2500117_b 37
Veiligheidsinstructies
een toevallige aanraking met de lopende
zaagketting.
■
Volg de aanwijzingen voor de smering, de
kettingspanning en het vervangen van
toebehoren. Een foutief gespannen of ge-
smeerde ketting kan scheuren of het terug-
slagrisico verhogen.
■
Zorg dat de grepen droog, schoon en vrij
van olie of vet blijven. Vette, olieachtige
grepen zijn glibberig en leiden tot controle-
verlies.
■
Zaag alleen hout. Gebruik de kettingzaag
niet voor werkzaamheden waarvoor deze
niet bedoeld is. Voorbeeld: gebruik de ket-
tingzaag niet om plastic, metselwerk of
bouwmaterialen die niet van hout zijn, te
zagen. Het gebruik van de kettingzaag voor
niet-reglementaire werkzaamheden kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
3.8 Oorzaken en vermijding van een
terugslag
Terugslag kan optreden wanneer het uiteinde
van het zaagblad een voorwerp raakt of wanneer
het hout buigt en de zaagketting in de snede
vastklemt.
Een aanraking met het zaagbladuiteinde kan in
veel gevallen tot een onverwachte, achterwaartse
reactie leiden, waarbij het zaagblad naar boven
en in de richting van de bedienaar wordt gesla-
gen.
Wanneer de zaagketting aan de bovenkant van
het zaagblad klem raakt, kan het blad hierdoor
heftig in de richting van de bedienaar terugslaan.
Elke van deze reacties kan ertoe leiden dat u de
controle over de zaag verliest en mogelijkerwijze
zware letsels oploopt. Vertrouw niet uitsluitend op
de beveiligingen die in de kettingzaag zijn inge-
bouwd. Als gebruiker van een kettingzaag dient u
verschillende maatregelen te treffen om ongeval-
en letselvrij te kunnen werken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of
foutief gebruik van het elektrische gereedschap.
Die kan vermeden worden door geschikte voor-
zorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven:
■
Houd de zaag met beide handen vast,
waarbij duimen en vingers de grepen van
de kettingzaag omsluiten. Breng uw li-
chaam en de armen in een positie waarin
u stand kunt houden tegen de terugslag-
krachten. Mits hij/zij geschikte maatregelen
treft, kan de bedienaar de optredende terug-
slagkrachten beheersen. Laat de kettingzaag
nooit los.
■
Vermijd een abnormale lichaamshouding
en zaag niet boven schouderhoogte. Daar-
door wordt een onbedoelde aanraking met
het zaagbladuiteinde vermeden en een bete-
re controle van de kettingzaag in onverwach-
te situaties mogelijk gemaakt.
■
Gebruik altijd vervangbladen en zaagket-
tingen die de fabrikant voorschrijft. Foutie-
ve vervangbladen kunnen de ketting doen
scheuren en/of een terugslag veroorzaken.
■
Respecteer de aanwijzingen van de fabri-
kant voor het slijpen en het onderhoud
van de zaagketting. Te lage dieptebegren-
zers verhogen de neiging tot een terugslag.
3.9 Veiligheidsinstructies voor
hoogsnoeizagen
3.9.1 Werkinstructies (01)
■
Hef de hoogsnoeizaag (01/1) tijdens het
snoeien maximaal onder een hoek van 60°
(01/2). Wanneer u snoeit onder een steilere
hoek, begeeft u zich onvermijdelijk in een ge-
bied, waarbinnen de afgezaagde takken om-
laag kunnen vallen. Zorg ervoor dat u altijd
buiten dit gebied staat.
■
Plan altijd vooraf wat uw vluchtweg zal zijn
voor het ontwijken van vallende takken. Deze
weg moet vrij zijn van obstakels, zoals afge-
zaagde takken of gladde plekken, die het ont-
wijken van takken kunnen hinderen.
■
Houd ten opzichte van omstanders, dieren,
voorwerpen of gebouwen steeds een veilig-
heidsafstand aan, die minimaal 2,5-maal de
lengte van de af te zagen tak bedraagt. Wan-
neer dit niet mogelijk is, moet de tak stuksge-
wijs worden afgezaagd.
■
Probeer nooit een tak door te zagen, waar-
van de doorsnede groter is dan de lengte van
het zaagblad.
■
Voorkom dat bewegende takken of voorwer-
pen door de zaagketting kunnen worden ge-
grepen. Schakel in een dergelijk geval de
hoogsnoeier onmiddellijk uit.
■
Verwijder de accu uit het apparaat en schuif
de beschermkap over de zaagketting bij:
■
Test-, afstel- en reinigingswerkzaamhe-
den
■
Werkzaamheden aan het zaagblad en de
zaagketting
■
Het achterlaten van het apparaat