Strongline XT503600N Handleiding

Type
Handleiding
8
I Pericolo avviamento automatico
GB Danger - automatic control (closed loop)
F Risque de démarrage automatique
D Gefahr durch automatischen Anlauf
E Peligro de arranque automático
P Perigo arranque automático
NL Gevaar voor automatisch starten
DK Fare automatisk start
S Risk för automatisk start
FIN Automaattisen käynnistymisen vaara
GR Κίνδυνος αυτόματης εκκίνησης
PL Uwaga, niebezpieczeństwo automatycznego uruchomienia się
HR Opasnost zbog automatskog pokretanja
SLO Nevarnost zaradi samodejnega zagona
H Automatikus beindulás veszélye
CZ Nebezpečí - automatické spouštění!
SK Nebezpečenstvo - automatické spustenie !
RUS Опасность автоматического включения
NO Fare for automatisk oppstart
TR Dikkat otomatik çalışma tehlikesi
RO Pericol pornire automată
BG Опасност от автоматично пускане в ход
SRB Opasnost zbog automatskog pokretanja
LT Automatinio įsijungimo pavojus
EST Ohtlik - automaatiline käivitus
LV Uzmanību - automātiska iedarbināšanās
I
Attenzione corrente elettrica
GB
Dangerous voltage
F
Attention: présence de courant électrique
D
Achtung, elektrische Spannung
E
Atención, corriente eléctrica
P
Atenção corrente eléctrica
NL
Attentie, elektrische stroom
DK
Advarsel elektrisk strøm
S
Varning - elektricitet
FIN
Huom. vaarallinen jännite
GR
Προσοχή ηλεκτρικό ρεύμα
PL
Uwaga, niebezpieczeństwo porażenia prądem elektrycznym
HR
Pažnja, električni napon
SLO
Pozor, e
lektrična napetost
H
Figyelem, elektromos áram
CZ
Pozor - elektrické napětí!
SK
Pozor - elektrický prúd !
RUS
Опасность удара электрическим током
NO
Forsiktig elektrisk strøm
TR
Dikkat elektrik akımı
RO
Atenţie! Pericol electric
BG
Внимание: електричеки ток
SRB Pažnja, električni napon
LT
Elektros įtampos rizika
EST
Ettevaatust - elektrivool
LV
Esiet uzmanīgi - elektrības plūsma
I Gruppo pompante
GB Pumping unit
F Groupe pompant
D Pumpgruppe
E Grupo de bombeo
P Unidade de bombeamento
NL Pompgroep
DK Pumpeaggregat
S Pumpenhet
FIN Pumppuryhmä
GR Αντλητικό συγκρότημα
PL Zespół Pompujący
HR Pumpna grupa
SLO Črpalna enota
H Szivattyú egység
CZ Systém vstřikovacího čerpadla
SK Vstrekovacia sústava
RUS Компрессорная головка
NO Pumpe Gruppe
TR Pompalama grubu
RO Grup de pompare
BG Изпомпваща група
SRB Pumpna grupa
LT Pompavamo įrenginys
EST Kompressori pump
LV Sūkņu grupa
I Potenza motore
GB Power
F Puissance moteur
D Motorleistung
E Potencia motor
P Potência do motor
NL Motorvermogen
DK Motorstyrke
S Motorstyrka
FIN Moottorin teho
GR Ισχύς κινητήρα
PL Moc silnika
HR Snaga motora
SLO Moč motorja
H Motor teljesítménye
CZ Výkon motoru
SK Výkon motora
RUS Мощность мотора
NO Effekt motor
TR Motor gücü
RO Puterea motorului
BG Мощност на двигателя
SRB Snaga motora
LT Variklio galingumas
EST Mootori võimsus
LV Motora jauda
I Capacità serbatoio
GB Tank capacity
F Contenance réservoir
D Behältergröße
E Capacidad depósito
P Capacidade do reservatório
NL Tankcapaciteit
DK Brændstoftank, kapacitet
S Bränsletank, kapacitet
FIN Säiliön tilavuus
30
N
L
Bewaar deze handleiding voor toekomstige raadpleging
WAARSCHUWINGEN
1
De akoestische drukwaarde gemeten op 4 m, gemeten in het vrije veld,
is gelijk aan de potentiele akoestische waarde aangegeven op het gele
label dat is geplaatst op de compressor, waarvan dan 20 dB wordt
afgetrokken.
WAAR U OP MOET LETTEN
De compressor moet in geschikte omgevingen worden gebruikt
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C tot +40°C) en nooit
bij aanwezigheid van stof, zuren, dampen, explosieve of ontvlambare
gassen.
Houd altijd een veiligheidsafstand van minstens 4 meter tussen de
compressor en het werkgebied aan.
Eventuele verkleuringen die verschijnen op de riembeschermers van de
compressor tijdens lakspuiten, wijzen op een te geringe afstand.
Steek de stekker van de stroomkabel in een qua vorm, spanning
en frequentie geschikt stopcontact dat voldoet aan de geldende
voorschriften.
Laat voor de driefasenversie de stekker door personeel monteren dat
volgens de plaatselijke voorschriften als elektricien is opgeleid. Controleer
bij het eerste opstarten of de draairichting correct is en overeenkomt met de
richting aangeduid door de pijl op de riembeschermer (versies met plastic
bescherming) of op de motor (versies met metalen beschermingen).
Gebruik voor de stroomkabel verlengsnoeren met een lengte van
hoogstens 5 meter en met een geschikte kabeldoorsnede.
Men raadt het gebruik van verlengsnoeren met een andere lengte, alsmede
adapters en meervoudige stekkerdozen af.
Gebruik uitsluitend de schakelaar van de pressostaat om de compressor uit
te schakelen of gebruik de schakelaar op de schakelkast, bij modellen die
hiervan zijn voorzien. Schakel de compressor niet uit door de contactstop
af te koppelen, om opnieuw starten terwijl druk in de kop aanwezig is te
voorkomen.
Gebruik uitsluitend de handgreep om de compressor te verplaatsen.
De werkende compressor moet op een stabiele, horizontale ondergrond
worden geplaatst om een correcte smering te verzekeren.
Plaats de compressor op minstens 50 cm van de muur om een optimale
circulatie van frisse lucht en een correcte koeling te garanderen.
WAT U NIET MAG DOEN
Richt de luchtstroom nooit op mensen, dieren of op het eigen lichaam
(Gebruik een beschermbril om de ogen tegen vreemde voorwerpen die
door de luchtstroom worden verplaatst te beschermen).
Richt vloeistoffen die door op de compressor aangesloten gereedschappen
worden gespoten nooit op de compressor zelf.
Gebruik het apparaat nooit met blote voeten of vochtige handen of
voeten.
Trek nooit aan de stroomkabel om de stekker uit het stopcontact te trekken
of om de compressor te verplaatsen.
Het apparaat mag niet blootgesteld aan weersinvloeden (regen, zon, mist,
sneeuw).
Vervoer de compressor niet met de ketel onder druk.
Voer op de ketel geen lassen of mechanische bewerkingen uit. In geval van
defecten of corrosie moet de ketel vervangen worden.
Zorg ervoor dat de compressor niet door onervaren personeel wordt
gebruikt. Houd kinderen en dieren uit de buurt van het werkgebied.
Plaats geen ontvlambare voorwerpen of voorwerpen van nylon of stof in de
buurt en/of op de compressor.
Reinig de machine niet met ontvlambare vloeistoffen of oplosmiddelen.
Gebruik uitsluitend een vochtige doek en controleer of de stekker uit het
stopcontact is verwijderd.
Het gebruik van de compressor is strikt beperkt tot de compressie van
lucht. Gebruik de compressor niet voor andere gassoorten.
De door het apparaat geproduceerde perslucht is zonder speciale
behandelingen niet bruikbaar voor toepassingen op farmaceutisch,
voedings- of gezondheidsgebied en mag niet gebruikt worden voor het
vullen van zuurstofflessen voor duikers.
Gebruik de compressor niet zonder beschermingen (riembeschermers) en
raak niet de bewegende delen aan.
WAT U MOET WETEN
Deze compressor is gebouwd om met intermitterend bedrijf te
werken, zoals aangegeven op het plaatje met technische gegevens
(zo betekent bijvoorbeeld S3-50 5 minuten bedrijf en 5 minuten rust),
om overmatige oververhitting van de elektromotor te voorkomen. Als dat
mocht gebeuren, grijpt de thermische beveiliging van de motor in door
automatisch de spanning te onderbreken wanneer de temperatuur te hoog
is vanwege een overmatige stroomabsorptie.
Om het opnieuw opstarten van de machine te vereenvoudigen, moeten
niet alleen de beschreven handelingen worden uitgevoerd, maar ook
de drukknop op de pressostaat worden bediend: deze moet eerst in de
uitgeschakelde stand en vervolgens in de ingeschakelde stand worden
gebracht (fig. 1a-1b).
Bij de eenfaseversies moet men met de hand op de reset-knop op de
klemmendoos van de motor drukken (fig. 2).
Bij de driefasenversies hoeft men slechts met de hand de drukknop van de
pressostaat te bedienen door deze in de ingeschakelde stand te brengen,
of de drukknop op de thermische beveiliging in de schakelkast te bedienen.
(fig. 3a-3b-3c).
De eenfaseversies zijn voorzien van een pressostaat met een
luchtafblaasklep met vertraagde sluiting (of van een klep gesitueerd op
de afsluitklep) die het starten van de motor vereenvoudigt: het is dan ook
normaal dat bij lege ketel gedurende enkele seconden nog lucht door deze
klep wordt afgeblazen.
Alle compressoren zijn voorzien van een veiligheidsklep die ingrijpt in geval
van onregelmatige werking van de pressostaat, zodat de veiligheid van de
machine is gegarandeerd (fig. 4).
Tijdens het aansluiten van een pneumatisch gereedschap op een buis met
perslucht die door de compressor wordt geleverd, moet de luchtstroom die
uit deze buis komt absoluut afgesloten zijn.
Het gebruik van perslucht voor de verschillende toepassingen die mogelijk
zijn (opblazen, pneumatische gereedschappen, lakspuiten, wassen met
reinigingsmiddelen uitsluitend op waterbasis enz.) veronderstelt kennis
en inachtneming van de voorschriften die voor de afzonderlijke gevallen
gelden.
STARTEN EN GEBRUIK
2
Monteer de wielen en het pootje (of het zwenkwiel, afhankelijk van het
model) volgens de aanwijzingen die in de verpakking zijn bijgesloten.
Monteer voor de versies met vaste poten de kit bestaande uit de voorste
beugel of de trillingsdempers indien voorzien.
Controleer de overeenstemming met de gegevens op de typeplaat van de
compressor met de werkelijke gegevens van de elektrische installatie; er
wordt een spanningsvariatie van +/- 10% ten opzichte van de nominale
waarde toegestaan.
Steek de stekker van de stroomkabel in een geschikt stopcontact en
controleer of de drukknop van de pressostaat op de compressor in de
uitgeschakelde stand «O» (OFF) staat (fig. 5a-5b-5c-5d).
Sluit bij de driefasenversies de stekker aan op een schakelkast beveiligd
door passende zekeringen.
Laat, bij versies uitgerust met een schakelkast (“Tandem” units of
sterdriehoekaanzetters), de installatie en de aansluitingen (op de motor, de
pressostaat en de magneetklep daar waar aanwezig) door gekwalificeerd
personeel uitvoeren.
Controleer het oliepeil via de kijkopening en vul eventueel bij door de
ontluchtingsplug los te schroeven (fig. 6a-6d).
Nu is de compressor klaar voor gebruik.
Bedien de schakelaar van de pressostaat (of de keuzeschakelaar bij
versies met schakelkast, (fig. 5a-5b-5c-5d): de compressor start, begint
lucht te pompen en voert deze via de toevoerbuis naar de ketel.
Zodra de maximale waarde van de bedrijfsdruk wordt bereikt (ingesteld
door de constructeur tijdens de keuringsfase), stopt de compressor en
blaast de overmaat aan lucht die in de kop en toevoerbuis aanwezig is
via een klep onder de pressostaat af (bij de ster-driehoek versies via een
magneetklep die bij het stoppen van de motor wordt geactiveerd).
Dit afblazen vereenvoudigt het opnieuw opstarten van de compressor,
aangezien er geen druk meer in de kop aanwezig is.
Bij gebruik van lucht start de compressor automatisch op wanneer de
onderste afstelwaarde wordt bereikt (2 bar tussen bovenste en onderste
waarde).
Het is mogelijk om de druk in de ketel te controleren door de bijgeleverde
manometer af te lezen (fig. 4).
De compressor blijft met deze automatische cyclus werken totdat de
schakelaar van de pressostaat (of de keuzeschakelaar van de schakelkast,
fig. 5a-5b-5c-5d) wordt afgezet. Als men de compressor opnieuw wil
gebruiken, dient men minstens 10 seconden na het uitschakelen te
wachten alvorens de compressor opnieuw te starten.
31
N
L
Bij de versies met schakelkast moet de pressostaat altijd in lijn staan met
de ingeschakelde stand I (ON).
Bij de tandemversies staat de bijgeleverde unit het gebruik van één van
beide compressorgroepen toe (indien gewenst met afwisselend gebruik)
of van beide gelijktijdig, afhankelijk van de behoeften. In het laatste geval
zal het starten op gedifferentieerde wijze verlopen, om een overmatige
absorptie van stroom bij het starten te voorkomen (getimede start).
Alleen verrijdbare compressoren zijn van een reduceerventiel voorzien
(bij versies met vaste pootjes wordt deze gewoonlijk op de gebruikslijn
geïnstalleerd). Door de knop bij open kraan te bedienen (door deze
omhoog te trekken wordt bij rechtsom draaien de druk verhoogd en bij
linksom draaien de druk verlaagd, fig. 7) kan de luchtdruk geregeld worden
om het gebruik van pneumatische gereedschappen te optimaliseren. Zet,
zodra de gewenste waarde is ingesteld, de knop weer laag om deze in zijn
stand te vergrendelen.
De ingestelde waarde kan op de manometer gecontroleerd worden
(bij versies die hiermee zijn uitgerust, fig. 8) of met behulp van de
genummerde streepjes op de knop, welke waarden met de betreffende
drukken overeenkomen.
Controlleer of het luchtgebruik en de maximum druk van de te
proberen luchtdrukwerktuigen geschikt zijn met de aangetekende
druk op de drukregelaar en met de hoeveelheid lucht geleverd door
de compressor.
Schakel de machine na gebruik uit, neem de stekker uit het stopcontact en
leeg de ketel.
ONDERHOUD
3
De levensduur van de machine hangt af van de kwaliteit van het
onderhoud.
ZET, VOORDAT WERKZAAMHEDEN AAN DE COMPRESSOR
WORDEN UITGEVOERD, DE PRESSOSTAAT IN DE STAND “OFF”,
NEEM DE STEKKER UIT EN LEEG DE KETEL VOLLEDIG.
Controleer de aanhaalkoppels van alle bouten en vooral die van de kop
(fig. 9). De controle moet uitgevoerd worden voordat de compressor voor
de eerste keer wordt gestart.
TABEL 1 – SLUITING VAN DE HOOFDTREKKERS
Nm
Min. koppel Nm
Max. koppel
Bout
M6 9 11
Bout
M8 22 27
Bout
M10 45 55
Bout
M12 76 93
Bout
M14 121 148
Reinig het aanzuigfilter met een frequentie die afhangt van het type
werkomgeving en minstens eens per 100 uur. Vervang het filter indien
nodig (een verstopt filter vermindert het rendement en een onwerkzaam
filter veroorzaakt een grotere slijtage van de compressor, fig. 10a-10b).
Ververs de olie na de eerste 100 bedrijfsuren en vervolgens elke 300 uur.
Controleer periodiek het niveau.
Gebruik API CC/SC SAE 40 minerale olie. (Voor koude klimaten wordt
API CC/SC SAE 20 aanbevolen). Meng geen verschillende soorten olie.
Als kleurvariaties optreden (witachtig = aanwezigheid van water; donker =
oververhitte olie) wordt aangeraden om de olie onmiddellijk te verversen.
Schroef de plug na het bijvullen (fig. 11) stevig vast en controleer of er
tijdens gebruik geen olie uit lekt. Controleer wekelijks het oliepeil om een
correcte smering te garanderen (fig. 6a).
Tap regelmatig (of na werkzaamheden die langer dan een uur duren) het
condenswater af dat zich in de ketel ophoopt (fig. 12) i.v.m. het vocht dat
in de lucht aanwezig is. Dit om de ketel tegen roesten te beschermen en
niet de capaciteit te beperken.
Controleer periodiek de spanning van de riemen, die een doorbuiging (f)
van circa 1 cm moeten bezitten (fig. 13).
*
Zowel de uitgewerkte olie (gesmeerde modellen) als het condenswater
MOETEN op milieuvriendelijke wijze en overeenkomstig de geldende
wettelijke voorschriften VERWERKT worden.
De verkoop van de compressor moet gebeuren voor de leidingen
die geschikt zijn en overeenstemmen met de eisen van de lokale
wetgeving.
MOGELIJKE STORINGEN EN TOEGESTANE REMEDIES
4
Schakel een gekwalificeerd elektricien in voor werkzaamheden aan elektrische componenten (kabels, motor, pressostaat, schakelkast…)
STORING OORZAAK REMEDIE
Luchtlekkage uit de klep van de pressostaat.
Terugslagklep die wegens slijtage of vuil op het
afsluitvlak niet correct zijn functie vervult.
Draai de zeskantkop van de terugslagklep los,
reinig de zitting en het schijfje van speciaal
rubber (vervang indien versleten). Monteer
opnieuw en draai zorgvuldig vast (fig. 14a-14b).
Open condensaftapkraan. Sluit de condensaftapkraan.
Rilsan buis niet correct op de pressostaat
aangesloten.
Breng de rilsan buis op correcte wijze binnen de
pressostaat in (fig. 15).
Afname van het rendement. Veelvuldig starten.
Lage drukwaarden.
Overmatig verbruik. Verbruik minder.
Lekken uit koppelingen en/of leidingen. Repareer de pakkingen.
Verstopt aanzuigfilter. Reinig/vervang het aanzuigfilter (fig. 10a-10b).
Slippende riem. Controleer de spanning van de riemen (fig. 13).
De motor en/of de compressor raken oververhit.
Onvoldoende ventilatie. Verbeter de ventilatie.
Verstopte luchtdoorvoeropeningen. Controleer en reinig eventueel het luchtfilter.
Matige smering. Vul bij of ververs de olie
(fig. 16a-16b-16c).
TABEL 2 – ONDERHOUDSINTERVALLEN
FUNCTIE NA DE
EERSTE 100
UREN
ELKE 100
UREN ELKE 300
UREN
Reiniging van de zuigfilter
en/of vervanging van het
filtrerende element
Vervanging van olie* ● ●
Sluiting van de
hoofdtrekkers De controle moet uitgevoerd worden voordat de
compressor voor de eerste keer wordt gestart
Het lossen van de condens
vanuit de tank Regelmatig en bij het einde van het werk
Controle van de
riemspanning Regelmatig
32
N
L
STORING OORZAAK REMEDIE
De compressor stopt na enkele startpogingen
door ingrijpen van de thermische beveiliging
i.v.m. overmatige belasting van de motor.
Starten met volle compressorkop.
Aflaten van druk aan de kop van de compressor
door te drukken op de drukregelaar.
Lage temperatuur. Verbeter de omgevingscondities.
Onvoldoende spanning.
Controleer of de netspanning overeenkomt
met die op het typeplaatje. Verwijder eventuele
verlengsnoeren.
Verkeerde of onvoldoende smering. Controleer het peil, vul bij of ververs eventueel
de olie.
Inefficiënte magneetklep. Neem contact op met het Servicecentrum.
De compressor stopt tijdens bedrijf zonder
duidelijke reden.
Ingreep van de thermische beveiliging van de
motor.
Controleer het oliepeil.
Eenfase-eentrapsversies:
bedien de drukknop op de pressostaat door hem
in de OFF stand (fig. 1a).
Reset de thermische beveiliging (fig. 2) en start
opnieuw (fig. 1b).
Als de storing blijft aanhouden, contact
opnemen met het Servicecentrum.
Versies met sterdriehoekaanzetter:
bedien de drukknop op de thermische
beveiliging in de schakelkast (fig. 3c) en start
opnieuw (fig. 5d).
Als de storing blijft aanhouden, contact
opnemen met het Servicecentrum.
Overige versies:
bedien de drukknop op de pressostaat door hem
in de OFF stand en vervolgens in de ON stand
te zetten (fig. 1a-1b).
Als de storing blijft aanhouden, contact
opnemen met het Servicecentrum.
Elektrische storing. Neem contact op met het Servicecentrum.
De compressor trilt tijdens bedrijf en de motor
maakt een onregelmatig bromgeluid. Als hij
stopt, start hij niet meer op, ondanks het feit dat
er een bromgeluid uit de motor komt.
Eenfasemotoren:
defecte condensator. Laat de condensator vervangen.
Driefasenmotoren:
Er ontbreekt een fase in het driefasen-
voedingssysteem i.v.m. mogelijke onderbreking
van een zekering.
Controleer de zekeringen in de schakelkast
of –doos en vervang eventuele beschadigde
zekeringen (fig. 17).
Abnormale aanwezigheid van olie in net. Overmatige vulling van olie binnen de groep. Controleer het oliepeil.
Slijtage segmenten. Neem contact op met het Servicecentrum.
Lekkage van condens uit de aftapkraan. Vuil of zand in de kraan. Reinig de kraan.
Alle overige werkzaamheden moeten door de erkende Servicecentra worden uitgevoerd, waarbij originele onderdelen gebruikt moeten worden.
Zelfstandig de machine proberen te repareren kan de veiligheid in gevaar brengen en maakt sowieso de garantie ongeldig.

Documenttranscriptie

I GB F D E P NL DK S FIN GR PL HR SLO H CZ SK RUS NO TR RO BG SRB LT EST LV I GB F D E P NL DK S FIN GR PL HR SLO H CZ SK RUS NO TR RO BG SRB LT EST LV I GB Pericolo avviamento automatico Danger - automatic control (closed loop) Risque de démarrage automatique Gefahr durch automatischen Anlauf Peligro de arranque automático Perigo arranque automático Gevaar voor automatisch starten Fare automatisk start Risk för automatisk start Automaattisen käynnistymisen vaara Κίνδυνος αυτόματης εκκίνησης Uwaga, niebezpieczeństwo automatycznego uruchomienia się Opasnost zbog automatskog pokretanja Nevarnost zaradi samodejnega zagona Automatikus beindulás veszélye Nebezpečí - automatické spouštění! Nebezpečenstvo - automatické spustenie ! Опасность автоматического включения Fare for automatisk oppstart Dikkat otomatik çalışma tehlikesi Pericol pornire automată Опасност от автоматично пускане в ход Opasnost zbog automatskog pokretanja Automatinio įsijungimo pavojus Ohtlik - automaatiline käivitus Uzmanību - automātiska iedarbināšanās Attenzione corrente elettrica Dangerous voltage Attention: présence de courant électrique Achtung, elektrische Spannung Atención, corriente eléctrica Atenção corrente eléctrica Attentie, elektrische stroom Advarsel elektrisk strøm Varning - elektricitet Huom. vaarallinen jännite Προσοχή ηλεκτρικό ρεύμα Uwaga, niebezpieczeństwo porażenia prądem elektrycznym Pažnja, električni napon Pozor, električna napetost Figyelem, elektromos áram Pozor - elektrické napětí! Pozor - elektrický prúd ! Опасность удара электрическим током Forsiktig elektrisk strøm Dikkat elektrik akımı Atenţie! Pericol electric Внимание: електричеки ток Pažnja, električni napon Elektros įtampos rizika Ettevaatust - elektrivool Esiet uzmanīgi - elektrības plūsma Gruppo pompante Pumping unit 8 F D E P NL DK S FIN GR PL HR SLO H CZ SK RUS NO TR RO BG SRB LT EST LV Groupe pompant Pumpgruppe Grupo de bombeo Unidade de bombeamento Pompgroep Pumpeaggregat Pumpenhet Pumppuryhmä Αντλητικό συγκρότημα Zespół Pompujący Pumpna grupa Črpalna enota Szivattyú egység Systém vstřikovacího čerpadla Vstrekovacia sústava Компрессорная головка Pumpe Gruppe Pompalama grubu Grup de pompare Изпомпваща група Pumpna grupa Pompavamo įrenginys Kompressori pump Sūkņu grupa I GB F D E P NL DK S FIN GR PL HR SLO H CZ SK RUS NO TR RO BG SRB LT EST LV Potenza motore Power Puissance moteur Motorleistung Potencia motor Potência do motor Motorvermogen Motorstyrke Motorstyrka Moottorin teho Ισχύς κινητήρα Moc silnika Snaga motora Moč motorja Motor teljesítménye Výkon motoru Výkon motora Мощность мотора Effekt motor Motor gücü Puterea motorului Мощност на двигателя Snaga motora Variklio galingumas Mootori võimsus Motora jauda I GB F D E P NL DK S FIN Capacità serbatoio Tank capacity Contenance réservoir Behältergröße Capacidad depósito Capacidade do reservatório Tankcapaciteit Brændstoftank, kapacitet Bränsletank, kapacitet Säiliön tilavuus Bewaar deze handleiding voor toekomstige raadpleging 1 WAARSCHUWINGEN De akoestische drukwaarde gemeten op 4 m, gemeten in het vrije veld, is gelijk aan de potentiele akoestische waarde aangegeven op het gele label dat is geplaatst op de compressor, waarvan dan 20 dB wordt afgetrokken. • Zorg ervoor dat de compressor niet door onervaren personeel wordt gebruikt. Houd kinderen en dieren uit de buurt van het werkgebied. • Plaats geen ontvlambare voorwerpen of voorwerpen van nylon of stof in de buurt en/of op de compressor. • Reinig de machine niet met ontvlambare vloeistoffen of oplosmiddelen. Gebruik uitsluitend een vochtige doek en controleer of de stekker uit het stopcontact is verwijderd. • Het gebruik van de compressor is strikt beperkt tot de compressie van lucht. Gebruik de compressor niet voor andere gassoorten. • De door het apparaat geproduceerde perslucht is zonder speciale behandelingen niet bruikbaar voor toepassingen op farmaceutisch, voedings- of gezondheidsgebied en mag niet gebruikt worden voor het vullen van zuurstofflessen voor duikers. • Gebruik de compressor niet zonder beschermingen (riembeschermers) en raak niet de bewegende delen aan. WAAR U OP MOET LETTEN N L • De compressor moet in geschikte omgevingen worden gebruikt (goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C tot +40°C) en nooit bij aanwezigheid van stof, zuren, dampen, explosieve of ontvlambare gassen. • Houd altijd een veiligheidsafstand van minstens 4 meter tussen de compressor en het werkgebied aan. • Eventuele verkleuringen die verschijnen op de riembeschermers van de compressor tijdens lakspuiten, wijzen op een te geringe afstand. • Steek de stekker van de stroomkabel in een qua vorm, spanning en frequentie geschikt stopcontact dat voldoet aan de geldende voorschriften. • Laat voor de driefasenversie de stekker door personeel monteren dat volgens de plaatselijke voorschriften als elektricien is opgeleid. Controleer bij het eerste opstarten of de draairichting correct is en overeenkomt met de richting aangeduid door de pijl op de riembeschermer (versies met plastic bescherming) of op de motor (versies met metalen beschermingen). • Gebruik voor de stroomkabel verlengsnoeren met een lengte van hoogstens 5 meter en met een geschikte kabeldoorsnede. • Men raadt het gebruik van verlengsnoeren met een andere lengte, alsmede adapters en meervoudige stekkerdozen af. • Gebruik uitsluitend de schakelaar van de pressostaat om de compressor uit te schakelen of gebruik de schakelaar op de schakelkast, bij modellen die hiervan zijn voorzien. Schakel de compressor niet uit door de contactstop af te koppelen, om opnieuw starten terwijl druk in de kop aanwezig is te voorkomen. • Gebruik uitsluitend de handgreep om de compressor te verplaatsen. • De werkende compressor moet op een stabiele, horizontale ondergrond worden geplaatst om een correcte smering te verzekeren. • Plaats de compressor op minstens 50 cm van de muur om een optimale circulatie van frisse lucht en een correcte koeling te garanderen. WAT U MOET WETEN • Deze compressor is gebouwd om met intermitterend bedrijf te werken, zoals aangegeven op het plaatje met technische gegevens (zo betekent bijvoorbeeld S3-50 5 minuten bedrijf en 5 minuten rust), om overmatige oververhitting van de elektromotor te voorkomen. Als dat mocht gebeuren, grijpt de thermische beveiliging van de motor in door automatisch de spanning te onderbreken wanneer de temperatuur te hoog is vanwege een overmatige stroomabsorptie. • Om het opnieuw opstarten van de machine te vereenvoudigen, moeten niet alleen de beschreven handelingen worden uitgevoerd, maar ook de drukknop op de pressostaat worden bediend: deze moet eerst in de uitgeschakelde stand en vervolgens in de ingeschakelde stand worden gebracht (fig. 1a-1b). • Bij de eenfaseversies moet men met de hand op de reset-knop op de klemmendoos van de motor drukken (fig. 2). • Bij de driefasenversies hoeft men slechts met de hand de drukknop van de pressostaat te bedienen door deze in de ingeschakelde stand te brengen, of de drukknop op de thermische beveiliging in de schakelkast te bedienen. (fig. 3a-3b-3c). • De eenfaseversies zijn voorzien van een pressostaat met een luchtafblaasklep met vertraagde sluiting (of van een klep gesitueerd op de afsluitklep) die het starten van de motor vereenvoudigt: het is dan ook normaal dat bij lege ketel gedurende enkele seconden nog lucht door deze klep wordt afgeblazen. • Alle compressoren zijn voorzien van een veiligheidsklep die ingrijpt in geval van onregelmatige werking van de pressostaat, zodat de veiligheid van de machine is gegarandeerd (fig. 4). • Tijdens het aansluiten van een pneumatisch gereedschap op een buis met perslucht die door de compressor wordt geleverd, moet de luchtstroom die uit deze buis komt absoluut afgesloten zijn. • Het gebruik van perslucht voor de verschillende toepassingen die mogelijk zijn (opblazen, pneumatische gereedschappen, lakspuiten, wassen met reinigingsmiddelen uitsluitend op waterbasis enz.) veronderstelt kennis en inachtneming van de voorschriften die voor de afzonderlijke gevallen gelden. WAT U NIET MAG DOEN • Richt de luchtstroom nooit op mensen, dieren of op het eigen lichaam (Gebruik een beschermbril om de ogen tegen vreemde voorwerpen die door de luchtstroom worden verplaatst te beschermen). • Richt vloeistoffen die door op de compressor aangesloten gereedschappen worden gespoten nooit op de compressor zelf. • Gebruik het apparaat nooit met blote voeten of vochtige handen of voeten. • Trek nooit aan de stroomkabel om de stekker uit het stopcontact te trekken of om de compressor te verplaatsen. • Het apparaat mag niet blootgesteld aan weersinvloeden (regen, zon, mist, sneeuw). • Vervoer de compressor niet met de ketel onder druk. • Voer op de ketel geen lassen of mechanische bewerkingen uit. In geval van defecten of corrosie moet de ketel vervangen worden. 2 STARTEN EN GEBRUIK • Bedien de schakelaar van de pressostaat (of de keuzeschakelaar bij versies met schakelkast, (fig. 5a-5b-5c-5d): de compressor start, begint lucht te pompen en voert deze via de toevoerbuis naar de ketel. • Zodra de maximale waarde van de bedrijfsdruk wordt bereikt (ingesteld door de constructeur tijdens de keuringsfase), stopt de compressor en blaast de overmaat aan lucht die in de kop en toevoerbuis aanwezig is via een klep onder de pressostaat af (bij de ster-driehoek versies via een magneetklep die bij het stoppen van de motor wordt geactiveerd). • Dit afblazen vereenvoudigt het opnieuw opstarten van de compressor, aangezien er geen druk meer in de kop aanwezig is. Bij gebruik van lucht start de compressor automatisch op wanneer de onderste afstelwaarde wordt bereikt (2 bar tussen bovenste en onderste waarde). Het is mogelijk om de druk in de ketel te controleren door de bijgeleverde manometer af te lezen (fig. 4). • De compressor blijft met deze automatische cyclus werken totdat de schakelaar van de pressostaat (of de keuzeschakelaar van de schakelkast, fig. 5a-5b-5c-5d) wordt afgezet. Als men de compressor opnieuw wil gebruiken, dient men minstens 10 seconden na het uitschakelen te wachten alvorens de compressor opnieuw te starten. • Monteer de wielen en het pootje (of het zwenkwiel, afhankelijk van het model) volgens de aanwijzingen die in de verpakking zijn bijgesloten. Monteer voor de versies met vaste poten de kit bestaande uit de voorste beugel of de trillingsdempers indien voorzien. • Controleer de overeenstemming met de gegevens op de typeplaat van de compressor met de werkelijke gegevens van de elektrische installatie; er wordt een spanningsvariatie van +/- 10% ten opzichte van de nominale waarde toegestaan. • Steek de stekker van de stroomkabel in een geschikt stopcontact en controleer of de drukknop van de pressostaat op de compressor in de uitgeschakelde stand «O» (OFF) staat (fig. 5a-5b-5c-5d). • Sluit bij de driefasenversies de stekker aan op een schakelkast beveiligd door passende zekeringen. • Laat, bij versies uitgerust met een schakelkast (“Tandem” units of sterdriehoekaanzetters), de installatie en de aansluitingen (op de motor, de pressostaat en de magneetklep daar waar aanwezig) door gekwalificeerd personeel uitvoeren. • Controleer het oliepeil via de kijkopening en vul eventueel bij door de ontluchtingsplug los te schroeven (fig. 6a-6d). • Nu is de compressor klaar voor gebruik. 30 • Bij de versies met schakelkast moet de pressostaat altijd in lijn staan met de ingeschakelde stand I (ON). • Bij de tandemversies staat de bijgeleverde unit het gebruik van één van beide compressorgroepen toe (indien gewenst met afwisselend gebruik) of van beide gelijktijdig, afhankelijk van de behoeften. In het laatste geval zal het starten op gedifferentieerde wijze verlopen, om een overmatige absorptie van stroom bij het starten te voorkomen (getimede start). • Alleen verrijdbare compressoren zijn van een reduceerventiel voorzien (bij versies met vaste pootjes wordt deze gewoonlijk op de gebruikslijn geïnstalleerd). Door de knop bij open kraan te bedienen (door deze omhoog te trekken wordt bij rechtsom draaien de druk verhoogd en bij linksom draaien de druk verlaagd, fig. 7) kan de luchtdruk geregeld worden om het gebruik van pneumatische gereedschappen te optimaliseren. Zet, zodra de gewenste waarde is ingesteld, de knop weer laag om deze in zijn stand te vergrendelen. • De ingestelde waarde kan op de manometer gecontroleerd worden (bij versies die hiermee zijn uitgerust, fig. 8) of met behulp van de genummerde streepjes op de knop, welke waarden met de betreffende drukken overeenkomen. • Controlleer of het luchtgebruik en de maximum druk van de te proberen luchtdrukwerktuigen geschikt zijn met de aangetekende druk op de drukregelaar en met de hoeveelheid lucht geleverd door de compressor. • Schakel de machine na gebruik uit, neem de stekker uit het stopcontact en leeg de ketel. 3 • Ververs de olie na de eerste 100 bedrijfsuren en vervolgens elke 300 uur. Controleer periodiek het niveau. • Gebruik API CC/SC SAE 40 minerale olie. (Voor koude klimaten wordt API CC/SC SAE 20 aanbevolen). Meng geen verschillende soorten olie. Als kleurvariaties optreden (witachtig = aanwezigheid van water; donker = oververhitte olie) wordt aangeraden om de olie onmiddellijk te verversen. • Schroef de plug na het bijvullen (fig. 11) stevig vast en controleer of er tijdens gebruik geen olie uit lekt. Controleer wekelijks het oliepeil om een correcte smering te garanderen (fig. 6a). • Tap regelmatig (of na werkzaamheden die langer dan een uur duren) het condenswater af dat zich in de ketel ophoopt (fig. 12) i.v.m. het vocht dat in de lucht aanwezig is. Dit om de ketel tegen roesten te beschermen en niet de capaciteit te beperken. • Controleer periodiek de spanning van de riemen, die een doorbuiging (f) van circa 1 cm moeten bezitten (fig. 13). TABEL 2 – ONDERHOUDSINTERVALLEN 9 11 27 Bout M10 45 55 Bout M12 76 93 Bout M14 121 148 ● De controle moet uitgevoerd worden voordat de compressor voor de eerste keer wordt gestart Het lossen van de condens vanuit de tank Regelmatig en bij het einde van het werk Controle van de riemspanning Regelmatig MOETEN op milieuvriendelijke wijze en overeenkomstig de geldende wettelijke voorschriften VERWERKT worden. De verkoop van de compressor moet gebeuren voor de leidingen die geschikt zijn en overeenstemmen met de eisen van de lokale wetgeving. Nm Max. koppel 22 ● Sluiting van de hoofdtrekkers * Zowel de uitgewerkte olie (gesmeerde modellen) als het condenswater TABEL 1 – SLUITING VAN DE HOOFDTREKKERS Bout M8 ELKE 300 UREN ● Vervanging van olie* ONDERHOUD Bout M6 ELKE 100 UREN Reiniging van de zuigfilter en/of vervanging van het filtrerende element • De levensduur van de machine hangt af van de kwaliteit van het onderhoud. • ZET, VOORDAT WERKZAAMHEDEN AAN DE COMPRESSOR WORDEN UITGEVOERD, DE PRESSOSTAAT IN DE STAND “OFF”, NEEM DE STEKKER UIT EN LEEG DE KETEL VOLLEDIG. • Controleer de aanhaalkoppels van alle bouten en vooral die van de kop (fig. 9). De controle moet uitgevoerd worden voordat de compressor voor de eerste keer wordt gestart. Nm Min. koppel NA DE EERSTE 100 UREN FUNCTIE • Reinig het aanzuigfilter met een frequentie die afhangt van het type werkomgeving en minstens eens per 100 uur. Vervang het filter indien nodig (een verstopt filter vermindert het rendement en een onwerkzaam filter veroorzaakt een grotere slijtage van de compressor, fig. 10a-10b). 4 MOGELIJKE STORINGEN EN TOEGESTANE REMEDIES Schakel een gekwalificeerd elektricien in voor werkzaamheden aan elektrische componenten (kabels, motor, pressostaat, schakelkast…) STORING Luchtlekkage uit de klep van de pressostaat. Afname van het rendement. Veelvuldig starten. Lage drukwaarden. De motor en/of de compressor raken oververhit. OORZAAK REMEDIE Terugslagklep die wegens slijtage of vuil op het afsluitvlak niet correct zijn functie vervult. Draai de zeskantkop van de terugslagklep los, reinig de zitting en het schijfje van speciaal rubber (vervang indien versleten). Monteer opnieuw en draai zorgvuldig vast (fig. 14a-14b). Open condensaftapkraan. Sluit de condensaftapkraan. Rilsan buis niet correct op de pressostaat aangesloten. Breng de rilsan buis op correcte wijze binnen de pressostaat in (fig. 15). Overmatig verbruik. Verbruik minder. Lekken uit koppelingen en/of leidingen. Repareer de pakkingen. Verstopt aanzuigfilter. Reinig/vervang het aanzuigfilter (fig. 10a-10b). Slippende riem. Controleer de spanning van de riemen (fig. 13). Onvoldoende ventilatie. Verbeter de ventilatie. Verstopte luchtdoorvoeropeningen. Controleer en reinig eventueel het luchtfilter. Matige smering. Vul bij of ververs de olie (fig. 16a-16b-16c). 31 N L STORING De compressor stopt na enkele startpogingen door ingrijpen van de thermische beveiliging i.v.m. overmatige belasting van de motor. OORZAAK REMEDIE Starten met volle compressorkop. Aflaten van druk aan de kop van de compressor door te drukken op de drukregelaar. Lage temperatuur. Verbeter de omgevingscondities. Onvoldoende spanning. Controleer of de netspanning overeenkomt met die op het typeplaatje. Verwijder eventuele verlengsnoeren. Verkeerde of onvoldoende smering. Controleer het peil, vul bij of ververs eventueel de olie. Inefficiënte magneetklep. Neem contact op met het Servicecentrum. Controleer het oliepeil. Eenfase-eentrapsversies: bedien de drukknop op de pressostaat door hem in de OFF stand (fig. 1a). Reset de thermische beveiliging (fig. 2) en start opnieuw (fig. 1b). Als de storing blijft aanhouden, contact opnemen met het Servicecentrum. N L De compressor stopt tijdens bedrijf zonder duidelijke reden. Ingreep van de thermische beveiliging van de motor. Versies met sterdriehoekaanzetter: bedien de drukknop op de thermische beveiliging in de schakelkast (fig. 3c) en start opnieuw (fig. 5d). Als de storing blijft aanhouden, contact opnemen met het Servicecentrum. Overige versies: bedien de drukknop op de pressostaat door hem in de OFF stand en vervolgens in de ON stand te zetten (fig. 1a-1b). Als de storing blijft aanhouden, contact opnemen met het Servicecentrum. De compressor trilt tijdens bedrijf en de motor maakt een onregelmatig bromgeluid. Als hij stopt, start hij niet meer op, ondanks het feit dat er een bromgeluid uit de motor komt. Abnormale aanwezigheid van olie in net. Lekkage van condens uit de aftapkraan. Elektrische storing. Neem contact op met het Servicecentrum. Eenfasemotoren: defecte condensator. Laat de condensator vervangen. Driefasenmotoren: Er ontbreekt een fase in het driefasenvoedingssysteem i.v.m. mogelijke onderbreking van een zekering. Controleer de zekeringen in de schakelkast of –doos en vervang eventuele beschadigde zekeringen (fig. 17). Overmatige vulling van olie binnen de groep. Controleer het oliepeil. Slijtage segmenten. Neem contact op met het Servicecentrum. Vuil of zand in de kraan. Reinig de kraan. Alle overige werkzaamheden moeten door de erkende Servicecentra worden uitgevoerd, waarbij originele onderdelen gebruikt moeten worden. Zelfstandig de machine proberen te repareren kan de veiligheid in gevaar brengen en maakt sowieso de garantie ongeldig. 32
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Strongline XT503600N Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde artikelen