Medtronic CapnoLine Handleiding

Type
Handleiding
8
nl
CapnoLine
®
H O
2
voor niet-geïntubeerde patiënten
Zuigeling/pasgeborene
Para uso com todos os monitores capacitados para Microstream
Gebruik voor één enkele patiënt, niet opnieuw gebruiken
Niet-steriel / niet-pyrogeen
Bevat geen natuurlijk rubber latex
Waarschuwing: Losse of beschadigde aansluitingen kunnen ventilatie
compromitteren of een onnauwkeurige meting van
ademgassen veroorzaken. Sluit alle onderdelen stevig
aan en controleer de aansluitingen volgens de standaard
klinische procedures op lekkages.
Waarschuwing: Snijd geen onderdelen van de monsterlijn los en verwijder
ze niet. Het lossnijden van de monsterlijn kan tot foutieve
aezingen leiden.
Waarschuwing: De Naon
®
* ** op de CO
2
-slang niet bedekken. Het
bedekken van de Naon
®
* beperkt diens doeltreffendheid
bij het reduceren van vocht en verstoppingen in de
monsterslang.
Waarschuwing: Controleer de CO
2
- en O
2
-slangen tijdens gebruik
regelmatig om te waarborgen dat ze niet geknikt zijn.
Geknikte slangen kunnen tot een onnauwkeurige CO
2
-
monsterafname leiden of kunnen van invloed zijn op de
O
2
-afgifte aan de patiënt.
Voorzichtig: Zorg ervoor dat de slang tijdens gebruik niet wordt uitgerekt.
Voorzichtig: Verwijder voor gebruik mucus of andere obstructies
uit de neus van de patiënt om de gebruiksduur, de
nauwkeurigheid van de CO
2
-aezing en de O
2
-levering
te optimaliseren. Tijdens het gebruik kunnen de CO
2
-
aezingen en de O
2
-beademing worden beïnvloed als de
neusgaten van de patiënt niet vrij zijn.
Voorzichtig: Probeer geen enkel onderdeel van de monsterlijn te
reinigen, desinfecteren, steriliseren of door te spoelen. Dit
kan schade aan de monitor veroorzaken.
Voorzichtig: Verwijder monsterlijnen volgens de geldende standaard
procedures of plaatselijke regels ten aazien van het
wegdoen van besmet medisch afval.
Voorzichtig: Het gebruik van een CO
2
-bemonsteringslijn met een H in de
naam (wat aangeeft dat deze voor gebruik in bevochtigde
(of ‘humidied’) omgevingen bestemd is) tijdens het
maken van MRI-scans kan tot interferentie leiden. Deze
bemonsteringslijnen omvatten o.a. de CapnoLine H O
2
.
Het wordt aanbevolen een bemonsteringslijn te gebruiken
zonder een H in de naam.
Opmerking: Vervang de monsterlijn volgens het ziekenhuisprotocol
of als het apparaat een blokkage aangeeft. Overmatige
afscheiding van de patiënt of een vochtophoping in de
cannule kan leiden tot een blokkage in de monsterlijn
waardoor deze vaker vervangen moet worden.
Opmerking: Bij het aansluiten van een monsterlijn op de monitor, steekt
u de connector van de monsterlijn rechtsom in de CO
2
-
poort op de monitor en draait u de connector tot deze niet
verder kan worden gedraaid, zodat deze goed aangesloten
is op de monitor. Hierdoor wordt gewaarborgd dat er tijdens
de meting geen gaslekken optreden bij de aansluiting en
dat de meetnauwkeurigheid niet in gevaar gebracht wordt.
Opmerking: Na het aansluiten van de CO
2
-monsterlijn dient u te
controleren of de CO
2
-waarden op het monitorscherm
worden weergegeven.
Opmerking: Houd voor de volgende producten rekening met
vertragingstijden, die langer dan de standaard aangegeven
tijden duren: lange CapnoLines (4 m) - 3 seconden;
CapnoLines 3 m - 1,5 seconden.
Opmerking: bemonsteringslijnen met een H in de naam, bevatten
een onderdeel ter beperking van vocht (Naon
®
*
of equivalent) voor gebruik in omgevingen met een
hogere luchtvochtigheid wanneer een langdurige CO
2
-
monsterafname vereist is.
Opmerking: bemonsteringslijnen worden aanbevolen voor gebruik in
combinatie met zuurstof met maximale toediening van 3l/
min. Bij een hogere zuurstoftoediening kan beïnvloeding
van CO
2
-waarden optreden, wat tot lagere CO
2
-waarden
leidt.
Volgens de wetgeving van de Verenigde Staten mag dit apparaat alleen door of
op voorschrift van een arts verkocht worden.
** of alternatieve vochtreductietechnologie

Documenttranscriptie

nl CapnoLine® H O2 voor niet-geïntubeerde patiënten Zuigeling/pasgeborene Para uso com todos os monitores capacitados para Microstream Gebruik voor één enkele patiënt, niet opnieuw gebruiken Niet-steriel / niet-pyrogeen Bevat geen natuurlijk rubber latex Waarschuwing: Losse of beschadigde aansluitingen kunnen ventilatie compromitteren of een onnauwkeurige meting van ademgassen veroorzaken. Sluit alle onderdelen stevig aan en controleer de aansluitingen volgens de standaard klinische procedures op lekkages. Waarschuwing: Snijd geen onderdelen van de monsterlijn los en verwijder ze niet. Het lossnijden van de monsterlijn kan tot foutieve aflezingen leiden. Waarschuwing: De Nafion®* ** op de CO2-slang niet bedekken. Het bedekken van de Nafion®* beperkt diens doeltreffendheid bij het reduceren van vocht en verstoppingen in de monsterslang. Waarschuwing: Controleer de CO2- en O2-slangen tijdens gebruik regelmatig om te waarborgen dat ze niet geknikt zijn. Geknikte slangen kunnen tot een onnauwkeurige CO2monsterafname leiden of kunnen van invloed zijn op de O2-afgifte aan de patiënt. Voorzichtig: Zorg ervoor dat de slang tijdens gebruik niet wordt uitgerekt. Voorzichtig: Verwijder voor gebruik mucus of andere obstructies uit de neus van de patiënt om de gebruiksduur, de nauwkeurigheid van de CO2-aflezing en de O2-levering te optimaliseren. Tijdens het gebruik kunnen de CO2aflezingen en de O2-beademing worden beïnvloed als de neusgaten van de patiënt niet vrij zijn. Voorzichtig: Probeer geen enkel onderdeel van de monsterlijn te reinigen, desinfecteren, steriliseren of door te spoelen. Dit kan schade aan de monitor veroorzaken. Voorzichtig: Verwijder monsterlijnen volgens de geldende standaard procedures of plaatselijke regels ten aazien van het wegdoen van besmet medisch afval. Voorzichtig: Het gebruik van een CO2-bemonsteringslijn met een H in de naam (wat aangeeft dat deze voor gebruik in bevochtigde (of ‘humidified’) omgevingen bestemd is) tijdens het maken van MRI-scans kan tot interferentie leiden. Deze bemonsteringslijnen omvatten o.a. de CapnoLine H O2. Het wordt aanbevolen een bemonsteringslijn te gebruiken zonder een H in de naam. Opmerking: Vervang de monsterlijn volgens het ziekenhuisprotocol of als het apparaat een blokkage aangeeft. Overmatige afscheiding van de patiënt of een vochtophoping in de cannule kan leiden tot een blokkage in de monsterlijn waardoor deze vaker vervangen moet worden. Opmerking: Bij het aansluiten van een monsterlijn op de monitor, steekt u de connector van de monsterlijn rechtsom in de CO2poort op de monitor en draait u de connector tot deze niet verder kan worden gedraaid, zodat deze goed aangesloten is op de monitor. Hierdoor wordt gewaarborgd dat er tijdens de meting geen gaslekken optreden bij de aansluiting en dat de meetnauwkeurigheid niet in gevaar gebracht wordt. Opmerking: Na het aansluiten van de CO2-monsterlijn dient u te controleren of de CO2-waarden op het monitorscherm worden weergegeven. Opmerking: Houd voor de volgende producten rekening met vertragingstijden, die langer dan de standaard aangegeven tijden duren: lange CapnoLines (4 m) - 3 seconden; CapnoLines 3 m - 1,5 seconden. Opmerking: bemonsteringslijnen met een H in de naam, bevatten een onderdeel ter beperking van vocht (Nafion®* of equivalent) voor gebruik in omgevingen met een hogere luchtvochtigheid wanneer een langdurige CO2monsterafname vereist is. Opmerking: bemonsteringslijnen worden aanbevolen voor gebruik in combinatie met zuurstof met maximale toediening van 3l/ min. Bij een hogere zuurstoftoediening kan beïnvloeding van CO2-waarden optreden, wat tot lagere CO2-waarden leidt. Volgens de wetgeving van de Verenigde Staten mag dit apparaat alleen door of op voorschrift van een arts verkocht worden. ** of alternatieve vochtreductietechnologie 8
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Medtronic CapnoLine Handleiding

Type
Handleiding