Utax XC 9048 Handleiding

Type
Handleiding
INSTRUCTIEHANDLEIDING
MULTIFUNCTIONEEL AO-SYSTEEM
XC 9048
In deze GEBRUIKERSHANDLEIDING vindt u een beschrijving van de functies en werking voor de
XC 9048 Mulitfunctionele Printer.
Leest u de GEBRUIKERSHANDLEIDING voordat u de printer in gebruik neemt eerst aandachtig door.
Bewaar deze GEBRUIKERSHANDLEIDING als naslagwerk voor later.
1. Bij installeren van dit product in de V.S.
Het apparaat voldoet aan de eisen gespecificeerd in sectie 15 van de FCC Rules.
Het apparaat dient aan de volgende twee eisen te voldoen: (1) Het apparaat mag geen schadelijke
radiostoringen veroorzaken, (2) het apparaat moet bestand zijn tegen radiostoringen, inclusief de
radiostoringen die de werking ongunstig zouden kunnen beïnvloeden.
2. Bij installeren van dit product in Europa
Het apparaat voldoet aan de eisen gespecificeerd in Pub.22 van de CISPR Rules for a Class B
computing device.
Door gebruik van het apparaat in woonomgevingen kunnen ongewenste storingen van radio- en
TV-ontvangst veroorzaakt worden. De gebruiker is verplicht de benodigde stappen te ondernemen om
dergelijke radiostoringen op te heffen of te voorkomen.
Installeer de apparatuur nooit in de directe omgeving van elektronica of precisie-instrumenten.
De andere apparatuur kan tijdens bedrijf door elektrische storingen worden beïnvloed.
Indien u het apparaat in de directe omgeving van andere elektronische apparatuur zoals radio
en TV installeert, kunnen er storingen, zoals ruis of flikkeringen, ontstaan. Zorg dat de scanner
op een aparte stoppengroep aangesloten is en dat de afstand tussen de PRINTER en overige
apparatuur zo groot mogelijk is.
Dit product voldoet aan de ENERGY STAR ®-richtlijnen voor energiezuinigheid.
Het internationale ENERGY STAR ®-programma voor kantoorapparatuur is een internationaal
programma dat energiezuinigheid stimuleert door het op de markt brengen van energiezuinige
computers en andere kantoorapparatuur. Het programma ondersteunt de ontwikkeling en verspreiding
van producten met functies die het energieverbruik daadwerkelijk terugbrengen. Het is een open
systeem waaraan de oorspronkelijke fabrikanten op vrijwillige basis kunnen deelnemen. De bedoelde
producten zijn kantoorapparatuur, zoals computers, monitors, printers, faxapparaten, copiers, scanners
en multifunctionele apparatuur. De normen en logo's ervan zijn in alle deelnemende landen uniform.
Dit symbool geeft aan dat dit product voldoet aan Richtlijn 2002/96/EG
van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Deze geldt niet
in landen buiten de EU.
De hiernaast afgebeelde symbolen betekenen dat dit apparaat voldoet
aan de regelingen SJ/T11364-2006 van de standaards van de
Elektronischen Industrie van de Volksrepubliek China. Deze standaard is
niet geldig in landen buiten de Volksrepubliek China.
Het hiernaast afgebeelde symbool betekent dat dit apparaat voldoet aan
de regelingen GB 18455-2001 11364-2006 vand e nationale standaards
van de Volksrepubliek China. Deze standaard is niet geldig in landen
buiten de Volksrepubliek China.
 ; 
; TAIWAN SANKEI CO., LTD.
; 
(1)
Veiligheidswaarschuwingen
De onderstaande waarschuwingen zijn van essentieel belang voor een veilige werking van dit
product. Door deze aanwijzingen op te volgen kunt u persoonlijk letsel of schade aan het apparaat
voorkomen.
De volgende symbolen worden in de gehele GEBRUIKERSHANDLEIDING gehanteerd en geven
aan welke mate van gevaar er kan ontstaan:
WAARSCHUWING
Dit symbool geeft aan dat u ernstige of zelfs dodelijke verwondingen
kunt oplopen indien u deze aanwijzingen niet opvolgt.
GEVAAR
Dit symbool geeft aan dat u verwondingen of fysieke schade kunt
veroorzaken indien u deze aanwijzingen niet opvolgt.
Dit symbool geeft aan wat u niet moet doen.
Dit symbool geeft een Verplichte Activiteit aan.
(2)
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat het product op de juiste wijze is geaard om elektrische
schokken te voorkomen.
1. U dient de volgende voedingsspanningen te hanteren:
- In de V.S.: .....120V ±10%, 50/60Hz, 15A of hoger
- in Europa:......220V - 240V +6% oder -10%, 50/60Hz, 10A of hoger
2. Gebruik een aparte stoppengroep voor de stroomvoorziening.
3. Plaats het product zo dicht mogelijk bij het stopcontact.
4. Overleg met uw servicemonteur indien u de printer wilt verplaatsen.
1. Verwijder nooit schroeven of kleppen tenzij anders aangegeven in de
gebruiksaanwijzing. Het apparaat bevat een aantal onderdelen met een
hoge temperatuur en hoogspanningsonderdelen die brandwonden
en/of elektrische schokken kunnen veroorzaken.
2. Breng geen veranderingen in de printer aan en demonteer deze niet om
brand of elektrische schokken te voorkomen.
1. Sluit de printer niet aan op een verdeelstekker waarop andere
apparatuur is aangesloten. Door oververhitting van het stopcontact kan
daardoor brand ontstaan
2. Beschadig de voedingskabel niet door erop te gaan staan of er zware
voorwerpen op te zetten. Als de voedingskabel is beschadigd, is er
gevaar voor brand of voor elektrische schokken. VERVANG EEN
BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL METEEN!
1. Zet geen zaken als bloemenvazen, bloempotten of glazen water op het
apparaat. Spatwater kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
2. Indien u tijdens het gebruik van het apparaat afwijkingen constateert,
zoals abnormale geuren of geluiden, zet dan onmiddellijk het apparaat
uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Werp de toner niet in een vuur of andere warmtebronnen om
explosiegevaar te voorkomen.
(3)
GEVAAR
Installeer de printer niet in een vochtige of stoffige ruimte
Plaats de printer ook niet op een onstabiele ondergrond om letsel te
voorkomen.
1. Als u dit niet doet, kan de voedingskabel worden beschadigd en is er
gevaar voor brand of elektrische schokken
2. Als u de printer gedurende een langere periode niet gebruikt (vakantie,
bedrijfssluiting), schakelt u deze uit en trekt u voor de veiligheid de
stekker uit het stopcontact.
Koppel de printer niet los door aan het snoer van de voedingskabel te
trekken om beschadigingen aan de voedingskabel te voorkomen.
De printer bevat onderdelen met een hoge temperatuur
Zorg ervoor dat u deze bij het opheffen van papierstoringen niet aanraakt.
Zorg bij het afdrukken in een kleine ruimte voor voldoende ventilatie.
(4)
Hoofdstuk 1
Voor ingebruikname
Pagina
1.1 Eisen aan installatielocatie .............................................................................................. 1- 2
1.2 Niet te dupliceren originelen ........................................................................................... 1- 3
1.3 Kenmerken ........................................................................................................................ 1- 4
1.4 Specificaties ...................................................................................................................... 1- 5
1.4.1 General ................................................................................................................... 1- 5
1.4.2 Printer ...................................................................................................................... 1- 6
1.4.3 Scanner ...................................................................................................................1- 7
1.5 Uiterlijk ...............................................................................................................................1- 8
1.5.1 Vooraanzicht ........................................................................................................... 1- 8
1.5.2 Achteraanzicht ........................................................................................................ 1- 9
1.6 Specificaties voor het scanorigineel ............................................................................. 1-10
1. 7 Specificaties voor printpapier ........................................................................................ 1-13
1.7.1 Papier dat niet kan worden gebruikt ....................................................................... 1-13
1.7.2 Papier bewaren ...................................................................................................... 1-14
1.7.3 Omgevingsgesteldheid ........................................................................................... 1-15
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-1
1.1 Eisen aan installatielocatie
De apparatuur moet onder de volgende omstandigheden worden geïnstalleerd.
(1) De voedingsspanning moet de volgende waarden hebben:
- In de V.S.:..... 120V ±10%, 50/60Hz, 15A of hoger
- in Europa:...... 220V - 240V +6% oder -10%, 50/60Hz, 10A of hoger
(2) De apparatuur moet op een aparte stoppengroep worden aangesloten.
(3) Het stopcontact moet zich zo dicht mogelijk bij de apparatuur bevinden en goed
toegankelijk zijn.
(1) Zorg ervoor dat u deze apparatuur op een geaard stopcontact aansluit!
(2) Voor APPARATUUR MET STEKKERS moet het stopcontact dichtbij de apparatuur
worden geïnstalleerd en gemakkelijk toegankelijk zijn.
Temperatuurbereik van de ruimte = 10 tot 32 graden Celsius, met een luchtvochtigheid
tussen 15% en 85% RL. ( NIET-CONDENSEREND )
Breng de printer niet in aanraking met waterbronnen, boilers, bevochtigers of
koelkasten.
(1) De installatieruimte moet vrij zijn van open vuur, stof of ammoniakgassen!
(2) Zet de apparatuur ook niet in de buurt van ventilatiekleppen van airconditioners!
Dit kan de beeldkwaliteit nadelig beïnvloeden.
(3) De apparatuur mag niet aan direct zonlicht worden blootgesteld. Doe eventueel
aanwezige gordijnen dicht om alle zonlicht te weren.
Stel de fotoconductieve drum bij het openen van het bovengedeelte om een
verkeerd ingevoerd medium te verwijderen niet bloot aan fel ( intensief ) licht,
omdat dit schade aan de drum zal veroorzaken.
Bij gebruik van deze apparatuur komt er ozon vrij, hoewel de vrijkomende hoeveelheid
binnen de veiligheidsnorm ligt ( zie de verklaringen ).
Ventileer indien nodig de ruimte.
De stelbouten aan de onderkant van de printer moeten goed op de vloer staan.
Daarnaast moet de apparatuur waterpas staan.
De bodem moet sterk genoeg zijn om het gewicht van de apparatuur te kunnen dragen.
Zorg voor een gemakkelijke bediening voor voldoende ruimte rondom de apparatuur.
In het volgende schema ziet u hoeveel ruimte er nodig is:
XC 9048
45cm of meer 45cm of meer
(Voorkant)
(Achterkant)
70cm of meer
(1 Roll-deck)
90cm of meer
(2 roll-decks)
60cm of meer
als de standaard lade is
geïnstalleerd
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-2
1.2 Niet te dupliceren originelen
Het is niet per definitie toegestaan elk soort origineel te kopiëren.
Alleen al het bezit van een kopie van bepaalde soorten originelen kan bij wet strafbaar zijn.
Wij raden u aan een en ander nauwgezet te onderzoeken voordat u een dergelijk origineel kopieert.
[Originelen waarvan het bij wet niet is toegestaan deze te kopiëren]
1. Het is niet toegestaan financiële stukken (facturen, geld, bankbiljetten, enz.) of door de staat
uitgegeven waardepapieren (staatsobligaties, effecten, regionale obligaties, enz.) te
kopiëren.
2. Het is niet toegestaan vreemde valuta of buitenlandse waardepapieren te kopiëren.
3. Het is niet toegestaan ongebruikte postzegels of overheidskaarten zonder toestemming tot
kopiëren van de overheid te kopiëren.
4. Het is niet toegestaan door de overheid uitgegeven belastinglabels of certificaten zoals
voorgeschreven door drank- en handelsaccijnswetgeving te kopiëren.
[Stukken die speciale aandacht vereisen]
1. De overheid waarschuwt ervoor dat het niet is toegestaan privaatrechterlijk uitgegeven
effecten (aandelen, wissels, cheques, vrachtpapieren, enz.), vervoersbewijzen of
boekenbonnen te kopiëren, behalve in situaties waarin bedrijven specifiek een willekeurig
aantal vereiste kopieën voor de eigen bedrijfsvoering maken.
2. Wij raden u aan niet zomaar originelen als door de staat uitgegeven paspoorten, publiek- of
privaatrechterlijk uitgegeven vergunningen, autokeuringsbewijzen, identiteitsbewijzen en
stukken als toegangs- en maaltijdpasjes te kopiëren.
Toepasselijke wet- en regelgeving Stukken die niet mogen worden gekopieerd
Regelgeving met betrekking tot het tegengaan
van valsemunterij en valsheid in geschrifte
Financiële stukken (facturen, geld, bankbiljetten,
enz.), door de staat uitgegeven waardepapieren
(staatsobligaties, effecten, regionale obligaties,
enz.)
Wetgeving met betrekking tot het tegengaan
van valsemunterij met vreemde valuta en
valsheid in geschrifte met buitenlandse
waardepapieren
Vreemde valuta of buitenlandse waardepapieren
Wetgeving met betrekking tot het tegengaan
van uitgifte van valse postzegels
Ongebruikte postzegels of overheidskaarten
Wetgeving met betrekking tot het tegengaan
van uitgifte van valse belastinglabels
Door de overheid uitgegeven belastinglabels of
certificaten zoals voorgeschreven door drank- en
handelsaccijnswetgeving
Wetgeving met betrekking tot toezicht op
effecten en waardebonnen
Privaatrechterlijk uitgegeven effecten (aandelen,
wissels, cheques, vrachtpapieren, enz.),
vervoersbewijzen of boekenbonnen
[Originelen beschermd door copyright]
Het is verboden originelen zoals boeken, muziek, schilderijen, drukwerk, kaarten, tekeningen, films
en foto's die worden beschermd door copyright te kopiëren, behalve voor persoonlijk of
gezinsgebruik of soortgelijke situaties.
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-3
1.3 Kenmerken
De XC 9048 is een alles in één multifunctionele printer waarmee u kunt kopiëren, scannen en
printen.
De snelheid waarmee het apparaat scant en print is maximaal 80 mm 3,45 ppm/E, 5,87 ppm/
bladzijden liggend formaat “D”.
HDP technologie zorgt ervoor dat er geen toner wordt verspild.
Door de combinatie van het HDP plus imaging systeem met één-component precisie toner staat
garant voor scherpe lijnen, duidelijk te onderscheiden grijstinten en gelijkmatig zwart.
De maximale papierbreedte is 914 mm of 36”, de minimale breedte is 210 mm of 8,5”. De
maximale papierlengte is 6 m (bij 36” papier), en de minimale lengte is 210 mm of 8.5”.
Een maximale resolutie van 600 dpi voor afdrukken en scans en het geavanceerde
beeldverwerkingssysteem staan garant voor hoogwaardige afbeeldingen.
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-4
1.4 Specificaties
1.4.1 General
Onderwerp Specificatie
Model XC9048
Configuratie Console
Maximaal
energieverbruik
1.680 W (inclusief scanner & controller unit)
Energieverbruik
(Energiebesparing
modus)
58 W of minder
Geluidsniveau Standby............Max. 60 db
Afdrukken.........Max. 65 db
Impulsgeluid.....Max. 70 db
Ozon Max. 0,1ppm (meetmethode volgens UL-standaard)
Afmetingen 1266mm (breedte) x 600mm (diepte) x 1100mm (hoogte)
(Afmetingen zonder bedieningspaneel)
Gewicht 219 kg (1 roll-deck)
230 kg (2 roll-decks)
Omgevingscondities voor
gebruik
Temperatuur ...........10 tot 30 graden Celsius
Luchtvochtigheid.....15 tot 85% RL
Interface Netwerk interface (10 BASE-T / 100 BASE-TX)
Voedingsspanning - In de V.S.: ...120V ±10%, 50/60Hz, 12A
- in Europa:....220V - 240V +6% oder -10%, 50/60Hz, 7A
N.B.: de bovenstaande specificaties kunnen zonder nadere kennisgeving worden
gewijzigd.
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-5
1.4.2 Printer
Onderwerp Specificatie
Afdrukmethode LED Array elektrofotografie
Fotogeleider organische fotoconductieve drum
Afdruksnelheid 80 mm per seconde
(Metric)........-
(Inch) ..........3,45 ppm/E, 5,87 ppm/ liggend formaat “D”
Printkop LED Array
Resolutie 600dpi x 600dpi
Afdrukbreedte Maximum breedte..... 914 mm of 36”
Minimum breedte...... 279 mm of 11” (papierrollen)
210 mm (losse vellen papier)
Afdruklengte Maximum lengte
(Standard)...........6.000 mm of “5 x standaardlengte”
(Option)...............24 m
Minimum lengte ..210 mm
Opwarmtijd minder dan 4:30 minuten
(Bij 23°C, 60% RL en de aangegeven juiste spanning/gewoon
papier)
Eerste afdruktijd 18 seconden (iggend formaat “D”)
(Bij 23°C, 60% RL en de aangegeven juiste spanning/gewoon
papier)
Smeltmethode Smeltunit met rollen
Ontwikkelmethode droog type met niet-magnetische mono-componententoner
Papiersoorten Gewoon papier --------64 tot 80 g/m
2
Overtrekpapier --------80 g/m
2
Film ----------------------4 mil
Aanbevolen papier voor electrofotografie
Opslag van
verbruiksartikelen
(toner-cartridge)
sla de cartridge op een temperatuur van tussen 0 en 35 graden
Celsius en met een luchtvochtigheid van tussen 15 en 85% RL
op.
LET OP
Als de afdruk langer dan 6 m is, kunnen wij de beeldkwaliteit of
de betrouwbaarheid van mediatoevoersystemen niet
garanderen.
N.B.: de bovenstaande specificaties kunnen zonder nadere kennisgeving worden
gewijzigd.
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-6
1.4.3 Scanner
Onderwerp Specificatie
Scanmethode Contact Image Sensor (CIS) (5 – A4)
Lichtbron LED (R/G/B)
Plaatsing origineel Bovenkant naar boven
Startpunt scannen Midden
Leesbreedte Max. : 914,4 mm of 36”
Min. : 275,0 mm of 11”
Scan lengte Max. : 3.600 mm (inclusief marge)
Min. : 210 mm (nclusief marge)
Marge 3mm bovenmarge en ondermarge
Optische resolutie 600dpi
Digitale resolutie 200 / 300 / 400 / 600 dpi
Transport van het
origineel
Bladdoorvoer type
Mogelijke dikte origineel Max. : 0,65 mm
Min. : 0,05 mm
Inleessnelheid 65 mm/sec.
N.B.: de bovenstaande specificaties kunnen zonder nadere kennisgeving worden
gewijzigd.
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-7
1.5 Uiterlijk
1.5.1 Vooraanzicht
3
1-8
No. Naam van onderdeel Functie
1 Aan/uit-knop Druk op “I” om de XC 9048 aan te zetten,
en op “0” om deze uit te zetten.
2 Origineelgeleider Gebruik deze op kreuken van het origineel te voorkomen.
3 Gebruikersinterface Bedieningspaneel met veel bedieningsmogelijkheden.
4 Noodstopknop Druk op deze knop als u in een noodgeval wilt stoppen
met kopiëren of scannen.
5 Originelengeleider Hiermee wordt het origineel teruggeleid naar de
gebruiker.
6 Scanner Scant het origineel voor alle scan- en kopieer-opdrachten.
7 Origineelopleg / Tonerdeksel Plaats het origineel in de scanner om een afbeelding te
scannen of kopiëren. / Maak deze klep open om de
tonercartridge te vervangen.
8 Hendels printereenheid Druk op de hendels om de printereenheid te openen.
9 Handmatige papierinvoer Open deze om een vel papier te plaatsen of om het
bovenstuk uit te trekken.
10 Rollen Decks Plaats hier de papierrollen.
1 rol - standaard
2 rollen - optioneel
11 Afdruklade Kopieën / afdrukken komen hier terecht. (standaard-
configuratie)
U kunt optioneel gebruik maken van beschikbare stapel-/
vouwapparatuur.
12 Teller Hier wordt het totale aantal afdrukken getoond.
13
Stift Met deze stift bedient u het touchscreen.
13
11 12
10
2
456
8
9
7
1
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1.5.2 Achteraanzicht
No. Naam van onderdeel Functie
1 Afvoerklep Open de afvoerklep om vastgelopen papier te
verwijderen.
2 LAN-poort Sluit uw LAN-kabel hier aan om uw XC 9048 aan te
sluiten op e
en netwerk. (niet geschikt voor telefoonlijn.)
3 Knop drooginstallatie
(optioneel in de V.S.)
Met deze knop kunt u de drooginstallatie aanzetten als u
het papier wilt drogen bij vochtige weersomstandig-
heden.
4 Verbinding voedingskabel Sluit deze uitsluitend op het stopcontact voor de
netspanning aan.
5 Stroomonderbreker Hiermee onderbreekt u de stroomtoevoer.
6 Afdrukgeleiders Deze geleiders geleiden de afdrukken naar de
afdruklade.
7 COM poort (optioneel) Sluit hier de kabel van de optionele toebehoren aan.
(D-Sub Connector 9 Pins: max.12VDC)
8
USB poort max. 5VDC
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-9
1. 6 Specificaties voor het scanorigineel
De te scannen originelen dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen.
Dikte
(Gewicht)
an 0,05 mm tot 1,6 mm
Breedte van 210 mm tot 940 mm
Lengte van 210 mm tot 16.000 mm
De volgende typen originelen kunt u niet scannen, omdat deze beschadigingen aan de scanner
kunnen veroorzaken!
Geplakte originelen
Beschadigde of gescheurde
originelen
Gevouwen originelen
(Bovenzijde)
Sterk opgekrulde originelen
Paste
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-10
Originelen met een
onregelmatige vorm (Alleen
vierkant origineel mogelijk)
Originelen waarvan de inkt
nog niet droog is
Originelen gemaakt van
metaal of weefsel
Stroeve originelen
(bijvoorbeeld carbonpapier)
Originelen met nietjes of
paperclips eraan
inkt nog niet droog
KIP KIP
metaal weefsel
KIP KIP
Stroeve originel
nietjes paperclips
KIP KIP
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-11
1-12
ltoevoer geven.
De beneden vermelde documenten moeten in een drager (carrier sheet) ingelegd gescand worden.
TA Triumph-Adler kan voor dit soort documenten geen garantie voor de beeldkwaliteit of de
betrouwbaarheid van de materiaa
Over elkaar heen gelegd
Geperforeerde originelen
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1.7 Specificaties voor printpapier
1.7.1 Papier dat niet kan worden gebruikt
Maak geen gebruik van de onderstaande papiersoorten, omdat anders de printer beschadigd kan
raken.
Sterk opgekruld
Gevouwen (Bovenzijde)
Gekreukt
Beschadigd of gescheurd
Geperforeerd
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-13
Reeds bedrukt
Erg glad
Erg plakkerig
Erg dun en zacht
OHP-film
LET OP
Maak geen gebruik van papier met een nietje of geleidend papier zoals aluminium folie en
carbonpapier.
Dit kan brandgevaar opleveren.
LET OP
(1) De afdruk kan vaal worden als het papier een ruw oppervlak heeft.
(2) De afdruk kan mislukken als het papier erg gekruld is.
(3) Als u gebruik maakt van papier dat niet aan de specificaties voldoet, kan dit resulteren in
een papierstoring, mislukte afdrukken of gekreukt papier.
(4) Maak geen gebruik van papier met een speciaal oppervlak zoals thermisch papier,
kunstdrukpapier, aluminium folie, carbonpapier en geleidend papier.
(5) Wordt doorzichtig papier of ander papier langere tijd aan de omgevingslucht
blootgesteld dan neemt het vocht op. Dit kan tot gebrekkige drukresultaten en/of
papierophoping leiden. Wij raden daarom dringend aan dat u vooraleer in het rolvak te
leggen een omwikkeling van het rolmateriaal afsnijdt.
(6) Verwijder alle eventuele resten plakband van de mediumrol voor u deze in het roll-deck
legt.
1.7.2 Papier bewaren
Let op het volgende als u papier bewaart.
1. Zorg ervoor dat het papier niet is blootgesteld aan direct zonlicht.
2. Bewaar het papier op een plaats die niet te vochtig is (luchtvochtigheid moet lager zijn dan
70%).
3. Bewaar het papier op een vlakke ondergrond.
4. Als u papier wilt bewaren dat al is uitgepakt, kunt u gebruik maken van een plastic zak
(polyethyleen) om het papier te beschermen tegen vocht.
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-14
1.7.3 Omgevingsgesteldheid
Aan de hand van het onderstaande schema kunt u bepalen wat u moet doen bij hoge of lage
luchtvochtigheid.
Luchtvochtigheid(%) Mogelijk probleem Oplossing
“Onvolledige afdruk”, “gekreukt
papier” of andere problemen
kunnen voorkomen als u gebruik
maakt van gewoon papier en
overtrekpapier.
1. Installeer de luchtbevochtiger
in de kamer en bevochtig de
lucht.
2. Verwijder na het afdrukken
meteen het papier uit de
printer en bewaar het in een
plastic zak (polyethyleen).
“Onvolledige afdruk” wanneer u
gebruik maakt van overtrekpapier.
Als u voorlopig geen afdrukken
maakt, verwijdert u het
overtrekpapier uit de printer en
bewaart u het in een plastic zak.
Verwijder het papier na dagelijks
gebruik uit de printer en bewaar
het in een plastic zak.
“Onvolledige afdruk” wanneer u
gebruik maakt van gewoon papier
en overtrekpapier.
Als u voorlopig geen afdrukken
maakt, verwijdert u het papier uit
de printer en bewaart u het in een
plastic zak.
Laag
40%
70%
Hoog
“Onvolledige afdruk”, “gekreukt
papier” of andere problemen
kunnen voorkomen als u gebruik
maakt van gewoon papier en
overtrekpapier.
1. Schakel de drooginstallatie in.
2. Verwijder het papier meteen
na het afdrukken uit de printer
en bewaar het in een plastic
zak.
LET OP
(1) De XC 9048 is voorzien van een drooginstallatie.
We adviseren gebruik te maken van de drooginstallatie bij hoge luchtvochtigheid (65% of
hoger). Zie [2. 6 Rolpapier ontvochtigen] op pagina 2-18.
(2) “Onvolledige afdruk” en “gekreukt papier” kunnen voorkomen in geval van extreem hoge of
lage luchtvochtigheid.
Als het papier bevochtigd is:
Normale afdruk
Normale afdruk
Als het papier bevochtigd is:
Gekreukt papier
Onvolledige afdruk
Hoofdstuk 1 Voor ingebruikname
1-15
Hoofdstuk 2
Basisfunctionaliteit
Pagina
2.1 Printer inschakelen .......................................................................................................... 2- 2
2.2 Printer uitschakelen ......................................................................................................... 2- 4
2.3 Rolmedium op roll-deck installeren ................................................................................ 2- 5
2.4 Toner installeren .............................................................................................................. 2-10
2.5 Los vel papier plaatsen ................................................................................................... 2-14
2.6 Kopieren ........................................................................................................................... 2-15
2.7 Noodstop tijdens kopiëren of scannen ......................................................................... 2-16
2.8 Slaapmodus beëindigen ................................................................................................. 2-17
2.9 Rolmedium laten drogen ................................................................................................. 2-18
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-1
2. 1 Printer inschakelen
1. Steek de stekker van de printer in het aparte stopcontact.
2. Er zit een aan-/uit-knop an de rechterkant van de printer.
Druk op I om de printer in te schakelen.
Aan-/uit-knop Druk op deze kant I.
WAARSCHUWING
(1) Raak de stekker niet met natte handen aan om elektrische schokken te voorkomen.
(2) Aard de printer voor uw veiligheid.
(3) Steek de stekker van de printer niet in een meervoudig stopcontact waarop andere
apparatuur is aangesloten. Het stopcontact kan oververhit raken en er kan brand
ontstaan.
(4) Het stopcontact moet de volgende voedingsspanning hebben.
- In de V.S.:. 120V ±10%, 50/60Hz, 15A of hoger
- in Europa:. 220V - 240V +6% oder -10%, 50/60Hz, 10A of hoger
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-2
3. Het bedieningspaneel start op en het scherm kopieermodus verschijnt binnen ongeveer 1
minuut. Tijdens het opwarmen knippert de indicator “gereed”.
.
Indicator “gereed”
Opmerking: Op het beeldscherm worden alleen de functies getoond die beschikbaar zijn.
De functies die niet beschikbaar zijn, zijn “verborgen“.
4. Als de indicator “gereed” ophoudt met knipperen is de
XC 9048 gereed om te
kopiëren/scannen/printe
n.
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-3
2. 2 Printer uitschakelen
1. Druk op de aan-/uit-knop op om de printer uit te schakelen.
Aan-/uit-knop Druk op deze kant.
LET OP
De XC 9048 en het gebruikersinterface lijken uitgeschakeld te zijn als u de schakelaar in de
stand dr
ukt, maar de geïntegreerde controller PC binnen in de
XC 9048 heeft nog
ongeveer twee minuten nodig om het afsluitpro
ces te voltooien.
Trek de stekker van de XC 9048 niet uit het stopcontact zolang de controller PC bezig is
met afsluite
n. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of het apparaat beschadigd raken.
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-4
2. 3 Rolmedium op roll-deck installeren
1. Open het roll-deck (1). Haal de rollenspoel (2) uit het roll-deck.
2. Maak de greep (3) van de afsluitkap (4) los en trek beide afsluitkappen (4) uit de rolkern (2).
3. Stel de rechter geleiding (5) op de formaatbreedte van de nieuwe materiaalrol in.
De rechter en linker geleiding bewezen zich gelijktijdig.
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-5
LET OP
Kort voordat het opapier op de papierrol ten einde loopt kan een papierophoping gebeuren.
Reference
In dit deel verneemt u hoe u de papierrol in het roll-deck 1 vervant.
Op dezelfde wijze vervangt u ook de papierrol in roll-deck 2, indien niet anders beschreven.
5
5: Roll 1
5: Roll 2
Geleiding hier vastnemen
1
2 2
3
4
4
2
O
p
merkin
g
4. Zet de afsluitkappen (4) in de twee uiteinden van de nieuwe rolkern.
LET OP
(1) Zet de twee afsluitkappen zodanig in de rolkern dat de binnenste krans van de afsluitkap
volledig met voorkanten van de rolkern afsluit.
Correct Niet correct
Ga
p
in
g
Binnenste krans
Binnenste krans
4
(2) De afsluitkap beschikt over stoppers (6)
met scherpe kanten. Vermijd aanraking.
6:
(
achte
r
)
6
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-6
5. Druk beide grepen (3) naar beneden tot zij vlak op de afsluitkap komen te liggen, om de
papierrol te arreteren.
6. Hef de papierrol aan beide afsluitkappen op. Leg de rol met de afsluitkappen in de geleidingen
(5) in het roll-deck.
LET OP
(1) Plaats de rollenspoel in het roll-deck.Let op de richting waarin het medium op de kern is
gerold.
Voren: naar
g
eleidin
g
s
p
laat
Achteren: achterkant roll-deck
Voren: naar geleidingsplaat
Achteren: achterkant roll-deck
5
33
Correct: Materiaalintrek langs beneden Niet correct: Materiaalintrek langs boven
(Vervolg zie volgende pagina)
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-7
LET OP
(2) De buitenste ring (7) van de afsluitkap moet met de top van de zwarte driehoek (8) van de
geleiding overeenstemmen. Indien niet, valt de rol in het roll-deck of wordt het papier niet
correct ingetrokken.
Correct Niet correct
7
8
8
7
7. Plaats de rand van het papier onder de geleideplaat (9) totdat deze tegen de doorvoerroller
aankomt.
Draai nu de knop van de doorvoerrol (10) met de wijzers van de klok mee zodat de
doorvoerrollen het papier oppakken.
10
9
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-8
LET OP
Als u rol 2 wilt plaatsen, draait u aan de knop
van de doorvoerrol voor rol 2 (11).
11
8. Houd de groene greep ingedrukt (12: in het midden van de geleidingsplaat) en draai de
geleidingsplaat naar buiten. Houd de greep verder ingedrukt en draait nogmaals de
papierintrekknop (10), tot de voorkant 100 mm naar buiten steekt.
10
Bovenste rand
a
ierrol
12
9. Schuif het snijmes (13) helemaal van één kant naar de andere om deze rand af te snijden.
Verwijder de afgesneden rand.
13
10. Sluit het roll-deck.
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-9
LET OP
Schuif het snijmes (13) helemaal van één kant naar de andere om deze rand af te snijden.
Doet u dit niet, dan wordt een papierophoping veroorzaakt.
Goed (aan het eind) Fout (niet tot aan het eind)
LET OP
Verzeker dat het roll-deck correct gesloten en vergrendeld is.
Is dit niet het geval dan kan het tot een papierophoping komen.
13
13
2. 4 Toner installeren
1. Maak de tonerklep open (1).
2. Schuif de groene schijf (2) naar rechts om de tonercartridge te ontgrendelen.
1
2
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-10
3. Terwijl u de cartridge grendel (3)
ingedrukthoudt, draait u de cartridge (4) een
aantal slagen in de richting van de pijl totdat
u niet verder kunt draaien.
De cartridge wordt hierdoor opnieuw geseald!
4. Druk de cartridge grendel (3) omlaag en til
de tonercartridge aan de linkerkant op.
Verwijder nu de hele cartridge uit het apparaat.
Verwijder de lege cartridge in overeenstemming
met de plaatselijk geldende regelgeving m.b.t.
afvalverwerking.
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-11
LET OP
Als u de tonercartridge verwijdert zonder
het aansluitpunt (5) te sealen, zal er toner
uitvallen die in het apparaat of op de grond
terecht kan komen!
3
5
4
3
5. Schud de nieuwe toner-cartridge een aantal
keren heen en weer om “klonteren” van de
toner te voorkomen.
6. Zoek de pin (6) aan de linkerkant van de cartridge. Plaats de pin in de gleuf (7) terwijl u de
cartridge grendel (3) omlaag gedrukt houdt.
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-12
LET OP
Verzeker dat de vergrendelingshendel (3) de tonercartrigde vast in de correcte positie
vergrendelt. Hij moet zich in horizontale positie bevinden.
Correct Niet correct (niet vergrendeld)
6
Helemaal naar beneden drukken.
7
3
7. Draai de cartridge (4) een slag in de richting van de pijl om het aansluitpunt te openen.
Controleer of de uitstulping (8) in de uitsparing (9) zal passen.
8. Druk het tonerklep stevig vast.
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-13
LET OP
Het is niet nodig om te cartridge te vergrendelen met behulp van de groene schijf (2).
De vergrendeling vindt automatisch plaats als u
de tonerklep sluit.
8
9
4
1
2
2. 5 Los vel papier plaatsen
1. Maak de klep open voor de toevoer
1
van losse vellen papier (1).
2. U vindt maatindicaties op de binnenkant van de klep.
Plaats het papier op de klep overeenkomstig de betreffende maataanduiding en schuif het vel
vervolgens in de toevoer.
Als het papier ver genoeg is ingevoerd plaatst het apparaat het papier automatisch in de juiste
positie.
LET OP
Omdat gewelfd bladmateriaal een papierophoping kan veroorzaken moet u het bladmateriaal
voor het intrekken zo goed mogelijk glad maken. Steek het bladmateriaal daarna met de
“welving naar beneden“ in het intrekmechanisme. U vermijdt daarmee een papierophoping.
Bladmateriaal met „welving naar boven“ vertoont de neiging een papierophoping te
veroorzaken.
Correct (welving naar beneden) Niet correct (welving naar boven)
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-14
2. 6 Kopiëren
1. Op het originelenvenster staan veel kaderlijnen die een aantal origineelformaten aangeven.
De randen van het origineel moeten precies op de desbetreffende kaderlijnen (1) liggen.
1
2. Plaats het origineel in het midden tussen de geleiders met de afbeelding naar boven en schuif
het document naar binnen totdat de scanner het document accepteert.
3. De XC 9048 start het drukken.
LET OP
De scanner accepteert tijdens de slaapmodus geen automatische instellingen. Raak
daarvoor kort het touchscreen aan en leg daarna het origineel.
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-15
2. 7 Noodstop tijdens kopiëren of scannen
Indien nodig kunt u de stopknop (1) op de scanner indrukken om het apparaat onmiddellijk stop te
zetten tijdens het kopiëren of scannen.
Wanneer u deze toets indrukt wordt de actuele scanprocedure onmiddellijk afgebroken. De
lopende drukprocedure wordt eveneens afgebroken en de uitdruk wordt uitgeworpen.
De toets [Stop] in het touchscreen heeft dezelfde functie.
1
LET OP
Probeer niet het intrekken in de scannereenheid af te breken door het origineel naar u toe te
trekken of het aan het intrekmechanisme vast te houden.
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-16
2. 8 Slaapmodus beëindigen
De XC 9048 beschikt over 2 slaapmodi om energie te besparen.
De slaapmodus wordt geactiveerd wanneer na een vast ing
estelde tijd geen activiteit van het
toestel uitgaat.
Standaard instelling:
Is het toestel langer dan 15 minuten niet actief, dan wordt de slaapmodus ingeschakeld om
het stroomverbruik van de fixeereenheid te verminderen.
Is het toestel langer dan 60 minuten niet actief, dan wordt de slaapmodus ingeschakeld om
het stroomverbruik van de fixeereenheid en enkele andere componenten van het toestel uit
te schakelen.
De slaapmodus wordt beëindigd en het toestel is weer bedrijfsklaar van zodra
het toestel een drukopdracht via het netwerk ontvangt,
u het touchscreen aanraakt en een origineel in de scanner steekt.
See Part 7 [4.2.1 Power Save Settings]
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-17
LET OP
(1) Het kan enkele minuten duren tot het toestel weer bedrijfsklaar is.
(2) Wanneer u het touchscreen aanraakt wordt alleen de screensaver uitgeschakeld, maar
niet de slaapmodus. Tot het toestel kopieerklaar/druklaar is, moet u het einde van de
opwarmtijd afwachten.
2. 9 Rolmedium laten drogen
Als een papierrol erg vochtig is, kan dit verschillende problemen opleveren voor de kwaliteit van de
afdrukken.
De meest voorkomende problemen zijn “gekreukt papier” en “onvolledige afdruk”.
Normale afdruk Gekreukt papier
Als het papier bevochtigd is:
Als het papier bevochtigd is:
Normale afdruk Onvolledige afdruk
Als het rolmedium te vochtig is, kan de toner zich niet goed aan het medium hechten.
Vocht kan eenvoudig van het medium worden verwijderd.
Schakel de ontvochtingsinstallatie in om de binnenkant van de printer te drogen als de ruimte erg
vochtig is.
Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor meer informatie
Ontvochtingsintallaties zijn verkrijgbaar voor
XC 9048 (optioneel in V.S.).
LET OP
De schakelaar voor de ontvochtiger bevindt zichsachter op de machine.
Druk op “H” om de ontvochtingsinstallatie in te schakelen.)
L (OFF)
H (ON)
Schakelaar voor de ontvochtiger
Hoofdstuk 2 Basisfunctionaliteit 2-18
Hoofdstuk 3
Foutmeldingen en oplossingen
Pagina
3.1 Fouten verholpen door bedienend personeel ................................................................. 3-2
3.1.1 Papierinvoerstoring .................................................................................................. 3-2
3.1.1.1 Papierbak / papierstoring ......................................................................... 3-3
3.1.1.2 Papierinvoerstoring in handmatige papiertoevoer ................................... 3-5
3.1.1.3 Interne papierinvoerstoring ...................................................................... 3-6
3.1.1.4 Papierinvoerstoring in fuserunit ............................................................... 3-7
3.1.1.5 Papierstoring optionele afwerkingseenheid ............................................. 3-8
3.1.1.6 Documentstoring ...................................................................................... 3-9
3.1.2 Andere fouten ........................................................................................................ 3-10
3.1.2.1 Initial state .............................................................................................. 3-10
3.1.2.2 Roll-deck open ....................................................................................... 3-10
3.1.2.3 Fout optionele afwerkingseenheid ......................................................... 3-10
3.1.2.4 Los vel / handmatige invoer ................................................................... 3-10
3.1.2.5 Snijmes fout ........................................................................................... 3-11
3.1.2.6 Toner laag .............................................................................................. 3-11
3.1.2.7 Rol leeg .................................................................................................. 3-11
3.1.2.8 Papierbak geopend tijdens het printen .................................................. 3-11
3.2 Meldingen Servicedienst bellen ..................................................................................... 3-12
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-1
3. 1 Fouten verholpen door bedienend personeel
3. 1. 1 Papierinvoerstoringen
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-2
LET OP
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig om te voorkomen dat u uw hand aan de
randen van het papier snijdt.
(2) Draag geen sieraden, ringen of polshorloges bij het verwijderen van vastgelopen papier.
Als dergelijke metalen voorwerpen met de binnenkant van de printer in contact komen,
is er kans op brandwonden of elektrische schokken.
(3) De neergeslagen toner is niet goed gefixeerd als het papier het fusergedeelte niet heeft
bereikt.
Voorkom in dat geval dat uw kleding bij het verwijderen van vastgelopen papier vuil
wordt.
Klop de toner in eerste instantie van uw vervuilde kleding af.
Als dit niet mogelijk is, spoelt u uw kleding uit met koud water.
(Gebruik nog geen warm water om te voorkomen dat de toner in het weefsel wordt
gezogen.)
(4) De neergeslagen toner is niet goed gefixeerd als het papier het fusergedeelte niet heeft
bereikt.
Voorkom daarom contact van de toner met uw ogen of de luchtwegen.
(Spoel de toner grondig uit bij contact met de ogen of met de mond.)
(5) Bij een papierophoping bij meervoudige kopieën of set copy verschijnt het nieuwe
startbeeldscherm op het touchscreen. Daarmee kunt u de verwijderde / losgekomen
bladen opnieuw uitprinten.
Geef het aantal bladen, die opnieuw uitgedrukt
moeten worden, met de pijltoetsen in. Als
standaard waarde is „2“ ingevoerd. Maximaal
kunnen 9 bladen ingegeven worden.
Het aantal nieuw te printen bladen komt overeen
met het aantal verwijderde / losgekomen bladen.
Het aantal niet losgekomen bladen (reeds uitgedrukt of nog niet gedrukt) mag niet
aangegeven worden.
Nog niet gedrukte bladen (wegens de papierophoping werd het drukken nog niet
begonnen ) worden na de nieuwe start van de drukprocedure uitgedrukt.
Voorbeeld: tijdens een drukopdracht van 7 bladen gebeurt een papierophoping en u
verwijdert daarom de bladen 3 en 4.
Æ U moet dan„2“ voor de nieuwe druk ingeven.
1
2
3
4
6
5 7
gedrukt verwijderd
nog niet gedrukt, wachten
op nieuwe start
3. 1. 1. 1 Papierbak / papierstoring
Als het rolpapier vast komt te zitten in de papierbak verschijnt de melding “Papierbak” of
“Papierstoring”.
1. Open het desbetreffende papierbak.
Wind het rolmedium op de as van het medium.
2. Plaats de rand van het papier onder de geleideplaat (1) totdat deze tegen de doorvoerroller
aankomt.
Draai nu de knop van de doorvoerrol (2) met de wijzers van de klok mee zodat de
doorvoerrollen het papier oppakken.
5 1
2
LET OP
Maak de bovenrand van het medium recht
(snijden) als deze is gescheurd of gevouwen.
Als u rol 2 wilt plaatsen, draait u aan de knop
van de doorvoerrol voor rol 2 (3).
3
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-3
3. Houd de groene greep ingedrukt (4: in het midden van de geleidingsplaat) en draai de
geleidingsplaat naar buiten. Houd de greep verder ingedrukt en draait nogmaals de
papierintrekknop (2), tot de voorkant 100 mm naar buiten steekt.
4. Schuif het snijmes (5) helemaal van één kant naar de andere om deze rand af te snijden.
Verwijder de afgesneden rand.
5. Sluit het roll-deck.
LET OP
Schuif het snijmes (13) helemaal van één kant naar de andere om deze rand af te snijden.
Doet u dit niet, dan wordt een papierophoping veroorzaakt.
Goed (aan het eind) Fout (niet tot aan het eind)
LET OP
Verzeker dat het roll-deck correct gesloten en vergrendeld is.
Is dit niet het geval dan kan het tot een papierophoping komen.
Bovenste rand
a
ierrol
4
2
5
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-4
5
5
3. 1. 1. 2 Papierstoring in handmatige Papiertoevoer
1. Trek de hendels (1) omhoog om de printer te openen.
1
LET OP
Het toestel niet met geopende scanner openen.
Bij geopende scanner wordt het touchscreen beschadigd.
2. Trek het vastgelopen papier eruit.
Als daarbij de bovenrand van het papier
gescheurd of gevouwen is, plaatst u nieuw
papier.
3. Sluit de printer.
LET OP
(1) Verzeker dat de drukzone correct gesloten en vergrendeld is.
(2) Het opgehoopte papier kan nu door nieuw papier vervangen worden of naar het
intrekmechanisme voor losse bladen gevoerd worden. Sterk gekreukt bladmateriaal kan
een papierophoping veroorzaken.
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-5
3. 1. 1. 3 Interne papierstoring
1. Trek de hendels (1) omhoog om de printer te openen.
1
LET OP
Het toestel niet met geopende scanner openen.
Bij geopende scanner wordt het touchscreen beschadigd.
2. Verwijder het vastgelopen papier.
3. Sluit de printer.
LET OP
Verzeker dat de drukzone correct gesloten en vergrendeld is.
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-6
3. 1. 1. 4 Papierinvoerstoring in fuserunit
1. Trek de hendels (1) omhoog om de printer te openen.
1
LET OP
Het toestel niet met geopende scanner openen.
Bij geopende scanner wordt het touchscreen beschadigd.
2. Verwijder het vastgelopen papier,
wanneer het zichtbaar is.
3. Sluit de printer.
Is het vastgelopen papier niet zichtbaar of kan het niet uitgenomen worden, sla dan de
volgende kant open.
LET OP
Verzeker dat de drukzone correct gesloten en vergrendeld is.
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-7
4. Open de uitvoerklep aan de handgrep (2).
5. Als u bij het vastgelopen papier kunt komen, trekt u het vastgelopen papier voorzichtig naar
achteren.
Zorg ervoor dat u het vastgelopen papier niet scheurt.
3. 1. 1. 5 Papierstoring optionele afwerkingseenheid
Er is een papierstoring in de optionele afwerkingseenheid zoals de stapelaar of vouwmachine.
Verwijder het vastgelopen papier volgens de instructies in de gebruikershandleiding van de
optionele afwerkingseenheid.
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-8
WAARSCHUWING
De fuserunit bevat zeer warme oderdelen.
Raak geen onderdelen in de fuserunit aan om brandwonden te vorkommen.
Ook verkeerd ingevoerde media kunnen bijzonder warm zijn.
Zorg bij het verwijderen ervan dat u geen brandwonden oploopt.
LET OP
Wordt het vastgelopen papier in de drukuitgave verwijderd dan kan zich uitgelopen toner op
de volgende uitprint bevinden.
2
3. 1. 1. 6 Documentstoring
1. Trek de hendels (1) omhoog en open het deksel van de scanner.
Trek het document er voorzichtig naar voren uit en leg het dan opzij.
2. Sluit het deksel van de scanner weer door het voorzichtig omlaag te drukken.
1
LET OP
Scannerdeksel om te sluiten aan beide kanten vastnemen en naar beneden drukken.
Nooit maar aan een kant vastnemen en naar beneden drukken.
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-9
3. 1. 2 Andere fouten
3. 1. 2. 1 Initial state
Deze melding verschijnt wanneer de
XC 9048 voor de eerste keer ingeschakeld wordt.
LET OP
Deze melding verschijnt niet omdat het toestel voor zijn uitlevering minstens een keer
ingeschakeld werd.
3. 1. 2. 2 Roll-deck open
Deze melding verschijnt als de papierbak open is.
Trek de papierbak open en maak hem stevig dicht.
Roll-deck
3. 1. 2. 3 Storing optionele afwerkingseenheid
Er is een storing in de optionele afwerkingseenheid zoals de stapelaar of vouwmachine.
Verwijder het vastgelopen papier volgens de instructies in de gebruikershandleiding van de
optionele afwerkingseenheid.
3. 1. 2. 4 Los vel / handmatige invoer
Deze melding verschijnt als er een los vel papier is ingevoerd voordat het apparaat is oprakeld.
Verwijder het papier uit de invoer voor losse vellen.
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-10
Handmatige invoer
3. 1. 2. 5 Snijmes fout
Deze melding verschijnt als het snijmes niet in de juiste positie is.
Maak de papierbak open en schuif het snijmes helemaal naar links of naar rechts tot aan de
aanslag.
Fout (niet tot aan het eind) Goed (aan het eind)
3. 1. 2. 6 Toner laag
Deze melding verschijnt als de tonercartridge
leeg is.
Vervang de tonercartridge, zie
[2. 4 Tonercartridge installeren].
3. 1. 2. 7 Rol leeg
Deze melding verschijnt als de rol papier op is.
Plaats een nieuwe rol, zie
[2. 3 Rolmedium op roll-deck installeren].
3. 1. 2. 8 Papierbak geopend tijdens het printen
Deze melding verschijnt als de papierbak
is geopend tijdens het printen.
Sluit de papierbak.
Het papier rolt meestal niet meer goed af.
Verwijder het papier.
Snijmes Snijmes
Tonercartridge
Rollens
p
oel
Papierbak
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-11
3. 2 Meldingen Servicedienst bellen
Als de machine een ernstige fout vertoont, verschijnt er één van de volgende foutcodes op het
bedieningspaneel.
De gebruiker kan deze foutmeldingen niet opheffen om deze problemen op de lossen.
BEL UW GESCHOOLDE SERVICEMONTEURS OM DEZE FOUTMELDINGEN OP TE HEFFEN.
Foutcode Omschrijving van foutmelding
E - 000 Fuser Low Temp
E - 001 Fuser Over Temp
E - 002 Fuser Low Temp
E - 003 Temp Not Rise
E - 010 Motor1 Error
E - 011 Motor2 Error
E - 012 Motor3 Error
E - 020 Counter Error
E - 031 1st Error
E - 032 AC Error
E - 033 Tr Error
E - 034 Bias Error
E - 040 Cutter Error
E - 050 FPGA Error
E - 070 Dev Error
E - 080
E - 081
Density Sensor Error
Als één van de bovenstaande foutmeldingen verschijnt:
1) Schakel de printer uit, wacht ongeveer 30 seconden, en schakel de printer weer in.
2) Schakel de printer uit als dezelfde foutcode weer verschijnt, wacht ongeveer 2 minuten en
haal de stekker van de printer uit het stopcontact.
Bel uw servicemonteurs.
Hoofdstuk 3 Foutmeldingen en oplossingen 3-12
Hoofdstuk 4
Reiniging
Pagina
4.1 Reiniging .......................................................................................................................... 4- 2
4.1.1 Scanner ................................................................................................................... 4- 2
4.1.2 Printer ..................................................................................................................... 4- 4
Hoofdstuk 4 Reiniging 4-1
4.1.3 Gebruikersinterface ................................................................................................. 4- 6
4. 1 Reiniging
4. 1. 1 Scanner
Reinig een keer per week het glas, de intrekrollen en de geleidingsplaat. Daarmee verhindert u
onbruikbare kopiën/scans door vervuilingen van deze delen.
1. Druk op de aan-/uit-knop op om de printer uit te schakelen.
2. Trek de hendels (1) omhoog en open het deksel van de scanner.
1
2. Reinig elk glas (2), de intrekrollen (3) en de binnenvlakken met een zachte doek.
Gebruik hiervoor een mengsel van 50% water en 50% neutraal reinigingsmiddel.
3
3
2 2
LET OP
Gebruik voor de reiniging geen organische oplosmiddelen, glasreinigingsproducten en noch
antistatische sprays.
Hoofdstuk 4 Reiniging 4-2
3. Wrijf de intrekrollen (4) en de binnenvlakken met een droge zachte doek droog.
4
4
4
4. Sluit het deksel van de scanner weer door het voorzichtig omlaag te drukken.
LET OP
Scannerdeksel om te sluiten aan beide kanten vastnemen en naar beneden drukken.
Nooit maar aan een kant vastnemen en naar beneden drukken.
Hoofdstuk 4 Reiniging 4-3
4. 1. 2 Printer
Reinig een keer per week het geleidingsplaat en het geleidingsfolie. Daarmee verhindert u
onbruikbare kopiën door vervuilingen van deze delen.
1. Druk op de aan-/uit-knop op om de printer uit te schakelen.
2. Trek de hendels (1) omhoog om de printer te openen.
1
3. Verwijder met een zachte droge doek de klevende toner of papierstof van de geleidingsplaat (2)
(3: zwart rubberen vlak).
3
2
Hoofdstuk 4 Reiniging 4-4
LET OP
(1) In het toestel bevindt zich direct boven de geleidingsfolie de fotoconductive drum (grote
groene cilinder).
Deze drum is nodig om het drukbeeld in te stellen. Is de fotoconductieve drum beschadigd
dan moet hij vervangen worden.
Tijdens de reiniging moet op het volgende gelet worden:
a.) Raak de fotoconductieve drum niet aan.
Een vingerafdruk of klevende talk op de drum kunnen tot een slechte drukkwaliteit
leiden.
b.) Trek voor het begin van de reinigingswerken uw polshorloge en uw ringen uit. Wordt
de drum door deze voorwerpen beschadigd dan moet zij vervangen worden.
c.) Laat de drukzone hoogstens 10 minuten geopend. De fotoconductieve drum is zeer
lichtgevoelig en kan door directe zonnestralen beschadigd worden.
(2) Gebruik voor de reiniging geen water, geen organische oplosmiddelen en geen alcohol.
Fotoconductieve drum
4. Sluit de printer.
Hoofdstuk 4 Reiniging 4-5
4. 1. 3 Gebruikersinterface
Reinig het touchscreen (gebruikersinterface) een keer per week.
1. Reinig het touchscreen met een zachte droge doek.
LET OP
Gebruik voor de reiniging geen water, geen alcohol, geen organische oplosmiddelen en
geen glasreiniger.
Hoofdstuk 4 Reiniging 4-6
UTAX GmbH, Ohechaussee 235, 22848 Norderstedt, Germany
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57

Utax XC 9048 Handleiding

Type
Handleiding