Utax C 08 Handleiding

Type
Handleiding
UTAX C 08
your office partner
INSTRUCTIEHANDLEIDING
Lees altijd de instructiehandleiding alvorens
de kopieermachine in gebruik te nemen. Bewaar
de handleiding op de daarvoor bestemde
plaats, zodat deze gemakkelijk beschikbaar is.
Deze han dlei ding be schrijft de ver schil len de func ti es, werkwi jzen en te ne men vo or zor g en bij
het ge bruik van de UTAX C 08.
Lees deze han dlei ding aan da chtig door om uzelf ver trouwd de ma ken met alle func ti es van
het ap pa raat, vo or dat u hier mee gaat wer ken.
Bewaar de handleiding zorgvuldig om deze eventueel naderhand te kunnen naslaan .
l Deze co pier vol doet aan de FCC - Klas se A stan daard ter vo orko ming van sto rin gen
van ra dio com mu ni ca tie in de omge ving.
Het ap pa raat kan sto ring van ra dio- of tv- ontvangst ve ro or za ken, in dien het in een
wo o nomge ving wordt ge bruikt. Het is daa rom van be lang nau wkeu rig de in de han -
dlei ding ge ge ven aanwi jzin gen in acht te ne men.
l Ti jdens het be drijf van de co pier komt er ozon vrij, de hoe veel he den zijn echter te
ge ring om scha de lijk te zijn voor de ge zondheid.
Wanneer het apparaat echter gedurende langere tijd in een slecht geventileerde
ruimte wordt gebruikt of wanneer een groot aantal kopieën achtereen wordt
gemaakt, kan de geur van ozon merkbaar zijn. In dit geval wordt aanbevolen de
ruimte te luchten ten einde het comfort van de gebruiker te verzekeren.
I
In houd
Kenmerken van de UTAX C 08 1
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie 2 - 3
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik 4
Naam en functie van elk onderdeel 5 - 6
Naam en functies van de organen van het bedieningspaneel 7 - 9
Kopieën maken Het aantal kopieën instellen
Kopieën maken met de automatische rolinvoer
Ko pieën ma ken met de han din voer van los se vel len
Mo dus papier bijsnijden
10
11 - 12
13
14
In geval van beklemd raken van het origineel 15
Wat te doen als er een Indicatielampje rolautomaat leeg
indicatielampje brandt Indicatielampje toner leeg
Indicatielampje opvangbak gebruikte toner vol
Indicatielampje papierstoring
Als de code J1 wordt weergegeven
Als de code J2 wordt weer ge ge ven
Als de code J3 wordt weer ge ge ven
Als de code J4 wordt weer ge ge ven
Als de code J5 wordt weer ge ge ven
Als de code J6 wordt weergegeven
Wat te doen als de lampjes READY en WAIT
gelijktijdig knipperen?
16 - 17
18
19
20
20
21 - 22
23
23
23
23
Indicatielampje Technische dienst waarschuwen 24
Regelmatige controles Belichtingsgedeelte
Do cu men taan leg
Re i ni ging van de draden
24
24
24
Controles in geval van storingen 25
Technische specificaties 26
Wetgeving inzake het kopiëren van documenten 27
II
Kenmerken van de UTAX C 08
1. Compacte vormgeving
De UTAX C 08 is een compacte tafelmodel copier van 1293 mm (breed) x 460 mm (diep).
Door het rationele ontwerp neemt het apparaat bijzonder weinig ruimte in beslag.
2. Tweeledig papiertoevoersysteem
Het apparaat is voorzien van een tweeledig toevoersysteem: automatische materiaaltoevoer
vanaf papierrollen voor de formaten A0/A1 en A1/A2 en handinvoer van losse vellen voor de
formaten A0 tot A4 (staande afbeeldingen).
3. Automatische repeteerfunctie voor maximaal 9 exemplaren
Mogelijkheid maximaal 9 kopieën te maken van hetzelfde origineel voor alle papierformaten
van A0 tot A4 (staande afbeeldingen).
4. Afdruksnelheid van 2 kopieën per minuut in A0 formaat
In één minuut maakt het apparaat twee kopieën in A0 formaat of drie kopieën in A1 formaat.
5. De copier functioneert op standaard stroomvoorziening
De machine kan worden aangesloten op een standaard stopcontact, zodat het niet nodig is
de stroomvoorziening speciaal aan te passen .
6. Optimaal gebruiksgemak
Het gebruiksgemak is optimaal doordat alle kopieerparameters kunnen worden ingesteld op
het bedieningspaneel aan de voorzijde. Hierna hoeft u nog slechts het origineel in te voeren
en worden automatisch de kopieën gemaakt.
7. Andere gegevens
lMa xi ma le lengte van een ko pie: 3 m
l Het apparaat is voorzien van een zelftestfunctie, die de oorzaak van eventuele storingen
vaststelt.
1
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
Afgeraden wordt het apparaat te installeren:
Ý op een kou de plaats met lage vo chti gheid sgraad of op een war me plaats met hoge vo chti -
gheid sgraad, bi jvo or beeld vlakbij een kraan, een boi ler, een luchtbe vo chti ger, een air con -
di tio ner, een ra dia tor of een ka chel
Ý op een plaats met di rect zon licht (in dien dit niet te ver mi jden is, zorg dan voor gor di jnen of
een zon ne scherm)
Ý op een slecht ge ven ti leer de plaats
Ý op een stof fi ge plaats
Ý in ruim ten met am mo niakdam pen
Ý in de buurt van al cohol of oplo smid de len
Ý op een plaats die aan tril lin gen on der he vig is
Ý op een plaats waar de vloer niet vol do en de ste vig is
Ý op een plaats waar plotse lin ge ve ran de rin gen van tem pe ra tuur kun nen optre den.
Wan neer in een kou de ruim te de verwar ming wordt aan gezet, kan dit de kwa li teit van
de ko pieën aan ta sten door con densvor ming in het ap pa raat.
Ý Installeer het apparaat niet in de buurt van elektronische apparatuur, zoals computers of
precisie-instrumenten, daar de elektrische storingen of trillingen veroorzaakt tijdens het
gebruik van de copier de juiste werking van deze apparatuur kunnen beïnvloeden
Elektriciteitsvoorziening vanaf een vaste bron
Ý Het ap pa raat moet wor den ge voed door een stopcon tact met vol do en de ver mo gen.
Ý Sluit geen an de re ap pa ra ten aan op hetzelfde stopcon tact.
Ý Ge bruik geen ver lengsno er.
Ý Let op dat het sno er ner gens on der beklemd kan ra ken, daar dit het sno er kan be scha di -
gen en on ge luk ken kan ve ro or za ken.
Ý Als het ap pa raat in de buurt van elek tri sche ap pa ra ten wordt geïn stal leerd, zoals een ra d io
of te le vi sie to e stel, kan het sto rin gen (in beeld en ge luid) ve ro or za ken.
Gebruik een apart snoer en installeer de copier zo ver mogelijk van dit soort apparaten.
2
Vergeet niet het apparaat te aarden.
Let op dat de aarddraad goed is aangesloten, om gevaar op elektrische schokken te
voorkomen. De aarddraad kan worden aangesloten op:
: De aardklem van het stopcontact
: Een in de gronde begraven ijzeren staaf van meer dan 65 cm
: Een waterleidingpijp die door het waterleidingbedrijd is goedgekeurd voor aarding.
Waarschuwing!
Ý Pas op dat u de aarddraad niet op een gasleiding aansluit, daar dit gevaar van brand of
ontploffing kan veroorzaken.
3
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
Ý Pro beer niet het ap pa raat te de mon te ren of er ve ran de rin gen in aan te bren gen.
Ý Be paal de zo nes in het ap pa raat wor den zeer heet of staan on der hoge druk. Wees daa -
rom erg vo or zi chtig wan neer u pro beert klem zit tend pa pier te verwi jde ren.
Pas op dat u geen vo orwer pen, bi jvo or beeld pa per clips, in het ap pa raat laat val len.
Ý Ti jdens het be drijf van het ap pa raat komt er ozon vrij, de hoe veel he den hier van zijn echter
te ge ring om scha de lijk te zijn voor de ge zondheid.
Wan neer het ap pa raat echter ge du ren de lan ge re tijd in een slecht ge ven ti leer de ruim te
wordt ge bruikt of wan neer een groot aan tal ko pieën ach te re en wordt ge maakt, kan de
geur van ozon merkbaar zijn. In dit ge val wordt aan be vo len de ruim te te luchten ten
ein de het com fort van de ge bruiker te ver ze ke ren.
Ý In dien zich sto rin gen vo or do en, bi jvo or beeld ab nor ma le ge lui den of roo kontwik ke lin g,
scha kel het ap pa raat dan onmid del lijk uit met de aan/uit scha ke laar, trek de stek ker uit he t
stopcon tact en bel de tech ni sche dienst.
Ý Scha kel het ap pa raat niet uit en open de toe gangsklep niet terwijl er ko pieën ge maakt
wor den, dit kan pa pier sto rin gen ve ro or za ken.
Ý Gebruik geen ontvlambare spuitbussen in de buurt van het apparaat.
4
Naam en functie van elk onderdeel
5
Naam Functie
1 Bovengedeelte Dit bestaat uit de documentinvoer, de drum voor
beeldoverdracht, de ontwikkelaar, de
belichtingseenheid.
2 Documentinvoerblad Het origineel wordt langs de merktekens via dit blad
ingevoerd .
3 Documentaanleg De aanleg op de breedte van het origineel instellen en
het origineel langs de aanleg invoeren.
4 Documentinvoerklep Wanneer het origineel wordt ingevoerd gaat het onder
deze klep door.
5 Documentuitvoer Hier komt het origineel naar buiten.
6 Kopie-uitvoerklep Deze klep openen om de fuser te reinigen of een
papierstoring te verhelpen.
7 Kopie-uitvoer Hier komt de kopie naar buiten.
8 Handinvoerblad Open dit blad wanneer u een kopie wilt maken met
gebruik van losse vellen. Het apparaat schakelt
automatisch over op handinvoermodus. Voer het
papier hier in.
9 Opvangrek voor het documentHier wordt het origineel opgevangen.
10 Bedieningspaneel Voor instelling van de kopieerparameters. Op het
paneel wordt tevens de bedrijfsmodus van het
apparaat aangegeven.
11 Voorpaneel Het voorpaneel openen om de papierrol te
verwisselen.
12 Aan/uit schakelaar Zet het apparaat aan of uit. “ I ” geeft aan dat het
apparaat aan staat.
13 Handinvoerknop en
toegangsklep
Deze knop wordt gebruikt bij het reinigen van de
rollen van de fuser; met de knop kunnen de rollen
worden gedraaid. Alleen de onderhoudstechnicus
mag deze knop bedienen.
14 Teller van de geaccumuleerde
lengte
Deze geeft de totale geaccumuleerde lengte op.
15 Opvangbak voor gebruikte
toner
Hierin wordt de gebruikte toner opgevangen.
16 Opening voor tonerbijvullen Via deze trechter kan de toner worden bijgevuld .
17 Achterklep Deze klep openen om de toner bij te vullen.
18 Hendels voor opening van het
bovengedeelte
Deze twee hendels indrukken in om het
bovengedeelte te openen.
19 Hendels voor opening van de
achterklep
Aan deze beide hendels trekken om de achterklep te
openen.
20 Schakelaar van de
papierroldroger
Deze schakelaar indrukken wanneer u papier van de
rol gebruikt in een zeer vochtige omgeving .
21 Documentblad In open stand zetten voor het maken van kopieën .
6
Naam en functies van de organen van het
bedieningspaneel
7
Naam en functies van de organen van het bedieningspaneel
Naam Fun ctie
1 Display Deze display heeft twee functies.
A. Aan dui ding van de in ge stel de mar ge.
B. Aanduiding van de tweecijferige code van de zelftest
in geval van storingen, bijvoorbeeld een papierstoring.
2 Indicatielampje WAIT
(Wacht)
Wanneer dit lampje brandt, is het apparaat in de
voorverwarmingsfase en mogen er geen kopieën
gemaakt worden.
Wacht tot dit indicatielampje dooft.
3 Indicatielampje READY
(Klaar)
Wanneer dit lampje brandt mogen er kopieën gemaakt
worden. Het lampje dooft zodra u met kopiëren begint.
4 Indicatielampje ROLL Geeft aan dat de papierrol is geselecteerd.
De standaardinstelling is de automatische invoermodus.
5 Indicatielampje SHEET
PAPER
Geeft aan dat de handinvoermodus van losse vellen is
geselecteerd.
6 Keuzeschakelaar
PAPER/VELLUM/ FILM
Met behulp van deze toets kunt u de bedrijfsmodus
papier, transparant ma te riaal (7) of polyester film (8)
selecteren.
7 Indicatielampje VELLUM Geeft aan dat de modus transparant materiaal is
geselecteerd.
8 Indicatielampje FILM Geeft aan dat de modus polyester film is geselecteerd.
9 Insteltoetsen marge
boven- / onderkant
Voor in stel ling van de mar ges aan bo ven- of on der kant.
Mar ge- in stel ling
Nor ma li ter ge bruikt u schaal “ 0 ”. Als u een mar ge aan
de bo ven kant wilt, drukt u op de “ UP ” toets of, als u een
ne ga tie ve mar ge wilt, op de “ DOWN ” toets.
De instelling van de marge aan de onderkant gebeurt op
dezelfde manier, behalve dat er aan de onderkant geen
negatieve marge kan worden ingesteld. De
instelwaarden variëren van +40 tot -40 mm voor de
bovenkant en van 0 tot +40 mm voor de onderkant. Als u
losse vellen invoert kunt u de marge van de onderkant
niet instellen .
10 Indicatielampje
“negatieve marge
Geeft aan dat er een negatieve marge voor de bovenkant
is ingesteld
11 Keuzeschakelaar
LEAD/TRAIL
Hiermee kan de bovenkant of onderkant worden
geselecteerd voor marge-instelling .
12 Indicatielampje LEAD Dit geeft aan dat de marge van de bovenkant is
geselecteerd.
13 Indicatielampje TRAIL Dit geeft aan dat de marge van de onderkant is
geselecteerd.
8
Naam Fun ctie
14 CLEAR toets
Deze her stelt de mar ge van de bo ven kant op “ 0 ” wan neer het in di -
ca ti e lampje LEAD brandt en her stelt de mar ge van de on der kant op
“ 0 ” als het in di ca ti e lampje TRAIL brandt .
15 Insteltoetsen
licht/donker
In stel ling afhan ke lijk van de don ker heid sgraad van het ori gi neel.
16 SL toets
Als bi jstel ling met de in stel toetsen licht/don ker onmo ge lijk is, ge bruik
dan deze toets als aan vul ling.
17 Indicatielampje SL
Geeft aan dat de SL toets (ster ke be lichting) is in ge scha keld.
18 STOP/ALL CLEAR toets
l Te ge bruiken om het ko piëren te stop pen. Het ap pa raat stopt
onmid del lijk zo dra op deze toets wordt ge drukt en het in di ca ti e -
lampje pa pier sto ring gaat bran den. Verwi jder het klemzit ten de
pa pier vol gens de pro ce du re voor het ver hel pen van pa pier sto -
rin gen.
l Te ge bruiken om alle in stel lin gen weer op nul te zet ten.
de mar ge- in stel ling van de bo ven-/on der kant gaat
te rug naar “0"
LEAD/TRAIL in stel ling gaat te rug naar LEAD
de licht/don ker in stel ling keert te rug naar gro en.
de “SL” mo dus wordt gean nu leerd.
het ap pa raat scha kelt over op PAPIERROL mo dus
de STANDBY modus wordt geannuleerd
.
19 STANDBY toets
Druk op deze toets als wilt dat het ap pa raat on der span ning blijft
staan, terwijl het ge du ren de meer de re uren niet wordt ge bruikt. Zo -
lang dit in di ca ti e lampje brandt ge bruikt het ap pa raat min der ener gie.
Druk nog maals op deze toets of op de STOP/ALL CLEAR toets om
de standby- mo dus te beëin di gen.
20 Indicatielampje klep
open
Dit brandt wan neer de klep van het bo ven ge deel te, de ko pie- uit -
voerklep, het vo or pa neel of de ach terklep open of niet goed geslo ten
zijn .
21 Indicatielampje
rolautomaat leeg
Zet een nieu we pa pier rol in wan neer dit lampje brandt.
22 Indicatielampje
papierstoring
Dit brandt wan neer zich een pa pier sto ring vo or doet. Te ge lijker tijd
geeft de di splay de plek aan waar het pa pier vastzit om de sto ring te
kun nen ver hel pen (zie blz. 20).
23 Indicatielampje
opvangbak gebruikte
toner vol
Dit brandt wan neer de opvang bak voor ge bruik te to ner vol is of wan -
neer deze niet goed op zijn plaats zit. Zet een nieu we fles in of cor ri -
geer de plaat sing
24 Indicatielampje toner
leeg
Vul to ner bij wan neer dit lampje brandt.
25 Indicatielampje
Technische dienst
waarschuwen
Waar schuw de tech ni sche dienst wan neer dit lampje brandt.
26 Kopieënteller
Geeft het aan tal in ge stel de ko pieën op.
27 Insteltoetsen voor het
aantal kopieën
Wor den ge bruikt om het gewen ste aan tal ko pieën in te stel len.
28 Toets voor annulering
van het aantal kopieën
Wordt ge bruikt om het aan tal ko pieën weer op “ 1 ” te zet ten.
9
Kopieën maken
Het aantal kopieën instellen .
1 Kies het gewenste aantal kopieën (van 2
t/m 9) met behulp van de insteltoetsen voor
het aantal kopieën .
l U kunt deze in stel ling ach terwe ge la ten als u
slechts één en ke le ko pie wilt ma ken.
l U kunt de re pe teer func tie niet ge bruiken voor
ori gi ne len met een lengte van meer dan 1,25 m.
l Ge bruik bij vo or keur een ko pie van het ori gi neel,
om even tue le be scha di ging van het ori gi neel te
vo orko men.
l De repeteerfunctie kan niet worden gebruikt
voor originelen met scheuren of gaten.
2 Wijziging van het aantal kopieën .
lIn dien u zich ver gist bij de in stel ling van het
aan tal ko pieën, kunt u de tel ler weer op “ 1 ” in -
stel len door op de toets voor an nu le ring van het
aan tal ko pieën te druk ken.
l Stel het aan tal ko pieën opnieuw in met behulp
van de hier vo or be stem de toetsen.
l U kunt de repeteerfunctie niet gebruiken in de
modus handinvoer van losse vellen.
3 Het maken van meerdere kopieën
onderbreken.
l Druk op de toets voor an nu le ring van het aan tal
ko pieën
l Het getal “ 1 ” verschijnt en de repeteerfunctie
wordt gestopt.
Opmer king:
lAls de aan leg voor het ori gi neel niet ui terst
rechts is ge plaatst, knip pert de ko pieën tel ler en
kan de re pe teer func tie niet wor den ge bruikt.
l Om de repeteerfunctie te gebruiken voert u een
origineel in en plaatst de aanleg voor het
origineel zo ver mogelijk naar rechts. De
kopieënteller houdt op met knipperen en blijft
constant branden, u kunt nu de repeteerfunctie
gebruiken .
10
Kopieën maken
Kopieën maken met de automatische rolinvoer
1 Zet de aan/uit schakelaar op aan (ON)
l Terwijl het ap pa raat vo or verwarmt, brandt het in di ca ti e -
lampje WAIT op het be die ningspa neel. Zo dra dit lampje
dooft en het lampje READY gaat bran den, kunt u met ko -
piëren be gin nen.
l Als het ori gi neel wordt in ge voerd, vo or dat de co pier is
aan gezet met de aan/uit scha ke laar, gaat het in di ca ti e -
lampje pa pier sto ring bran den op het mo ment dat het ap -
pa raat wordt aan gezet.
l Als het ori gi neel wordt in ge voerd, terwijl het ap pa raat aan
het vo or verwar men is, knip pe ren de lampjes READY en
WAIT te ge lijker tijd wan neer het ap pa raat klaar is.
Wacht tot dat het lampje READY ophoudt met knip pe ren
en con stant blijft bran den.
l Voer het origineel in zodra het lampje READY brandt.
2 Open het documentinvoerblad
3 Controleer of het indicatielampje
rolautomaat leeg niet brandt en of het
papierformaat voor de rol is ingesteld .
l Als het handinvoerblad is geopend, is de automatische
invoermodus niet geselecteerd en kunt u geen kopieën
met de rolautomaat maken.
4 Stel de donkerheidsgraad van de kopie in
met behulp van de insteltoets .
l U kunt de be lichtingsre ge ling van de ko pie in 14 stap pen
aanpas sen. Nor ma li ter kunt u de be lichting 7 stap pen
lichter en 7 stap pen don ker der in stel len. Als u een ko pie
maakt van een nor maal ori gi neel be schikt u over een in -
stel ling van 7 stap pen ten op zichte van de nor ma le ko -
pieer mo dus.
l Als u op de SL toets drukt, ver schuift de in stel ling 7 stap -
pen naar de don ke re kant en gaat het SL in di ca ti e lampje
bran den.
l Als de kopie wordt gemaakt van een origineel met een
donkere achtergrond (bijvoorbeeld donkerblauw) stel dan
een SL instelling van 7 stappen in.
5 Stel zonodig de marge aan de boven- en
onderkant in met de keuzeschakelaar
LEAD/TRAIL om de betreffende kant te
kiezen en de toetsen voor marge -instelling
boven- en onderkant.
l De instelwaarden variëren van +40 tot -40 mm voor de
bovenkant en van 0 tot +40 mm voor de onderkant, te
verstellen in stappen van 5 mm.
11
Kopieën maken met de automatische rolinvoer
6 Verplaats de documentaanleg aan de hand
van de breedte van het origineel.
7 Voer het origineel in langs de
documentaanleg. Het origineel wordt een
stukje naar binnen getrokken en stopt
dan een ogenblik voordat het doorgaat.
l Plaats het ori gi neel met de goe de kant om la ag.
l Om meerdere kopieën te maken voert u het
origineel in en plaatst de documentaanleg zo
ver mogelijk naar rechts. De kopieënteller houdt
op met knipperen en blijft constant branden; u
kunt nu de repeteerfunctie gebruiken .
8 Het origineel komt aan de
documentuitvoer aan de achterzijde naar
buiten.
l Verwi jder het ori gi neel vo or zi chtig.
l Als u de repeteerfunctie gebruikt, wordt het
origineel automatisch net zo vaak opnieuw de
invoeropening ingevoerd als er kopieën zijn
ingesteld.
9 De kopie wordt via de kopie-uitvoer
uitgevoerd en u bent klaar met kopiëren.
l Het papier wordt automatisch afgesneden op de
lengte van het origineel met de ingestelde
marge .
12
Kopieën maken
Kopieën maken met de handinvoer van losse vellen.
1 Zet de aan/uit schakelaar op aan (ON)
2 Open het documentinvoerblad en het
handinvoerblad.
l Wanneer u het handinvoerblad opent, wordt
automatische de handinvoermodus
geselecteerd en gaat het indicatielampje
handinvoer branden.
3 Verplaats de documentaanleg aan de hand
van de breedte van het origineel.
4 Voer het kopieerpapier in langs de
formaatmerktekens op het handinvoerblad.
Het papier wordt een stukje naar binnen
getrokken en stopt.
5 Voer het ori gi neel in langs de do cu men -
taan leg.
Het origineel wordt een stukje naar binnen
getrokken en stopt voordat het doorgaat.
l Plaats het ori gi neel met de goe de kant om la ag.
l Ge bruik de mar ge- in stel ling toetsen om de mar -
ge aan de bo ven kant in te stel len als u een
oploo prand wilt.
Het is niet mogelijk een marge voor de
onderkant in te stellen.
6 Het origineel komt door de
documentuitvoer aan de achterzijde van
het apparaat naar buiten.
7 De kopie wordt uitgevoerd via de
kopie-uitvoer en u bent klaar met kopiëren.
l Wanneer u het handinvoerblad sluit, schakelt
het apparaat automatisch weer over op de
automatische invoermodus.
13
Kopieën maken
Modus papier bijsnijden
Hier mee kan aan het be gin van de rol on ge veer
280 mm pa pier wor den afgesne den.
l Wan neer de au to ma ti sche pa pie rin voer mo dus
wordt ge se lecteerd, snijd dan de aan zet van de
rol af daar het pa pier hier vaak vuil of ge scheurd
is.
l Afhankelijk van de omgeving, als het apparaat
een bepaalde tijd buiten bedrijf blijft
(bijvoorbeeld als het ‘s avonds wordt uitgezet en
‘s morgens weer aangezet), kan het eerste stuk
van het kopieerpaper door vochtigheid of andere
factoren worden aangetast. Gebruik in dit geval
de modus papier bijsnijden, voordat u kopieën
gaat maken.
1 Druk op de UP toets voor het in stel len
van de mar ge aan de bo ven- of on der -
kant, terwijl u de
keuzeschakelaar LEAD/TRAIL ingedrukt
houdt.
l Deze functie kan alleen worden gebruikt als
het lampje READY brandt.
2 Er wordt ongeveer 280 mm papier van het
begin van de rol afgesneden en via de
kopie-uitvoer uitgeworpen.
(Op dit stuk papier wordt dus niets gekopieerd).
14
In geval van beklemd raken van het origineel
Het indicatielampje papierstoring brandt
Aanduiding “ J0
1 Het origineel zit klem onder de
documentinvoerklep; de code “ J0
verschijnt op de display.
2 Verwijder in dit geval het origineel door de
documentinvoerklep op te tillen.
3 Doe de documentinvoerklep weer dicht.
l Als er na verwi jde ring van het pa pier een pa -
pier sto ringsaan dui ding (J1 tot J5) op de di splay
ver schijnt, volg dan de aanwi jzin gen voor het
ver hel pen van pa pier sto rin gen (blz. 20 t/m 23).
l De code “ J0 ” ver schijnt ook wan neer u ti jdens
het ko piëren op de STOP/ALL CLEAR toets
drukt.
Volg in dit geval de bovenstaande instructies .
15
Wat te doen als er een indicatielampje brandt
La spia lu mi no sa di fine car ta è ac ce sa
1 Open met beide handen het voorpaneel.
l Trek de geleiders van de roldrager naar
buiten zoals afgebeeld .
2 Til de papierrol omhoog door beide
uiteinden van de koker beet te pakken.
3 Verwijder de as uit de koker van de rol
terwijl u de blokkeerhendel ingedrukt
houdt.
4 Schuif de as in de
koker van de nieuwe
papierrol terwijl u de
blokkeerhendel
ingedrukt houdt. Breng
de rand van de rol op
één lijn met het
merkteken voor de rolbreedte .
5 Plaats de nieuwe papierrol op de
roldrager in de binnenste gleuf van de
rolgeleiders terwijl u de koker van de rol
aan weerszijden vasthoudt.
l Breng de rol ge lei der weer op zijn plaats,
zoals afge beeld.
l Wees vo or zi chtig bij het han te ren van de pa -
pier rol, want deze is heel zwaar.
l Raak het oppervlak van de papierrol niet
aan, de buitenkant is namelijk de kant
waarop de kopieën worden afgedrukt.
16
6 Breng de klep van de aan dri jfrol (1)
omhoog totdat deze blokkeert.
7 Schuif de voorkant van het papier
ongeveer 5 cm tussen de klep (2) en de
rol (3), waarbij u beide zijden van het
papier vasthoudt en klap de klep van de
aan dri jfrol (1) weer omlaag.
8 Draai de rol lers (4) aan de zijkant van de
rol (5) langzaam in de afgebeelde richting
en voer het papier in totdat de voorkant
de rol raakt.
9 Om te voorkomen dat het papier scheef
wordt ingevoerd, het papier weer
opwikkelen door aan beide zijden van de
rol te draaien tot het niet meer slap hangt
en goed recht zit.
10 Sluit het voorpaneel.
l Als de klep van de aandrijfrol niet goed
gesloten is, kan het voorpaneel niet worden
gesloten.
11 Het indicatielampje rolautomaat leeg op
het bedieningspaneel dooft en het
verwisselen van de papierrol is klaar.
l Zodra de papierrol op zijn plaats zit, laat u het
apparaat de aanzet van het papier bijsnijden,
daar dit vuil of gescheurd kan zijn.
17
Wat te doen als een indicatielampje brandt
Indicatielampje toner leeg
1 Open de achterklep door aan de grijze
hendels links en rechts aan de uiteinden
te trekken .
2 Open de klep van de tonervulopening.
3 Vul het tonerreservoir gelijkmatig door de
toner voorzichtig uit de fles te schudden.
l Ga voorzichtig te werk bij het vullen van de
toner. Veeg eventueel gemorste toner af met
een vochtige doek.
l Leeg telkens wanneer u de toner bijvult een
hele fles (500 g) in het reservoir.
4 Sluit de klep van de tonervulopening en
de achterklep.
18
Wat te doen als een indicatielampje brandt
Indicatielampje opvangbak gebruikte toner vol
1 Til het bovengedeelte omhoog door de
openingshendels aan weerszijden van
het documentinvoerblad in te drukken .
2 Verwijder de beugel die de opvangbak
vasthoudt door met de hand de
schroefknop los te draaien.
3 Verwi jder vo or zi chtig de opvang bak voor
ge bruik te to ner.
l U mag de toner niet opnieuw gebruiken.
Bewaar de gebruikte toner in een vinyl zak,
totdat u deze aan de onderhoudstechnicus
kunt geven.
l Gooi ge bruik te to ner nooit in een in ci ne ra tor of
in het vuur.
l Sluit de opening van de toneropvangbak met
plakband.
4 Installeer een lege opvangbak voor
gebruikte toner en bevestig deze met de
beugel en de schroef.
5 Sluit tenslotte het bovengedeelte .
19
Wat te doen als een indicatielampje brandt
Indicatielampje papierstoring
Wanneer het indicatielampje papierstoring
brandt, verschijnt de zelftestcode die de
plaats van de storing opgeeft op de display .
Als de code J1 wordt
weergegeven
Bevindt de papierstoring zich
in de buurt van de papierinvoer.
1 Open het voorpaneel.
2 Open de klep van de aandrijfrol door
deze naar u toe te trekken .
3 Verwijder voorzichtig het papier dat klem
zit en zet het goed in .
l Als u moeite heeft om het papier goed onder
de invoerrol te schuiven, knip het dan goed
recht af en voer de voorkant van de papierrol
in.
4 Sluit de klep van de aandrijfrol.
5 Sluit het voorpaneel.
l Con tro leer of het in di ca ti e lampje pa pier sto ring
is ge doofd en of de code is verd we nen.
l Als het indicatielampje papierstoring niet is
gedoofd, controleer dan of het papier niet klem
zit ter hoogte van de scheiding .
Als de code J2 wordt
weergegeven
Bevindt de papierstoring zich
ter hoogte van de scheiding.
Ga op dezelfde wijze te werk als voor het
opheffen van de papierstoring J1.
20
Als de code J3 wordt
weergegeven
Bevindt de papierstoring zich
ter hoogte van de drum en de
ingang van de fuser.
1 Open het bovengedeelte.
2 Open de buitensteunen van de U-vormige
invoerinrichting door de hendels aan
weerszijden van de invoer in de richting
van de pijlen te trekken.
3 Verwijder voorzichtig het klemzittende
papier.
l Let op dat u de drum voor beel do ver dracht niet
aanraakt bij het verwi jde ren van het beklem de
pa pier.
Als de drum wordt beschadigd of vuil wordt,
krijgt u geen goede kopieën.
4 Sluit de buitensteunen van de invoer
terwijl u de hendels uitgetrokken houdt.
5 Sluit het bovengedeelte .
l Con tro leer of het in di ca ti e lampje pa pier sto ring
is ge doofd en of de code is verd we nen.
l Als het indicatielampje papierstoring niet
gedoofd is, controleer dan of er geen papier
klem zit ter hoogte van de papiersnijder.
21
Als de code J3 wordt
weergegeven
Bevindt de papierstoring zich
in de buurt van de papieruitvoer
1 Open met beide handen de klep van de
kopie uitvoer.
2 Verwijder voorzichtig het klemzittende
papier zonder het te scheuren.
l Pas op dat u de rol en de onderdelen rondom
de fuser niet aanraakt, want deze zijn heet.
3 Sluit de klep van de kopie-uitvoer.
l Controleer of het indicatielampje papierstoring
is gedoofd en of de code is verdwenen.
Opmer king
lNadat u het klemzittende papier hebt
verwijderd, raden wij u aan de modus papier
bijsnijden in te schakelen en te wachten totdat
het apparaat READY aangeeft. Als u het
papier niet bijsnijdt, kan het zijn dat u vanwege
vuil op het papier of op de rollers geen schone
kopieën krijgt.
22
Als de code J4 wordt weer ge ge ven
Dit indicatielampje gaat branden wanneer u bij vergissing een
vel papier invoert terwijl u kopieën maakt vanaf de papierrol.
l Verwijder het vel papier van het blad voor handinvoer.
l Indien er een papierstoringscode (J0 tot J3 ) op de display verschijnt nadat het vel
papier is verwijderd, volg dan de voor de storingscodes J0 tot J3 gegeven aanwijzingen
om de code te laten verdwijnen.
Als de code J5 wordt weergegeven
Deze papierstoring is identiek aan die welke wordt aangeduid
door de code J2, behalve dat het hier om losse vellen gaat, zie
figuur 1 .
l Verwijder het vel papier van het blad voor de handinvoer.
Als de code J6 wordt weergegeven
Deze papierstoring doet zich alleen voor als u losse vellen
hebt ingevoerd met een lengte van minder dan 279 mm of meer
dan 3000 mm .
l Volg de voor J3 gegeven aanwijzingen .
Wat te doen als de indicatielampjes READY en WAIT gelijktijdig
knipperen.
Een vel papier is niet goed ingevoerd.
l Verwijder het vel papier en voer het opnieuw in.
Het origineel is niet goed ingevoerd .
l Verwijder het origineel en voer het opnieuw in .
De kopie is niet goed uitgevoerd .
l Verwijder de kopie uit de kopie-uitvoer.
23
Indicatielampje Technische dienst waarschuwen
In dien de jui ste wer king van het ap pa raat door sto rin gen wordt verhin derd knip pe ren de co -
des E0 tot E9 of EA tot EF op de di splay, terwijl het in di ca ti e lampje brandt dat u aanraadt de
tech ni sche dienst te waar schu wen.
Scha kel in dit ge val het ap pa raat uit en zet het weer aan.
Als het apparaat nog steeds niet werkt, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact
en bel de technische dienst.
Regelmatige controles
Om te zor gen dat u al tijd scho ne ko pieën krijgt,
dient u de vol gen de on der de len min stens eens
per week te con tro le ren en schoon te ma ken.
Be lichtingsge deel te
Als de be lichtingsruit of rol vuil zijn, be staat de
kans dat er vlek ken ko men op het ori gi neel of de
ko pieën.
Maak deze on der de len schoon met een vo chti ge
doek, waar bij u het do cu men tin voerblad opent.
Do cu men taan leg
Re i nig dit ele ment eerst met een vo chti ge doek
en ver vol gens met een dro ge doek.
Re i ni ging van de dra den
Vui le dra den kun nen vlek ken op de ko pieën ve -
ro or za ken.
Aanbevolen wordt de draden schoon te maken
als de kopieën bijvoorbeeld zwarte lijnen met
daartussen witte gedeelten vertonen .
24
Controles in geval van storingen
(1) Als het apparaat niet goed werkt
Het apparaat start niet
Is het netsnoer goed
aangesloten?
Nee
Sluit het snoer aan op het
stopcontact
Ja
Staat de aan/uit
schakelaar op ON?
Nee
Zet de aan/uit schakelaar
op ON
Het indicatielampje WAIT
gaat niet branden, terwijl
de aan/uit schakelaar op
ON staat
Wordt er een
storingscode
weergegeven?
Ja
Volg de op blz. 15 en 19
t/m 23 gegeven
instructies.
Het apparaat stopt terwijl
het bezig is een kopie te
maken.
Het indicatielampje WAIT
dooft niet na ongeveer 11
minuten nadat het
apparaat onder spanning
is gezet
l Als het apparaat nog steeds niet
functioneert, waarschuw dan de
technische dienst.
(2) Als u slechte kopieën krijgt
De kopie is te donker
De kopie is te licht
Stel de donkerheidsgraad op de juiste wijze in
De kopie is vuil
Reinig het apparaat overeenkomstig de op blz. 24
voor het onderhoud gegeven aanwijzingen.
l Als de kwaliteit van de kopie
nog steeds niet bevredigend is,
bel dan de technische dienst.
25
Technische specificaties
Type Bureaumodel
Origineel Doorvoer van het origineel
Beeldoverdracht OPC
Kopieerprocédé Indirect elektrostatisch systeem
Ontwikkeling Fuser
Fuser Warme persrollen
Toelaatbare drager voor
originelen
Papier
Afmetingen origineel Breedte: 210 t/m 914 mm, lengte: 279 t/m 3000 mm
Afmetingen kopie A0-A4 (staan de afbeel din gen), 36"-11" (staan de afbeel -
din gen)
Ma xi ma le lengte: 3000 mm (al leen ge wo on pa pier)
Dikte van het origineel 0,05 - 0,2 mm
Wachttijd 8 min.
Benodigde tijd voor de eerste
kopie
33 s/A0
Snelheid 60 mm/s
Vergrotingsverhouding van de
kopie
1:1
Papiertoevoersysteem Automatische rolinvoer/ handinvoer van losse vellen
Elektriciteitsvoorziening 220-240 V; fre quentie: 50 Hz
Stroomverbruik 1 450 W
Afmetingen Breedte: 1293 mm, diepte: 460 mm, hoogte: 580 mm
Gewicht 125 kg
Opmerking: Het is mogelijk dat tekeningen en teksten op bepaalde punten afwijken van het
apparaat dat u in bezit hebt doordat er nieuwe verbeteringen of wijzigingen aan het apparaat
zijn aangebracht.
26
Wetgeving inzake het kopiëren van documenten
Het met een ko piee rap pa raat ver me nigvul di gen van be paal de do cu men ten kan bij de wet ve r -
bo den zijn.
In bepaalde gevallen kan het in bezit hebben van kopieën reeds grond tot rechtsvervolging
zijn.
1. Documenten waarop een wettelijk kopieerverbod rust.
lBankbiljet ten en munt stuk ken, door de over heid uit ge ge ven waar de pa pie ren, staatsle -
nin gen, re gio na le le nin gen, zelfs in dien deze zijn vo or zien van de ver mel ding “ spe ci -
men ”.
l Bui ten land se bankbiljet ten, mun ten en ef fecten.
l On ge bruik te po stze gels en brief kaar ten, ten zij uit druk ke lijke to e stem ming is ver leen d
voor het ma ken van imi ta ti es.
l Over heid sze gels, be la sting ze gels, bi jvo or beeld in het ka der van de wet op de be la sting
op al cohol hou den de dran ken of de wet op de be la sting op goe de ren.
l Wet ge ving met be trek king tot het ma ken van imi ta ti es van geld en ef fecten.
lWet ge ving met be trek king tot biljet ten en mun ten, bankbiljet ten, in het bui ten land cir cu -
le ren de waar de pa pie ren, eve nals de wet ge ving in za ke ver val sing, wi jzi ging en imi ta tie.
l Wet te lijke be pa lin gen met be trek king tot de imi ta tie van po stze gels enz.
lWet te lijke be pa lin gen met be trek king tot de imi ta tie van be la sting ze gels.
lWettelijke bepalingen met betrekking tot de imitatie van met bankbiljetten gelijk te stellen
waardepapieren.
2. Documenten waarbij het maken van kopieën aan bepaalde
voorzorgen dient te worden onderworpen
l Van over heid swe ge wordt ver zocht het ko piëren van waar de pa pie ren (aan de len be wi -
jzen, pro mes ses, che ques e.d.), abon ne mentskaar ten, ver voersbe wi jzen e.d., uit ge ge -
ven door par ti cu lie re maatschap pi jen, te be per ken tot het strik te mi ni mum be no digd voo r
per so on lijk ge bruik.
l Tevens wordt aangeraden geen kopieën te maken van door de overheid afgegeven
paspoorten, bewijzen, vergunningen en identiteitsbewijzen afgegeven door de
autoriteiten of particuliere ondernemingen.
3. Door auteursrecht beschermde documenten
lHet is verboden literaire werken, zoals boeken, partituren, afbeeldingen, drukwerk,
kaarten, tekeningen, films en foto’s, te kopiëren, behalve voor persoonlijk of huiselijk
gebruik en in met een dergelijk gebruik overeenstemmende aantallen.
27

Documenttranscriptie

your office partner INSTRUCTIEHANDLEIDING UTAX C 08 Lees altijd de instructiehandleiding alvorens de kopieermachine in gebruik te nemen. Bewaar de handleiding op de daarvoor bestemde plaats, zodat deze gemakkelijk beschikbaar is. Deze handleiding beschrijft de verschillende functies, werkwijzen en te nemen voorzorgen bij het gebruik van de UTAX C 08. Lees deze handleiding aandachtig door om uzelf vertrouwd de maken met alle functies van het apparaat, voordat u hiermee gaat werken. Bewaar de handleiding zorgvuldig om deze eventueel naderhand te kunnen naslaan. l Deze copier voldoet aan de FCC - Klasse A standaard ter voorkoming van storingen van radiocommunicatie in de omgeving. Het apparaat kan storing van radio- of tv-ontvangst veroorzaken, indien het in een woonomgeving wordt gebruikt. Het is daarom van belang nauwkeurig de in de handleiding gegeven aanwijzingen in acht te nemen. l Tijdens het bedrijf van de copier komt er ozon vrij, de hoeveelheden zijn echter te gering om schadelijk te zijn voor de gezondheid. Wanneer het apparaat echter gedurende langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer een groot aantal kopieën achtereen wordt gemaakt, kan de geur van ozon merkbaar zijn. In dit geval wordt aanbevolen de ruimte te luchten ten einde het comfort van de gebruiker te verzekeren. I Inhoud Kenmerken van de UTAX C 08 1 Voorzorgsmaatregelen bij de installatie 2-3 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik 4 Naam en functie van elk onderdeel 5-6 Naam en functies van de organen van het bedieningspaneel 7-9 Kopieën maken Het aantal kopieën instellen Kopieën maken met de automatische rolinvoer Kopieën maken met de handinvoer van losse vellen Modus papier bijsnijden In geval van beklemd raken van het origineel Wat te doen als er een Indicatielampje rolautomaat leeg indicatielampje brandt Indicatielampje toner leeg Indicatielampje opvangbak gebruikte toner vol Indicatielampje papierstoring Als de code J1 wordt weergegeven Als de code J2 wordt weergegeven Als de code J3 wordt weergegeven Als de code J4 wordt weergegeven Als de code J5 wordt weergegeven Als de code J6 wordt weergegeven Wat te doen als de lampjes READY en WAIT gelijktijdig knipperen? 10 11 - 12 13 14 15 16 - 17 18 19 20 20 21 - 22 23 23 23 23 Indicatielampje Technische dienst waarschuwen 24 Regelmatige controles 24 24 24 Belichtingsgedeelte Documentaanleg Reiniging van de draden Controles in geval van storingen 25 Technische specificaties 26 Wetgeving inzake het kopiëren van documenten 27 II Kenmerken van de UTAX C 08 1. Compacte vormgeving De UTAX C 08 is een compacte tafelmodel copier van 1293 mm (breed) x 460 mm (diep). Door het rationele ontwerp neemt het apparaat bijzonder weinig ruimte in beslag. 2. Tweeledig papiertoevoersysteem Het apparaat is voorzien van een tweeledig toevoersysteem: automatische materiaaltoevoer vanaf papierrollen voor de formaten A0/A1 en A1/A2 en handinvoer van losse vellen voor de formaten A0 tot A4 (staande afbeeldingen). 3. Automatische repeteerfunctie voor maximaal 9 exemplaren Mogelijkheid maximaal 9 kopieën te maken van hetzelfde origineel voor alle papierformaten van A0 tot A4 (staande afbeeldingen). 4. Afdruksnelheid van 2 kopieën per minuut in A0 formaat In één minuut maakt het apparaat twee kopieën in A0 formaat of drie kopieën in A1 formaat. 5. De copier functioneert op standaard stroomvoorziening De machine kan worden aangesloten op een standaard stopcontact, zodat het niet nodig is de stroomvoorziening speciaal aan te passen. 6. Optimaal gebruiksgemak Het gebruiksgemak is optimaal doordat alle kopieerparameters kunnen worden ingesteld op het bedieningspaneel aan de voorzijde. Hierna hoeft u nog slechts het origineel in te voeren en worden automatisch de kopieën gemaakt. 7. Andere gegevens l Maximale lengte van een kopie: 3 m l Het apparaat is voorzien van een zelftestfunctie, die de oorzaak van eventuele storingen vaststelt. 1 Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Afgeraden wordt het apparaat te installeren: Ý op een koude plaats met lage vochtigheidsgraad of op een warme plaats met hoge vochtigheidsgraad, bijvoorbeeld vlakbij een kraan, een boiler, een luchtbevochtiger, een airconditioner, een radiator of een kachel Ý op een plaats met direct zonlicht (indien dit niet te vermijden is, zorg dan voor gordijnen of een zonnescherm) Ý op een slecht geventileerde plaats Ý op een stoffige plaats Ý in ruimten met ammoniakdampen Ý in de buurt van alcohol of oplosmiddelen Ý op een plaats die aan trillingen onderhevig is Ý op een plaats waar de vloer niet voldoende stevig is Ý op een plaats waar plotselinge veranderingen van temperatuur kunnen optreden. Wanneer in een koude ruimte de verwarming wordt aangezet, kan dit de kwaliteit van de kopieën aantasten door condensvorming in het apparaat. Ý Installeer het apparaat niet in de buurt van elektronische apparatuur, zoals computers of precisie-instrumenten, daar de elektrische storingen of trillingen veroorzaakt tijdens het gebruik van de copier de juiste werking van deze apparatuur kunnen beïnvloeden Elektriciteitsvoorziening vanaf een vaste bron Ý Het apparaat moet worden gevoed door een stopcontact met voldoende vermogen. Ý Sluit geen andere apparaten aan op hetzelfde stopcontact. Ý Gebruik geen verlengsnoer. Ý Let op dat het snoer nergens onder beklemd kan raken, daar dit het snoer kan beschadigen en ongelukken kan veroorzaken. Ý Als het apparaat in de buurt van elektrische apparaten wordt geïnstalleerd, zoals een radio of televisietoestel, kan het storingen (in beeld en geluid) veroorzaken. Gebruik een apart snoer en installeer de copier zo ver mogelijk van dit soort apparaten. 2 Vergeet niet het apparaat te aarden. Let op dat de aarddraad goed is aangesloten, om gevaar op elektrische schokken te voorkomen. De aarddraad kan worden aangesloten op: : De aardklem van het stopcontact : Een in de gronde begraven ijzeren staaf van meer dan 65 cm : Een waterleidingpijp die door het waterleidingbedrijd is goedgekeurd voor aarding. Waarschuwing! Ý Pas op dat u de aarddraad niet op een gasleiding aansluit, daar dit gevaar van brand of ontploffing kan veroorzaken. 3 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Ý Probeer niet het apparaat te demonteren of er veranderingen in aan te brengen. Ý Bepaalde zones in het apparaat worden zeer heet of staan onder hoge druk. Wees daarom erg voorzichtig wanneer u probeert klem zittend papier te verwijderen. Pas op dat u geen voorwerpen, bijvoorbeeld paperclips, in het apparaat laat vallen. Ý Tijdens het bedrijf van het apparaat komt er ozon vrij, de hoeveelheden hiervan zijn echter te gering om schadelijk te zijn voor de gezondheid. Wanneer het apparaat echter gedurende langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer een groot aantal kopieën achtereen wordt gemaakt, kan de geur van ozon merkbaar zijn. In dit geval wordt aanbevolen de ruimte te luchten ten einde het comfort van de gebruiker te verzekeren. Ý Indien zich storingen voordoen, bijvoorbeeld abnormale geluiden of rookontwikkeling, schakel het apparaat dan onmiddellijk uit met de aan/uit schakelaar, trek de stekker uit het stopcontact en bel de technische dienst. Ý Schakel het apparaat niet uit en open de toegangsklep niet terwijl er kopieën gemaakt worden, dit kan papierstoringen veroorzaken. Ý Gebruik geen ontvlambare spuitbussen in de buurt van het apparaat. 4 Naam en functie van elk onderdeel 5 Naam Functie 1 Bovengedeelte Dit bestaat uit de documentinvoer, de drum voor beeldoverdracht, de ontwikkelaar, de belichtingseenheid. 2 Documentinvoerblad Het origineel wordt langs de merktekens via dit blad ingevoerd. 3 Documentaanleg De aanleg op de breedte van het origineel instellen en het origineel langs de aanleg invoeren. 4 Documentinvoerklep Wanneer het origineel wordt ingevoerd gaat het onder deze klep door. 5 Documentuitvoer Hier komt het origineel naar buiten. 6 Kopie-uitvoerklep Deze klep openen om de fuser te reinigen of een papierstoring te verhelpen. 7 Kopie-uitvoer Hier komt de kopie naar buiten. 8 Handinvoerblad Open dit blad wanneer u een kopie wilt maken met gebruik van losse vellen. Het apparaat schakelt automatisch over op handinvoermodus. Voer het papier hier in. 9 Opvangrek voor het document Hier wordt het origineel opgevangen. 10 Bedieningspaneel Voor instelling van de kopieerparameters. Op het paneel wordt tevens de bedrijfsmodus van het apparaat aangegeven. 11 Voorpaneel Het voorpaneel openen om de papierrol te verwisselen. 12 Aan/uit schakelaar Zet het apparaat aan of uit. “ I ” geeft aan dat het apparaat aan staat. 13 Handinvoerknop en toegangsklep Deze knop wordt gebruikt bij het reinigen van de rollen van de fuser; met de knop kunnen de rollen worden gedraaid. Alleen de onderhoudstechnicus mag deze knop bedienen. 14 Teller van de geaccumuleerde Deze geeft de totale geaccumuleerde lengte op. lengte 15 Opvangbak voor gebruikte toner Hierin wordt de gebruikte toner opgevangen. 16 Opening voor tonerbijvullen Via deze trechter kan de toner worden bijgevuld. 17 Achterklep Deze klep openen om de toner bij te vullen. 18 Hendels voor opening van het Deze twee hendels indrukken in om het bovengedeelte bovengedeelte te openen. 19 Hendels voor opening van de Aan deze beide hendels trekken om de achterklep te achterklep openen. 20 Schakelaar van de papierroldroger Deze schakelaar indrukken wanneer u papier van de rol gebruikt in een zeer vochtige omgeving. 21 Documentblad In open stand zetten voor het maken van kopieën. 6 Naam en functies van de organen van het bedieningspaneel 7 Naam en functies van de organen van het bedieningspaneel 1 Naam Functie Display Deze display heeft twee functies. A. Aanduiding van de ingestelde marge. B. Aanduiding van de tweecijferige code van de zelftest in geval van storingen, bijvoorbeeld een papierstoring. 2 Indicatielampje WAIT (Wacht) Wanneer dit lampje brandt, is het apparaat in de voorverwarmingsfase en mogen er geen kopieën gemaakt worden. Wacht tot dit indicatielampje dooft. 3 Indicatielampje READY (Klaar) Wanneer dit lampje brandt mogen er kopieën gemaakt worden. Het lampje dooft zodra u met kopiëren begint. 4 Indicatielampje ROLL Geeft aan dat de papierrol is geselecteerd. De standaardinstelling is de automatische invoermodus. 5 Indicatielampje SHEET PAPER Geeft aan dat de handinvoermodus van losse vellen is geselecteerd. 6 Keuzeschakelaar PAPER/VELLUM/ FILM Met behulp van deze toets kunt u de bedrijfsmodus papier, transparant materiaal (7) of polyester film (8) selecteren. 7 Indicatielampje VELLUM Geeft aan dat de modus transparant materiaal is geselecteerd. 8 Indicatielampje FILM Geeft aan dat de modus polyester film is geselecteerd. 9 Insteltoetsen marge boven- / onderkant Voor instelling van de marges aan boven- of onderkant. Marge-instelling Normaliter gebruikt u schaal “ 0 ”. Als u een marge aan de bovenkant wilt, drukt u op de “ UP ” toets of, als u een negatieve marge wilt, op de “ DOWN ” toets. De instelling van de marge aan de onderkant gebeurt op dezelfde manier, behalve dat er aan de onderkant geen negatieve marge kan worden ingesteld. De instelwaarden variëren van +40 tot -40 mm voor de bovenkant en van 0 tot +40 mm voor de onderkant. Als u losse vellen invoert kunt u de marge van de onderkant niet instellen. 10 Indicatielampje “negatieve marge” Geeft aan dat er een negatieve marge voor de bovenkant is ingesteld 11 Keuzeschakelaar LEAD/TRAIL Hiermee kan de bovenkant of onderkant worden geselecteerd voor marge-instelling . 12 Indicatielampje LEAD Dit geeft aan dat de marge van de bovenkant is geselecteerd. 13 Indicatielampje TRAIL Dit geeft aan dat de marge van de onderkant is geselecteerd. 8 Naam Functie 14 CLEAR toets Deze herstelt de marge van de bovenkant op “ 0 ” wanneer het indicatielampje LEAD brandt en herstelt de marge van de onderkant op “ 0 ” als het indicatielampje TRAIL brandt. 15 Insteltoetsen licht/donker Instelling afhankelijk van de donkerheidsgraad van het origineel. 16 SL toets Als bijstelling met de insteltoetsen licht/donker onmogelijk is, gebruik dan deze toets als aanvulling. 17 Indicatielampje SL Geeft aan dat de SL toets (sterke belichting) is ingeschakeld. 18 STOP/ALL CLEAR toets l Te gebruiken om het kopiëren te stoppen. Het apparaat stopt l onmiddellijk zodra op deze toets wordt gedrukt en het indicatielampje papierstoring gaat branden. Verwijder het klemzittende papier volgens de procedure voor het verhelpen van papierstoringen. Te gebruiken om alle instellingen weer op nul te zetten. de marge-instelling van de boven-/onderkant gaat terug naar “0" LEAD/TRAIL instelling gaat terug naar LEAD de licht/donker instelling keert terug naar groen. de “SL” modus wordt geannuleerd. het apparaat schakelt over op PAPIERROL modus de STANDBY modus wordt geannuleerd. 19 STANDBY toets Druk op deze toets als wilt dat het apparaat onder spanning blijft staan, terwijl het gedurende meerdere uren niet wordt gebruikt. Zolang dit indicatielampje brandt gebruikt het apparaat minder energie. Druk nogmaals op deze toets of op de STOP/ALL CLEAR toets om de standby-modus te beëindigen. 20 Indicatielampje klep open Dit brandt wanneer de klep van het bovengedeelte, de kopie-uitvoerklep, het voorpaneel of de achterklep open of niet goed gesloten zijn. 21 Indicatielampje rolautomaat leeg Zet een nieuwe papierrol in wanneer dit lampje brandt. 22 Indicatielampje papierstoring Dit brandt wanneer zich een papierstoring voordoet. Tegelijkertijd geeft de display de plek aan waar het papier vastzit om de storing te kunnen verhelpen (zie blz. 20). 23 Indicatielampje opvangbak gebruikte toner vol Dit brandt wanneer de opvangbak voor gebruikte toner vol is of wanneer deze niet goed op zijn plaats zit. Zet een nieuwe fles in of corrigeer de plaatsing 24 Indicatielampje toner leeg Vul toner bij wanneer dit lampje brandt. 25 Indicatielampje Technische dienst waarschuwen Waarschuw de technische dienst wanneer dit lampje brandt. 26 Kopieënteller Geeft het aantal ingestelde kopieën op. 27 Insteltoetsen voor het aantal kopieën Worden gebruikt om het gewenste aantal kopieën in te stellen. 28 Toets voor annulering van het aantal kopieën Wordt gebruikt om het aantal kopieën weer op “ 1 ” te zetten. 9 Kopieën maken Het aantal kopieën instellen. 1 Kies het gewenste aantal kopieën (van 2 t/m 9) met behulp van de insteltoetsen voor het aantal kopieën. l U kunt deze instelling achterwege laten als u slechts één enkele kopie wilt maken. l U kunt de repeteerfunctie niet gebruiken voor originelen met een lengte van meer dan 1,25 m. l Gebruik bij voorkeur een kopie van het origineel, om eventuele beschadiging van het origineel te voorkomen. l De repeteerfunctie kan niet worden gebruikt voor originelen met scheuren of gaten. 2 Wijziging van het aantal kopieën. l Indien u zich vergist bij de instelling van het aantal kopieën, kunt u de teller weer op “ 1 ” instellen door op de toets voor annulering van het aantal kopieën te drukken. l Stel het aantal kopieën opnieuw in met behulp van de hiervoor bestemde toetsen. l U kunt de repeteerfunctie niet gebruiken in de modus handinvoer van losse vellen. 3 Het maken van meerdere kopieën onderbreken. l Druk op de toets voor annulering van het aantal kopieën l Het getal “ 1 ” verschijnt en de repeteerfunctie wordt gestopt. Opmerking: l Als de aanleg voor het origineel niet uiterst rechts is geplaatst, knippert de kopieënteller en kan de repeteerfunctie niet worden gebruikt. l Om de repeteerfunctie te gebruiken voert u een origineel in en plaatst de aanleg voor het origineel zo ver mogelijk naar rechts. De kopieënteller houdt op met knipperen en blijft constant branden, u kunt nu de repeteerfunctie gebruiken. 10 Kopieën maken Kopieën maken met de automatische rolinvoer 1 Zet de aan/uit schakelaar op aan (ON) l Terwijl het apparaat voorverwarmt, brandt het indicatie- l l l 2 3 lampje WAIT op het bedieningspaneel. Zodra dit lampje dooft en het lampje READY gaat branden, kunt u met kopiëren beginnen. Als het origineel wordt ingevoerd, voordat de copier is aangezet met de aan/uit schakelaar, gaat het indicatielampje papierstoring branden op het moment dat het ap paraat wordt aangezet. Als het origineel wordt ingevoerd, terwijl het apparaat aan het voorverwarmen is, knipperen de lampjes READY en WAIT tegelijkertijd wanneer het apparaat klaar is. Wacht totdat het lampje READY ophoudt met knipperen en constant blijft branden. Voer het origineel in zodra het lampje READY brandt. Open het documentinvoerblad Controleer of het indicatielampje rolautomaat leeg niet brandt en of het papierformaat voor de rol is ingesteld. l Als het handinvoerblad is geopend, is de automatische invoermodus niet geselecteerd en kunt u geen kopieën met de rolautomaat maken. 4 Stel de donkerheidsgraad van de kopie in met behulp van de insteltoets. l U kunt de belichtingsregeling van de kopie in 14 stappen l l 5 aanpassen. Normaliter kunt u de belichting 7 stappen lichter en 7 stappen donkerder instellen. Als u een kopie maakt van een normaal origineel beschikt u over een instelling van 7 stappen ten opzichte van de normale kopieermodus. Als u op de SL toets drukt, verschuift de instelling 7 stappen naar de donkere kant en gaat het SL indicatielampje branden. Als de kopie wordt gemaakt van een origineel met een donkere achtergrond (bijvoorbeeld donkerblauw) stel dan een SL instelling van 7 stappen in. Stel zonodig de marge aan de boven- en onderkant in met de keuzeschakelaar LEAD/TRAIL om de betreffende kant te kiezen en de toetsen voor marge -instelling boven- en onderkant. l De instelwaarden variëren van +40 tot -40 mm voor de bovenkant en van 0 tot +40 mm voor de onderkant, te verstellen in stappen van 5 mm. 11 Kopieën maken met de automatische rolinvoer 6 Verplaats de documentaanleg aan de hand van de breedte van het origineel. 7 Voer het origineel in langs de documentaanleg. Het origineel wordt een stukje naar binnen getrokken en stopt dan een ogenblik voordat het doorgaat. l Plaats het origineel met de goede kant omlaag. l Om meerdere kopieën te maken voert u het origineel in en plaatst de documentaanleg zo ver mogelijk naar rechts. De kopieënteller houdt op met knipperen en blijft constant branden; u kunt nu de repeteerfunctie gebruiken. 8 Het origineel komt aan de documentuitvoer aan de achterzijde naar buiten. l Verwijder het origineel voorzichtig. l Als u de repeteerfunctie gebruikt, wordt het origineel automatisch net zo vaak opnieuw de invoeropening ingevoerd als er kopieën zijn ingesteld. 9 De kopie wordt via de kopie-uitvoer uitgevoerd en u bent klaar met kopiëren. l Het papier wordt automatisch afgesneden op de lengte van het origineel met de ingestelde marge. 12 Kopieën maken Kopieën maken met de handinvoer van losse vellen. 1 Zet de aan/uit schakelaar op aan (ON) 2 Open het documentinvoerblad en het handinvoerblad. l Wanneer u het handinvoerblad opent, wordt automatische de handinvoermodus geselecteerd en gaat het indicatielampje handinvoer branden. 3 Verplaats de documentaanleg aan de hand van de breedte van het origineel. 4 Voer het kopieerpapier in langs de formaatmerktekens op het handinvoerblad. Het papier wordt een stukje naar binnen getrokken en stopt. 5 Voer het origineel in langs de documentaanleg. Het origineel wordt een stukje naar binnen getrokken en stopt voordat het doorgaat. l Plaats het origineel met de goede kant omlaag. l Gebruik de marge-instelling toetsen om de marge aan de bovenkant in te stellen als u een oplooprand wilt. Het is niet mogelijk een marge voor de onderkant in te stellen. 6 Het origineel komt door de documentuitvoer aan de achterzijde van het apparaat naar buiten. 7 De kopie wordt uitgevoerd via de kopie-uitvoer en u bent klaar met kopiëren. l Wanneer u het handinvoerblad sluit, schakelt het apparaat automatisch weer over op de automatische invoermodus. 13 Kopieën maken Modus papier bijsnijden Hiermee kan aan het begin van de rol ongeveer 280 mm papier worden afgesneden. l Wanneer de automatische papierinvoermodus wordt geselecteerd, snijd dan de aanzet van de rol af daar het papier hier vaak vuil of gescheurd is. l Afhankelijk van de omgeving, als het apparaat een bepaalde tijd buiten bedrijf blijft (bijvoorbeeld als het ‘s avonds wordt uitgezet en ‘s morgens weer aangezet), kan het eerste stuk van het kopieerpaper door vochtigheid of andere factoren worden aangetast. Gebruik in dit geval de modus papier bijsnijden, voordat u kopieën gaat maken. 1 Druk op de UP toets voor het instellen van de marge aan de boven- of onderkant, terwijl u de keuzeschakelaar LEAD/TRAIL ingedrukt houdt. l Deze functie kan alleen worden gebruikt als het lampje READY brandt. 2 Er wordt ongeveer 280 mm papier van het begin van de rol afgesneden en via de kopie-uitvoer uitgeworpen. (Op dit stuk papier wordt dus niets gekopieerd). 14 In geval van beklemd raken van het origineel Het indicatielampje papierstoring brandt Aanduiding “ J0 ” 1 Het origineel zit klem onder de documentinvoerklep; de code “ J0 ” verschijnt op de display. 2 Verwijder in dit geval het origineel door de documentinvoerklep op te tillen. 3 Doe de documentinvoerklep weer dicht. l Als er na verwijdering van het papier een papierstoringsaanduiding (J1 tot J5) op de display verschijnt, volg dan de aanwijzingen voor het verhelpen van papierstoringen (blz. 20 t/m 23). l De code “ J0 ” verschijnt ook wanneer u tijdens het kopiëren op de STOP/ALL CLEAR toets drukt. Volg in dit geval de bovenstaande instructies. 15 Wat te doen als er een indicatielampje brandt La spia luminosa di fine carta è accesa 1 Open met beide handen het voorpaneel. l Trek de geleiders van de roldrager naar buiten zoals afgebeeld. 2 Til de papierrol omhoog door beide uiteinden van de koker beet te pakken. 3 Verwijder de as uit de koker van de rol terwijl u de blokkeerhendel ingedrukt houdt. 4 Schuif de as in de koker van de nieuwe papierrol terwijl u de blokkeerhendel ingedrukt houdt. Breng de rand van de rol op één lijn met het merkteken voor de rolbreedte. 5 Plaats de nieuwe papierrol op de roldrager in de binnenste gleuf van de rolgeleiders terwijl u de koker van de rol aan weerszijden vasthoudt. l Breng de rolgeleider weer op zijn plaats, zoals afgebeeld. l Wees voorzichtig bij het hanteren van de papierrol, want deze is heel zwaar. l Raak het oppervlak van de papierrol niet aan, de buitenkant is namelijk de kant waarop de kopieën worden afgedrukt. 16 6 Breng de klep van de aandrijfrol (1) omhoog totdat deze blokkeert. 7 Schuif de voorkant van het papier ongeveer 5 cm tussen de klep (2) en de rol (3), waarbij u beide zijden van het papier vasthoudt en klap de klep van de aandrijfrol (1) weer omlaag. 8 Draai de rollers (4) aan de zijkant van de rol (5) langzaam in de afgebeelde richting en voer het papier in totdat de voorkant de rol raakt. 9 Om te voorkomen dat het papier scheef wordt ingevoerd, het papier weer opwikkelen door aan beide zijden van de rol te draaien tot het niet meer slap hangt en goed recht zit. 10 Sluit het voorpaneel. l Als de klep van de aandrijfrol niet goed gesloten is, kan het voorpaneel niet worden gesloten. 11 Het indicatielampje rolautomaat leeg op het bedieningspaneel dooft en het verwisselen van de papierrol is klaar. l Zodra de papierrol op zijn plaats zit, laat u het apparaat de aanzet van het papier bijsnijden, daar dit vuil of gescheurd kan zijn. 17 Wat te doen als een indicatielampje brandt Indicatielampje toner leeg 1 Open de achterklep door aan de grijze hendels links en rechts aan de uiteinden te trekken. 2 Open de klep van de tonervulopening. 3 Vul het tonerreservoir gelijkmatig door de toner voorzichtig uit de fles te schudden. l Ga voorzichtig te werk bij het vullen van de toner. Veeg eventueel gemorste toner af met een vochtige doek. l Leeg telkens wanneer u de toner bijvult een hele fles (500 g) in het reservoir. 4 Sluit de klep van de tonervulopening en de achterklep. 18 Wat te doen als een indicatielampje brandt Indicatielampje opvangbak gebruikte toner vol 1 Til het bovengedeelte omhoog door de openingshendels aan weerszijden van het documentinvoerblad in te drukken. 2 Verwijder de beugel die de opvangbak vasthoudt door met de hand de schroefknop los te draaien. 3 Verwijder voorzichtig de opvangbak voor gebruikte toner. l U mag de toner niet opnieuw gebruiken. Bewaar de gebruikte toner in een vinyl zak, totdat u deze aan de onderhoudstechnicus kunt geven. l Gooi gebruikte toner nooit in een incinerator of in het vuur. l Sluit de opening van de toneropvangbak met plakband. 4 Installeer een lege opvangbak voor gebruikte toner en bevestig deze met de beugel en de schroef. 5 Sluit tenslotte het bovengedeelte. 19 Wat te doen als een indicatielampje brandt Indicatielampje papierstoring Wanneer het indicatielampje papierstoring brandt, verschijnt de zelftestcode die de plaats van de storing opgeeft op de display. Als de code J1 wordt weergegeven → Bevindt de papierstoring zich in de buurt van de papierinvoer. 1 Open het voorpaneel. 2 Open de klep van de aandrijfrol door deze naar u toe te trekken. 3 Verwijder voorzichtig het papier dat klem zit en zet het goed in. l Als u moeite heeft om het papier goed onder de invoerrol te schuiven, knip het dan goed recht af en voer de voorkant van de papierrol in. 4 Sluit de klep van de aandrijfrol. 5 Sluit het voorpaneel. l Controleer of het indicatielampje papierstoring is gedoofd en of de code is verdwenen. l Als het indicatielampje papierstoring niet is gedoofd, controleer dan of het papier niet klem zit ter hoogte van de scheiding. Als de code J2 wordt weergegeven → Bevindt de papierstoring zich ter hoogte van de scheiding. Ga op dezelfde wijze te werk als voor het opheffen van de papierstoring J1. 20 Als de code J3 wordt weergegeven → Bevindt de papierstoring zich ter hoogte van de drum en de ingang van de fuser. 1 Open het bovengedeelte. 2 Open de buitensteunen van de U-vormige invoerinrichting door de hendels aan weerszijden van de invoer in de richting van de pijlen te trekken. 3 Verwijder voorzichtig het klemzittende papier. l Let op dat u de drum voor beeldoverdracht niet aanraakt bij het verwijderen van het beklemde papier. Als de drum wordt beschadigd of vuil wordt, krijgt u geen goede kopieën. 4 Sluit de buitensteunen van de invoer terwijl u de hendels uitgetrokken houdt. 5 Sluit het bovengedeelte. l Controleer of het indicatielampje papierstoring is gedoofd en of de code is verdwenen. l Als het indicatielampje papierstoring niet gedoofd is, controleer dan of er geen papier klem zit ter hoogte van de papiersnijder. 21 Als de code J3 wordt weergegeven → Bevindt de papierstoring zich in de buurt van de papieruitvoer 1 Open met beide handen de klep van de kopie uitvoer. 2 Verwijder voorzichtig het klemzittende papier zonder het te scheuren. l Pas op dat u de rol en de onderdelen rondom de fuser niet aanraakt, want deze zijn heet. 3 Sluit de klep van de kopie-uitvoer. l Controleer of het indicatielampje papierstoring is gedoofd en of de code is verdwenen. Opmerking l Nadat u het klemzittende papier hebt verwijderd, raden wij u aan de modus papier bijsnijden in te schakelen en te wachten totdat het apparaat READY aangeeft. Als u het papier niet bijsnijdt, kan het zijn dat u vanwege vuil op het papier of op de rollers geen schone kopieën krijgt. 22 Als de code J4 wordt weergegeven → Dit indicatielampje gaat branden wanneer u bij vergissing een vel papier invoert terwijl u kopieën maakt vanaf de papierrol. l Verwijder het vel papier van het blad voor handinvoer. l Indien er een papierstoringscode (J0 tot J3) op de display verschijnt nadat het vel papier is verwijderd, volg dan de voor de storingscodes J0 tot J3 gegeven aanwijzingen om de code te laten verdwijnen. Als de code J5 wordt weergegeven → Deze papierstoring is identiek aan die welke wordt aangeduid door de code J2, behalve dat het hier om losse vellen gaat, zie figuur 1. l Verwijder het vel papier van het blad voor de handinvoer. Als de code J6 wordt weergegeven → Deze papierstoring doet zich alleen voor als u losse vellen hebt ingevoerd met een lengte van minder dan 279 mm of meer dan 3000 mm. l Volg de voor J3 gegeven aanwijzingen. Wat te doen als de indicatielampjes READY en WAIT gelijktijdig knipperen. → Een vel papier is niet goed ingevoerd. l Verwijder het vel papier en voer het opnieuw in. → Het origineel is niet goed ingevoerd. l Verwijder het origineel en voer het opnieuw in. → De kopie is niet goed uitgevoerd. l Verwijder de kopie uit de kopie-uitvoer. 23 Indicatielampje Technische dienst waarschuwen Indien de juiste werking van het apparaat door storingen wordt verhinderd knipperen de codes E0 tot E9 of EA tot EF op de display, terwijl het indicatielampje brandt dat u aanraadt de technische dienst te waarschuwen. Schakel in dit geval het apparaat uit en zet het weer aan. Als het apparaat nog steeds niet werkt, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact en bel de technische dienst. Regelmatige controles Om te zorgen dat u altijd schone kopieën krijgt, dient u de volgende onderdelen minstens eens per week te controleren en schoon te maken. Belichtingsgedeelte Als de belichtingsruit of rol vuil zijn, bestaat de kans dat er vlekken komen op het origineel of de kopieën. Maak deze onderdelen schoon met een vochtige doek, waarbij u het documentinvoerblad opent. Documentaanleg Reinig dit element eerst met een vochtige doek en vervolgens met een droge doek. Reiniging van de draden Vuile draden kunnen vlekken op de kopieën veroorzaken. Aanbevolen wordt de draden schoon te maken als de kopieën bijvoorbeeld zwarte lijnen met daartussen witte gedeelten vertonen. 24 Controles in geval van storingen (1) Als het apparaat niet goed werkt Het apparaat start niet → Is het netsnoer goed aangesloten? → Nee → Sluit het snoer aan op het stopcontact Nee → Zet de aan/uit schakelaar op ON Ja → Volg de op blz. 15 en 19 t/m 23 gegeven instructies. Ja ↓ Staat de aan/uit schakelaar op ON? → Het indicatielampje WAIT gaat niet branden, terwijl de aan/uit schakelaar op ON staat → Het apparaat stopt terwijl het bezig is een kopie te maken. Het indicatielampje WAIT dooft niet na ongeveer 11 minuten nadat het apparaat onder spanning is gezet Wordt er een storingscode weergegeven? → ↑ → l Als het apparaat nog steeds niet functioneert, waarschuw dan de technische dienst. ↑ → (2) Als u slechte kopieën krijgt De kopie is te donker → Stel de donkerheidsgraad op de juiste wijze in De kopie is te licht Reinig het apparaat overeenkomstig de op blz. 24 voor het onderhoud gegeven aanwijzingen. De kopie is vuil→ l Als de kwaliteit van de kopie nog steeds niet bevredigend is, bel dan de technische dienst. 25 Technische specificaties Type Bureaumodel Origineel Doorvoer van het origineel Beeldoverdracht OPC Kopieerprocédé Indirect elektrostatisch systeem Ontwikkeling Fuser Fuser Warme persrollen Toelaatbare drager voor originelen Papier Afmetingen origineel Breedte: 210 t/m 914 mm, lengte: 279 t/m 3000 mm Afmetingen kopie A0-A4 (staande afbeeldingen), 36"-11" (staande afbeeldingen) Maximale lengte: 3000 mm (alleen gewoon papier) Dikte van het origineel 0,05 - 0,2 mm Wachttijd 8 min. Benodigde tijd voor de eerste kopie 33 s/A0 Snelheid 60 mm/s Vergrotingsverhouding van de kopie 1:1 Papiertoevoersysteem Automatische rolinvoer/ handinvoer van losse vellen Elektriciteitsvoorziening 220-240 V; frequentie: 50 Hz Stroomverbruik 1 450 W Afmetingen Breedte: 1293 mm, diepte: 460 mm, hoogte: 580 mm Gewicht 125 kg Opmerking: Het is mogelijk dat tekeningen en teksten op bepaalde punten afwijken van het apparaat dat u in bezit hebt doordat er nieuwe verbeteringen of wijzigingen aan het apparaat zijn aangebracht. 26 Wetgeving inzake het kopiëren van documenten Het met een kopieerapparaat vermenigvuldigen van bepaalde documenten kan bij de wet verboden zijn. In bepaalde gevallen kan het in bezit hebben van kopieën reeds grond tot rechtsvervolging zijn. 1. Documenten waarop een wettelijk kopieerverbod rust. l Bankbiljetten en muntstukken, door de overheid uitgegeven waardepapieren, staatsleningen, regionale leningen, zelfs indien deze zijn voorzien van de vermelding “ specimen ”. l Buitenlandse bankbiljetten, munten en effecten. l Ongebruikte postzegels en briefkaarten, tenzij uitdrukkelijke toestemming is verleend voor het maken van imitaties. l Overheidszegels, belastingzegels, bijvoorbeeld in het kader van de wet op de belasting op alcoholhoudende dranken of de wet op de belasting op goederen. l Wetgeving met betrekking tot het maken van imitaties van geld en effecten. l Wetgeving met betrekking tot biljetten en munten, bankbiljetten, in het buitenland circulerende waardepapieren, evenals de wetgeving inzake vervalsing, wijziging en imitatie. l Wettelijke bepalingen met betrekking tot de imitatie van postzegels enz. l Wettelijke bepalingen met betrekking tot de imitatie van belastingzegels. l Wettelijke bepalingen met betrekking tot de imitatie van met bankbiljetten gelijk te stellen waardepapieren. 2. Documenten waarbij het maken van kopieën aan bepaalde voorzorgen dient te worden onderworpen l Van overheidswege wordt verzocht het kopiëren van waardepapieren (aandelenbewijzen, promesses, cheques e.d.), abonnementskaarten, vervoersbewijzen e.d., uitgegeven door particuliere maatschappijen, te beperken tot het strikte minimum benodigd voor persoonlijk gebruik. l Tevens wordt aangeraden geen kopieën te maken van door de overheid afgegeven paspoorten, bewijzen, vergunningen en identiteitsbewijzen afgegeven door de autoriteiten of particuliere ondernemingen. 3. Door auteursrecht beschermde documenten l Het is verboden literaire werken, zoals boeken, partituren, afbeeldingen, drukwerk, kaarten, tekeningen, films en foto’s, te kopiëren, behalve voor persoonlijk of huiselijk gebruik en in met een dergelijk gebruik overeenstemmende aantallen. 27
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

Utax C 08 Handleiding

Type
Handleiding