33
WELKOM
Bedankt voor uw aanschaf van een SLIDES 2 PC film- en diascanner. Lees a.u.b. deze handleiding goed
door om zo het meeste uit uw SLIDES 2 PC te halen.
VOORZORGSMAATREGELEN
Zorg ervoor dat u, voor u de SLIDES 2 PC gebruikt, onderstaande veiligheidsvoorzorgen gelezen hebt en be-
grijpt. Zorg ervoor dat de SLIDES 2 PC altijd juist bediend wordt:
Bedien de SLIDES 2 PC nooit in een vliegtuig of ergens waar de bediening ervan beperkt of verboden
is. Onjuist gebruik vergroot het risico op letsel.
Probeer de behuizing van de SLIDES 2 PC niet te openen of op enige wijze te modificeren. Interne
componenten onder hoogspanning geven een risico op elektrische schok bij blootstelling. Onderhoud
en reparatie mogen alleen uitgevoerd worden door geautoriseerd servicepersoneel.
Gebruik de SLIDES 2 PC niet in de buurt van water en andere vloeistoffen. Gebruik de SLIDES 2 PC
niet wanneer uw handen nat zijn. Gebruik de SLIDES 2 PC nooit in regen of sneeuw. Vocht geeft een
gevaar op brand en elektrische schok.
Houd de SLIDES 2 PC en bijbehorende accessoires uit de buurt van kinderen en dieren om
ongelukken of schade aan het apparaat te voorkomen.
Wanneer u rook of een vreemde geur waarneemt bij de SLIDES 2 PC, schakel dan direct de stroom
uit. Laat de SLIDES 2 PC repareren bij het dichtstbijzijnde servicepunt. Probeer nooit zelf de SLIDES 2
PC te repareren.
Gebruik alleen de aanbevolen onderdelen voor elektriciteit. Gebruik van niet-aanbevolen elektriciteits-
bronnen voor de SLIDES 2 PC kan leiden tot oververhitting, vervorming van de apparatuur, brand,
elektrische schok of andere gevaren.
De SLIDES 2 PC kan tijdens gebruik warm worden. Dit is geen storing.
Als de buitenkant van de SLIDES 2 PC reiniging behoeft, reinig deze dan met een zachte, droge doek.
FCC-WAARSCHUWING
Deze apparatuur is getest en is in overeenstemming met de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B,
zoals vermeld in Deel 15 van de FCC-reglementen. Deze limieten geven een redelijke bescherming tegen
schadelijke interferentie bij plaatsing in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofre-
quente energie en kan deze uitstralen. Als de apparatuur niet volgens de gebruiksaanwijzing wordt geinstal-
leerd en gebruikt, kan deze schadelijke interferentie bij radiocommunicatie veroorzaken. Er wordt echter niet
gegarandeerd dat er zich geen interferentie zal voordoen in bepaalde installaties. Als deze apparatuur scha-
delijke interferentie veroorzaakt bij radio- of TV-ontvangst, hetgeen vastgesteld kan worden door de appara-
tuur uit en weer in te schakelen, wordt aanbevolen deze interferentie te corrigeren door één of meer van de
onderstaande oplossingen toe te passen:
De ontvangende antenne opnieuw richten of plaatsen.
De afstand tussen de apparatuur en de ontvanger vergroten.
De apparatuur aansluiten op een andere wandcontactdoos dan die waarop ontvanger aangesloten is.
Een ervaren TV- of radiotechnicus raadplegen voor ondersteuning.
VOORZICHTIG: Om te voldoen aan de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B, volgens
Onderdeel 15 van de FCC-reglementen, dient het apparaat alleen geïnstalleerd te worden op
computerapparatuur die gecertificeerd is om te voldoen aan de limieten van klasse B.
SYSTEEMVEREISTEN
PC:
Pentium® 4 1.6 GHz of gelijkwaardig AMD
Athlon
Vrije USB 2.0-poort
Minimaal 512MB intern geheugen
500MB vrije schijfruimte
1024 x 768 kleurenmonitor
CD-ROM-station
Windows XP Service Pack 2, Windows Vista
of 7 (32-/64-bit)
MAC:
Intel Core Duo processor aanbevolen
Vrije USB 2.0-poort
Minimaal 768MB intern geheugen
500MB vrije schijfruimte
1024 x 768kleurenmonitor
CD-ROM-station
Mac OS X 10.6 of hoger