➊ Sluit eerst de rode laadkabel op de
pluspool van de accu aan,
➋ en dan pas de zwarte laadkabel op de
minpool van de accu.
Door deze volgorde vermindert u het
kortsluitinggevaar, in het geval dat de rode
kabel bij het aansluiten per ongeluk het
metalen chassis (massa) aanraakt!
➌ Steek nu pas de netstekker in het
stopcontact – het opladen begint dan
meteen.
5. Het opladen
Deze acculader beschikt niet over een tijd-
schakelaar! Te lang opgeladen accu’s
kunnen overladen en daardoor beschadigd
raken. Neem daarom de volgende aanwijzingen
m.b.t. het berekenen van de maximale laadtijd
in acht:
De laadtijd is afhankelijk van de laadtoestand
van de accu. Als u deze niet precies kent, kunt
u die controleren met een in de handel
gebruikelijke zuurmeter (gebruik volgens bij-
gesloten aanwijzingen).
Slechts ter informatie: loodaccu’s worden
beschouwd als ...
– compleet ontladen bij een zuurgraad
van minder dan 1,16 g/cm
3
– half geladen bij een zuurgraad
van 1,21 g/cm
3
– compleet opgeladen bij een zuurgraad
van meer dan 1,28 g/cm
3
De laadtijd wordt berekend volgens de formule
"accuvermogen gedeeld door de laadstroom ".
Bijv.: bij een accuvermogen van 36 Ah en een
laadstroom van 12 A , is de laadduur strikt the-
oretisch ong. 3 uur (3 uur x 12 A = 36 Ah)
Strikt "theoretisch", omdat de laadstroom
daalt als de laadtijd toeneemt – deze daalt dus
terwijl de accu voller wordt! Daarom:
➍ Het meetinstrument op het laadapparaat
toont altijd de actuele laadstroom, en deze
staat alleen bij het laadbegin op de maximale
waarde.
Let tijdens het dalen van de laadstroom op de
getoonde waardes, om uit de middelwaarde
ongeveer de daadwerkelijke laadtijd in te
schatten.
Let op!
Als de laadstroom tijdens het opladen niet
duidelijk daalt, wijst dat op een defecte accu!
Deze mag dan in geen geval verder
opgeladen worden, om oververhitting te
voorkomen!
Let op!
Als de laadstroom hoger is dan ong. 10%
van het accuvermogen, kan het zijn, dat de
gasvorming in de accu zo sterk wordt, dat de
accufabrikant het openen van de accudop
voorschrijft, om evt. overdruk te voorkomen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen voor de
accu, om u over het openen van de accu en
over de gevaren van accuzuur te informeren!
6. Laden beëindigen
Als het laden beëindigd is, bijv. volgens de
berekende laadtijd of bij een geringe
laadstroom:
➌ Trek eerst de netstekker uit het
stopcontact, voordat u de laadkabel
verwijdert!
Door deze volgorde voorkomt u, dat bij een
nog lopende acculader de al verwijderde
laadkabel nog stroom geleidt en kortsluiting
veroorzaakt!
➋ Verwijder nu eerst de zwarte laadkabel van
de minpool ...
➊ ... en dan pas de rode laadkabel van de
pluspool van de accu!
Door deze volgorde verkleint u het gevaar
op kortsluiting, wanneer bij het verwijderen
van het apparaat de rode laadkabel per
ongeluk het metalen chassis (massa)
aanraakt!
10 11
Acculader
1. Gebruiksdoeleinden
Deze acculader produceert een ongeregelde
gelijkspanning. Het apparaat is daarom
uitsluitend bestemd voor
– het opladen van in de handel gebruikelijke
startmotoraccu’s (loodaccu’s voor
motorvoertuigen)...
– gebruik met een nominale spanning van 12V
en een vermogen van 36 - 200 Ah ...
– huishoudelijk privé-gebruik...
– gebruik in regendichte ruimtes.
De acculader is niet bestemd voor de volgende
doeleinden:
– niet voor het opladen van onderhoudsvrije
of onderhoudsarme accu’s,
– niet voor andere accusoorten dan
loodaccu’s,
– niet voor laden ter onderhoud, i.e. het
langdurig opladen van accu’s,
– niet voor de spanningstoevoer van 12V-
verbruikers.
Let op!
Ongeregelde laadapparaten zijn voor de
voornoemde doeleinden niet geschikt, omdat
zij daarvoor teveel energie leveren en zo
beschadigingen kunnen veroorzaken.
Voorzichtig!
Gebruik de acculader in geen geval voor het
opladen van niet-oplaadbare accu’s, deze
kunnen anders exploderen!
2. Technische gegevens
Aansluiting net 230 V / 50 Hz
Opnamevermogen 66 W
Beschermingsklasse IP 20
Uitgangsspanning 12 V nom.
Uitgangsstroom 5 A
eff
/ 3,5 A
arithm.
3. Belangrijke aanwijzingen voor uw veiligheid!
•Gebruik de acculader alleen in goed
geventileerde ruimtes, omdat er bij het
opladen van accu’s gassen ontstaan, die in
gesloten ruimtes een explosieve
concentratie kunnen bereiken!
•Sluit de acculader nooit aan, als u gassen
of brandstofdampen ruikt, omdat er bij de
aansluiting reeds vonken ontstaan, die dan
een explosie kunnen veroorzaken!
• Bescherm de acculader altijd goed tegen
regen en vocht, om levensgevaar door
elektrische schokken te vermijden.
• Bescherm de acculader tegen
oververhitting, door de ventilatieopeningen
altijd vrij te houden en het apparaat niet aan
extra warmte bloot te stellen (zon, hete
motor...).
•Probeer nooit defecte accu’s op te laden!
Deze kunnen oververhit raken en exploderen!
4. Aansluiten
Controleer voor gebruik, of de netkabel en
beide laadkabels in goede staat zijn.
Als de netkabel beschadigd is, mag u het
apparaat pas in gebruik nemen als de netkabel
door de klantenservice vervangen is. Anders
kan er levensgevaar bestaan door elektrische
schokken!
Als een of beide laadkabels beschadigd zijn,
kan er brandgevaar ontstaan door hoge
kortsluitingsstromen. Laat de laadkabel eerst
herstellen en laat controleren of de isolatie in
orde is, voordat u het apparaat opnieuw gebru-
ikt!
Voorzichtig!
Steek de netstekker nooit in het stopcontact,
zolang de laadkabels niet op de juiste wijze
op de accu aangesloten zijn!
De acculader heeft geen aan-/uitschakelaar –
de laadkabels staan dus meteen onder
spanning, zodra de netstekker in het
stopcontact zit! Los hangende laadkabels
kunnen dan kortsluiting veroorzaken!