Victron energy Phoenix Inverter Compact 1200 1600 de handleiding

Type
de handleiding
1
EN NL FR DE ES IT Appendix
1.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de
veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest overeenkomstig internationale normen. De apparatuur
dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron. (batterij)
Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning
optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de
batterij uit voor het plegen van onderhoud.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Haal het paneel aan de voorkant er niet af en stel het product niet in
werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd
personeel te worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas -of stofexplosies kunnen optreden.
Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de batterij om u ervan te verzekeren dat
het product bestemd is voor gebruik in combinatie met de batterij. De
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de batterij dienen altijd te worden
opgevolgd.
WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp.
Installatie
Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur
inschakelt.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter
beveiliging). Aan de buitenkant van het product bevindt zich een aardingspunt. Als het
aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten werking worden
gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op
met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers.
Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander Typ. Raadpleeg de handleiding voor
het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat de beschikbare spanningsbron
overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de
handleiding.
2
Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het
product nooit in bedrijf in de regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd
voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatie-openingen
niet zijn geblokkeerd.
Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product.
Vervoer en opslag
Zorg ervoor dat de netspanning en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van
het product.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur
wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de 20°C en
60°C liggen.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de batterij met betrekking tot vervoer, opslag,
opladen, herladen en verwijderen van de batterij.
3
EN NL FR DE ES IT Appendix
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
SinusMax Superieure techniek
De Phoenix omvormers zijn ontwikkeld voor professioneel gebruik en geschikt voor zeer
uiteenlopende toepassingen. Dankzij hybride HF technologie gaan uitzonderlijke
specificaties en mogelijkheden gepaard met licht gewicht en geringe afmetingen.
Extra hoog startvermogen
Een belangrijke eigenschap van de SinusMax technologie is het hoge piekvermogen. De
Phoenix omvormers zijn daarom zeer geschikt voor apparaten die een hoog
startvermogen vragen zoals compressoren, elektromotoren en airconditioners.
Geschikt voor parallel en voor drie fase bedrijf
Twee tot zes omvormers of kunnen parallel geschakeld worden.
De omvormers kunnen bovendien in 3 fase configuratie geschakeld worden.
Overschakelen naar een andere voedingsbron: de volautomatische
omschakelautomaat
Indien automatische omschakeling gewenst is, adviseren wij om de MultiPlus of Quattro
serie toe te passen. De MultiPlus/Quattro heeft een geïntegreerde omschakel automaat
en de laadfunctie kan uitgeschakeld worden. De omschakeltijd van de MultiPlus/Quattro
is zo kort dat computers en andere gevoelige apparaten ongestoord blijven functioneren.
Programmeerbaar relais
De Phoenix omvormer is voorzien van een multifunctioneel relais, dat standaard is
geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen
geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat.
Programmeerbaar met dipswitches, met een VE.Net paneel, en met de PC
De Phoenix omvormer wordt klaar voor gebruik geleverd. Mocht U sommige instelling willen
wijzigen, dan zijn er drie mogelijkheden:
- De belangrijkste instellingen: uiterst eenvoudig, met dipswitches.
- Alle instellingen, met uitzondering van het programmeerbare relais, met een VE.Net paneel.
- Alle instellingen met een PC en gratis software.
4
3. BEDIENING
3.1 On/Off schakelaar
Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig.
De omvormer zal inschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden.
3.2 Afstandsbediening
Afstandsbediening is mogelijk met een simpele aan/uit schakelaar of met een Phoenix
Inverter Control paneel.
3.3 LED Indicaties
LED uit
LED knippert
LED brandt
Batterij bedrijf. De omvormer staat aan en
levert vermogen aan de belasting.
inverter
on
eco mode
off
alarm
eco
De omvormer is ingeschakeld en levert
vermogen aan de belasting.
Voor-alarm: overbelasting, of
accu spanning te laag, of
omvormer temperatuur hoog
inverter
on
eco mode
off
alarm
eco
5
EN NL FR DE ES IT Appendix
De omvormer is uitgeschakeld.
Alarm: overbelasting, of
accu spanning te laag, of
inverter
on
eco mode
off
alarm
eco
Batterij bedrijf. De omvormer staat aan in
“eco mode” en levert vermogen aan de
belasting.
inverter
on
eco mode
off
alarm
eco
6
4. INSTALLATIE
4.1 Locatie
De omvormer dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht
mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 10cm te worden
vrijgehouden voor koeling.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
Kortere levensduur.
Lagere laadstroom.
Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De omvormer is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de achterzijde van de
behuizing gaten en een beugelbevestiging aangebracht, zie Appendix A.
Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal monteren
is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te
blijven.
Houd de afstand tussen het product en de accu zo kort mogelijk om het spanningsverlies over
de kabels tot een minimum te beperken.
In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch
vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving
geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld
chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe
omgeving.
Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden
geïnstalleerd.
7
EN NL FR DE ES IT Appendix
4.2 Aansluiten accukabels
Om de capaciteit van het product volledig te kunnen benutten, dient uitsluitend gebruik te
worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste
dikte. Zie tabel.
24/1200
24/1600
12/1200
12/1600
standaard voorzien
van 1,5m kabel.
(mm
2)
16 25 25 35
Aanbevolen
kabeldikte (mm
2
)
1,5
1
5 m
25
35
50
70
5 10 m
50
70
100
140
24/1200
24/1600
12/1200
12/1600
Aanbevolen
accucapaciteit (Ah)
40 400 100 400 150 700 200 700
Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor als u werkt met lage capaciteit
accu’s. Raadpleeg uw leverancier of relevante secties uit ons boek “Electriciteit aan
boord”, te downloaden van onze website.
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een
geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken.
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
Suit de accukabel aan: de + (rood).
Sluit de accukable aan: de (zwart), zie Appendix A.
Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken.
8
4.3 Aansluiten AC kabels
Procedure
Ga voor het aansluiten van de AC kabels als volgt te werk:
De AC uitgang kan op G-ST18i male-connector worden aangesloten. (eerst de connector los
trekken)
Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar
rechts: “N” (nulleider), aarde, en “L1” (fase)
4.4 Aansluitopties
4.4.1 Afstandsbediening
Het product is op twee manieren op afstand te bedienen.
- Met alleen een externe schakelaar. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on”
staat.
- Met een afstandsbedieningspaneel. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on”
staat.
Er mag slechts 1 afstandsbediening aangesloten worden: of een schakelaar, of een
paneel.
4.4.2 Programmeerbaar relais
De Phoenix omvormer is voorzien van een multifunctioneel relais, dat standaard is
geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen
geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat.
Een LED vlakbij de aansluitklemmen zal gaan branden zodra het relais geactiveerd is (zie S,
appendix A).
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem
ter beveiliging)
Deze nulleider van de AC uitgang van deze inverter is verbonden met de
behuizing, dit om verzekerd te zijn van de goede werking van een aardlek
schakelaar. De behuizing moet geaard worden met het aard punt aan de
buitenkant van het product.
9
EN NL FR DE ES IT Appendix
4.4.3 Parallel schakelen (zie appendix C)
De omvormer is parallel te schakelen met meerdere identieke apparaten. Hiertoe wordt
een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP
kabels. Het systeem (apparaten samen met eventueel een bedieningspaneel) dient
hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5).
Bij parallel schakelen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
- Maximaal zes units parallel.
- Schakel alleen identieke apparaten qua type en vermogen parallel.
- De DC aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede
hebben.
- Indien een plus en min DC distributiepunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting
tussen de accu’s en het DC distributiepunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste
doorsneden van de aansluitingen tussen het distributiepunt en de MultiPlus’s.
- Plaats de inverters dicht bij elkaar maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en
opzij van de units.
- De UTP kabels dienen steeds direct van de ene unit op een andere unit aangesloten te worden (en
op het remote paneel).
Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit/splitter boxen.
- Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem aangesloten worden.
4.4.4 Drie-fase configuratie (zie appendix D)
De inverters kunnen ook gebruikt worden in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiertoe
wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP
kabels (dezelfde als voor parallel bedrijf). Het systeem (apparaten samen met eventueel
een paneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.3.
Opmerking: de Phoenix inverters is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie.
10
5. INSTELLINGEN
5.1 Standaard instellingen: klaar voor gebruik
De Phoenix Omvormer wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn in het algemeen
geschikt voor toepassing van één apparaat.
Standaard fabrieksinstellingen
Omvormer frequentie 50 Hz
Omvormer spanning 230 VAC
Stand alone / parallel / 3-fase stand alone
Search mode off
Programmeerbaar relais alarm functie
5.2 Verklaring instellingen
Hieronder volgt een korte verklaring van de instellingen voor zover die niet vanzelfsprekend
zijn. Meer informatie is te vinden in de help files van de software configuratie programma’s
(zie paragraaf 5.3).
Omvormer frequentie
Uitgangsfrequentie wanneer er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50Hz; 60Hz
Omvormer spanning
Instelbaar: 210 245V
Stand alone / parallel operation
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
- Het totale omvormer vermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel).
- Een 3-fase systeem te maken.
Hiertoe moeten de apparaten onderling verbonden worden met RJ45 UTP bekabeling.
Daarnaast moeten de apparaten geconfigureerd worden.
Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektrotechnicus.
Lees voor het wijzigen goed de instructies.
Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan.
11
EN NL FR DE ES IT Appendix
Search mode
Met de search mode wordt het nullast stroomverbruik met ongeveer 70% verlaagd. De
search mode houdt in dat de Compact uit schakelt wanneer er geen belasting is of
wanneer deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de Compact even aan schakelen. Als
de belasting dan de ingestelde waarde overschrijdt blijft de Compact aan. Zo niet, dan
gaat de omvormer weer uit.
De ‘uit’ en ‘aan’ belastingniveaus kunnen ingesteld worden met VEConfigure.
De fabrieksinstelling is:
‘UIT’: 40 Watt.
‘AAN’: 100 Watt.
Instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie.
AES (Automatic Economy Switch)
In plaats van ‘search modekan ook de AES gekozen worden.
Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt het stroomverbruik bij nullast en lage
belasting met ca. 20% verlaagt, door de sinusspanning wat te ‘versmallen’.
Niet instelbaar met DIP switches.
Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie.
Programmeerbaar relais
Het programmeerbare relais is standaard ingesteld als alarm relais, d.w.z. dat het relais
afvalt i.g.v. een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna te warm, rimpel op de ingang
bijna te hoog, accuspanning bijna te laag).
Niet instelbaar met DIP switches.
Een LED vlakbij de aansluitklemmen zal gaan branden zodra het relais geactiveerd is
(zie S, appendix A).
12
5.3 Instellingen wijzigen met een computer
Alle instellingen kunnen met behulp van een computer of met een VE.Net paneel worden
gewijzigd (uitzondering VE.Net: het multifunctionele relais en de VirtualSwitch).
Veel gebruikte instellingen kunnen gewijzigd worden door middel van dipswitches, zie par.
5.5.
Voor het wijzigen van instellingen met de computer heeft u het volgende nodig:
- VEConfigure3 software. U kunt de VEConfigure3 software gratis downloaden van
www.victronenergy.com.
- Een MK3-USB (VE.Bus naar USB) imterface
Als alternatief kan de MK2.2b interface (VE.Bus naar RS232) gebruikt worden (RJ45 UTP
kabel is dan nodig).
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een software programma waarmee systemen met
maximaal 3 Multi’s (parallel of drie fase bedrijf) op eenvoudige wijze geconfigureerd kunnen
worden. VEConfigure3 maakt deel uit van dit programma.
U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com.
5.3.2 VE.Bus System Configurator
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 omvormers of
meer moet de software VE.Bus System Configurator gebruikt worden. U kunt de software
downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigure3 maakt deel uit van dit programma.
5.4 Instellen met een VE.Net paneel
Hiervoor heeft u een VE.Net paneel en de ‘VE.Net to VE.Bus converter’ nodig.
Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais
en de VirtualSwitch.
13
EN NL FR DE ES IT Appendix
5.5 Instellen met DIP switches
Een aantal instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches
Dit gaat als volgt:
a) Schakel de Compact aan, bij voorkeur zonder belasting.
b) Stel de dipswitches in zoals gewenst.
c) Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en
daarna weer ‘off’ te schakelen.
5.5.1. DIP switch 1 en 2
Standaard instelling: om het product te gebruiken met de “On/Off/Charger Only
ds 1: “off”
ds 2: “on”
De standaard instelling is vereist wanneer u de “On/Off/Charger Only” schakelaar op het
voorpaneel gebruikt.
Instelling voor het op afstand gebruiken middels een Multi Control Panel:
ds 1: “on”
ds 2: “off”
Deze instelling is vereist wanneer een Multi Control Panel is verbonden.
Het Multi Control Panel moet verbonden zijn met één van de twee RJ48 sockets B, zie
bijlage A.
Instelling voor het op afstand gebruiken middels een 3-way switch:
ds 1: “off”
ds 2: “off”
Deze instelling is vereist wanneer een 3-way switch is verbonden.
De 3-way switch moet aangesloten zijn met klem L, zie bijlage A.
Er kan maar één apparaat op afstand verbonden zijn, bijv. een switch of paneel.
In beide gevallen dient de schakelaar op het apparaat zelf op “on” te staan.
14
5.5.2 Voorbeelden:
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (Muv DS-2 staan de DIP switches van een nieuw product
staan allemaal in de ‘off’ stand omdat de fabrieksinstelling per computer is ingevoerd).
DS-1 Paneel
off
DS-2 Paneel
on
DS-3 Ongebruikt
DS-4 Ongebruikt
DS-5 Frequentie
off
DS-6 Search mode:
off
DS-7 Ongebruikt
DS-8 Opslaan
DS-1
off
DS-2
on
DS-3
DS-4
DS-5
on
DS-6
off
DS-7
DS-8
DS-1
on
DS-2
off
DS-3
DS-4
DS-5
on
DS-6
on
DS-7
DS-8
Example 1: (factory setting)
1 Geen paneel
2 Geen paneel
5 Frequentie: 50Hz
6 Search Mode off
8 opslaan: off on off
Example 2
1 Geen paneel
2 Geen paneel
5 Frequentie: 60Hz
6 Search Mode on
8 opslaan: off on off
Example 3
1
Paneel aangesloten
2 Paneel aangesloten
5 Frequentie: 60Hz
6 Search Mode on
8 opslaan: off→ on→ off
Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer
‘off’ te schakelen.
Bij acceptatie van de settings zullen de ‘Inverter’ en ‘Eco mode’en ‘AlarmLEDs vier keer
knipperen.
15
EN NL FR DE ES IT Appendix
6. ONDERHOUD
De Phoenix Omvormer vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen
eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de Phoenix Omvormer Compact vochtig
wordt en houd het apparaat schoon.
7. FOUTZOEKSCHEMA
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel
worden opgespoord.
Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De omvormer
werkt niet
wanneer deze
wordt
ingeschakeld
De accuspanning is te hoog of
te laag.
Zorg dat de accuspanning
binnen de juiste waarde is.
De omvormer
werkt niet
Processor staat in uit-mode
Ontkoppel de netspanning.
Schakel de omvormer uit.
Wacht 4 seconden.
Schakel de omvormer weer
aan.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 1: de
accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer
de accu aansluitingen.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 2: de belasting
op de omvormer is hoger dan
de nominale belasting.
Ontkoppel een deel van de
belasting.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 3: lage
accuspanning en te hoge
belasting.
Laad de accu’s op, ontkoppel
een deel van de belasting of
plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Monteer kortere en/
of dikkere accukabels.
Controleer de dynamo.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 3:
rimpelspanning op de DC-
aansluiting overschrijdt
1,25Vrms.
Controleer de accukabels en
accuaansluitingen. Wees er
zeker van dat de
accucapaciteit voldoende is,
verhoog deze eventueel.
De LED “lalarm”
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld
als gevolg van voortduring van
een van bovenstaande voor-
alarm omstandigheden.
Zie de bovenstaande
oplossingen
16
8. TECHNISCHE SPECIFICATIES
1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V
2) Beveiligingen
a. Kortsluiting
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. Wisselspanning op de uitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
3) Niet lineaire belasting, crest faktor 3:1
4) Relais instelbaar als algemeen alarm relais, onderspanning alarm of start relais voor een aggregaat
Phoenix Inverter
12 Volt
24 Volt
C 12/1200
C 24/1200
C 12/1600
C 24/1600
INVERTER
Ingangsspanningsbereik (V DC) 9,5 17 V 19 33 V
Uitgang (1)
Output voltage: 230 VAC ± 2%
Frequency: 50 Hz ± 0,1% (1)
Continu vermogen bij 25°C (VA) (3)
1200
1600
Continu vermogen bij 25°C (W)
1000
1300
Continu vermogen bij 40°C (W)
900
1200
Continu vermogen bij 65°C (W) 600 800
Piek vermogen (W)
2400
3000
Maximaal rendement (%)
92 / 94
92 / 94
Nullast (W) 8 / 10 8 / 10
Nullast in Search Mode (W)
2 / 3
2 / 3
GENERAL
Programmeerbaar relais (4)
yes
Beveiligingen (2) a - g
Algemeen
Operating temp. range: -40 to +65°C (fan assisted
cooling) Humidity (non condensing): max 95%
BEHUIZING
Algemeen
Material & Colour: aluminium (blue RAL 5012)
Protection category: IP 21
Accu-aansluiting
Battery cables of 1.5 meter
230 V AC-aansluiting
G-ST18i connector
Gewicht (kg) 10
Afmetingen (hxbxd in mm)
375x214x110
NORMEN
Veiligheid
EN 60335-1, EN 60335-2-29
Emissie / Immuniteit
EN 55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3
EN NL FR DE ES IT Appendix
www.victronenergy.com
This ground wire “G“ connects the output neutral to ground. It must be cut/removed if a floating output is required
Deze aardedraad "G" verbindt de uitgangsneutraal met de aarde. Het moet afgesloten/verwijderd worden wanneer een
druppellaaduitgang vereist is of in het geval van herpositionering naar een 'dummy'-terminal.
Ce câble de mise à la terre « G » raccorde le neutre de la sortie à la terre. Il doit être coupé/retiré si une sortie flottante
est nécessaire, ou repositionné à une borne « fictive ».
Dieser Erdungsdraht "G" verbindet den Nullleiter des Ausgangs mit der Erde. Wird ein schwebender Ausgang
gewünscht, muss er unterbrochen/entfernt werden oder neu an eine „Dummy-“Anschlussklemme verbunden werden.
Este cable de puesta a tierra “G“ conecta el neutro de salida a tierra. Deberá cortarse/eliminarse si fuese necesaria
una salida sin potencial, o reposicionarse a un terminal «ficticio».
Questo cavo di terra “G” collega l’uscita neutra a terra. Deve essere tagliato/rimosso se è necessaria un’uscita
fluttuante
EN
NL
FR
E
Output
Uitgang
Sortie
F
Connected to chassis
Aardverbinding naar behuizing
Liaison à la terre du boitier
G
Output Neutral to PE connection
Uitgangs Nul met Aarde
verbindingsdraadje
Liaison du neutre de sortie à PE
I
DC fuse
DC zekering
Fusible DC
J
Converter
omvormer
Convertisseur
L
Chassis on output ground
terminals should be permanently
connected to ground
Behuizing moet permanent met
de aarde zijn verbonden
Mise à la terre permanente du
boîtier
DE
ES
IT
E
Verbracherausgang
Salida
Uscita
F
Verbindung Landstromerde /
gehäuse
Conexión a tierra de la carcasa
Ingresso e uscita di terra collegati
al telaio
G
Schutzleiter PE (ERDUNG)
Anschlüsse
Salida de conexión de neutro a
PE
Collegamento uscita neutro a PE
I
ANL-Gleichstrom-sicherung
Fusible CC
Fusibile CC
J
Wandler verbindung
Conversor
Convertitore
L
Schutzerdungs-anschluss am
Gehäuse, muss mit dem Chassis
eines Fahrzeugs oder dem
Erdungspunkt eines Bootes
verbunden sein.
Puesta a tierra permanente de la
carcasa
Il telaio in corrispondenza dei
morsetti di ingresso/uscita di terra
dovrebbe essere sempre messo a
terra
G

Documenttranscriptie

EN 1.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Algemeen NL Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest overeenkomstig internationale normen. De apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt. FR DE WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN. Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron. (batterij) Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de batterij uit voor het plegen van onderhoud. ES IT Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Haal het paneel aan de voorkant er niet af en stel het product niet in werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd. Appendix Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas -of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de batterij om u ervan te verzekeren dat het product bestemd is voor gebruik in combinatie met de batterij. De veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de batterij dienen altijd te worden opgevolgd. WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp. Installatie Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur inschakelt. Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging). Aan de buitenkant van het product bevindt zich een aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander Typ. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel. Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de handleiding. 1 Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het product nooit in bedrijf in de regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatie-openingen niet zijn geblokkeerd. Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product. Vervoer en opslag Zorg ervoor dat de netspanning en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product. Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking. Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en 60°C liggen. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de batterij met betrekking tot vervoer, opslag, opladen, herladen en verwijderen van de batterij. 2 EN 2. BESCHRIJVING 2.1 Algemeen NL SinusMax – Superieure techniek De Phoenix omvormers zijn ontwikkeld voor professioneel gebruik en geschikt voor zeer uiteenlopende toepassingen. Dankzij hybride HF technologie gaan uitzonderlijke specificaties en mogelijkheden gepaard met licht gewicht en geringe afmetingen. FR DE Extra hoog startvermogen Een belangrijke eigenschap van de SinusMax technologie is het hoge piekvermogen. De Phoenix omvormers zijn daarom zeer geschikt voor apparaten die een hoog startvermogen vragen zoals compressoren, elektromotoren en airconditioners. ES Geschikt voor parallel en voor drie fase bedrijf Twee tot zes omvormers of kunnen parallel geschakeld worden. De omvormers kunnen bovendien in 3 fase configuratie geschakeld worden. IT Appendix Overschakelen naar een andere voedingsbron: de volautomatische omschakelautomaat Indien automatische omschakeling gewenst is, adviseren wij om de MultiPlus of Quattro serie toe te passen. De MultiPlus/Quattro heeft een geïntegreerde omschakel automaat en de laadfunctie kan uitgeschakeld worden. De omschakeltijd van de MultiPlus/Quattro is zo kort dat computers en andere gevoelige apparaten ongestoord blijven functioneren. Programmeerbaar relais De Phoenix omvormer is voorzien van een multifunctioneel relais, dat standaard is geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat. Programmeerbaar met dipswitches, met een VE.Net paneel, en met de PC De Phoenix omvormer wordt klaar voor gebruik geleverd. Mocht U sommige instelling willen wijzigen, dan zijn er drie mogelijkheden: - De belangrijkste instellingen: uiterst eenvoudig, met dipswitches. - Alle instellingen, met uitzondering van het programmeerbare relais, met een VE.Net paneel. - Alle instellingen met een PC en gratis software. 3 3. BEDIENING 3.1 On/Off schakelaar Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig. De omvormer zal inschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden. 3.2 Afstandsbediening Afstandsbediening is mogelijk met een simpele aan/uit schakelaar of met een Phoenix Inverter Control paneel. 3.3 LED Indicaties LED uit LED knippert LED brandt inverter eco mode alarm inverter eco mode alarm on off eco on off eco 4 Batterij bedrijf. De omvormer staat aan en levert vermogen aan de belasting. De omvormer is ingeschakeld en levert vermogen aan de belasting. Voor-alarm: overbelasting, of accu spanning te laag, of omvormer temperatuur hoog eco mode off De omvormer is uitgeschakeld. Alarm: overbelasting, of accu spanning te laag, of NL alarm on EN inverter eco FR inverter alarm on off Batterij bedrijf. De omvormer staat aan in “eco mode” en levert vermogen aan de belasting. DE eco mode eco ES IT Appendix 5 4. INSTALLATIE Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden geïnstalleerd. 4.1 Locatie De omvormer dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 10cm te worden vrijgehouden voor koeling. Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties: Kortere levensduur. Lagere laadstroom. Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer. Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s. De omvormer is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de achterzijde van de behuizing gaten en een beugelbevestiging aangebracht, zie Appendix A. Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal monteren is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal. De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te blijven. Houd de afstand tussen het product en de accu zo kort mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken. In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving. 6 EN 4.2 Aansluiten accukabels 12/1200 12/1600 16 25 25 35 25 50 35 70 50 100 70 140 DE ES 24/1200 24/1600 12/1200 12/1600 40 – 400 100 – 400 150 – 700 200 – 700 IT Aanbevolen accucapaciteit (Ah) 24/1600 FR standaard voorzien van 1,5m kabel. (mm2) Aanbevolen kabeldikte (mm2) 1,5 1  5 m 5  10 m 24/1200 NL Om de capaciteit van het product volledig te kunnen benutten, dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste dikte. Zie tabel. Appendix Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor als u werkt met lage capaciteit accu’s. Raadpleeg uw leverancier of relevante secties uit ons boek “Electriciteit aan boord”, te downloaden van onze website. Procedure Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk: Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken. Voorkom kortsluiting van de accukabels. Suit de accukabel aan: de + (rood). Sluit de accukable aan: de – (zwart), zie Appendix A. Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken. 7 4.3 Aansluiten AC kabels Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging) Deze nulleider van de AC uitgang van deze inverter is verbonden met de behuizing, dit om verzekerd te zijn van de goede werking van een aardlek schakelaar. De behuizing moet geaard worden met het aard punt aan de buitenkant van het product. Procedure Ga voor het aansluiten van de AC kabels als volgt te werk: De AC uitgang kan op G-ST18i male-connector worden aangesloten. (eerst de connector los trekken) Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar rechts: “N” (nulleider), aarde, en “L1” (fase) 4.4 Aansluitopties 4.4.1 Afstandsbediening Het product is op twee manieren op afstand te bedienen. - Met alleen een externe schakelaar. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on” staat. - Met een afstandsbedieningspaneel. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on” staat. Er mag slechts 1 afstandsbediening aangesloten worden: of een schakelaar, of een paneel. 4.4.2 Programmeerbaar relais De Phoenix omvormer is voorzien van een multifunctioneel relais, dat standaard is geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat. Een LED vlakbij de aansluitklemmen zal gaan branden zodra het relais geactiveerd is (zie S, appendix A). 8 EN 4.4.3 Parallel schakelen (zie appendix C) De omvormer is parallel te schakelen met meerdere identieke apparaten. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP kabels. Het systeem (apparaten samen met eventueel een bedieningspaneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5). Bij parallel schakelen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden: NL FR - Maximaal zes units parallel. - Schakel alleen identieke apparaten qua type en vermogen parallel. - De DC aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben. - Indien een plus en min DC distributiepunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC distributiepunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het distributiepunt en de MultiPlus’s. - Plaats de inverters dicht bij elkaar maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en opzij van de units. - De UTP kabels dienen steeds direct van de ene unit op een andere unit aangesloten te worden (en op het remote paneel). Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit/splitter boxen. - Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem aangesloten worden. DE ES IT 4.4.4 Drie-fase configuratie (zie appendix D) De inverters kunnen ook gebruikt worden in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP kabels (dezelfde als voor parallel bedrijf). Het systeem (apparaten samen met eventueel een paneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5). Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.3. Opmerking: de Phoenix inverters is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie. Appendix 9 5. INSTELLINGEN Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektrotechnicus. Lees voor het wijzigen goed de instructies. Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan. 5.1 Standaard instellingen: klaar voor gebruik De Phoenix Omvormer wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van één apparaat. Standaard fabrieksinstellingen Omvormer frequentie Omvormer spanning Stand alone / parallel / 3-fase Search mode Programmeerbaar relais 50 Hz 230 VAC stand alone off alarm functie 5.2 Verklaring instellingen Hieronder volgt een korte verklaring van de instellingen voor zover die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie is te vinden in de help files van de software configuratie programma’s (zie paragraaf 5.3). Omvormer frequentie Uitgangsfrequentie wanneer er geen AC op de ingang aanwezig is. Instelbaar: 50Hz; 60Hz Omvormer spanning Instelbaar: 210 – 245V Stand alone / parallel operation Met meerdere apparaten is het mogelijk om: - Het totale omvormer vermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel). - Een 3-fase systeem te maken. Hiertoe moeten de apparaten onderling verbonden worden met RJ45 UTP bekabeling. Daarnaast moeten de apparaten geconfigureerd worden. 10 EN Search mode Met de search mode wordt het nullast stroomverbruik met ongeveer 70% verlaagd. De search mode houdt in dat de Compact uit schakelt wanneer er geen belasting is of wanneer deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de Compact even aan schakelen. Als de belasting dan de ingestelde waarde overschrijdt blijft de Compact aan. Zo niet, dan gaat de omvormer weer uit. De ‘uit’ en ‘aan’ belastingniveaus kunnen ingesteld worden met VEConfigure. De fabrieksinstelling is: ‘UIT’: 40 Watt. ‘AAN’: 100 Watt. Instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie. NL FR DE ES AES (Automatic Economy Switch) In plaats van ‘search mode’ kan ook de AES gekozen worden. Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting met ca. 20% verlaagt, door de sinusspanning wat te ‘versmallen’. Niet instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie. IT Appendix Programmeerbaar relais Het programmeerbare relais is standaard ingesteld als alarm relais, d.w.z. dat het relais afvalt i.g.v. een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna te warm, rimpel op de ingang bijna te hoog, accuspanning bijna te laag). Niet instelbaar met DIP switches. Een LED vlakbij de aansluitklemmen zal gaan branden zodra het relais geactiveerd is (zie S, appendix A). 11 5.3 Instellingen wijzigen met een computer Alle instellingen kunnen met behulp van een computer of met een VE.Net paneel worden gewijzigd (uitzondering VE.Net: het multifunctionele relais en de VirtualSwitch). Veel gebruikte instellingen kunnen gewijzigd worden door middel van dipswitches, zie par. 5.5. Voor het wijzigen van instellingen met de computer heeft u het volgende nodig: - VEConfigure3 software. U kunt de VEConfigure3 software gratis downloaden van www.victronenergy.com. - Een MK3-USB (VE.Bus naar USB) imterface Als alternatief kan de MK2.2b interface (VE.Bus naar RS232) gebruikt worden (RJ45 UTP kabel is dan nodig). 5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup VE.Bus Quick Configure Setup is een software programma waarmee systemen met maximaal 3 Multi’s (parallel of drie fase bedrijf) op eenvoudige wijze geconfigureerd kunnen worden. VEConfigure3 maakt deel uit van dit programma. U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com. 5.3.2 VE.Bus System Configurator Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 omvormers of meer moet de software VE.Bus System Configurator gebruikt worden. U kunt de software downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigure3 maakt deel uit van dit programma. 5.4 Instellen met een VE.Net paneel Hiervoor heeft u een VE.Net paneel en de ‘VE.Net to VE.Bus converter’ nodig. Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais en de VirtualSwitch. 12 EN 5.5 Instellen met DIP switches Een aantal instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches NL Dit gaat als volgt: FR a) Schakel de Compact aan, bij voorkeur zonder belasting. b) Stel de dipswitches in zoals gewenst. c) Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer ‘off’ te schakelen. DE 5.5.1. DIP switch 1 en 2 ES Standaard instelling: om het product te gebruiken met de “On/Off/Charger Only” ds 1: “off” ds 2: “on” De standaard instelling is vereist wanneer u de “On/Off/Charger Only” schakelaar op het voorpaneel gebruikt. IT Appendix Instelling voor het op afstand gebruiken middels een Multi Control Panel: ds 1: “on” ds 2: “off” Deze instelling is vereist wanneer een Multi Control Panel is verbonden. Het Multi Control Panel moet verbonden zijn met één van de twee RJ48 sockets B, zie bijlage A. Instelling voor het op afstand gebruiken middels een 3-way switch: ds 1: “off” ds 2: “off” Deze instelling is vereist wanneer een 3-way switch is verbonden. De 3-way switch moet aangesloten zijn met klem L, zie bijlage A. Er kan maar één apparaat op afstand verbonden zijn, bijv. een switch of paneel. In beide gevallen dient de schakelaar op het apparaat zelf op “on” te staan. 13 5.5.2 Voorbeelden: Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (Muv DS-2 staan de DIP switches van een nieuw product staan allemaal in de ‘off’ stand omdat de fabrieksinstelling per computer is ingevoerd). DS-1 Paneel DS-2 Paneel DS-3 Ongebruikt DS-4 Ongebruikt DS-5 Frequentie DS-6 Search mode: DS-7 Ongebruikt DS-8 Opslaan off on off off → ← Example 1: (factory setting) 1 Geen paneel 2 Geen paneel 5 Frequentie: 50Hz 6 Search Mode off 8 opslaan: off→ on→ off DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 off off on on → ← Example 2 1 Geen paneel 2 Geen paneel 5 Frequentie: 60Hz 6 Search Mode on 8 opslaan: off→ on→ off DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 off on on on → ← Example 3 1 Paneel aangesloten 2 Paneel aangesloten 5 Frequentie: 60Hz 6 Search Mode on 8 opslaan: off→ on→ off Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 8 ‘on’ en daarna weer ‘off’ te schakelen. Bij acceptatie van de settings zullen de ‘Inverter’ en ‘Eco mode’en ‘Alarm’ LED’s vier keer knipperen. 14 EN 6. ONDERHOUD NL De Phoenix Omvormer vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de Phoenix Omvormer Compact vochtig wordt en houd het apparaat schoon. FR 7. FOUTZOEKSCHEMA DE Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden opgespoord. Oplossing Zorg dat de accuspanning binnen de juiste waarde is. Processor staat in uit-mode De LED “alarm” knippert. De LED “alarm” knippert. Voor-alarm, alt. 1: de accuspanning is laag. Voor-alarm, alt. 2: de belasting op de omvormer is hoger dan de nominale belasting. Voor-alarm, alt. 3: lage accuspanning en te hoge belasting. Ontkoppel de netspanning. Schakel de omvormer uit. Wacht 4 seconden. Schakel de omvormer weer aan. Laad de accu op of controleer de accu aansluitingen. Ontkoppel een deel van de belasting. De LED “alarm” knippert. De LED “alarm” knippert. Voor-alarm, alt. 3: rimpelspanning op de DCaansluiting overschrijdt 1,25Vrms. De LED “lalarm” brandt. De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van voortduring van een van bovenstaande vooralarm omstandigheden. Appendix Oorzaak De accuspanning is te hoog of te laag. IT Probleem De omvormer werkt niet wanneer deze wordt ingeschakeld De omvormer werkt niet ES Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur. Laad de accu’s op, ontkoppel een deel van de belasting of plaats accu’s met een hogere capaciteit. Monteer kortere en/ of dikkere accukabels. Controleer de dynamo. Controleer de accukabels en accuaansluitingen. Wees er zeker van dat de accucapaciteit voldoende is, verhoog deze eventueel. Zie de bovenstaande oplossingen 15 8. TECHNISCHE SPECIFICATIES Phoenix Inverter 12 Volt 24 Volt C 12/1200 C 24/1200 C 12/1600 C 24/1600 INVERTER Ingangsspanningsbereik (V DC) Uitgang (1) 9,5 – 17 V 19 – 33 V Output voltage: 230 VAC ± 2% Frequency: 50 Hz ± 0,1% (1) Continu vermogen bij 25°C (VA) (3) 1200 1600 Continu vermogen bij 25°C (W) 1000 1300 Continu vermogen bij 40°C (W) 900 1200 Continu vermogen bij 65°C (W) 600 800 Piek vermogen (W) 2400 3000 Maximaal rendement (%) 92 / 94 92 / 94 Nullast (W) Nullast in Search Mode (W) 8 / 10 8 / 10 2/3 2/3 GENERAL Programmeerbaar relais (4) yes Beveiligingen (2) a-g Algemeen Operating temp. range: -40 to +65°C (fan assisted cooling) Humidity (non condensing): max 95% BEHUIZING Algemeen Accu-aansluiting 230 V AC-aansluiting Gewicht (kg) Afmetingen (hxbxd in mm) Material & Colour: aluminium (blue RAL 5012) Protection category: IP 21 Battery cables of 1.5 meter G-ST18i connector 10 375x214x110 NORMEN Veiligheid Emissie / Immuniteit EN 60335-1, EN 60335-2-29 EN 55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3 1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V 2) Beveiligingen a. Kortsluiting b. Overbelasting c. Accuspanning te hoog d. Accuspanning te laag e. Temperatuur te hoog f. Wisselspanning op de uitgang g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel 3) Niet lineaire belasting, crest faktor 3:1 4) Relais instelbaar als algemeen alarm relais, onderspanning alarm of start relais voor een aggregaat 16 www.victronenergy.com This ground wire “G“ connects the output neutral to ground. It must be cut/removed if a floating output is required Dieser Erdungsdraht "G" verbindet den Nullleiter des Ausgangs mit der Erde. Wird ein schwebender Ausgang gewünscht, muss er unterbrochen/entfernt werden oder neu an eine „Dummy-“Anschlussklemme verbunden werden. DE Questo cavo di terra “G” collega l’uscita neutra a terra. Deve essere tagliato/rimosso se è necessaria un’uscita fluttuante FR Este cable de puesta a tierra “G“ conecta el neutro de salida a tierra. Deberá cortarse/eliminarse si fuese necesaria una salida sin potencial, o reposicionarse a un terminal «ficticio». NL Ce câble de mise à la terre « G » raccorde le neutre de la sortie à la terre. Il doit être coupé/retiré si une sortie flottante est nécessaire, ou repositionné à une borne « fictive ». EN Deze aardedraad "G" verbindt de uitgangsneutraal met de aarde. Het moet afgesloten/verwijderd worden wanneer een druppellaaduitgang vereist is of in het geval van herpositionering naar een 'dummy'-terminal. ES IT G Appendix E F G I J L E F G I J L EN NL FR Connected to chassis Aardverbinding naar behuizing Liaison à la terre du boitier Output Neutral to PE connection Liaison du neutre de sortie à PE DC fuse Uitgangs Nul met Aarde verbindingsdraadje DC zekering Converter omvormer Convertisseur Chassis on output ground terminals should be permanently connected to ground Behuizing moet permanent met de aarde zijn verbonden Mise à la terre permanente du boîtier DE ES IT Verbindung Landstromerde / gehäuse Schutzleiter PE (ERDUNG) Anschlüsse ANL-Gleichstrom-sicherung Conexión a tierra de la carcasa Ingresso e uscita di terra collegati al telaio Collegamento uscita neutro a PE Wandler verbindung Conversor Convertitore Schutzerdungs-anschluss am Gehäuse, muss mit dem Chassis eines Fahrzeugs oder dem Erdungspunkt eines Bootes verbunden sein. Puesta a tierra permanente de la carcasa Il telaio in corrispondenza dei morsetti di ingresso/uscita di terra dovrebbe essere sempre messo a terra Output Verbracherausgang Uitgang Salida Salida de conexión de neutro a PE Fusible CC Sortie Fusible DC Uscita Fusibile CC
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110

Victron energy Phoenix Inverter Compact 1200 1600 de handleiding

Type
de handleiding