HP Z1 All-in-One Workstation Handleiding

Type
Handleiding
HP Z1 workstation
Gebruikershandleiding
Copyrightinformatie
© Copyright 2012–2013 Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Derde editie: Oktober 2013
Eerste editie: maart 2012
Artikelnummer: 685886-333
Garantie
Hewlett-Packard Company is niet
aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of omissies in dit
document, of voor incidentele of
vervolgschade die is ontstaan uit of verband
houdt met de levering, de werking of het
gebruik van dit materiaal. De informatie in
dit document wordt verstrekt zonder enige
garantie waaronder, maar niet beperkt tot,
de geïmpliceerde garanties van
verkoopbaarheid en geschiktheid voor een
bepaald doel, en kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd. De enige
garanties voor HP producten en services
worden uiteengezet in de garantieverklaring
die bij dergelijke producten en services
wordt geleverd.
Niets in deze documentatie kan worden
opgevat als rechtgevend op extra garantie.
De informatie in deze documentatie kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd. De
enige garanties voor HP producten en
diensten staan vermeld in de expliciete
garantievoorwaarden bij de betreffende
producten en diensten. Aan de informatie in
deze handleiding kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten, drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Voor het instellen van een WLAN en om
verbinding te maken met internet hebt u een
breedbandmodem nodig (DSL of kabel)
(afzonderlijk verkrijgbaar), een snelle
internetservice aangeschaft via een
internetserviceprovider en een draadloze
router (afzonderlijk aan te schaffen).
Windows 8: Niet alle functies zijn
beschikbaar in alle edities van Windows 8 .
Het kan zijn dat deze computer een
hardware-upgrade en/of apart
aangeschafte hardware, stuurprogramma's
en/of software nodig heeft om volledig te
profiteren van Windows 8-functionaliteit. Zie
http://www.microsoft.com voor meer
informatie.
Windows 7: Het kan zijn dat deze
computer een hardware-upgrade, apart
aangeschafte hardware en/of een dvd-
station nodig heeft om de Windows 7-
software te installeren en de functionaliteit
van Windows 7 volledig te benutten. Zie
http://windows.microsoft.com/en-us/
windows7/get-know-windows-7 voor meer
informatie.
Handelsmerken
Microsoft en Windows zijn in de Verenigde
Staten gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
Intel is een handelsmerk van Intel
Corporation in de Verenigde Staten en
andere landen.
FireWire is een handelsmerk van Apple
Computer Inc., gedeponeerd in de
Verenigde Staten en andere landen.
Bluetooth is een handelsmerk dat eigendom
is van zijn eigenaar en onder licentie
gebruikt wordt door Hewlett-Packard
Company.
Informatie over deze handleiding
Deze handleiding bevat informatie over de installatie van en het oplossen van eenvoudige problemen
voor de HP Z1 workstation. Deze bevat de volgende onderwerpen:
Onderwerpen in deze gids
HP resources zoeken op pagina 1
Functies van de HP Z1 workstations op pagina 7
Het werkstation installeren en gebruiken op pagina 11
Het installeren en herstellen van Windows 7 op pagina 25
Het installeren en herstellen van Windows 8 op pagina 31
Het installeren en herstellen van Linux op pagina 36
Het werkstation bijwerken op pagina 41
Diagnoseprogramma's en probleemoplossing
op pagina 43
Regelmatig onderhoud op pagina 49
TIP: Als u in deze handleiding niet kunt vinden wat u zoekt:
— Raadpleeg de technische informatie in de HP Z1 Workstation Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor onderhoud en service) op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
— Bekijk de videos over het verwijderen en vervangen van onderdelen op
http://www.hp.com/go/
sml.
— Lees meer informatie over uw werkstation op
http://www.hp.com/go/workstations.
iii
iv Informatie over deze handleiding
Inhoudsopgave
1 HP resources zoeken ........................................................................................................ 1
Productinformatie ..................................................................................................................... 2
Ondersteuning ......................................................................................................................... 3
Productdocumentatie ................................................................................................................ 4
Productdiagnose ...................................................................................................................... 5
Productupdates ........................................................................................................................ 5
2 Functies van de HP Z1 workstations ................................................................................. 7
Onderdelen ............................................................................................................................. 7
Onderdelen aan de voor- en onderkant ....................................................................... 7
Onderdelen aan de zijkant ........................................................................................ 8
Onderdelen aan de achterkant ................................................................................... 9
Productspecificaties .................................................................................................................. 9
Fysieke kenmerken .................................................................................................... 9
Omgevingsspecificaties ........................................................................................... 10
3 Het werkstation installeren en gebruiken ....................................................................... 11
Het werkstation installeren ....................................................................................................... 11
Plaatsing en ventilatie .............................................................................................. 11
Installatieprocedure ................................................................................................. 12
Het installeren van de USB draadloze dongle in de interne USB-poort ........................... 16
Het inschakelen van Bluetooth-apparaten ................................................................... 19
Beeldschermopties .................................................................................................................. 19
De helderheid van het beeldscherm aanpassen ........................................................... 19
Besturing van de helderheid van het beeldscherm ....................................................... 19
Helderheid van achtergrondlicht van intern beeldscherm ............................... 19
Helderheid pixelkleur ................................................................................ 20
Het toevoegen van een monitor ................................................................................ 21
Het aanpassen van het beeldscherm of de externe monitor ........................................... 22
Het HP Z1-werkstation als monitor gebruiken .............................................................. 22
Het aanpassen van het audiosignaal ........................................................................................ 23
Het gebruik van de webcam .................................................................................................... 24
Het installeren van optionele onderdelen ................................................................................... 24
Beveiliging ............................................................................................................................ 24
Productrecycling .................................................................................................................... 24
v
4 Het installeren en herstellen van Windows 7 .................................................................. 25
Het besturingssysteem Windows 7 installeren ............................................................................ 25
Apparaatstuurprogramma's installeren of upgraden .................................................... 25
Bestanden en instellingen overzetten .......................................................................... 25
Herstel in Windows 7 ............................................................................................................. 26
Systeemherstel (Microsoft) ........................................................................................ 26
Systeemherstel ........................................................................................................ 27
Systeemherstel als Windows reageert ......................................................... 27
Systeemherstel als Windows niet reageert ................................................... 28
Het systeem herstellen met herstelmedia ...................................................... 28
Herstelmedia maken .................................................................. 29
Herstelmedia toepassen ............................................................. 30
5 Het installeren en herstellen van Windows 8 .................................................................. 31
Extra informatie ..................................................................................................................... 31
Het besturingssysteem Windows 8 installeren ............................................................. 31
Windows 8 updates downloaden ............................................................................. 32
Back-up en herstel in Windows 8 ............................................................................................. 32
Een back-up maken van uw gegevens ........................................................................ 32
Systeemherstel uitvoeren .......................................................................................... 33
Windows-herstelprogramma's gebruiken ..................................................... 33
F11 herstelhulpmiddelen gebruiken ............................................................ 34
HP Windows 8 herstelmedia gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) ............ 35
6 Het installeren en herstellen van Linux ........................................................................... 36
HP Linux Support Matrix ......................................................................................................... 36
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL) .............................................................................................. 37
Red Hat Enterprise Linux installeren .......................................................................................... 37
HPIKL stuurpgrammaschijf ........................................................................................ 37
Installatie met de HP Red Hat Linux stuurpgrammaschijf ............................................... 38
Garantie ................................................................................................................ 38
Installatie van SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED) ................................................................... 38
Installatie van vooraf geladen SLED ........................................................................... 39
Installatie van SLED met de DVD Installer Kit ............................................................... 39
Garantie ................................................................................................................ 39
Herstellen van SLED (alleen vooraf geladen systemen) ................................................. 39
Fabriekseigen grafische stuurprogramma's ................................................................................ 39
7 Het werkstation bijwerken ............................................................................................. 41
Het werkstation bijwerken nadat hij voor het eerst is opgestart .................................................... 41
vi
Upgrade van het BIOS ........................................................................................................... 41
Het bepalen van de huidige BIOS-versie. ................................................................... 41
BIOS upgraden ....................................................................................................... 42
Stuurprogramma's upgraden ................................................................................................... 42
8 Diagnoseprogramma's en probleemoplossing ................................................................. 43
Het bellen naar ondersteuning ................................................................................................. 43
ID-labels vinden ..................................................................................................................... 43
Garantie-informatie zoeken ..................................................................................................... 44
HP informatiebronnen en hulpprogramma's voor het oplossen van problemen ............................... 44
HP Support Assistant (HPSA) ..................................................................................... 44
Online ondersteuning .............................................................................................. 45
Problemen oplossen .................................................................................. 45
Instant Support en Active Chat ................................................................... 45
Customer Advisories, Customer and Security Bulletins en Customer Notices ..... 46
Productwijzigingsnotificaties (PCN’s) .......................................................... 46
Tips ....................................................................................................................... 46
Bij het opstarten ....................................................................................... 46
Tijdens het gebruik ................................................................................... 47
Programma Zelfreparatie door klanten ........................................................ 47
Overige mogelijkheden voor probleemoplossing .......................................... 48
9 Regelmatig onderhoud ................................................................................................... 49
Algemene veiligheidsvoorschriften bij het schoonmaken .............................................................. 49
Het schoonmaken van de behuizing ......................................................................................... 49
Het schoonmaken van het toetsenbord ...................................................................................... 49
Het schoonmaken van de monitor ............................................................................................ 50
Het schoonmaken van de muis ................................................................................................. 50
vii
viii
1 HP resources zoeken
Dit gedeelte biedt informatie over de volgende informatiebronnen voor uw HP werkstation:
Onderwerpen
Productinformatie op pagina 2
Technische specificaties
HP Cool Tools
Informatie over regelgeving
Accessoires
Systeemkaart
Serienummer, Certificaat van Echtheid en origineel label
van Microsoft
Ondersteuning op pagina 3
Productondersteuning
HP Support Assistant
Garantie-informatie
Productdocumentatie op pagina 4
HP-documentatie, documentatie van externe leveranciers en
whitepapers
Productmeldingen
Technische specificaties(QuickSpecs)
Klantenadvies, veiligheidsbulletins en kennisgevingen
Productdiagnose op pagina 5
HP Vision Diagnostics
Definities van geluidssignalen en LED-codes
POST, foutcodes
Productupdates op pagina 5
Updates van stuurprogramma's en BIOS
Besturingssystemen
1
Productinformatie
Tabel 1-1 Productinformatie
Onderwerp Plaats
Technische specificaties Ga naar
www.hp.com/go/quickspecs. Selecteer links uw regio en selecteer
vervolgens Workstations.
HP Cool Tools (alleen Windows®
7)
De meeste HP werkstations met het besturingssysteem Windows 7 hebben
hulpprogramma's voor de verbetering van de systeemprestaties en extra software die
niet automatisch geïnstalleerd worden bij het opstarten voor de eerste keer. Om deze
applicaties te openen:
Klik op het pictogram HP Cool Tools op het bureaublad of
Open de map HP Cool Tools door Start > Alle programma's > HP > HP
Cool Tools te selecteren.
Voor meer informatie over deze toepassingen klikt u op HP Cool Tools—Learn
More.
Als u de applicaties wilt installeren of starten, klikt u op het pictogram voor de
gewenste applicatie.
Informatie over regelgeving Raadpleeg de handleiding Informatie over veiligheid en voorschriften voor
productkennisgevingen. Lees ook het label met kennisgevingen op de behuizing van
het werkstation.
Accessoires Voor volledige en actuele informatie over ondersteunde accessoires en onderdelen
raadpleegt u
http://www.hp.com/go/workstations.
Systeemkaart Een diagram van de systeemkaart staat aan de binnenkant van het chassis (all-in-one
configuratie). Meer informatie is te vinden in de Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor onderhoud en service) voor het werkstation op:
http://www.hp.com/support/workstation_manuals/.
Serienummer, certificaat van
authenticiteit ( COA) en origineel
label van Microsoft ( GML)
(indien van toepassing)
Het serienummerlabel bevindt zich op een uitschuifbare kaart aan de zijkant van het
scherm (bij all-in-one-configuraties). Het COA ( Windows 7 ) en GML ( Windows 8 )
bevinden zich doorgaans vlakbij het serienummerlabel. Op sommige werkstations zit
dit label aan de onderzijde.
Linux Ga voor inhformatie over het draaien van Linux op HP workstations naar
http://www.hp.com/linux/, en selecteer Linux on Workstations in de lijst aan
de linkerzijde.
2 Hoofdstuk 1 HP resources zoeken
Ondersteuning
Tabel 1-2 Ondersteuning
Onderwerp Plaats
Productonderste
uning
Ga voor ondersteuning in de V.S. naar
http://www.hp.com/go/contactHP.
Ga voor wereldwijde ondersteuning naar
http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html.
Hier kunt u:
On-line chatten met een technicus van HP
E-mailondersteuning krijgen
Telefoonnummers voor ondersteuning zoeken
Een HP servicecenter zoeken
HP Support
Assistant (alleen
Windows 7)
HP Support Assistant is een HP-toepassing die u helpt de prestaties van uw werktstation op punt te
houden en problemen help oplossen via geautomatiseerde updates en tune-ups, ingebouwde
diagnoses en geleide assistentie.
Om toegang te krijgen tot HP Supprt Assistant, dubbelklikt u op het HP Support Assistent pictogram op
uw bureablad.
OPMERKING: HP Support Assistant wordt op bepaalde HP werkstations met Microsoft Windows 7
vooraf geïnstalleerd. HP Support Assistant is niet beschikbaar op werkstations met Windows 8 of Linux.
Garantie-
informatie
Voor basisinformatie over garantie raadpleegt u
http://www.hp.com/support/warranty-lookuptool.
Raadpleeg
http://www.hp.com/go/lookuptool om een bestaand Care Pack te zoeken.
Voor het verlengen van de standaardproductgarantie raadpleegt u
http://h20219.www2.hp.com/
services/us/en/warranty/carepack-overview.html. HP Care Pack Services bieden upgrades van het
serviceniveau waarmee u de standaardproductgarantie uitbreidt of verlengt.
U kunt de uitdrukkelijk verleende HP Beperkte Garantie die voor uw product van toepassing is vinden
in het startmenu van uw PC en/of op de CD/DVD die werd meegeleverd in de doos. Voor een aantal
landen/regio's word een gedrukte HP Bepertke Garantie in de doos meegeleverd. In landen/regio's
waar de garantie niet gedrukt wordt geleverd, kunt u een gedrukt exemplaar aanvragen op
www.hp.com/go/orderdocuments of u kunt schrijven naar:
Noord-Amerika: Hewlett Packard, MS POD, 11311 Chinden Blvd, Boise, ID 83714, V.S.
Europa, Midden-Oosten, Afrika: Hewlett-Packard, POD, Via G. Di Vittorio, 9, 20063,
Cernusco /Naviglio (MI), Italië
Pacifisch Azië: Hewlett-Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office, Singapore
911507
Gelieve uw productnummer, garantieperiode(dit staat op het label met het serienummer), naam en
adres te vermelden.
Ondersteuning
3
Productdocumentatie
Tabel 1-3 Productdocumentatie
Onderwerp Plaats
HP gebruikersdocumentatie,
whitepapers en documentatie van
externe leveranciers
Voor de nieuwste online documentatie raadpleegt u
http://www.hp.com/support/
workstation_manuals. De documentatie omvat deze gebruikershandleiding en de
Maintenance and Service Guide.
Videos over verwijdering en
vervanging
Ga voor meer informatie over het verwijderen en vervangen van onderdelen naar
http://www.hp.com/go/sml.
Productmeldingen Subscriber's Choice is een programma van HP waarmee u zich kunt aanmelden voor
stuurprogramma- en softwarewaarschuwingen, proactieve
veranderingswaarschuwingen (PCN's), de HP nieuwsbrief, klantadvies en nog veel
meer. Meld u aan op
www.hp.com/united-states/subscribe/gateway/?jumpid=go/
subscribe-gate1.
Technische specificaties Het Product Bulletin bevat QuickSpecs voor HP werkstations. QuickSpecs bevatten
informatie over het besturingssysteem, voedingen, geheugen, CPU en veel meer
systeemonderdelen. QuickSpecs vindt u op
http://www.hp.com/go/quickspecs/.
Klantenadvies, veiligheidsbulletins
en kennisgevingen
U vindt advies, bulletins en kennisgevingen als volgt:
1. Zie
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Selecteer het gewenste product.
3. Selecteer onder Resources de optie Meer….
4. Gebruik de schuifbalk om Klantenadvies, Klantenbulletins of
Klantenkennisgevingen te selecteren.
4 Hoofdstuk 1 HP resources zoeken
Productdiagnose
Tabel 1-4 Productdiagnose
Onderwerp Plaats
Diagnosehulpmiddelen voor
Windows 7
Het hulpprogramma HP Vision Diagnostics wordt op bepaalde werkstations met
Windows 7 vooraf geïnstalleerd.
Diagnosehulpmiddelen voor
Windows 8
Het hulpprogramma HP Vision Diagnostics wordt op bepaalde werkstations met
Windows 8 vooraf geïnstalleerd.
Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en
service) van het werkstation, op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
Definities van geluidssignalen en
LED-codes
Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en
service) van het werkstation, op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
POST, foutcodes Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en
service) van het werkstation, op
http://www.hp.com/support/workstation_manuals.
Productupdates
Tabel 1-5 Productupdates
Onderwerp Plaats
Productdiagnose
5
Tabel 1-5 Productupdates (vervolg)
Updates van stuurprogramma's
en BIOS
Raadpleeg http://www.hp.com/go/workstationsupport om na te gaan of u beschikt
over de nieuwste stuurprogramma's voor het werkstation.
Ga als volgt te werk om tijdens het opstarten de actuele BIOS van het werkstation te
bepalen:
1. Start het werkstation op en druk tijdens het opstarten op Esc.
2. Druk op F10 om de F10 Setup te starten.
3. Ga naar Bestand > Systeeminformatie. Noteer de BIOS-versie en datum
zodat u deze kunt vergelijken met de BIOS-versies op de HP website.
U kunt de BIOS-versie in Windows 7 ook vinden als volgt:
1. Ga naar Start > Alle programma's > Accessoires > Systeemwerkset
> Systeeminformatie.
2. U vindt rechts de BIOS-versie/datum.
3. Noteer de BIOS-versie zodat u deze kunt vergelijken met de versies op de HP
website.
U kunt het BIOS-versienummer ook vinden in Windows 8:
1. Wijs naar de rechter bovenhoek of benedenhoek van het startscherm om de
charms weer te geven.
2. Klik op Instellingen > PC-instellingen wijzigen.
Besturingssystemen Voor meer informatie over:
Besturingssystemen die ondersteund worden op HP workstations, ga naar
http://www.hp.com/go/wsos.
Windows-besturingssystemen, ga naar
http://www.microsoft.com/support.
Linux-besturingssystemen, ga naar
http://www.hp.com/linux.
6 Hoofdstuk 1 HP resources zoeken
2 Functies van de HP Z1
workstations
Ga voor volledige en actuele informatie over ondersteunde accessoires en onderdelen voor het
werkstation naar
http://partsurfer.hp.com.
Onderdelen
Onderdelen aan de voor- en onderkant
Afbeelding 2-1 Onderdelen aan de voor- en onderkant
Tabel 2-1 Beschrijving van onderdelen
1 Hoekafstelling van de camera 5 Uitschuifbare kaart met serienummer
2 Camera 6 Luidsprekers
3 Linker en rechter digitale microfoons 7 Standaard
4 Beeldscherm 8 Chassis vergrendelingen (weergave onderkant)
Onderdelen
7
Onderdelen aan de zijkant
Afbeelding 2-2 Onderdelen aan de zijkant
Tabel 2-2 Beschrijving van onderdelen
1 Aan/uit-knop 6 IEEE-1394a FireWire® connector
2
Lampje voor activiteit van de vaste
schijf
7
USB 3.0-aansluitingen (2)
3
Ejectknop van het optische station
zonder lade
8
Hoofdtelefoonaansluiting
4 Optisch station zonder lade 9
Microfoonaansluiting
5 Digitale geheugenkaartlezer
8 Hoofdstuk 2 Functies van de HP Z1 workstations
Onderdelen aan de achterkant
Afbeelding 2-3 Onderdelen aan de achterkant (behalve de standaard)
Tabel 2-3 Beschrijving van onderdelen
1 Handgreep 6 Netvoedingskabelaansluiting
2
Subwoofer-aansluiting (oranje) 7 USB 2.0-aansluitingen (4)
3
Audio-uitgang (groen) 8
Optische S/PDIF audio-
uitgang
4
Audio-ingang (blauw) 9 RJ-45-netwerkaansluiting
5
DisplayPort-aansluiting 10
Bevestigingspunt voor
kabelslot
Productspecificaties
Fysieke kenmerken
Tabel 2-4 Fysieke kenmerken
Gewicht
Met standaard 21,3 kg (47,0 lbs)
Zonder standaard 15,4 kg (34,0 lbs)
Standaard alleen 5,9 kg (13,0 lbs)
Productspecificaties
9
Tabel 2-4 Fysieke kenmerken (vervolg)
Afmetingen
Staand, zonder standaard Hoogte: 584,2 mm (23,0 inch)
Breedte: 660,4 cm (26,0 inch)
Diepte: 419,1 cm (16,5 inch)
Standaard alleen Hoogte: 457,2 cm (18,0 inch)
Breedte: 660,4 cm (26,0 inch)
Diepte: 81,3 cm (3,2 inch)
Omgevingsspecificaties
Tabel 2-5 HP Workstation omgevingsspecificaties
Temperatuur
In bedrijf: -5°C tot 35°C (-40°F tot 95°F)
Buiten bedrijf: -40°C tot 60°C (-40°F tot 140°F)
OPMERKING: De bovengrens van 35°C is geldig tot een hoogte van 1524 m. Verminder
met 1°C voor elke 305 m boven de 1524 m. Op 3048 m hoogte is de maximaal toegestane
temperatuur van de omgevingslucht dus 30°C.
Relatieve
luchtvochtigheid
In bedrijf: 8% tot 85% relatieve luchtvochtigheid, niet-condenserend
Buiten bedrijf: 8% tot 90% relatieve luchtvochtigheid, niet-condenserend
Hoogte
In bedrijf: 0 tot 3048 m (10.000 ft)
Buiten bedrijf: 0 tot 9144 m (30.000 ft)
Schoktolerantie
In bedrijf: ½-sine: 40 g, 2-3ms (circa 62 cm/s)
Buiten bedrijf:
½-sine: 160 cm/s, 2-3 ms (circa 105g)
20g, vierkant: 422 cm/s
OPMERKING: De waarden gelden voor eenmalige schokken en zijn niet van toepassing bij
repeterende schokken.
Trillingstolerantie
In bedrijf (willekeurig): 0,5g (rms), 5-300 Hz, tot 0.0025 g
2
/Hz
Buiten bedrijf (willekeuring): 2,0g (rms), 5-500 Hz, tot 0.0150 g
2
/Hz
OPMERKING: De waarden gelden niet bij voortdurende trillingen.
10 Hoofdstuk 2 Functies van de HP Z1 workstations
3 Het werkstation installeren en
gebruiken
Onderwerpen
Het werkstation installeren op pagina 11
Beeldschermopties op pagina 19
Het gebruik van de webcam op pagina 24
Het installeren van optionele onderdelen op pagina 24
Beveiliging op pagina 24
Productrecycling op pagina 24
Het werkstation installeren
Plaatsing en ventilatie
Een goede ventilatie van het systeem is belangrijk voor de werking van het werkstation. Voor
voldoende ventilatie:
Plaats het werkstation op een stevige, vlakke ondergrond.
Zorg voor minimaal:
12 cm (4,7 inch) vrije ruimte voor, achter, boven en onder het werkstation.
16 cm (6,3 inch) vrije ruimte rechts van het optische station.
Zorg ervoor dat de temperatuur van de omgevingslucht rond het werkstation binnen de
gespecificeerde limiet blijft (zie
Omgevingsspecificaties op pagina 10).
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen en de luchtgaten nooit geblokkeerd worden, om te
voorkomen dat de binnenkomende of uitgaande luchtstroom van het werkstation wordt
belemmerd.
Het werkstation installeren
11
Installatieprocedure
1. Het HP Z1-werkstation weegt 21,3 kg en moet uit de doos worden verwijderd door twee
personen.
WAARSCHUWING! Als een product wordt verzonden in een verpakking met daarop het
symbool
, moet het product altijd worden opgetild door twee personen, om persoonlijk letsel
als gevolg van het gewicht van het product te voorkomen.
WAARSCHUWING! Om het risico van elektrische schokken of schade aan uw apparaat te
verminderen:
— Steek de stekker van het netsnoer in een geaard stopcontact.
— Hef de aarding van het netsnoer niet op door het bijvoorbeeld op een 2-pins adapter aan te
sluiten. De aardingspen is een belangrijke veiligheidsvoorziening.
— Voor het uitschakelen van het werkstation trekt u de stekker uit het stopcontact.
2. Duw de unit stevig in de laagste horizontale positie om de groene knop in de staander te
ontgrendelen.
VOORZICHTIG: Open de unit alleen als deze zich in de laagste horizontale positie bevindt.
Anders kunnen systeemonderdelen mogelijk beschadigd worden.
Afbeelding 3-1 Duw omlaag om de groene knop te ontgrendelen
3. Druk tijdens het tillen op de groene knop.
Afbeelding 3-2 Druk op de groene knop
12 Hoofdstuk 3 Het werkstation installeren en gebruiken
4. Om toegang te krijgen tot de lagere I/O-poorten kantelt u het apparaat voorzichtig achterwaarts
van u af.
Afbeelding 3-3 Kantel het apparaat van u af om toegang te krijgen tot de lagere I/O-poorten
5. Na het kantelen van de unit kunt u het netsnoer, de ethernetkabel en andere randapparatuur,
inclusief het bekabelde toetsenbord en de muis, aansluiten op het onderste I/O-paneel.
Geleid de kabels door of om de unitstandaard.
Afbeelding 3-4 Sluit de kabels aan op het onderste I/O-paneel
Het werkstation installeren
13
6. Als de kabels zijn aangesloten, kantelt u de eenheid voorzicht voorwaarts naar u toe.
Afbeelding 3-5 Kantel het apparaat naar u toe na het aansluiten van de kabels
OPMERKING: Het kan zijn dat u enige kracht nodig hebt, omdat het werkstation zwaar is en
de standaardbevestigingen stroef zijn.
7. Zet het werkstation rechtop. Hiervoor moet u enige kracht uitoefenen.
Afbeelding 3-6 Draai het werkstation
14 Hoofdstuk 3 Het werkstation installeren en gebruiken
8. Sluit het werkstation aan op een geaard stopcontact (1) en schakel het werkstation in (2).
Afbeelding 3-7 Schakel het werkstation in
9. Als u een draadloze muis/toetsenbord hebt nabesteld, kunt u de draadloze muis en het draadloos
toetsenbord op de volgende manier aansluiten.
a. Plaats de draadloze dongle in een USB-poort op de zijkant.
OPMERKING: U kunt de draadloze dongle ook in een interne USB-poort steken.
Raadpleeg voor aanwijzingen
Het installeren van de USB draadloze dongle in de interne
USB-poort op pagina 16.
Afbeelding 3-8 Plaats de dongle in een USB-poort aan de zijkant
Het werkstation installeren
15
b. Schakel de draadloze muis in.
Afbeelding 3-9 Draai de schakelaar om
10. Verbind het apparaat met internet via de functie voor draadloze verbinding of met een RJ-45-
netwerkkabel.
Afbeelding 3-10 Verbinding maken met het Internet
Het installeren van de USB draadloze dongle in de interne USB-
poort
Als u een draadloos toetsenbord en muis bestelt, kunt u de draadloze dongle in de interne USB-poort
installeren. Raadpleeg de volgende instructies:
1. Schakel het werkstation uit en trek het netsnoer uit het stopcontact.
16 Hoofdstuk 3 Het werkstation installeren en gebruiken
2. Pak het werkstation stevig vast in het midden van de onder- en bovenkant en zet het werkstation in
horizontale stand.
Afbeelding 3-11 Het werkstation in horizontale stand zetten
3. Schuif de vergrendelingen aan de onderkant van het werkstation naar buiten en open de
behuizing.
Afbeelding 3-12 De behuizing openen
Het werkstation installeren
17
4. Installeer de dongle in de ingebouwde USB-poort op de onderste I/O-assemblage. Sluit het
werkstation en zet het weer rechtop.
Afbeelding 3-13 Interne USB-poort
BELANGRIJK: Een afbakening rond de ingebouwde USB-poort geeft de maximale ruimte voor
een intern USB-apparaat aan. De dongle moet in deze ruimte passen.
5. Zorg ervoor dat het toetsenbord en de muis zich binnen een afstand van 30 cm van het
werkstation bevinden en niet onderhevig zijn aan storing van andere apparaten. Schakel de
draadloze muis in aan de onderkant van de muis (1) en plaats ze vóór het werkstation.
Afbeelding 3-14 Draadloos toetsenbord en draadloze muis
18 Hoofdstuk 3 Het werkstation installeren en gebruiken
Het inschakelen van Bluetooth-apparaten
Het werkstation ondersteunt Bluetooth®. Voor de verbinding van een draadloos Bluetooth-apparaat:
1. Laat uw Bluetooth-apparaat een radiosignaal uitzenden zodat het herkend wordt door het
werkstation (raadpleeg de documentatie van het apparaat).
2. Open het Windows Configuratiescherm en ga naar Hardware en geluiden.
Als uw Bluetooth-apparaat een printer is, klik dan op Printers, klik op Een printer
toevoegen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Voor alle andere apparaten, klikt u op Bluetooth-apparaten, vervolgens op Toevoegen
en volgt u daarna de aanwijzingen op het scherm.
Beeldschermopties
De helderheid van het beeldscherm aanpassen
Het HP Z1-werkstation maakt gebruik van twee methoden om de helderheid van het display te
besturen.
De instellingen voor de achtergrondverlichting bepalen alleen de algehele helderheid van het
interne beeldscherm bedieningspaneel.
De kleurhelderheidsinstellingen van de pixels bepalen de kleurintensiteit van de individuele pixels
voor het interne beeldscherm en een externe monitor. Het wijzigen van de kleurhelderheid van de
pixels zal de kleur van de pixels en de kleuren van uw beeldscherm beïnvloeden.
Besturing van de helderheid van het beeldscherm
Helderheid van achtergrondlicht van intern beeldscherm
Windows 7 en Windows 8 bieden twee methoden voor het bedienen van de helderheid van de
achtergrondverlichting van het interne beeldscherm. Deze twee opties passen de helderheid van het
achtergrondlicht aan van 100 % tot 30 % van de maximale helderheid.
Windows 7
1. Selecteer Configuratiescherm > Energiebeheer.
2. Verplaats de schuifregelaar voor de helderheid van het scherm onderaan het venster om
aanpassingen te maken.
– of –
1. Klik op Start > Programma's > Productiviteit en Tools > HP My Display.
2. Selecteer Aanpassen.
3. Verplaats de schuifregelaar om aanpassingen te maken.
4. Klik onderin het venster op Toepassen of OK om de wijzigingen op te slaan.
Beeldschermopties
19
Windows 8
1. Wijs naar de rechter bovenhoek van het startscherm om de charms weer te geven.
2. Klik op Instellingen.
3. Klik in de linker benedenhoek van het rechterpaneel op Helderheid.
4. Verplaats de schuifregelaar om aanpassingen te maken.
– of –
1. Wijs in het bureaubladvenster naar de taakbalk onderin het scherm.
2. Klik op de pijl Verborgen pictogrammen weergeven en klik vervolgens op het pictogram
HP My Display.
3. Selecteer Aanpassen.
4. Verplaats de schuifregelaar om aanpassingen te maken.
5. Klik onderin het venster op Toepassen of OK om de wijzigingen op te slaan.
Helderheid pixelkleur
De helderheid van de pixelkleur wordt bediend met de Intel® iGFx of de NVIDIA MXM grafische
controller interface. Beide controllers kunnen het interne beeldscherm en een externe monitor
aanpassen. Deze aanpassing heeft invloed op de helderheid van de individuele RGB-pixels en op de
kleuren van de pixels.
Intel iGFx aanpassingen voor een intern beeldscherm
1. Rechtsklik op een leeg gebied van het bureaublad om het systeembedieningsvenster voor het
scherm te openen. Klik op Grafische eigenschappen.
2. Selecteer het keuzerondje Geavanceerd en klik op OK. Het Intel Graphics en Media
bedieningspaneel opent.
3. Selecteer links in het Intel Graphics en Media bedieningspaneel Beeldscherm >
Kleurverbetering.
4. Klik op het vervolgkeuzevenster Beeldscherm en selecteer Ingebouwd scherm.
5. De helderheidschuifbalk is ingesteld op 0 %. Beweeg de schuifregelaar om de helderheid in te
stellen, omhoog tot 100 % of omlaag tot -60 %.
6. Klik onderin het venster op Toepassen of OK om de wijzigingen op te slaan.
Intel IGFx aanpassingen van de pixelkleuren voor een externe monitor
1. Rechtsklik op een leeg gebied van het bureaublad om het systeembedieningsvenster voor het
scherm te openen. Klik op Grafische eigenschappen.
2. Selecteer het keuzerondje Geavanceerd en klik op OK. Het Intel Graphics en Media
bedieningspaneel verschijnt.
3. Selecteer links in het Intel Graphics en Media bedieningspaneel Beeldscherm >
Kleurverbetering.
4. Klik op het vervolgkeuzevenster Beeldscherm en selecteer de Externe monitor. Als
bijvoorbeeld een ZR2740w-monitor is aangesloten, selecteer dan Digital Display ZR2740w.
20 Hoofdstuk 3 Het werkstation installeren en gebruiken
5. De helderheidschuifbalk is ingesteld op 50%. Verplaats de schuifregelaar omhoog of omlaag om
de helderheid aan te passen.
6. Klik onderin het venster op Toepassen of OK om de wijzigingen op te slaan.
NVIDIA MXM controller aanpassingen van de pixelkleuren voor een intern
beeldscherm
1. Rechtsklik op een leeg gebied van het bureaublad om het systeembedieningsvenster voor het
scherm te openen. Klik op NVIDIA configuratiescherm.
2. Klik op het pictogram van het HP Z1-beeldscherm. Een groen kader verschijnt rond het
pictogram.
3. Klik links in het NVIDIA configuratiescherm op Bureaubladkleurinstellingen aanpassen en
selecteer het interne beeldscherm om aan te passen.
4. Klik op het keuzerondje NVIDIA-instellingen gebruiken.
5. De helderheidschuifbalk is ingesteld op 50%. Verplaats de schuifregelaar omhoog of omlaag om
de helderheid aan te passen.
6. Klik onderin het venster op Toepassen of OK om de wijzigingen op te slaan.
NVIDIA MXM controller aanpassingen van de pixelkleuren voor een externe monitor
1. Rechtsklik op een leeg gedeelte van het bureaublad om het configuratievenster van het systeem te
openen. Klik op NVIDIA configuratiescherm.
2. Klik op het pictogram van uw externe monitor. Een groen kader verschijnt rond het pictogram.
3. Klik links in het NVIDIA-bedieningsvenster op Bureaubladkleurinstellingen aanpassen en
selecteer de aan te passen externe monitor.
4. Klik op het keuzerondje NVIDIA-instellingen gebruiken.
5. De helderheidschuifbalk is ingesteld op 50%. Verplaats de schuifregelaar omhoog of omlaag om
de helderheid aan te passen.
6. Klik onderin het venster op Toepassen of OK om de wijzigingen op te slaan.
Het toevoegen van een monitor
Voor het aansluiten van een monitor op het werkstation:
1. Bepaal de juiste kabel en/of benodigde adapter voor de aansluiting van de monitor:
Monitorinterface Benodigde aansluiting
DisplayPort DisplayPort-kabel
VGA DisplayPort naar VGA-adapter met VGA-kabel
DVI DisplayPort naar DVI-adapter met DVI-D-kabel
Beeldschermopties
21
Dual-Link (DVI) DisplayPort naar DLDVI-adapter met Dual-Link-
kabel
HDMI DisplayPort naar HDMI-adapter met HDMI-kabel
2. Sluit het DisplayPort-einde van de kabel/adapter aan op de DisplayPort-connector op de
achterkant van het werkstation.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de extra monitor.
4. Zet de monitor aan. Als het werkstation Microsoft Windows® gebruikt en er een grafisch
stuurprogramma geïnstalleerd is, zal het werkstation de externe monitor automatisch herkennen en
als scherm gebruiken.
Het aanpassen van het beeldscherm of de externe monitor
U kunt de vernieuwingsfrequentie, schermresolutie, kleurinstellingen, tekengrootte en
energiebeheerinstellingen van het beeldschermr van het werkstation en dat van de externe monitor
handmatig selecteren of wijzigen. U kunt dit doen via het configuratiescherm van de grafische kaart
(MXM-kaart of geïntegreerde grafische kaart) of via de Windows-instellingen in Configuratiescherm
> Beeldscherm.
Raadpleeg de documentatie van uw tweede monitor voor meer informatie over de configuratie van de
monitor.
Het HP Z1-werkstation als monitor gebruiken
Omdat de DisplayPort-aansluiting van het HP Z1 werkstation bidirectioneel is, kunt u het werkstation als
beeldscherm voor een andere computer (bijvoorbeeld een laptop) gebruiken. De andere computer
(vervolgens externe grafische bron genoemd) moet beschikken over een grafische DisplayPort output-
aansluiting.
Bepaalde toetsaanslagen op het toetsenbord van het werkstation wisselen de poort van output naar
input en omgekeerd. In output-modus activeert de poort een externe monitor. In input-modus activeert
een externe grafische bron het beeldscherm van het werkstation.
OPMERKING: Deze functie wordt alleen ondersteund door het besturingssysteem Microsoft
Windows.
22 Hoofdstuk 3 Het werkstation installeren en gebruiken
Om het werkstation als monitor te gebruiken:
1. Verbind het einde van een DisplayPort-kabel aan de DesplayPort-aansluiting van de externe
grafische bron. Sluit het andere uiteinde aan op de DisplayPort-connector op de achterkant van
het HP Z1-werkstation.
Afbeelding 3-15 Het aansluiten van de DisplayPorts
2. Druk op het toetsenbord van het HP Z1-werkstation tegelijkertijd de toetscombinatie Ctrl+Shift+S
+D (beeldscherm wisselen) om het werkstation de uitvoer van de externe grafische bron weer te
laten geven.
3. Druk om terug te keren, gelijktijdig op Ctrl+Shift+S+D op het toetsenbord van het HP Z1-
werkstation om de interne grafische bron te herstellen en het beeldscherm van het werkstation in
de stand-bystand te plaatsen. Beweeg op het HP Z1-werkstation de muis of druk op de spatiebalk
op het toetsenbord om het beeldscherm weer te activeren.
OPMERKING: Deze functie is afhankelijk van de toepassing Mijn Beeldscherm en kan
veranderen met de installatie van nieuwe software of stuurprogramma's. U kunt de nieuwste software
en stuurprogramma's downloaden op
http://www.portrait.com/dtune/hpw/enu/
upgrade_instructions.html.
Het aanpassen van het audiosignaal
Er is geen hardware volumeregeling op het HP Z1-werkstation. (Sommige toetsenborden
beschikken echter over volumeknoppen, meestal in de rechterbovenhoek.)
Het volume kan worden aangepast met de hoofdbediening van het besturingssysteem (OS) of de
software-bediening van de audiospeler.
Het aanpassen van het audiosignaal
23
De hoofdbediening van het besturingssysteem en de software-bediening van de audiospeler zijn
onafhankelijk van elkaar. Ze zijn echter gelijktijdig werkzaam en hebben invloed op het totale
volume van het audiosignaal.
Als het audiosignaal niet hoorbaar is, controleer dan de hoofdbediening van het
besturingssysteem en de software-bediening van de audiospeler om zeker te zijn dat beide niet te
laag zijn ingesteld.
Het gebruik van de webcam
De webcam werkt automatisch met alle webcamsoftware.
Als de webcam actief is, ziet u een wit lampje branden. De vaste-focus lens presteert het beste op een
afstand van een halve meter.
Met de draaiknop aan de bovenkant van het werkstation kunt u:
De hoek van de camera aanpassen.
De camera uitschakelen door deze helemaal naar de voorkant van het werkstation te draaien. Een
rode streep in de camera geeft aan dat de lens volledig naar de behuizing is gericht. De persoon
voor het werkstation is dan onzichtbaar.
Het installeren van optionele onderdelen
U kunt extra onderdelen aan uw werkstation toevoegen, zoals geheugen, harde schijven en PCIe-
minikaarten.
U vindt videos over de installatie van onderdelen op
http://www.hp.com/go/sml.
Raadpleeg voor installatierichtlijnen en technische informatie de HP Z1 Workstation Maintenance
and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) op
http://www.hp.com/support/
workstation_manuals.
Beveiliging
U kunt uw werkstation beveiligen door hem met een slot aan een kabel te bevestigen. Het werkstation
heeft diverse veiligheidskenmerken die het risico op diefstal verkleinen of waarschuwen tegen inbraak
in de behuizing. Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en
service) voor informatie over extra hardware- en softwarebeveiliging die beschikbaar is voor uw
systeem.
Productrecycling
HP adviseert klanten gebruikte elektronische apparatuur, originele HP printcartridges en oplaadbare
batterijen te recyclen.
Meer informatie over recycling van HP onderdelen en producten is beschikbaar op:
http://www.hp.com/go/recycle.
24 Hoofdstuk 3 Het werkstation installeren en gebruiken
4 Het installeren en herstellen van
Windows 7
Dit hoofdstuk biedt informatie over installatie en updates van het besturingssysteem Windows 7. Het
bevat de volgende onderwerpen:
Onderwerpen
Het besturingssysteem Windows 7 installeren
op pagina 25
Herstel in Windows 7 op pagina 26
OPMERKING: Na de installatie van het besturingssysteem moet u ervoor zorgen dat de laatste
BIOS, stuurprogramma's en software-updates voor het werkstation geïnstalleerd zijn. Raadpleeg
hiervoor het hoofdstuk over het bijwerken van het werkstation.
VOORZICHTIG: Sluit geen optionele hardware of apparaten van derden aan op het HP werkstation
voordat de installatie van het besturingssysteem is voltooid. Het toevoegen van hardware kan leiden tot
fouten en een onjuiste installatie van het besturingssysteem.
Het besturingssysteem Windows 7 installeren
VOORZICHTIG: Wanneer de installatie is gestart, mag u het werkstation nietuitschakelen totdat de
procedure is voltooid. Als u het werkstation tijdens de installatie uitschakelt, is het mogelijk dat de
installatie beschadigt raakt en de software niet goed werkt.
U kunt een compleet overzicht van alle instructies voor installatie en configuratie vinden op
http://windows.microsoft.com/en-US/windows7/help. Nadat u het besturingssysteem succesvol hebt
geïnstalleerd vindt u extra informatie in de online help.
Apparaatstuurprogramma's installeren of upgraden
U moet de juiste stuurprogramma's installeren voordat u nieuwe hardware installeert. Volg de
installatieinstructies die bij het apparaat zijn meegeleverd. Voor optimale prestaties moet het
besturingssysteem voorzien zijn van de meest recente updates, patches en softwarefixes. Raadpleeg het
hoofdstuk over het bijwerken van het werkstation voor meer informatie over stuurprogramma's en
software-updates.
Bestanden en instellingen overzetten
Het Windows besturingssysteem biedt hulpprogramma's voor gegevensmigratie die het mogelijk maken
om bestanden en gegevens te selecteren en over te brengen van een Windows computer naar een
andere Windows computer.
Het besturingssysteem Windows 7 installeren
25
Zie http://www.microsoft.com voor informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's.
Herstel in Windows 7
Maak een back-up van uw persoonlijke gegevensbestanden ter bescherming tegen verlies of schade.
Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem of bij het back-upprogramma voor informatie
over het maken van back-ups van gegevensbestanden.
Maak back-ups van alle systeemsoftware, applicaties en bijbehorende bestanden die op de vaste schijf
zijn opgeslagen, zodat u de software en bestanden kunt herstellen als deze verloren zijn gegaan of
zijn beschadigd.
Als u geen cd’s of dvd’s voor systeemherstel kunt maken, kunt u herstelschijven bestellen bij HP Support.
Zie
http://www.hp.com/support/contactHP voor het telefonische ondersteuningsnummer voor uw
regio.
Systeemherstel (Microsoft)
Als u een probleem ondervindt waarvan u denkt dat het te wijten is aan software die op uw computer
is geïnstalleerd, gebruikt u Systeemherstel om de computer terug te zetten naar een vroeger herstelpunt.
U kunt ook handmatig herstelpunten instellen.
OPMERKING: Probeer altijd eerst deze herstelprocedure uit voordat u de optie Systeemherstel
gebruikt.
OPMERKING: Bepaalde functies zijn mogelijk niet beschikbaar op computers die geleverd worden
zonder versie van Microsoft Windows.
Systeemherstel starten:
1. Sluit alle geopende programma's.
2. Klik op de knop Start, klik met de rechtermuisknop op Computer en klik vervolgens op
Eigenschappen.
3. Klik op Systeembeveiliging, klik op Systeemherstel, klik op Volgende en volg de
aanwijzingen op het scherm.
Handmatig herstelpunten toevoegen:
1. Sluit alle geopende programma's.
2. Klik op de knop Start, klik met de rechtermuisknop op Computer, klik op Eigenschappen en
vervolgens op Systeembeveiliging.
3. Selecteer onder Instellingen voor systeembeveiliging de schijf waarvoor u een herstelpunt
wilt maken.
4. Klik op Maken en volg de aanwijzingen op het scherm.
26 Hoofdstuk 4 Het installeren en herstellen van Windows 7
Systeemherstel
WAARSCHUWING! Deze procedure wist alle gebruikersgegevens. Om gegevensverlies te
voorkomen, moet u een back-up maken van alle gebruikersgegevens zodat u deze na herstel kunt
terugzetten. Probeer altijd eerst deze herstelprocedure uit voordat u het programma Systeemherstel
gebruikt. Zie
Systeemherstel (Microsoft) op pagina 26.
Systeemherstel wist en formatteert uw harde schijf volledig, zodat alle gegevensbestanden die werden
aangemaakt worden verwijderd en herinstalleert dan het besturingssysteem, de programma's en
stuurprogramma's. Eventuele software die niet van fabriekswege was geïnstalleerd, moet u echter zelf
opnieuw installeren. Daaronder vallen de software die op media in de doos met computeraccessoires
is geleverd en de programma’s die u na de aankoop van de computer hebt geïnstalleerd.
OPMERKING: Bepaalde functies zijn mogelijk niet beschikbaar op computers die geleverd worden
zonder versie van Microsoft Windows.
U moet een van de volgende methoden kiezen voor het uitvoeren van volledig systeemherstel:
Herstelkopie — Voer het systeemherstel uit met een herstelkopie die is opgeslagen op de vaste
schijf. De herstelkopie is een bestand dat een kopie van de originele software bevat zoals die in
de fabriek op de computer werd geïnstalleerd. Als u het systeemherstel wilt uitvoeren met een
herstelkopie, raadpleegt u
Systeemherstel als Windows reageert op pagina 27 of
Systeemherstel als Windows niet reageert op pagina 28.
Herstelmedia — Voer Systeemherstel uit vanaf herstelmedia die u hebt gemaakt van bestanden die
zijn opgeslagen op de vaste schijf of die u afzonderlijk hebt aangekocht. Zie
Het systeem
herstellen met herstelmedia op pagina 28 voor het maken van herstelmedia.
Systeemherstel als Windows reageert
VOORZICHTIG: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u hebt
gemaakt of geïnstalleerd. Maak voordat u begint een back-up van belangrijke gegevens op een cd of
dvd of op een USB-flashdrive.
OPMERKING: In sommige gevallen hebt u herstelmdedia nodig voor deze procedure. Volg voor het
maken van deze media de instructies in
Herstelmedia maken op pagina 29.
Als de computer werkt en Windows 7 reageert, gebruikt u deze stappen om een Systeemherstel uit te
voeren.
1. Zet de computer uit.
2. Ontkoppel alle randapparatuur van de computer behalve de monitor, het toetsenbord en de muis.
3. Schakel de computer in.
4. Klik als Windows is geladen op de knop Start, klik op Alle programma's, klik op
Veiligheid, en klik op Recovery Manager. Klik desgevraagd op Ja om het programma voort
te zetten.
5. Onder Ik heb meteen hulp nodig klikt u op Systeemherstel.
Herstel in Windows 7
27
6. Selecteer Ja en klik dan op Volgende. De computer wordt opnieuw opgestart.
OPMERKING: Als het systeem geen herstelpartitie detecteert, wordt u gevraagd een
herstelmedium te plaatsen dat u hebt gemaakt. Plaats de eerste schijf of de USB-flash station, klik
op Ja en vervolgens op Volgende om de computer te herstarten. Als u schijven gebruikt, plaats
dan de volgende schijf als daarom wordt gevraagd.
7. Wanneer de computer opnieuw opstart, wordt het verwelkomingscherm van Recovery Manager
opnieuw op het scherm weergegeven. Onder Ik heb meteen hulp nodig klikt u op
Systeemherstel. Als wordt gevraagd of u een back-up van uw bestanden wilt maken en u dat
nog niet hebt gedaan, selecteert u Eerst een back-up van bestanden maken
(aanbevolen). Klik daarna op Volgende. Selecteer anders Herstellen zonder back-up
van bestanden te maken en klik op Volgende.
8. Het systeemherstel wordt gestart. Nadat het systeemherstel is voltooid, klikt u op Voltooien om
de computer opnieuw op te starten.
9. Als Windows is geladen, schakelt u de computer uit, sluit u alle randapparatuur opnieuw aan en
zet u de computer weer aan.
Systeemherstel als Windows niet reageert
VOORZICHTIG: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u hebt
gemaakt of geïnstalleerd.
Als Windows niet reageert maar de computer wel werkt, volgt u deze stappen om een Systeemherstel
uit te voeren.
1. Zet de computer uit. Houd zo nodig de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer wordt
uitgeschakeld.
2. Ontkoppel alle randapparatuur van de computer behalve de monitor, het toetsenbord en de muis.
3. Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.
4. Op het moment dat u het HP-logo op het scherm ziet verschijnen, drukt u herhaaldelijk op de
F11 toets op uw toetsenbord totdat het bericht Windows is Bestanden aan het laden… op het
scherm verschijnt.
5. Onder Ik heb meteen hulp nodig klikt u op Systeemherstel.
6. Als wordt gevraagd of u een back-up van uw bestanden wilt maken en u dat nog niet hebt
gedaan, selecteert u Eerst een back-up van bestanden maken (aanbevolen). Klik
daarna op Volgende. Selecteer anders Herstellen zonder back-up van bestanden te
maken en klik op Volgende.
7. Het systeemherstel wordt gestart. Nadat het systeemherstel is voltooid, klikt u op Voltooien om
de computer opnieuw op te starten.
8. Als Windows is geladen, schakelt u de computer uit, sluit u alle randapparatuur opnieuw aan en
zet u de computer weer aan.
Het systeem herstellen met herstelmedia
U moet enkele herstelmedia maken, een set dvd's of een herstel-USB-flash station, via het herstelbeeld
dat op uw harde schijf is opgeslagen. Deze kopie bevat het besturingssysteem en de
28 Hoofdstuk 4 Het installeren en herstellen van Windows 7
softwarebestanden die in de fabriek op uw computer zijn geïnstalleerd. U kunt slechts één set
herstelmedia voor uw computer maken en deze media kunnen uitsluitend voor deze computer worden
gebruikt. Bewaar de herstelmedia op een veilige plaats.
OPMERKING: Bepaalde functies zijn mogelijk niet beschikbaar op computers die geleverd worden
zonder versie van Microsoft Windows.
Om herstelschijven aan te maken moet uw computer zijn uitgerust met een dvd-brander en moet u
uitsluitend lege dvd+r of dvd-r schijven van hoge kwaliteit gebruiken.
OPMERKING: U kunt geen CD's of DVD+RW, DVD-RW, DVD+RW DL, DVD-RW DL, DVD+R
DL, of DVD-R DL schijven gebruiken om herstelschrijven te creëren.
U kunt kiezen voor het maken van een herstel-USB-flash station, waarvoor u een USB-station van
goede kwaliteit gebruikt.
Als u herstelschijven maakt, moet u ervoor zorgen dat u kwaliteitsschijven gebruikt. Het is normaal
dat het systeem defecte schijven verwerpt. U wordt dan gevraagd om een nieuwe lege schijf te
plaatsen en het opnieuw te proberen.
Het aantal schijven dat nodig is voor de herstelset, is afhankelijk van het computermodel
(gewoonlijk 3–6 dvd's). Het aantal benodigde lege schijven wordt automatisch aangegeven door
het programma voor het maken van herstelmedia. Als u een USB-flashstation gebruikt, geeft het
programma de minimum omvang aan die nodig is om alle gegevens op te slaan (minimaal 8 GB).
OPMERKING: Het proces van het maken van herstelmedia duurt een tijd. U kunt de procedure
echter op elk moment onderbreken. De volgende keer dat u het programma start, wordt het
proces hervat vanaf het punt waarop u bent gestopt.
Herstelmedia maken
U maakt als volgt herstelschijven:
1. Sluit alle geopende programma's.
2. Klik op de knop Start, Alle Programma's > Veiligheid en bescherming, daarna op
Herstelbeheer en vervolgens op HP Herstelmedia maken. Klik desgevraagd op Ja om het
programma voort te zetten.
3. Klik op Herstelmedia maken met lege DVD('s) en klik op Volgende.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm. Label elke schijf tijdens het maken (bijvoorbeeld Herstel 1,
Herstel 2) en bewaar ze op een veilige plek.
U maakt als volgt een herstel-USB-flashstation:
OPMERKING: U moet een flash drive gebruiken met een capaciteit van ten minste 8 GB.
1. Sluit alle geopende programma's.
2. Sluit een USB-flashstation aan op een USB-poort op de computer.
3. Klik op de knop Start, Alle Programma's > Veiligheid en bescherming, daarna op
Herstelbeheer en vervolgens op Herstelmedia maken.
4. Klik op Herstelmedia maken met een USB-flashstation en klik op Volgende.
Herstel in Windows 7
29
5. Selecteer het gewenste USB-flashstation in de lijst. Het programma geeft aan hoeveel opslagruimte
nodig is voor het maken van het herstelstation. Als het USB-flash station onvoldoende
opslagcapaciteit heeft, wordt het grijs weergegeven en moet u het vervangen door een groter
USB-flash station. Klik op Volgende.
OPMERKING: Herstelmedia maken formatteert het flashstation en verwijdert alle daarop
aanwezige bestanden.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm. Label het USB-flashstation en bewaar het op een veilige
plaats na afloop van het proces.
OPMERKING: Gebruik geen mediakaarten voor het maken van herstelmedia. Mogelijk kan het
systeem niet van een mediakaart opstarten zodat u systeemherstel niet kunt uitvoeren.
Herstelmedia toepassen
VOORZICHTIG: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u hebt
gemaakt of geïnstalleerd. Maak een back-up op een cd of dvd of een USB-flashstation van alle
belangrijke gegevens.
Zie
Het systeem herstellen met herstelmedia op pagina 28 voor het maken van herstelmedia.
U voert als volgt een Systeemherstel uit met herstelmedia:
1. Als u herstel-dvd's gebruikt, plaatst u de eerste herstel-dvd in het dvd-station en sluit u de lade. Als
u een USB-flashstation gebruikt, steekt u deze in een USB-poort.
2. Als de computer niet reageert, houdt u de aan/uit-knop gedurende ongeveer vijf seconden
ingedrukt of totdat de computer is uitgeschakeld.
of
Klik op de knop Start en klik dan op Afsluiten.
3. Ontkoppel alle randapparatuur van de computer behalve de monitor, het toetsenbord en de muis.
4. Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.
5. Druk op Esc tijdens het opstarten van de computer om het opstartmenu weer te geven. Gebruik de
pijltoetsen om het opstartmenu te selecteren en druk op Enter. Gebruik de pijltoetsen om de locatie
te selecteren waar de herstelmedia zijn geplaatst (USB of DVD). Druk op Enter om vanaf dat
apparaat te starten.
6. Als Recovery Manager vraagt of u systeemherstel wilt uitvoeren vanaf media of vanaf de vaste
schijf, selecteert u Media. Klik in het welkomstscherm direct onder Ik heb meteen hulp nodig
op Fabrieksinstellingen herstellen.
7. Als wordt gevraagd of u een back-up van uw bestanden wilt maken en u dat nog niet hebt
gedaan, selecteert u Eerst een back-up van bestanden maken (aanbevolen). Klik
daarna op Volgende. Selecteer anders Herstellen zonder back-up van bestanden te
maken en klik op Volgende.
8. Plaats de volgende herstelschijf wanneer u daarom wordt gevraagd.
9. Als Herstelbeheer klaar is, verwijdert u alle herstelschijven of het USB-flashstation uit het systeem.
10. Klik op Voltooien om de computer opnieuw op te starten.
30 Hoofdstuk 4 Het installeren en herstellen van Windows 7
5 Het installeren en herstellen van
Windows 8
Dit hoofdstuk biedt informatie over installatie en updates van het besturingssysteem Windows 8. Het
bevat de volgende onderwerpen:
Onderwerpen
Extra informatie op pagina 31
Back-up en herstel in Windows 8 op pagina 32
OPMERKING: Na de installatie van het besturingssysteem moet u ervoor zorgen dat de laatste
BIOS, stuurprogramma's en software-updates voor het werkstation geïnstalleerd zijn. Raadpleeg
hiervoor het hoofdstuk over het bijwerken van het werkstation.
VOORZICHTIG: Sluit geen optionele hardware of apparaten van derden aan op het HP werkstation
voordat de installatie van het besturingssysteem is voltooid. Het toevoegen van hardware kan leiden tot
fouten en een onjuiste installatie van het besturingssysteem.
Extra informatie
Nadat u het besturingssysteem hebt geïnstalleerd, is aanvullende informatie beschikbaar in de online
Help.
Het besturingssysteem Windows 8 installeren
De eerste keer dat u de computer inschakelt kunt u het besturingssysteem aanpassen. Als u verbonden
bent met internet, activeert Microsoft uw besturingssysteem. Dit neemt 15 tot 30 minuten in beslag. Lees
en volg de instructies op het scherm.
We raden aan om uw computer bij HP te registreren; zodat u belangrijke software-updates kunt
ontvangen, ondersteuningsvragen kunt stellen en kunt inschrijven op speciale aanbiedingen. U kunt uw
computer ook bij HP registreren met de app Register with HP op het startscherm.
VOORZICHTIG: Nadat het installatieproces is gestart, mag u DE COMPUTER NIET UITSCHAKELEN
TOTDAT DE PROCEDURE IS VOLTOOID. Als u de computer tijdens de installatie uitschakelt, kan de
besturingssoftware van de computer beschadigd raken of niet op de juiste manier worden
geïnstalleerd.
OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de
computer te verbeteren. U kunt worden gevraagd om toestemming of naar uw wachtwoord om taken
uit te voeren zoals de installatie van software, het uitvoeren van hulpprogramma's, of het wijzigen van
Windows-instellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie. Typ h op het
Startscherm en kies Help en Ondersteuning.
Extra informatie
31
Windows 8 updates downloaden
Microsoft kan updates voor het besturingssysteem uitbrengen. Om de computer optimaal te laten
werken, adviseert HP om tijdens de eerste installatie op de nieuwste updates te controleren en dit
regelmatig te herhalen.
Voer Windows Update zo snel mogelijk uit nadat u uw computer hebt ingesteld.
1. Wijs naar de rechter bovenhoek of benedenhoek van het startscherm om de charms weer te
geven.
2. Klik op Instellingen > PC-instellingen wijzigen > Windows Update.
3. Voer Windows Update vervolgens elke maand uit.
Back-up en herstel in Windows 8
Gebruik Windows Back-up maken en terugzetten om back-ups te maken van individuele bestanden en
mappen, van de gehele vaste schijf, om media voor systeemherstel te maken, of om
systeemherstelpunten te maken. Bij een systeemfout kunt u de back-upbestanden gebruiken om de
inhoud van de computer te herstellen.
Typ in het starscherm herstellen, klik op Instellingen, en maak een keuze in de lijst met
weergegeven opties.
OPMERKING: Zoek in Help en ondersteuning naar de opties voor back-up en herstellen als u
uitgebreide instructies nodig hebt. Typ h op het Startscherm en kies Help en Ondersteuning.
Als het systeem instabiel is, adviseert HP om de herstelprocedures af te drukken en ze voor later
gebruik te bewaren.
Een back-up maken van uw gegevens
Als u een herstelbewerking uitvoert na een systeemfout, wordt de meest recente back-up hersteld. Direct
na de eerste installatie van het systeem moet u systeemherstelmedia en de eerste back-up maken.
Wanneer u nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, dient u regelmatig back-ups van uw
systeem te blijven maken om te zorgen dat de back-up redelijk recent is. De systeemherstelmedia wordt
gebruikt voor het opstarten van de computer en het herstellen van het besturingssysteem voor het geval
het systeem instabiel wordt of niet meer start. Met de eerste en volgende back-ups kunt u uw gegevens
en instellingen herstellen als een storing optreedt.
Typ back-up op het startscherm, klik op Instellingen, en selecteer Bestandsgeschiedenis
gebruiken om back-ups van uw bestanden te maken.
U kunt een back-up van uw gegevens maken op een optionele externe harde schijf of op een
netwerkschijf.
32 Hoofdstuk 5 Het installeren en herstellen van Windows 8
Let op het volgende bij het maken van een back-up:
Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak daar regelmatig een back-
up van.
Maak een back-up van sjablonen die bij de betreffende programma's zijn opgeslagen.
Sla aangepaste instellingen op die in een venster, werkbalk of menubalk verschijnen door een
schermafbeelding van de instellingen te maken. De schermafbeelding kan veel tijd besparen als u
de voorkeuren opnieuw moet instellen.
Een back-up maken met Windows Back-up en Herstellen:
OPMERKING: Het maken van de back-up kan ruim een uur duren, afhankelijk van de
bestandsgrootte en de snelheid van de computer.
1. Typ in het starscherm back-up, klik op Instellingen, en maak een keuze in de lijst met
weergegeven opties.
2. Volg de instructies op het scherm om de back-up in te stellen, een systeem-image te maken, of om
systeemherstelmedia te maken.
Systeemherstel uitvoeren
Bij een systeemstoring of instabiliteit biedt de computer de volgende hulpprogramma's voor het
herstellen van uw bestanden:
Windows herstelhulpmiddelen: U kunt Windows Back-up en herstellen gebruiken om informatie te
herstellen waarvan u eerdere een back-up hebt gemaakt. U kunt ook Windows Automatisch
herstellen gebruiken om problemen op te lossen die verhinderen dat Windows goed start.
F11 herstelhulpmiddelen: U kunt de F11-herstelhulpmiddelen gebruiken om de oorspronkelijke
fabrieksimage van de vaste schijf te herstellen. De image bevat het Windows-besturingssysteem en
softwareprogramma's die op de fabriek zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: Als u de computer niet kunt opstarten en u kunt de systeemherstelmedia niet
gebruiken die u eerder hebt gemaakt, moet u de media van het besturingssysteem Windows 8 kopen
om de computer te herstarten en het besturingssysteem te repareren. Zie
HP Windows 8 herstelmedia
gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) op pagina 35 voor meer informatie.
Windows-herstelprogramma's gebruiken
Om informatie te herstellen waarvan u eerder een back-up hebt gemaakt:
Typ h op het Startscherm en kies Help en Ondersteuning.
Ga als volgt te werk om gegevens te herstellen met Automatisch herstellen:
Back-up en herstel in Windows 8
33
VOORZICHTIG: Sommige opties van Automatisch herstellen wissen de vaste schijf volledig en
herformatteren deze. Ga voor aanvullende informatie naar Help en ondersteuning. Typ h op het
Startscherm en kies Help en Ondersteuning.
1. Maak zo mogelijk een back-up van alle persoonlijke bestanden.
2. Controleer zo mogelijk of de HP herstelpartitie en de Windows-partitie aanwezig zijn:
Typ v op het startscherm en kies Windows Verkenner.
– of –
Typ c op het startscherm en kies Computer.
OPMERKING: Als de HP herstelpartitie niet wordt weergegeven, moet u het besturingssysteem
en de programma's herstellen met de dvd van Windows 8 en de schijf Driver Recovery (Herstel
van stuurprogramma's) (beide afzonderlijk aan te schaffen). Zie
HP Windows 8 herstelmedia
gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) op pagina 35 voor meer informatie.
3. Als de Windows-partitie en de HP-herstelpartitie in de lijst staan, herstart u de computer nadat
Windows is geladen en houdt u de Shift-toets ingedrukt terwijl u op Opnieuw opstarten klikt.
OPMERKING: Als de computer na meerdere pogingen Windows niet kan starten, start het
systeem standaard met de Windows Herstelomgeving.
4. Selecteer Probleemoplossing, selecteer Geavanceerde opties en selecteer Automatisch
herstellen.
5. Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Zoek voor extra informatie over het herstellen van gegevens met de Windows-
hulpprogramma's naar deze onderwerpen in Help en ondersteuning. Typ h op het Startscherm en kies
Help en Ondersteuning.
F11 herstelhulpmiddelen gebruiken
VOORZICHTIG: Bij het gebruik van f11 wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en
wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd. Alle bestanden die u hebt gemaakt en alle software die u
op de computer hebt geïnstalleerd wordt voorgoed verwijderd. Het f11-herstelprogramma installeert
opnieuw het besturingssysteem en de HP programma's en stuurprogramma's die in de fabriek waren
geïnstalleerd. Software die niet in de fabriek is geïnstalleerd, moet opnieuw worden geïnstalleerd.
De oorspronkelijke image van de vaste schijf herstellen met F11:
1. Maak zo mogelijk een back-up van alle persoonlijke bestanden.
2. Start de computer opnieuw op en druk op esc terwijl het bedrijfslogo wordt weergegeven. Het
startmenu van de computer wordt weergegeven.
3. Druk op F11 om de optie Systeemherstel te selecteren.
4. Kies uw toetsenbordlokalisatie.
5. Kies in het menu Kies een optie Problemen oplossen.
34 Hoofdstuk 5 Het installeren en herstellen van Windows 8
6. Kies in het menu Problemen oplossen PC vernieuwen om het besturingssysteem te herstellen of
De PC opnieuw instellen om het besturingssysteem volledig opnieuw te installeren.
7. Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als F11 Systeemherstel niet start, moet u uw besturingssysteem en de
programma's met de Windows 8 Herstelmedia herstellen (afzonderlijk aan te schaffen). Zie
HP
Windows 8 herstelmedia gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) op pagina 35 voor meer
informatie.
HP Windows 8 herstelmedia gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen)
Om de HP-herstelmedia met Windows 8 te bestellen, gaat u naar http://www.hp.com/support;
selecteer uw land of regio en volg de aanwijzingen op het scherm. U kunt de media ook bestellen door
support te bellen.
VOORZICHTIG: Bij het gebruik van de HP Windows 8-herstelmedia wordt de inhoud van de vaste
schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd. Alle bestanden die u hebt
gemaakt en alle software die u op de computer hebt geïnstalleerd wordt voorgoed verwijderd. Na
afloop van het formatteren helpt het herstelproces u bij het herstellen van het besturingssysteem, evenals
stuurprogramma's, software en hulpprogramma's.
U start als volgt een herstelactie met HP Windows 8 herstelmedia:
OPMERKING: Dit proces kan een paar minuten in beslag nemen.
1. Maak zo mogelijk een back-up van alle persoonlijke bestanden.
2. Plaats de DVD met Windows 8.
3. Herstart de computer en volg de aanwijzingen van de media met het besturingssysteem Windows
8 om het besturingssysteem te installeren.
4. Druk op een willekeurige toets als daarom gevraagd wordt.
5. Volg de instructies op het scherm.
Nadat het besturingssysteem is geïnstalleerd:
1. Verwijder de media met het besturingssysteem Windows 8 en plaats de Stuurprogrammaherstel-
media.
2. Installeer eerst de Hardware Enabling Drivers (Stuurprogramma's voor hardware) en daarna de
Recommended Applications (Aanbevolen toepassingen).
Back-up en herstel in Windows 8
35
6 Het installeren en herstellen van
Linux
HP biedt verschillende Linux-oplossingen voor klanten met een HP workstation:
HP certificeert en ondersteunt Red Hat Enterprise Linux (RHEL) op HP workstations.
HP certificeert en ondersteunt SUSE® Linux Enterprise Desktop (SLED) op HP workstations.
HP biedt een vooraf geladen SLED 11 op sommige Z series Werkstations.
Dit hoofdstuk beschrijft de installatie en het herstel van het besturingssysteem Linux®. Het bevat de
volgende onderwerpen:
Onderwerpen
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL) op pagina 37
Red Hat Enterprise Linux installeren op pagina 37
Installatie van SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED) op pagina 38
Fabriekseigen grafische stuurprogramma's op pagina 39
OPMERKING: Na de installatie van het besturingssysteem moet u ervoor zorgen dat de laatste
BIOS, stuurprogramma's en software-updates voor het werkstation geïnstalleerd zijn. Raadpleeg
hiervoor het hoofdstuk over het bijwerken van het werkstation.
VOORZICHTIG: Voeg geen optionele hardware of apparatuur van andere leveranciers aan het
werkstation toe voordat het besturingssysteem goed is geïnstalleerd. Het toevoegen van hardware kan
leiden tot fouten en een onjuiste installatie van het besturingssysteem.
HP Linux Support Matrix
Sommige release streams worden op bepaalde platformen niet ondersteund. Raadpleeg de Linux
certification and support matrix om te zien welke streams op uw werkstation worden ondersteund:
1. Ga naar
http://www.hp.com/linux.
2. Selecteer in de tab Platforms, HP Workstations.
3. Selecteer Certification Matrix.
4. Ga naar de tab Red Hat of SUSE.
36 Hoofdstuk 6 Het installeren en herstellen van Linux
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL)
De HP Installer-kit voor Linux helpt gebruikers bij de installatie van gecertificeerde versies van RHEL of
SLED op HP workstations. Het is op alle HP workstations beschikbaar als een besturingssysteemkeuze.
De kit:
Het bevat geteste stuurprogramma's die de overeenkomende stuurprogramma's in RHEL of SLED
uitbreiden of vervangen, voor een goede functionering op HP workstations.
Bevat geen Linux-besturingssysteem (het moet afzonderlijk aangeschaft worden bij Red Hat of
SUSE). Ga voor een overzicht van ondersteunde configuraties en besturingssystemen naar
http://www.hp.com/support/linux_hardware_matrix.
De HPIKL bevat een vooraf geladen FreeDOS. Met dit besturingssysteem is het eenvoudiger voor
gebuikers met een aangepaste Linux-distributie of een gelicenseerde versie van RHEL of SLED om de
door HP aanbevolen stuurprogrammatoevoegingen te installeren.
De kit kan ook gedownload worden:
1. Ga naar
http://www.hp.com/support/workstation_swdrivers.
2. Selecteer het model van uw werkstation.
3. Selecteer het gewenste besturingssysteem.
4. Selecteer de taal van uw software/stuurprogramma's en klik op de koppeling Software rechts
van de gekozen taal.
5. Klik op de koppeling Obtain Software, voor het juiste pakket (normaal gesproken de nieuwste
versie).
6. Klik op I Agree om de licentieovereenkomst te accepteren.
7. Download de software ISO image en sla deze op een schijf op. Deze schijf is uw HP
stuurpgrammaschijf.
Red Hat Enterprise Linux installeren
HP Z series Werkstations zijn gecertificeerd en worden ondersteund voor RHEL streams voor de
betreffende hardwaretechnologie.
Raadpleeg voor meer informatie over RHEL-ondersteuning voor een bepaald platform, de
Hardware Support Matrix for HP Linux Workstations op
http://www.hp.com/support/
linux_hardware_matrix.
Meer informatie over Red Hat-certificaties voor HP workstations, vindt u op
https://hardware.redhat.com.
HPIKL stuurpgrammaschijf
Voor recente versies van Red Hat Linux zijn meestal alleen updates van stuurprogramma's nodig met
weining aanpassingen, om HP werkstations te ondersteunen. Deze versies worden over het algemeen
ondersteund met de HPIKL stuurpgrammaschijf, die gebruikt kan worden na de standaardinstallatie van
Red Hat Linux.
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL)
37
Na de standaard installatie van Red Hat en het opnieuw opstarten van het systeem, start een Red Hat
first-boot hulpprogramma. Na het invoeren van verschillende instellingen (zoals het beveiligingsniveau,
tijd en datum, root-wachtwoord, gebruikersaccounts) kunt u aanvullende cd's installeren.
De stuurpgrammaschijf wordt in deze fase gebruikt. Alle inhoud toegevoegd door HP staat in de /HP-
map op de schijf. U kunt het gebruiken om uw eigen image te maken of om te bladeren door de HP-
inhoud.
OPMERKING: Sommige installaties kunnen problemen geven wanneer ze uitgevoerd worden met
een DisplayPort-aansluiting aan de monitor. Dit komt omdat de standaard stuurprogramma's die de
installatieprogramma's van het besturingssysteem gebruiken, de DisplayPort niet ondersteunen. Probeer
als u problemen ondervindt om de monitorkeuze voor DisplayPort tijdens het starten van de installatie te
wijzigen in een VESA-stuurprogramma. U kunt de DisplayPort-monitor dan later nog instellen.
Installatie met de HP Red Hat Linux stuurpgrammaschijf
1. Als u niet de juiste HP stuurpgrammaschijf hebt voor de ondersteunde stream kunt u deze
aanmaken zoals beschreven in
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL) op pagina 37).
2. Installeer het besturingssysteem met de optische media in de Red Hat Linux box-set.
3. Als u voor uw besturingssysteem een Red Hat driver disk hebt, voer dan in het eerste scherm
linux dd in en druk dan op Enter.
4. Wanneer u gevraagd wordt of u een stuurpgrammaschijf hebt, selecteert u Ja. Plaats de Red Hat
stuurpgrammaschijf in de optische schijfeenheid en selecteer de juiste schijf:hd[abcd]. Ga
verder met de installatie.
5. Start na de installatie van het besturingssysteem het werkstation opnieuw op.
RHEL 5: de Red Hat Setup Agent (ook first-boot genoemd) start automatisch. Als het scherm
Extra DVDs verschijnt, plaatst u uw HP stuurpgrammaschijf en selecteert u Installeren.
Volg na de installatie van de stuurprogramma's de aanwijzingen op het scherm totdat het
besturingssysteem geïnstalleerd is.
RHEL 6: Plaats uw HP stuurprogrammaschijf. De HPIKL installatiesoftware start automatisch.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de inhoud te installeren.
Garantie
Als onderdeel van de HP workstation hardware garantie, levert HP ondersteuning bij de configuratie en
installatie van software voor gecertificeerde versies van Red Hat Linux, tot 90 dagen na aanschaf.
Installatie van SUSE Linux Enterprise Desktop (SLED)
HP levert op sommige Z series Werkstations een vooraf geladen 64-bit SLED 11 en ondersteunt 64-bit
SLED 11 voor andere werkstations.
Meerdere versies van SLED zjn op HP werkstations door SUSE gecertificeerd en worden door SUSE
ondersteund. Raadpleeg voor meer informatie de zoekpagina voor certificaties van SUSE op
http://developer.novell.com/yessearch.
38 Hoofdstuk 6 Het installeren en herstellen van Linux
Installatie van vooraf geladen SLED
Voor installatie van SLED op systemen met het vooraf geladen besturingssysteem:
1. Start het werkstation op.
2. Voer wanneer dit gevraagd wordt de instellingen voor de installatie van het werkstation in:
wachtwoord, netwerk, grafische instellingen, tijd, toetsenbordinstellingen en SUSE Customer
Center Configuratie.
OPMERKING: U kunt uw SUSE-inschrijving activeren op het scherm SUSE Customer Center
Configuratie. Ga voor volledige documentatie over SUSE Customer Center
naar
http://www.suse.com/documentation en selecteer uw besturingssysteem.
Installatie van SLED met de DVD Installer Kit
1. Als een HP stuurpgrammaschijf niet meegeleverd is bij uw werkstation, kunt u deze zelf maken
(zie
HP Installer-kit voor Linux (HPIKL) op pagina 37).
2. Installeer het besturingssysteem met behulp van de DVD's in de SUSE box-set.
3. Start na de installatie van het besturingssysteem het werkstation opnieuw op.
4. Plaats uw HP stuurprogrammaschijf. De HPIKL installatiesoftware start automatisch. Volg de
aanwijzingen op het scherm om de inhoud te installeren.
Garantie
HP levert op Z series Werkstations ondersteuning bij de configuratie en installatie van SLED 11, tot 90
dagen na aanschaf. Ook SUSE onderteunt alle versies van SLED die gecertificeerd zijn voor HP
werkstations.
Herstellen van SLED (alleen vooraf geladen systemen)
De SLED herstelmedia is vereist om het Linux besturingssysteem terug te zetten. De herstelmedia maakt u
als volgt:
1. Klik op het bureaublad op het pictogram SUSE ISO en ga naar de map /iso. De map bevat alle
iso-images die zijn gebruikt om het werkstation vooraf te laden.
2. Volg de aanwijzingen van het bestand readme in deze map en kopieer het ISO-imagebestand
naar optische media.
3. Bewaar de media op een veilige plaats. In het geval van een storing op de vaste schijf van uw
werkstation, kunt u met de ISO-images voor herstel uw besturingssysteem herstellen.
VOORZICHTIG: Bij het herstellen van het besturingssysteem worden de door u opgeslagen
gegevens niet hersteld. Maak daarom back-ups van uw gegevens.
Fabriekseigen grafische stuurprogramma's
De HP workstations kunnen besteld worden met videokaarten die door HP uitgebreid zijn geverificeerd.
Raadpleeg de Hardware Support Matrix for HP Linux Workstations op
http://www.hp.com/support/
linux_hardware_matrix voor een overzicht van ondersteunde videokaarten.
Fabriekseigen grafische stuurprogramma's
39
OPMERKING: Niet alle videokaarten zijn voor alle werkstations beschikbaar. De beperkingen
houden meestal verband met kaarten die veel stroom vragen in werkstations met een laag
energieverbruik.
De door HP en de leverancier ondersteunde fabriekseigen grafische stuurprogramma's zijn beschikbaar
in de HP Installer Kit for Linux, met de SLED 11 vooraf geladen op Z series Werkstations, en via HP
Werkstation ondersteuning op
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
Deze fabriekseigen stuurprogramma's vormen geen standaard onderdeel van de RHEL of SLED
distributies omdat ze geen open source zijn. Voor eventueel nieuwere versies van de stuurprogramma's
dan die op de website van HP Ondersteuning, kunt u terecht bij de leverancier.
40 Hoofdstuk 6 Het installeren en herstellen van Linux
7 Het werkstation bijwerken
HP werkt voortdurend aan verbetering van uw gebruikservaring met het werkstation. Om er zeker van
te zijn dat het werkstation altijd is voorzien van de nieuwste verbeteringen, adviseert HP om regelmatig
de nieuwste updates van het BIOS, stuurprogramma's en andere software te installeren.
Het werkstation bijwerken nadat hij voor het eerst
is opgestart
Nadat het werkstation voor het eerst met succes is opgestart, moet u het volgende doen om hem up-to-
date te brengen:
Controleer of de nieuwste versie van het systeem-BIOS is geïnstalleerd. Zie
Upgrade van het BIOS
op pagina 41.
Controleer of u over de nieuwste stuurprogramma's voor uw systeem beschikt. Zie
Stuurprogramma's upgraden op pagina 42.
Leer de beschikbare HP informatiebronnen kennen.
Overweeg een abonnement op Driver Alerts op
http://www.hp.com/go/subscriberschoice.
Upgrade van het BIOS
Om optimale prestaties te waarborgen, bepaalt u de BIOS-versie op het werkstation en voert u zonodig
een upgrade uit.
Het bepalen van de huidige BIOS-versie.
Voor het bepalen van de huidige BIOS-versie:
1. Druk op Esc tijdens het opstarten.
2. Druk op F10 om de F10 Setup te starten.
3. Selecteer File > System Information (Bestand > Systeeminformatie). Noteer de BIOS-versie
van het werkstation, zodat u deze kunt vergelijken met de BIOS-versies op de HP website.
OPMERKING: U vindt procedures voor upgrade van het BIOS, alsmede de BIOS menu-
instellingen van de F10 Setup-toepassing in de HP Z1 Workstation Maintenance and Service
Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) op
http://www.hp.com/support/
workstation_manuals.
Het werkstation bijwerken nadat hij voor het eerst is opgestart
41
BIOS upgraden
U kunt als volgt het meest recente BIOS met de nieuwste verbeteringen vinden en downloaden:
1. Ga naar
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Selecteer Download Drivers and Software uit het linkermenu onder Tasks.
3. Volg de aanwijzingen om het nieuwste BIOS dat beschikbaar is voor het werkstation te vinden.
4. Als het BIOS op de website dezelfde is als de versie op uw systeem, hoeft u verder niets te doen.
5. Als het BIOS op de website een nieuwere versie is dan die op uw systeem, downloadt u de versie
voor uw werkstation. Volg de instructies in de release notes om de installatie te voltooien.
Stuurprogramma's upgraden
Wanneer u een randapparaat (bijvoorbeeld een printer, schermadapter of netwerkadapter) installeert,
moet u controleren of de nieuwste stuurprogramma's voor het apparaat zijn geladen. Als u het
apparaat via HP hebt gekocht, kunt u de nieuwste stuurprogramma's voor het apparaat downloaden
van de HP website. Deze stuurprogramma's zijn getest om een optimale compatibiliteit tussen het
apparaat en uw HP werkstation te waarborgen.
Als u het apparaat niet bij HP hebt gekocht, adviseert HP om eerst op de HP website te kijken of het
apparaat en de bijbehorende stuurprogramma's zijn getest voor compatibiliteit met HP werkstations.
Als er geen stuurprogramma beschikbaar is, bezoekt u de website van de fabrikant om de nieuwste
stuurprogramma's te downloaden.
U kunt stuurprogramma's als volgt upgraden:
1. Ga naar
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Onder Tasks in de linkerkolom, selecteert u Download Drivers and Software.
3. Volg de aanwijzingen om de nieuwste stuurprogramma's die beschikbaar zijn voor het
werkstation te vinden.
Als het juiste stuurprogramma niet te vinden is, gaat u naar de website van de fabrikant van de
randapparatuur.
42 Hoofdstuk 7 Het werkstation bijwerken
8 Diagnoseprogramma's en
probleemoplossing
Het bellen naar ondersteuning
Soms treedt er een probleem op waarvoor ondersteuning nodig is. Als u naar ondersteuning belt:
Zorg ervoor dat u makkelijk toegang heeft tot het workstation.
Noteer de serienummers, artikelnummers, modelnamen en modelnummers van uw werkstation en
zorg ervoor dat u deze bij de hand heeft.
Noteer eventuele foutberichten.
Noteer de geïnstalleerde uitbreidingskaarten.
Noteer het besturingssysteem.
Noteer welk hardware of software van andere fabrikanten is geïnstalleerd.
Let op knipperende led's aan de voorkant van uw computer (bij torens en desktops) of aan de
zijkant van de computer (bij all-in-one-configuraties).
Noteer de applicaties die u aan het gebruiken was toen het probleem zich voordeed.
OPMERKING: Wanneer u belt voor ondersteuning, wordt u mogelijk gevraagd naar het
productnummer (bijvoorbeeld: PS988AV) van de computer. Als uw computer een productnummer heeft,
vindt u dit meestal naast het 10- of 12-cijferige serienummer van de computer.
OPMERKING: Op de meeste modellen vindt u het serienummer en productnummer op de
bovenkant, het zijpaneel of op de achterkant van de computer (bij torens en desktops) of op een
uitschuifbare kaart in de zijkant van het scherm ( bij all-in-one-configuraties).
Ga voor een lijst van alle telefoonnummers voor ondersteuning wereldwijd naar http://www.hp.com/
support , selecteer uw land of regio en klik op Neem contact op met HP in de rechterbovenhoek.
ID-labels vinden
Om u te helpen bij het oplossen van problemen bevat elk werkstation product-, serie- en
verificatienummers.
Alle werkstations hebben een serienummer (uniek voor elk werkstation) en een productnummer.
Zorg dat u deze nummers bij de hand hebt als u contact opneemt met ondersteuning.
Het Certificaat van Authenticatie (COA) wordt alleen gebruikt voor systemen waarop Windows 7
vooraf is geïnstalleerd.
Het bellen naar ondersteuning
43
Het Genuine Microsoft Label ( GML) wordt alleen gebruikt bij systemen waarop Windows 8
vooraf is geïnstalleerd.
Op een servicelabel staat het Build ID en FeatureByte reeksen die nodig zijn bij de vervanging
van het moederbord.
Het all-in-one service label kan worden gevonden in de locatie in Afbeelding 8-1 (uittrekkaart).
Afbeelding 8-1 Locatie voor all-in-one service label
Garantie-informatie zoeken
Voor basisinformatie over garantie raadpleegt u http://www.hp.com/support/warranty-lookuptool.
Raadpleeg
http://www.hp.com/go/lookuptool om een bestaand Care Pack te zoeken.
Ga naar
http://www.hp.com/hps/carepack om een standaard productgarantie te verlengen. HP Care
Pack Services bieden upgrades van serviceniveaus om de standaardproductgarantie uit te breiden of te
verlengen.
HP informatiebronnen en hulpprogramma's voor
het oplossen van problemen
Dit gedeelte biedt informatie over HP Help en ondersteuning, online ondersteuning en handige tips
voor het oplossen van problemen.
HP Support Assistant (HPSA)
HP Support Assistant (alleen op systemen met Windows 7) helpt u bij het verbeteren van de prestaties
van uw werkstation en het oplossen van problemen. HPSA levert automatische updates, diagnoses,
productinformatie en ondersteuning bij het verbeteren van de prestaties van uw werkstation. Om
HP Support Assistant te openen klikt u op Start > Alle programma's > HP hulp en
ondersteuning > HP Support Assistant.
OPMERKING: HP Support Assistant is niet beschikbaar op computers met Linux of Windows 8.
44 Hoofdstuk 8 Diagnoseprogramma's en probleemoplossing
Online ondersteuning
Bronnen voor online toegang en ondersteuning zijn onder andere hulpmiddelen voor het oplossen van
problemen, technische kennisdatabases, downloads voor stuurprogramma's en patches, online
communities en waarschuwingsdiensten voor productveranderingen.
Daarnaast kunnen de volgende websites van nut zijn:
http://www.hp.com - Biedt nuttige productinformatie.
http://www.hp.com/support/workstation_manuals - Bevat de nieuwste online documentatie.
http://www.hp.com/go/workstationsupport - Biedt informatie over technische ondersteuning voor
uw workstation.
http://www.hp.com/support - Geeft een overzicht van alle wereldwijde telefoonnummers voor
technische ondersteuning. U vindt de telefoonnummers door naar de website te gaan, uw land/
regio te selecteren en vervolgens rechtsboven op Neem contact op met HP te klikken.
http://www.hp.com/support/workstation_swdrivers - Biedt toegang tot software en
stuurprogramma’s voor uw werkstation.
Problemen oplossen
Voor ondersteuning bij het oplossen van problemen met uw systeem, biedt HP u toegang tot het
Business Support Center (BSC). Het BSC is een portal dat toegang verschaft tot een uitgebreide reeks
online tools. Voer de volgende stappen uit om toegang te krijgen tot BSC en problemen met uw
workstation op te lossen:
1. Ga naar
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Selecteer Troubleshoot a problem (Probleem oplossen) onder het menu Business Support
Center aan de linkerkant.
3. Selecteer Workstations (Werkstations) onder Select your product (Selecteer uw product,
middelste venster) (onder Personal computing (Persoonlijk computergebruik)).
4. Maak onder Selecteer uw product verdere keuzes zoals van toepassing op de serie en het
model van uw workstation en het op te lossen probleem.
Instant Support en Active Chat
HP Instant Support is een verzameling webgeoriënteerde hulpprogramma's voor het snel en
geautomatiseerd oplossen van problemen met desktopsystemen, tapedrives en printers.
Met behulp van Active Chat kunt u via het web een helpdeskticket indienen bij HP. Als u een
helpdeskticket indient, verzamelt Active Chat informatie over de computer. Deze informatie wordt
doorgegeven aan een online helpdeskmedewerker. Het verzamelen van informatie kan tot 30
seconden in beslag nemen, afhankelijk van de configuratie van de computer. Als u een helpdeskticket
indient, ontvangt u een bevestigingsbericht met uw ticket-ID, de werktijden voor de helpdesk in uw
land/regio en de verwachte responstijd.
Ga voor meer informatie over HP Instant Support, Active Chat en het gebruik daarvan naar:
http://instantsupport.hp.com/.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar op systemen met Linux.
HP informatiebronnen en hulpprogramma's voor het oplossen van problemen
45
Customer Advisories, Customer and Security Bulletins en Customer Notices
U vindt advies, bulletins en opmerkingen als volgt:
1. Ga naar
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
2. Selecteer het gewenste product.
3. Selecteer onder Resources voor < het door u geselecteerde product > Meer…
4. Onder Self-Help resources: (Informatiebronnen voor zelfhulp:) kies in het midden van het
venster in de bladerlijst de gewenste actie en juiste informatie om de index weer te geven.
Productwijzigingsnotificaties (PCN’s)
Productwijzigingsnotificaties (PCN's) zijn proactieve meldingen voor productwijzigingen die binnen
30-60 dagen na de ingangsdatum van de wijzigingen in het fabricageproces worden gegeven. PCN's
brengen klanten van tevoren op de hoogte van wijzigingen in hun product, zoals een update van de
BIOS-versie, die ze mogelijk moeten kwalificeren voordat de wijziging plaatsvindt. De nieuwste PCN's
zijn beschikbaar op:
http://www.hp.com/go/workstationsupport.
Tips
Als u op een probleem stuit met uw werkstation, beeldscherm of software, kunnen de volgende
algemene suggesties u helpen het probleem te isoleren en te begrijpen, voordat u verdere actie
onderneemt.
Bij het opstarten
Controleer of het werkstation is aangesloten op een werkend stopcontact.
Verwijder alle optische schijven en USB-sleutels uit de stations, voordat u het werkstation aanzet.
Controleer of het werkstation is ingeschakeld en of het lampje brandt.
Als u een ander besturingssysteem heeft geïnstalleerd dan het vooraf geïnstalleerde, raadpleegt u
http://www.hp.com/go/quickspecs om te controleren of dit besturingssysteem door uw systeem
wordt ondersteund.
Controleer of het interne beeldscherm oplicht.
Als het interne beeldscherm gedimd is, verhoogt u de helderheid.
Als u een externe monitor hebt:
Controleer of de monitor is aangesloten op een werkend stopcontact.
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje van de monitor
brandt.
Als de monitor gedimd is, verhoogt u de helderheid en het contrast.
46 Hoofdstuk 8 Diagnoseprogramma's en probleemoplossing
Tijdens het gebruik
Controleer of er led's op het werkstation knipperen. Deze knipperende lampjes geven foutcodes
aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg het gedeelte
Diagnoselampjes en geluidssignalen (pieptonen) in de Maintenance and Service Guide
(Referentiegids voor onderhoud en service) van uw werkstation, voor informatie over
diagnoselampjes en geluidssignalen.
Houd een toets ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het toetsenbord goed.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.
Activeer het workstation door op een willekeurige toets op het toetsenbord of op de aan/uit-knop
te drukken. Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u het systeem uit door de aan/uit-
knop ten minste vier seconden ingedrukt te houden. Vervolgens drukt u nogmaals op de aan/uit-
knop om het systeem opnieuw te starten. Als het systeem niet kan worden uitgeschakeld, koppelt u
het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u het netsnoer weer aan. Als het systeem niet opnieuw
opstart, drukt u op de aan/uit-knop om het workstation te starten.
Configureer het workstation opnieuw nadat u een uitbreidingskaart of een andere optie heeft
geïnstalleerd die niet Plug-and-Play-compatibel is. Raadpleeg het gedeelte Problemen met de
installatie van de hardware van dit document voor instructies.
Zorg ervoor dat alle noodzakelijke stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd. Als er bijvoorbeeld een
printer is aangesloten, moet er een printerstuurprogramma zijn geïnstalleerd.
Als u gebruikmaakt van een netwerk, sluit u een ander workstation met een andere kabel aan op
de netwerkaansluiting. Er is mogelijk een probleem met de netwerkaansluiting of de netwerkkabel.
Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze hardware om te controleren
of het workstation dan wel goed werkt.
Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze software om te controleren of
het workstation dan wel goed werkt.
Als het interne beeldscherm van een all-in-one computer niets weergeeft, opent u de computer en
zorgt u ervoor dat beide uiteinden van de kabel tussen de systeemkaart en het interne
beeldscherm zijn aangesloten. Controleer bij gebruik van een videokaart of de videokaart goed is
geïnstalleerd.
Voer een upgrade van het BIOS uit. Mogelijk is er een nieuwe BIOS-versie beschikbaar, die
nieuwe functies ondersteunt of waarmee uw probleem wordt opgelost.
Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk Problemen oplossen in de Maintenance and
Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) op:
http://www.hp.com/support/
workstation_manuals.
Programma Zelfreparatie door klanten
Met het programma Zelfreparatie door klanten kunt u vervangingsonderdelen bestellen en deze zelf,
zonder technische hulp van HP op locatie, installeren. Voor sommige onderdelen kan Zelfreparatie
door klanten nodig zijn. Ga voor meer informatie over het programma naar
http://www.hp.com/go/
selfrepair.
HP informatiebronnen en hulpprogramma's voor het oplossen van problemen
47
OPMERKING: Sommige onderdelen kunnen niet door klanten zelf gerepareerd worden en moeten
teruggestuurd worden naar HP. Neem voor instructies contact op met HP Ondersteuning, voordat u
probeert om deze onderdelen te verwijderen of te repareren.
Overige mogelijkheden voor probleemoplossing
U vindt de volgende technieken en gereedschappen voor aanvullende probleemoplossing in de
Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) op
http://www.hp.com/
support/workstation_manuals:
POST foutcodes
Diagnoselampjes en geluidssignalen (pieptonen)
Probleemoplossing – scenario's en oplossingen
HP Vision Field Diagnostics
48 Hoofdstuk 8 Diagnoseprogramma's en probleemoplossing
9 Regelmatig onderhoud
Algemene veiligheidsvoorschriften bij het
schoonmaken
Gebruik nooit oplosmiddelen of brandbare schoonmaakmiddelen voor het schoonmaken van de
computer.
Stop onderdelen nooit in water of schoonmaakmiddelen; breng de vloeistof op een schone doek
aan en maak het onderdeel met de doek schoon.
Haal de stekker van de computer altijd uit het stopcontact voordat u het toetsenbord, de muis of
luchtventilatoren schoonmaakt.
Ontkoppel het toetsenbord altijd voordat u deze schoonmaakt.
Draag een veiligheidsbril tijdens het schoonmaken van het toetsenbord.
Het schoonmaken van de behuizing
Volg de veiligheidsvoorschriften in de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation, voordat u de computer schoonmaakt.
Gebruik een met water bevochtigde schone en pluisvrije doek voor het verwijderen van lichte
vlekken of vuil.
Gebruik een licht afwasmiddel verdund met water voor hardnekkigere vlekken. Spoel het goed af
met een met schoon water bevochtigde doek of vaatdoek.
Gebruik voor werkelijk hardnekkige vlekken 2-propanol (isopropylalcohol). Het afspoelen is dan
niet nodig omdat de alcohol snel verdampt en geen restant achterlaat.
Wrijf de computer na het schoonmaken altijd na met een schone en pluisvrije doek.
Maak af en toe de luchtventilatoren van de computer schoon. Deze openingen kunnen verstopt
raken door stof en ander materiaal, waardoor de luchtcirculatie kan worden gehinderd.
Het schoonmaken van het toetsenbord
VOORZICHTIG: Gebruik altijd een veiligheidsbril wanneer u probeert om vuil onder toetsen te
verwijderen.
Als het toetsenbord een aan/uit-knop heeft, schakel het toetsenbord dan uit.
Volg de veiligheidsvoorschriften in de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation, voordat u de computer schoonmaakt.
Zichtbaar vuil onder de toetsen kan verwijderd worden door het op te zuigen of het toetsenbord te
schudden.
Algemene veiligheidsvoorschriften bij het schoonmaken
49
U kunt ook een luchtdrukspuit gebruiken voor het verwijderen van vuil onder de toetsen. Wees
voorzichtig, omdat u met te veel luchtdruk smeermiddel onder de grotere toetsen kunt verwijderen.
Als u een toets wilt verwijderen, gebruik dan een speciaal hiervoor gemaakte toetsverwijderaar
om beschadiging te voorkomen. Dit gereedschap is in veel electronicawinkels te verkrijgen.
VOORZICHTIG: Verwijder nooit de grotere toetsen (zoals de spatiebalk) van het toetsenbord.
Als deze toetsen verkeerd verwijderd of teruggeplaatst worden, kan het zijn dat het toetsenbord
niet goed meer functioneert.
Maak de onderkant van een toets schoon met een met isopropylalcohol licht bevochtigde doek.
Zorg ervoor dat u geen smeermiddel verwijdert. Laat de onderdelen drogen voordat u ze
terugplaatst.
Gebruik een pincet voor het verwijderen van pluizen of vuil uit moeilijk bereikbare plaatsen.
Het schoonmaken van de monitor
Volg de veiligheidsvoorschriften in de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation, voordat u de computer schoonmaakt.
Gebruik voor het schoonmaken van de monitor een speciaal hiervoor ontworpen doekje of een
met water bevochtigde schone doek.
VOORZICHTIG: Spuit nooit vloeistoffen direct op het scherm—de vloeistof kan in de behuizing
terechtkomen en onderdelen beschadigen.
Gebruik nooit oplosmiddelen of brandbare schoonmaakmiddelen op de monitor, omdat dit het
scherm of de behuizing kan beschadigen.
Het schoonmaken van de muis
1. Volg de veiligheidsvoorschriften in de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor
onderhoud en service) voor uw werkstation, voordat u de computer schoonmaakt.
2. Als de muis een aan/uit-knop heeft, schakel de muis dan uit.
3. Wrijf de muis met een vochtige doek schoon.
4. Voor een muis met:
Laser of led: gebruik een met schoonmaakmiddel bevochtigde katoenen doek voor het
voorzichtig verwijderen van stof rond de laser of led en wrijf de muis dan weer met een
droge doek na. Wrijf niet direct over de laser of led.
Bladerwieltje: spuit met een luchtdrukspuit in de openingen tussen het wieltje en de knoppen.
Spuit niet te lang op een plaats, om de vorming van condensatie te voorkomen.
Trekbal: haal de trekbal uit de muis en maak hem schoon; verwijder vuil uit de balhouder en
maak deze schoon met een droge doek; plaats de trekbal weer terug in de muis.
50 Hoofdstuk 9 Regelmatig onderhoud
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58

HP Z1 All-in-One Workstation Handleiding

Type
Handleiding