Victron energy 12-1200 230V de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Manual
EN
Handleiding
NL
Manuale
FR
Anleitung
DE
Manual
ES
Appendix
Phoenix Inverter Compact
12 | 1200 230V 24 | 1200 230V
12 | 1600 230V 24 | 1600 230V
14
8. TECHNICAL DATA
1) Can be adjusted to 60Hz and to 240V
2) Protection
a. Output short circuit
b. Overload
c. Battery voltage too high
d. Battery voltage too low
e. Temperature too high
f. 230VAC on inverter output
g. Input voltage ripple too high
3) Non linear load, crest factor 3:1
4) Programmable relay which can be set for general alarm, DC undervoltage or genset start signal function
Phoenix Inverter
12 Volt
24 Volt
C 12/1200
C 24/1200
C 12/1600
C 24/1600
INVERTER
Input voltage range (V DC) 9,5 – 17 V 19 – 33 V
Output
Output voltage: 230 VAC ± 2%
Frequency: 50 Hz ± 0,1% (1)
Cont. output power at 25 °C (VA) (3) 1200 1600
Cont. output power at 25 °C (W) 1000 1300
Cont. output power at 40 °C (W) 900 1200
Peak power (W) 2400 3000
Maximum efficiency (%) 92 / 94 92 / 94
Zero-load power (W) 8 / 10 8 / 10
Zero load power in search mode (W) 2 / 3 2 / 3
GENERAL
Programmable relay (4) yes
Protection (2) a - g
Common Characteristics
Operating temp. range: -20 to +50°C (fan assisted
cooling) Humidity (non condensing) : max 95%
ENCLOSURE
Common Characteristics
Material & Colour: aluminium (blue RAL 5012)
Protection category: IP 21
Battery-connection Battery cables of 1.5 meter
230 V AC-connection G-ST18i connector
Weight (kg) 10
Dimensions (hxwxd in mm) 375x214x110
STANDARDS
Safety EN 60335-1, EN 60335-2-29
Emission / Immunity EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3
1
EN NL FR DE ES Appendix
1.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de
veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest overeenkomstig internationale normen. De apparatuur
dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron. (batterij)
Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning
optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de
batterij uit voor het plegen van onderhoud.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Haal het paneel aan de voorkant er niet af en stel het product niet in
werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd
personeel te worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas -of stofexplosies kunnen optreden.
Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de batterij om u ervan te verzekeren dat
het product bestemd is voor gebruik in combinatie met de batterij. De
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de batterij dienen altijd te worden
opgevolgd.
WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp.
Installatie
Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur
inschakelt.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter
beveiliging). Aan de buitenkant van het product bevindt zich een aardingspunt. Als het
aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten werking worden
gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op
met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers.
Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander Typ. Raadpleeg de handleiding voor
het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat de beschikbare spanningsbron
overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de
handleiding.
2
Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het
product nooit in bedrijf in de regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd
voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatie-openingen
niet zijn geblokkeerd.
Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product.
Vervoer en opslag
Zorg ervoor dat de netspanning en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van
het product.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur
wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en
60°C liggen.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de batterij met betrekking tot vervoer, opslag,
opladen, herladen en verwijderen van de batterij.
3
EN NL FR DE ES Appendix
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
SinusMax – Superieure techniek
De Phoenix omvormers zijn ontwikkeld voor professioneel gebruik en geschikt voor zeer
uiteenlopende toepassingen. Dankzij hybride HF technologie gaan uitzonderlijke
specificaties en mogelijkheden gepaard met licht gewicht en geringe afmetingen.
Extra hoog startvermogen
Een belangrijke eigenschap van de SinusMax technologie is het hoge piekvermogen. De
Phoenix omvormers zijn daarom zeer geschikt voor apparaten die een hoog
startvermogen vragen zoals compressoren, elektromotoren en airconditioners.
Geschikt voor parallel en voor drie fase bedrijf
Twee tot zes omvormers of kunnen parallel geschakeld worden.
De omvormers kunnen bovendien in 3 fase configuratie geschakeld worden.
Overschakelen naar een andere voedingsbron: de volautomatische
omschakelautomaat
Indien automatische omschakeling gewenst is, adviseren wij om de MultiPlus of Quattro
serie toe te passen. De MultiPlus/Quattro heeft een geïntegreerde omschakel automaat
en de laadfunctie kan uitgeschakeld worden. De omschakeltijd van de MultiPlus/Quattro
is zo kort dat computers en andere gevoelige apparaten ongestoord blijven functioneren.
Programmeerbaar relais
De Phoenix omvormer is voorzien van een multifunctioneel relais, dat standaard is
geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen
geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat.
Programmeerbaar met dipswitches, met een VE.Net paneel, en met de PC
De Phoenix omvormer wordt klaar voor gebruik geleverd. Mocht U sommige instelling willen
wijzigen, dan zijn er drie mogelijkheden:
- De belangrijkste instellingen: uiterst eenvoudig, met dipswitches.
- Alle instellingen, met uitzondering van het programmeerbare relais, met een VE.Net paneel.
- Alle instellingen met een PC en gratis software.
4
3. BEDIENING
3.1 On/Off schakelaar
Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig.
De omvormer zal inschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden.
3.2 Afstandsbediening
Afstandsbediening is mogelijk met een simpele aan/uit schakelaar of met een Phoenix
Inverter Control paneel.
3.3 LED Indicaties
LED uit
LED knippert
LED brandt
Batterij bedrijf. De omvormer staat aan en
levert vermogen aan de belasting.
inverter
on
eco mode
off
alarm
eco
De omvormer is ingeschakeld en levert
vermogen aan de belasting.
Voor-alarm: overbelasting, of
accu spanning te laag, of
omvormer temperatuur hoog
inverter
on
eco mode
off
alarm
eco
5
EN NL FR DE ES Appendix
De omvormer is uitgeschakeld.
Alarm: overbelasting, of
accu spanning te laag, of
inverter
on
eco
mode
off
alarm
eco
Batterij bedrijf. De omvormer staat aan in
“eco mode” en levert vermogen aan de
belasting.
inverter
on
eco mode
off
alarm
eco
Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden
geïnstalleerd.
6
4. INSTALLATIE
4.1 Locatie
De omvormer dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht
mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 10cm te worden
vrijgehouden voor koeling.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
Kortere levensduur.
Lagere laadstroom.
Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De omvormer is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de achterzijde van de
behuizing gaten en een beugelbevestiging aangebracht, zie Appendix A.
Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal monteren
is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te
blijven.
Houd de afstand tussen het product en de accu zo kort mogelijk om het spanningsverlies over
de kabels tot een minimum te beperken.
In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch
vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving
geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld
chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe
omgeving.
7
EN NL FR DE ES Appendix
4.2 Aansluiten accukabels
Om de capaciteit van het product volledig te kunnen benutten, dient uitsluitend gebruik te
worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste
dikte. Zie tabel.
24/1200 24/1600 12/1200 12/1600
Aanbevolen
kabeldikte (mm
2
)
1,5
1
5 m 25 35 50 70
5 10 m 50 70 100 140
1) preassembled cable length: 1.5 m
24/1200 24/1600 12/1200 12/1600
Aanbevolen
accucapaciteit (Ah)
40 – 400 100 – 400 150 – 700 200 – 700
Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor als u werkt met lage capaciteit
accu’s. Raadpleeg uw leverancier of relevante secties uit ons boek “Electriciteit aan
boord”, te downloaden van onze website.
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een
geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken.
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
Suit de accukabel aan: de + (rood).
Sluit de accukable aan: de – (zwart), zie Appendix A.
Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken.
8
4.3 Aansluiten AC kabels
Procedure
Ga voor het aansluiten van de AC kabels als volgt te werk:
De AC uitgang kan op G-ST18i male-connector worden aangesloten. (eerst de connector los
trekken)
Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar
rechts: “N” (nulleider), aarde, en “L1” (fase)
4.4 Aansluitopties
4.4.1 Afstandsbediening
Het product is op twee manieren op afstand te bedienen.
- Met alleen een externe schakelaar. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on”
staat.
- Met een afstandsbedieningspaneel. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on”
staat.
Er mag slechts 1 afstandsbediening aangesloten worden: of een schakelaar, of een
paneel.
4.4.2 Programmeerbaar relais
De Phoenix omvormer is voorzien van een multifunctioneel relais, dat standaard is
geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen
geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem
ter beveiliging)
Deze nulleider van de AC uitgang van deze inverter is verbonden met de
behuizing, dit om verzekerd te zijn van de goede werking van een aardlek
schakelaar. De behuizing moet geaard worden met het aard punt aan de
buitenkant van het product.
9
EN NL FR DE ES Appendix
4.4.3 Parallel schakelen (zie appendix C)
De omvormer is parallel te schakelen met meerdere identieke apparaten. Hiertoe wordt
een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP
kabels. Het systeem (apparaten samen met eventueel een bedieningspaneel) dient
hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5).
Bij parallel schakelen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
- Maximaal zes units parallel.
- Schakel alleen identieke apparaten qua type en vermogen parallel.
- De DC aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede
hebben.
- Indien een plus en min DC distributiepunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting
tussen de accu’s en het DC distributiepunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste
doorsneden van de aansluitingen tussen het distributiepunt en de MultiPlus’s.
- Plaats de inverters dicht bij elkaar maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en
opzij van de units.
- De UTP kabels dienen steeds direct van de ene unit op een andere unit aangesloten te worden (en
op het remote paneel).
Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit/splitter boxen.
- Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem aangesloten worden.
4.4.4 Drie-fase configuratie (zie appendix D)
De inverters kunnen ook gebruikt worden in een 3-fase net. Hiertoe wordt een verbinding
tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP kabels (dezelfde als
voor parallel bedrijf). Het systeem (apparaten samen met eventueel een paneel) dient
hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.3.
10
5. INSTELLINGEN
5.1 Standaard instellingen: klaar voor gebruik
De Phoenix Omvormer wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn in het algemeen
geschikt voor toepassing van één apparaat.
Standaard fabrieksinstellingen
Omvormer frequentie 50 Hz
Omvormer spanning 230 VAC
Stand alone / parallel / 3-fase stand alone
Search mode off
Programmeerbaar relais alarm functie
5.2 Verklaring instellingen
Hieronder volgt een korte verklaring van de instellingen voor zover die niet vanzelfsprekend
zijn. Meer informatie is te vinden in de help files van de software configuratie programma’s
(zie paragraaf 5.3).
Omvormer frequentie
Uitgangsfrequentie wanneer er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50Hz; 60Hz
Omvormer spanning
Instelbaar: 210 – 245V
Stand alone / parallel operation
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
- Het totale omvormer vermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel).
- Een 3-fase systeem te maken.
Hiertoe moeten de apparaten onderling verbonden worden met RJ45 UTP bekabeling.
Daarnaast moeten de apparaten geconfigureerd worden.
Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektrotechnicus.
Lees voor het wijzigen goed de instructies.
Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan.
11
EN NL FR DE ES Appendix
Search mode
Met de search mode wordt het nullast stroomverbruik met ongeveer 70% verlaagd. De
search mode houdt in dat de Compact uit schakelt wanneer er geen belasting is of
wanneer deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de Compact even aan schakelen. Als
de belasting dan de ingestelde waarde overschrijdt blijft de Compact aan. Zo niet, dan
gaat de omvormer weer uit.
De ‘uit’ en ‘aan’ belastingniveaus kunnen ingesteld worden met VEConfigure.
De fabrieksinstelling is:
‘UIT’: 40 Watt.
‘AAN’: 100 Watt.
Instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie.
AES (Automatic Economy Switch)
In plaats van ‘search mode’ kan ook de AES gekozen worden.
Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt het stroomverbruik bij nullast en lage
belasting met ca. 20% verlaagt, door de sinusspanning wat te ‘versmallen’.
Niet instelbaar met DIP switches.
Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie.
Programmeerbaar relais
Het programmeerbare relais is standaard ingesteld als alarm relais, d.w.z. dat het relais
afvalt i.g.v. een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna te warm, rimpel op de ingang
bijna te hoog, accuspanning bijna te laag).
Niet instelbaar met DIP switches.
VEConfigure software
De VirtualSwitch is een software functie in de microprocessor. De inputs van deze functie zijn
parameters die met VEConfigure gekozen kunnen worden (bijv. bepaalde alarms, of spanning
niveaus). De output is een binaire status (0 of 1). De output kan gekoppeld worden aan het
multifunctionele relais.
12
5.3 Instellingen wijzigen met een computer
Alle instellingen kunnen met behulp van een computer of met een VE.Net paneel worden
gewijzigd (uitzondering VE.Net: het multifunctionele relais en de VirtualSwitch).
Veel gebruikte instellingen kunnen gewijzigd worden door middel van dipswitches, zie par.
5.5.
Voor het wijzigen van instellingen met de computer heeft u het volgende nodig:
- VEConfigureII software. U kunt de VEConfigureII software gratis downloaden van
www.victronenergy.com.
- Een UTP kabel en de MK2.2b RS-485 naar RS232 interface. Indien uw computer geen
RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel
nodig.
Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een software programma waarmee systemen met
maximaal 3 Multi’s (parallel of drie fase bedrijf) op eenvoudige wijze geconfigureerd kunnen
worden. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma.
U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com.
Voor aansluiting op uw computer heeft u een UTP kabel en de MK2.2b RS485 naar RS232
interface nodig.
Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232
naar USB interface kabel nodig.
Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
5.3.2 VE.Bus System Configurator en dongle
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 omvormers of
meer moet de software VE.Bus System Configurator gebruikt worden. U kunt de software
downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma.
U kunt het systeem zonder dongle configureren, en gedurende 15 minuten gebruiken
(demonstratie faciliteit). Voor permanent gebruik is een dongle noodzakelijk, deze is
verkrijgbaar tegen meerprijs.
Voor aansluiting op uw computer heeft u een UTP kabel en de MK2.2b RS-485 naar RS232
interface nodig.
Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232
naar USB interface kabel nodig.
Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
5.4 Instellen met een VE.Net paneel
Hiervoor heeft U een VE.Net paneel en de ‘VE.Net to VE.Bus converter’ nodig.
Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais
en de VirtualSwitch.
13
EN NL FR DE ES Appendix
5.5 Instellen met DIP switches
Een aantal instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches
Dit gaat als volgt:
a) Schakel de Compact aan, bij voorkeur zonder belasting.
b) Stel de dipswitches in zoals gewenst.
c) Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en
daarna weer ‘off’ te schakelen.
5.5.1 DIP switch 1 en 2
ds 1: (fabrieksinstelling ‘off’).
Moet op ‘off’ staan als er geen Control paneel is aangesloten, en op ‘on’ als er wel een
paneel is aangesloten.
ds 2: (fabrieksinstelling ‘on’).
Moet op ‘on’ staan als er geen Control paneel is aangesloten, en op ‘off’ als er wel een
paneel is aangesloten.
ds5: omvormer frequentie off = 50Hz on = 60Hz
ds 6: Search mode off = uit on = aan
Voorbeelden:
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (Muv DS-2 staan de DIP switches van een nieuw product
staan allemaal in de ‘off’ stand omdat de fabrieksinstelling per computer is ingevoerd).
DS-1 Paneel off
DS-2 Paneel on
DS-3 Ongebruikt
DS-4 Ongebruikt
DS-5 Frequentie off
DS-6 Search mode: off
DS-7 Ongebruikt
DS-8 Opslaan
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5 off
DS-6 on
DS-7
DS-8
DS-1 on
DS-2 off
DS-3
DS-4
DS-5 on
DS-6 on
DS-7
DS-8
Example 1: (factory setting)
1 Geen paneel
2 Geen paneel
5 Frequentie: 50Hz
6 Search Mode off
8 opslaan: off on off
Example 2
1 Geen paneel
2 Geen paneel
5 Frequentie: 50Hz
6 Search Mode on
8 opslaan: off on off
Example 3
1
Paneel aangesloten
2
Paneel aangesloten
5 Frequentie: 60Hz
6 Search Mode on
8 opslaan: off on off
Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer
‘off’ te schakelen.
Bij acceptatie van de settings zullen de ‘Inverter’ en ‘Eco mode’en ‘Alarm’ LED’s vier keer
knipperen.
14
6. ONDERHOUD
De Phoenix Omvormer vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen
eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de Phoenix Omvormer Compact vochtig wordt
en houd het apparaat schoon.
7. FOUTZOEKSCHEMA
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden
opgespoord.
Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur.
Probleem Oorzaak Oplossing
De omvormer
werkt niet
wanneer deze
wordt
ingeschakeld
De accuspanning is te hoog of
te laag.
Zorg dat de accuspanning
binnen de juiste waarde is.
De omvormer
werkt niet
Processor staat in uit-mode Ontkoppel de netspanning.
Schakel de omvormer uit.
Wacht 4 seconden.
Schakel de omvormer weer
aan.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 1: de
accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer
de accu aansluitingen.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 2: de belasting
op de omvormer is hoger dan
de nominale belasting.
Ontkoppel een deel van de
belasting.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 3: lage
accuspanning en te hoge
belasting.
Laad de accu’s op, ontkoppel
een deel van de belasting of
plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Monteer kortere en/
of dikkere accukabels.
Controleer de dynamo.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 3:
rimpelspanning op de DC-
aansluiting overschrijdt
1,25Vrms.
Controleer de accukabels en
accuaansluitingen. Wees er
zeker van dat de
accucapaciteit voldoende is,
verhoog deze eventueel.
De LED “lalarm”
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld
als gevolg van voortduring van
een van bovenstaande voor-
alarm omstandigheden.
Zie de bovenstaande
oplossingen
15
EN NL FR DE ES Appendix
8. TECHNISCHE SPECIFICATIES
1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V
2) Beveiligingen
a. Kortsluiting
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. Wisselspanning op de uitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
3) Niet lineaire belasting, crest faktor 3:1
4) Relais instelbaar als algemeen alarm relais, onderspanning alarm of start relais voor een aggregaat
Phoenix Inverter
12 Volt
24 Volt
C 12/1200
C 24/1200
C 12/1600
C 24/1600
INVERTER
Ingangsspanningsbereik (V DC) 9,5 – 17 V 19 – 33 V
Uitgang (1)
Output voltage: 230 VAC ± 2%
Frequency: 50 Hz ± 0,1% (1)
Continu vermogen bij 25°C (VA) (3) 1200 1600
Continu vermogen bij 25°C (W) 1000 1300
Continu vermogen bij 40°C (W) 900 1200
Piek vermogen (W) 2400 3000
Maximaal rendement (%) 92 / 94 92 / 94
Nullast (W) 8 / 10 8 / 10
Nullast in Search Mode (W)
2 / 3 2 / 3
GENERAL
Programmeerbaar relais (4) yes
Beveiligingen (2) a - g
Algemeen
Operating temp. range: -20 to +50°C (fan assisted
cooling) Humidity (non condensing) : max 95%
BEHUIZING
Algemeen
Material & Colour: aluminium (blue RAL 5012)
Protection category: IP 21
Accu-aansluiting Battery cables of 1.5 meter
230 V AC-aansluiting G-ST18i connector
Gewicht (kg) 10
Afmetingen (hxbxd in mm) 375x214x110
NORMEN
Veiligheid EN 60335-1, EN 60335-2-29
Emissie / Immuniteit EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3
5
EN NL FR DE ES Appendix
Der Wechselrichter ist ausgeschaltet.
Alarm: Überlast, oder
Niedrige Batteriespannung, oder
Hohe Wechselrichter-Temperatur, oder
Gleichstrom-Brummspannung am Batterie-
Ausgang zu hoch.
inverter
on
eco
mode
off
alarm
eco
Der Wechselrichter arbeitet im ”eco mode”
und liefert Strom an di Verbraucher.
inverter
on
eco mode
off
alarm
eco
15
EN NL FR DE ES Appendix
8. TECHNISCHE DATEN
1) Kann auf 60Hz und auf 240V angepasst werden
2) Schutz
a. Kurzschluss Ausgang
b. Überlast
c. Batteriespannung zu hoch
d. Batteriespannung zu niedrig
e. Temperatur zu hoch
f. 230VAC am Wechselrichter Ausgang
g. Eingangs-Brummspannung zu hoch
3) Nicht lineare Belastung, Spitzenfaktor 3:1
5) Programmierbares Relais kann als Allgemeines Alarmrelais, Gleichstrom-Unterspannungs- oder
Generator Start-Signal geschaltet werden
Phoenix Wechselrichter
12 Volt
24 Volt
C 12/1200
C 24/1200
C 12/1600
C 24/1600
WECHSELRICHTER
Eingangsspannungsbereich (V DC) 9,5 – 17 V 19 – 33 V
Ausgangs-Spannung
Ausgangs-Spannung: 230 VAC ± 2 %
Frequenz: 50 Hz ± 0,1 % (1)
Ausgangs-Dauerleistung bei 25 °C (VA) (3) 1200 1600
Ausgangs-Dauerleistung bei 25 °C (W) 1000 1300
Ausgangs-Dauerleistung bei 40 °C (W) 900 1200
Spitzenleistung (W) 2400 3000
Maximaler Wirkungsgrad (%) 92 / 94 92 / 94
Leistungsaufnahme bei Nullast (W) 8 / 10 8 / 10
Nullast-Leistungsaufnahme, Suchmodus (W) 2 / 3 2 / 3
Allgemeine Daten
Programmierbares Relais (4) ja
Schutz (2) a - g
Gemeinsame Merkmale
Betriebstemperaturbereich: -20 bis +50°C
(Lüfterkühlung)
Feuchte (nicht kondensierend) : max 95 %
GEHÄUSE
Gemeinsame Merkmale
Material & Farbe Aluminium (blau RAL 5012)
Schutzklasse: IP 21
Batterieanschluss Batteriekabel 1,5m
230 V Wechselstromanschluss G-ST18i Stecker
Gewicht (kg) 10
Abmessungen (hxwxd in mm) 375x214x110
NORMEN
Sicherheit EN 60335-1, EN 60335-2-29
Emission / Immunity EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3
5
EN NL FR DE ES Appendix
El inversor está apagado.
Alarma: Sobrecarga o
Tension de la batería baja o
Temperatura del inversor alta, o
Tensión de ondulación CC en el terminal
de la bateria demasiado alta.
inversor
on
modo eco
off
alarma
eco
El inversor está en “modo eco” y
suministra energía a la carga:
inversor
on
modo eco
off
alarma
eco
15
EN NL FR DE ES Appendix
8. INFORMACIÓN TÉCNICA
1) Puede ajustarse a 60 Hz, y a 240 V.
2) Protección
a. Cortocircuito de salida
b. Sobrecarga
c. Tensión de la batería demasiado alta
d. Tensión de la batería demasiado baja
h. Temperatura demasiado alta
f. 230VAC de salida del inversor
g. Ondulación de la tensión de entrada demasiado alta
3) Carga no lineal, factor de cresta 3:1
4) Relé programable que puede configurarse como alarma general, subvoltaje CC o señal de arranque
para el generador
Inversor Phoenix
12 Voltios
24 Voltios
C 12/1200
C 24/1200
C 12/1600
C 24/1600
INVERSOR
Rango de tensión de entrada (V CC) 9,5 – 17 V 19 – 33 V
Salida
Tensión de salida: 230 VAC ± 2%
Frecuencia: 50 Hz ± 0,1% (1)
Potencia cont. de salida a 25 °C (VA)
(3)
1200 1600
Potencia cont. de salida a 25 °C (W)
1000 1300
Potencia cont. de salida a 40 °C (W)
900 1200
Pico de potencia (W)
2400 3000
Eficacia máxima (%)
92 / 94 92 / 94
Consumo en vacío (W)
8 / 10 8 / 10
Consumo en vacío en modo de búsqueda (W)
2 / 3 2 / 3
GENERAL
Relé programable (4)
Protección
(2)
a - g
Características comunes
Temperatura de funcionamiento: -20 a + 50°C
(refrigerado por aire)
Humedad (sin condensación) : máx. 95%
CARCASA
Características comunes
Material y color: aluminio (azul RAL 5012)
Tipo de protección: IP 21
Conexiones de la batería
Cables de batería de 1,5 metros
Conexión 230 V CA
Conector G-ST18i
Peso (kg)
10
Dimensiones (al x an x p en mm.)
375x214x110
NORMATIVAS
Seguridad
EN 60335-1, EN 60335-2-29
Emisiones / Normativas
EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3
Appendix A: overview connections
NL F D ES
A
Dipswitch schakelaar Commutateur Dipswitch Dipswitch Schalter Conmutador Dipswitch
B
Uitgangs Nul met kast
Aarde verbinding
C
Communicatiepoort Port de communication Kommunikationsanschlu
ss
Puerto de
comunicaciones
E
Alarm contact Contact d’alarme Alarmkontakt Contacto de alarma
F
Accu Minus Négatif batterie Batterie Minus Negativo de la bateria
H
Afstandsbediening Commande à distance Fernbedienung Control remoto
J
Net / omvormer UIT Sortie secteur / conv. Netz / Wechselrichter
AUS
Salida red/conversor
K
Accu Plus Positif batterie Batterie Plus Positivo de la batería
This ground wire “G“ connects the output neutral to ground. It must be cut/removed if a
floating output is required
NL F D ES
E
Uitgang Sortie Verbracherausgang Salida
F
Aardverbinding naar
behuizing
Liaison à la terre du
boitier
Verbindung
Landstromerde /
gehäuse
Conexión a tierra de la
carcasa
G
Uitgangs Nul met Aarde
verbindingsdraadje
I
DC zekering Fusible DC ANL-Gleichstrom-
sicherung
Fusible CC
J
omvormer Convertisseur Wandler verbindung Conversor
L
Behuizing moet
permanent met de aarde
zijn verbonden
Mise à la terre
permanente du boîtier
Schutzerdungs-
anschluss am Gehäuse,
muss mit dem Chassis
eines Fahrzeugs oder
dem Erdungspunkt
eines Bootes verbunden
sein.
Puesta a tierra
permanente de la
carcasa
G
Victron Energy Blue Power
Distributor:
Serial number:
Version : 03
Date : 11 June 2009
Victron Energy B.V.
De Paal 35 | 1351 JG Almere
PO Box 50016 | 1305 AA Almere | The Netherlands
General phone : +31 (0)36 535 97 00
Customer support desk : +31 (0)36 535 97 03
Fax : +31 (0)36 535 97 40
www.victronenergy.com

Documenttranscriptie

Manual EN Handleiding NL Manuale FR Anleitung DE Manual ES Appendix Phoenix Inverter Compact 12 | 1200 230V 24 | 1200 230V 12 | 1600 230V 24 | 1600 230V 8. TECHNICAL DATA Phoenix Inverter 12 Volt 24 Volt C 12/1600 C 24/1600 C 12/1200 C 24/1200 INVERTER Input voltage range (V DC) Output 9,5 – 17 V 19 – 33 V Output voltage: 230 VAC ± 2% Frequency: 50 Hz ± 0,1% (1) Cont. output power at 25 °C (VA) (3) 1200 1600 Cont. output power at 25 °C (W) 1000 1300 Cont. output power at 40 °C (W) 900 1200 Peak power (W) 2400 3000 Maximum efficiency (%) 92 / 94 92 / 94 Zero-load power (W) 8 / 10 8 / 10 Zero load power in search mode (W) 2/3 2/3 GENERAL Programmable relay (4) yes Protection (2) a-g Common Characteristics Operating temp. range: -20 to +50°C (fan assisted cooling) Humidity (non condensing) : max 95% ENCLOSURE Common Characteristics Battery-connection 230 V AC-connection Weight (kg) Dimensions (hxwxd in mm) Material & Colour: aluminium (blue RAL 5012) Protection category: IP 21 Battery cables of 1.5 meter G-ST18i connector 10 375x214x110 STANDARDS Safety Emission / Immunity EN 60335-1, EN 60335-2-29 EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3 1) Can be adjusted to 60Hz and to 240V 2) Protection a. Output short circuit b. Overload c. Battery voltage too high d. Battery voltage too low e. Temperature too high f. 230VAC on inverter output g. Input voltage ripple too high 3) Non linear load, crest factor 3:1 4) Programmable relay which can be set for general alarm, DC undervoltage or genset start signal function 14 EN 1.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Algemeen NL Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest overeenkomstig internationale normen. De apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt. FR DE WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN. Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron. (batterij) Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de batterij uit voor het plegen van onderhoud. ES Appendix Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Haal het paneel aan de voorkant er niet af en stel het product niet in werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd. Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas -of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de batterij om u ervan te verzekeren dat het product bestemd is voor gebruik in combinatie met de batterij. De veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de batterij dienen altijd te worden opgevolgd. WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp. Installatie Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur inschakelt. Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging). Aan de buitenkant van het product bevindt zich een aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander Typ. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel. Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de handleiding. 1 Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het product nooit in bedrijf in de regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatie-openingen niet zijn geblokkeerd. Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product. Vervoer en opslag Zorg ervoor dat de netspanning en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product. Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking. Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en 60°C liggen. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de batterij met betrekking tot vervoer, opslag, opladen, herladen en verwijderen van de batterij. 2 EN 2. BESCHRIJVING 2.1 Algemeen NL SinusMax – Superieure techniek De Phoenix omvormers zijn ontwikkeld voor professioneel gebruik en geschikt voor zeer uiteenlopende toepassingen. Dankzij hybride HF technologie gaan uitzonderlijke specificaties en mogelijkheden gepaard met licht gewicht en geringe afmetingen. FR DE Extra hoog startvermogen Een belangrijke eigenschap van de SinusMax technologie is het hoge piekvermogen. De Phoenix omvormers zijn daarom zeer geschikt voor apparaten die een hoog startvermogen vragen zoals compressoren, elektromotoren en airconditioners. ES Geschikt voor parallel en voor drie fase bedrijf Twee tot zes omvormers of kunnen parallel geschakeld worden. De omvormers kunnen bovendien in 3 fase configuratie geschakeld worden. Appendix Overschakelen naar een andere voedingsbron: de volautomatische omschakelautomaat Indien automatische omschakeling gewenst is, adviseren wij om de MultiPlus of Quattro serie toe te passen. De MultiPlus/Quattro heeft een geïntegreerde omschakel automaat en de laadfunctie kan uitgeschakeld worden. De omschakeltijd van de MultiPlus/Quattro is zo kort dat computers en andere gevoelige apparaten ongestoord blijven functioneren. Programmeerbaar relais De Phoenix omvormer is voorzien van een multifunctioneel relais, dat standaard is geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat. Programmeerbaar met dipswitches, met een VE.Net paneel, en met de PC De Phoenix omvormer wordt klaar voor gebruik geleverd. Mocht U sommige instelling willen wijzigen, dan zijn er drie mogelijkheden: - De belangrijkste instellingen: uiterst eenvoudig, met dipswitches. - Alle instellingen, met uitzondering van het programmeerbare relais, met een VE.Net paneel. - Alle instellingen met een PC en gratis software. 3 3. BEDIENING 3.1 On/Off schakelaar Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig. De omvormer zal inschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden. 3.2 Afstandsbediening Afstandsbediening is mogelijk met een simpele aan/uit schakelaar of met een Phoenix Inverter Control paneel. 3.3 LED Indicaties LED uit LED knippert LED brandt inverter eco mode alarm inverter eco mode on off eco on off alarm eco 4 Batterij bedrijf. De omvormer staat aan en levert vermogen aan de belasting. De omvormer is ingeschakeld en levert vermogen aan de belasting. Voor-alarm: overbelasting, of accu spanning te laag, of omvormer temperatuur hoog eco mode off De omvormer is uitgeschakeld. Alarm: overbelasting, of accu spanning te laag, of NL alarm on EN inverter eco FR inverter alarm on off Batterij bedrijf. De omvormer staat aan in “eco mode” en levert vermogen aan de belasting. DE eco mode eco ES Appendix Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden geïnstalleerd. 5 4. INSTALLATIE 4.1 Locatie De omvormer dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 10cm te worden vrijgehouden voor koeling. Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties: Kortere levensduur. Lagere laadstroom. Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer. Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s. De omvormer is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de achterzijde van de behuizing gaten en een beugelbevestiging aangebracht, zie Appendix A. Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal monteren is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal. De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te blijven. Houd de afstand tussen het product en de accu zo kort mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken. In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving. 6 4.2 Aansluiten accukabels EN 24/1600 12/1200 12/1600 25 50 35 70 50 100 70 140 24/1200 24/1600 12/1200 12/1600 40 – 400 100 – 400 150 – 700 200 – 700 FR DE Aanbevolen kabeldikte (mm2) 1,5 1  5 m 5  10 m 24/1200 NL Om de capaciteit van het product volledig te kunnen benutten, dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste dikte. Zie tabel. Appendix Aanbevolen accucapaciteit (Ah) ES 1) preassembled cable length: 1.5 m Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor als u werkt met lage capaciteit accu’s. Raadpleeg uw leverancier of relevante secties uit ons boek “Electriciteit aan boord”, te downloaden van onze website. Procedure Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk: Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken. Voorkom kortsluiting van de accukabels. Suit de accukabel aan: de + (rood). Sluit de accukable aan: de – (zwart), zie Appendix A. Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken. 7 4.3 Aansluiten AC kabels Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging) Deze nulleider van de AC uitgang van deze inverter is verbonden met de behuizing, dit om verzekerd te zijn van de goede werking van een aardlek schakelaar. De behuizing moet geaard worden met het aard punt aan de buitenkant van het product. Procedure Ga voor het aansluiten van de AC kabels als volgt te werk: De AC uitgang kan op G-ST18i male-connector worden aangesloten. (eerst de connector los trekken) Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar rechts: “N” (nulleider), aarde, en “L1” (fase) 4.4 Aansluitopties 4.4.1 Afstandsbediening Het product is op twee manieren op afstand te bedienen. - Met alleen een externe schakelaar. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on” staat. - Met een afstandsbedieningspaneel. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on” staat. Er mag slechts 1 afstandsbediening aangesloten worden: of een schakelaar, of een paneel. 4.4.2 Programmeerbaar relais De Phoenix omvormer is voorzien van een multifunctioneel relais, dat standaard is geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat. 8 EN 4.4.3 Parallel schakelen (zie appendix C) De omvormer is parallel te schakelen met meerdere identieke apparaten. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP kabels. Het systeem (apparaten samen met eventueel een bedieningspaneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5). Bij parallel schakelen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden: NL FR - Maximaal zes units parallel. - Schakel alleen identieke apparaten qua type en vermogen parallel. - De DC aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben. - Indien een plus en min DC distributiepunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC distributiepunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het distributiepunt en de MultiPlus’s. - Plaats de inverters dicht bij elkaar maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en opzij van de units. - De UTP kabels dienen steeds direct van de ene unit op een andere unit aangesloten te worden (en op het remote paneel). Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit/splitter boxen. - Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem aangesloten worden. DE ES Appendix 4.4.4 Drie-fase configuratie (zie appendix D) De inverters kunnen ook gebruikt worden in een 3-fase net. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP kabels (dezelfde als voor parallel bedrijf). Het systeem (apparaten samen met eventueel een paneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5). Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.3. 9 5. INSTELLINGEN Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektrotechnicus. Lees voor het wijzigen goed de instructies. Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan. 5.1 Standaard instellingen: klaar voor gebruik De Phoenix Omvormer wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van één apparaat. Standaard fabrieksinstellingen Omvormer frequentie Omvormer spanning Stand alone / parallel / 3-fase Search mode Programmeerbaar relais 50 Hz 230 VAC stand alone off alarm functie 5.2 Verklaring instellingen Hieronder volgt een korte verklaring van de instellingen voor zover die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie is te vinden in de help files van de software configuratie programma’s (zie paragraaf 5.3). Omvormer frequentie Uitgangsfrequentie wanneer er geen AC op de ingang aanwezig is. Instelbaar: 50Hz; 60Hz Omvormer spanning Instelbaar: 210 – 245V Stand alone / parallel operation Met meerdere apparaten is het mogelijk om: - Het totale omvormer vermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel). - Een 3-fase systeem te maken. Hiertoe moeten de apparaten onderling verbonden worden met RJ45 UTP bekabeling. Daarnaast moeten de apparaten geconfigureerd worden. 10 EN Search mode Met de search mode wordt het nullast stroomverbruik met ongeveer 70% verlaagd. De search mode houdt in dat de Compact uit schakelt wanneer er geen belasting is of wanneer deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de Compact even aan schakelen. Als de belasting dan de ingestelde waarde overschrijdt blijft de Compact aan. Zo niet, dan gaat de omvormer weer uit. De ‘uit’ en ‘aan’ belastingniveaus kunnen ingesteld worden met VEConfigure. De fabrieksinstelling is: ‘UIT’: 40 Watt. ‘AAN’: 100 Watt. Instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie. NL FR DE ES AES (Automatic Economy Switch) In plaats van ‘search mode’ kan ook de AES gekozen worden. Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting met ca. 20% verlaagt, door de sinusspanning wat te ‘versmallen’. Niet instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie. Appendix Programmeerbaar relais Het programmeerbare relais is standaard ingesteld als alarm relais, d.w.z. dat het relais afvalt i.g.v. een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna te warm, rimpel op de ingang bijna te hoog, accuspanning bijna te laag). Niet instelbaar met DIP switches. VEConfigure software De VirtualSwitch is een software functie in de microprocessor. De inputs van deze functie zijn parameters die met VEConfigure gekozen kunnen worden (bijv. bepaalde alarms, of spanning niveaus). De output is een binaire status (0 of 1). De output kan gekoppeld worden aan het multifunctionele relais. 11 5.3 Instellingen wijzigen met een computer Alle instellingen kunnen met behulp van een computer of met een VE.Net paneel worden gewijzigd (uitzondering VE.Net: het multifunctionele relais en de VirtualSwitch). Veel gebruikte instellingen kunnen gewijzigd worden door middel van dipswitches, zie par. 5.5. Voor het wijzigen van instellingen met de computer heeft u het volgende nodig: - VEConfigureII software. U kunt de VEConfigureII software gratis downloaden van www.victronenergy.com. - Een UTP kabel en de MK2.2b RS-485 naar RS232 interface. Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy. 5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup VE.Bus Quick Configure Setup is een software programma waarmee systemen met maximaal 3 Multi’s (parallel of drie fase bedrijf) op eenvoudige wijze geconfigureerd kunnen worden. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma. U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com. Voor aansluiting op uw computer heeft u een UTP kabel en de MK2.2b RS485 naar RS232 interface nodig. Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy. 5.3.2 VE.Bus System Configurator en dongle Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 omvormers of meer moet de software VE.Bus System Configurator gebruikt worden. U kunt de software downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma. U kunt het systeem zonder dongle configureren, en gedurende 15 minuten gebruiken (demonstratie faciliteit). Voor permanent gebruik is een dongle noodzakelijk, deze is verkrijgbaar tegen meerprijs. Voor aansluiting op uw computer heeft u een UTP kabel en de MK2.2b RS-485 naar RS232 interface nodig. Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy. 5.4 Instellen met een VE.Net paneel Hiervoor heeft U een VE.Net paneel en de ‘VE.Net to VE.Bus converter’ nodig. Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais en de VirtualSwitch. 12 5.5 Instellen met DIP switches EN Een aantal instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches NL Dit gaat als volgt: FR a) Schakel de Compact aan, bij voorkeur zonder belasting. b) Stel de dipswitches in zoals gewenst. c) Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer ‘off’ te schakelen. DE 5.5.1 DIP switch 1 en 2 ds 1: (fabrieksinstelling ‘off’). Moet op ‘off’ staan als er geen Control paneel is aangesloten, en op ‘on’ als er wel een paneel is aangesloten. ES ds5: omvormer frequentie off = 50Hz on = 60Hz ds 6: Search mode off = uit on = aan Appendix ds 2: (fabrieksinstelling ‘on’). Moet op ‘on’ staan als er geen Control paneel is aangesloten, en op ‘off’ als er wel een paneel is aangesloten. Voorbeelden: Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (Muv DS-2 staan de DIP switches van een nieuw product staan allemaal in de ‘off’ stand omdat de fabrieksinstelling per computer is ingevoerd). DS-1 Paneel DS-2 Paneel DS-3 Ongebruikt DS-4 Ongebruikt DS-5 Frequentie DS-6 Search mode: DS-7 Ongebruikt DS-8 Opslaan off on off off → ← Example 1: (factory setting) 1 Geen paneel 2 Geen paneel 5 Frequentie: 50Hz 6 Search Mode off 8 opslaan: off→ on→ off DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 off on off on → ← Example 2 1 Geen paneel 2 Geen paneel 5 Frequentie: 50Hz 6 Search Mode on 8 opslaan: off→ on→ off DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 on off on on → ← Example 3 1 Paneel aangesloten 2 Paneel aangesloten 5 Frequentie: 60Hz 6 Search Mode on 8 opslaan: off→ on→ off Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer ‘off’ te schakelen. Bij acceptatie van de settings zullen de ‘Inverter’ en ‘Eco mode’en ‘Alarm’ LED’s vier keer knipperen. 13 6. ONDERHOUD De Phoenix Omvormer vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de Phoenix Omvormer Compact vochtig wordt en houd het apparaat schoon. 7. FOUTZOEKSCHEMA Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden opgespoord. Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur. Probleem De omvormer werkt niet wanneer deze wordt ingeschakeld De omvormer werkt niet Oorzaak De accuspanning is te hoog of te laag. Oplossing Zorg dat de accuspanning binnen de juiste waarde is. Processor staat in uit-mode De LED “alarm” knippert. De LED “alarm” knippert. Voor-alarm, alt. 1: de accuspanning is laag. Voor-alarm, alt. 2: de belasting op de omvormer is hoger dan de nominale belasting. Voor-alarm, alt. 3: lage accuspanning en te hoge belasting. Ontkoppel de netspanning. Schakel de omvormer uit. Wacht 4 seconden. Schakel de omvormer weer aan. Laad de accu op of controleer de accu aansluitingen. Ontkoppel een deel van de belasting. De LED “alarm” knippert. De LED “alarm” knippert. Voor-alarm, alt. 3: rimpelspanning op de DCaansluiting overschrijdt 1,25Vrms. De LED “lalarm” brandt. De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van voortduring van een van bovenstaande vooralarm omstandigheden. 14 Laad de accu’s op, ontkoppel een deel van de belasting of plaats accu’s met een hogere capaciteit. Monteer kortere en/ of dikkere accukabels. Controleer de dynamo. Controleer de accukabels en accuaansluitingen. Wees er zeker van dat de accucapaciteit voldoende is, verhoog deze eventueel. Zie de bovenstaande oplossingen 12 Volt 24 Volt C 12/1600 C 24/1600 C 12/1200 C 24/1200 NL Phoenix Inverter EN 8. TECHNISCHE SPECIFICATIES INVERTER Ingangsspanningsbereik (V DC) 19 – 33 V 1600 1000 1300 Continu vermogen bij 40°C (W) 900 1200 Piek vermogen (W) 2400 3000 Maximaal rendement (%) 92 / 94 92 / 94 Nullast (W) Nullast in Search Mode (W) 8 / 10 8 / 10 2/3 2/3 ES 1200 DE Continu vermogen bij 25°C (VA) (3) Continu vermogen bij 25°C (W) FR Uitgang (1) 9,5 – 17 V Output voltage: 230 VAC ± 2% Frequency: 50 Hz ± 0,1% (1) Programmeerbaar relais (4) yes Beveiligingen (2) a-g Algemeen Appendix GENERAL Operating temp. range: -20 to +50°C (fan assisted cooling) Humidity (non condensing) : max 95% BEHUIZING Algemeen Accu-aansluiting 230 V AC-aansluiting Gewicht (kg) Afmetingen (hxbxd in mm) Material & Colour: aluminium (blue RAL 5012) Protection category: IP 21 Battery cables of 1.5 meter G-ST18i connector 10 375x214x110 NORMEN Veiligheid Emissie / Immuniteit EN 60335-1, EN 60335-2-29 EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3 1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V 2) Beveiligingen a. Kortsluiting b. Overbelasting c. Accuspanning te hoog d. Accuspanning te laag e. Temperatuur te hoog f. Wisselspanning op de uitgang g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel 3) Niet lineaire belasting, crest faktor 3:1 4) Relais instelbaar als algemeen alarm relais, onderspanning alarm of start relais voor een aggregaat 15 EN inverter on alarm FR off NL eco mode Der Wechselrichter ist ausgeschaltet. Alarm: Überlast, oder Niedrige Batteriespannung, oder Hohe Wechselrichter-Temperatur, oder Gleichstrom-Brummspannung am BatterieAusgang zu hoch. DE eco ES inverter off Appendix eco mode on Der Wechselrichter arbeitet im ”eco mode” und liefert Strom an di Verbraucher. alarm eco 5 Phoenix Wechselrichter 12 Volt 24 Volt EN 8. TECHNISCHE DATEN C 12/1600 C 24/1600 C 12/1200 C 24/1200 NL WECHSELRICHTER Eingangsspannungsbereich (V DC) 19 – 33 V 1200 Ausgangs-Dauerleistung bei 25 °C (W) 1000 1300 Ausgangs-Dauerleistung bei 40 °C (W) 900 1200 Spitzenleistung (W) 1600 3000 92 / 94 92 / 94 Leistungsaufnahme bei Nullast (W) 8 / 10 8 / 10 Nullast-Leistungsaufnahme, Suchmodus (W) 2/3 2/3 ES 2400 Maximaler Wirkungsgrad (%) DE Ausgangs-Dauerleistung bei 25 °C (VA) (3) FR Ausgangs-Spannung 9,5 – 17 V Ausgangs-Spannung: 230 VAC ± 2 % Frequenz: 50 Hz ± 0,1 % (1) Appendix Allgemeine Daten Programmierbares Relais (4) Schutz (2) Gemeinsame Merkmale ja a-g Betriebstemperaturbereich: -20 bis +50°C (Lüfterkühlung) Feuchte (nicht kondensierend) : max 95 % GEHÄUSE Gemeinsame Merkmale Batterieanschluss 230 V Wechselstromanschluss Gewicht (kg) Abmessungen (hxwxd in mm) Material & Farbe Aluminium (blau RAL 5012) Schutzklasse: IP 21 Batteriekabel 1,5m G-ST18i Stecker 10 375x214x110 NORMEN Sicherheit Emission / Immunity EN 60335-1, EN 60335-2-29 EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3 1) Kann auf 60Hz und auf 240V angepasst werden 2) Schutz a. Kurzschluss Ausgang b. Überlast c. Batteriespannung zu hoch d. Batteriespannung zu niedrig e. Temperatur zu hoch f. 230VAC am Wechselrichter Ausgang g. Eingangs-Brummspannung zu hoch 3) Nicht lineare Belastung, Spitzenfaktor 3:1 5) Programmierbares Relais kann als Allgemeines Alarmrelais, Gleichstrom-Unterspannungs- oder Generator Start-Signal geschaltet werden 15 on off alarma DE inversor FR eco El inversor está apagado. Alarma: Sobrecarga o Tension de la batería baja o Temperatura del inversor alta, o Tensión de ondulación CC en el terminal de la bateria demasiado alta. NL modo eco EN inversor on modo eco alarma El inversor está en “modo eco” y suministra energía a la carga: ES off eco Appendix 5 Inversor Phoenix 12 Voltios 24 Voltios EN 8. INFORMACIÓN TÉCNICA C 12/1600 C 24/1600 C 12/1200 C 24/1200 Rango de tensión de entrada (V CC) 19 – 33 V Tensión de salida: 230 VAC ± 2% Frecuencia: 50 Hz ± 0,1% (1) 1600 1000 1300 Potencia cont. de salida a 40 °C (W) 900 1200 Pico de potencia (W) 2400 3000 Eficacia máxima (%) 92 / 94 92 / 94 Consumo en vacío (W) 8 / 10 8 / 10 Consumo en vacío en modo de búsqueda (W) 2/3 2/3 ES 1200 Potencia cont. de salida a 25 °C (W) DE Potencia cont. de salida a 25 °C (VA) (3) FR Salida 9,5 – 17 V NL INVERSOR GENERAL Protección (2) Características comunes sí Appendix Relé programable (4) a-g Temperatura de funcionamiento: -20 a + 50°C (refrigerado por aire) Humedad (sin condensación) : máx. 95% CARCASA Características comunes Material y color: aluminio (azul RAL 5012) Tipo de protección: IP 21 Conexiones de la batería Cables de batería de 1,5 metros Conexión 230 V CA Peso (kg) Dimensiones (al x an x p en mm.) Conector G-ST18i 10 375x214x110 NORMATIVAS Seguridad Emisiones / Normativas EN 60335-1, EN 60335-2-29 EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3 1) Puede ajustarse a 60 Hz, y a 240 V. 2) Protección a. Cortocircuito de salida b. Sobrecarga c. Tensión de la batería demasiado alta d. Tensión de la batería demasiado baja h. Temperatura demasiado alta f. 230VAC de salida del inversor g. Ondulación de la tensión de entrada demasiado alta 3) Carga no lineal, factor de cresta 3:1 4) Relé programable que puede configurarse como alarma general, subvoltaje CC o señal de arranque para el generador 15 Appendix A: overview connections NL F D ES Dipswitch schakelaar Commutateur Dipswitch Dipswitch Schalter Conmutador Dipswitch Uitgangs Nul met kast Aarde verbinding Communicatiepoort Port de communication E F H J Alarm contact Contact d’alarme Kommunikationsanschlu ss Alarmkontakt Puerto de comunicaciones Contacto de alarma Negativo de la bateria K A B C Accu Minus Négatif batterie Batterie Minus Afstandsbediening Commande à distance Fernbedienung Control remoto Net / omvormer UIT Sortie secteur / conv. Salida red/conversor Accu Plus Positif batterie Netz / Wechselrichter AUS Batterie Plus Positivo de la batería This ground wire “G“ connects the output neutral to ground. It must be cut/removed if a floating output is required G NL F D E F Uitgang Sortie Verbracherausgang Salida Aardverbinding naar behuizing Liaison à la terre du boitier Verbindung Landstromerde / gehäuse Conexión a tierra de la carcasa G Uitgangs Nul met Aarde verbindingsdraadje DC zekering Fusible DC Fusible CC omvormer Convertisseur ANL-Gleichstromsicherung Wandler verbindung Behuizing moet permanent met de aarde zijn verbonden Mise à la terre permanente du boîtier I J L Schutzerdungsanschluss am Gehäuse, muss mit dem Chassis eines Fahrzeugs oder dem Erdungspunkt eines Bootes verbunden sein. ES Conversor Puesta a tierra permanente de la carcasa Victron Energy Blue Power Distributor: Serial number: Version Date : 03 : 11 June 2009 Victron Energy B.V. De Paal 35 | 1351 JG Almere PO Box 50016 | 1305 AA Almere | The Netherlands General phone Customer support desk Fax : +31 (0)36 535 97 00 : +31 (0)36 535 97 03 : +31 (0)36 535 97 40 E-mail : [email protected] www.victronenergy.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Victron energy 12-1200 230V de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor