AL-KO CSA 4220 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2500117_b 33
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKERSHANDLEIDING
Inhoudsopgave
1 Over deze gebruikershandleiding ............ 33
1.1 Verklaring van pictogrammen en sig-
naalwoorden....................................... 34
2 Productbeschrijving ................................. 34
2.1 Beoogd gebruik (01)........................... 34
2.2 Mogelijk voorzienbaar foutief gebruik. 34
2.3 Restrisico's......................................... 34
2.4 Symbolen op het hoogsnoei-hulpstuk 34
2.5 Veiligheids- en beveiligingsvoorzie-
ningen ................................................ 35
2.6 Productoverzicht ................................ 35
3 Veiligheidsinstructies ............................... 35
3.1 Gebruiker ........................................... 35
3.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen.. 35
3.3 Veiligheid op de werkplek .................. 35
3.4 Veiligheid van personen en dieren..... 35
3.5 Veiligheid van het apparaat................ 36
3.6 Elektrische veiligheid.......................... 36
3.7 Veiligheidsinstructies voor kettingza-
gen ..................................................... 36
3.8 Oorzaken en vermijding van een te-
rugslag ............................................... 37
3.9 Veiligheidsinstructies voor hoog-
snoeizagen......................................... 37
3.9.1 Werkinstructies (01)..................... 37
3.9.2 Belasting door trillingen ............... 38
3.9.3 Geluidsbelasting .......................... 38
4 Montage en ingebruikname ..................... 39
4.1 Monteren van zaagblad en zaagket-
ting (02 – 06) ...................................... 39
4.2 Spannen en ontspannen van de
zaagketting (07) ................................. 39
4.3 Kettingzaagolie bijvullen (08) ............. 39
4.4 Draagriem aanbrengen op het ba-
sisapparaat......................................... 40
4.5 Hulpstuk op het basisapparaat plaat-
sen ..................................................... 40
5 Bediening................................................. 40
5.1 Apparaat in- en uitschakelen.............. 40
5.2 Kettingspanning controleren............... 40
5.3 Controleren van de kettingsmering..... 40
6 Werkhouding en werktechniek (09 – 13)... 41
7 Onderhoud en verzorging.......................... 41
7.1 Zaagketting en zaagblad .................... 41
7.1.1 Vervangen van de zaagketting
en het zaagblad ........................... 41
7.1.2 Zaagblad omkeren ....................... 41
7.1.3 Zaagketting slijpen ....................... 41
7.1.4 Reinigen van het zaagblad .......... 42
7.2 Controleren en reinigen van het ket-
tingwiel................................................ 42
8 Opslag....................................................... 42
9 Hulp bij storingen....................................... 43
10 Transport................................................... 43
11 Verwijderen ............................................... 44
12 Klantenservice/service centre ................... 45
13 Garantie..................................................... 46
14 EG-verklaring van overeenstemming........ 46
1 OVER DEZE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
De Duitse versie is de originele gebruiksaan-
wijzing. Alle andere taalversies zijn vertalin-
gen van de originele gebruiksaanwijzing.
Lees voor de ingebruikname deze gebruiks-
aanwijzing absoluut zorgvuldig door. Dit is de
voorwaarde voor veilig werken en een sto-
ringsvrij gebruik.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed zodat
u erin het antwoord op uw vragen kunt terug-
vinden wanneer u informatie over het appa-
raat nodig hebt.
Draag het apparaat alleen samen met deze
gebruiksaanwijzing aan andere personen
over.
Lees en neem de veiligheids- en waarschu-
wingsinstructies in deze gebruiksaanwijzing
in acht.
NL
34 CSA 4220
Productbeschrijving
1.1 Verklaring van pictogrammen en
signaalwoorden
GEVAAR!
Wijst op een direct gevaarlijke situatie,
die, wanneer ze niet vermeden wordt, tot
de dood of tot een ernstig letsel leidt.
WAARSCHUWING!
Wijst op een potentieel gevaarlijke situa-
tie, die, wanneer ze niet vermeden
wordt, tot de dood of tot een zwaar letsel
kan leiden.
VOORZICHTIG!
Wijst op een potentieel gevaarlijke situa-
tie, die, wanneer ze niet vermeden
wordt, tot een licht of middelzwaar letsel
kan leiden.
LET OP!
Wijst op een situatie, die, wanneer ze
niet vermeden wordt, tot materiële scha-
de kan leiden.
OPMERKING
Speciale aanwijzingen voor meer duide-
lijkheid en een beter gebruik.
2 PRODUCTBESCHRIJVING
Met de hoogsnoeizaag kunt u bomen en andere
houtgewassen eenvoudig en veilig vanaf de
grond snoeien. Zo kan het omslachtige en ge-
vaarlijke vanaf een ladder of vanuit de boom ach-
terwege blijven.
2.1 Beoogd gebruik (01)
Het hoogsnoei-hulpstuk CSA 4220 mag uitslui-
tend worden gebruikt in combinatie met het ba-
sisapparaat MT 42. Het hele apparaat is ontwor-
pen om bomen en andere houtachtige gewassen
vanaf de grond te snoeien. De gebruiker moet
daarbij stevig op de grond staan (01).
Gebruik uitsluitend biologisch afbreekbare ket-
tingzaagolie.
Het basisapparaat en de aangebouwde appara-
tuur is uitsluitend bedoeld voor particulier ge-
bruik. Elke andere toepassing, alsook een verbo-
den om- of aanbouw, worden beschouwd als niet
beoogd gebruik en leidt tot het vervallen van de
garantie, het verlies van de conformiteit (CE-mar-
kering) en de weigering van elke verantwoorde-
lijkheid door de fabrikant wat betreft schade aan
de gebruiker of aan derden.
2.2 Mogelijk voorzienbaar foutief gebruik
Snoei nooit takken, die zich recht boven of
onder een scherpe hoek ten opzichte van de
gebruiker of overige personen bevinden.
Gebruik het apparaat nooit terwijl u op een
ladder staat.
Gebruik nooit meer dan één telescoopbuis,
ook niet wanneer meerdere telescoopbuizen
beschikbaar zijn.
Gebruik nooit afgewerkte olie of minerale
olie.
2.3 Restrisico's
Ook bij doelmatig gebruik van het apparaat, res-
teert altijd een zeker restrisico dat niet kan wor-
den uitgesloten. Uit de aard en de bouwwijze van
het apparaat kunnen, afhankelijk van het gebruik,
de volgende potentiële gevaren worden afgeleid:
Aanraking met rondvliegende zaagspanen en
oliespray
Inademen van zaagstof en oliespray
Letsel door rondvliegende delen van de
zaagketting
Snijletsel door de zaagketting
2.4 Symbolen op het hoogsnoei-hulpstuk
Symbool Betekenis
Vereist extra voorzichtigheid tijdens
gebruik!
Minimale afstand van 10 m tot voe-
dingskabels en onder spanning
staande kabels!
Lees vóór ingebruikname de ge-
bruiksaanwijzing!
Veiligheidsbril, gehoorbescherming
en helm dragen!
2500117_b 35
Veiligheidsinstructies
Symbool Betekenis
Veiligheidsschoenen dragen!
Draag beschermende handschoe-
nen!
Beschermen tegen regen en vocht!
2.5 Veiligheids- en
beveiligingsvoorzieningen
Beschermkap van het zaagblad
Voor transport moet de beschermkap over het
zaagblad en de zaagketting worden geschoven,
om persoonlijk letsel en beschadiging van voor-
werpen te voorkomen.
2.6 Productoverzicht
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Nr. Component
1 Beschermkap van het zaagblad
2 Combisleutel
3 Zaagblad
Nr. Component
4 Zaagketting
5 Vulopening van de olietank
6 Koppeling voor verlengbuis of basisap-
paraat
7 Kijkglas olietank
8 Haak
9 Kettingwieldeksel
10 Bevestigingsmoer
11 Kettingspanschroef
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
3.1 Gebruiker
Personen van jonger dan 16 jaar en perso-
nen die de gebruikershandleiding niet heb-
ben gelezen, mogen het apparaat niet ge-
bruiken. Neem eventueel van toepassing
zijnde nationale veiligheidsvoorschriften om-
trent de minimum leeftijd van de gebruiker in
acht.
Bedien het apparaat niet als u onder invloed
bent van alcohol, drugs of geneesmiddelen.
3.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen
Om letsel aan hoofd en ledematen evenals
gehoorschade te voorkomen, moet verplicht
beschermende kleding en uitrusting worden
gedragen.
De persoonlijke beschermingsmiddelen be-
staan uit:
Veiligheidshelm, veiligheidsbril en adem-
halingstoestel
lange broek en stevige schoenen
bij onderhoud en verzorging: veiligheids-
handschoenen
3.3 Veiligheid op de werkplek
Werk enkel bij daglicht of bij sterk kunstlicht.
Verwijder vóór de werkzaamheden gevaarlij-
ke voorwerpen uit het werkgebied, bijv. tak-
ken, glazen en metalen voorwerpen, stenen.
Let daarbij op uw stabiliteit.
3.4 Veiligheid van personen en dieren
Gebruik het apparaat alleen voor werkzaam-
heden waarvoor het is bedoeld. Niet-regle-
mentair gebruik kan letsel en materiële scha-
de veroorzaken.
NL
36 CSA 4220
Veiligheidsinstructies
Schakel het apparaat alleen in als er geen
personen of dieren in het werkgebied aanwe-
zig zijn.
Houd handen of voeten of andere lichaams-
delen uit de buurt van bewegende delen van
het apparaat (bijv. zaagketting, snijmechanis-
me).
Delen van het apparaat, bijv. motorafdekkin-
gen en snijgereedschappen, kunnen tijdens
gebruik zeer heet worden. Raak ze niet aan.
Wacht na het uitschakelen tot ze afgekoeld
zijn.
3.5 Veiligheid van het apparaat
Gebruik het apparaat alleen onder de volgen-
de voorwaarden:
Het apparaat is niet vervuild.
Het apparaat vertoont geen beschadigin-
gen.
Alle bedieningselementen werken.
Houd alle apparaatgrepen droog en schoon.
Overbelast het apparaat niet. Het is voor lich-
te particuliere werkzaamheden bedoeld.
Overbelasting leidt tot beschadiging van het
apparaat.
Gebruik het apparaat nooit met versleten of
defecte onderdelen. Vervang defecte onder-
delen altijd door originele reserve-onderdelen
van de fabrikant. Wanneer het apparaat met
versleten of defecte onderdelen wordt ge-
bruikt, kan tegenover de fabrikant geen aan-
spraak op garantie worden gemaakt.
3.6 Elektrische veiligheid
Ter voorkoming van kortsluitingen en vernie-
ling van de elektrische onderdelen:
Bescherm het apparaat tegen vocht en
gebruik het niet bij regen.
Spuit het apparaat niet met water af.
Open het apparaat niet.
OPMERKING
Neem de veiligheidsinstructies voor de
accu en de oplader in de afzonderlijke
handleidingen in acht.
3.7 Veiligheidsinstructies voor kettingzagen
Houd bij lopende zaag alle lichaamsdelen
uit de buurt van de zaagketting. Contro-
leer voor het starten van de zaag of de
zaagketting niets aanraakt. Bij werkzaam-
heden met een kettingzaag kan een moment
van onoplettendheid ertoe leiden dat kleding
of lichaamsdelen door de zaagketting gegre-
pen worden.
Houd de kettingzaag altijd met uw rechter-
hand aan de achterste greep en uw linker-
hand aan de voorste greep vast. De ket-
tingzaag in omgekeerde werkhouding vast-
houden, verhoogt het risico op letsels en mag
niet toegepast worden.
Het elektrische gereedschap moet altijd
uitsluitend aan de geïsoleerde grepen
worden vastgehouden, omdat de zaagket-
ting verborgen leidingen kan raken. Wan-
neer zaagkettingen een onder spanning
staande draad raken, komen de metalen de-
len van het elektrische gereedschap onder
spanning te staan, waardoor de gebruiker
een elektrische schok kan oplopen.
Draag veiligheidsbril en gehoorbescher-
ming. Overige bescherming voor hoofd,
handen, benen en voeten wordt aanbevo-
len. Geschikte werkkleding vermindert het
letselgevaar door rondvliegende spaanders
en toevallig aanraken van de zaagketting.
Werk nooit vanuit een boom met de ket-
tingzaag. Wanneer u vanuit een boom werkt,
bestaat gevaar voor persoonlijk letsel.
Let altijd op een stabiele positie en ge-
bruik de kettingzaag alleen wanneer u op
een stevige, veilige en vlakke ondergrond
staat. Gladde ondergrond of onstabiele stand
zoals op een ladder, kunnen leiden tot even-
wichtsverlies of tot controleverlies over de
kettingzaag.
Houd er bij het knippen van een tak die
onder spanning staat rekening mee dat
deze terugveert. Wanneer de spanning in de
houten vezels vrijkomt, kan de tak onder
spanning de bedienende persoon raken en/of
de kettingzaag aan de controle onttrekken.
Wees bijzonder voorzichtig bij het knip-
pen van onderbegroeiing en jonge bomen.
Het dunne materiaal kan verstrikt geraken in
de zaagketting en tegen u slagen of u uit
evenwicht brengen.
Draag de kettingzaag bij de voorste greep
in uitgeschakelde toestand, de zaagket-
ting van uw lichaam afgewend. Bij het
transport of het opbergen van de ketting-
zaag moet de beschermkap altijd gebruikt
worden. Zorgvuldige omgang met de ketting-
zaag vermindert de waarschijnlijkheid van
2500117_b 37
Veiligheidsinstructies
een toevallige aanraking met de lopende
zaagketting.
Volg de aanwijzingen voor de smering, de
kettingspanning en het vervangen van
toebehoren. Een foutief gespannen of ge-
smeerde ketting kan scheuren of het terug-
slagrisico verhogen.
Zorg dat de grepen droog, schoon en vrij
van olie of vet blijven. Vette, olieachtige
grepen zijn glibberig en leiden tot controle-
verlies.
Zaag alleen hout. Gebruik de kettingzaag
niet voor werkzaamheden waarvoor deze
niet bedoeld is. Voorbeeld: gebruik de ket-
tingzaag niet om plastic, metselwerk of
bouwmaterialen die niet van hout zijn, te
zagen. Het gebruik van de kettingzaag voor
niet-reglementaire werkzaamheden kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
3.8 Oorzaken en vermijding van een
terugslag
Terugslag kan optreden wanneer het uiteinde
van het zaagblad een voorwerp raakt of wanneer
het hout buigt en de zaagketting in de snede
vastklemt.
Een aanraking met het zaagbladuiteinde kan in
veel gevallen tot een onverwachte, achterwaartse
reactie leiden, waarbij het zaagblad naar boven
en in de richting van de bedienaar wordt gesla-
gen.
Wanneer de zaagketting aan de bovenkant van
het zaagblad klem raakt, kan het blad hierdoor
heftig in de richting van de bedienaar terugslaan.
Elke van deze reacties kan ertoe leiden dat u de
controle over de zaag verliest en mogelijkerwijze
zware letsels oploopt. Vertrouw niet uitsluitend op
de beveiligingen die in de kettingzaag zijn inge-
bouwd. Als gebruiker van een kettingzaag dient u
verschillende maatregelen te treffen om ongeval-
en letselvrij te kunnen werken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of
foutief gebruik van het elektrische gereedschap.
Die kan vermeden worden door geschikte voor-
zorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven:
Houd de zaag met beide handen vast,
waarbij duimen en vingers de grepen van
de kettingzaag omsluiten. Breng uw li-
chaam en de armen in een positie waarin
u stand kunt houden tegen de terugslag-
krachten. Mits hij/zij geschikte maatregelen
treft, kan de bedienaar de optredende terug-
slagkrachten beheersen. Laat de kettingzaag
nooit los.
Vermijd een abnormale lichaamshouding
en zaag niet boven schouderhoogte. Daar-
door wordt een onbedoelde aanraking met
het zaagbladuiteinde vermeden en een bete-
re controle van de kettingzaag in onverwach-
te situaties mogelijk gemaakt.
Gebruik altijd vervangbladen en zaagket-
tingen die de fabrikant voorschrijft. Foutie-
ve vervangbladen kunnen de ketting doen
scheuren en/of een terugslag veroorzaken.
Respecteer de aanwijzingen van de fabri-
kant voor het slijpen en het onderhoud
van de zaagketting. Te lage dieptebegren-
zers verhogen de neiging tot een terugslag.
3.9 Veiligheidsinstructies voor
hoogsnoeizagen
3.9.1 Werkinstructies (01)
Hef de hoogsnoeizaag (01/1) tijdens het
snoeien maximaal onder een hoek van 60°
(01/2). Wanneer u snoeit onder een steilere
hoek, begeeft u zich onvermijdelijk in een ge-
bied, waarbinnen de afgezaagde takken om-
laag kunnen vallen. Zorg ervoor dat u altijd
buiten dit gebied staat.
Plan altijd vooraf wat uw vluchtweg zal zijn
voor het ontwijken van vallende takken. Deze
weg moet vrij zijn van obstakels, zoals afge-
zaagde takken of gladde plekken, die het ont-
wijken van takken kunnen hinderen.
Houd ten opzichte van omstanders, dieren,
voorwerpen of gebouwen steeds een veilig-
heidsafstand aan, die minimaal 2,5-maal de
lengte van de af te zagen tak bedraagt. Wan-
neer dit niet mogelijk is, moet de tak stuksge-
wijs worden afgezaagd.
Probeer nooit een tak door te zagen, waar-
van de doorsnede groter is dan de lengte van
het zaagblad.
Voorkom dat bewegende takken of voorwer-
pen door de zaagketting kunnen worden ge-
grepen. Schakel in een dergelijk geval de
hoogsnoeier onmiddellijk uit.
Verwijder de accu uit het apparaat en schuif
de beschermkap over de zaagketting bij:
Test-, afstel- en reinigingswerkzaamhe-
den
Werkzaamheden aan het zaagblad en de
zaagketting
Het achterlaten van het apparaat
NL
38 CSA 4220
Veiligheidsinstructies
Transport
Opslag
Onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den
Gevaar
Houd steeds een veiligheidsafstand van 10 m
aan ten opzichte van bovengrondse elektrici-
teitsleidingen.
3.9.2 Belasting door trillingen
WAARSCHUWING!
Gevaar als gevolg van trillingen
De werkelijke trillingsemissiewaarde tij-
dens het gebruik van het apparaat kan
afwijken van de door de fabrikant opge-
geven waarde. Let voor of tijdens het
gebruik op de volgende factoren die van
invloed zijn:
Wordt het apparaat gebruikt voor het
beoogde gebruik?
Wordt het materiaal op de juiste wij-
ze gesneden of verwerkt?
Bevindt het apparaat zich in een
goede staat van gebruik?
Is het snijblad goed scherp en is het
juiste snijblad ingebouwd?
Zijn de handgrepen en, indien nodig,
optionele trillingsdempende hand-
grepen gemonteerd en zijn deze
vast verbonden met het apparaat?
Gebruik het apparaat alleen met het motor-
toerental dat nodig is voor de uit te voeren
werkzaamheden. Gebruik het maximale toe-
rental zo min mogelijk om geluid en trillingen
te beperken.
Als gevolg van verkeerd gebruik en onder-
houd kunnen de trillingen en het lawaai van
het apparaat toenemen. Dit leidt tot schade
aan de gezondheid. Schakel in dit geval het
apparaat onmiddellijk uit en laat het repare-
ren door een geautoriseerde servicewerk-
plaats.
De mate van belasting als gevolg van trillin-
gen is afhankelijk van de uit te voeren werk-
zaamheden of van de toepassing van het ap-
paraat. Schat hem in en las voldoende pau-
zes in. Daardoor wordt de belasting door tril-
lingen gedurende de volledige werktijd in be-
langrijke mate verminderd.
Door een langer gebruik van het apparaat
wordt de bediener blootgesteld aan trillingen,
waardoor problemen kunnen ontstaan met de
bloedsomloop (‘dode vingers’). Om dit risico
te verminderen, handschoenen dragen en de
handen warmhouden. Wanneer een symp-
toom van ‘dode vingers’ wordt waargenomen,
onmiddellijk medische hulp inroepen. Tot de-
ze symptomen behoren: Gevoelloosheid, ver-
lies van gevoeligheid, tintelingen, jeuk, pijn,
vermindering van de kracht, verandering van
kleur of van de conditie van de huid. Meestal
worden deze symptomen waargenomen aan
vingers, handen of polsen. Bij lage tempera-
turen neemt het gevaar toe.
Las langere pauzes in tijdens uw werkdag,
zodat u kunt herstellen van het geluid en van
de trillingen. Plan uw werk zodanig dat het
gebruik van apparaten die sterke trillingen
veroorzaken, wordt verspreid over meerdere
dagen.
Wanneer u een onaangenaam gevoel of een
verkleuring van de huid tijdens het gebruik
van het apparaat waarneemt aan uw handen,
onderbreekt u het werk onmiddellijk. Las vol-
doende pauzes in. Zonder voldoende pauzes
kan een trillingensyndroom ontstaan aan
handen en armen.
Minimaliseer het risico door uzelf zo min mo-
gelijk bloot te stellen aan trillingen. Verzorg
het apparaat volgens de aanwijzingen in de
gebruiksaanwijzing.
Als het apparaat vaak wordt gebruikt, neemt
u contact op met uw dealer om trillingsdem-
pende accessoires (bijv. handgrepen) aan te
schaffen.
Gebruik het apparaat niet bij temperaturen
onder 10°C. Leg in een werkschema vast
hoe de belasting door trillingen kan worden
begrensd.
3.9.3 Geluidsbelasting
Een zekere geluidsbelasting door dit apparaat is
onvermijdelijk. Plan luidruchtige werkzaamheden
gedurende acceptabele en daarvoor geschikte tij-
den. Respecteer rusttijden en beperk de duur van
het werk tot het minimum. Voor uw persoonlijke
bescherming en ter bescherming van personen
die zich in de buurt bevinden, moet geschikte ge-
hoorbescherming worden gedragen.
2500117_b 39
Montage en ingebruikname
4 MONTAGE EN INGEBRUIKNAME
4.1 Monteren van zaagblad en zaagketting
(02 – 06)
VOORZICHTIG!
Letselgevaar door zaagketting
De snijranden van de zaagketting zijn
zeer scherp en kunnen, bij het hanteren
van de zaagketting snijletsel veroorza-
ken. Denk voor alle werkzaamheden
aan de kettingzaag aan het volgende:
Schakel het apparaat uit en verwij-
der altijd de accu.
Draag veiligheidshandschoenen.
1. Bevestigingsmoer (02/1) van de kettingwiel-
afdekking (02/2) losdraaien (02/a). Bevesti-
gingsmoer en kettingwielafdekking verwijde-
ren.
2. Kettingspanschroef (03/1) met de schroeven-
draaier op het combisleutel losdraaien. Draai
zo lang aan de kettingspanschroef, tot de
spanpen (03/2) zich aan het achterste einde
van het schroefdraad bevindt (03/a).
3. Leg de zaagketting om het zaagblad:
De tanden (04/1) van de zaagketting
(04/2) moeten aanliggen bovenop het
zaagblad en moeten richting het zaag-
bladeinde (04/3) wijzen (04/a).
Opmerking:Let erop, dat de ketting op
juiste wijze is gemonteerd!
Zaagketting (04/2) in de groef (04/4) van
de geleidingsrail plaatsen en volledig om
de geleiderail heen leiden.
4. Leg het zaagblad met gemonteerde zaagket-
ting in de geopende behuizing:
Leg de zaagketting (05/1) om het ketting-
wiel (05/2).
Geleiderail (05/3) zodanig uitlijnen dat de
geleidepen (05/4) in het langwerpige gat
(05/5) van de geleiderail valt.
Geleiderail (05/3) zodanig uitlijnen dat de
kettingspanpen (05/6) in een van de twee
kettingspangaten (05/7) valt.
Zaagketting (05/1) zodanig uitlijnen dat
hij in de groef van de geleiderail (05/3) en
tegen het aandrijfkettingwiel (05/2) ligt.
5. Kettingwielafdekking (06/1) plaatsen en met
bevestigingsmoer (06/2) vastdraaien (06/a).
6. Spannen van de zaagketting ().
4.2 Spannen en ontspannen van de
zaagketting (07)
1. Bevestigingsmoer van de afdekking iets los-
draaien.
2. Zaagketting spannen, hierbij de combisleutel
gebruiken:
Zaagketting spannen: Draai de ket-
tingspanschroef (07/1) rechtsom (07/a).
Zaagketting ontspannen: Kettingspan-
schroef (07/1) tegen de klok in draaien
(07/b).
3. Controleren van de kettingspanning (zie
Hoofdstuk 5.2 "Kettingspanning controleren",
pagina40). Herhaal, indien nodig, de hier-
boven vermelde stappen.
4.3 Kettingzaagolie bijvullen (08)
In uitleveringstoestand is het apparaat NIET
gevuld met kettingzaagolie!
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Bij gebruik van het apparaat zonder ket-
tingzaagolie raken de zaagketting en het
zaagblad beschadigd.
Gebruik het apparaat nooit zonder
kettingzaagolie.
Vul voor aanvang van de werkzaam-
heden de olietank met ketting-
zaagolie en controleer het oliepeil
regelmatig gedurende de werkzaam-
heden.
Controleer minimaal voor elke start
van de werkzaamheden of de ket-
tingsmering correct functioneert.
De levensduur en de zaagcapaciteit van de zaag-
ketting zijn afhankelijk van een optimale smering.
Tijdens gebruik wordt de zaagketting automatisch
bevochtigd met olie.
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Bij gebruik van afgewerkte olie voor de
kettingsmering, zorgen de metaaldeel-
tjes die hierin zijn opgenomen voor een
extra hoge slijtage aan het zaagblad en
de zaagketting, zodat deze vroegtijdig
versleten raken. Bovendien vervalt hier-
door de garantie van de fabrikant.
Gebruik nooit afgewerkte olie, maar
uitsluitend biologisch afbreekbare
kettingzaagolie.
NL
40 CSA 4220
Bediening
LET OP!
Gevaar voor milieuschade
Het gebruik van minerale olie voor de
kettingsmering leidt tot ernstige milieus-
chade.
Gebruik nooit minerale olie, maar
uitsluitend biologisch afbreekbare
kettingzaagolie.
Controleer het oliepeil elke keer voor aanvang
van de werkzaamheden en elke keer bij het ver-
wisselen van de accu en vul, indien nodig, ket-
tingzaagolie bij:
1. Controleer het oliepeil in het kijkglas (08/1)
van de olietank. Er moet altijd olie te zien
zijn. Het minimale en het maximale oliepeil
mogen niet worden onder- resp. overschre-
den.
2. Zet de hoogsnoeizaag horizontaal op een
stevige ondergrond en houd deze vast.
3. Reinig het gebied rondom de vuldop van de
olietank (08/2).
4. Olietankdop (08/2) losdraaien.
5. Vul de tank met biologisch afbreekbare ket-
tingzaagolie. Hierbij in het kijkvenster (08/1)
van de olietank het oliepeil controleren. Laat
de olietank niet overstromen!
Gebruik een trechter om het bijvullen te
vergemakkelijken.
Er mag geen vuil in de olietank terechtko-
men.
6. Olietankdop (08/2) weer dichtschroeven.
4.4 Draagriem aanbrengen op het
basisapparaat
Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – ba-
sisapparaat".
4.5 Hulpstuk op het basisapparaat plaatsen
Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – ba-
sisapparaat".
5 BEDIENING
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verbranding
Tijdens het gebruik wordt het transmis-
siehuis heet.
Raak het transmissiehuis niet aan.
5.1 Apparaat in- en uitschakelen
Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – ba-
sisapparaat".
5.2 Kettingspanning controleren
Controleer de kettingspanning regelmatig, want
nieuwe zaagkettingen rekken nog iets uit.
1. Trek de zaagketting met de hand iets vooruit
en controleer daarbij:
In koude toestand: De zaagketting is cor-
rect gespannen wanneer deze in het mid-
den van het zaagblad nog ong. 3 tot 4
mm kan worden opgetild en met de hand
gemakkelijk kan worden doorgetrokken.
Bij de bedrijfstemperatuur wordt de zaag-
ketting langer en hangt deze iets door.
De geleide-elementen van de zaagket-
ting mogen aan de onderkant van het
zaagblad niet uit de groef komen, de
zaagketting zou dan los kunnen schieten.
2. Indien nodig, span de zaagketting ().
5.3 Controleren van de kettingsmering
Controleer de werking van de automatische ket-
tingsmering door de hoogsnoeizaag aan te zetten
en het uiteinde te richten naar een karton of een
stuk papier op de ondergrond.
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Contact tussen de zaagketting en de
grond leidt onvermijdelijk tot een stompe
ketting.
Voorkom contact tussen de ketting
en de grond en houd steeds een vei-
ligheidsafstand van 20 cm aan!
1. Apparaat inschakelen.
2. Wijs met de punt van het zaagblad richting
een op de grond liggend stuk karton of pa-
pier.
Wanneer zich bij deze test een steeds
duidelijker wordend oliespoor vormt,
werkt de automatische oliesmeerfunctie
correct.
Wanneer zich, ondanks een volle olie-
tank, geen oliespoor vormt: Het oliein-
laatgat in het apparaat en de groef van
de geleiderail reinigen.
Mocht dit het probleem niet verhelpen, neem dan
contact op met onze klantenservice.
2500117_b 41
Werkhouding en werktechniek (09 – 13)
6 WERKHOUDING EN WERKTECHNIEK
(09 – 13)
WAARSCHUWING!
Verhoogd gevaar voor vallen
Er bestaat verhoogd gevaar voor vallen
als het werk wordt uitgevoerd vanuit een
verhoogde positie (bijv. ladder).
Werk altijd vanaf de grond met het
apparaat en zorg er daarbij voor dat
u veilig staat.
Volg de veiligheidsinstructies op.
Ga zo staan dat de snede, zoveel mogelijk, in
een hoek van 90° ten opzichte van de tak
kan worden uitgevoerd (09/a).
Zaag dikke takken stuksgewijs af, zodat u
meer controle heeft over de plaats waar deze
stukken neervallen (10/1).
Zaag nooit in de verdikking van de takaanzet,
om de heling van de wond optimaal te laten
verlopen en aantasting ervan te voorkomen
(11).
Duw de hoogsnoeier met de boomklauw
(12/1) tegen de tak (12/2) (12/a), om de zaag
tegen de tak te stabiliseren.
Maak voordat u de tak afzaagt (13/b) eerst
een insnede (13/a) in de onderkant van de
tak. Zo voorkomt u dat de bast afscheurt en
een moeilijk helende wond aan de boom ont-
staat. De insnede mag niet dieper zijn dan
1/3 van de takdikte, om te voorkomen dat de
hoogsnoeizaag vastgeklemd raakt.
Trek de hoogsnoeizaag altijd met draaiende
zaagketting uit de tak, zodat deze niet klem
kan raken.
7 ONDERHOUD EN VERZORGING
WAARSCHUWING!
Gevaar voor snijletsel
Gevaar voor snijletsel als gevolg van
contact met scherpe en bewegende de-
len van het apparaat, zoals het snijblad.
Schakel voorafgaand aan onder-
houds-, verzorgings- en reinigings-
werkzaamheden altijd het apparaat
uit. Verwijder de accu.
Draag bij onderhouds-, verzorgings-
en reinigingswerkzaamheden altijd
beschermende handschoenen.
7.1 Zaagketting en zaagblad
7.1.1 Vervangen van de zaagketting en het
zaagblad
Vervangen van de zaagketting en het
zaagblad
De zaagketting en het zaagblad worden blootge-
steld aan aanzienlijke slijtage. Vervang de zaag-
ketting en het zaagblad direct als een storings-
vrije werking niet langer gewaarborgd blijkt.
7.1.2 Zaagblad omkeren
Om eenzijdige slijtage van het zaagblad te voor-
komen, moet dit bij elke kettingvervanging wor-
den omgekeerd.
7.1.3 Zaagketting slijpen
VOORZICHTIG!
Letselgevaar door terugslag
Bij een beschadigde of foutief geslepen
zaagketting is het terugslagrisico groter!
Dit kan leiden tot ernstig letsel.
Reinig de zaagketting regelmatig.
Controleer de zaagketting regelma-
tig op beschadigingen en vervang
deze, indien nodig.
Wanneer u niet weet hoe u een
zaagketting moet slijpen: Neem dan
contact op met de klantenservice.
De zaagketting moet in de volgende situaties
worden geslepen:
Wanneer in plaats van spanen alleen nog
zaagsel wordt uitgestoten.
Wanneer de hoogsnoeizaag tijdens het za-
gen door het hout heen moet worden ge-
drukt.
Voor onervaren gebruikers: laat de zaagketting
slijpen door een vakman/klantenservice. Wan-
neer u de zaagketting zelf slijpt, dient u de vol-
gende waarden in acht te nemen. Accessoires
zijn verkrijgbaar via de vakhandel.
NL
42 CSA 4220
Opslag
Kettingtype Vijldiameter Kophoek Ondersnij-
hoek
Hellingshoek
kop (55°)
Dieptemaat
Draaihoek
van het ge-
reedschap
Hellingshoek
van het ge-
reedschap
Zijwaartse hoek
Oregon
90PX040X
5/32" 30° 80° 0,025"
Dieptemaat Vijl
OPMERKING
Neem bij het slijpen zo min mogelijk ma-
teriaal weg!
Om uw zaagketting te slijpen, raden wij
het gebruik van een kettingslijpapparaat
aan.
7.1.4 Reinigen van het zaagblad
1. Reinig met regelmaat het zaagblad, de groef
in het zaagblad en de olietoevoeropening.
2. Verwijder de braam, die de zaagketting mo-
gelijk aan het zaagblad heeft achtergelaten,
met behulp van een platte vijl.
7.2 Controleren en reinigen van het
kettingwiel
Het kettingwiel (05/2) staat bloot aan bijzonder
zware belastingen. Voer daarom de volgende
stappen uit:
1. Controleer de tanden van het kettingwiel re-
gelmatig op slijtage of beschadigingen.
2. Reinig het kettingwiel en de bevestiging van
het zaagblad met een borstel.
OPMERKING
Als het kettingwiel overmatig is afgesle-
ten of beschadigd zal de zaagketting
minder lang meegaan; laat een dergelijk
kettingwiel daarom onmiddellijk vervan-
gen door de klantenservice.
8 OPSLAG
Na elk gebruik het apparaat grondig reinigen en –
indien beschikbaar – alle veiligheidsafdekkingen
aanbrengen. Apparaat op een droge, afsluitbare
plaats en buiten het bereik van kinderen bewa-
ren.
Voor aanvang van onderbrekingen in het gebruik
die langer duren dan 30 dagen, moeten de vol-
gende werkzaamheden worden uitgevoerd:
1. Leeg de olietank voor de kettingzaagolie.
2. De zaagketting en het zaagblad afnemen,
reinigen en insmeren met corrosiewerende
olie.
3. Reinig het apparaat grondig en bewaren de-
ze in een droge ruimte.
2500117_b 43
Hulp bij storingen
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Opgedroogde/vastgekleefde ketting-
zaagolie brengt bij langer durende op-
slag schade toe aan olievoerende on-
derdelen.
Verwijder voorafgaand aan langduri-
ge opslag altijd de kettingzaagolie
uit het apparaat.
9 HULP BIJ STORINGEN
VOORZICHTIG!
Risico op letsel
Onderdelen met scherpe randen en
draaiende onderdelen kunnen letsel ver-
oorzaken.
Draag bij onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden altijd beschermen-
de handschoenen!
Storing Oorzaak Oplossing
Het zaagblad
en de zaag-
ketting draai-
en warm.
Rookontwik-
keling.
De zaagket-
ting is te
strak ge-
spannen.
Controleer de
kettingspanning.
Zaagketting dan
naspannen.
De olietank
is leeg.
Vul ketting-
zaagolie bij.
De olietoe-
voeropening
en/of de
groef in het
zaagblad
zijn/is ver-
vuild.
Reinig de olie-
toevoeropening
en de groef in
het zaagblad.
De motor
draait, maar
de zaagket-
ting beweegt
niet.
De zaagket-
ting is te
strak ge-
spannen.
Controleer de
kettingspanning.
Zaagketting dan
naspannen.
Storing in
het apparaat
Bezoek een AL-
KO service cent-
re.
Storing Oorzaak Oplossing
In plaats van
spanen wordt
alleen nog
zaagsel uitge-
stoten. De
hoogsnoei-
zaag moet
door het hout
worden ge-
duwd.
De zaagket-
ting is
stomp.
Slijp de zaagket-
ting of bezoek
een AL-KO ser-
vicepunt.
Apparaat trilt
meer dan
normaal.
Storing in
het apparaat
Bezoek een AL-
KO service cent-
re.
Andere sto-
ringen
Zie de gebruiksaanwijzing
"Multitool MT 42 – basisappa-
raat".
OPMERKING
Neem contact op met onze klantenser-
vice bij storingen die niet in deze tabel
staan vermeld of die u niet zelf kunt op-
lossen.
10 TRANSPORT
Voer voor het begin van het vervoer de volgende
maatregelen uit:
1. Apparaat uitschakelen.
2. Accu verwijderen uit het basisapparaat.
3. Basisapparaat, verlengbuis (indien aanwezig)
en hulpstuk van elkaar scheiden.
OPMERKING
De nominale energie van de accu be-
draagt meer dan 100 Wh! Neem daarom
de hierna vermelde aanwijzingen voor
het transport in acht!
De gemonteerde Li-ion accu is onderhevig aan
de wet inzake gevaarlijke goederen, maar kan
eenvoudig worden getransporteerd:
Door de privégebruiker kan de accu zonder
bijkomende voorwaarden openbaar worden
getransporteerd, voor zover ze individueel
verpakt is en voor privé transportdoeleinden
dient.
Commerciële gebruikers, die het transport in
het kader van hun hoofdactiviteit uitvoeren
(bijv. leveringen van en naar werven of de-
monstraties), kunnen ook van deze vereen-
voudigde maatregel gebruik maken.
NL
44 CSA 4220
Verwijderen
In beide hierboven vermelde gevallen moeten ab-
soluut voorzorgsmaatregelen worden genomen
om te voorkomen dat de inhoud wordt gemorst.
In andere gevallen moeten de voorschriften van
de bepaling inzake gevaarlijke goederen absoluut
in acht worden genomen! Bij het niet in acht ne-
men kunnen de afzender en eventueel ook de
vervoerder boetes opgelegd krijgen.
Bijkomende instructies voor transport en
verzending
Transporteer of verstuur lithium-ionen-accu´s
alleen in onbeschadigde hoedanigheid!
Gebruik voor het vervoer van de accu uitslui-
tend de originele doos of een geschikte doos
voor gevaarlijke materialen (niet vereist bij
accu’s met minder dan 100 Wh nominale
energie).
Plak open contacten af om kortsluiting te
voorkomen.
Zet de accu in de verpakking goed vast tegen
wegglijden, om beschadigingen aan de accu
te voorkomen.
Zorg voor een correcte aanduiding en docu-
mentatie bij de zending tijdens het transport
of verzending (bijv. door de koerierdienst of
het transportbedrijf).
Informeer vooraf of een transport met de ge-
kozen dienstverlener mogelijk is en of de ver-
zending wordt weergegeven.
Wij bevelen aan om een specialist in gevaarlijke
goederen bij de voorbereiding van de verzending
te betrekken. Neem ook eventuele verdere natio-
nale voorschriften in acht.
11 VERWIJDEREN
Advies over de wetgeving inzake elektrische
en elektronische apparaten (ElektroG)
Oude elektrische en elektronische ap-
paraten horen niet thuis bij het huis-
houdelijke afval, maar moeten geschei-
den worden aangeboden of verwijderd!
Gebruikte batterijen of accu’s, die niet
vast in het apparaat ingebouwd zijn,
moeten voor de verwijdering worden
gedemonteerd! De recycling ervan
wordt door de batterijwetgeving be-
heerst.
Bezitters of gebruikers van elektrische
en elektronische apparatuur zijn wette-
lijk tot teruggave na gebruik verplicht.
De eindgebruiker is verantwoordelijk
voor het wissen van zijn persoonlijke
gegevens op het te verwijderen ge-
bruikte apparaat!
Het symbool van de afvalemmer met de schuine
streep erdoor betekent, dat elektrische en elek-
tronische gebruikte apparaten niet via het ge-
woon afval mogen worden verwijderd.
Elektrische en elektronische apparaten kunnen
op de volgende verzamelpunten gratis worden af-
gegeven:
Openbare recycling- en verzamelpunten (bijv.
milieuparken)
Verkooppunten van elektrische apparatuur
(vast en online), voor zover handelaren tot te-
rugname verplicht zijn of deze vrijwillig aan-
bieden.
Deze voorschriften zijn alleen voor toepassing op
apparaten die in landen van de Europese Unie
geïnstalleerd en verkocht werden en die beant-
woorden aan de Europese richtlijn 2012/19/EU.
In landen buiten de Europese Unie kunnen afwij-
kende voorschriften gelden voor het verwijderen
van afgedankte elektrische en elektronische ap-
paraten.
2500117_b 45
Klantenservice/service centre
Over de batterijwetgeving (in Duitsland:
BattG)
Gebruikte batterijen en accu’s horen
niet bij het gewone afval, maar moeten
afzonderlijk worden weggedaan!
Zie de gebruikershandleiding om tot
een veilige verwijdering van batterijen
of accu’s uit het elektrische apparaat
over te kunnen gaan en voor informatie
over het type of het chemisch systeem.
Bezitters of gebruikers van batterijen
en accu’s zijn wettelijk tot teruggave na
gebruik verplicht. De teruggave is be-
perkt tot de normale huishoudelijke
hoeveelheden.
Gebruikte batterijen kunnen schadelijke stoffen of
zware metalen bevatten, die het milieu en de ge-
zondheid schade kunnen toebrengen. Het herge-
bruiken van gebruikte batterijen en het opnieuw
gebruiken van de grondstoffen draagt bij tot het
behoud van deze belangrijke goederen.
Het symbool van de afvalemmer met de schuine
streep erdoor betekent, dat gebruikte batterijen
en accu’s niet via het gewoon afval mogen wor-
den verwijderd.
Wanneer ook de vermelding Hg, Cd of Pb onder
de afvalemmer is aangebracht, betekent dit het
volgende:
Hg: de batterij bevat meer dan 0,0005% kwik
Cd: de batterij bevat meer dan 0,002% cad-
mium
Pb: de batterij bevat meer dan 0,004% lood
Accu’s en batterijen kunnen op de volgende ver-
zamelpunten gratis worden afgegeven:
Openbare recycling- en verzamelpunten (bijv.
milieuparken)
Verkooppunten van batterijen en accu’s
Een verzamelpunt van het gemeenschappe-
lijke recycling systeem voor gebruikte appa-
raten en batterijen
Een verzamelpunt van de fabrikant (indien hij
geen lid is van het gemeenschappelijke recy-
cling systeem)
Deze voorschriften zijn alleen voor toepassing op
accu’s en batterijen die in landen van de Europe-
se Unie verkocht werden en die beantwoorden
aan de Europese richtlijn 2006/66/EU. In landen
buiten de Europese Unie kunnen afwijkende be-
palingen voor de recycling van accu’s en batterij-
en gelden.
12 KLANTENSERVICE/SERVICE
CENTRE
Voor vragen over garantie, reparatie of reserve-
onderdelen kunt u contact opnemen met het
dichtstbijzijnde AL-KOservice centre. Deze vindt
u op internet op het volgende adres:
www.al-ko.com/service-contacts
NL
46 CSA 4220
Garantie
13 GARANTIE
Eventueel binnen de wettelijke termijn voor aansprakelijkheid optredende materiaal- of fabricagefouten
van het apparaat worden naar eigen oordeel door ons verholpen, hetzij door reparatie of door levering
van een vervangend apparaat. De geldende termijn voor aansprakelijkheid hangt in elk geval af van de
wetgeving in het land waarin het apparaat werd aangeschaft.
Onze garantie geldt alleen bij:
naleving van deze gebruikershandleiding
Deskundig gebruik
Gebruik van originele reserveonderdelen
De garantie vervalt bij:
Eigenhandig uitgevoerde reparatiepogingen
Eigenhandig aangebrachte technische wijzi-
gingen
Gebruik voor andere doeleinden dan het ge-
bruiksdoel
Van de garantie zijn uitgesloten:
lakschade opgetreden als gevolg van normaal gebruik
Slijtageonderdelen die op de reserveonderdelenkaart met een kader
xxxxxx (x)
zijn aangeduid
De garantietermijn begint bij de aanschaf door de eerste eindgebruiker. Maatgevend is daarbij de da-
tum op de kassabon. Ga met deze garantieverklaring en de originele kassabon naar uw dealer of naar
de dichtstbijzijnde klantenservice. Deze verklaring laat het vorderingsrecht van de koper jegens de ver-
koper wegens defecten aan het apparaat onverlet.
14 VERTALING VAN DE ORIGINELE EG-CONFORMITEITSVERKLARING
Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – basisapparaat".

Documenttranscriptie

Vertaling van de originele gebruikershandleiding VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKERSHANDLEIDING Inhoudsopgave 1 Over deze gebruikershandleiding ............ 33 1.1 2 Productbeschrijving ................................. 34 2.1 Beoogd gebruik (01)........................... 34 2.2 Mogelijk voorzienbaar foutief gebruik. 34 2.3 Restrisico's ......................................... 34 2.4 2.5 2.6 3 4 6 7 5.2 Kettingspanning controleren ............... 40 5.3 Controleren van de kettingsmering..... 40 Werkhouding en werktechniek (09 – 13)... 41 Onderhoud en verzorging.......................... 41 7.1 Zaagketting en zaagblad .................... 41 7.1.1 Vervangen van de zaagketting en het zaagblad ........................... 41 Symbolen op het hoogsnoei-hulpstuk 34 7.1.2 Zaagblad omkeren ....................... 41 Veiligheids- en beveiligingsvoorzieningen ................................................ 35 7.1.3 Zaagketting slijpen ....................... 41 7.1.4 Reinigen van het zaagblad .......... 42 Productoverzicht ................................ 35 7.2 Veiligheidsinstructies ............................... 35 Controleren en reinigen van het kettingwiel................................................ 42 3.1 Gebruiker ........................................... 35 3.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen.. 35 3.3 Veiligheid op de werkplek .................. 35 3.4 Veiligheid van personen en dieren..... 35 3.5 Veiligheid van het apparaat................ 36 11 Verwijderen ............................................... 44 3.6 Elektrische veiligheid.......................... 36 12 Klantenservice/service centre ................... 45 3.7 Veiligheidsinstructies voor kettingzagen ..................................................... 36 13 Garantie..................................................... 46 3.8 Oorzaken en vermijding van een terugslag ............................................... 37 3.9 Veiligheidsinstructies voor hoogsnoeizagen......................................... 37 3.9.1 Werkinstructies (01)..................... 37 3.9.2 Belasting door trillingen ............... 38 3.9.3 Geluidsbelasting .......................... 38 8 Opslag ....................................................... 42 9 Hulp bij storingen....................................... 43 10 Transport ................................................... 43 14 EG-verklaring van overeenstemming ........ 46 1 OVER DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING ■ De Duitse versie is de originele gebruiksaanwijzing. Alle andere taalversies zijn vertalingen van de originele gebruiksaanwijzing. Lees voor de ingebruikname deze gebruiksaanwijzing absoluut zorgvuldig door. Dit is de voorwaarde voor veilig werken en een storingsvrij gebruik. Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed zodat u erin het antwoord op uw vragen kunt terugvinden wanneer u informatie over het apparaat nodig hebt. Draag het apparaat alleen samen met deze gebruiksaanwijzing aan andere personen over. Lees en neem de veiligheids- en waarschuwingsinstructies in deze gebruiksaanwijzing in acht. ■ Montage en ingebruikname ..................... 39 4.1 5 Verklaring van pictogrammen en signaalwoorden....................................... 34 Monteren van zaagblad en zaagketting (02 – 06) ...................................... 39 4.2 Spannen en ontspannen van de zaagketting (07) ................................. 39 4.3 Kettingzaagolie bijvullen (08) ............. 39 4.4 Draagriem aanbrengen op het basisapparaat......................................... 40 4.5 Hulpstuk op het basisapparaat plaatsen ..................................................... 40 Bediening ................................................. 40 5.1 ■ ■ ■ Apparaat in- en uitschakelen.............. 40 2500117_b 33 NL 1.1 Productbeschrijving Verklaring van pictogrammen en signaalwoorden GEVAAR! Wijst op een direct gevaarlijke situatie, die, wanneer ze niet vermeden wordt, tot de dood of tot een ernstig letsel leidt. WAARSCHUWING! Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie, die, wanneer ze niet vermeden wordt, tot de dood of tot een zwaar letsel kan leiden. VOORZICHTIG! Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie, die, wanneer ze niet vermeden wordt, tot een licht of middelzwaar letsel kan leiden. LET OP! Wijst op een situatie, die, wanneer ze niet vermeden wordt, tot materiële schade kan leiden. OPMERKING Speciale aanwijzingen voor meer duidelijkheid en een beter gebruik. 2 PRODUCTBESCHRIJVING Met de hoogsnoeizaag kunt u bomen en andere houtgewassen eenvoudig en veilig vanaf de grond snoeien. Zo kan het omslachtige en gevaarlijke vanaf een ladder of vanuit de boom achterwege blijven. 2.1 Beoogd gebruik (01) Het hoogsnoei-hulpstuk CSA 4220 mag uitsluitend worden gebruikt in combinatie met het basisapparaat MT 42. Het hele apparaat is ontworpen om bomen en andere houtachtige gewassen vanaf de grond te snoeien. De gebruiker moet daarbij stevig op de grond staan (01). Gebruik uitsluitend biologisch afbreekbare kettingzaagolie. Het basisapparaat en de aangebouwde apparatuur is uitsluitend bedoeld voor particulier gebruik. Elke andere toepassing, alsook een verboden om- of aanbouw, worden beschouwd als niet beoogd gebruik en leidt tot het vervallen van de garantie, het verlies van de conformiteit (CE-markering) en de weigering van elke verantwoorde- 34 lijkheid door de fabrikant wat betreft schade aan de gebruiker of aan derden. 2.2 Mogelijk voorzienbaar foutief gebruik ■ Snoei nooit takken, die zich recht boven of onder een scherpe hoek ten opzichte van de gebruiker of overige personen bevinden. ■ Gebruik het apparaat nooit terwijl u op een ladder staat. ■ Gebruik nooit meer dan één telescoopbuis, ook niet wanneer meerdere telescoopbuizen beschikbaar zijn. ■ Gebruik nooit afgewerkte olie of minerale olie. 2.3 Restrisico's Ook bij doelmatig gebruik van het apparaat, resteert altijd een zeker restrisico dat niet kan worden uitgesloten. Uit de aard en de bouwwijze van het apparaat kunnen, afhankelijk van het gebruik, de volgende potentiële gevaren worden afgeleid: ■ Aanraking met rondvliegende zaagspanen en oliespray ■ Inademen van zaagstof en oliespray ■ Letsel door rondvliegende delen van de zaagketting ■ Snijletsel door de zaagketting 2.4 Symbolen op het hoogsnoei-hulpstuk Symbool Betekenis Vereist extra voorzichtigheid tijdens gebruik! Minimale afstand van 10 m tot voedingskabels en onder spanning staande kabels! Lees vóór ingebruikname de gebruiksaanwijzing! Veiligheidsbril, gehoorbescherming en helm dragen! CSA 4220 Veiligheidsinstructies Symbool Betekenis Veiligheidsschoenen dragen! Draag beschermende handschoenen! Beschermen tegen regen en vocht! 2.5 Veiligheids- en beveiligingsvoorzieningen 3 Beschermkap van het zaagblad Voor transport moet de beschermkap over het zaagblad en de zaagketting worden geschoven, om persoonlijk letsel en beschadiging van voorwerpen te voorkomen. 2.6 Productoverzicht 1 3 5 7 2 6 9 10 Nr. Component 1 Beschermkap van het zaagblad 2 Combisleutel 3 Zaagblad 2500117_b Component 4 Zaagketting 5 Vulopening van de olietank 6 Koppeling voor verlengbuis of basisapparaat 7 Kijkglas olietank 8 Haak 9 Kettingwieldeksel 10 Bevestigingsmoer 11 Kettingspanschroef VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 3.1 Gebruiker ■ Personen van jonger dan 16 jaar en personen die de gebruikershandleiding niet hebben gelezen, mogen het apparaat niet gebruiken. Neem eventueel van toepassing zijnde nationale veiligheidsvoorschriften omtrent de minimum leeftijd van de gebruiker in acht. ■ Bedien het apparaat niet als u onder invloed bent van alcohol, drugs of geneesmiddelen. 3.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen ■ Om letsel aan hoofd en ledematen evenals gehoorschade te voorkomen, moet verplicht beschermende kleding en uitrusting worden gedragen. ■ De persoonlijke beschermingsmiddelen bestaan uit: ■ Veiligheidshelm, veiligheidsbril en ademhalingstoestel ■ lange broek en stevige schoenen ■ bij onderhoud en verzorging: veiligheidshandschoenen 4 8 Nr. 11 3.3 Veiligheid op de werkplek ■ Werk enkel bij daglicht of bij sterk kunstlicht. ■ Verwijder vóór de werkzaamheden gevaarlijke voorwerpen uit het werkgebied, bijv. takken, glazen en metalen voorwerpen, stenen. ■ Let daarbij op uw stabiliteit. 3.4 Veiligheid van personen en dieren ■ Gebruik het apparaat alleen voor werkzaamheden waarvoor het is bedoeld. Niet-reglementair gebruik kan letsel en materiële schade veroorzaken. 35 NL ■ ■ ■ Veiligheidsinstructies Schakel het apparaat alleen in als er geen personen of dieren in het werkgebied aanwezig zijn. Houd handen of voeten of andere lichaamsdelen uit de buurt van bewegende delen van het apparaat (bijv. zaagketting, snijmechanisme). Delen van het apparaat, bijv. motorafdekkingen en snijgereedschappen, kunnen tijdens gebruik zeer heet worden. Raak ze niet aan. Wacht na het uitschakelen tot ze afgekoeld zijn. 3.5 Veiligheid van het apparaat ■ Gebruik het apparaat alleen onder de volgende voorwaarden: ■ Het apparaat is niet vervuild. ■ Het apparaat vertoont geen beschadigingen. ■ Alle bedieningselementen werken. ■ Houd alle apparaatgrepen droog en schoon. ■ Overbelast het apparaat niet. Het is voor lichte particuliere werkzaamheden bedoeld. Overbelasting leidt tot beschadiging van het apparaat. ■ Gebruik het apparaat nooit met versleten of defecte onderdelen. Vervang defecte onderdelen altijd door originele reserve-onderdelen van de fabrikant. Wanneer het apparaat met versleten of defecte onderdelen wordt gebruikt, kan tegenover de fabrikant geen aanspraak op garantie worden gemaakt. 3.6 Elektrische veiligheid ■ Ter voorkoming van kortsluitingen en vernieling van de elektrische onderdelen: ■ Bescherm het apparaat tegen vocht en gebruik het niet bij regen. ■ Spuit het apparaat niet met water af. ■ Open het apparaat niet. OPMERKING Neem de veiligheidsinstructies voor de accu en de oplader in de afzonderlijke handleidingen in acht. 3.7 Veiligheidsinstructies voor kettingzagen ■ Houd bij lopende zaag alle lichaamsdelen uit de buurt van de zaagketting. Controleer voor het starten van de zaag of de zaagketting niets aanraakt. Bij werkzaamheden met een kettingzaag kan een moment 36 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ van onoplettendheid ertoe leiden dat kleding of lichaamsdelen door de zaagketting gegrepen worden. Houd de kettingzaag altijd met uw rechterhand aan de achterste greep en uw linkerhand aan de voorste greep vast. De kettingzaag in omgekeerde werkhouding vasthouden, verhoogt het risico op letsels en mag niet toegepast worden. Het elektrische gereedschap moet altijd uitsluitend aan de geïsoleerde grepen worden vastgehouden, omdat de zaagketting verborgen leidingen kan raken. Wanneer zaagkettingen een onder spanning staande draad raken, komen de metalen delen van het elektrische gereedschap onder spanning te staan, waardoor de gebruiker een elektrische schok kan oplopen. Draag veiligheidsbril en gehoorbescherming. Overige bescherming voor hoofd, handen, benen en voeten wordt aanbevolen. Geschikte werkkleding vermindert het letselgevaar door rondvliegende spaanders en toevallig aanraken van de zaagketting. Werk nooit vanuit een boom met de kettingzaag. Wanneer u vanuit een boom werkt, bestaat gevaar voor persoonlijk letsel. Let altijd op een stabiele positie en gebruik de kettingzaag alleen wanneer u op een stevige, veilige en vlakke ondergrond staat. Gladde ondergrond of onstabiele stand zoals op een ladder, kunnen leiden tot evenwichtsverlies of tot controleverlies over de kettingzaag. Houd er bij het knippen van een tak die onder spanning staat rekening mee dat deze terugveert. Wanneer de spanning in de houten vezels vrijkomt, kan de tak onder spanning de bedienende persoon raken en/of de kettingzaag aan de controle onttrekken. Wees bijzonder voorzichtig bij het knippen van onderbegroeiing en jonge bomen. Het dunne materiaal kan verstrikt geraken in de zaagketting en tegen u slagen of u uit evenwicht brengen. Draag de kettingzaag bij de voorste greep in uitgeschakelde toestand, de zaagketting van uw lichaam afgewend. Bij het transport of het opbergen van de kettingzaag moet de beschermkap altijd gebruikt worden. Zorgvuldige omgang met de kettingzaag vermindert de waarschijnlijkheid van CSA 4220 Veiligheidsinstructies ■ ■ ■ een toevallige aanraking met de lopende zaagketting. Volg de aanwijzingen voor de smering, de kettingspanning en het vervangen van toebehoren. Een foutief gespannen of gesmeerde ketting kan scheuren of het terugslagrisico verhogen. Zorg dat de grepen droog, schoon en vrij van olie of vet blijven. Vette, olieachtige grepen zijn glibberig en leiden tot controleverlies. Zaag alleen hout. Gebruik de kettingzaag niet voor werkzaamheden waarvoor deze niet bedoeld is. Voorbeeld: gebruik de kettingzaag niet om plastic, metselwerk of bouwmaterialen die niet van hout zijn, te zagen. Het gebruik van de kettingzaag voor niet-reglementaire werkzaamheden kan tot gevaarlijke situaties leiden. 3.8 Oorzaken en vermijding van een terugslag Terugslag kan optreden wanneer het uiteinde van het zaagblad een voorwerp raakt of wanneer het hout buigt en de zaagketting in de snede vastklemt. Een aanraking met het zaagbladuiteinde kan in veel gevallen tot een onverwachte, achterwaartse reactie leiden, waarbij het zaagblad naar boven en in de richting van de bedienaar wordt geslagen. Wanneer de zaagketting aan de bovenkant van het zaagblad klem raakt, kan het blad hierdoor heftig in de richting van de bedienaar terugslaan. Elke van deze reacties kan ertoe leiden dat u de controle over de zaag verliest en mogelijkerwijze zware letsels oploopt. Vertrouw niet uitsluitend op de beveiligingen die in de kettingzaag zijn ingebouwd. Als gebruiker van een kettingzaag dient u verschillende maatregelen te treffen om ongevalen letselvrij te kunnen werken. Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief gebruik van het elektrische gereedschap. Die kan vermeden worden door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven: ■ Houd de zaag met beide handen vast, waarbij duimen en vingers de grepen van de kettingzaag omsluiten. Breng uw lichaam en de armen in een positie waarin u stand kunt houden tegen de terugslagkrachten. Mits hij/zij geschikte maatregelen treft, kan de bedienaar de optredende terug- 2500117_b ■ ■ ■ 3.9 slagkrachten beheersen. Laat de kettingzaag nooit los. Vermijd een abnormale lichaamshouding en zaag niet boven schouderhoogte. Daardoor wordt een onbedoelde aanraking met het zaagbladuiteinde vermeden en een betere controle van de kettingzaag in onverwachte situaties mogelijk gemaakt. Gebruik altijd vervangbladen en zaagkettingen die de fabrikant voorschrijft. Foutieve vervangbladen kunnen de ketting doen scheuren en/of een terugslag veroorzaken. Respecteer de aanwijzingen van de fabrikant voor het slijpen en het onderhoud van de zaagketting. Te lage dieptebegrenzers verhogen de neiging tot een terugslag. Veiligheidsinstructies voor hoogsnoeizagen 3.9.1 Werkinstructies (01) ■ Hef de hoogsnoeizaag (01/1) tijdens het snoeien maximaal onder een hoek van 60° (01/2). Wanneer u snoeit onder een steilere hoek, begeeft u zich onvermijdelijk in een gebied, waarbinnen de afgezaagde takken omlaag kunnen vallen. Zorg ervoor dat u altijd buiten dit gebied staat. ■ Plan altijd vooraf wat uw vluchtweg zal zijn voor het ontwijken van vallende takken. Deze weg moet vrij zijn van obstakels, zoals afgezaagde takken of gladde plekken, die het ontwijken van takken kunnen hinderen. ■ Houd ten opzichte van omstanders, dieren, voorwerpen of gebouwen steeds een veiligheidsafstand aan, die minimaal 2,5-maal de lengte van de af te zagen tak bedraagt. Wanneer dit niet mogelijk is, moet de tak stuksgewijs worden afgezaagd. ■ Probeer nooit een tak door te zagen, waarvan de doorsnede groter is dan de lengte van het zaagblad. ■ Voorkom dat bewegende takken of voorwerpen door de zaagketting kunnen worden gegrepen. Schakel in een dergelijk geval de hoogsnoeier onmiddellijk uit. ■ Verwijder de accu uit het apparaat en schuif de beschermkap over de zaagketting bij: ■ Test-, afstel- en reinigingswerkzaamheden ■ Werkzaamheden aan het zaagblad en de zaagketting ■ Het achterlaten van het apparaat 37 NL Veiligheidsinstructies ■ ■ ■ ■ Transport Opslag Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden ■ Gevaar Houd steeds een veiligheidsafstand van 10 m aan ten opzichte van bovengrondse elektriciteitsleidingen. 3.9.2 Belasting door trillingen WAARSCHUWING! Gevaar als gevolg van trillingen De werkelijke trillingsemissiewaarde tijdens het gebruik van het apparaat kan afwijken van de door de fabrikant opgegeven waarde. Let voor of tijdens het gebruik op de volgende factoren die van invloed zijn: ■ Wordt het apparaat gebruikt voor het beoogde gebruik? ■ Wordt het materiaal op de juiste wijze gesneden of verwerkt? ■ Bevindt het apparaat zich in een goede staat van gebruik? ■ Is het snijblad goed scherp en is het juiste snijblad ingebouwd? ■ Zijn de handgrepen en, indien nodig, optionele trillingsdempende handgrepen gemonteerd en zijn deze vast verbonden met het apparaat? ■ ■ ■ ■ 38 Gebruik het apparaat alleen met het motortoerental dat nodig is voor de uit te voeren werkzaamheden. Gebruik het maximale toerental zo min mogelijk om geluid en trillingen te beperken. Als gevolg van verkeerd gebruik en onderhoud kunnen de trillingen en het lawaai van het apparaat toenemen. Dit leidt tot schade aan de gezondheid. Schakel in dit geval het apparaat onmiddellijk uit en laat het repareren door een geautoriseerde servicewerkplaats. De mate van belasting als gevolg van trillingen is afhankelijk van de uit te voeren werkzaamheden of van de toepassing van het apparaat. Schat hem in en las voldoende pauzes in. Daardoor wordt de belasting door trillingen gedurende de volledige werktijd in belangrijke mate verminderd. Door een langer gebruik van het apparaat wordt de bediener blootgesteld aan trillingen, ■ ■ ■ ■ ■ waardoor problemen kunnen ontstaan met de bloedsomloop (‘dode vingers’). Om dit risico te verminderen, handschoenen dragen en de handen warmhouden. Wanneer een symptoom van ‘dode vingers’ wordt waargenomen, onmiddellijk medische hulp inroepen. Tot deze symptomen behoren: Gevoelloosheid, verlies van gevoeligheid, tintelingen, jeuk, pijn, vermindering van de kracht, verandering van kleur of van de conditie van de huid. Meestal worden deze symptomen waargenomen aan vingers, handen of polsen. Bij lage temperaturen neemt het gevaar toe. Las langere pauzes in tijdens uw werkdag, zodat u kunt herstellen van het geluid en van de trillingen. Plan uw werk zodanig dat het gebruik van apparaten die sterke trillingen veroorzaken, wordt verspreid over meerdere dagen. Wanneer u een onaangenaam gevoel of een verkleuring van de huid tijdens het gebruik van het apparaat waarneemt aan uw handen, onderbreekt u het werk onmiddellijk. Las voldoende pauzes in. Zonder voldoende pauzes kan een trillingensyndroom ontstaan aan handen en armen. Minimaliseer het risico door uzelf zo min mogelijk bloot te stellen aan trillingen. Verzorg het apparaat volgens de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing. Als het apparaat vaak wordt gebruikt, neemt u contact op met uw dealer om trillingsdempende accessoires (bijv. handgrepen) aan te schaffen. Gebruik het apparaat niet bij temperaturen onder 10 °C. Leg in een werkschema vast hoe de belasting door trillingen kan worden begrensd. 3.9.3 Geluidsbelasting Een zekere geluidsbelasting door dit apparaat is onvermijdelijk. Plan luidruchtige werkzaamheden gedurende acceptabele en daarvoor geschikte tijden. Respecteer rusttijden en beperk de duur van het werk tot het minimum. Voor uw persoonlijke bescherming en ter bescherming van personen die zich in de buurt bevinden, moet geschikte gehoorbescherming worden gedragen. CSA 4220 Montage en ingebruikname 4 4.1 MONTAGE EN INGEBRUIKNAME Monteren van zaagblad en zaagketting (02 – 06) VOORZICHTIG! Letselgevaar door zaagketting De snijranden van de zaagketting zijn zeer scherp en kunnen, bij het hanteren van de zaagketting snijletsel veroorzaken. Denk voor alle werkzaamheden aan de kettingzaag aan het volgende: ■ Schakel het apparaat uit en verwijder altijd de accu. ■ Draag veiligheidshandschoenen. 1. Bevestigingsmoer (02/1) van de kettingwielafdekking (02/2) losdraaien (02/a). Bevestigingsmoer en kettingwielafdekking verwijderen. 2. Kettingspanschroef (03/1) met de schroevendraaier op het combisleutel losdraaien. Draai zo lang aan de kettingspanschroef, tot de spanpen (03/2) zich aan het achterste einde van het schroefdraad bevindt (03/a). 3. Leg de zaagketting om het zaagblad: ■ De tanden (04/1) van de zaagketting (04/2) moeten aanliggen bovenop het zaagblad en moeten richting het zaagbladeinde (04/3) wijzen (04/a). Opmerking: Let erop, dat de ketting op juiste wijze is gemonteerd! ■ Zaagketting (04/2) in de groef (04/4) van de geleidingsrail plaatsen en volledig om de geleiderail heen leiden. 4. Leg het zaagblad met gemonteerde zaagketting in de geopende behuizing: ■ Leg de zaagketting (05/1) om het kettingwiel (05/2). ■ Geleiderail (05/3) zodanig uitlijnen dat de geleidepen (05/4) in het langwerpige gat (05/5) van de geleiderail valt. ■ Geleiderail (05/3) zodanig uitlijnen dat de kettingspanpen (05/6) in een van de twee kettingspangaten (05/7) valt. ■ Zaagketting (05/1) zodanig uitlijnen dat hij in de groef van de geleiderail (05/3) en tegen het aandrijfkettingwiel (05/2) ligt. 5. Kettingwielafdekking (06/1) plaatsen en met bevestigingsmoer (06/2) vastdraaien (06/a). 6. Spannen van de zaagketting (). 2500117_b 4.2 Spannen en ontspannen van de zaagketting (07) 1. Bevestigingsmoer van de afdekking iets losdraaien. 2. Zaagketting spannen, hierbij de combisleutel gebruiken: ■ Zaagketting spannen: Draai de kettingspanschroef (07/1) rechtsom (07/a). ■ Zaagketting ontspannen: Kettingspanschroef (07/1) tegen de klok in draaien (07/b). 3. Controleren van de kettingspanning (zie Hoofdstuk 5.2 "Kettingspanning controleren", pagina 40). Herhaal, indien nodig, de hierboven vermelde stappen. 4.3 Kettingzaagolie bijvullen (08) In uitleveringstoestand is het apparaat NIET gevuld met kettingzaagolie! LET OP! Kans op schade aan het apparaat Bij gebruik van het apparaat zonder kettingzaagolie raken de zaagketting en het zaagblad beschadigd. ■ Gebruik het apparaat nooit zonder kettingzaagolie. ■ Vul voor aanvang van de werkzaamheden de olietank met kettingzaagolie en controleer het oliepeil regelmatig gedurende de werkzaamheden. ■ Controleer minimaal voor elke start van de werkzaamheden of de kettingsmering correct functioneert. De levensduur en de zaagcapaciteit van de zaagketting zijn afhankelijk van een optimale smering. Tijdens gebruik wordt de zaagketting automatisch bevochtigd met olie. LET OP! Kans op schade aan het apparaat Bij gebruik van afgewerkte olie voor de kettingsmering, zorgen de metaaldeeltjes die hierin zijn opgenomen voor een extra hoge slijtage aan het zaagblad en de zaagketting, zodat deze vroegtijdig versleten raken. Bovendien vervalt hierdoor de garantie van de fabrikant. ■ Gebruik nooit afgewerkte olie, maar uitsluitend biologisch afbreekbare kettingzaagolie. 39 NL Bediening LET OP! Gevaar voor milieuschade Het gebruik van minerale olie voor de kettingsmering leidt tot ernstige milieuschade. ■ Gebruik nooit minerale olie, maar uitsluitend biologisch afbreekbare kettingzaagolie. Controleer het oliepeil elke keer voor aanvang van de werkzaamheden en elke keer bij het verwisselen van de accu en vul, indien nodig, kettingzaagolie bij: 1. Controleer het oliepeil in het kijkglas (08/1) van de olietank. Er moet altijd olie te zien zijn. Het minimale en het maximale oliepeil mogen niet worden onder- resp. overschreden. 2. Zet de hoogsnoeizaag horizontaal op een stevige ondergrond en houd deze vast. 3. Reinig het gebied rondom de vuldop van de olietank (08/2). 4. Olietankdop (08/2) losdraaien. 5. Vul de tank met biologisch afbreekbare kettingzaagolie. Hierbij in het kijkvenster (08/1) van de olietank het oliepeil controleren. Laat de olietank niet overstromen! ■ Gebruik een trechter om het bijvullen te vergemakkelijken. ■ Er mag geen vuil in de olietank terechtkomen. 6. Olietankdop (08/2) weer dichtschroeven. 4.4 Draagriem aanbrengen op het basisapparaat Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – basisapparaat". 4.5 Hulpstuk op het basisapparaat plaatsen Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – basisapparaat". 5 BEDIENING VOORZICHTIG! Gevaar voor verbranding Tijdens het gebruik wordt het transmissiehuis heet. ■ Raak het transmissiehuis niet aan. 40 5.1 Apparaat in- en uitschakelen Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – basisapparaat". 5.2 Kettingspanning controleren Controleer de kettingspanning regelmatig, want nieuwe zaagkettingen rekken nog iets uit. 1. Trek de zaagketting met de hand iets vooruit en controleer daarbij: ■ In koude toestand: De zaagketting is correct gespannen wanneer deze in het midden van het zaagblad nog ong. 3 tot 4 mm kan worden opgetild en met de hand gemakkelijk kan worden doorgetrokken. Bij de bedrijfstemperatuur wordt de zaagketting langer en hangt deze iets door. ■ De geleide-elementen van de zaagketting mogen aan de onderkant van het zaagblad niet uit de groef komen, de zaagketting zou dan los kunnen schieten. 2. Indien nodig, span de zaagketting (). 5.3 Controleren van de kettingsmering Controleer de werking van de automatische kettingsmering door de hoogsnoeizaag aan te zetten en het uiteinde te richten naar een karton of een stuk papier op de ondergrond. LET OP! Kans op schade aan het apparaat Contact tussen de zaagketting en de grond leidt onvermijdelijk tot een stompe ketting. ■ Voorkom contact tussen de ketting en de grond en houd steeds een veiligheidsafstand van 20 cm aan! 1. Apparaat inschakelen. 2. Wijs met de punt van het zaagblad richting een op de grond liggend stuk karton of papier. ■ Wanneer zich bij deze test een steeds duidelijker wordend oliespoor vormt, werkt de automatische oliesmeerfunctie correct. ■ Wanneer zich, ondanks een volle olietank, geen oliespoor vormt: Het olieinlaatgat in het apparaat en de groef van de geleiderail reinigen. Mocht dit het probleem niet verhelpen, neem dan contact op met onze klantenservice. CSA 4220 Werkhouding en werktechniek (09 – 13) 6 WERKHOUDING EN WERKTECHNIEK (09 – 13) WAARSCHUWING! Verhoogd gevaar voor vallen Er bestaat verhoogd gevaar voor vallen als het werk wordt uitgevoerd vanuit een verhoogde positie (bijv. ladder). ■ Werk altijd vanaf de grond met het apparaat en zorg er daarbij voor dat u veilig staat. ■ Volg de veiligheidsinstructies op. ■ ■ ■ ■ ■ ■ 7 Ga zo staan dat de snede, zoveel mogelijk, in een hoek van 90° ten opzichte van de tak kan worden uitgevoerd (09/a). Zaag dikke takken stuksgewijs af, zodat u meer controle heeft over de plaats waar deze stukken neervallen (10/1). Zaag nooit in de verdikking van de takaanzet, om de heling van de wond optimaal te laten verlopen en aantasting ervan te voorkomen (11). Duw de hoogsnoeier met de boomklauw (12/1) tegen de tak (12/2) (12/a), om de zaag tegen de tak te stabiliseren. Maak voordat u de tak afzaagt (13/b) eerst een insnede (13/a) in de onderkant van de tak. Zo voorkomt u dat de bast afscheurt en een moeilijk helende wond aan de boom ontstaat. De insnede mag niet dieper zijn dan 1/3 van de takdikte, om te voorkomen dat de hoogsnoeizaag vastgeklemd raakt. Trek de hoogsnoeizaag altijd met draaiende zaagketting uit de tak, zodat deze niet klem kan raken. ONDERHOUD EN VERZORGING WAARSCHUWING! Gevaar voor snijletsel Gevaar voor snijletsel als gevolg van contact met scherpe en bewegende delen van het apparaat, zoals het snijblad. ■ Schakel voorafgaand aan onderhouds-, verzorgings- en reinigingswerkzaamheden altijd het apparaat uit. Verwijder de accu. ■ Draag bij onderhouds-, verzorgingsen reinigingswerkzaamheden altijd beschermende handschoenen. 2500117_b 7.1 7.1.1 Zaagketting en zaagblad Vervangen van de zaagketting en het zaagblad Vervangen van de zaagketting en het zaagblad De zaagketting en het zaagblad worden blootgesteld aan aanzienlijke slijtage. Vervang de zaagketting en het zaagblad direct als een storingsvrije werking niet langer gewaarborgd blijkt. 7.1.2 Zaagblad omkeren Om eenzijdige slijtage van het zaagblad te voorkomen, moet dit bij elke kettingvervanging worden omgekeerd. 7.1.3 Zaagketting slijpen VOORZICHTIG! Letselgevaar door terugslag Bij een beschadigde of foutief geslepen zaagketting is het terugslagrisico groter! Dit kan leiden tot ernstig letsel. ■ Reinig de zaagketting regelmatig. ■ Controleer de zaagketting regelmatig op beschadigingen en vervang deze, indien nodig. ■ Wanneer u niet weet hoe u een zaagketting moet slijpen: Neem dan contact op met de klantenservice. De zaagketting moet in de volgende situaties worden geslepen: ■ Wanneer in plaats van spanen alleen nog zaagsel wordt uitgestoten. ■ Wanneer de hoogsnoeizaag tijdens het zagen door het hout heen moet worden gedrukt. Voor onervaren gebruikers: laat de zaagketting slijpen door een vakman/klantenservice. Wanneer u de zaagketting zelf slijpt, dient u de volgende waarden in acht te nemen. Accessoires zijn verkrijgbaar via de vakhandel. 41 NL Opslag Kettingtype Oregon 90PX040X Vijldiameter Kophoek Ondersnijhoek Hellingshoek kop (55°) Draaihoek van het gereedschap Hellingshoek van het gereedschap Zijwaartse hoek 0° 80° 5/32" 30° Dieptemaat 7.2 Controleren en reinigen van het kettingwiel Het kettingwiel (05/2) staat bloot aan bijzonder zware belastingen. Voer daarom de volgende stappen uit: 1. Controleer de tanden van het kettingwiel regelmatig op slijtage of beschadigingen. 2. Reinig het kettingwiel en de bevestiging van het zaagblad met een borstel. 42 0,025" Vijl OPMERKING Neem bij het slijpen zo min mogelijk materiaal weg! Om uw zaagketting te slijpen, raden wij het gebruik van een kettingslijpapparaat aan. 7.1.4 Reinigen van het zaagblad 1. Reinig met regelmaat het zaagblad, de groef in het zaagblad en de olietoevoeropening. 2. Verwijder de braam, die de zaagketting mogelijk aan het zaagblad heeft achtergelaten, met behulp van een platte vijl. Dieptemaat OPMERKING Als het kettingwiel overmatig is afgesleten of beschadigd zal de zaagketting minder lang meegaan; laat een dergelijk kettingwiel daarom onmiddellijk vervangen door de klantenservice. 8 OPSLAG Na elk gebruik het apparaat grondig reinigen en – indien beschikbaar – alle veiligheidsafdekkingen aanbrengen. Apparaat op een droge, afsluitbare plaats en buiten het bereik van kinderen bewaren. Voor aanvang van onderbrekingen in het gebruik die langer duren dan 30 dagen, moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: 1. Leeg de olietank voor de kettingzaagolie. 2. De zaagketting en het zaagblad afnemen, reinigen en insmeren met corrosiewerende olie. 3. Reinig het apparaat grondig en bewaren deze in een droge ruimte. CSA 4220 Hulp bij storingen LET OP! Kans op schade aan het apparaat Opgedroogde/vastgekleefde kettingzaagolie brengt bij langer durende opslag schade toe aan olievoerende onderdelen. ■ Verwijder voorafgaand aan langdurige opslag altijd de kettingzaagolie uit het apparaat. 9 HULP BIJ STORINGEN VOORZICHTIG! Risico op letsel Onderdelen met scherpe randen en draaiende onderdelen kunnen letsel veroorzaken. ■ Draag bij onderhouds- en reinigingswerkzaamheden altijd beschermende handschoenen! Storing Oorzaak Oplossing Het zaagblad en de zaagketting draaien warm. Rookontwikkeling. De zaagketting is te strak gespannen. Controleer de kettingspanning. Zaagketting dan naspannen. De olietank is leeg. Vul kettingzaagolie bij. De olietoevoeropening en/of de groef in het zaagblad zijn/is vervuild. Reinig de olietoevoeropening en de groef in het zaagblad. De zaagketting is te strak gespannen. Controleer de kettingspanning. Zaagketting dan naspannen. Storing in het apparaat Bezoek een ALKO service centre. De motor draait, maar de zaagketting beweegt niet. 2500117_b Storing Oorzaak Oplossing In plaats van De zaagketspanen wordt ting is alleen nog stomp. zaagsel uitgestoten. De hoogsnoeizaag moet door het hout worden geduwd. Slijp de zaagketting of bezoek een AL-KO servicepunt. Apparaat trilt meer dan normaal. Storing in het apparaat Bezoek een ALKO service centre. Andere storingen Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – basisapparaat". OPMERKING Neem contact op met onze klantenservice bij storingen die niet in deze tabel staan vermeld of die u niet zelf kunt oplossen. 10 TRANSPORT Voer voor het begin van het vervoer de volgende maatregelen uit: 1. Apparaat uitschakelen. 2. Accu verwijderen uit het basisapparaat. 3. Basisapparaat, verlengbuis (indien aanwezig) en hulpstuk van elkaar scheiden. OPMERKING De nominale energie van de accu bedraagt meer dan 100 Wh! Neem daarom de hierna vermelde aanwijzingen voor het transport in acht! De gemonteerde Li-ion accu is onderhevig aan de wet inzake gevaarlijke goederen, maar kan eenvoudig worden getransporteerd: ■ Door de privégebruiker kan de accu zonder bijkomende voorwaarden openbaar worden getransporteerd, voor zover ze individueel verpakt is en voor privé transportdoeleinden dient. ■ Commerciële gebruikers, die het transport in het kader van hun hoofdactiviteit uitvoeren (bijv. leveringen van en naar werven of demonstraties), kunnen ook van deze vereenvoudigde maatregel gebruik maken. 43 NL In beide hierboven vermelde gevallen moeten absoluut voorzorgsmaatregelen worden genomen om te voorkomen dat de inhoud wordt gemorst. In andere gevallen moeten de voorschriften van de bepaling inzake gevaarlijke goederen absoluut in acht worden genomen! Bij het niet in acht nemen kunnen de afzender en eventueel ook de vervoerder boetes opgelegd krijgen. Bijkomende instructies voor transport en verzending ■ Transporteer of verstuur lithium-ionen-accu´s alleen in onbeschadigde hoedanigheid! ■ Gebruik voor het vervoer van de accu uitsluitend de originele doos of een geschikte doos voor gevaarlijke materialen (niet vereist bij accu’s met minder dan 100 Wh nominale energie). ■ Plak open contacten af om kortsluiting te voorkomen. ■ Zet de accu in de verpakking goed vast tegen wegglijden, om beschadigingen aan de accu te voorkomen. ■ Zorg voor een correcte aanduiding en documentatie bij de zending tijdens het transport of verzending (bijv. door de koerierdienst of het transportbedrijf). ■ Informeer vooraf of een transport met de gekozen dienstverlener mogelijk is en of de verzending wordt weergegeven. Wij bevelen aan om een specialist in gevaarlijke goederen bij de voorbereiding van de verzending te betrekken. Neem ook eventuele verdere nationale voorschriften in acht. 44 Verwijderen 11 VERWIJDEREN Advies over de wetgeving inzake elektrische en elektronische apparaten (ElektroG) ■ ■ ■ ■ Oude elektrische en elektronische apparaten horen niet thuis bij het huishoudelijke afval, maar moeten gescheiden worden aangeboden of verwijderd! Gebruikte batterijen of accu’s, die niet vast in het apparaat ingebouwd zijn, moeten voor de verwijdering worden gedemonteerd! De recycling ervan wordt door de batterijwetgeving beheerst. Bezitters of gebruikers van elektrische en elektronische apparatuur zijn wettelijk tot teruggave na gebruik verplicht. De eindgebruiker is verantwoordelijk voor het wissen van zijn persoonlijke gegevens op het te verwijderen gebruikte apparaat! Het symbool van de afvalemmer met de schuine streep erdoor betekent, dat elektrische en elektronische gebruikte apparaten niet via het gewoon afval mogen worden verwijderd. Elektrische en elektronische apparaten kunnen op de volgende verzamelpunten gratis worden afgegeven: ■ Openbare recycling- en verzamelpunten (bijv. milieuparken) ■ Verkooppunten van elektrische apparatuur (vast en online), voor zover handelaren tot terugname verplicht zijn of deze vrijwillig aanbieden. Deze voorschriften zijn alleen voor toepassing op apparaten die in landen van de Europese Unie geïnstalleerd en verkocht werden en die beantwoorden aan de Europese richtlijn 2012/19/EU. In landen buiten de Europese Unie kunnen afwijkende voorschriften gelden voor het verwijderen van afgedankte elektrische en elektronische apparaten. CSA 4220 Klantenservice/service centre Over de batterijwetgeving (in Duitsland: BattG) ■ ■ ■ Gebruikte batterijen en accu’s horen niet bij het gewone afval, maar moeten afzonderlijk worden weggedaan! Zie de gebruikershandleiding om tot een veilige verwijdering van batterijen of accu’s uit het elektrische apparaat over te kunnen gaan en voor informatie over het type of het chemisch systeem. Bezitters of gebruikers van batterijen en accu’s zijn wettelijk tot teruggave na gebruik verplicht. De teruggave is beperkt tot de normale huishoudelijke hoeveelheden. 12 KLANTENSERVICE/SERVICE CENTRE Voor vragen over garantie, reparatie of reserveonderdelen kunt u contact opnemen met het dichtstbijzijnde AL-KO service centre. Deze vindt u op internet op het volgende adres: www.al-ko.com/service-contacts Gebruikte batterijen kunnen schadelijke stoffen of zware metalen bevatten, die het milieu en de gezondheid schade kunnen toebrengen. Het hergebruiken van gebruikte batterijen en het opnieuw gebruiken van de grondstoffen draagt bij tot het behoud van deze belangrijke goederen. Het symbool van de afvalemmer met de schuine streep erdoor betekent, dat gebruikte batterijen en accu’s niet via het gewoon afval mogen worden verwijderd. Wanneer ook de vermelding Hg, Cd of Pb onder de afvalemmer is aangebracht, betekent dit het volgende: ■ Hg: de batterij bevat meer dan 0,0005 % kwik ■ Cd: de batterij bevat meer dan 0,002 % cadmium ■ Pb: de batterij bevat meer dan 0,004 % lood Accu’s en batterijen kunnen op de volgende verzamelpunten gratis worden afgegeven: ■ Openbare recycling- en verzamelpunten (bijv. milieuparken) ■ Verkooppunten van batterijen en accu’s ■ Een verzamelpunt van het gemeenschappelijke recycling systeem voor gebruikte apparaten en batterijen ■ Een verzamelpunt van de fabrikant (indien hij geen lid is van het gemeenschappelijke recycling systeem) Deze voorschriften zijn alleen voor toepassing op accu’s en batterijen die in landen van de Europese Unie verkocht werden en die beantwoorden aan de Europese richtlijn 2006/66/EU. In landen buiten de Europese Unie kunnen afwijkende bepalingen voor de recycling van accu’s en batterijen gelden. 2500117_b 45 NL Garantie 13 GARANTIE Eventueel binnen de wettelijke termijn voor aansprakelijkheid optredende materiaal- of fabricagefouten van het apparaat worden naar eigen oordeel door ons verholpen, hetzij door reparatie of door levering van een vervangend apparaat. De geldende termijn voor aansprakelijkheid hangt in elk geval af van de wetgeving in het land waarin het apparaat werd aangeschaft. Onze garantie geldt alleen bij: ■ naleving van deze gebruikershandleiding ■ Deskundig gebruik ■ Gebruik van originele reserveonderdelen De garantie vervalt bij: ■ Eigenhandig uitgevoerde reparatiepogingen ■ Eigenhandig aangebrachte technische wijzigingen ■ Gebruik voor andere doeleinden dan het gebruiksdoel Van de garantie zijn uitgesloten: ■ lakschade opgetreden als gevolg van normaal gebruik ■ Slijtageonderdelen die op de reserveonderdelenkaart met een kader xxxxxx (x) zijn aangeduid De garantietermijn begint bij de aanschaf door de eerste eindgebruiker. Maatgevend is daarbij de datum op de kassabon. Ga met deze garantieverklaring en de originele kassabon naar uw dealer of naar de dichtstbijzijnde klantenservice. Deze verklaring laat het vorderingsrecht van de koper jegens de verkoper wegens defecten aan het apparaat onverlet. 14 VERTALING VAN DE ORIGINELE EG-CONFORMITEITSVERKLARING Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – basisapparaat". 46 CSA 4220
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272

AL-KO CSA 4220 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor