5
nl
Omnistream
TM
EtCO
2
-monsterafname voor
niet-geïntubeerde patiënten
Gebruik voor één enkele patiënt, niet opnieuw gebruiken
Niet-steriel / niet-pyrogeen
Bevat geen natuurlijk rubber latex
Waarschuwing: Losse of beschadigde aansluitingen kunnen ven-
tilatie compromitteren of een onnauwkeurige meting
van ademgassen veroorzaken. Sluit alle onderdelen
stevig aan en controleer de aansluitingen volgens de
standaard klinische procedures op lekkages.
Waarschuwing: Snijd geen onderdelen van de monsterlijn los en
verwijder ze niet. Het lossnijden van de monsterlijn kan
totfoutieveaezingenleiden.
Waarschuwing: Wees voorzichtig met het aanbrengen van de
FilterLine bij de patiënt, zodat de patiënt niet bekneld
komt te zitten of gewurgd kan worden.
Waarschuwing: Controleer de CO
2
- en O
2
-slangen tijdens gebruik
regelmatig om te waarborgen dat ze niet geknikt zijn.
Geknikte slangen kunnen tot een onnauwkeurige CO
2
-
monsterafname leiden of kunnen van invloed zijn op
de O
2
-afgifte aan de patiënt.
Voorzichtig: Zorg ervoor dat de slang tijdens gebruik niet wordt uit-
gerekt.
Voorzichtig: Probeer geen enkel onderdeel van de monsterlijn te
reinigen, desinfecteren, steriliseren of door te spoelen.
Dit kan schade aan de monitor veroorzaken.
Voorzichtig: Verwijder monsterlijnen volgens de geldende stan-
daard procedures of plaatselijke regels ten aazien van
het wegdoen van besmet medisch afval.
Voorzichtig: Het gebruik van de Smart OmniLine H Plus O
2
CO
2
-
bemonsteringslijn (de H in de naam geeft aan dat deze
voorgebruikinbevochtigde(of‘humidied’)omgevin-
genbestemdis)tijdenshetmakenvanMRI-scanskan
tot interferentie leiden. Het wordt aanbevolen een be-
monsteringslijn te gebruiken zonder een H in de naam.
Opmerking: Vervang de monsterlijn volgens het ziekenhuisprotocol
of als het apparaat een blokkage aangeeft. Overmatige
afscheiding van de patiënt of een vochtophoping in de
cannule kan leiden tot een blokkage in de monsterlijn
waardoor deze vaker vervangen moet worden.
Opmerking: Bij het aansluiten van een monsterlijn op de monitor,
steekt u de connector van de monsterlijn rechtsom in
de CO
2
-poort op de monitor en draait u de connector
tot deze niet verder kan worden gedraaid, zodat deze
goed aangesloten is op de monitor. Hierdoor wordt
gewaarborgd dat er tijdens de meting geen gaslek-
ken optreden bij de aansluiting en dat de meetnau-
wkeurigheid niet in gevaar gebracht wordt.
Opmerking: Na het aansluiten van de CO
2
-monsterlijn dient u te
controleren of de CO
2
-waarden op het monitorscherm
worden weergegeven.
Opmerking: Bemonsteringslijnen met een H in de naam, bevatten
een onderdeel ter beperking van vocht (Naon
®
*
of equivalent) voor gebruik in omgevingen met een
hogere luchtvochtigheid wanneer een langdurige CO
2
-
monsterafname vereist is.
Opmerking: Bemonsteringslijnen worden aanbevolen voor gebruik
in combinatie met zuurstof met maximale toediening
van 5 l/min. Bij een hogere zuurstoftoediening kan
beïnvloeding van CO
2
-waarden optreden, wat tot
lagere CO
2
-waarden leidt.
Volgens de wetgeving van de Verenigde Staten mag dit apparaat
alleen door of op voorschrift van een arts verkocht worden.