bemonsteringsfrequenties: 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz) Uitgangen PHONES: SPEAKER: CD-speler Systeem Laser Frequentiebereik 64NL Voor aansluiten van een hoofdtelefoon met een impedantie van 8 ohm of meer Voor luidsprekers met een impedantie van 6 tot 16 ohm. Compact disc digitaal audiosysteem Halfgeleider laser (λ=780 nm) Emissieduur: continu 2 Hz – 20 kHz Minidisc-recorder System Algemeen Opname/weergavesysteem MiniDisc digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider laser (λ=780 nm) Emissieduur: continu Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz Frequentiebereik 5 Hz – 20 kHz Cassettedeck Opname/weergavesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo Frequentiebereik 50 – 13.000 Hz (±3 dB) met Sony TYPE I normaalband-cassette Snelheidsfluctuaties ±0,15% Gewogen piekniveau (IEC) 0,1% Gewogen R.M.S. (NAB) ±0,2% Gewogen piekniveau (DIN) Tuner-gedeelte FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming FM afstemtrap Afstembereik 87,5 - 108,0 MHz (afsteminterval 50 kHz) Antenne FM-draadantenne Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch Tussenfrequentie 10,7 MHz AM afstemtrap Afstembereik Europees model: 531 - 1.602 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Overige modellen: 530 - 1.710 kHz (met afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 - 1.602 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Antenne AM-kaderantenne, externe antenne-aansluitingen Tussenfrequentie 450 kHz Stroomvoorziening Europees model: Overige modellen: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz 110 – 120 V of 220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Omschakelbaar met spanningskiezer Stroomverbruik Europees model: Zie naamplaatje 0,3 watt (in de stroombesparingsstand) Overige modellen: Zie naamplaatje Afmetingen (b/h/d) incl. uitstekende onderdelen en knoppen Versterker/tuner/cassettedeck/MD/CD-speler: Ca. 175 × 240 × 341,5 mm Luidsprekers: Ca. 152 × 240 × 258,5 mm Gewicht Versterker/tuner/cassettedeck/MD/CD-speler: Ca. 6,1 kg Luidsprekers: Ca. 2,6 kg netto per luidspreker Bijgeleverd toebehoren: Afstandsbediening (1) R6 (AA-formaat) batterijen (2) AM-kaderantenne (1) FM-draadantenne (1) Los verkrijgbaar Sony PC aansluitset (Zie de catalogus en andere aankondigingen voor de datum van verkrijgbaarheid.) Het los verkrijgbaar toebehoren voor deze stereo-installatie is onder voorbehoud van wijzigingen. Raadpleeg voor meer informatie uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Luidsprekers (SS-CCP505) Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker: Hogetonen-luidspreker: Nominale impedantie: Tweewegsysteem, in basreflexkast conus, 12 cm doorsnede symmetrisch aangedreven type, 2,5 cm doorsnede 6 ohm Aanvullende informatie Luidsprekersysteem 65NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196

Sony cmt cp 505 md de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor