Electrolux EVY9847AAX Handleiding

Type
Handleiding
EVY9847AAX
EVY9847AOX
NL Stoomoven Gebruiksaanwijzing
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..............................................................8
4. BEDIENINGSPANEEL....................................................................................... 9
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT.........11
6. DAGELIJKS GEBRUIK.....................................................................................12
7. KLOKFUNCTIES.............................................................................................. 21
8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S................................................................. 22
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES................................................................ 23
10. EXTRA FUNCTIES.........................................................................................24
11. AANWIJZINGEN EN TIPS..............................................................................26
12. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................... 44
13. PROBLEEMOPLOSSING...............................................................................48
14. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................... 51
15. ENERGIEZUINIGHEID...................................................................................51
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product
dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.electrolux.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Makkelijk
toegankelijke onderdelen kunnen heet worden tijdens
gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
NEDERLANDS 3
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient
te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook
verricht, de stekker van het apparaat uit het
stopcontact trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
Gebruik alleen de vleesthermometer
(kerntemperatuursensor) die voor dit apparaat wordt
aangeraden.
www.electrolux.com4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
De stevigheid van de inbouwkast
moet voldoen aan de DIN 68930-
norm.
Minimumhoogte
kast (Minimumhoog‐
te kast onder werk‐
blad)
444 (460) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voor‐
kant van het appa‐
raat
455 mm
Hoogte van de ach‐
terkant van het ap‐
paraat
440 mm
Breedte van de
voorkant van het
apparaat
595 mm
Breedte van de ach‐
terkant van het ap‐
paraat
559 mm
Diepte van het ap‐
paraat
567 mm
Ingebouwde diepte
van het apparaat
546 mm
Diepte met open
deur
882 mm
Minimumgrootte
ventilatieopening.
Opening geplaatst
aan de onderkant
van de achterzijde
560x20 mm
Lengte netvoedings‐
kabel. Kabel wordt
in de rechterhoek
van de achterzijde
geplaatst
1500 mm
Bevestigingsschroe‐
ven
3.5x25 mm
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat
of de niche onder het apparaat, met
name niet als deze werkt of als de
deur heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
NEDERLANDS 5
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat wordt geleverd met
stekker en netsnoer.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv.
een deur), zorg er dan voor dat de
deur nooit gesloten is als het apparaat
in werking is. Warmte en vocht
kunnen achter een gesloten
meubelpaneel ophopen en schade
aan het apparaat, de behuizing of de
vloer veroorzaken. Sluit het
www.electrolux.com6
meubelpaneel niet tot het apparaat
volledig afgekoeld is na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg, als u een ovenspray
gebruikt, eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
2.5 Bereiding met stoom
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden
en schade aan het apparaat.
Vrijgekomen stoom kan brandwonden
veroorzaken:
Wees voorzichtig met het openen
van de deur van het apparaat als
de functie is geactiveerd. Er kan
stoom vrijkomen.
De deur van het apparaat
voorzichtig openen na de
bereiding met stoom.
2.6 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het type gloeilampje of
halogeenlampje dat voor dit apparaat
wordt gebruikt, is alleen geschikt voor
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.7 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
NEDERLANDS 7
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
9
10
1
2
3
4
8
7
1 2
5
4
6
3
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Waterreservoir
4
Opening voor kerntemperatuursensor
5
Verwarmingselement
6
Lamp
7
Ventilator
8
Pijpje ontkalken
9
Verwijderbare inschuifrail
10
Roosterhoogtes
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om
vet op te vangen
Voedselsensor
Om de temperatuur binnenin het voedsel
te meten.
Stoomset
Eén ongeperforeerde en één
geperforeerde schaal.
Via de stoomset wordt het condenswater
van het voedsel tijdens het stoomgaren
afgevoerd. Gebruik hem voor de
bereiding van groenten, vis en kipfilet.
De set is ongeschikt voor voedsel dat in
water moet weken bijv. rijst, polenta,
pasta.
www.electrolux.com8
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Elektronische programmeur
1 112 4 63 9 105 7 8
Gebruik de tiptoetsen om de oven te bedienen.
Tiptoets Functie Opmerking
1
AAN / UIT Om de oven in en uit te schakelen.
2
Verwarmings‐
functies of Vario‐
Guide
Druk eenmaal op de tiptoets om een verwar‐
mingsfunctie of het menu te kiezen: VarioGui‐
de. Druk weer op de tiptoets om tussen de me‐
nu's te schakelen: Verwarmingsfuncties, Vario‐
Guide. Druk 3 seconden op de tiptoets om de
verlichting aan of uit te zetten.
3
Terug Om één niveau terug te gaan in het menu.
Raak het veld 3 seconden aan om het hoofd‐
menu weer te geven.
4
Temperatuurse‐
lectie/ Snel op‐
warmen
Om de temperatuur in te stellen of om de huidi‐
ge temperatuur in de oven te tonen. Druk 3 se‐
conden op het veld om de machine aan of uit te
zetten: Snel opwarmen.
5
Favoriet Voor opslag van en toegang tot uw favoriete
programma's.
6
- Display Toont de huidige instellingen van de oven.
7
Omhoog Omhoog gaan in het menu.
8
Omlaag Omlaag gaan in het menu.
9
Tijd en aanvul‐
lende functies
Verschillende functies instellen. Als een ver‐
warmfunctie in werking is, drukt u op de tiptoets
om de timer of de functies in te stellen: Toets‐
blokkering, Favoriet, Heat+Hold,Set + Go. U
kunt ook de instellingen van de vleesthermo‐
meter wijzigen.
10
Kookwekker Om de volgende functie in te stellen: Kookwek‐
ker.
NEDERLANDS 9
Tiptoets Functie Opmerking
11
OK De selectie of instelling bevestigen.
4.2 Display
A
DE
B C
A. Verwarmingsfunctie
B. Instellen dagtijd
C. Indicatielampje bij voorverwarmen
D. Temperatuur
E. Duur of eindtijd van een functie
Andere indicaties op het display:
Symbool -functie
Kookwekker De functie werkt.
Instellen dagtijd Het display geeft de huidige tijd aan.
Duur Het display geeft de benodigde
kooktijd weer.
Eindtijd Het display geeft aan wanneer de
kooktijd voorbij is.
Temperatuur Het display toont de temperatuur.
Tijdisindicatie Er wordt weergegeven hoe lang een
verwarmingsfunctie in werking is.
Druk tegelijkertijd op en om
de tijd te resetten.
Berekening De oven berekent de bereidings‐
duur.
Controlelampje bij voor‐
verwarmen
Het display geeft de temperatuur in
de oven aan.
Snel opwarmen De functie staat aan. Het verkort de
opwarmtijd.
Per gewicht Het display geeft weer dat het auto‐
matische weegsysteem aan is of dat
het gewicht kan worden gewijzigd.
Heat+Hold De functie staat aan.
www.electrolux.com10
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
5.2 Eerste aansluiting
Wanneer u de oven op het stopcontact
aansluit of na een stroomstoring moet u
de taal, het contrast, de helderheid en de
tijd instellen.
1. Druk op of om de waarde in
te stellen.
2. Druk op om te bevestigen.
5.3 De waterhardheid instellen
Als u de stekker van de oven in het
stopcontact steekt, dan moet u de
waterhardheid instellen.
De tabel hieronder toont het
waterhardheidbereik met de
overeenkomstige kalkafzetting (dH) en
de kwaliteit van het water.
Waterhardheid Kalkafzetting
(mmol/l)
Kalkafzetting
(mg/l)
Waterclas‐
sificatie
Klasse dH
1 0 - 7 0 - 1,3 0 - 50 Zacht
2 7 - 14 1,3 - 2,5 50 - 100 Gematigd
hard
3 14 - 21 2,5 - 3,8 100 - 150 Hard
4 meer dan 21 meer dan 3,8 meer dan 150 Zeer hard
Als de waterhardheid de waarden in de
tabel overschrijdt, vult u de waterlade
met fleswater.
1. Pak de vierkleurenstrip die met de
stoomset van de oven is
meegeleverd.
2. Steek alle reactiezones van de strip
gedurende ongeveer 1 seconde in
het water.
Houd de strip niet onder stromend
water.
3. Schud de strip om het overtollige
water te verwijderen.
4. Wacht 1 minuut en controleer de
waterhardheid met de onderstaande
tabel.
De kleuren van de reactiezones
blijven veranderen. Controleer de
waterhardheid niet als de test langer
dan 1 minuut geleden plaatshad.
5. Stel de waterhardheid in: menu:
Basis instellingen.
Teststrip Waterhardheid
1
2
3
NEDERLANDS 11
Teststrip Waterhardheid
4
U kunt de waterhardheid wijzigen in het
menu: Basis instellingen /
Waterhardheid.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Door de menu's navigeren
1. Oven inschakelen.
2. Druk op of om de menu-optie
te selecteren.
3. Druk op om naar het submenu te
gaan of de instelling te accepteren.
U kunt te allen tijde
terugkeren naar het
hoofdmenu met .
6.2 Een overzicht van de
menu's
Hoofdmenu
Symbool / Me‐
nu-item
Applicatie
Verwarmings‐
functies
Bestaat uit een lijst
met verwarmings‐
functies.
Recepten
Bestaat uit een lijst
met automatische
programma's.
Favoriet
Bestaat uit een lijst
met favoriete berei‐
dingsprogramma's
die door de gebruiker
zijn gemaakt.
Reinigen
Bestaat uit een lijst
met reinigingspro‐
gramma's.
Basis instellin‐
gen
Wordt gebruikt voor
het instellen van de
apparaatconfiguratie.
Symbool / Me‐
nu-item
Applicatie
Speciaal
Bestaat uit een lijst
met extra verwar‐
mingsfuncties.
VarioGuide
Bevat aanbevolen
oveninstellingen voor
een groot aantal ge‐
rechten. Kies een ge‐
recht en start het
kookproces. De tem‐
peratuur en tijd zijn
slechts richtlijnen
voor een beter resul‐
taat en kunnen wor‐
den aangepast. Deze
zijn afhankelijk van
de recepten en de
kwaliteit en de hoe‐
veelheid van de ge‐
bruikte ingrediënten.
Submenu voor: Basis instellingen
Symbool / Me‐
nu-item
Beschrijving
Instellen dagtijd
Stel de dagtijd in.
Tijdisindicatie
Als het apparaat AAN
staat, geeft het dis‐
play de huidige tijd
weer wanneer u het
apparaat uitschakelt.
Snel opwarmen
Indien AAN verkort
de functie de op‐
warmtijd.
www.electrolux.com12
Symbool / Me‐
nu-item
Beschrijving
Set + Go
Om een functie in te
stellen en later te ac‐
tiveren door op een
symbool op het be‐
dieningspaneel te
drukken.
Heat+Hold
Houdt het bereide
voedsel warm gedu‐
rende 30 minuten na‐
dat de kookcyclus
voltooid is.
Verleng tijd
Schakelt de functie
Tijd verlengen in en
uit.
Contrast
Pas het contrast van
het display in stap‐
pen aan.
Helderheid
Pas de helderheid
van het display in
stappen aan.
Taal
Stelt de taal voor het
display in.
Geluidsvolume
Pas het volume van
de druktonen en sig‐
nalen stapsgewijs
aan.
Symbool / Me‐
nu-item
Beschrijving
Toetsvolume
Schakelt de toon van
de aanraakvelden
aan en uit. Het geluid
van de tiptoets
AAN/UIT kan niet
worden uitgescha‐
keld.
Alarmtoon
Schakelt de alarm‐
toon in en uit.
Waterhardheid
Omt de waterhard‐
heid in niveau (1 - 4)
in te stellen.
Reinigingsherin‐
nering
Herinnert u eraan dat
u het apparaat moet
schoonmaken.
Service
Toont de software‐
versie en -configura‐
tie.
Fabrieksinstel‐
ling
Zet alle instellingen
terug op de fabrieks‐
instelling.
6.3 Submenu voor: Reinigen
Symbool Menu-item Beschrijving
Reservoir ledigen Procedure voor het verwijderen van het
restwater van de waterlade na gebruik
van de stoomfuncties.
Stoomreiniging Plus Procedure voor het reinigen van hard‐
nekkig vuil met gebruik van een ovenrei‐
niger.
Stoomreiniging Procedure om het apparaat te reinigen
als het licht vervuild is en het vuil niet is
ingebrand.
Ontkalken Procedure om kalkresten te verwijderen
van de stoomgenerator.
NEDERLANDS 13
Symbool Menu-item Beschrijving
Spoelen Procedure voor het spoelen en reinigen
van de stoomgenerator na frequent ge‐
bruik van de stoomfuncties.
6.4 Verwarmingsfuncties
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Hetelucht
Om op 2 rekstanden
te bakken en tegelijk
voedsel te drogen.Stel
de temperatuur 20 -
40°C lager in dan voor
de functie: Boven +
onderwarmte.
Pizza hetelucht
Om gerechten op één
niveau te bakken met
intensief bruineren en
een krokantere korst.
Stel de temperatuur
20 - 40°C lager in dan
voor de functie: Boven
+ onderwarmte.
Lage tempera‐
tuur garen
Voor het bereiden van
mals en sappig braad‐
vlees.
Boven + onder‐
warmte
Voor het bakken en
braden op één ovenni‐
veau.
Bevroren ge‐
rechten
Om kant-en-klaar-ge‐
rechten (bijv. patat,
aardappelpartjes of
loempia's) krokant te
maken.
Circulaviegrill
Voor het braden van
grotere stukken vlees
of gevogelte met bot‐
ten op één niveau.
Voor gratineren en
bruinen.
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Grillen
Om plat voedsel te
grillen en brood te
roosteren.
Grill Intens
Voor het roosteren
van plat voedsel in
grote hoeveelheden
en voor het maken
van toast.
Onderwarmte
Voor het bakken van
taarten met een knap‐
perige bodem en het
inmaken van voedsel.
Ontdooien
Om voedsel te ont‐
dooien (groenten en
fruit). De ontdooitijd
hangt af van de hoe‐
veelheid en dikte van
het voedsel.
www.electrolux.com14
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Warmelucht
(vochtig)
Deze functie is ont‐
worpen om tijdens de
bereiding energie te
besparen. Zie het
hoofdstuk 'Hints and
tips’, Warmelucht
(vochtig) voor berei‐
dingsinstructies. De
ovendeur dient tijdens
de bereiding gesloten
te zijn zodat de functie
niet wordt onderbro‐
ken en om ervoor te
zorgen dat de oven
werkt op de hoogst
mogelijke energie-effi‐
ciëntie. Bij het gebruik
van deze functie kan
de temperatuur in de
ruimte verschillen van
de ingestelde tempe‐
ratuur. De restwarmte
wordt gebruikt.Het ver‐
warmingsvermogen
kan worden vermin‐
derd. Zie voor algeme‐
ne aanbevelingen voor
energiebesparing het
hoofdstuk ‘Energie-ef‐
ficiëntie’, Energiebe‐
sparing. Deze functie
wordt gebruikt om de
energie-efficiëntieklas‐
se vast te stellen over‐
eenkomstig EN
60350-1. Bij gebruik
van deze functie gaat
de verlichting na 30
seconden automatisch
uit.
Gratineren
Voor maaltijden als la‐
sagne of aardappel‐
gratin. Voor gratineren
en bruinen.
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Brood bakken
Gebruik deze functie
voor brood en brood‐
jes met een heel goed
bijna professioneel re‐
sultaat qua krokant‐
heid, kleur en bruine
korst.
Lage vochtig‐
heid
Voor het bakken van
brood, het braden van
grote stukken vlees of
het opwarmen van ge‐
koelde en bevroren
maaltijden.
Medium voch‐
tigheid
Voor gerechten met
hoog vochtgehalte,
custard en terrines, en
voor het pocheren van
vis.
Stoom
Voor groenten, vis,
aardappelen, rijst,
pasta of speciale bij‐
gerechten.
De verlichting kan tijdens
sommige ovenfuncties
automatisch uitschakelen als
de temperatuur onder de 60
°C komt.
6.5 Speciaal
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Warm houden
Om het voedsel
warm te houden.
Borden warmen
Om borden voor het
serveren op te war‐
men.
Inmaken
Voor het inmaken
van groenten (bijv.
augurken).
NEDERLANDS 15
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Drogen
Om in plakjes gesne‐
den fruit, groenten en
champignons te dro‐
gen.
Deeg laten rij‐
zen
Om het rijsproces
van gistdeeg te ver‐
snellen. Het voorkomt
dat het oppervlak van
het deeg uitdroogt en
houdt het deeg elas‐
tisch.
Regenereren
Het opwarmen van
voedsel met stoom
voorkomt dat het op‐
pervlak uitdroogt. De
warmte wordt op be‐
hoedzaam en gelijk‐
matig verdeeld en
geeft het voedsel de
smaak en het aroma
alsof het net is be‐
reid. Deze functie kan
gebruikt worden om
eten direct op een
bord te verwarmen.
Met verschillende
roosterhoogtes kunt u
meerdere borden te‐
gelijkertijd opwarmen.
6.6 VarioGuide
Voedselcategorie: Vis/Zeevruchten
Gerecht
Vis Gebakken vis
Vissticks
Dunne fillets
Dikke fillets
Visfilet, bevroren
Hele kleine vis
Hele vis, gestoomd
Hele kleine vis, ge‐
grild
Hele vis, gegrild
Hele vis, gegrild
Forel
Zalm Zalmfillets
Hele zalm
Garnalen Garnalen, vers
Garnalen, bevro‐
ren
Mosselen -
Voedselcategorie: Gevogelte
Gerecht
Gevogelte, uitge‐
beend
-
Gevogelte, uitge‐
beend
-
www.electrolux.com16
Gerecht
Kip
Kippenvleugels,
vers
Kippenvleugels,
bevroren
Kippenpoten, vers
Kippenpoten, be‐
vroren
Gepocheerde kip‐
penborst
Kip, 2 helften
Hele kip
Hele eend
-
Hele gans
-
Hele kalkoen
-
Voedselcategorie: Vlees
Gerecht
Rundvlees
Gekookt rundvlees
Gebraden vlees
Gehaktbrood
Rosbief
Rauw
Rauw
Medium
Medium
Bien cuit
Bien cuit
Scandinavisch
rundvlees
Rauw
Medium
Bien cuit
Gerecht
Kalfsvlees
Kalfsschenkel
Kalfsrug
Geroosterd kalfs‐
vlees
Lamsvlees
Lamsbout
Geroosterd lams‐
vlees
Lamsrug
Lamsgebraad, me‐
dium
Lamsgebraad, me‐
dium
Wild
Haas
Hazenpoot, ha‐
zenbout
Hazerug
Hazerug
Wildbraad
Reebout, her‐
tenbout
Reerug, herten‐
rug
Geroosterd wild
Wild
Voedselcategorie: Ovenschotels
Gerecht
Lasagne -
Pastaschotel, be‐
vroren
-
Pastaschotel -
Aardappelgratin -
Groentegratin -
Zoete gerechten -
NEDERLANDS 17
Voedselcategorie: Pizza/Quiche
Gerecht
Pizza
Pizza, dun
Pizza, extra garne‐
ring
Pizza, bevroren
American pizza,
bevroren
Pizza, gekoeld
Pizzasnacks, be‐
vroren
Baguettes met ge‐
smolten kaas
-
Tarte flambée -
Koninginnebrood,
hartig
-
Hartige taart -
Voedselcategorie: Taart/koekjes
Gerecht
Tulband -
Appeltaart, bedekt -
Biscuitgebak -
Appeltaart -
Kwarktaart, bakblik -
Brioche -
Taart -
Koninginnebrood,
zoet
-
Amandelcake -
Muffins -
Gebak -
Deegreepjes voor
op vlaaien/taarten
-
Roomsoezen -
Klein bladerdeeg‐
gebak
-
Gerecht
Eclairs -
Bitterkoekjes -
Zandkoekjes -
Kerststol -
Appelstrudel, be‐
vroren
-
Taart op rek
Sponsdeeg
Gistdeeg
Kwarktaart, bakblik -
Brownies -
Koninginnenbrood
(opgerolde cake
met jam)
-
Plaatkoek -
Kruimeltaart -
Suikerkoek -
Flanbodem
Zandkoekjes taart‐
bodem
Roerdeeg biscuit
Vruchtentaart
Vruchtentaart
taartbodem
Roerdeeg vruch‐
tentaart
Gistdeeg
Voedselcategorie: Brood/Broodjes
Gerecht
Broodjes
Broodjes
Broodjes, voorge‐
bakken
Broodjes, bevroren
Ciabatta -
www.electrolux.com18
Gerecht
Baguette
Baguettes, voorge‐
bakken
Baguettes, bevro‐
ren
Brood
Broodkrans
Witbrood
Vlechtbrood
Bruin brood
Roggebrood
Volkoren brood
Ongedesemd
brood
Brood/Broodjes,
bevroren
Voedselcategorie: Groenten
Gerecht
Broccoli, roosjes -
Broccoli, heel -
Bloemkool, roosjes -
Bloemkool, heel -
Wortelen -
Courgetteplakjes -
Asperges, groene -
Asperges, wit -
Paprikareepjes -
Spinazie, vers -
Preiringen -
Sperziebonen -
Plakjes champig‐
nons
-
Gepelde tomaten -
Spruitjes -
Selderij, blokjes -
Gerecht
Erwten -
Aubergine -
Venkel -
Artisjokken -
Rode bietjes -
Schorseneren -
Koolrabireepjes -
Witte bonen -
Savooiekool -
Voedselcategorie: Crèmes en terrines
Gerecht
Eiervla -
Caramelflan -
Terrines -
Eieren
Zachtgekookt ei
Middelhard ge‐
kookt ei
Hardgekookt ei
Gebakken eieren
Voedselcategorie: Bijgerechten
Gerecht
Frietjes, dun -
Frietjes, dik -
Frietjes, bevroren -
Aardappelkroke‐
tjes
-
Aardappelpartjes -
Rösties -
Gekookte aardap‐
pels, kwartjes
-
Gekookte aardap‐
pelen
-
NEDERLANDS 19
Gerecht
Aardappelen in de
schil
-
Aardappelballetjes -
Broodballetjes -
Deegballen, hartig -
Deegballen, zoet -
Rijst -
Verse tagliatelle -
Polenta -
Indien het noodzakelijk is het
gewicht of de
kerntemperatuur van het
gerecht te wijzigen, gebruikt
u of om de nieuwe
waarden in te stellen.
6.7 Een verwarmingsfunctie
instellen
1. Schakel de oven in.
2. Selecteer het menu:
Verwarmingsfuncties.
3. Druk op om te bevestigen.
4. Selecteer een ovenfunctie.
5. Druk op om te bevestigen.
6. Stel de temperatuur in.
7. Druk op
om te bevestigen.
6.8 Bereiding met stoom
De klep van de waterlade bevindt zich in
het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend koud
leidingwater. Gebruik geen
gefilterd (gedemineraliseerd)
of gedistilleerd water.
Gebruik geen andere
vloeistoffen. Schenk geen
ontvlambare of alcoholische
vloeistoffen in het
waterreservoir.
1. Druk op het deksel van het
waterreservoir om het reservoir te
openen.
2. Vul de waterlade tot het maximale
niveau met koud water (ongeveer
950 ml) tot het geluidssignaal klinkt
of het display het bericht toont. De
watervoorraad is voldoende voor ca.
50 minuten. Vul de waterlade niet
verder dan zijn maximum capaciteit.
Er bestaat een risico dat er water
lekt, overloopt en meubelen
beschadigt.
3. Plaats het waterreservoir terug op
zijn oorspronkelijke plaats.
4. Oven inschakelen.
5. Stel de stoomverwarmingsfunctie en
de temperatuur in.
6. Stel zo nodig de functie in: Duur
of: Eindtijd .
De stoom verschijnt na ca. 2
minuten. Als de oven de ingestelde
temperatuur bereikt, klinkt er een
geluidssignaal.
Als de waterlade droog komt te
staan, klinkt het geluidssignaal en
moet de waterlade zoals hierboven
beschreven bijgevuld worden om het
stoomkoken voort te zetten.
Aan het einde van de kooktijd klinkt er
een geluidssignaal.
7. Oven uitschakelen.
8. Leeg het waterreservoir wanneer u
klaar bent met stomen.
Raadpleeg de reinigingsfunctie:
Reservoir ledigen.
LET OP!
De oven is heet. Gevaar
voor brandwonden.
9. Na bereiding met stoom kan er
stoom op de bodem van de ruimte
condenseren. Droog de bodem van
de ruimte altijd als de oven koud is.
Laat de oven volledig uitdrogen met de
deur geopend. Om het drogen te
verspoedigen kunt u de deur sluiten en
de oven verwarmen met de functie:
Hetelucht bij een temperatuur van 150
°C gedurende circa 15 minuten.
www.electrolux.com20
6.9 Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer u een verwarmingsfunctie
inschakelt, gaat het balkje op het display
branden. Het balkje geeft aan dat de
oventemperatuur toeneemt. Als de
temperatuur bereikt is, zoemt de zoemer
3 maal en knippert de balk om
vervolgens te verdwijnen.
6.10 Snel opwarmen
Deze functie verkort de opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
Als u de functie wilt activeren, houdt u
3 seconden ingedrukt. Het
indicatielampje voorverwarmen wisselt.
Deze functie is niet beschikbaar voor
sommige ovenfuncties.
6.11 Restwarmte
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt de
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
Kookwekker
Om een afteltijd in te
stellen (max. 2 uur en
30 minuten). Deze
functie heeft geen in‐
vloed op de werking
van de oven.
Gebruik om de
functie in te schake‐
len. Druk op of
om de minuten in te
stellen en op om
te starten.
Duur
Om de werkingsduur
van de oven in te stel‐
len (max. 23 uur 59
min.).
Eindtijd
Voor het instellen van
de uitschakeltijd van
een verwarmingsfunc‐
tie (max. 23 uur en 59
min).
Als u de tijd voor een klokfunctie instelt,
begint het aftellen van de tijd na 5
seconden.
Als u de klokfuncties: Duur,
Eindtijd gebruikt, schakelt de
oven de warmte-elementen
na 90% van de ingestelde
tijd uit. De oven gebruikt de
restwarmte om het
kookproces voor te zetten
totdat de tijd is verstreken (3
- 20 minuten).
7.2 De klokfuncties instellen
Alvorens u de functies: Duur,
Eindtijd gebruikt, moet u een
verwarmingsfunctie en
temperatuur instellen. De
oven wordt automatisch
uitgeschakeld
U kunt de functies: Duur en
Eindtijd tegelijkertijd
gebruiken als u wilt dat de
oven op een later tijdstip
wordt geactiveerd of juist
uitgezet.
De functies: Duur en Eindtijd
werken niet als u de
vleesthermometer gebruikt.
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Druk herhaaldelijk op
totdat het
display de benodigde klokfunctie en
het bijhorende symbool weergeeft.
NEDERLANDS 21
3. Druk op of om de gewenste
tijd in te stellen.
4. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er
een geluidssignaal. De oven gaat uit. Op
het display verschijnt een melding.
5. Druk op een symbool om het signaal
uit te zetten.
7.3 Heat+Hold
Voorwaarden voor de functie:
De ingestelde temperatuur is hoger
dan 80 °C.
De functie: Duur is ingesteld.
De functie: Heat+Hold houdt het
voorbereide gerecht gedurende 30
minuten warm op 80 °C. Deze functie
wordt ingeschakeld wanneer de bak- of
braadprocedure is geëindigd.
U kunt in het menu de functie in- of
uitschakelen: Basis instellingen.
1. Schakel de oven in.
2. Selecteer de verwarmingsfunctie.
3. Stel de temperatuur boven 80 °C in.
4. Druk herhaaldelijk op totdat het
display het volgende toont: Heat
+Hold.
5. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de functie beëindigt, klinkt er
een geluidssignaal.
7.4 Verleng tijd
De functie: Verleng tijd zorgt dat de
verwarmingsfunctie door blijft gaan als
de Duur is geëindigd.
Niet van toepassing op
verwarmingsfuncties met de
vleesthermometer.
1. Wanneer de bereidingstijd is
verstreken, klinkt er een
geluidssignaal. Druk op een
willekeurig symbool.
Op het display wordt het bericht
weergegeven.
2. Druk op om te activeren of om
te annuleren.
3. Stel de lengte van de functie in.
4. Druk op
.
8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Online recepten
De recepten voor de automatische
programma's vindt u op onze
website.Om het receptenboek te vinden,
controleert u het PNC-nummer op het
typeplaatje op het voorste frame van de
ovenholte.
8.2 Recepten met
Receptenautomaat
Deze oven bevat een serie recepten die
u kunt gebruiken. De recepten kunnen
niet worden gewijzigd.
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Recepten. Druk
op om te bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het
gerecht. Druk op om te
bevestigen.
4. Een recept selecteren. Druk op
om te bevestigen.
www.electrolux.com22
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Vleesthermometer
Er worden twee temperaturen ingesteld:
de oventemperatuur en de
kerntemperatuur.
De vleesthermometer meet de
kerntemperatuur van het vlees. Wanneer
het vlees de ingestelde temperatuur
heeft bereikt, wordt de oven
uitgeschakeld.
LET OP!
Gebruik alleen de
meegeleverde
vleesthermometer of de
originele vervangende
onderdelen.
De vleesthermometer moet
gedurende de bereiding in
het vlees blijven en de
stekker moet in het
stopcontact blijven.
1. Steek de punt van de
vleesthermometer in het midden van
het vlees.
2. Steek de stekker van de
vleesthermometer in de aansluiting
op de voorkant van de oven.
3. Oven inschakelen.
Het display geeft het symbool van de
vleesthermometer weer.
4. Druk in minder dan 5 seconden op
of om de kerntemperatuur in
te stellen.
5. Selecteer de verwarmfunctie en,
indien nodig, de temperatuur.
De oven berekent een geschatte eindtijd.
De eindtijd is afhankelijk van de
hoeveelheid eten, de ingestelde
oventemperatuur (minimum 120 °C) en
de bediening. De oven berekent de
eindtijd in ongeveer 30 minuten.
6. Om de temperatuur van de
vleesthermometer te wijzigen druk op
.
Wanneer het vlees de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt, hoort u
een signaal. De oven wordt automatisch
uitgeschakeld
7. Druk op een symbool om het signaal
uit te zetten.
8. Haal de stekker van de
vleesthermometer uit het stopcontact
en haal het vlees uit de oven.
9. Druk op om de oven aan te
zetten.
WAARSCHUWING!
De vleesthermometer is
heet. Gevaar voor
brandwonden. Wees
voorzichtig bij het
verwijderen van de punt en
de stekker van de
vleesthermometer.
9.2 De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
NEDERLANDS 23
Bakplaat/ Diepe pan:
Schuif de bakplaat /diepe pan tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
Bakrooster en bakplaat /diepe
plaatsamen:
Plaats bakplaat /diepe plaat tussen de
geleiders van de inschuifrails en het
bakrooster op de geleiders erboven.
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid.
Deze inkepingen zorgen er
ook voor dat ze niet
omkantelen. De hoge rand
rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
10. EXTRA FUNCTIES
10.1 Favoriet
U kunt uw favoriete instellingen als duur,
temperatuur of verwarmingsfunctie
opslaan. De instellingen zijn beschikbaar
in het menu: Favoriet. U kunt 20
programma's opslaan.
Een programma opslaan
1. Oven inschakelen.
2. Stel een verwarmingsfunctie of een
automatisch programma in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: OPSLAAN.
4. Druk op
om te bevestigen.
Het display geeft de eerste vrije
geheugenpositie weer.
5. Druk op om te bevestigen.
6. Voer de naam van het programma in.
De eerste letter knippert.
7. Druk op of om de letter te
wijzigen.
8. Druk op .
De volgende letter knippert.
9. Herhaal stap 7 indien nodig.
10. Druk op en houdt de knop
ingedrukt om op te slaan.
U kunt een geheugenpositie
overschrijven. Wanneer het display de
eerste vrije geheugenpositie aangeeft,
druk op of en druk op om een
bestaand programma te overschrijven.
U kunt de naam van een programma
wijzigen in het menu: Wijzig
programmanaam.
Het programma inschakelen
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Favoriet.
3. Druk op om te bevestigen.
4. Selecteer de naam van uw favoriete
programma.
5. Druk op om te bevestigen.
www.electrolux.com24
10.2 Gebruik van het Kinderslot
Als het Kinderslot aanstaat, kan de oven
niet per ongeluk worden geactiveerd.
1. Druk op
om het display aan te
zetten.
2. Druk tegelijkertijd op en totdat
het display een bericht toont.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te
schakelen.
10.3 Toetsblokkering
Deze functie voorkomt dat een
verwarmingsfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld. U kunt deze alleen
inschakelen als de oven in werking is.
1. Oven inschakelen.
2. Stel de verwarmingsfunctie of -
instelling in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: Toetsblokkering.
4. Druk op om te bevestigen.
Druk op
om de functie uit te
schakelen. Op het display verschijnt een
melding. Druk herhaaldelijk op en
vervolgens op om te bevestigen.
Als u de oven uitzet,
schakelt de functie ook uit.
10.4 Set + Go
Met deze functie kunt u een
verwarmingsfunctie (of programma)
instellen en later met een aanraking van
een symbool gebruiken.
1. Oven inschakelen.
2. Stel de verwarmingsfunctie in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: Duur.
4. Stel de tijd in.
5. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: Set + Go.
6. Druk op om te bevestigen.
Druk op een symbool (behalve voor )
om de functie te starten: Set + Go. De
ingestelde verwarmingsfunctie start.
Wanneer de verwarmingsfunctie is
voltooid, klinkt er een signaal.
Toetsblokkering is aan
wanneer de
verwarmingsfunctie actief
is.
Het menu: Basis
instellingen laat u de
functie: Set + Go in- en
uitschakelen.
10.5 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven
na bepaalde tijd automatisch uit als er
een ovenfunctie in werking is en u geen
instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 230 5,5
De automatische uitschakeling werkt niet
met de functies: Binnenverlichting,
Voedselsensor,Duur, Eindtijd.
10.6 Helderheid van het display
Er zijn twee standen voor de helderheid
van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer de
oven uitstaat, is de helderheid van het
display tussen 22.00 uur en 06.00 uur
lager.
Helderheid overdag:
als de oven wordt ingeschakeld;
als u tijdens helderheid 's nachts
een symbool aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display
gedurende 10 seconden terug
naar helderheid voor overdag.
als de oven wordt uitgeschakeld
en u een functie instelt:
Kookwekker. Wanneer de functie
eindigt, keert het display terug
naar helderheid voor 's nachts.
NEDERLANDS 25
10.7 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat
de oven is afgekoeld.
11. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
11.1 Kookadviezen
Uw oven kan anders bakken of roosteren
dan de oven die u tot nu toe gebruikt
heeft. De onderstaande tabellen tonen
aanbevolen instellingen voor
temperatuur, kooktijd en rekstand voor
specifieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan naar
een soortgelijk recept.
11.2 Binnenzijde van de deur
Aan de binnenkant van de deur vindt
u het volgende:
de nummers van de inzetniveaus.
A privacy reminder from Google
Search Results Informatie over de
verwarmingsfuncties, aanbevolen
rekstanden en temperaturen voor
gerechten.
11.3 Nuttige tips voor speciale
opwarmfuncties van de oven
Warm houden
Met deze functie houdt u het voedsel
warm. De temperatuur wordt automatisch
ingesteld op 80 °C.
Borden warmen
Met deze functie kunt u borden en
schalen verwarmen voor het opdienen.
De temperatuur wordt automatisch
ingesteld op 70 °C.
Verdeel de opgestapelde borden en
schalen gelijkmatig over het ovenrek.
Gebruik de eerste rekstand. Verwissel ze
halverwege de verwarmtijd van plaats.
Deeg laten rijzen
Met de functie kunt u ook gistdeeg laten
rijzen. Doe het deeg in een grote schaal.
Gebruik de eerste rekstand. Stel de
functie in: Deeg laten rijzen en de
bereidingstijd.
Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord. Dek het voedsel
niet af, want het kan tijdens het
ontdooien uitzetten. Gebruik de eerste
rekstand.
11.4 Stoom
Wees voorzichtig met het openen van de
ovendeur als de functie is geactiveerd.
Er kan stoom vrijkomen.
Deze functie is geschikt voor alle soorten
voedsel - vers en ingevroren. Met deze
functie kunt u groente, vlees, vis,
deegwaren, rijst, maïs, griesmeel en
eieren bereiden, opwarmen, ontdooien,
pocheren of blancheren.
U kunt een volledig menu in een keer
bereiden. Om elk gerecht goed te
bereiden gebruikt u kooktijden die bijna
hetzelfde zijn. Vul de waterlade tot het
maximale niveau. Doe de gerechten in
het juiste kookgerei en plaats het op de
ovenroosters. Zorg voor ruimte tussen
het kookgerei zodat de stoom rond de
gerechten kan circuleren.
Sterilisatie
www.electrolux.com26
Met deze functie kunt u houders (bijv.
babyflessen) steriliseren.
Plaats de schone houders in het midden
van het rooster op de eerste
roosterstand. Zorg dat de opening
omlaag is gericht.
Vul de lade met de maximale
hoeveelheid water en stel een tijdsduur
in van 40 min.
Gebruik de eerste rekstand.
Stel de temperatuur in op 99 °C, tenzij de
onderstaande tabel een andere instelling
aanbeveelt.
GROENTEN
(min)
Broccoli, roosjes, ver‐
warm de oven voor
13 - 15
Gepelde tomaten 10
Groente, geblan‐
cheerd
15
Spinazie, vers 15 - 20
Courgette, plakjes 15 - 25
Plakjes champignons 15 - 20
Paprikareepjes 15 - 20
Aubergines 15 - 25
Broccoli, heel 30 - 40
Asperges, groene 15 - 25
Pompoen, blokjes 15 - 25
Tomaten 15 - 25
Botersla, roosjes 20 - 25
Bonen, geblancheerd 20 - 25
Savooiekool 20 - 25
Erwten 20 - 30
Venkel 25 - 35
Wortelen 25 - 35
GROENTEN
(min)
Uien, ringen 20 - 30
Selderij, blokjes 20 - 30
Peultjes / Kaiser pa‐
prika
20 - 30
Zoete aardappelen 20 - 30
Bloemkool, roosjes 25 - 35
Koolrabi, reepjes 25 - 35
Spruitjes 25 - 35
Asperges, wit 25 - 35
Witte bonen 25 - 35
Maiskolf 30 - 40
Bloemkool, heel 35 - 45
Sperziebonen 35 - 45
Schorseneren 35 - 45
Kool, wit of rood,
reepjes
40 - 45
Artisjokken 50 - 60
Gedroogde bonen,
geweekt, verhouding
water/bonen 2:1
55 - 65
Zuurkool 60 - 90
Rode bietjes 70 - 90
BIJGERECHTEN
(min)
Couscous, verhouding wa‐
ter/couscous 1:1
15 - 20
Verse tagliatelle 15 - 25
NEDERLANDS 27
BIJGERECHTEN
(min)
Griesmeelpudding, verhou‐
ding melk/semolina 3,5:1
20 - 25
Linzen, rood, verhouding
water/linzen 1:1
20 - 30
Macaroni 25 - 30
Bulgur, verhouding water/
bulgur 1:1
25 - 35
Deegballen 25 - 35
Geurige rijst, verhouding
water/rijst 1:1
30 - 35
Gekookte aardappels, kwar‐
tjes
30 - 40
Broodballetjes 35 - 45
Aardappelballetjes 35 - 45
Rijst, verhouding water/rijst
1:1, de verhouding tussen
water en rijst kan verande‐
ren afhankelijk van het soort
rijst
35 - 45
Polenta, vloeistofverhou‐
ding 3:1
40 - 50
Rijstpudding, verhouding
melk/rijst 2,5:1
40 - 55
Ongepelde tomaten, medi‐
um
45 - 55
Linzen, bruin en groen, ver‐
houding water/linzen 2:1
55 - 60
FRUIT
(min)
Schijfjes appel 10 - 15
Hete bessen 10 - 15
FRUIT
(min)
Chocolade smelten 10 - 20
Fruitcompote 20 - 25
VIS
(°C) (min)
Dunne visfilet 75 - 80 15 - 20
Garnalen, vers 75 - 85 20 - 25
Mosselen 100 20 - 30
Dikke visfilet 75 - 85 20 - 30
Forel, 0,25 kg 75 - 85 20 - 30
Garnalen, bevro‐
ren
75 - 85 30 - 40
VLEES
(°C) (min)
Gepocheerde
kippenborst
90 25 - 35
Gepocheerde
kip, 1,0 - 1,2 kg
99 60 - 70
Tafelspitz 99 110 - 120
EIEREN
(min)
Zachtgekookt ei 10 - 11
www.electrolux.com28
EIEREN
(min)
Middelhard gekookt ei 11 - 12
Hardgekookt ei 18 - 21
11.5 Combinatiefunctie:
Hetelucht + Stoom
You can combine these functions to cook
meat, vegetables and side dishes at one
time.
1. Stel de functie in: Hetelucht voor het
braden van vlees.
2. Voeg de bereide groenten en
bijgerechten toe.
3. Laat de oven afkoelen tot een
temperatuur van ongeveer 80°C. U
kunt de ovendeur op de eerste stand
gedurende 15 minuten openen.
4. Start de functie: Stoom. Bereid alle
gerechten samen totdat ze gaar zijn.
Maximale waterhoeveelheid is 650 ml.
11.6 Medium vochtigheid
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Custard / Flan,
in kleine scho‐
tels
90 35 - 45
Gebakken ei‐
eren
90 - 110 15 - 30
Terrines 90 40 - 50
Dunne visfilet 85 15 - 25
Dikke visfilet 90 25 - 35
Kleine vis, tot
0,35 kg
90 20 - 30
Hele vis, tot 1
kg
90 30 - 40
Dumplings 120 - 130 40 - 50
11.7 Lage vochtigheid
Gebruik de eerste rekstand.
(kg)
(°C) (min)
Rosbief 1 180 - 200 60 - 90
Geroosterd kalfsvlees 1 180 80 - 90
Gehaktbrood, rauw, 0,5 180 30 - 40
Kip 1 180 - 210 50 - 60
Eend 1,5 - 2 180 70 - 90
Aardappelgratin - 160 - 170 50 - 60
Pasta gebakken - 170 - 190 40 - 50
Lasagne - 170 - 180 45 - 55
Brood 0,5 - 1 180 - 190 45 - 60
NEDERLANDS 29
Gebruik de eerste rekstand.
(kg)
(°C) (min)
Broodjes 0,04 - 0,06 180 - 200 25 - 35
Afbakbroodjes - 200 15 - 20
Afbakstokbroodjes 0,04 - 0,05 200 15 - 20
Bevroren afbakstokbroodjes 0,04 - 0,05 200 25 - 35
11.8 Regenereren
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Eénpansgerechten 110 10 -
15
Pastaschotel 110 10 -
15
Rijst 110 10 -
15
Dumplings 110 15 -
25
11.9 Bakken
Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake niet overal even bruin. Als
de cake niet overal even bruin wordt,
hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen
tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in
de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
11.10 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de
cake is niet voldoende
gebakken.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De cake zakt in en
wordt klef, of streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur iets lager in.
Te korte baktijd. Stel volgende keer een langere
baktijd en een lagere oventem‐
peratuur in.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur hoger in.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere
baktijd in.
www.electrolux.com30
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake wordt onge‐
lijkmatig gebakken.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De oventemperatuur lager in‐
stellen en de baktijd verlengen.
Het cakebeslag is niet ge‐
lijkmatig verdeeld.
Verspreid de volgende keer het
cakebeslag gelijkmatig over de
bakplaat.
De cake wordt niet
gaar binnen de in het
recept aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur iets hoger in.
11.11 Bakken op 1 ovenniveau
BAKKEN IN BAKVORMEN
(°C) (min)
Tulband / Brioche Hetelucht 150 - 160 50 - 70 1
Zandgebak / Fruitgebak Hetelucht 140 - 160 70 - 90 1
Biscuitgebak Hetelucht 140 - 150 35 - 50 1
Biscuitgebak Boven + onder‐
warmte
160 35 - 50 1
Taartbodem - zandtaart‐
deeg, verwarm de oven
voor
Hetelucht 150 - 160 20 - 30 2
Taartbodem - zacht cake‐
deeg
Hetelucht 150 - 170 20 - 25 2
Appeltaart, 2 blikken Ø20
cm
Hetelucht 160 70 - 90 2
Appeltaart, 2 blikken Ø20
cm
Boven + onder‐
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart, gebruik een
diepe pan
Boven + onder‐
warmte
160 - 170 70 - 90 2
NEDERLANDS 31
CAKE / GEBAK / BROOD OP BAKPLATEN
Verwarm de lege oven voor.
(°C) (min)
Plaatbrood / Broodkrans Boven + onder‐
warmte
170 - 190 30 - 40 1
Christstollen Boven + onder‐
warmte
160 - 180 50 - 70 1
Roggebrood Boven + onder‐
warmte
eerst: 230 20 1
dan: 160 -
180
30 - 60
Roomsoezen / Eclairs Boven + onder‐
warmte
190 - 210 20 - 35 2
Koninginnenbrood (opge‐
rolde cake met jam)
Boven + onder‐
warmte
180 - 200 10 - 20 2
Kruimeltaart, droog Hetelucht 150 - 160 20 - 40 2
Beboterde amandeltaart /
Suikerkoek
Boven + onder‐
warmte
190 - 210 20 - 30 2
Vruchtentaart (gemaakt
van gistdeeg/zacht cake‐
deeg)
Hetelucht 150 - 170 30 - 55 2
Vruchtentaart (gemaakt
van gistdeeg/zacht cake‐
deeg)
Boven + onder‐
warmte
170 35 - 55 2
Vruchtencake van zand‐
deeg
Hetelucht 160 - 170 40 - 80 2
Plaatkoek met delicate
garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, puddingvul‐
ling)
Boven + onder‐
warmte
160 - 180 40 - 80 2
www.electrolux.com32
KOEKJES EN BISCUITS
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Zandkoekjes Hetelucht 150 - 160 15 - 25
Zanddeeg / Deegreepjes voor
op vlaaien/taarten
Hetelucht 140 20 - 35
Zanddeeg / Deegreepjes voor
op vlaaien/taarten, verwarm
de oven voor
Boven + onder‐
warmte
160 20 - 30
Koekjes gemaakt van spons‐
deeg
Hetelucht 150 - 160 15 - 20
Eiwitgebak/schuimgebak Hetelucht 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes Hetelucht 100 - 120 30 - 50
Koekjes gemaakt van gist‐
deeg
Hetelucht 150 - 160 20 - 40
Koekjes van bladerdeeg, ver‐
warm de oven voor
Hetelucht 170 - 180 20 - 30
Broodjes, verwarm de oven
voor
Hetelucht 160 10 - 25
Boven + onder‐
warmte
190 - 210 10 - 25
Cakejes, verwarm de oven
voor
Hetelucht 160 20 - 35
Boven + onder‐
warmte
170 20 - 35
11.12 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Pasta gebakken Boven + onderwarmte 180 - 200 45 - 60
Lasagne Boven + onderwarmte 180 - 200 25 - 40
Groentegratin, ver‐
warm de oven voor
Circulaviegrill 170 - 190 15 - 35
NEDERLANDS 33
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Stokbroden met ge‐
smolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30
Melkrijst Boven + onderwarmte 180 - 200 40 - 60
Visschotels Boven + onderwarmte 180 - 200 30 - 60
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60
11.13 Bakken op meerdere
niveaus
Gebruik de functie: Hetelucht
Gebruik voor 2 bakplaten de eerste en
de vierde rekstand.
CAKE / GEBAK / BROOD OP
BAKPLATEN
(°C) (min)
Roomsoezen /
Eclairs, ver‐
warm de oven
voor
160 - 180 25 - 45
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45
CAKE / KLEINE CAKEJES /
BROODJES OP BAKPLATEN
(°C) (min)
Zandkoekjes 150 -
160
20 - 40
Zanddeeg / Dee‐
greepjes voor op
vlaaien/taarten
140 25 - 45
CAKE / KLEINE CAKEJES /
BROODJES OP BAKPLATEN
(°C) (min)
Koekjes gemaakt
van sponsdeeg
160 -
170
25 - 40
Eiwitgebak/
schuimgebak /
Schuimgebakjes
80 - 100 130 -
170
Bitterkoekjes 100 -
120
40 - 80
Koekjes gemaakt
van gistdeeg
160 -
170
30 - 60
11.14 Tips voor braden
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad mager vlees afgedekt.
Braad grote vleesstukken direct in de
diepe bakplaat of op een bakrooster
boven de bakplaat.
Doe wat water in de bakplaat om te
voorkomen dat druipend vet verbrandt.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1
kg of meer).
Bedruip vleesstukken meerdere malen
met hun eigen sap tijdens het roosteren.
www.electrolux.com34
11.15 Roostertafels
Gebruik de eerste rekstand.
RUNDVLEES
(°C) (min)
Stoofvlees 1 - 1,5 kg Boven + onder‐
warmte
230 120 - 150
Rosbief of os‐
senhaas, rood,
verwarm de oven
voor
per cm dikte Circulaviegrill 190 - 200 5 - 6
Rosbief of os‐
senhaas, medi‐
um
per cm dikte Circulaviegrill 180 - 190 6 - 8
Rosbief of os‐
senhaas, gaar
per cm dikte Circulaviegrill 170 - 180 8 - 10
KALFSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Geroosterd kalfsvlees 1 160 - 180 120 - 150
Kalfsschenkel 1,5 - 2 160 - 180 120 - 150
LAMSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Lamsbout / Geroo‐
sterd lamsvlees
1 - 1,5 150 - 180 100 - 120
Lamsrugfilet 1 - 1,5 160 - 180 40 - 60
NEDERLANDS 35
WILD
(kg)
(°C) (min)
Rug / Hazenpoot,
verwarm de oven
voor
tot 1 Circulaviegrill 180 - 200 35 - 55
Hert rugfilet 1,5 - 2 Boven + onder‐
warmte
180 - 200 60 - 90
Reebout, herten‐
bout
1,5 - 2 Boven + onder‐
warmte
180 - 200 60 - 90
GEVOGELTE
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Kip 0,2 - 0,25 elk stuk 200 - 220 30 - 50
Halve kip 0,4 - 0,5 elk stuk 190 - 210 40 - 50
Gevogelte, porties 1 - 1,5 190 - 210 50 - 70
Eend 1,5 - 2 180 - 200 80 - 100
VIS
(kg)
(°C) (min)
Hele vis 1 - 1,5 Circulaviegrill 180 - 200 30 - 50
www.electrolux.com36
11.16 Knapperig bakken met
Pizza hetelucht
PIZZA
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Taarten 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorrai‐
ne
170 - 190 45 - 55
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90
Appeltaart,
bedekt
150 - 170 50 - 60
Groentetaart 160 - 180 50 - 60
PIZZA
Warm de lege oven voor het ko‐
ken voor.
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Pizza, dunne
korst
210 - 230 15 - 25
Pizza, dikke
korst, gebruik
een diepe pan
180 - 200 20 - 30
Ongedesemd
brood
210 - 230 10 - 20
Bladerdeeg‐
taart
160 - 180 45 - 55
Flammkuchen 210 - 230 15 - 25
PIZZA
Warm de lege oven voor het ko‐
ken voor.
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Pierogi 180 - 200 15 - 25
11.17 Brood bakken
Voorverwarmen wordt niet aanbevolen.
BROOD
Gebruik de eerste rekstand ten‐
zij anders aangegeven.
(°C) (min)
Witbrood 190 -
210
40 - 60
Baguette 200 -
220
35 - 45
Brioche 180 -
200
40 - 60
Ciabatta 200 -
220
35 - 45
Roggebrood 190 -
210
50 - 70
Volkoren brood 190 -
210
50 - 70
Volkorenbrood 190 -
210
40 - 60
Broodjes, gebruik
de tweede rekstand
200 -
220
25 - 35
NEDERLANDS 37
11.18 Grillen
Alleen dunne stukken vlees of vis grillen.
Warm de lege oven voor het koken voor.
Plaats een pan op de eerste rekstand om
vet op te vangen.
GRILLEN
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
1e kant 2e kant
Rosbief, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Runderfilet, medi‐
um
230 20 - 30 20 - 30
Varkenshaas 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsvlees 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35
Hele vis, 0,5 - 1 kg 210 - 230 15 - 30 15 - 30
GRILL INTENS
Gebruik de derde rekstand tenzij anders aangegeven.
Grill altijd met de maximale temperatuurinstelling.
Gerecht
(min)
1e kant 2e kant
Hamburgers 9 - 13 8 - 10
Worstjes 10 - 12 6 - 8
Kalfsfilet / Kalfssteaks 7 - 10 6 - 8
Geroosterd brood 1 - 3 1 - 3
Brood met iets erop 6 - 8 -
www.electrolux.com38
11.19 Lage temperatuur garen
Met deze functie bereidt u vlees en vis
op magere wijze mals. De functie is niet
van toepassing op gevogelte, gebraad.
Voedselsensor de temperatuur mag niet
hoger zijn dan 65 °C.
1. Bak het vlees 1 - 2 minuten aan
beide zijden aan in een pan op een
hoog vuur.
2. Plaats het vlees in de braadslede of
direct op het bakrooster. Zet een
plaat onder het rooster om vet op te
vangen.
Kook altijd zonder deksel terwijl u
deze functie gebruikt.
3. Gebruik Voedselsensor.
4. Selecteer de functie: Lage
temperatuur garen. U kunt
gedurende de eerste 10 minuten de
temperatuur instellen op een
temperatuur tussen de 80 °C en 150
°C. De standaard is 90 °C. Stel de
temperatuur in op Voedselsensor.
5. Na 10 minuten verlaagt de oven
automatisch de temperatuur tot 80
°C.
Gebruik de eerste rekstand.
(kg)
(°C) (min)
Rosbief 1 - 1,5 150 120 - 150
Runderfilet 1 - 1,5 150 90 - 110
Geroosterd kalfsvlees 1 - 1,5 150 120 - 150
Steak 0,2 - 0,3 120 20 - 40
11.20 Bevroren gerechten
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe
het voedsel op een bord.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de
ontdooitijd verlengen.
ONTDOOIEN
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25
American pizza, bevroren 190 - 210 20 - 25
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25
Pizzasnacks, bevroren 180 - 200 15 - 30
Frietjes, dun 190 - 210 15 - 25
NEDERLANDS 39
ONTDOOIEN
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Frietjes, dik 190 - 210 20 - 30
Aardappelpartjes / Aardappelkroke‐
tjes
190 - 210 20 - 40
Rösties 210 - 230 20 - 30
Lasagne / Cannelloni, vers 170 - 190 35 - 45
Lasagne / Cannelloni, bevroren 160 - 180 40 - 60
Gebakken kaas 170 - 190 20 - 30
Vleugels van kippen 180 - 200 40 - 50
11.21 Inmaken
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai-
of bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1
liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de plaat, zodat
er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint
te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
ZACHTE VRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot het
sudderen begint
Aardbeien / Bos‐
bessen / Frambo‐
zen / rijpe kruisbes‐
sen
35 - 45
STEENVRUCHTEN
(min)
Kooktijd
tot het
sudderen
begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Perziken /
Kweeperen /
Pruimen
35 - 45 10 - 15
www.electrolux.com40
GROENTEN
(min)
Kooktijd
tot het
sudderen
begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Wortelen 50 - 60 5 - 10
Komkom‐
mers
50 - 60 -
Gemengde
augurken
50 - 60 5 - 10
GROENTEN
(min)
Kooktijd
tot het
sudderen
begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Koolrabi /
Erwten / As‐
perge
50 - 60 15 - 20
11.22 Drogen
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (u)
Bonen 60 - 70 6 - 8
Paprika’s 60 - 70 5 - 6
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6
Champignons 50 - 60 6 - 8
Kruiden 40 - 50 2 - 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 60 - 70 8 - 10
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8
Peren 60 - 70 6 - 9
NEDERLANDS 41
11.23 Voedselsensor
RUNDVLEES
(°C)
Rib / Ossenhaas,
saignant
45 - 50
Rib / Ossenhaas,
medium
60 - 65
Rib / Ossenhaas,
bien cuit
70 - 75
KALFSVLEES
(°C)
Geroosterd kalfs‐
vlees
75 - 80
Kalfsschenkel 85 - 90
SCHAPENVLEES/LAMSVLEES
(°C)
Schapenbout 80 - 85
Rugfilet schapen‐
vlees
80 - 85
Geroosterd lams‐
vlees / Lamsbout
70 - 75
WILD
(°C)
Hazenrugfilet 70 - 75
Hazenpoot 70 - 75
Haas, heel 70 - 75
Hert rugfilet 70 - 75
Hertenbout 70 - 75
VIS
(°C)
Zalm 65 - 70
Forel 65 - 70
11.24 Warmelucht (vochtig) -
aanbevolen accessoires
Gebruik de donkere en niet-reflecterende
bakjes en schalen. Ze nemen de warmte
beter op dan licht en reflecterend
servies.
www.electrolux.com42
Pizza pan
Ovenschotel
Ovenschaal‐
tjes
Blik voor flanbo‐
dem
Donker, niet-reflecte‐
rend
Diameter van 28 cm
Donker, niet-reflecte‐
rend
Diameter van 26 cm
Keramiek
8 cm diame‐
ter, 5 cm
hoog
Donker, niet-reflec‐
terend
Diameter van 28 cm
11.25 Warmelucht (vochtig)
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Pastagratin 200 - 220 45 - 60
Aardappel‐
gratin
180 - 200 70 - 85
Moussaka 180 - 200 75 - 90
Lasagne 180 - 200 70 - 90
Cannelloni 180 - 200 65 - 80
Broodpudding 190 - 200 55 - 70
Rijstpudding 180 - 200 55 - 70
Appeltaart,
gemaakt van
zacht cake‐
deeg (ronde
taartvorm)
160 - 170 70 - 80
Witbrood 200 - 210 55 - 70
11.26 Aanwijzingen voor
testinstituten
Tests volgens EN 60350 en IEC 60350.
GRILLFUNCTIE
Gebruik de functie: Grill Intens.
Gebruik de derde rekstand.
Verwarm de lege oven voor.
Grill met de maximale tempe‐
ratuurinstelling.
(min)
1e kant 2e kant
Ham‐
burgers
9 - 13 8 - 10
Geroo‐
sterd
brood
1 - 3 1 - 3
NEDERLANDS 43
STOOMFUNCTIE
Gebruik de functie: Stoom.
Gebruik de tweede rekstand.
Plaats de bakplaat op het eerste ovenniveau.
Stel de temperatuur in op 99 °C.
Container (Gastro‐
norm)
(kg)
(min)
Broccoli, verwarm de
oven voor
1 x 1/2 geperforeerd 0.3 13 - 15
Broccoli, verwarm de
oven voor
1 x 1/2 geperforeerd max. 15 - 18
Erwten, bevroren 1 x 1/2 geperforeerd 2 Totdat de tem‐
peratuur in het
koelste gedeelte
85 °C bereikt.
12. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigings‐
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel.
Verwijder hardnekkige vlekken met een speciale ovenreiniger.
Dagelijks ge‐
bruik
Reinig de uitsparing in de oven na elk gebruik. Vetophoping of ande‐
re voedingsresten kunnen brand veroorzaken. Het gevaar is groter
voor de grillpan.
Droog de uitsparing na elk gebruik met een zachte doek.
www.electrolux.com44
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een
zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel. De acces‐
soires niet in de afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve middelen,
scherpe voorwerpen of in een vaatwasser.
12.2 Verwijderen van de
geleiders
Zorg ervoor dat de oven is afgekoeld
voordat u onderhoud verricht. Er bestaat
verbrandingsgevaar.
Om het apparaat te reinigen, verwijder
de inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven
toe uit de voorste ophanging trekken.
2
3
1
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging
trekken.
Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
12.3 Stoomreiniging
Verwijder zo veel mogelijk vuil met de
hand.
Verwijder de accessoires en de
inschuifrails om de zijwanden te reinigen.
De stoomreinigingsfuncties helpen bij de
reiniging van de stoomruimte van de
oven.
Zorg dat de oven koud is voordat u de
reinigingsprocedure start.
Als de stoomreinigingsfunctie in werking
is, is het lampje uit.
1. Vul de waterlade tot het maximale
niveau (ongeveer 950 ml water) tot
het geluidssignaal klinkt of het
display het bericht toont.
2. Kies de stoomreinigingsfunctie in het
menu: Reinigen.
Stoomreiniging - de duur van de
functie is ongeveer 30 minuten.
a) Schakel de functie in.
b) Wanneer het programma is
voltooid, klinkt er een
geluidssignaal.
c) Druk op een tiptoets om het
signaal uit te schakelen.
Stoomreiniging Plus - de duur van
de functie is ongeveer 75 minuten.
a) Sproei een geschikt
reinigingsmiddel gelijkmatig over
de binnenkant oven op zowel de
emaillen als de stalen delen.
b) Schakel de functie in.
Het eerste deel van het
programma eindigt na circa 50
minuten.
c) Druk op .
Volg het bericht in
het display op om de
reiniging te
voltooien.
d) Wrijf met een niet-schurende
zachte spons langs de
binnenkant van de oven. U kunt
gebruik maken van warm water
of reinigingsmiddelen voor
ovens.
e) Druk op
.
Het laatste gedeelte van de
procedure start. Deze stap duurt
ongeveer 25 minuten.
3. Wrijf met een niet-schurende zachte
spons langs de binnenkant van de
oven. U kunt gebruik maken van
warm water.
Houd na reiniging de deur van de oven
ongeveer 1 uur open. Wacht tot de oven
droog is. Om het drogen te versnellen,
kunt u het oven opwarmen met warme
lucht op 150 °C gedurende ca. 15
NEDERLANDS 45
minuten. U behaalt maximaal resultaat
met de reinigingsfunctie als u de oven
direct schoonmaakt nadat de functie is
afgelopen.
12.4 Reinigingsherinnering
Als de herinnering wordt getoond, is
reiniging noodzakelijk. Gebruik de functie
Stoomreiniging Plus.
U kunt de functie inschakelen/
uitschakelen: Reinigingsherinnering in
het menu: Basis instellingen.
12.5 Stoomgeneratiesysteem -
Ontkalken
Als de stomer werkt, hoopt zich binnenin
kalkaanslag op (door het kalk in het
water). Dit kan een negatief effect
hebben op de stoomkwaliteit, op de
prestatie van de stomer en de
voedselkwaliteit. Reinig het stoomcircuit
om ophoping van kalkaanslag te
voorkomen.
Verwijder alle accessoires.
Selecteer de functie in het menu:
Reinigen. De gebruikersinterface zal u
door de procedure leiden.
De volledige procedure duurt ongeveer 2
uur.
Het lampje in deze functie is uit.
1. Controleer of de waterlade leeg is.
2. Druk op
.
3. Plaats de grill-/braadslede op het
onderste ovenniveau.
4. Druk op .
5. Doe 250 ml van antikalkmiddel in de
waterlade.
6. Vul het resterende gedeelte van de
waterlade tot het maximale niveau
met water tot het geluidssignaal klinkt
of het display het bericht toont.
7. Druk op .
Dit activeert het eerste gedeelte van de
procedure: Ontkalken.
Dit gedeelte duurt ongeveer
1 uur en 40 minuten.
8. Na beëindiging van het eerste
gedeelte moet de grill-/braadslede
geleegd worden en weer op het
eerste roosterstand worden
geplaatst.
9. Druk op .
10. Vul de waterlade tot het maximale
niveau met vers water tot het
geluidssignaal klinkt of het display
het bericht toont.
11. Druk op .
Dit activeert het tweede gedeelte van de
procedure: Ontkalken. Dit spoelt de
stoomgenerator.
Dit gedeelte duurt ongeveer
35 minuten.
Verwijder de grill-/braadslede na
beëindiging van de procedure.
Als de functie: Ontkalken
niet op de juiste manier
wordt uitgevoerd, toont het
display een bericht om het te
herhalen.
Droog de oven met een droge doek als
deze vochtig of nat is. Laat de oven
volledig uitdrogen met de deur geopend.
12.6 Ontkalkmelder
Er zijn twee ontkalkmelders die u eraan
herinneren de functie uit te voeren:
Ontkalken. Deze melders worden iedere
keer dat u uw apparaat uitzet
geactiveerd.
De zachtklinkende melder herinnert u en
beveelt aan de antikalkcyclus uit te
voeren.
De hardklinkende melder verplicht u de
ontkalking uit te voeren.
Als u het apparaat niet
ontkalkt bij het horen van de
hardklinkende melder, kunt u
de stoomfuncties niet
gebruiken.
U kunt de ontkalkmelder niet
uitschakelen.
12.7 Stoomgeneratiesysteem -
Spoelen
Verwijder alle accessoires.
www.electrolux.com46
Selecteer de functie in het menu:
Reinigen. De gebruikersinterface zal u
door de procedure leiden.
De totale duur van de functie is ongeveer
30 minuten.
Het lampje in deze functie is uit.
1. Plaats de bakplaat op het eerste
ovenniveau.
2. Druk op .
3. Vul de waterlade tot het maximale
niveau met vers water tot het
geluidssignaal klinkt of het display
het bericht toont.
4. Druk op
.
Verwijder de bakplaat na beëindiging van
de procedure.
12.8 Reservoir ledigen
Verwijder alle accessoires.
De reinigingsfunctie verwijdert het
restwater van de waterlade. Gebruik de
functie na bereiding met stoom.
Selecteer de functie in het menu:
Reinigen. De gebruikersinterface zal u
door de procedure leiden.
De totale duur van de functie is ongeveer
6 minuten.
Het lampje in deze functie is uit.
1. Plaats de bakplaat op het eerste
ovenniveau.
2. Druk op .
Verwijder de bakplaat na beëindiging van
de procedure.
12.9 Verwijderen en installeren
van de deur
U kunt de deur en de binnenste
glaspanelen verwijderen om ze schoon
te maken. Het aantal glasplaten verschilt
per model.
WAARSCHUWING!
De deur is zwaar.
1. Open de deur helemaal.
2. Duw de klemhendels (A) volledig op
de twee scharnieren.
A
A
3.
Sluit de ovendeur in de eerste
openingsstand (in een hoek van
ongeveer 70°).
4. Pak de deur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze
onder een opwaartse hoek weg van
de oven.
5. Plaats de ovendeur met de
buitenkant omlaag op een zachte en
egale ondergrond.
6. Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
1
2
B
7. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
8. Houd de glasplaten aan de
bovenkant vast en trek deze een
voor een omhoog uit de geleiding.
9. Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Voer de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit als de reiniging
voltooid is. Plaats de kleinste glasplaat
eerst, daarna de grotere glasplaten en
de deur.
NEDERLANDS 47
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
glasplaten op de juiste
manier worden geplaatst,
anders kan het oppervlak
van de deur oververhit
raken.
12.10 Het lampje vervangen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
ovenruimte.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
2. Verwijder de metalen ring en reinig
de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Monteer de metalen ring op de
glasafdekking.
5. Plaats het afdekglas terug.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Wat moet u doen als...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet in‐
schakelen of bedienen.
De oven is niet aangeslo‐
ten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven
goed is aangesloten op het
stopcontact (zie het aan‐
sluitdiagram indien be‐
schikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven staat uit. Oven inschakelen.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstan‐
den zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instel‐
lingen correct zijn.
De oven wordt niet warm. Automatische uitschake‐
ling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch
uitschakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti‐
veerd.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
www.electrolux.com48
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla‐
gen.
Ga na of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erken‐
de installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De vleesthermometer
werkt niet.
De stekker van de vlees‐
thermometer is niet goed
in de aansluiting gestoken.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
Op het display verschijnt
F111.
De stekker van de vlees‐
thermometer is niet goed
in de aansluiting gestoken.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
Het display toont een fout‐
code die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Zet de oven uit via de
huiszekering of de vei‐
ligheidsschakelaar in de
zekeringkast en schakel
deze weer in.
Neem contact op met
de klantenservice wan‐
neer de foutcode op‐
nieuw wordt weergege‐
ven.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het be‐
reiden niet langer dan 15 -
20 minuten in de oven
staan.
De ontkalkprocedure wordt
onderbroken voordat het is
afgelopen.
Er is een stroomstoring ge‐
weest.
Herhaal de procedure.
De ontkalkprocedure wordt
onderbroken voordat het is
afgelopen.
De functie is door de ge‐
bruiker gestopt.
Herhaal de procedure.
De grill-/bakplaat bevat na
de ontkalkprocedure geen
water.
U heeft de waterlade niet
tot het maximale niveau
gevuld.
Controleer of er ontkal‐
kingsmiddel / water in de
waterlade zit.
Herhaal de procedure.
Er ligt vies water op de bo‐
dem van de ruimte na de
ontkalkcyclus.
De grill-/bakplaat bevindt
zich op het verkeerde
ovenniveau.
Verwijder het restwater en
het ontkalkingsmiddel van
de bodem van de oven.
Plaats de grill-/braadslede
op het onderste ovenni‐
veau.
NEDERLANDS 49
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De reinigingsfunctie wordt
onderbroken voordat het is
afgelopen.
Er is een stroomstoring ge‐
weest.
Herhaal de procedure.
De reinigingsfunctie wordt
onderbroken voordat het is
afgelopen.
De functie is door de ge‐
bruiker gestopt.
Herhaal de procedure.
Er ligt te veel water op de
bodem van de ruimte na
de reinigingsfunctie.
U heeft te veel schoon‐
maakmiddel in het appa‐
raat gesprayed vóór het
starten van de reinigings‐
cyclus.
Bedek alle onderdelen van
de ovenruimte met een
dunne laag schoonmaak‐
middel. Spray het schoon‐
maakmiddel gelijkmatig.
Er is geen goed resultaat
na de reinigingsprocedure.
De initiële temperatuur in
de ovenruimte van de
stoomreinigingsfunctie was
te hoog.
Herhaal de cyclus. Laat de
cyclus lopen als het appa‐
raat is afgekoeld.
Er is geen goed resultaat
na de reinigingsprocedure.
U hebt de zijroosters niet
verwijderd voor het starten
van de reinigingsprocedu‐
re. Deze kunnen de warm‐
te overbrengen op de wan‐
den waardoor de presta‐
ties afnemen.
Verwijder de zijroosters uit
het apparaat en herhaal de
functie.
Er is geen goed resultaat
na de reinigingsprocedure.
U hebt de accessoires niet
verwijderd voor het starten
van de reinigingsprocedu‐
re. Deze kunnen de stoom‐
cyclus beïnvloeden waar‐
door de prestaties afne‐
men.
Verwijder de accessoires
uit het apparaat en herhaal
de functie.
13.2 Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
www.electrolux.com50
14. TECHNISCHE GEGEVENS
14.1 Technische gegevens
Spanning (Voltage) 220 - 240 V
Frequentie 50 Hz
15. ENERGIEZUINIGHEID
15.1 Productinformatieblad
Productinformatie volgens EU 65-66/2014
Naam leverancier Electrolux
Modelidentificatie
EVY9847AAX
EVY9847AOX
Energie-efficiëntie Index 80.8
Energie-efficiëntieklasse A+
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
boven + onderwarmte
0.89 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
hetelucht
0.59 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 43 l
Soort oven Inbouwoven
Massa
EVY9847AAX 35.8 kg
EVY9847AOX 35.5 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - Deel 1: Range-ovens,
ovens, stoomovens en grills - Methoden
voor prestatiemeting.
15.2 Energiebesparing
Deze oven bevat functies die
u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u de oven in werking stelt.
De deur niet openen tijdens de bereiding
met stoom. Houd het deurrubber schoon
en zorg ervoor dat het goed op zijn
plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer
energie te besparen.
Verwarm de oven indien mogelijk niet
voor het koken voor.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
NEDERLANDS 51
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt die
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30
minuten, verlaag dan de
oventemperatuur tot minimaal 3-10
minuten voor het einde van het koken.
De restwarmte in de oven zorgt ervoor
dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
Koken met de verlichting
uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken
uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
Warmelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen.
Als u deze functie gebruikt, gaat de
verlichting na 30 seconden automatisch
uit. U kunt de verlichting weer
inschakelen maar deze handeling
vermindert de verwachte
energiebesparingen.
16. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
www.electrolux.com52
NEDERLANDS 53
www.electrolux.com54
NEDERLANDS 55
www.electrolux.com/shop
867325159-F-252019
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Electrolux EVY9847AAX Handleiding

Type
Handleiding