HP Z1 All-in-One G3 Workstation Handleiding

Type
Handleiding
HP Z1 G3 Workstation
Gebruikershandleiding
Copyrightinformatie
© Copyright 2016 HP Development Company,
L.P.
Eerste editie: mei 2016
Artikelnummer: 838752-331
Garantie
De informatie in deze documentatie kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd. De enige
garanties voor HP producten en diensten staan
vermeld in de expliciete garantievoorwaarden
bij de betreende producten en diensten. Aan
de informatie in deze handleiding kunnen geen
aanvullende rechten worden ontleend. HP
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
technische fouten, drukfouten of weglatingen
in deze publicatie.
Niet alle functies zijn beschikbaar in alle edities
of versies van Windows. Een computer heeft
mogelijk een hardware-upgrade en/of apart
aangeschafte hardware, drivers, software of
BIOS-update nodig om ten volle te kunnen
proteren van Windows-functionaliteit. Zie
http://www.microsoft.com.
Handelsmerken
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreende houder en wordt door HP Inc.
onder licentie gebruikt. Intel is een
handelsmerk van Intel Corporation in de
Verenigde Staten en andere landen. Linux® is
het gedeponeerd handelsmerk van Linus
Torvalds in de Verenigde Staten en andere
landen. Microsoft en Windows zijn
gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen. NVIDIA
is een handelsmerk en/of gedeponeerd
handelsmerk van NVIDIA Corporation in de
Verenigde Staten en andere landen. Red Hat
®
is
een handelsmerk van Red Hat Inc. in de
Verenigde Staten en andere landen.
Informatie over deze handleiding
WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot lichamelijk letsel of
levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit beschadiging van de apparatuur of
verlies van gegevens tot gevolg hebben.
OPMERKING: Tekst die op deze manier is opgemaakt, bevat belangrijke extra informatie.
Deze handleiding bevat informatie over de installatie van en het oplossen van eenvoudige problemen voor de
HP Z1 G3 Workstation. Het bevat de volgende onderwerpen:
Onderwerpen in deze gids
HP-hulpmiddelen zoeken op pagina 1
Functies van de HP Z1 G3-workstations op pagina 5
Het workstation installeren en gebruiken op pagina 9
Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van
Windows 10 op pagina 20
Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van
Windows 7 op pagina 29
Linux installeren op pagina 34
Het werkstation bijwerken op pagina 38
Diagnoseprogramma's en elementaire problemen oplossen
op pagina 40
Regelmatig onderhoud op pagina 45
TIP: Als u in deze handleiding niet kunt vinden wat u zoekt:
Zoek naar technische gegevens in de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en
service) op http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
Bekijk video's over het verwijderen en vervangen van onderdelen op http://www.hp.com/go/sml.
Ga naar http://www.hp.com/go/workstations voor extra informatie over uw werkstation.
iii
iv Informatie over deze handleiding
Inhoudsopgave
1 HP-hulpmiddelen zoeken ............................................................................................................................... 1
Productgegevens ................................................................................................................................................... 1
Ondersteuning ....................................................................................................................................................... 2
Productdocumentatie ............................................................................................................................................ 3
Productdiagnose .................................................................................................................................................... 3
Productupdates ..................................................................................................................................................... 4
2 Functies van de HP Z1 G3-workstations ........................................................................................................... 5
Onderdelen ............................................................................................................................................................. 5
Voorkant en bovenkant ....................................................................................................................... 5
Linkerkant ............................................................................................................................................ 6
Achterkant ........................................................................................................................................... 7
Productspecicaties .............................................................................................................................................. 8
Fysieke eigenschappen ....................................................................................................................... 8
Omgevingsspecicaties ...................................................................................................................... 8
3 Het workstation installeren en gebruiken ........................................................................................................ 9
Het workstation installeren ................................................................................................................................... 9
Plaatsing en ventilatie ......................................................................................................................... 9
Installatieprocedure .......................................................................................................................... 10
Positioneren van het werkstation .................................................................................. 10
Het werkstation monteren ............................................................................................. 11
De standaard verwijderen ............................................................................ 11
Het werkstation op een montagevoorziening monteren ............................ 12
Het werkstation aansluiten ............................................................................................ 12
Bluetooth-apparaten aansluiten ...................................................................................................... 13
Bluetooth-apparaten uitschakelen ................................................................................................... 13
WLAN uitschakelen ............................................................................................................................ 14
Beeldschermopties .............................................................................................................................................. 15
De helderheid van het beeldscherm aanpassen ............................................................................... 15
Besturing van de helderheid van het beeldscherm .......................................................................... 16
Helderheid van achtergrondlicht van beeldscherm ....................................................... 16
De helderheid van het beeldscherm en een optionele externe monitor regelen .......... 16
Een optionele externe monitor toevoegen ....................................................................................... 18
Het aanpassen van het beeldscherm of een optionele externe monitor ......................................... 18
Het aanpassen van het audiosignaal .................................................................................................................. 19
v
Webcam gebruiken .............................................................................................................................................. 19
Optionele onderdelen installeren ........................................................................................................................ 19
Beveiliging ........................................................................................................................................................... 19
Recyclen van product ........................................................................................................................................... 19
4 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 10 ............................................................ 20
Activeren en aanpassen van de software ........................................................................................................... 20
Eerste installatie van het Windows-besturingssysteem .................................................................. 20
Het beeldscherm van de monitor aanpassen ................................................................................... 20
Het werkstation uitschakelen .............................................................................................................................. 21
Meer informatie ................................................................................................................................................... 21
Als u problemen ondervindt ................................................................................................................................ 21
Eenvoudige problemen oplossen ...................................................................................................... 22
Knipper- of geluidscodes: Betekenis van POST-meldingen via lampjes op het
voorpaneel en via geluidssignalen ................................................................................. 22
HP PC Hardware Diagnostics gebruiken ......................................................................... 22
Het openen en uitvoeren van HP PC Hardware Diagnostics ........................ 22
HP PC Hardware Diagnostics naar een USB-apparaat downloaden ............ 22
Voordat u belt voor technische ondersteuning .............................................................. 23
Back-ups maken, herstellen en terugzetten in Windows 10 .............................................................................. 24
Terugzetmedia en back-ups maken .................................................................................................. 24
HP Terugzetmedia maken (alleen bepaalde producten) ................................................ 25
Hulpprogramma's van Windows gebruiken ...................................................................................... 26
Herstellen en terugzetten ................................................................................................................. 26
HP Herstelbeheer herstellen .......................................................................................... 27
Wat u moet weten voordat u aan de slag .................................................... 27
De HP Terugzetpartitie gebruiken (alleen bepaalde producten) ................. 27
HP Terugzetmedia gebruiken om te herstellen ........................................... 28
Opstartvolgorde van het werkstation wijzigen ........................................... 28
De HP Terugzetpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) .............. 28
5 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 .............................................................. 29
Het besturingssysteem Windows 7 installeren .................................................................................................. 29
Apparaatstuurprogramma's installeren of upgraden ...................................................................... 29
Bestanden en instellingen overzetten .............................................................................................. 29
Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 ............................................................................. 30
Een back-up maken van uw gegevens .............................................................................................. 31
Systeemherstel ................................................................................................................................. 31
Systeem terugzetten ......................................................................................................................... 32
Systeemherstel vanaf een herstelpartitie-image .......................................................... 32
vi
Het gebruik van met HP Recovery Creator gemaakte media voor het
besturingssysteem ......................................................................................................... 33
6 Linux installeren ......................................................................................................................................... 34
Linux-klaar systemen .......................................................................................................................................... 34
HP Linux stuurprogramma-schijven ................................................................................................................... 35
Installatie van Red Hat Enterprise Linux (RHEL) ................................................................................................. 35
HP stuurprogrammaschijf ................................................................................................................. 35
Installatie met de HP Red Hat Linux driver-media ........................................................................... 36
Installatie van SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED) ....................................................................................... 36
Installatie van SLED met de HP stuurprogrammaschijf ................................................................... 36
Ubuntu installeren ............................................................................................................................................... 37
Met behulp van de HP stuurprogrammaschijf .................................................................................. 37
Niet-gestandaardiseerde grasche stuurprogramma's ..................................................................................... 37
7 Het werkstation bijwerken ........................................................................................................................... 38
Het werkstation bijwerken nadat hij voor het eerst is opgestart ....................................................................... 38
Het BIOS bijwerken .............................................................................................................................................. 38
Het bepalen van de huidige BIOS-versie ........................................................................................... 38
BIOS upgraden ................................................................................................................................... 39
Apparaatstuurprogramma's upgraden ............................................................................................................... 39
8 Diagnoseprogramma's en elementaire problemen oplossen ............................................................................ 40
Ondersteuning bellen .......................................................................................................................................... 40
Identiteitsetiketten zoeken ................................................................................................................................. 41
Garantie-informatie vinden ................................................................................................................................. 41
HP hulpmiddelen en hulpprogramma's voor het oplossen van problemen ....................................................... 41
Ondersteuning online ........................................................................................................................ 41
HP Support Center .......................................................................................................... 42
HP Chat Support .............................................................................................................. 42
Customer Advisories, Customer and Security Bulletins en Customer Notices .............. 42
Proactieve wijzigingsnoticaties (PCN's) ..................................................... 42
Tips .................................................................................................................................................... 43
Bij het opstarten ............................................................................................................. 43
Tijdens het gebruik ......................................................................................................... 43
Reparatie door klant zelf ................................................................................................ 44
Overige mogelijkheden voor probleemoplossing .......................................................... 44
9 Regelmatig onderhoud ................................................................................................................................. 45
Algemene veiligheidsvoorschriften bij het reinigen ........................................................................................... 45
vii
Reinigingsproducten ............................................................................................................................................ 45
Het schoonmaken van de behuizing ................................................................................................................... 45
Toetsenbord reinigen ........................................................................................................................................... 46
De monitor reinigen ............................................................................................................................................. 46
De muis reinigen .................................................................................................................................................. 46
10 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................... 48
Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor gehandicapten) .................................................. 48
Contact opnemen met ondersteuning ................................................................................................................ 48
Index ............................................................................................................................................................. 49
viii
1 HP-hulpmiddelen zoeken
Dit gedeelte biedt informatie over de volgende informatiebronnen voor uw HP werkstation:
Productgegevens
Ondersteuning
Productdocumentatie
Productdiagnose
Productupdates
Productgegevens
Onderwerp Plaats
Technische specicaties Ga naar http://www.hp.com/go/quickspecs. Selecteer links uw regio en selecteer
vervolgens Werkstations.
Voorschriften, veiligheid en
milieukennisgevingen
Raadpleeg de handleiding Informatie over veiligheid en milieuvoorschriften voor
productkennisgevingen. Lees ook het label met kennisgevingen op de behuizing van het
werkstation.
Accessoires Voor volledige en actuele informatie over ondersteunde accessoires en onderdelen, gaat u
naar http://www.hp.com/go/workstations.
Systeemkaart Een diagram van de systeemkaart staat aan de binnenkant van het chassis (all-in-one
conguratie). Meer informatie is te vinden in de handleiding Maintenance and Service Guide
(Handleiding voor onderhoud en service) in het werkstation en op internet op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
Etiketten met serienummer,
overheids- en milieuregels, en
besturingssysteem
Etiketten met het serienummer, overheids- en milieuregels en besturingssysteem zijn op
de achterkant van het werkstation aangebracht.
Productgegevens 1
Ondersteuning
Onderwerp Plaats
Productonderste
uning
Ga voor ondersteuning in de V.S. naar http://www.hp.com/go/contactHP.
Ga voor wereldwijde ondersteuning naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html.
U kunt hier toegang krijgen tot de volgende soorten ondersteuning:
On-line chatten met een technicus van HP
E-mailondersteuning krijgen
Telefoonnummers voor ondersteuning zoeken
Een HP servicecenter zoeken
Garantie-
informatie
Voor basisinformatie over garantie, gaat nu naar http://www.hp.com/support/warranty-lookuptool.
Ga naar http://www.hp.com/go/lookuptool om een bestaand Care Pack te zoeken.
Om de standaardproductgarantie te verlengen, gaat u naar http://h20565.www2.hp.com/hpsc/wc/public/
home en maakt u een keuze uit de Gerelateerde koppelingen. HP Care Pack Services biedt upgrades van het
serviceniveau waarmee u de standaardproductgarantie uitbreidt of verlengt.
U kunt de HP beperkte garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd/dvd die
is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie
meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via
http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen. Voor producten die zijn aangekocht in
Azië/Pacisch gebied, kunt u schrijven naar HP Inc. op het volgende adres:
POD, P.O. Box 161
Kitchener Road Post Oice, Singapore 912006
Vermeld de productnaam en uw naam, telefoonnummer en postadres.
2 Hoofdstuk 1 HP-hulpmiddelen zoeken
Productdocumentatie
Onderwerp Plaats
HP gebruikersdocumentatie,
whitepapers en documentatie van
externe leveranciers
Gebruikersdocumentatie bevindt zich op uw vaste schijf. In Windows
®
10 selecteert u
Start, daarna Alle apps, vervolgens HP en vervolgens HP-documentatie. In Windows 7,
selecteert u Start, selecteert u daarna HP Help en ondersteuning en selecteert u
vervolgens
HP-documentatie. Ga voor de nieuwste online documentatie naar
http://www.hp.com/support/workstation_manuals. De documentatie bevat deze
gebruikershandleiding en de Maintenance and Service Guide (Handleiding voor onderhoud
en service).
Videos over verwijdering en
vervanging
Ga voor meer informatie over het verwijderen en vervangen van onderdelen naar
http://www.hp.com/go/sml.
Productmeldingen Subscriber's Choice is een programma van HP waarmee u zich kunt aanmelden voor
stuurprogramma- en softwarewaarschuwingen, proactieve veranderingswaarschuwingen
(PCN's), de HP-nieuwsbrief, klantadvies en nog veel meer. Meld u aan op
http://www.hp.com/go/subscriberschoice.
Technische specicaties Het Product Bulletin bevat QuickSpecs voor HP-werkstations. QuickSpecs bevatten
informatie over het besturingssysteem, voedingen, geheugen, CPU en veel meer
systeemonderdelen. Om toegang te krijgen tot QuickSpecs, gaat u naar
http://www.hp.com/go/quickspecs/.
Klantenadvies, veiligheidsbulletins
en kennisgevingen
U vindt advies, bulletins en kennisgevingen als volgt:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Selecteer het gewenste product.
3. Gebruik de schuifbalk om Advies, bulletins & kennisgevingen onder de kop
Knowledge Base te selecteren.
Productdiagnose
Onderwerp Plaats
Diagnosehulpmiddelen voor
Windows
Het hulpprogramma UEFI Diagnostics wordt op bepaalde werkstations met Windows
vooraf geïnstalleerd.
Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service)
van het werkstation, op http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
Hoorbaar geluidssignaal en
lichtcodedenities
Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service)
van het werkstation op http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
POST, foutcodes Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service)
van het werkstation op http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
Productdocumentatie 3
Productupdates
Onderwerp Plaats
Updates van stuurprogramma's en
BIOS
Ga naar http://www.hp.com/go/workstationsupport om na te gaan of u beschikt over de
nieuwste stuurprogramma's voor het werkstation.
Ga als volgt te werk om tijdens het opstarten de actuele BIOS van het werkstation te
bepalen:
1. Start het werkstation op en druk tijdens het opstarten op Esc.
2. Druk op F10 om Computer Setup (F10) te starten.
3. Ga naar Hoofdpagina en selecteer vervolgens Systeeminformatie. Noteer de BIOS-
versie en datum zodat u deze kunt vergelijken met de BIOS-versies op de website van
HP.
In Windows 7 kunt u het BIOS-versienummer ook vinden door volgende stappen te volgen:
1. Selecteer achtereenvolgens Start, Alle programma's, Accessoires, Systeemwerkset
en Systeeminformatie.
2. U vindt rechts de BIOS-versie/datum.
3. Noteer de BIOS-versie zodat u deze kunt vergelijken met de versies op de HP website.
Besturingssystemen Ga voor meer informatie naar de volgende locaties:
Windows-besturingssystemen, ga naar http://www.support.microsoft.com.
Ga voor Linux
®
-besturingssystemen naar http://www.linux.com.
4 Hoofdstuk 1 HP-hulpmiddelen zoeken
2 Functies van de HP Z1 G3-workstations
Ga voor volledige en actuele informatie over ondersteunde accessoires en onderdelen voor het werkstation
naar http://partsurfer.hp.com.
Onderdelen
Voorkant en bovenkant
1 Schuifknop van privacysluiter webcam 4 Camera
2 Linker en rechter digitale microfoons 5 Luidsprekers
3 Webcamactiviteit-LED
Onderdelen 5
Linkerkant
1 Aan/uit-knop 4 SuperSpeed USB 3.0-poorten (2)
2
Lampje voor activiteit van de vaste
schijf
5 Geheugenkaartlezer
3 Type-C USB 3.1 connector (2) 6 Headset aansluiting
6 Hoofdstuk 2 Functies van de HP Z1 G3-workstations
Achterkant
1 Bevestigingspunt voor kabelslot 5 RJ-45 (netwerk) connector
2
Ontgrendeling van het
toegangspaneel
6 USB 3.0-poorten (4)
3 Netsnoerconnector 7
Audio-uit (hoofdtelefoon)/
Audio-in (microfoon) combi-
connector
Toewijsbaar, standaard is line-
in
4 DisplayPort-connector
Onderdelen 7
Productspecicaties
Fysieke eigenschappen
Gewicht
Met standaard 10,51 kg (23,2 lbs)
Zonder standaard 7,39 kg (16,3 lbs)
Standaard alleen 3,12 kg (6,9 lbs)
Afmetingen
Staand, zonder voet Hoogte: 545,2 mm (21,5 in)
Breedte: 596,3 mm (23,5 in)
Maximale diepte: 209,5 mm (8,3 in)
Alleen eenheid Hoogte: 400,5 mm (15,8 in)
Breedte: 596,3 mm (23,5 in)
Diepte: 61 mm (2,4 in)
Omgevingsspecicaties
Temperatuur
In bedrijf: 5°C tot 35°C (40°F tot 95°F)
Buiten bedrijf: -40°C tot 60°C (-40°F tot 140°F)
OPMERKING: De bovengrens van 35°C is geldig tot een hoogte van 1524 m. Verminder met 1°C
voor elke 305 m boven de 1524 m. Op 3048 m hoogte is de maximaal toegestane temperatuur van
de omgevingslucht dus 30°C.
Relatieve
luchtvochtigheid
In bedrijf: 8% tot 85% relatieve luchtvochtigheid, niet-condenserend
Buiten bedrijf: 8% tot 90% relatieve luchtvochtigheid, niet-condenserend
Hoogte
In bedrijf: 0 tot 3048 m (10.000 ft)
Buiten bedrijf: 0 tot 9144 m (30.000 ft)
Schoktolerantie
In bedrijf: ½-sine: 40 g, 2-3ms (circa 62 cm/s)
Buiten bedrijf:
½-sine: 160 cm/s, 2-3 ms (circa 105g)
20g, vierkant: 422 cm/s
OPMERKING: De waarden gelden voor eenmalige schokken en zijn niet van toepassing bij
repeterende schokken.
Trillingstolerantie
In bedrijf (willekeurig): 0,5g (rms), 5-300 Hz, tot 0.0025 g
2
/Hz
Buiten bedrijf (willekeuring): 2,0g (rms), 5-500 Hz, tot 0.0150 g
2
/Hz
OPMERKING: De waarden gelden niet bij voortdurende trillingen.
8 Hoofdstuk 2 Functies van de HP Z1 G3-workstations
3 Het workstation installeren en gebruiken
Het workstation installeren
Beeldschermopties
Het aanpassen van het audiosignaal
Webcam gebruiken
Optionele onderdelen installeren
Beveiliging
Recyclen van product
Het workstation installeren
Plaatsing en ventilatie
Een goede ventilatie van het systeem is belangrijk voor de werking van het werkstation. Om er zeker van te
zijn dat er een goede ventilatie is:
Plaats het werkstation op een stevige, vlakke ondergrond.
Zorg voor ten minste de volgende ruimte:
12 cm (4,7 inch) vrije ruimte voor, achter, boven en onder het werkstation.
Zorg ervoor dat de temperatuur van de omgevingslucht rond het werkstation binnen de gespeciceerde
limiet blijft (zie Omgevingsspecicaties op pagina 8).
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen en de luchtgaten nooit geblokkeerd worden, om te voorkomen
dat de binnenkomende of uitgaande luchtstroom van het werkstation wordt belemmerd.
Het workstation installeren 9
Installatieprocedure
WAARSCHUWING! Om het risico van elektrische schokken of schade aan uw apparaat te verminderen:
Sluit het netsnoer aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact.
Als u het werkstation wilt afsluiten van netstroom, trekt u de stekker uit het stopcontact (in plaats van
het netsnoer los te koppelen van het werkstation).
Als het netsnoer over een geaarde stekker bevat, dient u deze in een geaard stopcontact te steken. Hef
de aarding van het netsnoer niet op door de stekker in een niet-geaard stopcontact te steken. De
aardingspen is een belangrijke veiligheidsvoorziening.
Raadpleeg voor aanvullende informatie over veiligheid en voorschriften de Informatie over voorschriften,
veiligheid en milieu
die u kunt vinden bij de gebruikershandleiding van uw product.
Positioneren van het werkstation
Met deze standaard kunt u het volgende doen:
Kantel het werkstation van –5° tot 20° vanaf het bureaublad
Pas de hoogte van het werkstation aan binnen een bereik van 110 mm (4,3 in)
Draai het werkstation van liggende naar staande weergave
Om het werkstation te kantelen, pakt u de boven- en onderkant van het werkstation beet en past u deze aan
naar de juiste hellingshoek.
Om de hoogte van het werkstation te wijzigen, pakt u beide zijkanten van het werkstation beet en tilt u het op
of laat u het zakken naar de juiste hoogte.
Het werkstation laten hellen:
BELANGRIJK: In staande modus is de hellingshoek beperkt als er een kabelslot is geïnstalleerd.
1. Verplaats de standaard naar de rand van het bureau.
2. Pak de beide zijkanten van het werkstation beet en laat het werkstation zakken naar de gewenste
positie.
3. Pak de boven- en onderkant van het werkstation beet en kantel het werkstation in de gewenste stand.
10 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren en gebruiken
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat de HP-logo aan de voorkant van het werkstation zich ofwel aan de
onderkant ofwel aan de rechterkant bevindt wanneer u de werkstationstand wijzigt naar liggend of staand.
Voor het wijzigen van liggend naar staand, doet u het volgende:
1. Til het werkstation (1) naar de hoogste positie om ruimte te krijgen.
2. Kantel het werkstation (2) terug om ruimte te bieden.
3. Pak de linkerbovenhoek en rechterbenedenhoek van het werkstation (3) beet en til de
rechterbenedenhoek omhoog tot het werkstation (4) zich in de staande positie bevindt.
Voor het wijzigen van staand naar liggend, doet u het volgende:
1. Til het werkstation naar de hoogste positie om ruimte te krijgen.
2. Pak de linkerbovenhoek en rechterbenedenhoek van het werkstation beet en til de rechterbenedenhoek
omhoog tot het werkstation zich in liggende positie bevindt.
Het werkstation monteren
De standaard verwijderen
U verwijdert de standaard als volgt:
1. Verwijder alle verwijderbare media zoals USB-ashdrives uit het werkstation.
2. Sluit het werkstation via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
3. Neem het netsnoer uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
4. Plaats het werkstation voorzichtig met de voorzijde naar beneden op een vlak en zacht oppervlak. HP
adviseert dat u een deken, handdoek, of andere zachte stof neerlegt om de rand en het oppervlak van
het scherm tegen krassen of andere beschadigingen te beschermen.
5. Druk op de ontgrendeling onder de standaard (1).
Het workstation installeren 11
6. Til de standaard omhoog (2) en trek vervolgens de haken van de standaard uit het werkstation (3).
Het werkstation op een montagevoorziening monteren
Het werkstation kan aan een muur, op een zwenkarm of een andere armatuur worden bevestigd.
OPMERKING: Dit apparaat is ontworpen om ondersteund te worden door een muurbevestiging die voldoet
aan de UL- of CSA-standaarden.
Als u het werkstation aan een zwenkarm (afzonderlijk verkrijgbaar) wilt bevestigen, steekt u vier M4 x
10-mm schroeven door de gaten in de plaat van de zwenkarm in de bevestigingsgaten van het
werkstation.
VOORZICHTIG: Het beeldscherm is voorzien van VESA-compatibele schroefgaten met een onderlinge
afstand van 100 mm. Voor bevestiging van het werkstation aan een montagevoorziening van een
andere leverancier zijn vier M4 x 10 mm bouten nodig. Deze schroeven moeten zijn meegeleverd in de
montageset van de betreende leverancier. Langere schroeven mogen niet worden gebruikt, omdat die
het werkstation kunnen beschadigen. Het is belangrijk dat u controleert of de montageoplossing van de
fabrikant voldoet aan de VESA-norm en geschikt is om het gewicht van het werkstation te
ondersteunen. Voor optimale prestaties is het belangrijk het netsnoer en andere kabels te gebruiken die
met het werkstation zijn meegeleverd.
Als u het werkstation aan een andere voorziening wilt monteren, volgt u de instructies bij die
bevestigingsvoorziening om te zorgen dat het werkstation veilig wordt gemonteerd.
OPMERKING: Zorg ervoor dat het HP-logo zich aan de voorkant ofwel aan de onderzijde of de
rechterkant van het werkstation bevindt.
Het werkstation aansluiten
1. Sluit het netsnoer en de randapparatuur aan.
12 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren en gebruiken
2. Sluit het werkstation aan op een geaard stopcontact (1) en schakel het werkstation in (2).
3. Verbind het apparaat met internet via de functie voor draadloze verbinding of met een RJ-45-
netwerkkabel.
Voor het instellen van een WLAN en om verbinding te maken met internet hebt u een breedbandmodem
nodig (DSL of kabel) (afzonderlijk verkrijgbaar), een snelle internetservice aangeschaft via een
internetserviceprovider en een draadloze router (afzonderlijk aan te schaen).
Bluetooth-apparaten aansluiten
Het werkstation ondersteunt Bluetooth. Een draadloos Bluetooth-apparaat verbinden:
1. Laat uw Bluetooth-apparaat een radiosignaal uitzenden zodat het herkend wordt door het werkstation
(raadpleeg de documentatie van het apparaat).
2. In het Windows Conguratiescherm gaat u naar Hardware en geluiden en vervolgens naar Apparaten
en printers.
Als uw Bluetooth-apparaat een printer is, selecteert u Printer toevoegen, daarna selecteert u
Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen en volgt u de instructies op
het scherm.
Voor alle overige apparaten, selecteert u Een apparaat toevoegen, daarna selecteert u Bluetooth-
apparaten en volgt u de instructies op het scherm.
Bluetooth-apparaten uitschakelen
De Bluetooth-functies kunnen worden uitgeschakeld via het systeem-BIOS, het besturingssysteem of door
het verwijderen van de modules voor draadloze communicatie van het systeem.
Het workstation installeren 13
OPMERKING: Het uitschakelen van de Bluetooth-functies via het systeem-BIOS of door verwijdering van de
draadloze modules van het systeem zal ook de WLAN-functionaliteit uitschakelen.
Om de Bluetooth-functies uit te schakelen met behulp van het systeem-BIOS, doet u het volgende:
1. Druk op F10 tijdens het opstarten van het systeem om toegang te krijgen tot BIOS-setup.
2. Zoek en selecteer het menu Geavanceerd uit de beschikbare menuselectie weergegeven aan de
bovenkant van het scherm.
3. Selecteer Systeemopties.
4. Selecteer M.2 WLAN/BT.
5. Gebruik de pijltoetsen om Ingeschakeld te wijzigen in Uitgeschakeld en druk daarna op F10 om de
wijziging te accepteren.
6. Selecteer Bestand uit de kopmenu's en vervolgens selecteert u Wijzigingen opslaan en afsluiten.
Om de Bluetooth-functies in Windows 10 uit te schakelen, doet u het volgende:
1. Wijzig Bekijken per vanuit Categorie in Groot Pictogram of Klein Pictogram.
2. In het Conguratiescherm, gaat u naar Apparaatbeheer.
3. Vouw Bluetooth uit.
4. Selecteer Intel® Wireless Bluetooth® 4.0 + HS-adapter om het menu te openen.
5. Ga naar het menu Stuurprogramma en selecteer Uitschakelen.
6. Selecteer Ja.
7. Om opnieuw in te schakelen, selecteert u Inschakelen.
Om de Bluetooth-functies in Windows 7 uit te schakelen, doet u het volgende:
1. Wijzig Bekijken per vanuit Categorie in Groot Pictogram of Klein Pictogram.
2. In het Conguratiescherm, gaat u naar Apparaatbeheer.
3. Vouw Bluetooth-radio's uit.
4. Zoek Intel® Wireless Bluetooth® 4.0-adapter.
5. Selecteer Uitschakelen.
6. Selecteer Ja.
7. Om opnieuw in te schakelen, selecteert u Inschakelen.
Voor het verwijderen van modules voor draadloze communicatie, raadpleegt u een van de volgende websites
voor informatie over verwijderen en terugplaatsen van componenten:
Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) voor uw
werkstation op http://www.hp.com/support/workstation_manuals
Video's van uw werkstation op http://www.hp.com/go/sml
WLAN uitschakelen
OPMERKING: Op het HP Z1 G3 Workstation is WLAN standaard ingeschakeld.
OPMERKING: Door het uitschakelen van de WLAN-functionaliteit via het systeem-BIOS of door verwijdering
van de draadloze modules van het systeem, worden ook de Bluetooth-functies uitgeschakeld.
14 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren en gebruiken
De WLAN kan worden uitgeschakeld via het systeem-BIOS of het besturingssysteem of door het verwijderen
van de modules voor draadloze communicatie uit het systeem.
Om WLAN uit te schakelen met behulp van het systeem-BIOS, doet u het volgende:
1. Druk op F10 tijdens het opstarten van het systeem om toegang te krijgen tot BIOS-setup.
2. Zoek en selecteer het menu Geavanceerd uit de beschikbare menuselectie weergegeven aan de
bovenkant van het scherm.
3. Selecteer Systeemopties.
4. Selecteer M.2 WLAN/BT.
5. Selecteer Uitgeschakeld en druk op F10 om de wijziging te accepteren.
6. Selecteer Bestand uit de kopmenu's en vervolgens selecteert u Wijzigingen opslaan en afsluiten.
Om WLAN in Windows 10 uit te schakelen, doet u het volgende:
1. Wijzig Bekijken per vanuit Categorie in Groot Pictogram of Klein Pictogram.
2. In het Conguratiescherm, gaat u naar Apparaatbeheer.
3. Vouw Netwerkadapters uit.
4. Selecteer Intel® Dual Band Wireless-AC 8260.
5. Ga naar het menu Stuurprogramma.
6. Selecteer Uitschakelen.
7. Selecteer Ja.
8. Om opnieuw in te schakelen, selecteert u Inschakelen.
Om WLAN in Windows 7 uit te schakelen, doet u het volgende:
1. Wijzig Bekijken per vanuit Categorie in Groot Pictogram of Klein Pictogram.
2. In het Conguratiescherm, gaat u naar Apparaatbeheer.
3. Vouw Netwerkadapters uit.
4. Selecteer Intel® Dual Band Wireless-AC 8260.
5. Selecteer Uitschakelen.
6. Selecteer Ja.
7. Om opnieuw in te schakelen, selecteert u Inschakelen.
Voor het verwijderen van modules voor draadloze communicatie, raadpleegt u een van de volgende websites
voor informatie over verwijderen en terugplaatsen van componenten:
Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) voor uw
werkstation op http://www.hp.com/support/workstation_manuals
Video's van uw werkstation op http://www.hp.com/go/sml
Beeldschermopties
De helderheid van het beeldscherm aanpassen
Het HP Z1 G3 Workstation maakt gebruik van twee methoden om de helderheid van het display te regelen.
Beeldschermopties 15
De instellingen voor de achtergrondverlichting bepalen alleen de algehele helderheid van het
beeldscherm bedieningspaneel.
De kleurhelderheidsinstellingen van de pixels bepalen de kleurintensiteit van de individuele pixels voor
het beeldscherm en een externe monitor. Het wijzigen van de kleurhelderheid van de pixels zal de kleur
van de pixels en de kleuren van uw beeldscherm beïnvloeden.
Besturing van de helderheid van het beeldscherm
Helderheid van achtergrondlicht van beeldscherm
Windows biedt twee methoden voor het regelen van de helderheid van de achtergrondverlichting van het
beeldscherm. Deze twee opties passen de helderheid aan van de achtergrondverlichting van 100% naar 30%.
1. Selecteer Conguratiescherm.
2. Wijzig Bekijken per vanuit Categorie in Grote pictogrammen of Kleine pictogrammen.
3. Selecteer Energie-opties.
4. Verplaats de schuifregelaar voor de helderheid van het scherm onderaan het venster om aanpassingen
te maken.
– of –
1. Selecteer Start, Alle programma's, Productiviteit en hulpmiddelen en vervolgens HP My Display.
2. Selecteer Aanpassen.
3. Verplaats de schuifregelaar om aanpassingen te maken.
De helderheid van het beeldscherm en een optionele externe monitor regelen
De helderheid van de pixelkleur wordt bediend met de Intel
®
iGFx- of de MXM™-besturingsinterface. Beide
controllers kunnen het interne beeldscherm en een optionele externe monitor aanpassen. Deze aanpassing
heeft invloed op de helderheid van de individuele RGB-pixels en op de kleuren van de pixels.
Intel iGFx aanpassingen voor het beeldscherm
1. Rechtsklik op een leeg gebied van het bureaublad om het systeembedieningsvenster voor het scherm te
openen. Selecteer Grasche eigenschappen.
2. Selecteer de optie Beeldscherm. Hiermee opent u het conguratiescherm van het beeldscherm.
3. Vanaf de linkerkant van het conguratiescherm selecteert u Kleurinstellingen.
4. Klik op het vervolgkeuzemenu Beeldscherm en selecteer Ingebouwd scherm.
5. De helderheidschuifbalk is ingesteld op 0%. Beweeg de schuifregelaar om de helderheid in te stellen,
omhoog tot 100% of omlaag tot -60%.
Intel IGFx aanpassingen van de pixelkleuren voor een optionele externe monitor
1. Rechtsklik op een leeg gebied van het bureaublad om het systeembedieningsvenster voor het scherm te
openen. Selecteer Grasche eigenschappen.
2. Selecteer de optie Beeldscherm. Hiermee opent u het conguratiescherm van het beeldscherm.
3. Vanaf de linkerkant van het conguratiescherm selecteert u Kleurinstellingen.
16 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren en gebruiken
4. Open het vervolgkeuzemenu monitor en onder Externe monitor, selecteert u vervolgens de vermelding
van uw monitor. Als bijvoorbeeld een ZR2740w-monitor is aangesloten, selecteer dan Digital Display
ZR2740w.
5. De helderheidschuifbalk is ingesteld op 0%. Verplaats de schuifregelaar omhoog of omlaag om de
helderheid aan te passen.
MXM controller aanpassingen van de pixelkleuren voor het beeldscherm
1. Rechtsklik op een leeg gebied van het bureaublad om het systeembedieningsvenster voor het scherm te
openen. Selecteer het NVIDIA-conguratiescherm.
2. Selecteer het pictogram van het HP Z1 G3-beeldscherm. Een groen kader verschijnt rond het pictogram.
3.
Selecteer links in het NVIDIA
®
-conguratiescherm Bureaubladkleurinstellingen aanpassen en selecteer
het beeldscherm om de instellingen aan te passen.
4. Selecteer de optie Gebruik NVIDIA-instellingen.
5. De helderheidschuifbalk is ingesteld op 50%. Verplaats de schuifregelaar omhoog of omlaag om de
helderheid aan te passen.
6. Selecteer onderin het venster op Toepassen of OK om de wijzigingen op te slaan.
MXM controller aanpassingen van de pixelkleuren voor een optionele externe monitor
1. Rechtsklik op een leeg gebied van het bureaublad om het systeembedieningsvenster voor het scherm te
openen. Selecteer het NVIDIA-conguratiescherm.
2. Selecteer het pictogram van uw optionele externe monitor. Een groen kader verschijnt rond het
pictogram.
3. Selecteer links in het NVIDIA-conguratiescherm Bureaubladkleurinstellingen aanpassen en selecteer
de optionele externe monitor om de instellingen aan te passen.
4. Selecteer de optie Gebruik NVIDIA-instellingen.
5. De helderheidschuifbalk is ingesteld op 50%. Verplaats de schuifregelaar omhoog of omlaag om de
helderheid aan te passen.
6. Selecteer onderin het venster op Toepassen of OK om de wijzigingen op te slaan.
Beeldschermopties 17
Een optionele externe monitor toevoegen
Voor het aansluiten van een monitor op het werkstation:
1. Bepaal de juiste kabel en/of benodigde adapter voor de aansluiting van de monitor.
Monitor Benodigde aansluiting
DisplayPort DisplayPort-kabel
Of
USB Type-C-naar-DisplayPort adapter
VGA DisplayPort naar VGA-adapter met VGA-kabel
Of
USB Type-C-naar-VGA adapter
DVI DisplayPort naar DVI-adapter met DVI-D-kabel
Dual-Link (DVI) DisplayPort naar DLDVI-adapter met Dual-Link-
kabel
HDMI DisplayPort naar HDMI-adapter met HDMI-kabel
Of
USB Type-C-naar-HDMI adapter
2. Sluit het DisplayPort-einde van de kabel/adapter aan op de DisplayPort-connector op de achterkant van
het werkstation.
Of
Sluit het USB Type-C-einde van de kabel/adapter aan op de USB Type C-connector op de linkerkant van
het werkstation.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de optionele extra monitor.
4. Zet de monitor aan. Als het werkstation Windows gebruikt en er een grasch stuurprogramma
geïnstalleerd is, zal het werkstation de optionele externe monitor automatisch herkennen en als scherm
gebruiken.
Het aanpassen van het beeldscherm of een optionele externe monitor
U kunt de vernieuwingsfrequentie, schermresolutie, kleurinstellingen, tekengrootte en
energiebeheerinstellingen van het beeldschermr van het werkstation en dat van de optionele externe monitor
handmatig selecteren of wijzigen. Gebruik het conguratiescherm van de grasche kaart (MXM-kaart of
geïntegreerde grasche kaart) of kies Conguratiescherm. Selecteer Vormgeving en persoonlijke
instellingen, Beeldscherm, en pas vervolgens een van de beschikbare instellingen aan.
Raadpleeg de documentatie van de monitor voor meer informatie over de conguratie van een optionele
externe monitor.
18 Hoofdstuk 3 Het workstation installeren en gebruiken
Het aanpassen van het audiosignaal
Er is geen hardware volumeregeling op het HP Z1 G3 Workstation. (Sommige toetsenborden beschikken
echter over volumeknoppen, meestal in de rechterbovenhoek.)
Het volume kan worden aangepast met de hoofdbediening van het besturingssysteem (OS) of de
software-bediening van de audiospeler.
De hoofdbediening van het besturingssysteem en de software-bediening van de audiospeler zijn
onafhankelijk van elkaar. Ze zijn echter gelijktijdig werkzaam en hebben invloed op het totale volume
van het audiosignaal.
Als het audiosignaal niet hoorbaar is, controleer dan de hoofdbediening van het besturingssysteem en
de software-bediening van de audiospeler om zeker te zijn dat beide niet te laag zijn ingesteld.
Webcam gebruiken
De webcam werkt automatisch met alle webcamsoftware.
Als de webcam actief is, ziet u een wit lampje branden. De vaste-focus lens presteert het beste op een afstand
van een halve meter.
Met de webcam privacyshutter schuif-schakelaar aan de bovenkant van het werkstation kunt u de
cameralens afdekken.
Optionele onderdelen installeren
U kunt extra onderdelen aan uw werkstation toevoegen, zoals geheugen, harde schijven en draadloze
modules.
U vindt videos over de installatie van onderdelen op http://www.hp.com/go/sml.
Raadpleeg voor installatierichtlijnen en technische informatie de Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor onderhoud en service) op http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
Beveiliging
U kunt uw werkstation beveiligen door hem met een slot aan de beveiligingskabel te bevestigen. Het
werkstation heeft diverse veiligheidskenmerken die het risico op diefstal verkleinen of waarschuwen tegen
inbraak in de behuizing. Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en
service) voor informatie over extra hardware- en softwarebeveiliging die beschikbaar is voor uw systeem.
Recyclen van product
HP adviseert klanten gebruikte elektronische apparatuur, originele HP printcartridges en oplaadbare
batterijen te recyclen.
Voor informatie over het recyclen van HP-onderdelen of -producten, gaat u naar http://www.hp.com/go/
recycle.
Het aanpassen van het audiosignaal 19
4 Instellen, back-ups maken, herstellen en
terugzetten van Windows 10
Dit hoofdstuk biedt informatie over de installatie en updates van het besturingssysteem Windows 10. Het
bevat de volgende onderwerpen:
Activeren en aanpassen van de software
Het werkstation uitschakelen
Meer informatie
Als u problemen ondervindt
Back-ups maken, herstellen en terugzetten in Windows 10
Activeren en aanpassen van de software
Nadat u het besturingssysteem hebt geïnstalleerd, is aanvullende informatie beschikbaar in de online Help.
OPMERKING: Laat ruim 10 cm ruimte vrij aan de achterkant van de systeemkast en boven de monitor voor
de benodigde ventilatie.
Eerste installatie van het Windows-besturingssysteem
De eerste keer dat u het werkstation inschakelt, wordt automatisch het besturingssysteem geïnstalleerd en
geactiveerd. Dit neemt 5 tot 10 minuten in beslag. Volg zorgvuldig de instructies op het scherm om de eerste
installatie te voltooien.
We raden aan om uw werkstation bij HP te registreren tijdens het opzetten van het besturingssysteem zodat
u belangrijke software-updates kunt ontvangen, vragen ter ondersteuning kunt verwerken, en inschrijven
voor speciale aanbiedingen.
VOORZICHTIG: Nadat het installatieproces is gestart, mag u HET WORKSTATION NIET UITSCHAKELEN
TOTDAT DE PROCEDURE IS VOLTOOID. Als u het werkstation tijdens het installatieproces uitschakelt, is het
mogelijk dat de besturingssoftware beschadigd raakt of niet op de goede manier wordt geïnstalleerd.
Het beeldscherm van de monitor aanpassen
U kunt desgewenst de vernieuwingssnelheden van de monitor, schermresolutie, kleurinstellingen,
lettergrootten en energiebeheerinstellingen selecteren of wijzigen.
Raadpleeg voor meer informatie de online documentatie bij het hulpprogramma van de grasche controller
of de documentatie van de monitor.
Rechtsklik op het bureaublad van Windows en klik op Aan persoonlijke voorkeur aanpassen of op
Schermresolutie om de weergave-instellingen te wijzigen.
– of –
Klik op het pictogram Start, klik op Instellingen en klik vervolgens op Persoonlijke instellingen.
20 Hoofdstuk 4 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 10
Het werkstation uitschakelen
U schakelt het werkstation op de juiste manier uit door eerst het besturingssysteem af te sluiten.
VOORZICHTIG: HP raadt niet aan om de aan / uitknop ingedrukt te houden voor het uitschakelen van het
systeem. Daardoor kunnen gebruikersgegevens verloren gaan en het opslagapparaat kan beschadigen. Als
het systeem instabiel wordt terwijl geen ander alternatief beschikbaar is, geef dan het systeem voldoende
tijd om volledig te ontwaken als u het werkstation opnieuw opstart. Dit kan enkele minuten duren, met name
bij aparaten met een grotere capaciteit of solid state apparaten. Raadpleeg voor meer informatie, risico's van
onverwachte stroomstoring op de solid-state drives op http://www8.hp.com/h20195/v2/GetPDF.aspx/
4AA6-1470ENW.pdf. U kunt HP werkstation whitepapers ook opvragen via HP Performance Advisor.
Klik op het pictogram Start, klik dan op het pictogram Energie en selecteer daarna Afsluiten.
– of –
Typ in de taakbalk instellingen, selecteer Instellingen, typ sluiten en klik vervolgens op De pc
uitzetten
.
Meer informatie
OPMERKING: De volgende publicaties zijn beschikbaar op de vaste schijf van het werkstation.
Getting Started (Aan de slag) —helpt u bij het aansluiten van het werkstation en randapparatuur en het
instellen van de op de fabriek geïnstalleerde software. U vindt hier ook informatie waarmee u
eenvoudige problemen kunt oplossen die zich tijdens de eerste conguratie kunnen voordoen.
Naslaggids voor de hardware—hierin vindt u een overzicht van de producthardware en instructies voor
het upgraden, verwijderen en vervangen van hardwareonderdelen. bevat informatie over RTC-batterijen,
geheugen, en voeding.
Maintenance and Service Guide (Handleiding voor onderhoud en service, alleen in het Engels
beschikbaar)—Hierin vindt u informatie over het verwijderen en vervangen van hardwareonderdelen,
het oplossen van problemen, bureaubladbeheer, Setup-programma's, veiligheid, dagelijks onderhoud,
toewijzing van connectorpinnen, POST-foutberichten, diagnoselampjes en foutcodes.
Informatie over veiligheid en voorschriften—Bevat veiligheidsvoorschriften en kennisgevingen conform
de richtlijnen in de Verenigde Staten, Canada en andere landen/regio's.
Als u problemen ondervindt
Er zijn verschillende manieren om mogelijke problemen te diagnosticeren en op te lossen. HP levert
verschillende eigen diagnostische hulpmiddelen maar we adviseren een sequentiële benadering van de
probleemoplossing die eerst de basisoorzaken aanpakt en daarna doorgaat tot de meest complexe oorzaak.
De stappen omvatten:
Visuele inspectie
Knipper- of geluidscodes
HP PC Hardware Diagnostics
HP Support (DDC/CI ondersteuning)
Systeemherstel (Microsoft)
Systeemherstel
Het werkstation uitschakelen 21
Eenvoudige problemen oplossen
Informatie over het oplossen van problemen vindt u in de uitgebreide Maintenance and Service Guide
(Handleiding voor onderhoud en service, alleen in het Engels beschikbaar) die u onder Reference Library
(Referentiebibliotheek) vindt op http://www.hp.com/support. Selecteer uw land en taal, selecteer Product
Support & Troubleshooting (Productondersteuning en probleemoplossing), typ het modelnummer van het
werkstation en druk op Zoeken.
Knipper- of geluidscodes: Betekenis van POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via
geluidssignalen
Als de voedings-LED op de linkerkant van het werkstation knippert of u hoort geluidssignalen, raadpleegt u
de Maintenance and Service Guide (Handleiding voor onderhoud en service, alleen in het Engels beschikbaar)
voor de betekenis ervan en de aanbevolen handelingen.
HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
De HP PC Hardware Diagnostic-hulpprogramma's vereenvoudigen het diagnosticeren van hardwareproblemen
en maken het ondersteuningsproces mogelijk als problemen zijn aangetroen. De hulpmiddelen sparen tijd
uit door de component aan te wijzen die vervangen moet worden.
Isoleer echte hardwarestoringen: De diagnoses worden buiten het besturingssysteem uitgevoerd zodat
ze eiciënt hardwarestoringen scheiden van problemen die veroorzaakt kunnen zijn door het
besturingssysteem of andere software-componenten.
Fout-ID: Als een fout is gedetecteerd waarvoor hardware vervangen moet worden, wordt een 24-
cijferige fout-id gegenereerd. Deze id kan dan worden doorgegeven aan de agent die ondersteuning kan
plannen of vervangende onderdelen leveren.
Het openen en uitvoeren van HP PC Hardware Diagnostics
U kunt de diagnoses op drie plekken uitvoeren, afhankelijk van uw voorkeuren en de gezondheid van het
werkstation.
1. Schakel het werkstation in en druk meerdere malen op Esc totdat het BIOS-startmenu verschijnt.
2. Druk op F2 of selecteer System diagnostics (F2).
Door op F2 te drukken, gaat het systeem op de volgende locaties naar de diagnostiek zoeken:
a. Een aangesloten USB-station
b. De vaste schijf
c. Een kernset van diagnostische programma's in het BIOS (voor geheugen en vaste schijf) die alleen
beschikbaar zijn als de versies op USB-stick of vaste schijf niet gedetecteerd zijn
HP PC Hardware Diagnostics naar een USB-apparaat downloaden
OPMERKING: De instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) zijn alleen
beschikbaar in het Engels.
Er zijn twee opties voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics naar een USB-apparaat:
Optie 1: HP PC diagnose-startpagina: biedt toegang tot de nieuwste versie van UEFI
1. Ga naar http://hp.com/go/techcenter/pcdiags.
2. Klik op de koppeling UEFI Download en selecteer vervolgens Uitvoeren.
22 Hoofdstuk 4 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 10
Optie 2: Support and Drivers-pagina's: bieden downloadmogelijkheden voor een speciek product voor
eerdere en latere versies
1. Ga naar http://www.hp.com.
2. Wijs boven aan de pagina Ondersteuning aan en klik vervolgens op Drivers downloaden.
3. Voer de productnaam in het tekstvak in en klik op Ga.
– of –
Klik op Nu zoeken zodat HP uw product automatisch kan detecteren.
4. Selecteer achtereenvolgens het model van uw werkstation en uw besturingssysteem.
5. Klik in het gedeelte Diagnostic op HP UEFI Support Environment (Omgeving voor HP UEFI-
ondersteuning).
– of –
Klik op Downloaden en selecteer Uitvoeren.
Voordat u belt voor technische ondersteuning
WAARSCHUWING! Wanneer het werkstation is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart
altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel ten gevolge van elektrische schokken of
hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne onderdelen
van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Als er een probleem met het werkstation is, probeert u aan de hand van de onderstaande maatregelen de
oorzaak van het probleem te achterhalen zoals hiervoor is beschreven en hieronder samengevat vóórdat u
belt om technische ondersteuning te vragen.
Controleer of het aan/uit-lampje links op de voorkant op het werkstation knippert en luister of u enkele
pieptonen uit het werkstation hoort komen. De knipperende lampjes en/of pieptonen zijn foutcodes die
u kunnen helpen om het probleem vast te stellen. Raadpleeg de Maintenance and Service Guide
(Handleiding voor onderhoud en service, alleen in het Engels beschikbaar) voor details.
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, sluit u de monitor aan op een andere
monitorconnector op het werkstation (indien aanwezig). U kunt ook tijdelijk een andere monitor
aansluiten waarvan u weet dat deze goed functioneert.
Als u binnen een netwerk werkt:
Gebruik een andere netwerkkabel om het werkstation met het netwerk te verbinden.
Sluit een ander werkstation met een andere kabel op het netwerk aan.
Als dit het probleem niet oplost, is de netwerkaansluiting op uw werkstation of in de muur mogelijk
defect.
Als u onlangs nieuwe hardware hebt toegevoegd, verwijdert u de hardware.
Als u onlangs nieuwe software hebt geïnstalleerd, verwijdert u de software.
Tevens is uitgebreide technische ondersteuning online beschikbaar op http://www.hp.com/support.
Als het werkstation inschakelt maar niet het besturingssysteem wil starten, kunt u het “pre-boot”
diagnose-hulpprogramma HP PC Hardware Diagnostics gebruiken.
Als het werkstation het besturingssysteem opstart en toegang tot internet beschikbaar is, kunt u HP
Instant Support Professional Edition vinden op http://www.hp.com/go/ispe.
Als u problemen ondervindt 23
Bezoek het Business Support Center (BSC) op http://www.hp.com/go/bizsupport voor actuele online
informatie, software, stuurprogramma's en aankondigingen en een wereldwijde gemeenschap van HP
gebruikers en HP experts.
Tevens is uitgebreide technische ondersteuning beschikbaar op http://www.hp.com/support.
Als het noodzakelijk is dat u telefonisch contact opneemt met HP voor ondersteuning, houd dan rekening met
de volgende punten om te zorgen dat u goed geholpen kunt worden:
Zorg dat u aan het werkstation zit wanneer u belt.
Schrijf voordat u belt het ID-nummer van het product op, evenals de serienummers van het werkstation
en de monitor, en het fout-id dat door het diagnoseprogramma wordt afgegeven als dit van toepassing
is.
Reserveer voldoende tijd om het probleem samen met de ondersteuningsmedewerker op te lossen.
OPMERKING: Voor verkoopinformatie en garantie-uitbreidingen (HP Care Packs) neemt u contact op met uw
HP Business of Service Partner.
Back-ups maken, herstellen en terugzetten in Windows 10
Dit gedeelte geeft informatie over de volgende processen. De informatie in dit gedeelte betreft de
standaardprocedure voor de meeste producten.
Terugzetmedia en back-ups maken
Het systeem herstellen en terugzetten
Ga voor aanvullende informatie naar Help en ondersteuning.
Typ help in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Help en ondersteuning.
OPMERKING: Voor het maken van terugzetmedia moet u beschikken over hetzij een hoge kwaliteit leeg
USB-ashdrive of een externe optischeschijfeenheid met de mogelijkheid DVD's te schrijven. Als u een
optischeschijfeenheid gebruikt, moet u alleen lege DVD-R, DVD + R, DVD-R DL of DVD + R DL schijven van hoge
kwaliteit gebruiken. Gebruik geen lees/schrijf-schijven zoals cd±rw, dvd±rw, dubbellaags dvd±rw en bd-re
(herschrijfbare Blu-ray-schijven); deze zijn niet compatibel met de HP Herstelbeheer-software. Een
compatibele externe optische-schijfeenheid kan bij HP worden aangeschaft.
Terugzetmedia en back-ups maken
De volgende methoden voor het maken van terugzetmedia en back-ups zijn alleen op bepaalde producten
beschikbaar. Kies de beschikbare methode, afhankelijk van het model van uw werkstation.
Gebruik HP Recovery Manager voor het maken van terugzetmedia van HP nadat u het werkstation met
succes heeft geïnstalleerd. Met deze stap wordt een back-up gemaakt van de HP Terugzetpartitie op het
werkstation. De back-up kan gebruikt worden om het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw te
installeren wanneer de vaste schijf beschadigd of vervangen is. Zie HP Terugzetmedia maken (alleen
bepaalde producten) op pagina 25 voor informatie over het maken van herstelmedia. Zie
Hulpprogramma's van Windows gebruiken op pagina 26 voor informatie over de herstelopties die
beschikbaar zijn met de herstelmedia.
Gebruik de hulpprogramma's van Windows voor het maken van systeemherstelpunten en back-ups van
persoonlijke gegevens.
Zie HP Herstelbeheer herstellen op pagina 27 voor meer informatie.
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.
24 Hoofdstuk 4 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 10
HP Terugzetmedia maken (alleen bepaalde producten)
Controleer indien mogelijk of de HP Terugzetpartitie en de Windows-partitie aanwezig zijn. Selecteer
Verkenner vanuit het startscherm.
Als de Windows-partitie en de HP Terugzetpartitie in het werkstation niet worden weergegeven, kunt u
terugzetmedia voor uw systeem aanvragen bij ondersteuning. Raadpleeg het boekje Worldwide
Telephone Numbers (Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning) dat bij het werkstation is
geleverd. U kunt ook contactgegevens vinden op de website van HP. Ga naar http://www.hp.com/
support, selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm.
U kunt de hulpprogramma's van Windows gebruiken voor het maken van systeemherstelpunten en back-
ups van persoonlijke gegevens, raadpleeg hiervoor Hulpprogramma's van Windows gebruiken
op pagina 26.
Als de Windows-partitie en de HP Terugzetpartitie in het werkstation niet worden weergegeven, kunt u
met HP Recovery Manager terugzetmedia maken nadat u het werkstation met succes hebt geïnstalleerd.
Met HP herstelmedia kunt u een systeemherstelprocedure uitvoeren als de vaste schijf beschadigd
raakt. Met het systeemherstel worden het originele besturingssysteem en de programma's die
standaard zijn geïnstalleerd opnieuw geïnstalleerd en de instellingen voor de programma's
gecongureerd. HP herstelmedia kan ook gebruikt worden om het systeem aan te passen of voor het
herstellen van de fabrieksimage wanneer u een vaste schijf vervangt.
U kunt slechts één set herstelmedia maken. Wees voorzichtig met deze herstelmiddelen en bewaar
ze op een veilige plaats.
HP Recovery Manager onderzoekt het werkstation en bepaalt de benodigde opslagcapaciteit voor
de vereiste media.
Voor het maken van terugzetmedia moet u beschikken over hetzij een hoge kwaliteit leeg USB-
ashdrive of een externe optischeschijfeenheid met de mogelijkheid DVD's te schrijven. Als u een
optischeschijfeenheid gebruikt, moet u alleen lege DVD-R, DVD + R, DVD-R DL of DVD + R DL
schijven van hoge kwaliteit gebruiken. Gebruik geen lees/schrijf-schijven zoals cd±rw, dvd±rw,
dubbellaags dvd±rw en bd-re (herschrijfbare Blu-ray-schijven); deze zijn niet compatibel met de
HP Herstelbeheer-software.
OPMERKING: Een compatibele externe optische-schijfeenheid kan bij HP worden aangeschaft.
De USB-ashdrive of externe optischeschijfeenheid moet rechtstreeks zijn aangesloten op een
USB-poort van het werkstation; de schijf kan niet verbonden worden met een USB-poort op een
extern apparaat, zoals een USB -hub. Als u zelf geen terugzetmedia kunt aanmaken, kunt u
terugzetmedia voor uw werkstation bij HP verkrijgen. Raadpleeg het boekje Worldwide Telephone
Numbers (Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning) dat bij het werkstation is geleverd. U
kunt ook contactgegevens vinden op de website van HP. Ga naar http://www.hp.com/support,
selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm.
Zorg ervoor dat het werkstation is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u de herstelmedia
maakt.
Dit proces kan een uur of langer duren. Onderbreek het proces niet.
U kunt het programma eventueel afsluiten voordat u klaar bent met het maken van hersteldvd's.
HP Herstelbeheer voltooit dan het branden van de huidige dvd. De volgende keer dat u HP
Recovery Manager start, wordt u gevraagd om door te gaan met het proces.
Om HP Herstelmedia te maken:
Back-ups maken, herstellen en terugzetten in Windows 10 25
1. Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de HP Recovery Manager.
2. Klik desgevraagd op Ja om het programma voort te zetten.
3. Selecteer Terugzetmedia maken en volg de instructies op het scherm.
Als u het systeem wilt herstellen, zie HP Herstelbeheer herstellen op pagina 27.
Hulpprogramma's van Windows gebruiken
U kunt herstelmedia, systeemherstelpunten en back-ups van persoonlijke gegevens maken met
hulpprogramma's van Windows.
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.
Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie en stappen.
Typ help in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Help en ondersteuning.
Herstellen en terugzetten
OPMERKING: Microsoft Windows 10 herstel herstelt naar een recent systeemherstelpunt. HP Recovery
Manager is de enige manier om de oorspronkelijke fabrieksinstellingen te herstellen. Raadpleeg
http://windows.microsoft.com/en-us/windows-10/windows-10-recovery-options voor meer informatie.
Er zijn verschillende opties om uw systeem te herstellen. Kies de methode die het best past bij uw situatie en
expertiseniveau:
BELANGRIJK: Sommige methoden zijn niet op alle producten beschikbaar.
Windows biedt verschillende opties voor het herstellen vanaf back-up, het vernieuwen van het
werkstation en het opnieuw instellen van het werkstation in de oorspronkelijke staat. Raadpleeg Help en
ondersteuning voor meer informatie.
Typ help in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Help en ondersteuning.
Als u een probleem met een vooraf geïnstalleerd(e) toepassing of stuurprogramma wilt oplossen,
gebruikt u de optie Installeer stuurprogramma's en/of toepassingen opnieuw (alleen bepaalde
producten) van HP Recovery Manager om de specieke toepassing of het stuurprogramma opnieuw te
installeren.
Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk, selecteer HP Recovery Manager, selecteer daarna
Installeer stuurprogramma's en/of toepassingen opnieuw en volg de instructies op het scherm.
Als u de Windows-partitie wilt herstellen naar de originele fabrieksinhoud, kunt u kiezen voor de optie
Systeemherstel op de HP Terugzetpartitie (alleen bepaalde producten) of de terugzetmedia van HP
gebruiken. Zie HP Herstelbeheer herstellen op pagina 27 voor meer informatie. Als u nog geen
herstelmedia hebt gemaakt, zie HP Terugzetmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 25.
Als u de originele fabriekspartitie en -inhoud van het werkstation op bepaalde producten wilt herstellen
of als u de vaste schijf hebt vervangen, gebruikt u de optie Fabrieksinstellingen herstellen van de
terugzetmedia van HP. Zie HP Herstelbeheer herstellen op pagina 27 voor meer informatie.
Als u op bepaalde producten de herstelpartitie wilt verwijderen om ruimte op de vaste schijf terug te
winnen, biedt HP Recovery Manager de optie Herstelpartitie verwijderen.
Zie De HP Terugzetpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) op pagina 28 voor meer
informatie.
26 Hoofdstuk 4 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 10
HP Herstelbeheer herstellen
Met de software HP Recovery Manager kunt u het werkstation terugzetten naar de oorspronkelijke staat door
gebruik te maken van de eerder gemaakte of bij HP verkregen terugzetmedia van HP of de HP
Terugzetpartitie (alleen bepaalde producten). Als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt, zie HP
Terugzetmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 25.
Wat u moet weten voordat u aan de slag
HP Herstelbeheer herstelt alleen software die standaard geïnstalleerd is. Om software te herstellen die
niet bij dit werkstation was geleverd moet u de software van de website van de fabrikant downloaden of
opnieuw installeren vanaf de media geleverd door de fabrikant.
BELANGRIJK: Gebruik de HP Recovery Manager alleen als laatste redmiddel om problemen met het
werkstation op te lossen.
Terugzetmedia van HP moet gebruikt worden als de vaste schijf van het werkstation vastloopt. Als u nog
geen herstelmedia hebt gemaakt, zie HP Terugzetmedia maken (alleen bepaalde producten)
op pagina 25.
Voor de optie Fabrieksinstellingen herstellen, moet u terugzetmedia van HP gebruiken (alleen bepaalde
producten). Als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt, zie HP Terugzetmedia maken (alleen bepaalde
producten) op pagina 25.
Als u met het werkstation geen terugzetmedia van HP kunt maken of als de terugzetmedia van HP niet
werkt, kunt u terugzetmedia voor het werkstation aanvragen bij ondersteuning. Raadpleeg het boekje
Worldwide Telephone Numbers (Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning) dat bij het
werkstation is geleverd. U kunt ook contactgegevens vinden op de website van HP. Ga naar
http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm.
BELANGRIJK: HP Herstelbeheer maakt niet automatisch back-ups van uw persoonlijke gegevens. Maak een
back-up van alle persoonlijke informatie die u wilt behouden, voordat u deze optie gebruikt.
Met de HP-herstelmedia kunt u uit de volgende herstelopties kiezen:
OPMERKING: Wanneer u het herstelproces start, ziet u alleen de opties die beschikbaar zijn voor het
werkstation.
Systeemherstel: Installeert het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw en congureert de
programma's die standaard geïnstalleerd waren.
Fabrieksinstellingen herstellen: hiermee herstelt u het werkstation naar de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen door alle gegevens van de vaste schijf te verwijderen en deze opnieuw te
partitioneren. Daarna wordt het besturingssysteem en de software die standaard geïnstalleerd was,
opnieuw geïnstalleerd.
Met de HP Terugzetpartitie (alleen bepaalde producten) kunt u alleen systeemherstel uitvoeren.
De HP Terugzetpartitie gebruiken (alleen bepaalde producten)
Met de HP Terugzetpartitie kunt u het systeem terugzetten zonder dat u herstelschijven of een USB-
ashdrive nodig heeft. Dit type herstel kan alleen worden gebruikt als de vaste schijf nog werkt.
Om HP Herstelbeheer te starten vanuit de HP Herstelpartitie:
1. Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Recovery Manager, en selecteer vervolgens
de
HP-herstelomgeving.
– of –
Back-ups maken, herstellen en terugzetten in Windows 10 27
Druk tijdens het opstarten van het werkstation op f11 of druk op de aan/uit-knop terwijl u f11 ingedrukt
houdt.
2. Selecteer Problemen oplossen in het menu met opstartopties.
3. Selecteer Recovery Manager, selecteer Systeemherstel en volg de instructies op het scherm.
HP Terugzetmedia gebruiken om te herstellen
U kunt HP Herstelmedia gebruiken om het oorspronkelijke systeem te herstellen. Deze methode kan worden
gebruikt als uw systeem geen HP Herstelpartitie heeft of de vast schijf niet correct werkt.
1. Maak indien mogelijk een back-up van al uw persoonlijke bestanden.
2. Plaats de terugzetmedia van HP en start het werkstation opnieuw op.
OPMERKING: Als het werkstation niet automatisch opnieuw opstart in HP Recovery Manager, wijzigt u
de opstartvolgorde van het werkstation. Zie Opstartvolgorde van het werkstation wijzigen
op pagina 28.
3. Volg de instructies op het scherm.
Opstartvolgorde van het werkstation wijzigen
Als het werkstation niet opnieuw opstart in HP Recovery Manager, kunt u de opstartvolgorde van het
werkstation wijzigen. Dit is de volgorde van apparaten in het BIOS, waar het werkstation naar
opstartinformatie zoekt. U kunt de selectie wijzigen in een optischeschijfeenheid of een USB-ashdrive.
Om de opstartvolgorde te wijzigen:
1. Plaats de HP herstelmedia.
2. Ga naar het BIOS.
Start het werkstation opnieuw, druk snel op F9 om de opstartopties weer te geven.
3. Selecteer de optische schijf of de USB/ashdrive van waaruit u wilt opstarten.
4. Volg de instructies op het scherm.
De HP Terugzetpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten)
Met HP Herstelbeheer-software kunt u de HP Herstelpartitie verwijderen om schijfruimte vrij te maken.
BELANGRIJK: Nadat u de HP Terugzetpartitie heeft verwijderd, is het niet meer mogelijk om een
systeemherstel uit te voeren of terugzetmedia van HP te maken vanuit de HP Terugzetpartitie. Maak daarom
voordat u de herstelpartitie verwijdert HP herstelmedia; Zie HP Terugzetmedia maken (alleen bepaalde
producten) op pagina 25.
OPMERKING: De optie Herstelpartitie verwijderen, is alleen beschikbaar op producten die deze functie
ondersteunen.
Ga als volgt te werk om de HP Herstelpartitie te verwijderen:
1. Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de HP Recovery Manager.
2. Selecteer Herstelpartitie verwijderen en volg daarna de instructies op het scherm.
28 Hoofdstuk 4 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 10
5 Instellen, back-ups maken, herstellen en
terugzetten van Windows 7
Dit hoofdstuk biedt informatie over installatie en updates van het besturingssysteem Microsoft Windows 7.
Het bevat de volgende onderwerpen:
Het besturingssysteem Windows 7 installeren
Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7
VOORZICHTIG: Sluit geen optionele hardware of apparaten van derden aan op het HP werkstation voordat
de installatie van het besturingssysteem is voltooid. Het toevoegen van hardware kan leiden tot fouten en
een onjuiste installatie van het besturingssysteem.
OPMERKING: Na de installatie van het besturingssysteem moet u ervoor zorgen dat de laatste BIOS,
stuurprogramma's en software-updates voor het werkstation zijn geïnstalleerd. Zie Het werkstation
bijwerken op pagina 38.
Het besturingssysteem Windows 7 installeren
VOORZICHTIG: Wanneer de installatie is gestart, mag u het werkstation niet uitschakelen totdat de
procedure is voltooid. Als u het werkstation tijdens de installatie uitschakelt, is het mogelijk dat de installatie
beschadigt raakt en de software niet goed werkt.
U kunt een compleet overzicht van alle instructies voor installatie en conguratie vinden op
http://windows.microsoft.com/en-US/windows7/help. Nadat u het besturingssysteem succesvol hebt
geïnstalleerd, vindt u extra informatie in de online help van Windows 7.
Apparaatstuurprogramma's installeren of upgraden
U moet de juiste stuurprogramma's installeren voordat u nieuwe hardware installeert. Volg de installatie-
instructies die bij elke apparaat zijn meegeleverd. Voor optimale prestaties moet het besturingssysteem
voorzien zijn van de meest recente updates, patches en servicepacks. Zie http://www.hp.com voor door HP
gekwaliceerde stuurprogramma's. Raadpleeg voor extra stuurprogramma's en informatie over software-
updates Het werkstation bijwerken op pagina 38.
Bestanden en instellingen overzetten
Het Windows besturingssysteem biedt hulpprogramma's voor gegevensmigratie die het mogelijk maken om
bestanden en gegevens te selecteren en over te brengen van een Windows werkstation naar een ander
Windows werkstation.
Ga naar http://www.microsoft.com voor informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's.
Het besturingssysteem Windows 7 installeren 29
Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7
Uw werkstation is uitgerust met door HP en Windows geleverde hulpprogramma's om uw gegevens te
beschermen en zo nodig op te halen. Deze hulpprogramma's kunnen u via eenvoudige stappen helpen uw
werkstation weer juist te laten functioneren, of zelfs terug te keren naar de fabrieksinstellingen.
De volgende onderwerpen komen in dit gedeelte aan bod:
Back-ups maken
Uw systeem herstellen
Voor het maken van terugzetmedia moet u beschikken over hetzij een hoge kwaliteit leeg USB-ashdrive of
een externe optischeschijfeenheid met de mogelijkheid DVD's te schrijven. Als u een optischeschijfeenheid
gebruikt, moet u alleen lege DVD-R, DVD + R, DVD-R DL of DVD + R DL schijven van hoge kwaliteit gebruiken.
Gebruik geen lees/schrijf-schijven zoals cd±rw, dvd±rw, dubbellaags dvd±rw en bd-re (herschrijfbare Blu-ray-
schijven); deze zijn niet compatibel met de HP Herstelbeheer-software. Een compatibele externe optische-
schijfeenheid kan bij HP worden aangeschaft.
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over de hulpprogramma's, de Help en Ondersteuning. Om
toegang te krijgen tot Help en ondersteuning selecteer Start en vervolgens Help en ondersteuning.
Als u een herstelbewerking uitvoert na een systeemfout, wordt de meeste recente back-up hersteld.
1. Nadat u het werkstation hebt ingesteld, gebruikt u de hulpmiddelen van Windows om herstelmedia te
maken. Klik In Windows 7 op Start, selecteer Conguratiescherm, selecteer Systeem en beveiliging,
selecteer Back-up en herstellen en selecteer Een systeemkopie maken.
2. Maak systeemherstelpunten wanneer u hardware en softwareprogramma's toevoegt. Een
systeemherstelpunt is een momentopname van de harde schijnhoud die op een bepaald tijdstip wordt
opgeslagen door Windows Systeemherstel. Een systeemherstelpunt bevat informatie die Windows
nodig heeft, zoals registerinstellingen. Windows maakt automatisch een systeemherstelpunt voor u aan
tijdens een Windows-update en tijdens systeemonderhoudsactiviteiten (zoals een software-update, een
veiligheidsscan of een systeemdiagnostiek). U kunt ook op elk gewenst moment handmatig een
systeemherstelpunt maken. Voor meer informatie en stappen om specieke systeemherstelpunten te
maken, zie Help en Ondersteuning. Om toegang te krijgen tot Help en ondersteuning selecteer Start en
vervolgens Help en ondersteuning.
3. Maak een back-up van uw persoonlijke gegevens wanneer u foto's, video, muziek en andere persoonlijke
bestanden toevoegt. Als bestanden per ongeluk van de vaste schijf worden verwijderd en niet meer via
de Prullenbak kunnen worden hersteld, of als bestanden beschadigd raken, kunt u de bestanden
herstellen waarvan u een back-up gemaakt hebt. Bij een systeemfout kunt u de back-upbestanden
gebruiken om de inhoud van het werkstation te herstellen. Zie Een back-up maken van uw gegevens
op pagina 31.
OPMERKING: Voor het geval dat het systeem instabiel wordt, adviseert HP om de herstelprocedures af te
drukken en ze voor later gebruik te bewaren.
30 Hoofdstuk 5 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7
Een back-up maken van uw gegevens
OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van het werkstation te
verbeteren. U kunt door Gebruikersaccountbeheer om uw toestemming of wachtwoord gevraagd worden
wanneer u bepaalde taken uitvoeren. Om verder te gaan met een bepaalde taak, selecteert u de juiste optie.
Raadpleeg voor informatie over Gebruikersaccountbeheer de Help en ondersteuning: selecteer Start en
vervolgens Help en ondersteuning.
U dient direct nadat u het systeem hebt ingesteld de eerste back-up te maken. Wanneer u nieuwe software en
gegevensbestanden toevoegt, dient u regelmatig back-ups van uw systeem te blijven maken om te zorgen
dat de back-up redelijk recent is. Met de eerste en volgende back-ups kunt u uw gegevens en instellingen
herstellen als een storing optreedt.
OPMERKING: Zoek in Help en ondersteuning naar de opties voor back-up en herstellen als u uitgebreide
instructies nodig hebt. Om toegang te krijgen tot Help en ondersteuning selecteer Start en vervolgens Help
en ondersteuning.
U kunt een back-up maken van uw gegevens naar een USB-ashdrive, een optionele externe vaste schijf, een
netwerkschijfeenheid of op schijven.
Let op het volgende bij het maken van een back-up van uw gegevens:
Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak daar regelmatig een back-up van.
Maak een back-up van sjablonen die in hun bijbehorende mappen zijn opgeslagen.
Sla aangepaste instellingen op die in een venster, werkbalk of menubalk verschijnen door een
schermafbeelding van de instellingen te maken. De schermafbeelding kan veel tijd besparen als u de
voorkeuren opnieuw moet instellen.
Als u een back-up maakt op een USB-asdrive of op schijven, nummer dan elke ash-drive of schijf na
het verwijderen.
Ga als volgt te werk om een back-up te maken met het hulpprogramma Windows Back-up maken en
terugzetten:
OPMERKING: Het maken van de back-up kan ruim een uur duren, afhankelijk van de bestandsgrootte en de
snelheid van het werkstation.
1. Selecteer Start, Alle programma's, selecteer Onderhoud en vervolgens Back-up en herstellen.
2. Volg de instructies op het scherm voor het instellen van uw back-up.
Systeemherstel
Als u een probleem ondervindt waarvan u denkt dat het te wijten is aan software die op het werkstation is
geïnstalleerd, gebruikt u Systeemherstel om het werkstation terug te zetten naar een vroeger herstelpunt. U
kunt ook handmatig herstelpunten instellen.
OPMERKING: Probeer altijd eerst deze herstelprocedure uit voordat u de optie Systeemherstel gebruikt.
Systeemherstel starten:
1. Sluit alle geopende programma's.
2. Selecteer Start, selecteer Computer en selecteer vervolgens Eigenschappen.
3. Selecteer Systeembeveiliging, selecteer Systemherstel, selecteer Volgende en volg de aanwijzingen
op het scherm.
Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 31
Systeem terugzetten
VOORZICHTIG: Deze procedure wist alle gebruikersgegevens. Om gegevensverlies te voorkomen, moet u
een back-up maken van alle gebruikersgegevens zodat u deze na herstel kunt terugzetten.
Probeer altijd eerst deze herstelprocedure uit voordat u het programma Systeemherstel gebruikt. Zie
Systeemherstel op pagina 31.
Met het terugzetten van het systeem wordt de vaste schijf volledig gewist en geformatteerd, zodat alle
gegevensbestanden die werden aangemaakt worden verwijderd en daarna worden het besturingssysteem, de
programma's en de stuurprogramma's opnieuw geinstalleerd. Eventuele software die niet van fabriekswege
was geïnstalleerd, dient u echter zelf opnieuw te installeren. Daaronder vallen de software die op media in de
doos met werkstationaccessoires is geleverd en de programma's die u hebt geïnstalleerd.
U kunt bij support herstelmedia bestellen. Ga voor ondersteuning in de VS naar http://www.hp.com/support.
Ga voor wereldwijde ondersteuning naar http://www8.hp.com/us/en/contact-hp/ww-contact-us.html. U kunt
de mediaset ook bestellen door de klantenondersteuning te bellen.
OPMERKING: Bepaalde functies zijn mogelijk niet beschikbaar op computers die geleverd worden zonder
versie van Microsoft Windows.
U moet een van de volgende methoden kiezen voor het uitvoeren van volledig systeemherstel:
Herstelkopie — Voer het systeemherstel uit met een herstelkopie die is opgeslagen op de vaste schijf.
De herstelkopie is een bestand dat een kopie van de originele software bevat zoals die in de fabriek op
de computer werd geïnstalleerd. Als u het systeemherstel wilt uitvoeren met een herstelkopie,
raadpleegt u Systeemherstel vanaf een herstelpartitie-image op pagina 32.
Herstelmedia — Voer Systeemherstel uit vanaf herstelmedia die u afzonderlijk hebt aangeschaft.
Systeemherstel vanaf een herstelpartitie-image
VOORZICHTIG: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u hebt gemaakt
of geïnstalleerd.
Een Windows-systeem uit de fabriek van HP wordt geleverd met een herstelpartitie. U kunt de herstelpartitie
gebruiken voor het herstellen van het originele besturingssysteem.
1. Schakel het werkstation uit. Houd indien nodig de aan/uit-knop ingedrukt tot het werkstation wordt
uitgeschakeld.
2. Ontkoppel alle randapparaten van het werkstation behalve de monitor, het toetsenbord en de muis.
3. Druk op de aan/uit-schakelaar om het werkstation in te schakelen.
4. Op het moment dat u het HP-logo op het scherm ziet verschijnen, drukt u herhaaldelijk op de toets F11
van het toetsenbord totdat het bericht Bestanden laden... op het scherm verschijnt.
5. Volg in het venster van HP Recovery Manager de instructies op het scherm om door te gaan.
6. Als Windows is geladen, schakelt u het werkstation uit, sluit u alle randapparatuur opnieuw aan en zet u
het werkstation weer aan.
32 Hoofdstuk 5 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7
Het gebruik van met HP Recovery Creator gemaakte media voor het besturingssysteem
VOORZICHTIG: Als u een USB-ashdrive met het besturingssysteem Windows 7 gebruikt, wordt de inhoud
van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf geformatteerd. Alle bestanden die u hebt gemaakt
en alle software die u op het werkstation hebt geïnstalleerd worden voorgoed verwijderd. Na aoop van het
formatteren helpt het herstelproces u bij het herstellen van het besturingssysteem, evenals de
oorspronkelijke stuurprogramma's. Software die is geleverd met het systeem kan worden gedownload op
http://www.hp.com.
Gebruik de stappen in dit gedeelte als u een USB-ashdrive met het besturingssysteem Windows 7 en
stuurprogramma's hebt besteld.
Ga naar de website van HP voor het bestellen van een USB-ashdrive met het besturingssysteem Windows 7
en stuurprogramma's. Ga voor ondersteuning in de VS naar http://www.hp.com/cgi-bin/hpsupport/index.pl.
Ga voor wereldwijde ondersteuning naar http://www8.hp.com/us/en/contact-hp/ww-contact-us.html. U kunt
de USB-ashdrive ook bestellen door de klantenondersteuning te bellen.
Om terugzetten te starten met behulp van een USB-ashdrive met het Windows 7 besturingssysteem en
stuurprogramma's:
OPMERKING: Dit herstelproces kan een paar minuten in beslag nemen.
1. Maak een reservekopie van alle persoonlijke bestanden.
2. Start het werkstation opnieuw op en plaats de USB-ashdrive met het besturingssysteem Windows 7 in
een USB-poort.
OPMERKING: Als het werkstation niet opstart vanaf de USB-ashdrive, start u het werkstation
opnieuw op en drukt u op Esc tijdens het opstarten om het opstartmenu weer te geven. Gebruik de
pijltoetsen om het opstartmenu te selecteren en druk op Enter. Gebruik de pijltoetsen om de locatie van
de USB-ashdrive te selecteren zodat daarvan wordt opgestart. Het opstarten van de USB-ashdrive
vanaf een UEFI-opstartbron geeft een GPT-opstartpartitie als resultaat. Het opstarten vanaf een oudere
opstartbron geeft een MBR-opstartpartitie als resultaat.
3. Druk op een willekeurige toets als daarom gevraagd wordt.
4. Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Nadat de installatie van het besturingssysteem is voltooid, kunt u stuurprogramma's
laden.
5. Installeer eerst de stuurprogramma's voor hardware. HP raadt aan om alle beschikbare
stuurprogramma's te installeren.
6. U kunt toepassingen die met het werkstation zijn meegeleverd downloaden van http://www.hp.com.
Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 33
6 Linux installeren
HP biedt verschillende Linux-oplossingen voor klanten met een HP Workstation:
HP certiceert en ondersteunt Red Hat
®
Enterprise Linux (RHEL) op HP Workstations.
HP certiceert en ondersteunt SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED) op HP Workstations.
HP certiceert en ondersteunt Canonical Ubuntu op bepaalde HP werkstations.
HP biedt een vooraf geladen SLED 11 op sommige Z series Werkstations.
HP biedt een vooraf geladen Ubuntu op sommige Z series Werkstations.
Dit hoofdstuk beschrijft de installatie en het herstel van het besturingssysteem Linux. Het bevat de volgende
onderwerpen:
Linux-klaar systemen
HP Linux stuurprogramma-schijven
Installatie van Red Hat Enterprise Linux (RHEL)
Installatie van SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED)
Ubuntu installeren
Niet-gestandaardiseerde grasche stuurprogramma's
VOORZICHTIG: Voeg geen optionele hardware of apparatuur van andere leveranciers aan het werkstation
toe voordat het besturingssysteem goed is geïnstalleerd. Het toevoegen van hardware kan leiden tot fouten
en een onjuiste installatie van het besturingssysteem.
OPMERKING: Na de installatie van het besturingssysteem moet u ervoor zorgen dat de laatste BIOS,
stuurprogramma's en software-updates voor het werkstation geïnstalleerd zijn. Zie Het werkstation
bijwerken op pagina 38.
OPMERKING: Voor het maken van terugzetmedia moet u beschikken over hetzij een hoge kwaliteit leeg
USB-ashdrive of een externe optischeschijfeenheid met de mogelijkheid DVD's te schrijven. Als u een
optischeschijfeenheid gebruikt, moet u alleen lege DVD-R, DVD + R, DVD-R DL of DVD + R DL schijven van hoge
kwaliteit gebruiken. Gebruik geen lees/schrijf-schijven zoals cd±rw, dvd±rw, dubbellaags dvd±rw en bd-re
(herschrijfbare Blu-ray-schijven); deze zijn niet compatibel met de HP Herstelbeheer-software. Een
compatibele externe optische-schijfeenheid kan bij HP worden aangeschaft.
Linux-klaar systemen
De optie Linux-klaar biedt een systeem met een minimaal functioneel vooraf geladen besturingssysteem
(bijvoorbeeld FreeDOS). Het is bedoeld voor situaties waar de klant een besturingssysteem installeert bij
ontvangst van het systeem. De optie levert geen licentie voor een besturingssysteem.
De optie Linux-klaar levert niet het Linux-besturingssysteem. Dat moet door de gebruiker zelf geleverd
worden. Commerciële Linux-distributies zijn beschikbaar voor aankoop van leveranciers zoals Red Hat en
SUSE. Een aantal andere Linux-distributies zijn gratis beschikbaar (bijv. Ubuntu). Ga voor een overzicht van
ondersteunde conguraties en besturingssystemen naar http://www.hp.com/support/
linux_hardware_matrix.
34 Hoofdstuk 6 Linux installeren
HP Linux stuurprogramma-schijven
ISO-images met stuurprogramma's die het juiste gebruik en gedrag van sommige Linux-besturingssystemen
op HP-werkstations ondersteunen, zijn mogelijk beschikbaar op de HP website. Dergelijke images bevatten
geteste stuurprogramma's die de bestaande stuurprogramma's in RHEL, SLED, Ubuntu of andere
besturingssystemen uitbreiden en/of vervangen. Elke image is speciek voor een bepaalde versie van Linux-
besturingssysteem.
Deze images kunnen ook gedownload worden op de volgende manier:
1. Ga naar http://www.hp.com/support/workstation_swdrivers.
2. Selecteer het model van uw werkstation.
3. Selecteer het gewenste besturingssysteem.
4. Selecteer de koppeling Software ophalen, voor het juiste pakket (normaal gesproken de nieuwste
versie).
5. Klik op I ga akkoord om de licentieovereenkomst te accepteren.
6. Download de software ISO image en brand deze op een hoge kwaliteit lege DVD-R, DVD + R, DVD-R DL of
DVD + R DL-schijf met een externe optischeschijfeenheid die DVD's kan branden. Gebruik geen lees/
schrijf-schijven zoals cd±rw, dvd±rw, dubbellaags dvd±rw en bd-re (herschrijfbare Blu-ray-schijven);
deze zijn niet compatibel met de HP Herstelbeheer-software. Een compatibele externe optische-
schijfeenheid kan bij HP worden aangeschaft.
Deze schijf is uw HP driver CD.
Installatie van Red Hat Enterprise Linux (RHEL)
HP Z series Werkstations zijn gecerticeerd en worden ondersteund voor RHEL streams voor de betreende
hardwaretechnologie.
Raadpleeg voor meer informatie over RHEL-ondersteuning voor een bepaald platform, de Linux
Hardware Matrix for HP Workstations op http://www.hp.com/support/linux_hardware_matrix.
Meer informatie over Red Hat-certicaties voor HP-werkstations vindt u op
https://hardware.redhat.com.
HP stuurprogrammaschijf
Voor recente versies van Red Hat Linux zijn meestal alleen updates van stuurprogramma's nodig met kleine
aanpassingen ter ondersteuning van HP-werkstations. Deze versies worden over het algemeen ondersteund
met de betreende USB-ashdrive met stuurprogramma's, die gebruikt kan worden na de standaard
installatie van Red Hat Linux. Zie HP Linux stuurprogramma-schijven op pagina 35 voor meer informatie.
Na de standaard installatie van Red Hat en het opnieuw opstarten van het systeem, start een Red Hat rst-
boot hulpprogramma. Na het invoeren van verschillende instellingen (zoals het beveiligingsniveau, tijd en
datum, ‘root‘-wachtwoord, gebruikersaccounts) kunt u een aanvullende USB-ashdrive of optische schijf
installeren.
De driver-media wordt in deze fase gebruikt. Alle inhoud toegevoegd door HP bevindt zich in de map /HP op
de media. U kunt deze gebruiken om uw eigen image te maken of om alleen door de inhoud van HP te
bladeren.
Raadpleeg de directory /HP op de media voor de laatste README-aanwijzers voor de elementen op de schijf.
HP Linux stuurprogramma-schijven 35
Installatie met de HP Red Hat Linux driver-media
1. Als u niet de juiste HP driver-media hebt voor de ondersteunde stream kunt u deze aanmaken zoals
beschreven in HP Linux stuurprogramma-schijven op pagina 35.
2. Installeer het besturingssysteem met de media in de Red Hat Linux box-set.
3. Als u voor uw besturingssysteem een USB-ashdrive of optische schijf met Red Hat-stuurprogramma's
hebt, voer dan in het eerste scherm linux dd in en druk dan op Enter.
4. Wanneer u gevraagd wordt of u een stuurpgrammaschijf hebt, selecteert u Ja. Plaats de Red Hat
stuurpgrammaschijf in de optische schijfeenheid en selecteer de juiste schijf:hd[abcd]. Ga verder
met de installatie.
5. Start na de installatie van het besturingssysteem het werkstation opnieuw op.
RHEL 6 of RHEL 7: Plaats uw HP driver USB-ashdrive. De installatie van de stuurprogramma's
start automatisch. Volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
Installatie van SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED)
HP ondersteunt 64-bit SLED op sommige werkstations.
Meerdere versies van SLED zijn op HP-werkstations door SUSE gecerticeerd en worden door SUSE
ondersteund. Ga voor meer informatie naar de zoekpagina voor certicaties van SUSE op
https://www.suse.com/yessearch/Search.jsp.
Installatie van SLED met de HP stuurprogrammaschijf
1. Als bij uw werkstation geen HP stuurprogrammaschijf is meegeleverd, kunt u hem zelf maken
(Raadpleeg HP Linux stuurprogramma-schijven op pagina 35).
2. Installeer het besturingssysteem met behulp van de DVD's in de SUSE box-set.
3. Start na de installatie van het besturingssysteem het werkstation opnieuw op.
4. Plaats uw HP stuurprogrammaschijf. De stuurprogrammasoftware voor de installatie start automatisch.
Volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
36 Hoofdstuk 6 Linux installeren
Ubuntu installeren
HP levert op sommige Z series Werkstations een vooraf geladen 64-bit Ubuntu 14.04 LTS en ondersteunt 64-
bit Ubuntu 14.04 voor andere werkstations.
Meerdere versies van Ubuntu zijn op HP-werkstations door Canonical gecerticeerd en worden door Canonical
ondersteund. Ga voor meer informatie naar de zoekpagina van Ubuntu voor gecerticeerde hardware op
http://www.ubuntu.com/certication/desktop en zoek uw werkstation.
Met behulp van de HP stuurprogrammaschijf
Ubuntu vereist geen registratie om updates voor het softwarepakket te verkrijgen. Updates kunnen worden
verkregen uit verschillende "opslagplaatsen" op het internet via een verscheidenheid aan hulpmiddelen die in
het het OS zijn opgebouwd. Hiervoor hebt u een internetverbinding en een proxy nodig.
De door HP geleverde Linux stuurprogrammaschijf voor Ubuntu gebruikt dezelfde mechanismen om te
voldoen aan de afhankelijkheden tijdens de installatie. Dus dezelfde toegang tot internet is nodig en tevens
de mogelijkheid om de huidige gebruikerssessie beheerdersrechten te geven.
In sommige gevallen bevat de stuurprogrammaschijf alleen door HP geteste eigen grasche
stuurprogramma's.
1. Installeer het besturingssysteem vanuit uw eigen installatiemedia.
Ubuntu is gratis beschikbaar op www.ubuntu.com.
2. Start het werkstation opnieuw op.
3. Plaats uw HP stuurprogrammaschijf. De stuurprogrammasoftware voor de installatie start automatisch.
4. Typ het beheerderswachtwoord in het veld wanneer hierom wordt gevraagd.
5. Volg de instructies op het scherm om de geschikte stuurprogramma's op uw hardwareconguratie te
installeren.
Niet-gestandaardiseerde grasche stuurprogramma's
De HP-werkstations kunnen besteld worden met videokaarten die door HP uitgebreid zijn geverieerd.
Raadpleeg de Linux Hardware Matrix for HP Workstations op http://www.hp.com/support/
linux_hardware_matrix voor een lijst met ondersteunde videokaarten.
OPMERKING: Niet alle videokaarten zijn voor alle werkstations beschikbaar. De beperkingen houden
meestal verband met kaarten die veel stroom vragen in werkstations met een laag energieverbruik.
Niet-gestandaardiseerde grasche stuurprogramma's van derden die door HP en de videokaartleverancier
worden ondersteund, zijn beschikbaar met de preloads van SLED 11 en Ubuntu op de Z series werkstations en
via de ondersteuning voor werkstations van HP op http://www.hp.com/go/workstationsupport.
Deze fabriekseigen stuurprogramma's vormen geen standaard onderdeel van de RHEL-, SLED- of Ubuntu-
distributies omdat ze geen open source zijn. Voor eventueel nieuwere versies van de stuurprogramma's dan
die op de website van HP Ondersteuning, kunt u terecht bij de leverancier.
Ubuntu installeren 37
7 Het werkstation bijwerken
Het werkstation bijwerken nadat hij voor het eerst is opgestart
Het BIOS bijwerken
Apparaatstuurprogramma's upgraden
HP werkt voortdurend aan verbetering van uw gebruikservaring met het werkstation. Om er zeker van te zijn
dat het werkstation altijd is voorzien van de nieuwste verbeteringen, adviseert HP om regelmatig de nieuwste
updates van het BIOS, stuurprogramma's en andere software te installeren.
Het werkstation bijwerken nadat hij voor het eerst is opgestart
Nadat het werkstation voor het eerst met succes is opgestart, moet u het volgende doen om hem up-to-date
te brengen:
Zorg ervoor dat de nieuwste versie van het systeem-BIOS is geïnstalleerd. Zie Het BIOS bijwerken
op pagina 38.
Zorg ervoor dat u over de nieuwste stuurprogramma's voor uw systeem beschikt. Zie
Apparaatstuurprogramma's upgraden op pagina 39.
Leer de beschikbare HP informatiebronnen kennen.
Overweeg een abonnement op Driver Alerts op http://www.hp.com/go/subscriberschoice.
Het BIOS bijwerken
Om optimale prestaties te waarborgen, bepaalt u de BIOS-versie op het werkstation en voert u zonodig een
upgrade uit.
Het bepalen van de huidige BIOS-versie
Voor het bepalen van de huidige BIOS-versie:
1. Druk op Esc tijdens het opstarten
2. Druk op F10 om Computer Setup (F10) te starten.
3. Selecteer Main, en selecteer vervolgens Systeeminformatie. Noteer de BIOS-versie van het
werkstation.
OPMERKING: U vindt procedures voor upgrade van het BIOS, alsmede de BIOS menu-instellingen van
het Computer Setup (F10)-toepassing in de Maintenance and Service Guide (Handleiding voor onderhoud
en service) op http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
38 Hoofdstuk 7 Het werkstation bijwerken
BIOS upgraden
U kunt als volgt het meest recente BIOS met de nieuwste verbeteringen vinden en downloaden:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. In het tabblad Downloadopties selecteert u drivers, software & rmware.
3. Volg de aanwijzingen om het nieuwste BIOS dat beschikbaar is voor het werkstation te vinden.
4. Vergelijk de BIOS-versie van het werkstation met de BIOS-versies op de website (Zie Het bepalen van de
huidige BIOS-versie op pagina 38). Als de BIOS-versie op de website dezelfde is als de versie op uw
systeem, hoeft u verder niets te doen.
5. Als de BIOS-versie op de website een nieuwere versie is dan die op uw systeem, downloadt u de versie
voor uw werkstation. Volg de instructies in de release notes om de installatie te voltooien.
Apparaatstuurprogramma's upgraden
Wanneer u een randapparaat (bijvoorbeeld een printer, schermadapter of netwerkadapter) installeert, moet u
controleren of u de nieuwste stuurprogramma's voor het apparaat hebt geladen. Als u het apparaat via HP
hebt gekocht, kunt u de nieuwste stuurprogramma's voor het apparaat downloaden van de HP website. Deze
stuurprogramma's zijn getest om een optimale compatibiliteit tussen het apparaat en uw HP werkstation te
waarborgen.
Als u het apparaat niet bij HP hebt gekocht, adviseert HP om eerst op de HP website te kijken of het apparaat
en de bijbehorende stuurprogramma's zijn getest voor compatibiliteit met HP-werkstations. Als er geen
stuurprogramma beschikbaar is, gaat u naar de website van de fabrikant om de nieuwste stuurprogramma's
te downloaden.
U kunt stuurprogramma's als volgt upgraden:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/workstationsupport en geef uw product op.
2. Volg de aanwijzingen om de nieuwste stuurprogramma's die beschikbaar zijn voor het werkstation te
vinden.
Als het juiste stuurprogramma niet te vinden is, gaat u naar de website van de fabrikant van de
randapparatuur.
Apparaatstuurprogramma's upgraden 39
8 Diagnoseprogramma's en elementaire
problemen oplossen
Ondersteuning bellen
Soms treedt er een probleem op waarvoor ondersteuning nodig is. Voordat u naar ondersteuning belt:
Zorg ervoor dat u makkelijk toegang hebt tot uw werkstation.
Noteer de serienummers, artikelnummers, modelnamen en modelnummers van uw werkstation en zorg
ervoor dat u deze bij de hand heeft.
Noteer eventuele foutberichten.
Noteer de geïnstalleerde uitbreidingskaarten.
Noteer het besturingssysteem.
Noteer welk hardware of software van andere fabrikanten is geïnstalleerd.
Let op knipperende led's aan de voorkant van het werkstation (bij torens en desktops) of aan de zijkant
van het werkstation (bij all-in-one-conguraties).
Noteer de applicaties die u aan het gebruiken was toen het probleem zich voordeed.
OPMERKING: Wanneer u belt voor ondersteuning, wordt u mogelijk gevraagd naar het productnummer
(bijvoorbeeld: PS988AV) van uw werkstation. Als het werkstation een productnummer heeft, vindt u dit
meestal naast het 10- of 12-cijferige serienummer van het werkstation.
OPMERKING: De etiketten met serienummer en productnummer vindt u op het achterpaneel van het
werkstation.
Voor een telefoonnummer voor ondersteuning gaat u naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of
regio en klik vervolgens onder Klantenondersteuning op Neem contact op met ondersteuning.
40 Hoofdstuk 8 Diagnoseprogramma's en elementaire problemen oplossen
Identiteitsetiketten zoeken
Etiketten voor overheids- en milieuregels, een etiket voor het besturingssysteem en een etiket met het
serienummer zijn beschikbaar op elk werkstation.
1. etiketten voor overheids- en milieuregels en besturingssysteem
2. Serienummer (uniek voor elk werkstation). Zorg dat u dit nummer bij de hand hebt als u contact
opneemt met ondersteuning.
Garantie-informatie vinden
Voor basisinformatie over garantie, gaat nu naar http://www.hp.com/support/warranty-lookuptool.
Ga naar http://www.hp.com/go/lookuptool om een bestaand Care Pack te zoeken.
Ga voor uitbreiding van een standaardgarantie van een product naar http://h20565.www2.hp.com/hpsc/wc/
public/home. HP Care Pack Services biedt upgrades van het serviceniveau waarmee u de
standaardproductgarantie uitbreidt of verlengt.
HP hulpmiddelen en hulpprogramma's voor het oplossen van
problemen
Dit gedeelte biedt informatie om u te begeleiden bij het oplossen van problemen met uw systeem.
Ondersteuning online
Bronnen voor online ondersteuning zijn onder andere hulpmiddelen voor het oplossen van problemen,
technische kennisdatabases, downloads voor stuurprogramma's en patches, online communities en
waarschuwingsdiensten voor productveranderingen.
Daarnaast kunnen de volgende websites van nut zijn:
http://www.hp.com - Biedt nuttige productinformatie.
http://www.hp.com/support/workstation_manuals - Bevat de nieuwste online documentatie.
http://www.hp.com/go/workstationsupport - Biedt informatie over technische ondersteuning voor uw
workstation.
Identiteitsetiketten zoeken 41
http://www8.hp.com/us/en/contact-hp/phone-assist.html - Geeft een overzicht van alle wereldwijde
telefoonnummers voor technische ondersteuning. Selecteer uw regio.
http://www.hp.com/support/workstation_swdrivers - Biedt toegang tot software en stuurprogramma's
voor uw werkstation.
HP Support Center
Voor ondersteuning bij het zelf oplossen van problemen met uw systeem, biedt HP u toegang tot het HP
Support Center. Het HP Support Center is een portaal dat toegang verschaft tot een uitgebreide verzameling
online hulpmiddelen. Voer voor toegang tot het HP Support Center de volgende stappen uit:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Zoek naar uw product.
3. In het tabblad Meest voorkomende problemen en oplossingen onder Andere oplossingsopties
selecteert u Een probleem oplossen.
4. Selecteer het probleem dat u wilt oplossen.
HP Chat Support
HP Chat Support is een verzameling webgeoriënteerde hulpprogramma's voor het snel en geautomatiseerd
oplossen van problemen met desktopsystemen, tapedrives en printers.
Met behulp van HP Chat Support kunt u via het web een helpdeskticket indienen bij HP. Als u een
helpdeskticket indient, verzamelt HP Chat Support informatie over het werkstation. Deze informatie wordt
doorgegeven aan een online helpdeskmedewerker. Het verzamelen van informatie kan tot 30 seconden in
beslag nemen, afhankelijk van de conguratie van het werkstation. Als u een helpdeskticket indient, ontvangt
u een bevestigingsbericht met uw ticket-ID, de werktijden voor de helpdesk in uw land/regio en de verwachte
responstijd.
Ga naar http://h20565.www2.hp.com/portal/site/hpsc voor meer informatie over HP Chat Support.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor Linux.
Customer Advisories, Customer and Security Bulletins en Customer Notices
U vindt advies, bulletins en opmerkingen als volgt:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Zoek naar uw product.
3. In het tabblad Meest voorkomende problemen en oplossingen onder Andere oplossingsopties
selecteert u Advies, bulletins & kennisgevingen.
4. Selecteer een item voor weergave.
Proactieve wijzigingsnoticaties (PCN's)
Productwijzigingsnoticaties (PCN's) zijn proactieve meldingen voor productwijzigingen die binnen 30-60
dagen na de ingangsdatum van de wijzigingen in het fabricageproces worden gegeven. PCN's geven klanten
vooraf kennisgeving van wijzigingen van hun product, zoals een bijgewerkte BIOS-versie die mogelijk in
aanmerking zouden kunnen komen voordat de verandering plaatsvindt. Ga naar de pagina Advies, bulletins
& kennisgevingen voor uw product voor een lijst van PCN's.
42 Hoofdstuk 8 Diagnoseprogramma's en elementaire problemen oplossen
Tips
Als u op een probleem stuit met uw werkstation, beeldscherm of software, kunnen de volgende algemene
suggesties u helpen het probleem te isoleren en te begrijpen, voordat u verdere actie onderneemt.
Bij het opstarten
Controleer of het werkstation is aangesloten op een werkend stopcontact.
Verwijder alle optische schijven en USB-ashdrives voordat u het werkstation aanzet.
Controleer of het werkstation is ingeschakeld en of het lampje brandt.
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is
geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem door http://www.hp.com/go/
quickspecs te bezoeken.
Controleer of het beeldscherm oplicht.
Als u een optionele externe monitor hebt:
Controleer of de monitor is aangesloten op een werkend stopcontact.
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje van de monitor brandt.
Als de monitor gedimd is, verhoogt u de helderheid en het contrast.
Tijdens het gebruik
Deze knipperende lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt
stellen. Zie het gedeelte van het Diagnostische LED en geluidssignalen (pieptonen) in het Maintenance
and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) voor uw werkstation voor meer informatie
over diagnoselampjes deze codes.
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het
toetsenbord correct.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.
Activeer het werkstation door op een willekeurige toets op het toetsenbord of de aan/uit-knop te
drukken. Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u het werkstation uit door de aan/uit-knop
gedurende minimaal vier seconden ingedrukt te houden. Start het werkstation vervolgens opnieuw op
door nogmaals op de aan/uit-knop te drukken.
Als het systeem niet wordt uitgeschakeld, koppelt u het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u het
netsnoer weer aan. Druk op de aan/uit-knop als het werkstation niet herstart.
Zorg ervoor dat alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd. Als er bijvoorbeeld een printer is
aangesloten, moet er een printerstuurprogramma zijn geïnstalleerd.
Als u gebruik maakt van een netwerk, sluit u een ander werkstation met een andere kabel aan op de
netwerkaansluiting. Als u nog steeds geen verbinding kunt maken, is er mogelijk een probleem met de
netwerkstekker.
Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze hardware om te zien of het
werkstation dan wel goed werkt.
Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze software om te zien of het
werkstation dan wel goed werkt.
HP hulpmiddelen en hulpprogramma's voor het oplossen van problemen 43
Als het beeldscherm van een all-in-one computer niets weergeeft, opent u het werkstation en zorgt u
ervoor dat beide uiteinden van de kabel tussen de systeemkaart en het beeldscherm zijn aangesloten.
Controleer bij gebruik van een videokaart of de kaart goed is geïnstalleerd.
Voer een upgrade van het BIOS uit. Mogelijk is er een nieuwe BIOS-versie beschikbaar, die nieuwe
functies ondersteunt of waarmee uw probleem wordt opgelost.
Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk Problemen oplossen in de Maintenance and Service
Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) op: http://www.hp.com/support/
workstation_manuals.
Reparatie door klant zelf
Met het programma Zelfreparatie door klanten kunt u vervangingsonderdelen bestellen en deze zelf, zonder
technische hulp van HP op locatie, installeren. Voor sommige onderdelen kan Zelfreparatie door klanten
nodig zijn. Ga voor meer informatie naar http://www.hp.com/go/selfrepair en selecteer uw product.
OPMERKING: Sommige onderdelen kunnen niet door klanten zelf gerepareerd worden en moeten
teruggestuurd worden naar HP. Neem voor instructies contact op met HP Ondersteuning, voordat u probeert
om deze onderdelen te verwijderen of te repareren.
Overige mogelijkheden voor probleemoplossing
U vindt de volgende technieken en gereedschappen voor aanvullende probleemoplossing in de Maintenance
and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) op http://www.hp.com/support/
workstation_manuals:
POST foutcodes
Diagnoselampjes en geluidssignalen (pieptonen)
Probleemoplossing scenario's en oplossingen
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) — een reeks diagnosetests waarmee u kunt vaststellen of de
hardware naar behoren werkt.
44 Hoofdstuk 8 Diagnoseprogramma's en elementaire problemen oplossen
9 Regelmatig onderhoud
Algemene veiligheidsvoorschriften bij het reinigen
Gebruik nooit oplosmiddelen of brandbare schoonmaakmiddelen voor het schoonmaken van het
werkstation.
Stop onderdelen nooit in water of schoonmaakmiddelen; breng de vloeistof op een schone doek aan en
maak het werkstation met de doek schoon.
Haal de stekker van het werkstation altijd uit het stopcontact voordat u het toetsenbord, de muis of
luchtventilatoren schoonmaakt.
Ontkoppel het toetsenbord altijd voordat u deze schoonmaakt.
Bescherm uw ogen en draag een veiligheidsbril met zijkleppen als u perslucht gebruikt.
Reinigingsproducten
Gebruik de volgende producten voor het veilig reinigen van het werkstation:
Dimethylbenzylammoniumchloride met een maximale concentratie van 0,3 procent, meestal in de vorm
van wegwerpdoekjes van verschillende merken
Glasreinigingsmiddel zonder alcohol
Water met een milde zeepoplossing
Droge microvezel-reinigingsdoek of een zeemlap (antistatische doek zonder olie)
Antistatische veegdoekjes
VOORZICHTIG: Vermijd sterke schoonmaakmiddelen die permanente beschadiging van het werkstation
kunnen veroorzaken. Als u niet zeker weet of een reinigingsproduct veilig is voor het werkstation, zorg er dan
voor dat het product in ieder geval geen alcohol, aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride of
koolwaterstoen bevat.
Vermijd vezelachtige materialen, zoals papieren zakdoekjes, die het oppervlak kunnen beschadigen. In de
loop van de tijd kunnen er vuildeeltjes en reinigingsmiddelen in de krassen achterblijven.
Het schoonmaken van de behuizing
Volg de veiligheidsvoorschriften in de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en
service) voor uw werkstation, voordat u de muis schoonmaakt.
Gebruik een met water bevochtigde schone en pluisvrije doek voor het verwijderen van lichte vlekken of
vuil.
Gebruik voor een hardnekkige vlekken een zachte microvezel-doek of een zeemlap die bevochtigd is
met een in water opgelost mild afwasmiddel. Spoel het oppervlak goed af met een met schoon water
bevochtigde doek of vaatdoek.
Algemene veiligheidsvoorschriften bij het reinigen 45
Wrijf het werkstation na het schoonmaken altijd na met een schone en pluisvrije doek.
Maak af en toe de luchtventilatoren van het werkstation schoon. Deze openingen kunnen verstopt raken
door stof en ander materiaal, waardoor de luchtcirculatie kan worden gehinderd.
Toetsenbord reinigen
Als het toetsenbord een aan/uit-knop heeft, schakel het toetsenbord dan uit.
Volg de veiligheidsvoorschriften in de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en
service) voor uw werkstation, voordat u het toetsenbord schoonmaakt.
Zichtbaar vuil onder de toetsen kan verwijderd worden door het op te zuigen of het toetsenbord te
schudden.
U kunt ook een luchtdrukspuit gebruiken voor het verwijderen van vuil onder de toetsen. Wees
voorzichtig, omdat u met te veel luchtdruk smeermiddel onder de grotere toetsen kunt verwijderen.
Als u een toets wilt verwijderen, gebruik dan een speciaal hiervoor gemaakte toetsverwijderaar om
beschadiging te voorkomen. Dit gereedschap is in veel electronicawinkels te verkrijgen.
VOORZICHTIG: Verwijder nooit de grotere toetsen (zoals de spatiebalk) van het toetsenbord. Als deze
toetsen verkeerd verwijderd of teruggeplaatst worden, kan het zijn dat het toetsenbord niet goed meer
functioneert.
Reinig onder een toets met een wattenstaafje dat bevochtigd is met een van de producten genoemd in
Reinigingsproducten op pagina 45 van deze handleiding. Zorg ervoor dat u geen smeermiddel
verwijdert. Laat de onderdelen aan de lucht drogen voordat u ze terugplaatst.
Gebruik een pincet voor het verwijderen van pluizen of vuil uit moeilijk bereikbare plaatsen.
De monitor reinigen
Volg de veiligheidsvoorschriften in de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en
service) voor uw werkstation, voordat u het beeldscherm schoonmaakt.
Veeg het scherm voorzichtig schoon met een pluisvrije vochtige doek met een alcoholvrij
glasschoonmaakmiddel.
VOORZICHTIG: Spuit nooit vloeistoen direct op het scherm—de vloeistof kan in de behuizing
terechtkomen en onderdelen beschadigen.
Gebruik nooit oplosmiddelen of brandbare schoonmaakmiddelen op de monitor, omdat dit het scherm
of de behuizing kan beschadigen.
De muis reinigen
1. Volg de veiligheidsvoorschriften in de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en
service) voor uw werkstation, voordat u de muis schoonmaakt.
2. Als de muis een aan/uit-knop heeft, schakel de muis dan uit.
3. Wrijf de buitenkant van de muis schoon met een zachte microvezel-doek of een zeemlap die bevochtigd
is met een alcoholvrij glasschoonmaakmiddel of water met een milde zeepoplossing.
4. Hou rekening met deze richtlijnen:
46 Hoofdstuk 9 Regelmatig onderhoud
Laser of lampje: gebruik een met schoonmaakmiddel bevochtigde katoenen doek voor het
voorzichtig verwijderen van stof rond de laser of het lampje en wrijf dan weer met een droge doek
na. Wrijf niet direct over de laser of het lampje.
Bladerwieltje: spuit met een luchtdrukspuit in de openingen tussen het wieltje en de knoppen. Om
condensatie te vermijden, mag u voor een langere periode geen lucht rechtstreeks op één
oppervlak blazen.
Trekbal: haal de trekbal uit de muis en maak hem schoon; verwijder vuil uit de balhouder en maak
deze schoon met een droge doek; plaats de trekbal weer terug in de muis.
De muis reinigen 47
10 Toegankelijkheid
HP ontwerpt, produceert en distribueert producten en diensten die door iedereen kunnen worden gebruikt,
inclusief personen met een handicap, zowel op zelfstandige basis of met de juiste hulpapparaten.
Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor
gehandicapten)
HP-producten ondersteunen een breed scala aan besturingssystemen van ondersteunde technologieën en
kunnen worden gecongureerd voor gebruik met aanvullende ondersteunende technologieën. Gebruik de
zoekfunctie op uw apparaat om meer informatie over ondersteunende functies te vinden.
OPMERKING: Voor meer informatie over een bepaald product voor ondersteunende technologie, neemt u
contact op met de klantenondersteuning van dat product.
Contact opnemen met ondersteuning
Wij verbeteren voortdurend de toegankelijkheid van onze producten en services en wij zijn verheugd met
feedback van gebruikers. Als u problemen ondervindt met een product of als u ons wilt vertellen over
toegankelijkheidsfuncties die u hebben geholpen, neemt u contact met ons op door te bellen naar (888)
259-5707, van maandag tot vrijdag tussen 6:00 en 21:00 Mountain Time. Als u doof of slechthorend bent en
TRS/VRS/WebCapTel gebruikt, neemt u contact met ons op als u technische ondersteuning nodig hebt of
vragen hebt over toegankelijkheid door te bellen naar (877) 656-7058, van maandag tot vrijdag tussen 06:00
en 21:00 Mountain Time.
48 Hoofdstuk 10 Toegankelijkheid
Index
A
aanpassingen van de pixelkleuren
Intel iGFx-beeldscherm 16
Intel iGFx extern beeldscherm
16
MXM-controller beeldscherm 17
MXM controller extern
beeldscherm 17
aansluiten
Bluetooth-apparaten 13
netwerk 13
voeding 12
algemene veiligheidsvoorschriften bij
het schoonmaken 45
audiosignaal, aanpassen 19
B
beeldschermopties 15
Beveiliging 19
BIOS
bijwerken 38
upgraden 39
versie bepalen 38
Bluetooth-apparaten
aansluiten 13
uitschakelen 13
Bluetooth-apparaten uitschakelen
13
E
externe monitor, toevoegen 18
F
Functies van de werkstations 5
fysieke eigenschappen 8
G
garantie-informatie 41
H
helderheid
beeldscherm bedienen 16
beeldscherm instellen 15
externe monitor bedienen 16
het achtergrondlicht van het
beeldscherm regelen 16
hellen van het werkstation 10
het werkstation bijwerken 38
apparaatstuurprogramma's
updaten 39
BIOS-versie bepalen 38
het BIOS bijwerken 38
update na eerste opstart 38
upgrade van het BIOS 39
Het werkstation monteren 11
HP-hulpmiddelen 1
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI),
downloaden 22
HP stuurprogrammaschijf
RHEL installeren 35
SLED installeren 36
Ubuntu installatie 37
I
Identiteitsetiketten 41
installatie 20, 29
Linux 34
RHEL 35
SLED 36
Ubuntu 37
installatie van het werkstation
Beveiliging 19
het beeldscherm aanpassen 18
K
Kabelslot 19
koppelingen
Contactgegevens voor HP US 42
Downloads van software en
stuurprogramma's voor
werkstations 35
HP Chat Support 42
HP reparatie door klant zelf 44
Linux Hardware Matrix voor HP
werkstations 34
Red Hat Certicatie 35
Ubuntu 37
Zoekpagina voor certicaties van
SUSE 36
L
liggende stand 11
Linux
HP Linux stuurprogramma-
schijven 35
installatie 34
niet-gestandaardiseerde grasche
stuurprogramma's 37
oplossingen 34
RHEL 35
Linux-klaar systemen
een schijf maken 34
Versies van Linux 34
M
Media voor stuurprogramma's van
Red Hat Linux, RHEL instellen 36
montagevoorziening, bevestigen
12
muis reinigen 46
N
netwerk, verbinden 13
O
onderdelen van het werkstation
achterkant 7
linkerkant 6
voorkant 5
ondersteuning 1, 2, 40
advies 42
HP Chat Support 42
HP Support Center 42
Kennisgevingen voor klanten 42
klantenbulletins 42
online 41
toegankelijkheid 48
veiligheidsbulletins 42
optionele componenten 19
Index 49
P
positioneren werkstation 10
problemen oplossen
hulpmiddelen en
hulpprogramma's 41
meer opties 44
Reparatie door klant zelf 44
suggesties 43
suggesties, bij het opstarten 43
Suggesties, tijdens het gebruik
43
product
diagnose 3
documentatie 3
informatie 1
updates 4
R
recyclen 19
regelmatig onderhoud 45
reinigen van behuizing 45
reinigen van monitor 46
reinigen van toetsenbord 46
reinigingsproducten 45
Reparatie door klant zelf 44
RHEL
HP stuurprogrammaschijf 35
installatie 35
Linux 35
Media voor stuurprogramma's van
Red Hat Linux 36
S
SLED
HP stuurprogrammaschijf 36
installatie 36
staande stand 11
standaard, verwijderen 11
stuurprogramma's
installeren 29
updaten 29
Stuurprogramma's
update uitvoeren 39
T
toegankelijkheid 48
contact opnemen met
ondersteuning 48
hulptechnologieën 48
U
Ubuntu
HP stuurprogrammaschijf 37
installatie 37
url's
Contactgegevens voor HP US 42
HP reparatie door klant zelf 44
URL's
Downloads van software en
stuurprogramma's voor
werkstations
35
HP Chat Support 42
Linux Hardware Matrix voor HP
werkstations 34
Red Hat Certicatie 35
Ubuntu 37
Zoekpagina voor certicaties van
SUSE 36
V
ventilatie 9
verstellen van de kantelhoek 10
voeding, aansluiten 12
W
webcam, gebruiken 19
werkstation, bijwerken 38
werkstationonderdelen 5
Windows 10
activeren en congureren 20
back-up en herstellen 24
beeldscherm aanpassen 20
De HP Terugzetpartitie
verwijderen 28
herstellen en terugzetten 26
het werkstation uitschakelen 21
HP Herstelpartitie 27
HP PC Hardware Diagnostics 22
HP PC Hardware Diagnostics
downloaden 22
HP PC Hardware Diagnostics
gebruiken 22
HP PC Hardware Diagnostics
openen 22
HP Recovery Manager 27
HP terugzetmedia 25
HP terugzetmedia gebruiken 28
initiële installatie 20
knipper- of geluidscodes 22
meer informatie 21
opstartvolgorde werkstation 28
problemen oplossen 21
problemen oplossen, basis 22
technische ondersteuning 23
Terugzetmedia en back-ups
maken 24
Windows-hulpprogramma's 26
Windows 7
back-up maken van gegevens
31
bestanden, instellingen
overzetten 29
herstellen 30
HP terugzetschijf 33
image herstelpartitie 32
reservekopie maken 30
setup 29
Systeemherstel 31
Systeem terugzetten 32
WLAN, uitschakelen 14
Workstationinstallatie 9
50 Index
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58

HP Z1 All-in-One G3 Workstation Handleiding

Type
Handleiding