Dell 966 All in One Inkjet Printer de handleiding

Type
de handleiding
Dellâ„¢ Photo All-In-One Printer 966
Gebruikershandleiding
U bestelt als volgt inkt of supplies van Dell:
1. Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad.
2. Bezoek de website van Dell of bestel Dell printersupplies per telefoon.
www.dell.com/supplies
Zorg dat u de servicecode van de Dell printer bij de hand hebt voor optimale service.
Meer informatie Faxen
Over de printer Informatie over de software
Informatie over de menu's van het
bedieningspaneel
Dell 966 Internal Wireless/Ethernet
Adapter installeren
Papier en originelen in de printer
plaatsen
Onderhoud
Afdrukken Problemen oplossen
Afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-sleutel
Specificaties
Kopiëren Bijlage
Scannen Kennisgeving over licenties
Opmerkingen, kennisgevingen en waarschuwingen
Informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
© 2007 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Reproductie op welke manier dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is uitdrukkelijk verboden.
Handelsmerken die worden gebruikt in deze tekst: Dell en het logo van DELL, Dell Picture Studio en Dell Ink Management System zijn
handelsmerken van Dell Inc.; Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen. Windows Server en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Windows Vista is een handelsmerk
of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk
van Bluetooth SIG, Inc. en wordt onder licentie gebruikt door Dell Inc. EMC is een gedeponeerd handelsmerk van EMC Corporation.
Andere handelsmerken en handelsnamen worden in dit document gebruikt om te verwijzen naar de entiteiten die aanspraak maken op de
merken en namen, of naar de producten. Dell Inc. doet geen aanspraak op eigendomsrechten van de handelsmerken en handelsnamen van
anderen.
BEPERKTE RECHTEN AMERIKAANSE OVERHEID
Op deze software en documentatie zijn BEPERKTE RECHTEN van toepassing. Op gebruik, vermenigvuldiging of verspreiding door de overheid
OPMERKING: met OPMERKING wordt belangrijke informatie aangegeven waarmee u beter gebruik kunt maken
van uw printer.
KENNISGEVING: met een KENNISGEVING wordt aangegeven hoe u vermijdt dat de hardware beschadigd wordt
of dat er gegevens verloren gaan.
LET OP: met LET OP wordt aangegeven dat handelingen schade aan eigendommen, persoonlijk letsel of
de dood tot gevolg kunnen hebben.
van de Verenigde Staten, zijn beperkingen van toepassing die worden beschreven in subartikel (c)(1)(ii) van het artikel The Rights in Technical
Data and Computer software onder DFARS 252.227-7013 en in de relevante FAR-bepalingen: Dell Inc., One Dell Way, Round Rock, Texas,
78682, USA.
Model 966
Juli 2007 SRV FT715 Rev. A01
Meer informatie
Gewenste informatie Locatie
Stuurprogramma's voor
mijn printer
Mijn
Gebruikershandleiding
De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's
Als u tegelijkertijd een Dell computer en printer hebt aangeschaft, zijn de documentatie en
printerstuurprogramma's al geïnstalleerd op de computer. U kunt met de cd de
stuurprogramma's verwijderen en opnieuw installeren of de documentatie weergeven. De
cd bevat wellicht Leesmij-bestanden met de laatste informatie over technische wijzigingen
voor de printer of geavanceerd technisch referentiemateriaal voor ervaren gebruikers of
technici.
Printer instellen Handleiding Printer instellen
Veiligheidsvoorschriften
De printer instellen en
gebruiken
Garantie-informatie
Handleiding voor eigenaren
Express Service Code en
servicecode.
Express Service Code en servicecode.
Dit label bevindt zich op de printer (zie hieronder).
Nieuwste
stuurprogramma's voor
mijn printer
Antwoorden op vragen
voor technische service
en ondersteuning
Documentatie voor
mijn printer
Ondersteuningswebsite van Dell: support.dell.com
De ondersteuningswebsite van Dell bevat verschillende online hulpmiddelen zoals:
Oplossingen: hints en tips voor het oplossen van problemen, artikelen van technici en
online cursussen
Upgrades: informatie over het bijwerken van onderdelen, bijvoorbeeld het geheugen
Klantenservice: contactgegevens en informatie over orderstatus, garantie en reparatie
Downloads: stuurprogramma's
Referentie: documentatie bij de printer en productspecificaties
Windows
®
XP
gebruiken
Documentatie voor
mijn printer
Help en ondersteuning van Windows XP
1. Klik op Start® Help en ondersteuning.
2. Typ een of meer woorden waarmee uw probleem het beste wordt beschreven en klik op
het pijlpictogram.
3. Klik op het onderwerp dat uw probleem het beste beschrijft.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Windows Vistaâ„¢
gebruiken
Documentatie voor
mijn printer
Help en ondersteuning van Windows Vista
1. Klik op
® Help en ondersteuning.
2. Typ een of meer woorden waarmee uw probleem het beste wordt beschreven en klik op
het pijlpictogram.
3. Klik op het onderwerp dat uw probleem het beste beschrijft.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Faxen
Externe apparaten aansluiten op de printer
Faxen verzenden
Faxen ontvangen
Faxconfiguratie wijzigen
Snelkeuze gebruiken
Faxen blokkeren
Faxactiviteitenrapport maken
U kunt faxen verzenden en ontvangen met de printer zonder de printer aan te sluiten op een computer.
Tevens bevat de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's het programma Dell Fax Solutions Software, dat u hebt
geïnstalleerd toen u het printerstuurprogramma installeerde. U kunt deze faxsoftware gebruiken om faxen te verzenden
en ontvangen.
Externe apparaten aansluiten op de printer
Rechtstreeks aansluiten op een wandaansluiting voor telefoons
Apparatuur Voordelen Meer informatie
Printer
Telefoonsnoer
(meegeleverd)
Kopieën maken en faxen verzenden en
ontvangen zonder de computer.
Rechtstreeks aansluiten op een
wandaansluiting voor telefoons
Printer
Telefoon (apart
verkrijgbaar)
Twee telefoonsnoeren
(één meegeleverd)
De faxlijn gebruiken als een normale
telefoonlijn.
De printer vlak bij de telefoon installeren.
Kopieën maken en faxen verzenden en
ontvangen zonder de computer.
Aansluiten op een telefoon
Printer
Telefoon (apart
verkrijgbaar)
Antwoordapparaat
(apart verkrijgbaar)
Drie telefoonsnoeren
(één meegeleverd)
Binnenkomende gesproken berichten en faxen
ontvangen.
Aansluiten op een antwoordapparaat
Printer
Telefoon (apart
verkrijgbaar)
Computermodem (apart
verkrijgbaar)
Drie telefoonsnoeren
(één meegeleverd)
USB-kabel (apart
verkrijgbaar)
Meer aansluitingen voor telefoonverbindingen. Aansluiten op een computermodem
1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op de FAX-poort ( : bovenste aansluiting).
2. Sluit het andere uiteinde aan op een werkende wandaansluiting voor telefoons.
Aansluiten op een telefoon
1. Sluit een telefoonsnoer aan op de FAX-poort ( : bovenste aansluiting) van de printer en een werkende
wandaansluiting voor telefoons.
2. Verwijder de blauwe afdekplug uit de PHONE-poort (
: onderste aansluiting).
3. Sluit een telefoonsnoer aan op de telefoon en de PHONE-poort (
: onderste aansluiting).
OPMERKING: Als voor telefonie een seriële lijn wordt gebruikt in uw land (bijvoorbeeld in Duitsland, Zweden,
Denemarken, Oostenrijk, België, Italië, Frankrijk en Zwitserland), moet u de blauwe afdekplug uit de PHONE-
poort (
: onderste aansluiting) vervangen door de bijgeleverde, gele terminator voor de fax. In deze landen
is het niet mogelijk om deze poort te gebruiken voor extra apparaten.
Wat moet ik doen als ik een DSL-breedbandverbinding (Digital
Subscriber Line) gebruik?
Met een DSL-breedbandverbinding, zoals ADSL, worden digitale gegevens naar een computer verzonden via een
telefoonlijn. De printer is ontworpen voor gebruikt met analoge gegevens. Als u faxt via een telefoonlijn die is aangesloten
op een DSL-modem, moet u een DSL-filter installeren om te voorkomen dat er storing wordt veroorzaakt met het signaal
van de analoge faxmodem.
OPMERKING: ISDN-modems (Integrated Service Digital Network) en kabelmodems zijn geen faxmodems en
worden niet ondersteund voor faxen.
1. Sluit het DSL-filter aan op een werkende telefoonlijn.
2. Sluit de printer rechtstreeks aan op de aansluiting op het DSL-filter.
OPMERKING: Installeer geen splitters tussen het DSL-filter en de printer. Neem contact op met uw DSL-
serviceprovider voor meer informatie.
Aansluiten op een antwoordapparaat
1. Sluit een telefoonsnoer aan op de FAX-poort ( : bovenste aansluiting) van de printer en een werkende
wandaansluiting voor telefoons.
2. Verwijder de blauwe afdekplug uit de PHONE-poort (
: onderste aansluiting).
3. Sluit een telefoonsnoer aan op het antwoordapparaat en een telefoon.
4. Sluit een telefoonsnoer aan op het antwoordapparaat en de PHONE-poort (
: onderste aansluiting).
OPMERKING: Als voor telefonie een seriële lijn wordt gebruikt in uw land (bijvoorbeeld Duitsland, Zweden,
Denemarken, Oostenrijk, België, Italië, Frankrijk en Zwitserland), moet u de blauwe afdekplug uit de PHONE-
poort (
: onderste aansluiting) vervangen door de bijgeleverde gele terminator voor uw fax. In deze landen
is het niet mogelijk om deze poort te gebruiken voor extra apparaten.
Aansluiten op een computermodem
1. Sluit een telefoonsnoer aan op de FAX-poort ( : bovenste aansluiting) van de printer en een werkende
wandaansluiting voor telefoons.
2. Verwijder de blauwe afdekplug uit de PHONE-poort ( : onderste aansluiting).
3. Sluit een telefoonsnoer aan op de computermodem en de PHONE-poort ( : onderste aansluiting).
4. Sluit een telefoonsnoer aan op de computermodem en een telefoon.
OPMERKING: Als voor telefonie een seriële lijn wordt gebruikt in uw land (bijvoorbeeld Duitsland, Zweden,
Denemarken, Oostenrijk, België, Italië, Frankrijk en Zwitserland), moet u de blauwe afdekplug uit de PHONE-
poort (
: onderste aansluiting) vervangen door de bijgeleverde gele terminator voor uw fax. In deze landen
is het niet mogelijk om deze poort te gebruiken voor extra apparaten.
Faxen verzenden
Faxnummers opgeven
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen.
2. Voer een faxnummer in.
Handeling Methode
Verzenden naar een
faxnummer
Voer een nummer in met het toetsenblok. U kunt maximaal 64 cijfers gebruiken in een
faxnummer.
Een fax verzenden naar
een item in het
telefoonboek
Voer het nummer in dat overeenkomt met het snelkeuzenummer van de
contactpersoon.
Met het menu Telefoonboek.
a. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop
Selecteren .
b. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Telefoonboek en druk op de
knop Selecteren .
c. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Naam zoeken,
Telefoonnummer zoeken of Groep zoeken en druk op de knop Selecteren
.
d. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar de naam of het nummer
waarnaar u de fax wilt verzenden.
Fax naar een
toestelnummer
verzenden
Druk op het sterretje (*) en het hekje(#). Geef vervolgens het toestelnummer op met
het toetsenblok.
Fax naar een buitenlijn
verzenden
Stel als volgt een kiesvoorvoegsel in:
a. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen en druk
op de knop Selecteren .
b. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstellingen en druk op de
knop Selecteren .
c. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Bellen en verzenden en druk op
de knop Selecteren .
d. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Kiesvoorvoegsel. Blader met de
pijl naar links of rechts naar Maken.
e. Druk op de knop Selecteren
.
OPMERKING: Als u het kiesvoorvoegsel wilt wijzigen, bladert u naar Aanpassen.
f. Gebruik het toetsenblok voor het invoeren van het kiesvoorvoegsel. U kunt
maximaal 8 cijfers invoeren voor het kiesvoorvoegsel.
g. Druk op de knop Selecteren
.
Faxen verzenden met het bedieningspaneel
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en is aangesloten op een actieve telefoonlijn.
2. Plaats het papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Plaats het originele document in de printer.
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen.
5. Geef een faxnummer of snelkeuzenummer op met het toetsenblok. Zie voor meer informatie Faxnummers opgeven.
6. Druk op de knop Starten
.
Faxen verzenden met het Dell Takencentrum
1. Zet de printer en de computer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten. Controleer of de computermodem
is aangesloten op een actieve, analoge telefoonlijn. Als u een DSL-breedbanddienst, zoals ADSL, gebruikt op
dezelfde telefoonlijn die u gebruikt voor de fax, moet op de lijn een DSL-filter zijn geïnstalleerd. Neem contact op
met uw internetaanbieder voor meer informatie.
2. Plaats het originele document op de glasplaat.
3. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
Een faxnummer kiezen
tijdens het telefoneren
(Hoorn op haak)
Kies een extra 0 voor een tweecijferig toestelnummer of 0 0 voor een toestelnummer
van één cijfer. U voert bijvoorbeeld 120 in als u toestelnummer 12 wilt kiezen. Als het
toestelnummer 2 is, voert u 200 in.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
4. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
5. In het Dell Takencentrum kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
In het gedeelte Scannen of Faxen kunt u een fax van een of meer pagina's verzenden. Pas eerst de faxtaak
aan door de vragen op het scherm te beantwoorden.
Als u een fax van een pagina wilt verzenden, klikt u op Nu faxen.
Als u een fax van meerdere pagina's wilt verzenden, klikt u op Geavanceerd, schakelt u het selectievakje
Meerdere items scannen vóór uitvoeren in en klikt u op OK.
Klik in het gedeelte Speciale functies op Afbeelding faxen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Elektronische documenten faxen
1. Open het gewenste bestand en klik op Bestand ® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend.
2. Selecteer de Dell fax in de printerlijst.
3. Klik op OK en volg de aanwijzingen op het scherm.
Groepsfax verzenden
Met een groepsfax kunt u een fax naar meerdere ontvangers tegelijk verzenden. U kunt maximaal 30 verschillende
nummers invoeren.
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en is aangesloten op een actieve telefoonlijn.
2. Plaats het originele document in de printer.
3. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
4. Geef het faxnummer op met het toetsenblok. Zie voor meer informatie Faxnummers opgeven
.
5. Druk op de pijl omlaag
om naar het volgende faxnummerveld te gaan.
6. Geef het volgende faxnummer op met het toetsenblok.
7. Herhaal deze procedure tot alle telefoonnummers zijn ingevoerd waarnaar u de fax wilt verzenden.
OPMERKING: In een van de vragen moet u aangeven of de fax uit meerdere pagina's bestaat. Als de
fax uit meerdere pagina's bestaat, schakelt u Ja, vragen bij elke pagina in.
OPMERKING: U kunt ook de opties Telefoonboek en Gesch. opnw kzn gebruiken om telefoonnummers te
selecteren. Elk nummer dat u selecteert of invoert, wordt toegevoegd aan de faxlijst tot u op de knop Starten
drukt.
8. Druk op de knop Starten .
Nadat u de verzending hebt gestart, wordt het eerste nummer gebeld, verbinding gemaakt, de fax verzonden, de
verbinding verbroken en wordt het volgende nummer in de lijst gebeld. Deze procedure gaat door totdat de lijst is
afgewerkt. Als de printer geen verbinding kan maken met een faxnummer, gaat de printer verder met het volgende
nummer in de lijst. Het nummer waarmee geen verbinding werd gekregen, wordt naar het einde van de lijst verplaatst. De
printer probeert opnieuw verbinding te maken met dit nummer nadat de andere nummers zijn afgewerkt.
Handmatig een faxnummer kiezen tijdens het telefoneren (Kiezen
met hoorn op haak)
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en is aangesloten op een actieve telefoonlijn.
2. Plaats het originele document in de printer.
3. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Kzn hrn op haak.
5. Druk op de knop Selecteren zodat de hoorn wordt opgenomen via de printer.
6. Geef het nummer op waarnaar u een fax wilt verzenden. Zie voor meer informatie Faxnummers opgeven
.
7. Druk op de knop Starten
wanneer u een fax wilt verzenden.
Uitgestelde fax verzenden
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en is aangesloten op een actieve telefoonlijn.
2. Plaats het originele document in de printer.
OPMERKING: faxnummers waarmee de printer geen verbinding kon maken, worden opnieuw gekozen op basis van
de instellingen voor opnieuw kiezen in het menu Bellen en verzenden.
3. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en geef een faxnummer op. Zie voor
meer informatie Faxnummers opgeven.
4. Druk op de knop Selecteren
.
5. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Verz. fax uitstellen en druk op de knop Selecteren .
6. Gebruik het toetsenblok om het uur op te geven en druk vervolgens op de pijl naar rechts
.
7. Gebruik het toetsenblok om de minuten op te geven en druk vervolgens op de pijl naar rechts .
8. Gebruik het toetsenblok om AM (1), PM (2) of 24uur (3) te selecteren.
9. Druk op de knop Selecteren
.
10. Druk op de knop Starten
.
Op het ingestelde tijdstip wordt het faxnummer gekozen en wordt de fax verzonden naar het ingestelde
faxnummer. Als het verzenden van de fax niet goed is verlopen, wordt het faxnummer opnieuw gekozen op basis
van de instellingen voor opnieuw kiezen.
Voorblad voor fax maken
Bedieningspaneel gebruiken
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinst. bewerken en druk op de knop Selecteren.
3. Blader van het menu-item Voorblad met de pijl naar links of rechts naar Ja en druk op de knop Menu .
4. U kunt met het toetsenblok informatie toevoegen aan het venster Voorblad of informatie wijzigen.
Computer gebruiken
1. Open Dell Faxoplossingen en kies Instellingen selecteren.
2. Klik op de tab Faxen verzenden.
3. Klik op Gebruikersgegevens in het gedeelte Voorblad.
4. Geef de informatie voor de verzender op.
OPMERKING: mogelijk hebt u deze informatie al opgegeven toe u Dell Faxoplossingen voor het eerst hebt
geopend.
5. Klik op OK.
6. Klik op Voorblad configureren in het gedeelte Voorblad.
7. Klik op Volgende of Voorbeeld om een sjabloon voor het voorblad te selecteren.
8. Voeg zo nodig een bedrijfslogo toe.
a. Klik op Wijzigen.
b. Klik op Bladeren.
OPMERKING: U kunt ook het hulpprogramma Printerconfiguratie gebruiken voor het invoeren of wijzigen
van informatie in het venster Voorblad. Zie voor meer informatie Computer gebruiken
.
c. Blader naar een afbeelding met uw bedrijfslogo en klik op Openen.
d. Pas zo nodig het logo aan.
e. Klik op OK.
9. Klik op OK.
Kleurenfax verzenden
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en is aangesloten op een actieve telefoonlijn.
2. Plaats het papier in de lade. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Plaats het originele document in de printer. Het faxen van kleurendocumenten gebruikt een groot deel van het
geheugen van de printer. U kunt het beste faxen van maximaal twee pagina's verzenden.
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen.
5. Druk op de knop Selecteren .
6. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinst. bewerken en druk op de knop Selecteren .
7. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Kleur. Blader vervolgens met de pijl naar links of rechts
naar Kleur.
8. Druk twee keer op de knop Vorige
om terug te gaan naar het hoofdmenu.
9. Voer een faxnummer in met het toetsenblok. Zie voor meer informatie Faxnummers opgeven
.
10. Druk op de knop Starten
.
Fax automatisch converteren gebruiken
Als u een document met een hoge resolutie faxt naar een faxapparaat dat afdrukt met een lagere resolutie, kan de printer
automatisch de fax aanpassen die u verzendt.
Fax autom. converteren is standaard ingeschakeld. U schakelt als volgt Fax automatisch converteren in:
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstellingen en druk op de knop Selecteren .
OPMERKING: het faxapparaat van de ontvanger moet ook kleurenfaxen ondersteunen.
OPMERKING: als u Fax autom. converteren uitschakelt en probeert een fax te verzenden die niet compatibel is
met het ontvangende faxapparaat, wordt de fax niet verzonden en wordt de fout Faxmodus niet ondersteund
weergegeven.
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Bellen en verzenden en druk op de knop Selecteren .
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Autom. faxconversie. Blader met de pijl naar links of rechts
naar Uit.
5. Druk op de knop Vorige .
Faxen ontvangen
Faxen automatisch ontvangen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en is aangesloten op een actieve telefoonlijn.
2. Zorg dat Automatisch beantwoorden is ingeschakeld of wordt ingeschakeld op het geplande tijdstip.
a. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen en druk op de knop Selecteren
.
b. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Automatisch beantwoorden.
c. Blader met de pijl naar links of rechts naar Aan of Gepland en druk op de knop Selecteren .
d. Als u Gepland hebt geselecteerd, wordt het scherm Schema autom. beantw. weergegeven. Geef met het
toetsenblok op wanneer Automatisch beantwoorden moet worden ingeschakeld en uitgeschakeld.
e. Druk op de knop Vorige
.
3. Geef het aantal belsignalen op dat moet worden bereikt voordat de binnenkomende fax wordt beantwoord door de
printer.
a. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen en druk op de knop Selecteren
.
b. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstellingen en druk op de knop Selecteren .
c. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Bellen en antwoorden en druk op de knop Selecteren
.
d. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Opnemen na.
e. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar het aantal belsignalen dat moet worden bereikt voordat de
printer de fax ontvangt.
f. Druk op de knop Vorige
.
De fax wordt automatisch ontvangen als het ingestelde aantal belsignalen is bereikt.
Faxen handmatig ontvangen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en is aangesloten op een actieve telefoonlijn.
2. Zorg dat Automatisch beantwoorden is ingeschakeld of wordt ingeschakeld op het geplande tijdstip.
a. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen en druk op de knop Selecteren
.
b. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Automatisch beantwoorden.
c. Blader met de pijl naar links of rechts naar Aan of Gepland en druk op de knop Selecteren .
d. Als u Gepland hebt geselecteerd, wordt het scherm Schema autom. beantw. weergegeven. Geef met het
toetsenblok op wanneer Automatisch beantwoorden moet worden ingeschakeld en uitgeschakeld.
e. Druk op de knop Selecteren
.
3. Neem de hoorn van de haak wanneer de telefoon overgaat en luister of u het faxsignaal hoort.
4. Als u dit signaal hoort, drukt u op DELL# (3355#) op het bedieningspaneel van de printer.
Code overnemen wijzigen
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstelling en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Bellen en antwoorden en druk op de knop Selecteren .
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Toetscode handm. overnemen en druk op de knop Selecteren
.
5. Gebruik het toetsenblok om een nieuwe toetscode op te geven die bestaat uit minimaal 1 en maximaal 7 cijfers.
OPMERKING: geldige tekens voor de code overnemen zijn: 0 –9, hekje (#) en sterretje (*). Alle andere
tekens kunt u niet gebruiken.
6. Druk op de knop Selecteren
.
Fax ontvangen met Dell Faxoplossingen
1. Klik op Start ® Programma's of Alle programma's ® Dell Faxsoftware voor de computer® Dell
Faxsoftware voor de computer.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell Faxsoftware voor de computer.
c. Klik op Dell Faxsoftware voor de computer.
2. Selecteer bij Faxen ontvangen hoe u de fax wilt ontvangen. Selecteer Automatisch als u faxen wilt ontvangen
met de software of Handmatig als u wilt opgeven wanneer u binnenkomende faxen wilt beantwoorden. Als u de
fax handmatig wilt ontvangen, klikt u op Nu antwoorden wanneer iemand een fax probeert te verzenden.
3. Schakel het selectievakje Binnenkomende faxen afdrukken in als u alle binnenkomende faxen wilt afdrukken bij
ontvangst.
Lange faxen afdrukken
OPMERKING: DELL# is de standaardantwoordcode. U kunt deze code echter wijzigen. Zie voor meer
informatie Code overnemen wijzigen
.
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstellingen en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Fax afdrukken en druk op de knop Selecteren .
4. Selecteer met de pijl naar links of rechts
een optie bij het menu-item Indien te groot.
5. Druk op de knop Vorige .
Als u een optionele papierlade hebt aangeschaft en geïnstalleerd, kunt u verschillende papierformaten in de laden
plaatsen. Plaats bijvoorbeeld A4-papier in lade 1 en Legal-papier in lade 2. De printer gebruikt automatisch het papier dat
geschikt is voor het formaat van de binnenkomende fax. Zie voor meer informatie Informatie over lade koppelen
.
Fax op beide zijden van de pagina afdrukken
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstellingen en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Fax afdrukken en druk op de knop Selecteren .
4. Ga naar het menu-item Dubbelzijdig afdrukken en blader met de pijl naar links of rechts naar Dubbelzijdig
afdrukken.
5. Druk op de knop Vorige
.
Faxconfiguratie wijzigen
Bedieningspaneel gebruiken
Als u de printer als zelfstandige fax gebruikt, kunt u de faxinstellingen wijzigen in de menu's Faxinst. bewerken en
Faxinstelling. Wijzigingen die zijn aangebracht in het menu Faxinst. bewerken zijn tijdelijk en worden gewist wanneer
de fax is verzonden of geannuleerd. Wijzigingen die worden aangebracht in het menu Faxinstelling zijn blijvend en
worden toegepast op alle faxtaken. Zie voor meer informatie Menu Faxinst. bewerken
en Menu Faxinstellingen.
Computer gebruiken
U kunt het Printerconfiguratieprogramma gebruiken als u de faxinstellingen van de printer wilt instellen vanaf de
computer.
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Selecteer Printerconfiguratie.
Tabblad Handelingen
Snelkeuze gebruiken
U kunt een snelkiesnummer toewijzen aan maximaal 89 contactpersonen en 10 groepen met elk 30 telefoonnummers.
Hiermee vergemakkelijkt u het verzenden van faxen.
Snelkeuzelijst of groepskeuzelijst maken
Een item toevoegen aan de snelkeuzelijst
Bellen en verzenden
Een kiesmethode opgeven.
Een voorvoegsel opgeven.
Het belvolume instellen.
Uw faxnummer en naam opgeven.
Instellen hoe vaak een nummer opnieuw moet worden gekozen als de fax niet kan worden
verzonden tijdens de eerste poging, en de wachttijd tussen die pogingen instellen.
Instellen of het hele document wordt gescand voor of na het kiezen van het faxnummer.
Een maximumverzendsnelheid en optimale afdrukkwaliteit selecteren voor uitgaande faxen.
De fax automatisch converteren zodat deze compatibel is met het ontvangende faxapparaat,
ongeacht de verzendinstellingen.
Bellen en
antwoorden
Opgeven hoe vaak de telefoon moet overgaan voordat het apparaat de binnenkomende fax
ontvangt.
Een speciaal belsignaal selecteren als u voor de telefoonlijn een abonnement op speciale
belsignalen hebt.
Het beltoonvolume instellen.
Instellen of foutcorrectie moet worden gebruikt.
Een patroon voor nummerweergave selecteren (1 als telefoons in uw land een detectiepatroon
hebben met FSK of 2 als telefoons in uw land een detectiepatroon hebben met DTMF). Het
detectiepatroon wordt bepaald aan de hand van het land of de regio die u hebt geselecteerd
tijdens de eerste installatie. Als telefoons in uw land twee detectiepatronen gebruiken, neemt
u contact op met de telecomaanbieder voor informatie over het detectiepatroon dat moet
worden gebruikt.
Een handmatige antwoordcode opgeven. De standaardcode is DELL# (3355#).
Selecteren of u binnenkomende faxen automatisch of op een opgegeven tijdstip wilt
beantwoorden.
De tijd opgeven waarop binnenkomende faxen automatisch worden beantwoord.
Selecteren of u een fax wilt doorsturen of wilt afdrukken en vervolgens wilt doorsturen.
Een faxnummer opgeven waarnaar faxen worden doorgestuurd.
Geblokkeerde faxen beheren.
Faxen
afdrukken/rapporten
Automatisch faxen verkleinen die te groot zijn zodat deze op één pagina worden afgedrukt of
de grote fax niet verkleinen en afdrukken op twee pagina's.
Instellen of een voettekst (datum, tijd en paginanummer) moet worden afgedrukt op elke
pagina.
Selecteren uit welke lade papier wordt ingevoerd als een optionele tweede papierlade is
geïnstalleerd. Selecteer de optie Automatisch als u wilt dat de printer papier selecteert dat
overeenkomt met het formaat van de binnenkomende fax.
Selecteren of er op beide zijden van het papier moet worden afgedrukt als er een optionele
duplexeenheid is geïnstalleerd.
Opgeven wanneer een activiteitenrapport voor faxen moet worden afgedrukt.
Opgeven wanneer een faxbevestiging moet worden afgedrukt.
Snelkeuze De snelkeuzelijst of groepskeuzelijst maken, wijzigen of uitbreiden.
Voorblad
Opgeven of u een voorblad wilt verzenden voor uitgaande faxen.
De informatie op het voorblad bewerken of bijwerken.
Een prioriteit instellen voor uitgaande faxen.
Een kort bericht toevoegen.
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Telefoonboek en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Item toevoegen en druk op de knop Selecteren .
4. Voer een naam en faxnummer in met het toetsenblok.
OPMERKING: Het laagst beschikbare snelkeuzenummer wordt automatisch toegewezen aan deze
contactpersoon. U kunt het snelkeuzenummer niet wijzigen.
5. Druk op de knop Vorige
.
Een item toevoegen aan de groepskeuzelijst
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Telefoonboek en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Groep toevoegen en druk op de knop Selecteren .
4. Wijs met het toetsenblok een naam en faxnummers toe aan de groep. Druk op de pijl omlaag
om nog een
nummer toe te voegen. U kunt ook de opties Naam zoeken, Telefoonnummer zoeken of Gesch. opnw kzn
gebruiken om telefoonnummers te selecteren. Elk nummer dat u selecteert of invoert, wordt toegevoegd aan de
groepskeuzelijst.
OPMERKING: Het laagst beschikbare groepskeuzenummer wordt automatisch toegewezen aan deze
contactpersoon. U kunt het snelkeuzenummer niet wijzigen.
5. Druk op de knop Vorige
.
Snelkeuzelijst of groepskeuzelijst gebruiken
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Gebruik het toetsenblok om het tweecijferige snelkeuzenummer in te voeren.
3. Druk op de knop Starten .
Faxen blokkeren
Faxblokkeringslijst maken
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstelling en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Fax blokkeren en druk op de knop Selecteren .
OPMERKING: Als u bij het invoeren van nummers slechts twee cijfers invoert, wordt een item geïnterpreteerd als
snelkeuze-item wanneer de twee cijfers overeenkomen met een nummer in de snelkeuzelijst. Als u een nummer
invoert dat niet overeenkomt met een item in het telefoonboek, wordt het nummer geïnterpreteerd als een
toestelnummer.
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Item toev. geblok. fax en druk op de knop Selecteren .
5. Geef met het toetsenblok een naam op.
6. Geef met het toetsenblok een faxnummer op en druk op de knop Selecteren
.
Fax blokkeren inschakelen
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstelling en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Fax blokkeren en druk op de knop Selecteren .
4. Ga naar het menu-item Blokkeringslijst en blader met de pijl naar links of rechts
naar Aan.
5. Druk op de knop Selecteren .
Als met de printer wordt vastgesteld dat de fax is verzonden vanaf een van de nummers in de blokkeringslijst,
wordt de verzending beëindigd.
Faxen zonder nummerweergave blokkeren
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstelling en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Fax blokkeren en druk op de knop Selecteren .
4. Blader met de pijl naar links of rechts
naar Aan bij Zonder id blok.
5. Druk op de knop Selecteren .
Als met de printer wordt vastgesteld dat de fax afkomstig is van een machine zonder nummerweergave, wordt de
verzending beëindigd.
Faxactiviteitenrapport maken
Bedieningspaneel gebruiken
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstellingen en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Geschiedenis en rapporten en druk op de knop Selecteren .
4. Met het menu Geschiedenis en rapporten kunt u de faxactiviteiten weergeven of afdrukken.
OPMERKING: Het laagst beschikbare geblokkeerde faxnummer wordt automatisch toegewezen aan deze
contactpersoon. U kunt het geblokkeerde faxnummer niet wijzigen.
Computer gebruiken
Rapport maken voor verzonden of uitgaande faxen
1. Klik op Start ® Programma's of Alle programma's ® Dell Faxsoftware voor de computer® Dell
Faxsoftware voor de computer.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell Faxsoftware voor de computer.
c. Klik op Dell Faxsoftware voor de computer.
2. Klik bij Faxen verzenden op Rapport maken.
3. Selecteer een datumbereik voor het rapport.
4. Klik op de afdrukknop in de linkerbovenhoek van het dialoogvenster om het faxrapport af te drukken.
Rapport maken voor ontvangen en binnenkomende faxen
1. Klik op Start ® Programma's of Alle programma's ® Dell Faxsoftware voor de computer® Dell
Faxsoftware voor de computer.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell Faxsoftware voor de computer.
c. Klik op Dell Faxsoftware voor de computer.
2. Klik bij Faxen ontvangen op Rapport maken.
3. Selecteer een datumbereik voor het rapport.
4. Klik op de afdrukknop in de linkerbovenhoek van het dialoogvenster om het faxrapport af te drukken.
Over de printer
Informatie over de printeronderdelen
Informatie over het bedieningspaneel
U kunt de printer voor verschillende taken gebruiken. Enkele belangrijke opmerkingen:
Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u via het bedieningspaneel van de printer of via de
printersoftware hoogwaardige documenten maken.
U moet de printer op een computer aansluiten als u wilt afdrukken, scannen of de functie Foto's opslaan op de
computer of de modus Bestanden afdrukken wilt gebruiken.
U hoeft de printer niet aan te sluiten op een computer om te kopiëren, faxen te verzenden of vanaf
geheugenkaarten of digitale PictBridge-camera's af te drukken.
Informatie over de printeronderdelen
OPMERKING: de printer moet (ongeacht of deze is aangesloten op een computer) worden aangesloten op een
telefoonlijn voordat u een fax kunt verzenden.
OPMERKING: als u een DSL- of ADSL-modem voor de computer gebruikt, moet u een DSL-filter installeren op de
telefoonlijn die met de computer is verbonden.
Nummer: Onderdeel: Beschrijving:
1 Automatische
documentinvoer
(ADI)
Onderdeel dat originele documenten invoert in de printer.
2 Printereenheid Eenheid die u kunt optillen om toegang te krijgen tot de inktcartridges.
3 Bedieningspaneel Paneel op de printer dat u gebruikt voor kopiëren, scannen, faxen en afdrukken. Zie voor
meer informatie Informatie over het bedieningspaneel
.
4 Papierlade Lade met lege vellen papier.
5 Optionele
papierlade
Los verkrijgbare lade voor uitbreiding van de hoeveelheid papier die in de printer
geplaatst kan worden.
6 Papieruitvoerlade Lade waarin het papier wordt opgevangen dat uit de printer komt.
OPMERKING: trek de stopper van de papieruitvoerlade recht naar buiten om deze te
verlengen.
7 PictBridge-
aansluiting
De aansluiting die u gebruikt om de digitale PictBridge-camera of een USB-sleutel op de
printer aan te sluiten.
8 Sleuven voor
geheugenkaart
Sleuven waarin u een geheugenkaart met digitale afbeeldingen plaatst.
OPMERKING: Op het LCD-scherm worden alleen de JPG-bestanden op de
geheugenkaart weergegeven. Als u andere afbeeldingstypen wilt weergeven die op de
geheugenkaart zijn opgeslagen, opent u Geheugenkaartbeheer. Zie voor meer informatie
Geheugenkaartbeheer gebruiken
.
9 Bovenklep met
een
geïntegreerde
ADI-uitvoerlade
Bovenklep van de printer waardoor het document of de foto op de plaats wordt gehouden
terwijl u scant. U kunt het originele document hier ook verwijderen nadat het door de
ADI is verwerkt.
10 Invoerlade van
ADI
Lade waarin originele documenten worden geplaatst. Gebruik deze lade om documenten
met meerdere pagina's te scannen, kopiëren of faxen.
11 Express
Service Code
De printeridentificatie die u nodig hebt wanneer u de volgende website gebruikt:
support.dell.com
of contact opneemt met de technische ondersteuning.
Geef de Express Service Code op om met de juiste afdeling te worden doorverbonden als u
contact opneemt met de technische ondersteuning.
OPMERKING: de Express Service Code is niet in alle landen beschikbaar.
12 Besteletiket
voor supplies
Als u inktcartridges of papier wilt bestellen, gaat u naar www.dell.com/supplies
.
13 Faxaansluiting ( :
bovenste
aansluiting)
Poort waarop u een actieve telefoonlijn aansluit om faxen te verzenden en te ontvangen.
OPMERKING: sluit geen extra apparaten aan op de faxaansluiting (
- bovenste aansluiting)
en sluit geen DSL (Digital Subscriber Line) of ISDN (Integrated Services Digital Network) aan
op de printer als u geen digitale-lijnfilter gebruikt.
14 Telefoonaansluiting Poort op de printer waarop u extra apparaten kunt aansluiten, zoals een data-/faxmodem,
Informatie over het bedieningspaneel
( : onderste
aansluiting)
telefoon of antwoordapparaat. Verwijder de blauwe plug voordat u de poort gebruikt.
OPMERKING: Als voor telefonie een seriële lijn wordt gebruikt in uw land (bijvoorbeeld
Duitsland, Zweden, Denemarken, Oostenrijk, België, Italië, Frankrijk en Zwitserland), moet u
voor een juiste werking van de fax de blauwe afdekplug uit de PHONE-poort (
: onderste
aansluiting) vervangen door de bijgeleverde gele terminator. In deze landen is het niet
mogelijk om deze poort te gebruiken voor extra apparaten.
15 USB-aansluiting Poort waarop u de USB-kabel (los verkrijgbaar) aansluit. Het andere uiteinde van de USB-kabel
sluit u aan op de computer.
16 Achterste
toegangsklep
(onder de
optionele
duplexeenheid)
Onderdeel dat u moet openen om vastgelopen papier te verwijderen.
17 Optionele
duplexeenheid
Onderdeel dat u apart kunt aanschaffen om op beide zijden van het papier af te drukken.
18 Optionele Dell 966
Internal
Wireless/Ethernet
Adapter
Een los verkrijgbaar netwerkapparaat waarmee u de printer aansluit op een draadloos netwerk.
19 Aansluiting voor
het netsnoer
Hiermee wordt de netvoeding van de printer met het bijgeleverde, landspecifieke netsnoer
aangesloten op het stopcontact.
20 Netvoeding Hiermee wordt de printer van stroom voorzien.
OPMERKING: De netvoeding kan worden verwijderd. Wanneer de netvoeding wordt verwijderd
van de printer, maar is aangesloten op een stopcontact, brandt er een lampje dat de
netvoeding stroom ontvangt.
OPMERKING: Als de stroom is uitgeschakeld wanneer u de stekker van het netsnoer van de
printer uit het stopcontact verwijdert, is het apparaat uitgeschakeld wanneer u de stekker weer
aansluit.
21 Achterklep Klepje dat u moet verwijderen om de Dell 966 Internal Wireless/Ethernet Adapter te installeren.
Nummer Onderdeel: Handeling:
1 LCD-scherm Opties voor scannen, kopiëren, faxen en afdrukken, en status- en
foutberichten weergeven.
2 Menu
(knop)
Een menu of submenu openen.
3 pijlknoppen
Door menu's en menu-items bladeren.
Het aantal exemplaren verhogen of verlagen.
De geselecteerde modus wijzigen.
Door foto's op een geheugenkaart of digitale camera bladeren.
De waarden verhogen of verlagen bij het instellen van de datum en tijd.
4 Starten
(knop)
Een kopieer-, scan- of faxtaak starten.
5 Selecteren
(knop)
Een menu-item selecteren.
Een afbeelding selecteren die moet worden afgedrukt (in de modus Foto).
Een vel papier invoeren wanneer de knop drie seconden wordt ingedrukt.
6 Aan/uit-
knop
De printer in- en uitschakelen.
OPMERKING: Trek de stekker van het netsnoer van de printer niet uit het
stopcontact wanneer de printer niet wordt gebruikt. De printer heeft stroom
nodig voor het regelmatig uitvoeren van het onderhoud van de cartridges.
OPMERKING: Als u stroom wilt besparen, houdt u de knop Aan/uit
ingedrukt om de uitstand van 1 watt te activeren. In deze stand is het
stroomverbruik van de printer minimaal.
7 Annuleren
(knop)
Actieve scan-, afdruk- of kopieertaak annuleren.
Een kopieertaak annuleren (met alleen de printer), en de pagina
uitvoeren.
Een menu sluiten en terugkeren naar de standaardinstellingen.
8 Vorige
(knop)
Terugkeren naar het vorige menu of venster.
De aangebrachte wijzigingen in een submenu tijdelijk opslaan.
9 Toetsenblok Numerieke waarden of tekst opgeven.
Informatie over de software
Dell Takencentrum gebruiken
Dell Fax Solutions Software gebruiken
Voorkeursinstellingen voor afdrukken gebruiken
Geheugenkaartbeheer gebruiken
Dell inktbeheersysteem
Software verwijderen en opnieuw installeren
De printersoftware bestaat uit:
Dell Takencentrum: hiermee kunt u nieuwe of opgeslagen documenten en afbeeldingen scannen, kopiëren, faxen
of afdrukken.
Dell Fax Solutions Software: hiermee kunt u elektronische of gescande documenten faxen.
Voorkeursinstellingen voor afdrukken: hiermee kunt u de verschillende printerinstellingen wijzigen.
Geheugenkaartbeheer: hiermee kunt u foto's weergeven, beheren, bewerken en afdrukken, of foto's vanaf de
geheugenkaart of USB-sleutel opslaan op de computer.
Dell Inktbeheersysteemâ„¢: waarschuwt u wanneer de inktcartridges van de printer bijna leeg zijn.
Dell Takencentrum gebruiken
Met het Dell Takencentrum kunt u het volgende doen:
Scannen, kopiëren, faxen en speciale functies gebruiken.
De bestemming opgeven waarnaar u een gescande afbeelding wilt verzenden.
Het aantal en de kleur van kopieën selecteren.
Informatie over problemen oplossen en onderhoud weergeven.
Voorbeelden bekijken van afbeeldingen die u wilt afdrukken of kopiëren.
Foto's beheren (foto's kopiëren naar mappen en afdrukken, of speciale kopieertaken uitvoeren).
U opent als volgt het Dell Takencentrum:
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum bevat vier hoofdgedeelten:
Klik op Help in het Dell Takencentrum voor meer informatie.
Dell Fax Solutions Software gebruiken
OPMERKING: u kunt niet scannen via een netwerk met het Dell Takencentrum.
Gedeelte Handelingen:
Nu weergeven
Een gedeelte selecteren van het voorbeeld dat moet worden gescand of gekopieerd.
Controleren hoe een afbeelding wordt afgedrukt of gekopieerd.
Scannen en
faxen
De toepassing selecteren waarnaar u de gescande afbeelding wilt verzenden.
Opgeven welk type afbeelding wordt gescand.
Een kwaliteitsinstelling voor de scan selecteren.
Nu scannen selecteren.
Nu faxen selecteren.
OPMERKING: klik op Meer scaninstellingen weergeven om alle instellingen weer te geven.
Kopiëren
De kwaliteit en de kleur van de kopieën selecteren.
Een afdrukkwaliteit voor kopieën selecteren.
Het papierformaat opgeven.
Het formaat opgeven van het originele document dat wordt gekopieerd.
Kopieën lichter of donkerder maken (ook mogelijk met het bedieningspaneel).
Kopieën vergroten of verkleinen.
OPMERKING: klik op Meer scaninstellingen weergeven om alle instellingen weer te geven.
Speciale functies
Faxen via de modem van de computer.
Een afbeelding of document e-mailen.
Een afbeelding meerdere keren herhalen op een pagina.
Een afbeelding vergroten of verkleinen.
Een afbeelding afdrukken als een poster van meerdere pagina's.
Een afbeelding op de computer opslaan.
Tekst in een gescand document bewerken (Optical Character Recognition; optische
tekenherkenning).
Een afbeelding aanpassen met een foto-editor.
U kunt Dell Fax Solutions Software gebruiken voor het volgende:
Faxen verzenden en ontvangen.
Telefoonboek beheren.
Voorblad maken.
Faxgeschiedenis weergeven.
Faxrapport maken.
Overige faxinstellingen aanpassen.
U opent als volgt Dell Fax Solutions Software:
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell Faxsoftware voor de computer.
2. Selecteer Dell Faxsoftware voor de computer.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell Faxsoftware voor de computer.
c. Klik op Dell Faxsoftware voor de computer.
Dell Fax Solutions Software bestaat uit twee hoofdgedeelten. Wanneer u de instellingen opslaat, worden deze toegepast op
elke fax die u verzendt of ontvangt.
Gedeelte Handelingen
Faxen
verzenden
Nieuwe fax verzenden.
Telefoonboek beheren.
Voorbladsjabloon instellen.
Voorbladgegevens opgeven.
Lijst met verzonden en uitgaande faxen weergeven.
Rapport voor verzonden en uitgaande faxen maken.
Instellen of u een faxkoptekst wilt gebruiken.
Het aantal keren instellen dat de printer probeert de fax te verzenden wanneer het verzenden
mislukt.
Opgeven welk stuurprogramma moet worden gebruikt voor het scannen van het document dat u
wilt faxen.
Faxen
Klik op Verzendinstellingen of Ontvangstinstellingen als u meer opties wilt weergeven. Klik op de afzonderlijke tabs
en wijzig zo nodig de instellingen.
Voorkeursinstellingen voor afdrukken gebruiken
U kunt de printerinstellingen in Voorkeursinstellingen voor afdrukken aanpassen aan het type project dat u wilt maken.
U geeft als volgt Voorkeursinstellingen voor afdrukken weer wanneer een document is geopend:
1. Klik op Bestand ® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend.
2. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
U geeft als volgt Voorkeursinstellingen voor afdrukken weer als er geen document is geopend:
1. Windows XP: klik op Start® Instellingen® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Printers en
faxapparaten.
Windows 2000: klik op Start® Instellingen® Printers.
Windows Vista:
a. Klik op
® Configuratiescherm
b. Klik op Hardware and Sound (Hardware en geluid).
c. Klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
OPMERKING: als u de printerinstellingen via de map Printers wijzigt, worden deze gebruikt als
standaardinstellingen voor de meeste toepassingen.
ontvangen
Opgeven hoe binnenkomende faxen moeten worden beantwoord.
Bepalen of binnenkomende faxen moeten worden afgedrukt.
Lijst met ontvangen en binnenkomende faxen weergeven.
Rapport voor ontvangen en binnenkomende faxen maken.
Aantal belsignalen instellen voordat een gesprek wordt beantwoord.
Ongewenste faxen blokkeren.
Geheugenkaartbeheer gebruiken
Tabblad Opties
Printerinstelling Kwaliteit/snelheid. Selecteer Automatisch, Concept, Normaal of Foto, afhankelijk van de gewenste
kwaliteit. Concept is de snelste optie, maar kan niet worden gebruikt wanneer een foto-inktcartridge is
geïnstalleerd.
Materiaalsoort: hiermee kunt u de papiersoort handmatig instellen of de papiersoort automatisch laten
vaststellen door de printer.
Papierformaat: hier selecteert u het formaat van het papier.
Afdrukken in zwart-wit: kleurenafbeeldingen afdrukken in zwart-wit om inkt te besparen in de
kleureninktcartridge.
OPMERKING: u kunt deze instelling niet selecteren als u Afdrukken in zwart-wit met de
kleureninktcartridge hebt geselecteerd.
Zonder rand: schakel het selectievakje in als u foto's zonder rand wilt afdrukken.
Afdrukstand: Hiermee bepaalt u hoe het document wordt ingedeeld op de afgedrukte pagina. U kunt
afdrukken met de staande of liggende afdrukstand.
Envelop: Schakel het selectievakje in als u wilt afdrukken op een envelop. In het gedeelte
Papierformaat worden de beschikbare envelopformaten weergegeven.
Exemplaren: opgeven hoe verschillende exemplaren van één afdruktaak moeten worden afgedrukt:
Gesorteerd, Normaal of Omgekeerde volgorde.
Geavanceerd Dubbelzijdig afdrukken: Selecteer deze optie als u wilt afdrukken op beide zijden van het papier.
Selecteer Automatisch, Handmatig of Dubbelzijdig afdrukken.
Indeling: selecteer Normaal, Banner, Spiegelen, N per vel, Poster, Brochure of Zonder rand.
Afbeelding automatisch verscherpen: hiermee wordt automatisch het beste niveau voor het
verscherpen van een afbeelding geselecteerd op basis van de inhoud van de afbeelding.
Dell Programma voor de verbetering van de gebruikerservaring: hier kunt u informatie weergeven over
en uw status wijzigen in het Dell Programma voor de verbetering van de gebruikerservaring.
Meer opties: Hiermee kunt u instellingen opgeven voor Weergavemodus en Complete-A-Print. U
kunt ook de vastgestelde papiersoort weergeven.
Onderhoud Inktcartridges installeren
Inktcartridges reinigen
Inktcartridges uitlijnen
Testpagina's afdrukken
Netwerkondersteuning
Met Geheugenkaartbeheer kunt u foto's weergeven, beheren, bewerken en afdrukken, of foto's vanaf de geheugenkaart of
USB-sleutel opslaan op de computer.
U start als volgt Geheugenkaartbeheer:
1. Plaats een geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf of een USB-sleutel in de PictBridge-poort aan de voorzijde van
de printer.
2. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
3. Selecteer Geheugenkaartbeheer.
Dell inktbeheersysteem
Wanneer u een taak afdrukt, verschijnt een venster met de afdrukvoortgang. Hierin worden de voortgang van de
afdruktaak, de resterende hoeveelheid inkt in de cartridge en het resterende aantal pagina's dat met de cartridge kan
worden afgedrukt, weergegeven. Tijdens het afdrukken van de eerste 50 pagina's met de cartridge is de paginateller
verborgen totdat het afdrukgedrag van de gebruiker is geanalyseerd en een nauwkeurigere telling kan worden gegeven.
Het resterende aantal pagina's verandert afhankelijk van de soort afdruktaken die met de printer worden voltooid.
Wanneer de inkt bijna op is, wordt het bericht Inkt is bijna op weergegeven als u wilt afdrukken. Deze waarschuwing
wordt elke keer weergegeven tot u een nieuwe inktcartridge installeert. Zie Inktcartridges vervangen
voor meer
informatie.
Als één of beide inktcartridges leeg zijn, wordt het venster Extra inktcartridge weergegeven als u probeert af te
drukken. Als u doorgaat met afdrukken, wordt de afdruktaak mogelijk niet afgedrukt zoals verwacht.
Als de zwarte inktcartridge leeg is, kunt u in zwart-wit afdrukken met de kleureninktcartridge (samengesteld zwart).
Schakel hiervoor het selectievakje Complete-A-Print in voordat u op Doorgaan met afdrukken klikt. Als u Complete-
A-Print inschakelt en op Doorgaan met afdrukken klikt, wordt samengesteld zwart gebruikt voor alle afdruktaken in
zwart-wit totdat de zwarte inktcartridge wordt vervangen of de optie wordt uitgeschakeld bij Meer opties op het tabblad
Geavanceerd van Printereigenschappen. Het dialoogvenster Extra inktcartridge wordt pas opnieuw weergegeven als
de lege inktcartridge is vervangen. Het selectievakje Complete-A-Print wordt automatisch uitgeschakeld als een nieuwe
KENNISGEVING: Verwijder de geheugenkaart of USB-sleutel niet als het lampje knippert en raak het gebied
met de geheugenkaart of USB-sleutel op de printer niet aan. De gegevens kunnen anders beschadigd worden.
of andere cartridge wordt geïnstalleerd.
Als de kleureninktcartridge leeg is, kunt u kleurendocumenten afdrukken in grijstinten. Schakel hiervoor het selectievakje
Complete-A-Print in voordat u op Doorgaan met afdrukken klikt. Als u Complete-A-Print inschakelt en op
Doorgaan met afdrukken klikt, worden alle kleurendocumenten in zwart-wit afgedrukt tot de kleureninktcartridge wordt
vervangen of de optie wordt uitgeschakeld bij Meer opties op het tabblad Geavanceerd van Printereigenschappen.
Het dialoogvenster Extra inktcartridge wordt pas opnieuw weergegeven als de lege inktcartridge is vervangen. Het
selectievakje Complete-A-Print wordt automatisch uitgeschakeld wanneer een nieuwe of andere cartridge wordt
geïnstalleerd.
Software verwijderen en opnieuw installeren
Als de printer niet juist functioneert of als er berichten over communicatiefouten worden weergegeven wanneer u de
printer gebruikt, moet u de printersoftware verwijderen en opnieuw installeren.
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Klik op Installatie ongedaan maken Dell Photo AIO Printer 966.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
4. Start de computer opnieuw op.
5. Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in het cd-rom-station en volg de aanwijzingen op het scherm.
Als het installatievenster voor de software niet verschijnt, doet u het volgende:
a. Windows XP: klik op Start® Deze computer.
Dubbelklik in Windows 2000 op Deze computer op het bureaublad.
Windows Vista: klik op
® Computer.
b. Dubbelklik op het pictogram van het cd-rom-station en dubbelklik op setup.exe.
c. Als het venster voor de installatie van de printersoftware wordt weergegeven, klikt u op Persoonlijke
installatie of Netwerkinstallatie.
d. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Informatie over de menu's van het bedieningspaneel
Modus Kopiëren Modus Instellen
Modus Foto Modus Onderhoud
Bestanden afdrukken (modus) Modus PictBridge
Modus Faxen Modus Bluetooth
Modus Scannen
Modus Kopiëren
U kunt als volgt het menu van de modus Kopiëren weergeven of aanpassen:
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Kopiëren.
2. Druk op de knop Selecteren .
Item in menu
Kopiëren
Instellingen
Kleur
Kleur*
Zwart-wit
Exemplaren 1–99
Verkleinen/vergroten
50%
100%*
200%
Aangepast%
Passend op pagina
2 x 2 poster
3 x 3 poster
4 x 4 poster
Kwaliteit
Concept
Normaal
Foto
Automatisch*
Lichter/donkerder Druk op de pijl naar links of rechts om de helderheid aan te passen.
Papierafhandeling Druk op de knop Selecteren
om het menu Papierafhandeling te openen en selecteer het
formaat en de soort van het papier in de invoerlade. Als u een optionele invoerlade gebruikt, kunt
u ook de papierbron opgeven. Zie voor meer informatie Menu Papierverwerking.
Sorteren
Uit*
Aan
2-zijdige exemplaren
enkelzijdige originelen, enkelzijdige kopie*
enkelzijdige originelen, dubbelzijdige kopie
dubbelzijdige originelen, enkelzijdige kopie
Modus Foto
De meeste digitale camera's gebruiken een geheugenkaart voor het opslaan van foto's. De printer ondersteunt de
volgende digitale media:
CompactFlash Type I en II
Memory Stick
Memory Stick PRO
Memory Stick Duo (met adapter)
Microdrive
Secure Digital
Mini SD (met adapter)
MultiMedia-kaart
xD Picture-kaart
U kunt als volgt de instellingen van de fotomodus weergeven of aanpassen:
1. Plaats een geheugenkaart in de printer. Zodra de kaart is gelezen, schakelt de printer automatisch over op de
fotomodus.
2. Druk op de knop Selecteren
.
*Standaardfabrieksinstelling
dubbelzijdige originelen, dubbelzijdige kopie
N per vel
1 per vel*
2 per vel
4 per vel
Indeling
1 per pagina*
4 per pagina
9 per pagina
16 per pagina
Soort origineel
Tekst & afbeelding*
Foto
Alleen tekst
Lijntekening
Standaardinstellingen
wijzigen
Druk op de knop Selecteren om het menu Standaardinstellingen kopiëren te openen. Zie
voor meer informatie Menu Standaardinstellingen kopiëren
.
KENNISGEVING: verwijder niet de geheugenkaart als het lampje knippert en raak het gebied met de
geheugenkaart op de printer niet aan.
Menu Modus Fotokaart
Menuoptie Instellingen
Diavoorstelling
weergeven
Druk op de knop Selecteren om het menu Diavoorstelling te openen. Hierin kunt u de
Menu Meer foto-opties
U kunt het menu Meer foto-opties openen door op de knop Menu te drukken terwijl er een foto is geselecteerd in de
modus Afdrukvoorbeeld foto.
Menu Modus Foto bewerken
U kunt het menu Modus Foto bewerken openen door Foto bewerken te selecteren in het menu Meer foto-opties.
snelheid van de diavoorstelling van de foto's op de geheugenkaart opgeven. Markeer de gewenste
snelheid en druk op de knop Selecteren om de diavoorstelling te starten.
Foto's zoeken en
afdrukken
Druk op de knop Selecteren
om de modus Afdrukvoorbeeld foto te selecteren. Blader met
de pijl naar links of rechts
door de foto's of druk op de knop Starten om foto's af te
drukken vanuit het voorbeeldvenster.
Alle foto's afdrukken Druk op de knop Selecteren om naar het scherm Alle foto's afdrukken te gaan. Hier kunt
u het aantal foto's opgeven dat moet worden afgedrukt op een pagina.
OPMERKING: Vanaf de geheugenkaart kunnen alleen foto's die zijn opgeslagen in JPG-indeling
rechtstreeks worden afgedrukt. Voor het afdrukken van foto's in een andere bestandsindeling
vanaf de geheugenkaart moeten de foto's eerst worden overgebracht naar uw computer.
Foto's opslaan op de
computer
Druk op de knop Selecteren
om de modus Opslaan naar computer in te schakelen. U kunt
de foto's op de geheugenkaart opslaan op uw computer.
Standaardinstellingen
wijzigen
Druk op de knop Selecteren
om het menu Standaardfoto-instellingen te openen. Zie voor
meer informatie Menu Afdrukinstellingen voor foto of Menu Standaardfoto-instellingen
.
Cameraselectie
afdrukken
Druk twee keer op de knop Selecteren om de foto's weer te geven die op de camera zijn
geselecteerd. Zie voor meer informatie Voorbeeld van cameraselectie
.
OPMERKING: dit item wordt alleen weergegeven als er een DPOF-selectie (Digital Print Order
Format) op de geheugenkaart staat.
Menuoptie Instellingen
Foto bewerken Druk op de knop Selecteren om het menu Modus Foto bewerken weer te geven. Zie voor
meer informatie Menu Modus Foto bewerken
.
Volledig scherm
weergeven
Druk op de knop Selecteren om de foto op het volledige scherm weer te geven.
Afdrukinstellingen
wijzigen
Druk op de knop Selecteren
om het menu Standaardfoto-instellingen te openen. Zie voor
meer informatie Menu Afdrukinstellingen voor foto of Menu Standaardfoto-instellingen
.
Afdrukvoorbeeld Druk op de knop Selecteren om een voorbeeld weer te geven van de geselecteerde foto die u
wilt afdrukken.
Menuoptie Instellingen
Helderheid Gebruik de pijl naar links of rechts om een instelling voor helderheid op te geven (de middelste
instelling is de standaardinstelling).
Draaien
Rechtsom draaien *
Linksom draaien
Bijsnijden Druk op de knop Selecteren en druk op de pijl naar links of rechts om de optie Verkl. of
Uitbreiden
te selecteren. Druk herhaaldelijk op de pijl naar links of rechts om het
gewenste gedeelte te vergroten of verkleinen.
Pan Druk op de knop Selecteren
. Druk op de pijltoetsen tot het gedeelte dat u wilt bijsnijden buiten het
vak valt.
Rode ogen
Menu Afdrukinstellingen voor foto of Menu Standaardfoto-instellingen
U kunt het menu Afdrukinstellingen voor foto openen door Standaardinstellingen wijzigen te selecteren in het
hoofdmenu van de fotokaartmodus of door Afdrukinstellingen wijzigen te selecteren in het menu Meer foto-
opties.
Voorbeeld van cameraselectie
U kunt het menu Voorbeeld van cameraselectie openen door in het menu Cameraselectie afdrukken op de knop
Selecteren
te drukken.
Blader met de pijl naar links of rechts
door de cameraselecties. Druk op de knop Starten om de foto's af te
drukken met de huidige afdrukinstellingen.
*Standaardfabrieksinstelling
verwijderen
Nee*
Ja
Menuoptie Instellingen
*Standaardfabrieksinstelling
Fotoformaat
Automatisch
OPMERKING: de instelling wordt gewijzigd naar Automatisch als het geselecteerde fotoformaat
te groot is voor de opgegeven indeling.
Hagaki
L
2L
60 x 80 mm
A6
10 x 15 cm
A5
B5
A4
13 x 18 cm
3,5 x 5 inch
4 x 6 inch
5 x 7 inch
8 x 10 inch
8,5 x 11 inch
Indeling
Automatisch*
Zonder rand (1 per pag.)
Eén foto gecentreerd
1 per pag.
2 per pag.
3 per pag.
4 per pag.
6 per pag.
8 per pag.
16 per pag.
Kwaliteit
Automatisch*
Concept
Normaal
Foto
Papierafhandeling Druk op de knop Selecteren om het menu Papierafhandeling te openen en selecteer het
formaat en de soort van het papier in de invoerlade. Als u een optionele invoerlade gebruikt, kunt u
ook de papierbron opgeven. Zie voor meer informatie Menu Papierverwerking.
Druk op de knop Menu om de afdrukinstellingen te wijzigen. Blader in het menu Fotokaartmodus naar Afdrukinst.
voor foto wijzigen en druk op de knop Selecteren .
Bestanden afdrukken (modus)
U kunt de modus Bestanden afdrukken gebruiken als u Microsoft
®
Office-bestanden wilt afdrukken die zijn opgeslagen
op een USB-sleutel of een geheugenkaart. Alleen Microsoft Office-bestanden met de bestandsextensies *.DOC, *.XLS en
*.PPT. worden herkend door de printer.
U kunt als volgt het menu van de modus Bestanden afdrukken weergeven of aanpassen:
1. Controleer of de printer is aangesloten op een computer waarop Microsoft Office geïnstalleerd is.
2. Plaats een geheugenkaart in een geheugenkaartsleuf van de printer of een USB-sleutel in de PictBridge-poort van
de printer.
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Bestanden afdrukken en druk op de knop Selecteren.
Modus Faxen
U kunt als volgt het menu van de modus Faxen weergeven of aanpassen:
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen.
2. Druk op de knop Selecteren .
De faxfunctie werkt alleen correct als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
De faxaansluiting van de printer ( - bovenste aansluiting) moet zijn aangesloten op een actieve telefoonlijn. Zie
Externe apparaten aansluiten op de printer
voor meer informatie.
OPMERKING: U kunt alleen faxen met een DSL-modem (Digital Subscriber Line) of ISDN-modem
(Integrated Signature Digital Network) als u een digitale-lijnfilter gebruikt. Neem contact op met uw
internetaanbieder voor meer informatie.
Als u Dell Faxoplossingen gebruikt om een fax te verzenden vanuit een toepassing, moet de printer met een USB-
kabel te zijn aangesloten op een computer.
KENNISGEVING: verwijder de geheugenkaart of USB-sleutel niet als het lampje knippert en raak het gebied
met de geheugenkaart of USB-sleutel op de printer niet aan. De gegevens kunnen anders beschadigd worden.
Menu modus Bestanden afdrukken
Menuoptie Instellingen
*Standaardfabrieksinstellingen
Kwaliteit
Automatisch*
Concept
Normaal
Foto
Papierafhandeling Druk op de knop Selecteren om het menu Papierafhandeling te openen en het formaat en
de soort van het papier in de invoerlade te selecteren. Als u een optionele invoerlade gebruikt,
kunt u ook de papierbron opgeven. Zie voor meer informatie Menu Papierverwerking.
Standaardinstellingen
wijzigen
Druk op de knop Selecteren om het menu met standaardinstellingen voor het afdrukken van
bestanden te openen. Zie voor meer informatie Menu Standaardinstellingen voor Bestand
afdrukken.
Menu Telefoonboek
U kunt het menu Telefoonboek openen door in het menu van de modus Faxen de optie Telefoonboek te selecteren. U
kunt dit menu ook openen door in het menu Faxinstellingen de optie Telefbk. snelkeuze te selecteren.
U kunt maximaal 99 snelkeuzenummers opgeven: 89 individuele faxsnelkeuzenummers en 10 groepssnelkeuzenummers
van elk maximaal 30 nummers.
Menu Naam zoeken
U kunt het menu Naam zoeken openen door in het menu Telefoonboek de optie Naam zoeken te selecteren.
Menu met faxopties
Menuoptie Actie
*Standaardfabrieksinstellingen
Faxnummervenster Geef met het toetsenblok het nummer op waarnaar u een fax wilt verzenden. Het nummer wordt
weergegeven in het venster.
OPMERKING: als u al een nummer hebt ingevoerd in het hoofdmenu voor faxen, kunt u in dit
venster nog een nummer invoeren en een groepsfax verzenden.
Telefoonboek Druk op de knop Selecteren
om het menu Telefoonboek te openen. Zie voor meer informatie
Menu Telefoonboek
.
Gesch. opnw kzn Druk op Selecteren om een overzicht van opnieuw gekozen nummers weer te geven. De vijf
laatst gekozen nummers worden weergegeven op het scherm.
Kzn hrn op haak Druk op de knop Selecteren
om de modus Kiezen hoorn op haak te activeren.
Verz. fax uitstellen Druk op de knop Selecteren
om het scherm Verzenden fax uitstellen weer te geven. Geef in
dit scherm met het toetsenblok het tijdstip op waarop de fax moet worden verzonden.
Automatisch
beantwoorden
Aan*
Gepland: Druk op de knop Selecteren om naar het menu Schema autom. beantw. te
gaan. Zie voor meer informatie Menu Schema autom. beantw.
.
Uit
Faxinst. bewerken Druk op de knop Selecteren om het menu Faxinst. bewerken te openen. Zie voor meer
informatie Menu Faxinst. bewerken
.
Faxinstellingen Druk op de knop Selecteren om het menu Faxinstellingen te openen. Zie voor meer
informatie Menu Faxinstellingen
.
Menuoptie Actie
Naam zoeken Druk op de knop Selecteren om het menu Naam zoeken te openen. Zie voor meer informatie
Menu Naam zoeken
.
Telefoonnummer
zoeken
Druk op de knop Selecteren om het menu Zoeken in telefoonboek te openen. Zie voor meer
informatie Menu Telefoonnummer zoeken
.
Item toevoegen Druk op de knop Selecteren om het menu Telefoonboek: item toevoegen te openen. Zie voor
meer informatie Menu Telefoonboek: item toevoegen
.
Groep
doorzoeken
Druk op de knop Selecteren om het menu Grp doorzkn te openen. Zie voor meer informatie
Menu Grp doorzkn
.
Groep
toevoegen
Druk op de knop Selecteren om het menu Telefoonboek: groep toevoegen te openen. Zie voor
meer informatie Menu Telefoonboek: Groep toevoegen
.
Afdruklijst Druk op de knop Selecteren als u een telefoonboek wilt afdrukken dat is opgeslagen op de
printer.
Menuoptie Actie
Menu Telefoonnummer zoeken
U kunt het menu Telefoonnummer zoeken openen door in het menu Telefoonboek de optie Telefoonnummer zoeken
te selecteren.
Menu Telefoonboek: item bewerken
U kunt het menu Telefoonboek: item bewerken openen door op Menu te drukken wanneer er een
snelkeuzenummer is gemarkeerd in het menu Telefoonnummer zoeken of Naam zoeken.
Menu Telefoonboek: item toevoegen
U kunt het menu Telefoonboek: item toevoegen openen door in het menu Telefoonboek de optie Item toevoegen te
selecteren.
Menu Grp doorzkn
U kunt het menu Grp doorzkn openen door in het menu Telefoonboek de optie Grp doorzkn te selecteren.
Menu Telefoonboek: Grp bewrkn
U kunt het menu Telefoonboek: Grp bewrkn openen door op de knop Menu te drukken wanneer er een
Venster met
zoekcriteria
Voer een letter in met het toetsenblok. Er wordt automatisch naar de juiste plek in het telefoonboek
gebladerd.
Snelkeuze De namen die bij de snelkeuzenummers horen worden weergegeven. Het aantal snelkeuzenummers in de
lijst is afhankelijk van het aantal snelkeuzenummers dat is opgegeven op de printer.
Menuoptie Actie
Venster met
zoekcriteria
Voer een nummer in met het toetsenblok. De lijst bladert automatisch naar de juiste plek in het
telefoonboek.
Snelkeuze De faxnummers voor de snelkeuze-invoer worden weergegeven. Het aantal snelkeuzenummers in de lijst
is afhankelijk van het aantal snelkeuzenummers dat is opgegeven op de printer.
Menuoptie Actie
Naam Gebruik het toetsenblok om de naam van de contactpersoon te bewerken.
Faxnummer Gebruik het toetsenblok om het faxnummer van de contactpersoon te bewerken.
Snelkeuzenummer Het snelkeuzenummer dat is toegewezen aan deze contactpersoon wordt weergegeven.
OPMERKING: Het snelkeuzenummer wordt automatisch toegewezen. U kunt het snelkeuzenummer
niet wijzigen.
Item verwijderen Druk op de knop Selecteren
om het item te verwijderen uit het telefoonboek.
Menuoptie Actie
Naam Gebruik het toetsenblok om de naam van de contactpersoon in te voeren.
Faxnummer Gebruik het toetsenblok om het faxnummer van de contactpersoon in te voeren.
Snelkeuzenummer Het laagst beschikbare snelkeuzenummer wordt toegewezen aan deze contactpersoon.
OPMERKING: Het snelkeuzenummer wordt automatisch toegewezen. U kunt het snelkeuzenummer
niet wijzigen.
Menuoptie Actie
Venster met
zoekcriteria
Voer een letter in met het toetsenblok.
Snelkeuze De faxnummers voor de groepen worden weergegeven. Het aantal groepen in de lijst is afhankelijk van
het aantal groepen dat u hebt opgegeven voor de printer.
snelkeuzenummer is gemarkeerd in het menu Grp doorzkn.
Menu Telefoonboek: Groep toevoegen
U kunt het menu Telefoonboek: groep toevoegen openen door in het menu Telefoonboek de optie Groep toevoegen
te selecteren.
Menu Schema autom. beantw.
U kunt met menu Schema autom. beantwoorden openen door Gepland te selecteren bij de optie Automatisch
beantwoorden in het menu van de modus Faxen of door Schema autom. beantwoorden te selecteren in het menu
Bellen en antwoorden.
Als Autom. beantw. is ingeschakeld, worden binnenkomende faxen zonder gebruikersinterventie door het faxapparaat
beantwoord. Als Autom. beantw. is uitgeschakeld, moeten binnenkomende faxen handmatig te worden beantwoord.
Menu Faxinst. bewerken
U kunt het menu Faxinst. bewerken openen door in het menu van de modus Faxen de optie Faxinst. bewerken te
selecteren.
De instellingen die in dit menu worden gewijzigd, zijn tijdelijk en worden alleen toegepast op de faxtaak die u op dat
moment verzendt. De instellingen worden niet toegepast op volgende faxen.
Menuoptie Actie
Naam Gebruik het toetsenblok om de naam van de groep te bewerken.
Faxnummer Gebruik het toetsenblok om de faxnummers van de groep te bewerken.
Snelkeuzenummer Het snelkeuzenummer dat is toegewezen aan deze groep wordt weergegeven.
OPMERKING: Het snelkeuzenummer wordt automatisch toegewezen. U kunt het snelkeuzenummer
niet wijzigen.
Item verwijderen Druk op de knop Selecteren
om het item te verwijderen uit het telefoonboek.
Menuoptie Actie
Naam Gebruik het toetsenblok om de naam van de groep in te voeren.
Faxnummervenster Gebruik het toetsenblok om de faxnummers van de groep in te voeren.
Naam zoeken Druk op de knop Selecteren om het menu Naam zoeken te openen. Zie voor meer informatie
Menu Naam zoeken
.
Telefoonnummer
zoeken
Druk op de knop Selecteren om het menu Tel.boek zkn te openen. Zie voor meer informatie
Menu Telefoonnummer zoeken
.
Gesch. opnw kzn Druk op de knop Selecteren om een overzicht van opnieuw gekozen nummers weer te geven.
De vijf laatst gekozen nummers worden weergegeven op het scherm.
Snelkeuzenummer Het laagst beschikbare snelkeuzenummer wordt toegewezen aan deze groep.
OPMERKING: Het snelkeuzenummer wordt automatisch toegewezen. U kunt het
snelkeuzenummer niet wijzigen.
Menuoptie Actie
Huidige tijd De huidige tijd weergeven.
Autom. beantw. aan
bij:
Gebruik het toetsenblok om het tijdstip op te geven waarop Autom. beantw. moet worden
ingeschakeld.
Autom. beantw. uit
bij:
Gebruik het toetsenblok om het tijdstip op te geven waarop Autom. beantw. moet worden
uitgeschakeld.
Menuoptie Actie
Voorblad
Ja
Menu Voorblad
U kunt het menu Voorblad openen door op de knop Menu te drukken wanneer Voorblad is gemarkeerd in het menu
Faxinst. bewerken. Druk in het menu Voorblad op de knop Menu
om de inhoud van het voorblad te wijzigen.
Menu Faxinstellingen
U kunt het menu Faxinstellingen openen door Faxinstellingen te selecteren in het menu van de modus Faxen of
door Standaardinst. voor faxen wijzigen te selecteren in het menu Instellen. De instellingen die worden opgegeven
in dit menu, zijn van toepassing op alle faxtaken die u verzendt of ontvangt. Deze instellingen worden ongedaan gemaakt
wanneer u de standaardfabrieksinstellingen herstelt.
*Standaardfabrieksinstellingen
Nee*
Kleur
Zwart-wit*
Kleur
Kwaliteit
Standaard*
Fijn
Zeer fijn
Extra fijn
Lichter/donkerder Gebruik de pijl naar links of rechts om een instelling voor helderheid op te geven (de
middelste instelling is de standaardinstelling).
Menuoptie Actie
*Standaardfabrieksinstellingen
Van #
Leeg laten*
Van #1
Van #2
Van #3
Van #4
Van #5
OPMERKING: Als u gegevens wilt toevoegen of wijzigen in het menu Van, bladert u naar de optie die u
wilt bewerken en drukt u op de knop Menu
. Voer informatie over de verzender in met het toetsenblok
Uw naam De naam van de verzender weergeven.
Uw
telnummer
Het telefoonnummer van de verzender weergeven.
Uw faxnr. Voer uw faxnummer in met het toetsenblok.
Prioriteit
Geen*
NB
Antwoord aub
Urgent
Bericht Gebruik het toetsenblok om het bericht voor de ontvanger in te voeren.
Menuoptie Actie
Telefbk.
snelkeuze
Druk op de knop Selecteren om het menu Telefoonboek te openen. Zie voor meer informatie
Menu Telefoonboek
.
Geschiedenis en
rapporten
Druk op de knop Selecteren om het menu Geschiedenis en rapporten te openen. Zie voor
meer informatie Menu Geschiedenis en rapporten
.
Bellen en
antwoorden
Druk op de knop Selecteren om het menu Bellen en antwoorden te openen. Zie voor meer
Menu Geschiedenis en rapporten
U kunt het menu Geschiedenis en rapporten openen door in het menu Faxinstellingen de optie Geschiedenis en
rapporten te selecteren.
Menu voor faxgeschiedenis met meer opties
U kunt het menu voor faxgeschiedenis met meer opties openen door een van de nummers in het scherm
Faxgeschiedenis te markeren en op de knop Selecteren
te drukken.
Menu Bellen en antwoorden
U kunt het menu Bellen en antwoorden openen door in het menu Faxinstellingen de optie Bellen en antwoorden te
selecteren.
informatie Menu Bellen en antwoorden.
Fax afdrukken Druk op de knop Selecteren om het menu Fax afdrukken te openen. Zie voor meer informatie
Menu Fax afdrukken
.
Bellen en
verzenden
Druk op de knop Selecteren om het menu Bellen en verzenden te openen. Zie voor meer
informatie Menu Bellen en verzenden
.
Fax blokkeren Druk op de knop Selecteren om het menu Fax blokkeren te openen. Zie voor meer informatie
Menu Fax blokkeren
.
Menuoptie Actie
*Standaardfabrieksinstellingen
Geschiedenis op
scherm
Druk op de knop Selecteren om de faxgeschiedenis op het scherm weer te geven.
Verzendgesch. afdr. Druk op de knop Selecteren
om een overzicht van verzonden faxen af te drukken.
Ontvangstgesch. afdr. Druk op de knop Selecteren
om een overzicht van ontvangen faxen af te drukken.
Fax in wachtrij weerg. Druk op de knop Selecteren
om informatie over faxen in de wachtrij weer te geven op het
scherm.
Rapport
Handm. afdrkn*
Elke 40 taken
Gesch. faxactiviteit.
afdr.
Druk op de knop Selecteren om een overzicht van uw faxactiviteiten af te drukken.
Bevestiging
Uit
Bij fouten*
Voor alles
Menuoptie Actie
Dit nr. opnieuw
kiezen
Druk op de knop Selecteren om het menu van de modus Faxen te openen, waarbij het
geselecteerde nummer wordt weergegeven in het faxnummervenster.
Nr. toevoegen
aan telefoonboek
Druk op de knop Selecteren
om het menu Telefoonboek: item toevgn te openen, waarbij het
huidige faxnummer automatisch wordt weergegeven in het faxnummerveld.
Nr. toev. aan
geblok. faxen
Druk op de knop Selecteren
om het menu Gebl. fax: item tvgn te openen, waarbij het huidige
faxnummer automatisch wordt weergegeven in het faxnummerveld.
Geschiedenis
wissen
Druk op de knop Selecteren
om het rapport met faxactiviteiten te wissen.
Menuoptie Actie
Menu Fax afdrukken
U kunt het menu Fax afdrukken openen door in het menu Faxinstellingen de optie Fax afdrukken te selecteren.
*Standaardfabrieksinstelling
Beltoonvolume
Uit
Laag*
Hoog
Opnemen na
1e beltn.
2e beltn.
3e beltn.*
5e beltn.
Spec. signaal
Altijd*
Eén keer
Twee keer
Drie keer
Schema autom.
beantw.
Druk op de knop Selecteren om naar het menu Schema autom. beantw. te gaan. Zie voor
meer informatie Menu Schema autom. beantw.
.
Fax doorsturen
Uit*
Doorsturen
Afdrukken en doorsturen
Code handm.
overnemen
Druk op de knop Selecteren om het menu Code overnemen te openen. Als u de code wilt
wijzigen, geeft u met het toetsenblok een nieuwe code op. Druk vervolgens op de knop Selecteren
.
OPMERKING: de standaardcode is DELL# (3355#).
Patroon
nummerweergave
Patroon 1 (FSK)*
Patroon 2 (DTMF)
OPMERKING: Het detectiepatroon wordt bepaald aan de hand van het land of de regio die u
hebt geselecteerd tijdens de eerste installatie. Als telefoons in uw land twee detectiepatronen
gebruiken, neemt u contact op met de telecomaanbieder voor informatie over het
detectiepatroon dat moet worden gebruikt.
Menuoptie Actie
*Standaardfabrieksinstellingen
Indien te groot
Passend op pagina*
Twee pagina's
Voettekst fax
Aan*
Uit
2-zijdig
afdrukken
1-zijdig afdrkn*
2-zijdig afdrkn
Papierafhandeling Druk op de knop Selecteren om het menu Papierafhandeling te openen en het formaat en de
soort van het papier in de invoerlade te selecteren. Als u een optionele invoerlade gebruikt, kunt u
ook de papierbron opgeven. Zie voor meer informatie Menu Papierverwerking.
Menu Bellen en verzenden
U kunt het menu Bellen en verzenden openen door in het menu Faxinstellingen de optie Bellen en verzenden te
selecteren.
Menuoptie Actie
Uw faxnr. Voer uw faxnummer in met het toetsenblok. Dit nummer wordt weergegeven op het voorblad van
uitgaande faxen.
Uw faxnaam Gebruik het toetsenblok om de naam voor de printer op te geven. Dit is de naam die wordt
weergegeven in de koptekst van uitgaande faxen.
Voorblad
Nee*
Ja
Kleur
Zwart-wit*
Kleur
Kwaliteit
Standaard*
Fijn
Zeer fijn
Extra fijn
Kiesmethode
Toetstoon*
Puls
Achter PBX (kiestoondetectie uitgeschakeld)
Tijd opnw kzn
1 minuut
2 minuten*
3 minuten
4 minuten
5 minuten
6 minuten
7 minuten
8 minuten
Poging opnw
kzn
0 keer
1 keer
2 keer
3 keer*
4 keer
5 keer
Kiesvoorvoegsel
Geen*: druk op de knop Selecteren om de standaardinstellingen te wijzigen.
Maken: druk op de knop Selecteren om een voorvoegsel te maken als dit nodig is voor een
buitenlijn.
Belvolume
Uit
Laag*
Hoog
Scannen
Voor bellen*: de fax wordt naar het geheugen gescand voordat het faxnummer wordt gekozen.
Na bellen*: eerst wordt het faxnummer gekozen, vervolgens wordt de communicatie met het
ontvangende faxapparaat tot stand gebracht, waarna de fax wordt gescand.
Maximale
verzendsnelheid
33.600 bps*
31.200 bps
Menu Fax blokkeren
U kunt het menu Fax blokkeren openen door in het menu Faxinstellingen de optie Fax blokkeren te selecteren.
Als de functie voor het blokkeren van faxen is ingeschakeld, worden oproepen van faxapparaten met een nummer dat op
de blokkeringslijst staat, afgebroken. Dit geldt ook voor oproepen waarvan de nummerweergave is geblokkeerd.
Menu Geblokkeerde faxnaam zoeken
U kunt het menu Geblokkeerde faxnaam zoeken openen door in het menu Fax blokkeren de optie Geblokkeerde
faxnaam zoeken te selecteren.
*Standaardfabrieksinstellingen
28.800 bps
26.400 bps
24.000 bps
21.600 bps
19.200 bps
16.800 bps
14.400 bps
12.000 bps
9.600 bps
7.200 bps
4.800 bps
2.400 bps
Auto.
faxconversie
Aan*: de fax wordt automatisch geconverteerd zodat deze compatibel is met het ontvangende
faxapparaat, ongeacht de verzendinstellingen.
Uit: er wordt een niet-ondersteunde fout met de fax weergegeven als de verzendinstellingen niet
overeenkomen met die van het ontvangende faxapparaat.
Foutcorrectie
Aan*
Uit
Menuoptie Actie
*Standaardfabrieksinstellingen
Blokkeringslijst
Uit*
Aan
Zonder id
blokkeren
Uit*
Aan
Geblokkeerde
faxnaam zoeken
Druk op de knop Selecteren om het menu Geblokkeerde faxnaam zoeken te openen. Zie
voor meer informatie Menu Geblokkeerde faxnaam zoeken
.
Geblokkeerd
faxnummer zoeken
Druk op de knop Selecteren om het menu Geblokkeerd faxnummer zoeken te openen. Zie
voor meer informatie Menu Geblokkeerd faxnummer zoeken
.
Item toev. geblok.
fax
Druk op de knop Selecteren om het menu Geblokkeerde fax: item toevoegen te openen.
Zie voor meer informatie Menu Item toev. geblok. fax
.
Lijst geblok. fax
afdr.
Druk op Selecteren om de inhoud van de lijst met geblokkeerde faxen af te drukken.
Menuoptie Actie
Venster met
zoekcriteria
Voer een letter in met het toetsenblok. Er wordt automatisch naar de juiste plek in het telefoonboek
gebladerd.
Nr. in lijst
geblokkeerde
De geblokkeerde contactpersoon wordt weergegeven. Het nummer van contactpersonen in de lijst is
afhankelijk van het aantal faxnummers dat u hebt geblokkeerd.
Menu Geblokkeerd faxnummer zoeken
U kunt het menu Geblokkeerd faxnummer zoeken openen door in het menu Fax blokkeren de optie Geblokkeerd
faxnummer zoeken te selecteren.
Menu Geblok. fax: item bewerken
U kunt het menu Geblok. fax: item bewerken openen door op Menu te drukken terwijl er een nummer is
gemarkeerd in het menu Geblokkeerde faxnaam zoeken of Geblokkeerd faxnummer zoeken.
Menu Item toev. geblok. fax
U kunt het menu Item toev. geblok. fax openen door in het menu Fax blokkeren de optie Item toev. geblok. fax
te selecteren.
U kunt maximaal 50 nummers toevoegen aan de lijst met geblokkeerde faxen.
Modus Scannen
U kunt als volgt het menu van de modus Scannen weergeven of aanpassen:
1. Controleer of de printer en computer op elkaar zijn aangesloten met een USB-kabel.
2. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Scannen.
3. Druk op de knop Selecteren .
4. Als de computer is aangesloten op een netwerk, selecteert u een host in het venster Selectie vanaf de host en
faxen
Menuoptie Actie
Venster
met
zoekcriteria
Voer een nummer in met het toetsenblok. Er wordt automatisch naar de juiste plek in het telefoonboek
gebladerd.
Nr. in lijst
geblok.
faxen
Het nummer dat is toegewezen aan het geblokkeerde faxnummer wordt weergegeven. Het nummer dat is
toegewezen aan de lijst met geblokkeerde faxen is afhankelijk van het aantal faxnummers dat u hebt
geblokkeerd.
Menuoptie Actie
Naam Gebruik het toetsenblok om de naam van de contactpersoon te bewerken.
Faxnummer Gebruik het toetsenblok om het faxnummer van de contactpersoon te bewerken.
Geblokkeerd
faxnr
Er wordt een nummer toegewezen aan dit geblokkeerde faxnummer.
OPMERKING: Het nummer wordt automatisch toegewezen. U kunt het toegewezen nummer niet
wijzigen.
Item verwijderen Druk op de knop Selecteren
om dit item te verwijderen uit de lijst met geblokkeerde faxen.
Menuoptie Actie
Naam Gebruik het toetsenblok om de naam van de contactpersoon te bewerken.
Faxnummer Gebruik het toetsenblok om het faxnummer van de contactpersoon te bewerken. U moet een nummer
toevoegen als u een item wilt toevoegen aan dit menu.
Geblokkeerd
faxnr
Er wordt een nummer toegewezen aan dit geblokkeerde faxnummer.
OPMERKING: Het nummer wordt automatisch toegewezen. U kunt het toegewezen nummer niet wijzigen.
voert u zo nodig een viercijferige pincode in voor de geselecteerde host.
5. Druk op de knop Selecteren .
Modus Instellen
U opent als volgt het menu Instellen:
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Instellen.
2. Druk op de knop Selecteren .
Menu modus Scannen
Menuoptie Instellingen
*Standaardfabrieksinstellingen
Scannen naar
Voorbeeld
E-mail
Bestand
Software die geïnstalleerd is op uw computer
Kleur
Kleur*
Zwart-wit
Kwaliteit
Automatisch*
150 dpi
300 dpi
600 dpi
Origineel
Automatisch*
L
2L
A6
A5
B5
A4
Pasfoto
3x5 inch
4x6 inch
5x7 inch
8x10 inch
8,5x11 inch
Standaardinstellingen
wijzigen
Druk op de knop Selecteren om het menu Standaardscaninst. te openen. Zie voor meer
informatie Menu Standaardscaninst.
.
Menu modus Inst.
Menuoptie Actie
Papierverwerking Druk op de knop Selecteren om het menu Papierverwerking weer te geven. Zie voor meer
informatie Menu Papierverwerking
.
Standaardprinterinst.
wijzigen
Druk op de knop Selecteren om het menu Standaardprinterinst. te openen. Zie voor meer
informatie Menu Standaardprinterinst.
.
Standaardkopieerinst.
wijzigen
Druk op de knop Selecteren om het menu Standaardinstellingen kopiëren te openen. Zie
voor meer informatie Menu Standaardinstellingen kopiëren
.
Menu Papierverwerking
U kunt in het menu Papierverwerking het formaat en de soort selecteren van het papier dat in de invoerlade is
geplaatst. Als u een optionele invoerlade gebruikt, kunt u ook de papierbron opgeven.
U kunt het menu Papierverwerking weergeven of wijzigen door Papierverwerking te selecteren in de menu's
Instellen, Modus Kopiëren, Afdrukinstellingen voor foto, Standaardfoto-instellingen, Standaardinstellingen
voor Bestand afdrukken, Fax afdrukken of Standaardinstellingen Bluetooth.
Standaardinst. voor
foto wijzigen
Druk op de knop Selecteren om het menu Standaardfoto-instellingen te openen. Zie voor
meer informatie Menu Standaardfoto-instellingen.
Std.inst.
afdrukbestand wzgn
Druk op de knop Selecteren om het menu Standaardinstellingen voor Bestand
afdrukken te openen. Zie voor meer informatie Menu Standaardinstellingen voor Bestand
afdrukken.
Standaardinst. voor
faxen wijzigen
Druk op de knop Selecteren om het menu Faxinstellingen te openen. Zie voor meer
informatie Menu Faxinstellingen
.
Standaardscaninst.
wijzigen
Druk op de knop Selecteren om het menu Standaardscaninst. te openen. Zie voor meer
informatie Menu Standaardscaninst.
.
Standaardinst. voor
Bluetooth wijzigen
Druk op de knop Selecteren om het menu Standaardinstellingen Bluetooth te openen.
Zie voor meer informatie Menu Standaardinstellingen Bluetooth
.
Standaardinstellingen
PictBridge wijzigen
Druk op de knop Selecteren om het menu Standaardinstellingen PictBridge te openen.
Zie voor meer informatie Menu Standaardinstellingen PictBridge
.
Instellingenlijst afdr. Druk op de knop Selecteren om een lijst met opties af te drukken die zijn ingesteld met het
bedieningspaneel.
Netwerk instellen Druk op de knop Selecteren
om het menu Netwerk instellen te openen. Zie voor meer
informatie Menu Netwerk instellen
.
Menu Papierverwerking voor een printer met één invoerlade
Menuoptie Instellingen
*Standaardfabrieksinstelling
Formaat
Hagaki
L
2L
A6
10 x 15 cm
A5
13 x 18 cm
B5
A4
3x5
4x6
5x7
8,5 x 11
8,5x14
OPMERKING: Formaat wordt bepaald door het land dat u hebt geselecteerd bij de installatie. Als u het
formaat wijzigt in een menu, wordt de geselecteerde optie gewijzigd in alle andere menu's.
Soort
Auto. vastst.*
Normaal
Mat
Foto
Transparant
Menu Papierverwerking voor een printer met twee invoerladen
Menuoptie Instellingen
Formaat- Lade 1
Hagaki
L
2L
A6
A5
B5
A4
3x5 inch
4x6 inch
8,5x11 inch
8,5 x 14 inch
OPMERKING: Formaat wordt bepaald door de landcode die u hebt geselecteerd bij de installatie.
Als u het formaat wijzigt in een menu, wordt de geselecteerde optie gewijzigd in alle andere
menu's.
Soort- Lade 1
Auto. vastst.*
Normaal
Mat
Foto
Transparant
Formaat- Lade 2
A4
8,5x11 inch
8,5 x 14 inch
OPMERKING: Lade 1 en lade 2 hebben hetzelfde standaardpapierformaat tijdens de installatie. U
kunt verschillende papierformaten in deze twee laden plaatsen en de bijbehorende opties voor het
papierformaat selecteren.
Soort- Lade 2
Auto. vastst.*
Normaal
Mat
Foto
Transparant
Lade koppelen
Uit*
Automatisch
Zie voor meer informatie Informatie over lade koppelen
.
Kopieerbron
Lade1*
Lade2
Fotobron
Lade1*
Lade2
Afdrukbestandsbron
Lade1*
Lade2
Faxbron
Lade1*
Lade2
Automatisch
Bron PictBridge
Lade1*
Lade2
OPMERKING: Selecteer de optie Automatisch als u wilt dat de printer papier selecteert uit
de lade met het papier dat overeenkomt met het formaat van de binnenkomende fax. U moet
ook het juiste papierformaat opgeven voor beide laden.
Menu Standaardprinterinst.
U kunt de standaardprinterinstellingen weergeven of wijzigen door in het menu Instellen de optie
Standaardprinterinst. wijzigen te selecteren.
Menu Datum en tijd instellen
U kunt het menu Datum en tijd instellen weergeven of wijzigen door in het menu Standaardprinterinst. de optie
Datum en tijd instellen te selecteren.
Menu Standaardinstellingen kopiëren
U kunt het menu Standaardinstellingen kopiëren weergeven of wijzigen door in het menu Instellen de optie
Standaardinstellingen kopiëren te selecteren. Of u kunt in het menu Modus Kopiëren de optie
Standaardinstellingen wijzigen selecteren.
*Standaardfabrieksinstelling
Bron Bluetooth
Lade1*
Lade2
Menuoptie Instellingen
*Standaardfabrieksinstelling
Datum en tijd
instellen
Druk op de knop Selecteren om naar het menu Datum en tijd instellen te gaan. Zie voor meer
informatie Menu Datum en tijd instellen
.
Papierverwerking Druk op de knop Selecteren om het menu Papierverwerking weer te geven. Zie voor meer
informatie Menu Papierverwerking
.
Taal Blader met de pijl naar links of rechts door de taalopties.
Land Blader met de pijl naar links of rechts
door de landopties.
Toetstoon
Uit
Aan*
Spaarstand
Nu
Na 10 min
Na 30 min*
Na 60 min
Nooit
Hostinstellingen
blokkeren
Uit*
Aan
Luidsprkrvolume
Uit
Laag*
Hoog
OPMERKING: Stel Hostinstellingen blokkeren in op Aan als u wilt voorkomen dat andere
gebruikers de instellingen van de printer wijzigen.
Menuoptie Actie
Huidige tijd Gebruik het toetsenblok voor het invoeren van de huidige tijd. Druk op de pijl naar links of rechts om
naar de volgende invoerveld te gaan.
Huidige
datum
Gebruik het toetsenblok voor het invoeren van de huidige datum. Druk op de pijl naar links of rechts
om naar de volgende invoerveld te gaan.
Menu Standaardfoto-instellingen
U kunt de standaardfoto-instellingen weergeven of wijzigen door in het menu Instellen de optie Standaardinst.
voor foto wijzigen te selecteren. Of u kunt in het menu Fotokaartmodus de optie Standaardinstellingen wijzigen
selecteren. De instellingen die worden opgegeven in dit menu, zijn van toepassing op alle foto's die worden afgedrukt.
Deze instellingen worden ongedaan gemaakt wanneer u de standaardfabrieksinstellingen herstelt.
Menuoptie Instellingen
*Standaardfabrieksinstelling
Kleur
Kleur*
Zwart-wit
Kwaliteit
Automatisch*
Concept
Normaal
Foto
Inhoudstype
Tekst & afbeelding*
Foto
Alleen tekst
Lijntekening
2-zijdige
exemplaren
1-zdg. origineln, 1-zdg. kopie*
1-zdg. origineel, 2-zdg. kopie
2-zdg. origineln, 1-zdg. kopie
2-zdg. origineel, 2-zdg. kopie
Papierverwerking Druk op de knop Selecteren
om het menu Papierverwerking weer te geven. Zie voor meer
informatie Menu Papierverwerking
.
Menuoptie Instellingen
Fotoformaat
Hagaki
L
2L
60 x 80 mm
A6
10 x 15 cm
A5
B5
A4
13 x 18 cm
3,5 x 5 inch
4 x 6 inch
5 x 7 inch
8 x 10 inch
8,5 x 11 inch
Indeling
Automatisch*
Zonder rand (1 per pagina)
Eén foto gecentreerd
1 per pag.
2 per pag.
3 per pag.
4 per pag.
6 per pag.
8 per pag.
16 per pag.
Menu Standaardinstellingen voor Bestand afdrukken
U kunt de standaardinstellingen voor Bestand afdrukken weergeven of wijzigen door in het menu Instellen de optie
Std.inst. afdrukbestand wzgn te selecteren. Of u kunt in het menu Modus Bestanden afdrukken de optie
Standaardinstellingen wijzigen selecteren.
Menu Faxinstellingen
U kunt het menu Faxinstellingen openen door Standaardinst. voor faxen wijzigen te selecteren in het menu
Instellen of door Faxinstellingen te selecteren in het menu Faxen. Zie voor meer informatie Menu Faxinstellingen
.
Menu Standaardscaninst.
U kunt de standaardscaninstellingen weergeven of wijzigen door in het menu Instellen de optie Standaardscaninst.
wijzigen te selecteren. Of u kunt in het menu Scannen de optie Standaardinstellingen wijzigen selecteren.
*Standaardfabrieksinstelling
Kwaliteit
Automatisch*
Concept
Normaal
Foto
Papierverwerking Druk op de knop Selecteren om het menu Papierverwerking weer te geven. Zie voor meer
informatie Menu Papierverwerking
.
Menuoptie Instellingen
*Standaardfabrieksinstelling
Kwaliteit
Automatisch*
Concept
Normaal
Foto
Papierverwerking Druk op de knop Selecteren om het menu Papierverwerking weer te geven. Zie voor meer
informatie Menu Papierverwerking
.
Menuoptie Instellingen
Kleur
Kleur*
Zwart-wit
Kwaliteit
Automatisch*
150 dpi
300 dpi
600 dpi
Origineel
Auto. vastst.*
L
2L
A6
A5
B5
A4
Pasfoto
3x5
4x6
5x7
8x10
8,5 x 11
Menu Standaardinstellingen Bluetooth
U kunt de standaardinstellingen voor Bluetooth weergeven of wijzigen door in het menu Instellen de optie
Standaardinst. voor Bluetooth wijzigen te selecteren. Zie voor meer informatie Modus Bluetooth
.
Menu Standaardinstellingen PictBridge
U kunt de standaardinstellingen voor PictBridge weergeven of wijzigen door in het menu Instellen de optie
Standaardinstellingen PictBridge wijzigen te selecteren.
Menu Netwerk instellen
U kunt het menu met netwerkinstellingen weergeven door Netwerk instellen te selecteren in het menu Instellen.
*Standaardfabrieksinstelling
Menuoptie Instellingen
*Standaardfabrieksinstelling
Fotoformaat
Hagaki
L
2L
60 x 80 mm
A6
10 x 15 cm
A5
B5
A4
13 x 18 cm
3,5 x 5 inch
4 x 6 inch
5 x 7 inch
8 x 10 inch
8,5 x 11 inch
Indeling
Automatisch*
Zonder rand (1 per pagina)
Eén foto gecentreerd
1 per pag.
2 per pag.
3 per pag.
4 per pag.
6 per pag.
8 per pag.
16 per pag.
Kwaliteit
Automatisch*
Concept
Normaal
Foto
Papierverwerking Druk op de knop Selecteren om het menu Papierverwerking weer te geven. Zie voor meer
informatie Menu Papierverwerking
.
Menuoptie Instellingen
Pagina Netwerk
instellen
afdrukken
Druk op de knop Selecteren
om een lijst met netwerkinstellingen af te drukken.
Menu Draadloos Druk op de knop Selecteren
om het menu Draadloze installatie te openen. Zie voor meer
informatie Menu Draadloos
.
TCP/IP Druk op de knop Selecteren om het menu TCP/IP te openen. Zie voor meer informatie Menu
Menu Draadloos
U kunt de instellingen in het menu Draadloze installatie weergeven of wijzigen door Menu Draadloos te selecteren in
het menu Netwerk instellen.
Menu TCP/IP
U kunt de instellingen in het menu TCP/IP weergeven of wijzigen door TCP/IP te selecteren in het menu Netwerk
instellen.
*Standaardfabrieksinstelling
TCP/IP.
Menu Netwerktijd Druk op de knop Selecteren om het menu Netwerktijd te openen.
Druk in het menu Netwerktijd op de pijl naar links of rechts
om Tijdserver in of uit te
schakelen en druk op de knop Vorige om de instellingen op te slaan.
OPMERKING: als Tijdserver is ingeschakeld, wordt de tijd op de printer een keer per dag of elke
keer dat de printer wordt ingeschakeld, bijgewerkt via de draadloze Ethernet-kaart.
Actief netwerk
Automatisch
Ethernet 10/100
Draadloos 802.11b/g
Menuoptie Instellingen
*Standaardfabrieksinstelling
Pagina Draadloze installatie
afdrukken
Druk op de knop Selecteren om een lijst met instellingen voor draadloze
netwerken af te drukken.
Netwerknaam Geeft de huidige SSID aan die wordt gebruikt.
OPMERKING: u kunt de waarde van Netwerknaam niet wijzigen.
Sterkte draadloos signaal Druk op de knop Selecteren om de huidige signaalsterkte weer te geven.
Menuoptie Instellingen
DHCP
inschakelen
Ja*
Nee
OPMERKING: u kunt een IP-adres, IP-netmasker of IP-gateway niet wijzigen of instellen als DHCP is
ingeschakeld.
IP-adres
instellen
Druk op de knop Selecteren
om het menu IP-adres instellen te openen.
Geef in het menu IP-adres instellen een IP-adres op met het toetsenblok. Druk op de pijl naar rechts
om een set cijfers in het volgende veld in te voeren of druk op de pijl naar links om een vermelding te
wissen. Druk op de knop Vorige om de instellingen op te slaan.
OPMERKING: het IP-adres kan niet worden gewijzigd als DHCP is ingeschakeld.
IP-
netmasker
instellen
Druk op de knop Selecteren
om het menu IP-netmasker instellen te openen.
Geef in het menu IP-netmasker instellen een IP-adres op met het toetsenblok. Druk op de pijl naar
rechts om een set cijfers in het volgende veld in te voeren of druk op de pijl naar links om een
vermelding te wissen. Druk op de knop Vorige om de instellingen op te slaan.
OPMERKING: het IP-adres kan niet worden gewijzigd als DHCP is ingeschakeld.
IP-gateway
instellen
Druk op de knop Selecteren
om het menu IP-gateway instellen te openen.
Geef in het menu IP-gateway instellen een IP-adres op met het toetsenblok. Druk op de pijl naar rechts
Modus Onderhoud
U geeft als volgt de opties voor de modus Onderhoud weer:
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Onderhoud.
2. Druk op de knop Selecteren .
Modus PictBridge
De printer schakelt automatisch over op de modus PictBridge wanneer u een PictBridge-camera aansluit. U kunt
afbeeldingen afdrukken met de bedieningselementen van de camera. Zie voor meer informatie Foto's afdrukken vanaf een
PictBridge-camera.
Als u de standaardafdrukinstellingen voor PictBridge wilt weergeven of wijzigen, drukt u op de knop Menu
.
*Standaardfabrieksinstelling
om een set cijfers in het volgende veld in te voeren of druk op de pijl naar links om een vermelding
te wissen. Druk op de knop Vorige om de instellingen op te slaan.
OPMERKING: het IP-adres kan niet worden gewijzigd als DHCP is ingeschakeld.
Menu modus Onderhoud
Menuoptie Actie
*Standaardfabrieksinstelling
Inktvoorraden weergeven Druk op de knop Selecteren om de huidige inktvoorraad van elke cartridge op het
scherm weer te geven.
Cartridges reinigen Druk op de knop Selecteren
om de inktcartridges te reinigen.
Cartridges uitlijnen Druk op de knop Selecteren
om de inktcartridges uit te lijnen.
Inktcartridges vervangen Druk op de knop Selecteren
om de stappen weer te geven met informatie over het
vervangen van inktcartridges.
Testpagina afdrukken Druk op de knop Selecteren
om een testpagina af te drukken.
Diagnostische gegevens voor
oproepen
Uit*
Audio aan
Rapport voor T30-signalen afdrukken
Audio en rapport
Standaard herst. Druk op de knop Selecteren om alle standaardfabrieksinstellingen te herstellen.
Menu Standaardafdrukinst. (PictBridge)
Menuoptie Instellingen
Fotoformaat
Hagaki
L
2L
60 x 80 mm
A6
10 x 15 cm
A5
B5
A4
Modus Bluetooth
Als u wilt afdrukken vanaf een extern Bluetooth-apparaat, moet u een USB Bluetooth-adapter aansluiten op de PictBridge-
poort. Als de USB Bluetooth-adapter actief is, wordt het Bluetooth-pictogram
weergegeven op de display.
U kunt als volgt Standaardinstellingen Bluetooth weergeven of wijzigen:
1. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Instellen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Standaardinstellingen voor Bluetooth wijzigen en druk op
de knop Selecteren .
*Standaardfabrieksinstelling
13 x 18 cm
3,5 x 5 inch
4 x 6 inch
5 x 7 inch
8 x 10 inch
8,5 x 11 inch
Indeling
Automatisch*
Zonder rand (1 per pag.)
Eén foto gecentreerd
1 per pag.
2 per pag.
3 per pag.
4 per pag.
6 per pag.
8 per pag.
16 per pag.
Kwaliteit
Automatisch*
Concept
Normaal
Foto
Papierafhandeling Druk op de knop Selecteren om het menu Papierafhandeling te openen en selecteer het
formaat en de soort van het papier in de invoerlade. Als u een optionele invoerlade gebruikt, kunt u
ook de papierbron opgeven. Zie voor meer informatie Menu Papierverwerking.
OPMERKING: Fotoformaat wordt bepaald door het land of de regio die u hebt geselecteerd bij
de installatie.
Menu Standaardinstellingen Bluetooth
Menuoptie Instellingen
Bluetooth
ingeschakeld
Aan*
Uit
Modus Zoeken
Aan*
Uit
OPMERKING: als Bluetooth ingeschakeld is ingesteld op Aan, accepteert de printer
Bluetooth-verbindingen en kan de USB Bluetooth-adapter communiceren met andere Bluetooth-
apparaten.
OPMERKING: stel Modus Zoeken in op Aan als u wilt dat andere Bluetooth-apparaten de USB
Bluetooth-adapter die is aangesloten op de printer, kunnen herkennen.
*Standaardfabrieksinstelling
Beveiliging
Laag*
Hoog
Wachtwoord Geef een wachtwoord op. Externe Bluetooth-apparaten die willen afdrukken op de printer, moeten dit
wachtwoord opgeven.
OPMERKING: u hoeft alleen een wachtwoord op te geven als Beveiligingsniveau is ingesteld op
Hoog.
Vertrouwde
apparaten: Alle
toestaan
Druk op de knop Selecteren
om de lijst met vertrouwde apparaten te wissen.
OPMERKING: U kunt maximaal acht externe Bluetooth-apparaten (vertrouwde apparaten) opslaan
in de printer. Als er meer dan acht apparaten worden gevonden, wordt het apparaat dat u het langst
geleden hebt gebruikt, verwijderd uit de lijst.
Apparaatnaam De naam die is toegewezen aan de USB Bluetooth-adapter. Bij het afdrukken vanaf een extern
Bluetooth-apparaat moet de apparaatnaam of het apparaatadres worden geselecteerd.
Apparaatadres Het adres van de USB Bluetooth-adapter. Bij het afdrukken vanaf een extern Bluetooth-apparaat
moet de apparaatnaam of het apparaatadres worden geselecteerd.
OPMERKING: u kunt het apparaatadres niet wijzigen.
Papierafhandeling Druk op de knop Selecteren
om het menu Papierafhandeling te openen en selecteer het
formaat en de soort van het papier in de invoerlade. Als u een optionele invoerlade gebruikt, kunt u
ook de papierbron opgeven. Zie voor meer informatie Menu Papierverwerking.
Dell 966 Internal Wireless/Ethernet Adapter
installeren
Minimale vereisten voor installatie
Instellingen voor draadloos netwerk
Codering voor draadloos netwerk
Adapter installeren en configureren
Adapter configureren met het configuratieprogramma voor draadloze afdrukservers
Minimale vereisten voor installatie
De Dellâ„¢ 966 Internal Wireless/Ethernet Adapter
De Dell Photo All-In-One Printer 966
Een bestaand draadloos netwerk
De cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's die bij de printer is geleverd.
Een computer waarop een van de volgende besturingssystemen wordt uitgevoerd:
Windows Vistaâ„¢
Windows
®
XP gebruiken
Windows 2000
Instellingen voor draadloos netwerk
Sommige instellingen voor draadloos netwerk moeten wellicht worden geconfigureerd voor de adapter die is geïnstalleerd
in de printer. Hieronder wordt een aantal instellingen weergegeven die mogelijk vereist zijn:
Netwerknaam, ook bekend als SSID (Service Set ID)
BSS (Basic Service Set) Type (het type draadloze netwerk dat u gebruikt—Ad hoc of infrastructuur)
Kanaalnummer voor draadloos netwerk
Netwerkverificatie en coderingstype
Beveiligingssleutel(s)
Codering voor draadloos netwerk
De volgende beveiligingstypen worden ondersteund:
Geen beveiliging
OPMERKING: De Dell 966 Internal Wireless/Ethernet Adapter is wellicht niet in alle regio's beschikbaar. U kunt
navragen bij uw plaatselijke Dell vertegenwoordiger of deze adapter in uw regio beschikbaar is.
WEP met 64-bits of 128-bits sleutel
WPA met 128-bits TKIP-codering of 128-bits AES-CCMP-codering
Een vooraf gedeelde WPA-sleutel (WiFi Protected Access) werkt als een wachtwoord en moet aan de volgende eisen
voldoen:
Als u hexadecimale tekens gebruikt, bevatten geldige sleutels 64 tekens.
Gebruikt u ASCII, dan bevatten geldige sleutels ten minste 8 tekens.
Bij het draadloze netwerk kunnen een tot vier WEP-sleutels worden gebruikt. Een WEP-sleutel werkt als een wachtwoord
en moet aan de volgende eisen voldoen:
Als u hexadecimale tekens gebruikt, bevatten geldige sleutels 10 of 26 tekens.
Gebruikt u ASCII, dan bevatten geldige sleutels 5 of 13 tekens.
Adapter installeren en configureren
Adapter installeren
1. Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
2. Verwijder het klepje aan de achterkant door het lipje naar links te duwen en het klepje van de printer te trekken.
3. Verwijder de schroeven en het afdekklepje.
4. Verwijder de adapter uit de verpakking. Bewaar het verpakkingsmateriaal.
LET OP: Als u de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact trekt, kunnen de printer en
kaart beschadigd raken. Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer
is verwijderd uit het stopcontact voordat u verdergaat.
LET OP: Draadloze adapters kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit.
Raak eerst een metalen voorwerp aan, bijvoorbeeld het frame van de printer, voordat u de kaart
aanraakt.
5. Lijn de randen van de adapter uit met de gleuven aan de linker- en rechterkant. Schuif de kaart vervolgens in de
printer. Het is normaal dat de adapter nog niet gelijk is met de achterkant van de printer totdat stap 6 is voltooid.
OPMERKING: als u de adapter correct hebt geplaatst, bevindt de Ethernet-poort zich aan de linkerkant van
de adapter.
6. Draai de schroeven aan de linker- en rechterkant vast om de adapter vast te zetten.
7. Draai de antenne tot deze omhoog wijst.
U kunt nu de adapter configureren voor gebruik met een draadloos netwerk of een Ethernet-netwerk.
Adapter instellen voor gebruik met een draadloos netwerk
1. Steek de stekker van het netsnoer van de printer in het stopcontact.
2. Druk op de knop Aan/uit.
3. Als u de printer gebruikt met een nieuwe Dell computer: Sluit de USB-kabel aan op de poort op de achterzijde van
de printer en de poort op de computer en ga verder met stap 8
.
Als u de printer gebruikt met een bestaande computer: Ga naar de volgende stap.
4. Controleer of de computer is ingeschakeld en plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's. De cd wordt
automatisch gestart.
OPMERKING: als u de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's niet hebt, kunt u de benodigde software
downloaden van support.dell.com
.
5. Selecteer Via een draadloos netwerk en klik op Volgende.
6. Selecteer Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst en klik op Volgende.
7. Lees de informatie over uitzonderingen voor firewalls en klik op Volgende.
8. Selecteer de draadloze instellingen die u wilt gebruiken en klik op Volgende.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Zie voor meer informatie over het configureren
van de adapter voor het netwerk Adapter configureren met het configuratieprogramma voor draadloze
afdrukservers.
OPMERKING: U hebt wellicht de netwerknaam (SSID) en de beveiligingsinstellingen nodig van het draadloze
netwerk waarmee u verbinding wilt maken om de installatiewizard te voltooien. Raadpleeg de beheerder van
het draadloze netwerk of de documentatie bij uw netwerk voor meer informatie.
Zie voor meer informatie over het configureren van de adapter voor het netwerk Adapter configureren met het
configuratieprogramma voor draadloze afdrukservers.
Adapter instellen voor gebruik met een Ethernet -netwerk
1. Sluit de printer aan op uw netwerk met een Ethernet-kabel (los verkrijgbaar).
2. Sluit het netsnoer van de printer aan op een stopcontact en druk op de knop Aan/uit
.
3. Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's die bij de printer is geleverd, in de computer. De cd wordt
automatisch gestart.
OPMERKING: als u de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's niet hebt, kunt u de benodigde software
downloaden van support.dell.com
.
4. Selecteer Via een Ethernet-kabel en klik op Volgende.
5. Klik op Ik ga akkoord met de voorwaarden in deze licentieovereenkomst om akkoord te gaan met de
licentieovereenkomst.
6. Lees de informatie over uitzonderingen voor firewalls en klik op Volgende.
7. De printer wordt weergegeven in de printerlijst, en is al geselecteerd. Klik op Volgende om het installatieproces te
starten.
Als de printer niet wordt weergegeven, moet u het IP-adres van de adapter handmatig configureren voor het
netwerk.
Zie voor meer informatie over het configureren van de adapter voor het netwerk Adapter configureren met het
configuratieprogramma voor draadloze afdrukservers.
Printer instellen met geavanceerde installatie
1. Sluit het netsnoer van de printer aan op een stopcontact en druk op de knop Aan/uit .
2. Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's die bij de printer is geleverd, in de computer. De cd wordt
automatisch gestart.
OPMERKING: als u de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's niet hebt, kunt u de benodigde software
downloaden van support.dell.com.
3. Selecteer Geavanceerde installatie en klik op Volgende.
4. Selecteer hoe de printer wordt aangesloten op het netwerk en klik op Volgende.
5. Klik op Ik ga akkoord met de voorwaarden in deze licentieovereenkomst om akkoord te gaan met de
licentieovereenkomst.
6. Als u Peer-to-Peer-client hebt geselecteerd: Geef de naam van de externe computer en de naam van de gedeelde
printer op en klik op Volgende. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Als u Peer-to-Peer-host hebt geselecteerd: Selecteer De printer delen, geef de sharenaam voor de printer op en
klik op Volgende. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Als u Dell Wireless Adapter 3300 hebt geselecteerd: Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te
voltooien.
Adapter configureren met het configuratieprogramma voor
draadloze afdrukservers
Overzicht van configuratie
Als u de kaart configureert met het configuratieprogramma voor draadloze afdrukservers, sluit u de printer waarin de
kaart is geïnstalleerd, aan op een computer via een USB-kabel. Vervolgens start u de cd Stuurprogramma's en
hulpprogramma's. U wordt door het configuratieproces geleid met het configuratieprogramma voor draadloze
afdrukservers. De wizard kan automatisch instellingen voor draadloze netwerken detecteren of u kunt met de wizard
handmatig de netwerkconfiguratie-instellingen opgeven.
Controleer of de printer juist is ingesteld voordat u de adapter configureert:
De adapter is correct in de printer geïnstalleerd.
De inktcartridges zijn correct geïnstalleerd.
Er is papier in de printer geplaatst.
De USB-kabel is aangesloten op de printer en de computer.
De printer is ingeschakeld en gereed voor installatie.
Beschikbare draadloze netwerkconfiguratie gebruiken
1. Selecteer in het venster Draadloze netwerken beschikbaar in uw omgeving de juiste Netwerknaam (SSID)
in de lijst en klik op Volgende.
2. Controleer in het venster Instellingen voor draadloos netwerk toepassen en controleren of de instellingen
van alle netwerkkenmerken correct zijn en klik op Volgende om de instellingen toe te passen.
OPMERKING: Als u op Volgende klikt, controleert het installatieprogramma de draadloze communicatie met
de printer. Het verificatieproces kan wel twee minuten duren.
3. Controleer of de adapter kan communiceren via het netwerk. Zie voor meer informatie Netwerkcommunicatie
controleren.
Andere draadloze netwerkconfiguratie opgeven
1. Selecteer in het venster
Draadloze netwerken beschikbaar in uw omgeving
de optie
Andere configuratie
gebruiken en klik op Volgende.
2. Als de netwerknaam (SSID) die u wilt gebruiken beschikbaar is, selecteert u deze in de lijst en klikt u op Volgende.
Als de netwerknaam (SSID) niet beschikbaar is
a. Selecteer Andere netwerknaam opgeven en klik op Volgende.
b. Geef de Netwerknaam (SSID) op.
c. Selecteer het juiste Kanaal in de keuzelijst. (De standaardinstelling is Auto.)
d. Selecteer de draadloze modus.
Voor de infrastructuurmodus selecteert u Toegang verkrijgen tot een bestaand netwerk via een
draadloze router (infrastructuurmodus) - Standaard en klikt u op Volgende.
Zie voor extra installatie-instructies Adapter handmatig configureren in de infrastructuurmodus
.
Voor de ad-hocmodus selecteert u Rechtstreeks toegang tot andere computers verkrijgen
zonder een draadloze router (ad-hocmodus) en klikt u op Volgende.
Zie voor extra installatie-instructies Adapter handmatig configureren in de ad-hocmodus
.
3. Selecteer de juiste beveiligingsmethode en klik op Volgende. Als er geen beveiliging wordt gevonden, gaat u
verder met stap 5
.
4. Geef de juiste beveiligingssleutel(s) op voor het netwerk en klik op Volgende.
5. Controleer in het venster Instellingen voor draadloos netwerk toepassen en controleren of de instellingen
van alle netwerkkenmerken correct zijn en klik op Volgende om de instellingen toe te passen.
OPMERKING: Als u op Volgende klikt, controleert het installatieprogramma de draadloze communicatie met
de printer. Het verificatieproces kan wel twee minuten duren.
6. Controleer of de adapter kan communiceren via het netwerk. Zie voor meer informatie Netwerkcommunicatie
controleren.
Adapter handmatig configureren in de infrastructuurmodus
Als u de adapter in de infrastructuurmodus instelt, is de installatieprocedure afhankelijk van de beveiligingsinstellingen die
u selecteert.
Als u geen beveiliging wilt gebruiken
1. Selecteer in het venster Instellingen voor draadloze beveiliging de optie Geen beveiliging en klik op
Volgende.
2. Controleer in het venster Instellingen voor draadloos netwerk toepassen en controleren of de
instellingen van alle netwerkkenmerken correct zijn en klik op Volgende om de instellingen toe te passen.
3. Controleer of de adapter kan communiceren via het netwerk. Zie voor meer informatie Netwerkcommunicatie
controleren.
Als u WEP-beveiliging (Wired Equivalent Privacy) wilt gebruiken
1. Selecteer in het venster Instellingen voor draadloze beveiliging de optie WEP (Wired Equivalent
Privacy) en klik op Volgende.
Het venster WEP-beveiligingsgegevens wordt geopend.
2. Geef de juiste Netwerksleutel op en klik op Volgende.
3. Controleer in het venster Instellingen voor draadloos netwerk toepassen en controleren of de
instellingen van alle netwerkkenmerken correct zijn en klik op Volgende om de instellingen toe te passen.
4. Controleer of de adapter kan communiceren via het netwerk. Zie voor meer informatie Netwerkcommunicatie
controleren.
Als u WPA-beveiliging wilt gebruiken (Wi-Fi Protected Access)
1. Selecteer in het venster Instellingen voor draadloze beveiliging de optie WPA (Wi-Fi Protected
Access) en klik op Volgende.
Het venster WPA-beveiligingsgegevens wordt geopend.
2. Geef de juiste WPA-netwerksleutel op en klik op Volgende.
3. Controleer in het venster Instellingen voor draadloos netwerk toepassen en controleren of de
instellingen van alle netwerkkenmerken correct zijn en klik op Volgende om de instellingen toe te passen.
4. Controleer of de adapter kan communiceren via het netwerk. Zie voor meer informatie Netwerkcommunicatie
controleren.
Als u alleen verbinding wilt maken met toegangspunten die WPA2-beveiliging ondersteunen
1. Selecteer in het venster Instellingen voor draadloze beveiliging de optie WPA (Wi-Fi Protected
Access) en klik op Geavanceerde WPA-instellingen.
Het dialoogvenster Geavanceerde WPA-opties wordt geopend.
2. Schakel het selectievakje Alleen WPA2-verificatie gebruiken in en klik op OK.
Het venster Instellingen voor draadloze beveiliging wordt opnieuw weergegeven.
3. Klik op Volgende.
4. Geef de juiste WPA-netwerksleutel op en klik op Volgende.
5. Controleer in het venster Instellingen voor draadloos netwerk toepassen en controleren of de
instellingen van alle netwerkkenmerken correct zijn en klik op Volgende om de instellingen toe te passen.
6. Controleer of de adapter kan communiceren via het netwerk. Zie voor meer informatie Netwerkcommunicatie
controleren.
Adapter handmatig configureren in de ad-hocmodus
Als u de adapter instelt in de ad-hocmodus, is de installatieprocedure afhankelijk van de beveiligingsinstellingen die u
selecteert. De beveiligingsopties zijn beperkter in de ad-hocmodus dan in de infrastructuurmodus.
Als u geen beveiliging wilt gebruiken
1. Selecteer in het venster Instellingen voor draadloze beveiliging de optie Geen beveiliging en klik op
Volgende.
2. Controleer in het venster Instellingen voor draadloos netwerk toepassen en controleren of de
instellingen van alle netwerkkenmerken correct zijn en klik op Volgende om de instellingen toe te passen.
3. Controleer of de adapter kan communiceren via het netwerk. Zie voor meer informatie Netwerkcommunicatie
controleren.
Als u WEP-beveiliging (Wired Equivalent Privacy) wilt gebruiken
1. Selecteer in het venster Instellingen voor draadloze beveiliging de optie WEP (Wired Equivalent
Privacy) en klik op Volgende.
2. Voer de juiste Netwerksleutel in.
3. Als u over meerdere netwerksleutels beschikt, schakelt u het selectievakje Voor het netwerk zijn
meerdere netwerksleutels vereist in en voert u de extra netwerksleutels in.
4. Klik op Volgende.
5. Controleer in het venster Instellingen voor draadloos netwerk toepassen en controleren of de
instellingen van alle netwerkkenmerken correct zijn en klik op Volgende om de instellingen toe te passen.
6. Controleer of de adapter kan communiceren via het netwerk. Zie voor meer informatie Netwerkcommunicatie
controleren.
Netwerkcommunicatie controleren
U moet controleren of de adapter kan communiceren via het netwerk voordat u de installatie van de printersoftware
voltooid.
Als de adapter is geconfigureerd en beschikbaar is op het netwerk, verwijdert u de USB-kabel en klikt u op
Volgende om door te gaan met de installatie van de printersoftware.
Als de adapter geen verbinding kan maken met het draadloze netwerk, kunt u het volgende proberen:
Klik op Instellingen weergeven om te controleren of de instellingen correct zijn.
Selecteer Ik wil de opgegeven instellingen wijzigen en klik op Volgende.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de draadloze instellingen bij te werken.
Selecteer Ik heb de draadloze printer dichter in de buurt van de draadloze router geplaatst en ik
wil opnieuw verbinding maken en klik op Volgende.
Papier en originelen in de printer plaatsen
Papier in de laden plaatsen
Sensor voor papiersoort
Originele documenten plaatsen
Papier in de laden plaatsen
Papier in de printer plaatsen
1. Waaier het papier uit.
2. Verwijder de papierlade. Druk de hendel in en trek de lade uit tot deze lang genoeg is voor het papier dat u
gebruikt.
3. Plaats papier in de papierlade en pas de papiergeleiders aan.
OPMERKING: u kunt alleen papier van het formaat A4, Letter of Legal in de optionele papierlade plaatsen.
4. Plaats de papierlade terug.
5. Trek de papiersteun op de papierlade naar buiten en klap de papierstopper omhoog.
OPMERKING: de papieruitvoerlade biedt plaats aan maximaal 50 vellen papier.
Richtlijnen voor het plaatsen van afdrukmateriaal
Maximumaantal Aandachtspunten
150 vellen normaal papier
De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven.
U plaatst het papier is met de afdrukzijde omlaag en de bovenkant naar voren in
de printer.
De afdrukkwaliteit Automatisch, Concept, Normaal of Foto is geselecteerd.
Selecteer de optie Concept niet als er een foto-inktcartridge is geïnstalleerd.
10 enveloppen in de papierlade
1 envelop in de invoer voor
klein materiaal
De afdrukzijde van de envelop is naar beneden gericht.
U kunt de enveloppen ook één voor één in de invoer voor klein materiaal plaatsen.
U drukt de enveloppen af met de afdrukstand Liggend en het retouradres aan de
linkerzijde.
OPMERKING: Als u post verstuurt binnen Japan, kan de envelop in de staande
afdrukstand worden afgedrukt met de locatie voor de postzegel in de
rechterbenedenhoek of in de liggende afdrukstand met de locatie voor de postzegel
in de linkerbenedenhoek. Als u internationale post verstuurt, moet u de enveloppen
afdrukken in de liggende afdrukstand met de locatie voor de postzegel in de
linkerbovenhoek.
Het juiste envelopformaat is geselecteerd. Selecteer het eerstvolgende formaat als
het exacte formaat niet beschikbaar is en stel de linker- en rechtermarge zo in dat
de tekst op de juiste plaats wordt afgedrukt.
20 vellen bannerpapier
Al het papier is uit de papierinvoerlade verwijderd voordat u het bannerpapier in de
printer plaatst.
Het bannerpapier is geschikt voor inkjetprinters.
Het papierformaat A4 (banner) of Letter (banner) is geselecteerd.
OPMERKING: zie voor meer informatie over het plaatsen van bannerpapier
Bannerpapier in de printer plaatsen
.
25 wenskaarten, indexkaarten,
briefkaarten of fotokaarten in
de papierlade
1 wenskaart, indexkaart,
briefkaart of fotokaart in de
invoer voor klein materiaal
De afdrukzijde van de kaarten is naar beneden gericht.
U kunt de kaarten ook één voor één in de invoer voor klein materiaal plaatsen.
De afdrukkwaliteit Automatisch, Normaal of Foto is geselecteerd.
Bannerpapier in de printer plaatsen
1. Verwijder de papierlade.
2. Verwijder eventueel papier uit de lade.
3. Druk de hendel in en trek de lade uit tot deze lang genoeg is voor Legal-papier.
30 vellen Hagaki-papier of
Hagaki-fotokaarten in de
papierlade
50 vellen glossy papier,
fotopapier of mat papier
De afdrukzijde van het papier is naar beneden gericht.
De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven.
De afdrukkwaliteit Automatisch, Normaal of Foto is geselecteerd.
stapel opstrijktransfers van 10
mm
U hebt de instructies op de verpakking voor het plaatsen van opstrijktransfers
gevolgd.
De afdrukzijde van de opstrijktransfers is naar beneden gericht.
De papiergeleiders zijn tegen de randen van de opstrijktransfers geschoven.
De afdrukkwaliteit Automatisch, Normaal of Foto is geselecteerd.
50 vellen transparanten
De ruwe zijde van de transparanten is naar beneden gericht.
De papiergeleiders zijn tegen de randen van de transparanten geschoven.
De afdrukkwaliteit Automatisch, Concept, Normaal of Foto is geselecteerd.
25 vellen met etiketten
De afdrukzijde van de etiketten is naar beneden gericht.
De bovenkant van de etiketten wordt eerst ingevoerd.
De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven.
150 vellen briefhoofdpapier
De afdrukzijde van het briefhoofdpapier is naar beneden gericht.
De bovenzijde van het briefhoofd wordt eerst ingevoerd.
De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven.
150 vellen papier met
aangepast formaat
Het papierformaat valt binnen de volgende afmetingen:
Breedte: 3.0 - 8,5 inch (76 x 216 mm)
Lengte: 5.0 - 17,0 inch (127 x 432 mm)
De afdrukzijde van het papier is naar beneden gericht.
De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven.
4. Plaats de papierlade terug.
5. Scheur alleen het aantal pagina's af dat u nodig hebt voor de banner.
6. Plaats de stapel op een vlakke ondergrond voor de printer.
7. Schuif het eerste vel van de banner over de handgreep, tot achter in de papierlade.
Informatie over lade koppelen
Als u een optionele papierlade hebt aangeschaft, kunt u de laden koppelen. Met Lade koppelen wordt de automatische
koppelfunctie voor laden ingeschakeld wanneer u papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort in de optionele en
standaardpapierlade plaatst. De printer koppelt de laden automatisch: wanneer een lade leeg is, wordt er papier
ingevoerd vanuit de volgende gekoppelde lade.
Als u bijvoorbeeld in lade 1 (standaardpapierlade) en lade 2 (optionele lade) papier van hetzelfde formaat en dezelfde
soort hebt geplaatst, selecteert de printer afdrukmateriaal uit lade 1 tot deze leeg is. Vervolgens wordt er automatisch
papier ingevoerd vanuit lade 2.
Daarnaast kunt u een verschillend papierformaat in elke lade plaatsen zodat de printer het papier selecteert dat
overeenkomt met het formaat van de fax die u hebt ontvangen. Als er bijvoorbeeld A4-papier in lade 1 is geplaatst en
Letter-papier in lade 2, wordt er papier ingevoerd vanuit lade 2 als er een fax van het formaat Letter wordt ontvangen.
U kunt Lade koppelen inschakelen nadat u de optionele papierlade hebt geïnstalleerd. U kunt deze optie in- en
uitschakelen.
Lade koppelen inschakelen voor afdruktaken van de computer
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort in beide papierladen.
3. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
OPMERKING: u kunt alleen papier van het formaat A4, Letter of Legal in de optionele papierlade plaatsen.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Selecteer Automatisch in de keuzelijst Papierbron op het tabblad Printerinstelling.
6. Geef op de tabbladen Printerinstelling en Geavanceerd de gewenste wijzigingen op voor het document.
7. Klik op OK als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten.
8. Klik op OK of Afdrukken.
Lade koppelen inschakelen voor afdruktaken vanaf het bedieningspaneel
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Instellen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Papierafhandeling en druk op de knop Selecteren button .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Lade koppelen. Blader met de pijl naar links of rechts naar
Auto.
4. Druk op de knop Vorige
.
Lade koppelen inschakelen voor kopieertaken
1. Plaats papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort in beide papierladen.
2. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Instellen en druk op de knop Selecteren
button .
3. Blader in het menu Instellen met de pijl omhoog of omlaag
naar Standaardkopieerinst. wijzigen en
druk op Selecteren .
4. Blader in het menu Standaardinstellingen kopiëren met de pijl omhoog of omlaag
naar
Papierafhandeling en druk op de knop Selecteren .
5. Geef in het menu Papierafhandeling de soort en het formaat van het papier op dat in beide laden is geplaatst.
6. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Lade koppelen. Blader met de pijl naar links of rechts naar
Auto.
7. Druk op de knop Vorige
om de instellingen op te slaan en terug te gaan naar het vorige menu.
Lade koppelen inschakelen om ontvangen faxen af te drukken
1. Plaats dezelfde papiersoort met verschillende formaten in beide laden.
2. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Instellen en druk op de knop Selecteren
button .
3. Blader in het menu Instellen met de pijl omhoog of omlaag
naar Standaardinst. voor faxen wijzigen en
druk op de knop Selecteren .
4. Blader in het menu Faxinstellingen met de pijl omhoog of omlaag
naar Fax afdrukken en druk op de knop
Selecteren .
5. Blader in het menu Fax afdrukken met de pijl omhoog of omlaag
naar Papierafhandeling en druk op de
knop Selecteren .
6. Geef in het menu Papierafhandeling de soort en het formaat van het papier op dat in beide laden is geplaatst.
7. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Lade koppelen. Blader met de pijl naar links of rechts naar
Auto.
8. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxbron. Selecteer de papierbron met de pijl naar links of rechts
.
9. Druk op de knop Vorige om de instellingen op te slaan en terug te gaan naar het vorige menu.
Sensor voor papiersoort
De printer is voorzien van een sensor voor papiersoort waarmee de volgende papiersoorten worden herkend:
Normaal/coated
Transparant
Foto/glossy
Als u een van deze papiersoorten plaatst, stelt de printer de papiersoort vast en worden de instellingen voor de
papiersoort automatisch aangepast.
U selecteert als volgt het papierformaat:
1. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend.
2. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
3. Selecteer het papierformaat op het tabblad Printerinstelling.
4. Klik op OK.
De sensor voor papiersoort is actief tenzij u deze uitschakelt. U gaat als volgt te werk wanneer u de sensor voor
papiersoort wilt uitschakelen voor een bepaalde afdruktaak:
1. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend.
OPMERKING: als u materiaal van dezelfde soort en hetzelfde formaat in beide laden plaatst, wordt er
materiaal ingevoerd van de volgende lade wanneer de papierbron die is opgegeven voor faxen, leeg is.
Papiersoort Instellingen voor kwaliteit/snelheid
Zwarte en kleureninktcartridge geïnstalleerd Foto- en kleureninktcartridge geïnstalleerd
Normaal/coated Normaal Foto
Transparant Normaal Foto
Foto/glossy Foto Foto
OPMERKING: de printer kan het papierformaat niet vaststellen.
2. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
3. Selecteer de papiersoort op het tabblad Printerinstelling.
4. Klik op OK.
U gaat als volgt te werk wanneer u de sensor voor papiersoort wilt uitschakelen voor alle afdruktaken:
1. In Windows
®
XP: klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Printers en
faxapparaten.
Windows 2000: klik op Start® Instellingen® Printers.
In Windows Vistaâ„¢:
a. Klik op
® Configuratiescherm
b. Klik op Hardware and Sound (Hardware en geluid).
c. Klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer.
3. Klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
4. Selecteer de papiersoort op het tabblad Printerinstelling.
5. Klik op OK.
Originele documenten plaatsen
In de ADI
U kunt maximaal 50 vellen van een origineel document in de ADI plaatsen om deze te scannen, te kopiëren en te faxen.
Als u documenten met meerdere pagina's in de printer plaatst, kunt u het beste de ADI gebruiken.
1. Plaats een origineel document met de tekstzijde naar boven gericht in de ADI.
OPMERKING: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit
tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
2. Schuif de papiergeleider van de ADI tegen de randen van het papier.
Papiercapaciteit ADI
Maximumaantal Aandachtspunten
50 vellen Letter-papier
Het document is met de bedrukte zijde naar boven geplaatst.
Op de glasplaat
1. Open de bovenklep.
2. Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
OPMERKING: zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl op de
printer.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier.
50 vellen Legal-papier
Het document is met de bedrukte zijde naar boven geplaatst.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier.
50 vellen A4-papier
Het document is met de bedrukte zijde naar boven geplaatst.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier.
50 voorgeperforeerde vellen met
twee, drie of vier gaten
Het papierformaat valt binnen de volgende afmetingen: Breedte: 8,27 – 8,5
inch (210,0 – 215,9 mm) Lengte: 11,0 – 14,0 inch (279,4 – 355,6 mm)
Het document is met de bedrukte zijde naar boven geplaatst.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier.
50 aan de randen versterkte vellen
kopieerpapier met drie gaten
Het papierformaat valt binnen de volgende afmetingen: Breedte: 8,27 – 8,5
inch (210,0 – 215,9 mm) Lengte: 11,0 – 14,0 inch (279,4 – 355,6 mm)
Het document is met de bedrukte zijde naar boven geplaatst.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier.
50 vellen voorbedrukte formulieren
en briefhoofdpapier
Het papierformaat valt binnen de volgende afmetingen: Breedte: 8,27 – 8,5
inch (210,0 – 215,9 mm) Lengte: 11,0 – 14,0 inch (279,4 – 355,6 mm)
Het document is met de bedrukte zijde naar boven geplaatst.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier.
U hebt het voorbedrukte papier goed laten drogen voordat u het papier in de
ADI plaatst.
U gebruikt geen papier dat bedrukt is met inkt die metaaldeeltjes bevat.
U gebruikt geen papier met reliëfdruk.
50 vellen papier met aangepast
formaat
Het papierformaat valt binnen de volgende afmetingen: Breedte: 8,27 – 8,5
inch (210,0 – 215,9 mm) Lengte: 11,0 – 14,0 inch (279,4 – 355,6 mm)
Het document is met de bedrukte zijde naar boven geplaatst.
De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier.
3. Sluit de bovenklep.
Onderhoud
Inktcartridges vervangen
Inktcartridges uitlijnen
Spuitopeningen reinigen
Standaardfabrieksinstellingen herstellen
Dell inktcartridges zijn alleen verkrijgbaar via Dell. U kunt inkt online bestellen via www.dell.com/supplies of per telefoon.
U kunt voor de Dell-printer het beste Dell-inktcartridges gebruiken. Herstel van problemen die zijn veroorzaakt door het
gebruik van supplies of onderdelen die niet door Dell zijn geleverd, valt niet onder de garantie van Dell.
Inktcartridges vervangen
1. Zet de printer aan.
2. Til de printereenheid op.
Als de printer niet bezig is, beweegt de cartridgehouder zich naar de laadpositie.
3. Druk de hendel van de cartridgehouder naar beneden om de deksels van de inktcartridgehouders te openen.
4. Verwijder de oude cartridges uit de printer.
LET OP: lees eerst de veiligheidsvoorschriften in de Handleiding voor eigenaren en volg deze op voordat
u een van de procedures uitvoert die in dit gedeelte worden beschreven.
5. Bewaar de inktcartridges in een luchtdichte verpakking, zoals de opslageenheid die u bij de foto-inktcartridge hebt
ontvangen of gooi de cartridges weg. Neem hierbij de geldende milieuvoorschriften in acht.
6. Als u nieuwe inktcartridges installeert, verwijdert u de sticker en de transparante tape van de achter- en onderzijde
van elke inktcartridge.
OPMERKING: In de volgende afbeelding worden een zwarte en een kleureninktcartridge weergegeven
(gebruikt voor normaal afdrukken). Voor het afdrukken van foto's kunt u het beste een foto-inktcartridge en
een kleureninktcartridge gebruiken.
7. Plaats de nieuwe inktcartridges in de printer. Controleer of de zwarte of foto-inktcartridge zich in de
linkercartridgehouder bevindt en of de kleureninktcartridge zich in de rechtercartridgehouder bevindt.
8. Klik de deksels vast.
9. Laat de printereenheid zakken tot deze volledig is gesloten.
Inktcartridges uitlijnen
Als u inktcartridges hebt geïnstalleerd of vervangen, wordt u automatisch gevraagd of u de inktcartridges wilt uitlijnen. U
moet de inktcartridges ook uitlijnen wanneer afgedrukte tekens een verkeerde vorm hebben of niet goed zijn uitgelijnd
langs de linkermarge, of wanneer verticale of rechte lijnen niet recht zijn.
U lijnt als volgt de inktcartridges uit met het bedieningspaneel:
1. Plaats normaal papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Onderhoud.
3. Druk op de knop Selecteren .
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Cartridges uitlijnen.
5. Druk op de knop Selecteren .
De uitlijningspagina wordt afgedrukt. De inktcartridges worden uitgelijnd wanneer de pagina wordt afgedrukt.
U lijnt als volgt de inktcartridges uit met de printersoftware:
1. Plaats normaal papier in de printer.
2. Windows XP: klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Printers en faxapparaten.
Windows 2000: klik op Start® Instellingen® Printers.
Windows Vista:
a. Klik op
® Configuratiescherm
b. Klik op Hardware and Sound (Hardware en geluid).
c. Klik op Printers.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer.
4. Klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Klik op de tab Onderhoud.
6. Klik op Cartridges uitlijnen.
7. Klik op Afdrukken.
De inktcartridges worden uitgelijnd wanneer de pagina wordt afgedrukt.
Spuitopeningen reinigen
U moet de spuitopeningen in de volgende gevallen reinigen:
Afbeeldingen of effen zwarte vlakken vertonen witte lijnen.
Afdruk is vlekkerig of te donker.
Kleuren zijn flets of kleuren zijn niet of niet correct afgedrukt.
Verticale lijnen zijn gekarteld of de randen zijn niet vloeiend.
U reinigt als volgt de spuitopeningen met het bedieningspaneel:
1. Plaats normaal papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Onderhoud.
3. Druk op de knop Selecteren .
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Cartridges reinigen.
5. Druk op de knop Selecteren .
De testpagina wordt afgedrukt.
U reinigt als volgt de spuitopeningen met de printersoftware:
1. Plaats normaal papier in de printer.
2. Windows XP: klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Printers en faxapparaten.
Windows 2000: klik op Start® Instellingen® Printers.
Windows Vista:
a. Klik op
® Configuratiescherm
b. Klik op Hardware and Sound (hardware en geluid).
c. Klik op Printers.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer.
4. Klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Klik op de tab Onderhoud.
6. Klik op Inktcartridges reinigen.
De testpagina wordt afgedrukt.
7. Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, klikt u op Nogmaals reinigen.
8. Druk het document nogmaals af om te controleren of de afdrukkwaliteit is verbeterd.
Als u nog steeds niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit, veegt u de spuitopeningen schoon met een schone, droge
doek en drukt u het document opnieuw af.
Standaardfabrieksinstellingen herstellen
De actieve menu-instellingen zijn gemarkeerd met een sterretje (*). U kunt de oorspronkelijke printerinstellingen, ook wel
de standaardfabrieksinstellingen genoemd, herstellen.
1. Controleer of de printer is ingeschakeld.
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Onderhoud en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Standaard herst. en druk op de knop Selecteren .
4. Kies Ja en druk op de knop Selecteren
.
OPMERKING: sommige instellingen zoals lijsten met telefoonnummers, tijd, datum en land worden niet
gewijzigd.
Afdrukken
Documenten afdrukken Gesorteerde exemplaren van het document afdrukken
Foto's afdrukken Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken
Enveloppen afdrukken Afdruktaken op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig
afdrukken)
Afdrukken vanaf een Bluetooth-apparaat Afbeeldingen afdrukken als een poster van meerdere pagina's
Foto's afdrukken vanaf een PictBridge-
camera
Banners afdrukken
Documenten afdrukken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het papier in de printer. Zie Papier in de printer plaatsen
voor meer informatie.
3. Open het gewenste bestand en klik op Bestand ® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt geopend.
5. Geef op de tabbladen Printerinstelling en Geavanceerd de gewenste wijzigingen op voor het document.
6. Klik op OK als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten.
7. Klik op OK of Afdrukken.
Foto's afdrukken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het glossy of fotopapier met de afdrukzijde naar boven in de printer.
OPMERKING: u kunt foto's het beste afdrukken op glossy of fotopapier.
3. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
OPMERKING: u kunt het beste een kleureninktcartridge en een foto-inktcartridge gebruiken voor het afdrukken van
foto's.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
OPMERKING: als u Dell Picture Studioâ„¢ gebruikt, kiest u Printerinstellingen om Voorkeursinstellingen
voor afdrukken weer te geven.
5. Selecteer Foto op het tabblad Printerinstelling en selecteer vervolgens de dpi-waarde voor de foto in de
keuzelijst.
OPMERKING: Als u foto's zonder randen wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje Zonder rand in op het
tabblad Printerinstelling en selecteert u een papierformaat zonder rand in de keuzelijst op het tabblad
Geavanceerd. U kunt alleen afdrukken zonder rand als u glossy of fotopapier gebruikt. Als u afdrukt op een
andere papiersoort, wordt voor alle zijden een marge van 2 mm gebruikt.
6. Geef op de tabbladen Printerinstelling en Geavanceerd de gewenste wijzigingen op voor het document.
7. Klik op OK als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten.
8. Klik op OK of Afdrukken.
9. Verwijder de foto's zodra deze uit de printer komen om te voorkomen dat de foto's aan elkaar vastkleven of dat de
inkt gaat vlekken.
Enveloppen afdrukken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats de envelop met de afdrukzijde naar beneden.
3. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Selecteer op het tabblad Printerinstelling de optie Envelop en selecteer het formaat van de envelop in de
keuzelijst Papierformaat:.
OPMERKING: Als u post verstuurt binnen Japan, kan de envelop in de staande afdrukstand worden afgedrukt
met de locatie voor de postzegel in de rechterbenedenhoek of in de liggende afdrukstand met de locatie voor
de postzegel in de linkerbenedenhoek. Als u internationale post verstuurt, moet u de enveloppen afdrukken in
de liggende afdrukstand met de locatie voor de postzegel in de linkerbovenhoek.
6. Geef op de tabbladen Printerinstelling en Geavanceerd de gewenste wijzigingen op voor het document.
7. Klik op OK als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen.
OPMERKING: Laat de foto's goed drogen (12 tot 24 uur, afhankelijk van de omgeving) voordat u ze in een
fotoalbum plakt of in een lijst plaatst. Op deze manier kunt u langer genieten van uw foto's.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten.
8. Klik op OK of Afdrukken.
Afdrukken vanaf een Bluetooth-apparaat
Deze All-In-One (AIO) voldoet aan de voorschriften van Bluetooth-specificatie 1.2. Het profiel Object Push wordt
ondersteund. Raadpleeg de fabrikant van het Bluetooth-apparaat (mobiele telefoon of PDA) voor informatie over
compatibiliteit en werking van de hardware. U kunt het beste de nieuwste firmware gebruiken op uw Bluetooth-
apparaat.
Als u documenten wilt afdrukken vanaf uw Windows Mobile/Pocket PC PDA, moet u beschikken over software en
stuurprogramma's van derden. Voor meer informatie over de vereiste software en stuurprogramma's, en om deze
onderdelen aan te schaffen, gaat u naar de website van Westtek op www.westtek.com
.
Raadpleeg eerst het gedeelte met informatie over het instellen van een verbinding met een Bluetooth-apparaat
voordat u contact opneemt met de klantenondersteuning van Dell. U kunt ook de ondersteuningswebsite van Dell
bezoeken op support.dell.com
. Deze website bevat de nieuwste documentatie. Raadpleeg de documentatie bij het
Bluetooth-apparaat voor installatie-aanwijzingen.
Verbinding instellen met een extern Bluetooth-apparaat
Als u voor het eerst een afdruktaak verzendt naar de printer vanaf een extern Bluetooth-apparaat, moet u de printer
instellen zodat de USB-Bluetooth-adapter (aangesloten op de printer) kan communiceren met andere Bluetooth-
apparaten. U hoeft deze procedure niet te herhalen voor volgende afdruktaken. U moet in de volgende gevallen de printer
wel opnieuw instellen:
U herstelt de standaardinstellingen van de printer. Zie voor meer informatie Standaardfabrieksinstellingen
herstellen.
U hebt de inhoud van de lijst met Bluetooth-apparaten gewist of het apparaat is niet geregistreerd als vertrouwd
apparaat.
U hebt het beveiligingsniveau of het wachtwoord van de USB-Bluetooth-adapter gewijzigd.
U hebt een andere USB-Bluetooth-adapter op de printer aangesloten.
U stelt als volgt een verbinding in tussen het externe Bluetooth-apparaat en de USB-Bluetooth-adapter:
1. Activeer Bluetooth op het apparaat.
Raadpleeg de documentatie bij het apparaat voor meer informatie.
2. Zet de printer aan.
3. Plaats een USB Bluetooth-adapter (los verkrijgbaar) in de PictBridge-poort.
OPMERKING: uw Bluetooth-apparaat biedt geen ondersteuning voor het afdrukken van bestanden via de computer.
OPMERKING: U moet een verbinding instellen voor elk Bluetooth-apparaat dat u gebruikt om een afdruktaak
naar de printer te verzenden. Raadpleeg de documentatie bij het apparaat voor meer informatie.
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Instellen en druk op de knop Selecteren .
5. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Standaardinst. voor Bluetooth wijzigen en druk op de knop
Selecteren .
6. Blader bij Bluetooth ingeschakeld met de pijl naar links of naar rechts
naar Aan.
7. Blader bij Modus Zoeken met de pijl naar links of naar rechts naar Aan.
8. Druk bij Beveiliging op de pijl naar links of naar rechts om een beveiligingsniveau te selecteren.
OPMERKING: Als het beveiligingsniveau is ingesteld op Hoog, moet u een wachtwoord opgeven voor de USB-
Bluetooth-adapter. Alle externe Bluetooth-apparaten moeten dit wachtwoord opgeven om een afdruktaak naar
de printer te verzenden.
9. Druk op de knop Vorige
om de instellingen op te slaan en terug te gaan naar het vorige menu.
Afdrukken vanaf een Bluetooth-apparaat
1. Controleer of het Bluetooth-apparaat is ingesteld voor afdrukken naar de printer. Raadpleeg de documentatie bij
het apparaat voor meer informatie.
OPMERKING: Op sommige apparaten wordt de naam of het adres van de USB Bluetooth-adapter
weergegeven. Open het menu Standaardinstellingen Bluetooth om de naam en het adres van de USB
Bluetooth-adapter weer te geven.
2. Plaats een USB Bluetooth-adapter (los verkrijgbaar) in de PictBridge-poort.
3. Stel Bluetooth ingeschakeld en Modus Zoeken in op Aan.
a. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Instellen en druk op de knop
Selecteren .
KENNISGEVING: Verwijder een Bluetooth-apparaat niet van de printer tijdens het afdrukken via Bluetooth
en raak ook het printergedeelte met de geheugenkaart niet aan. De gegevens kunnen anders beschadigd
worden.
b. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Standaardinstellingen voor Bluetooth wijzigen en
druk op de knop Selecteren .
c. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Bluetooth ingeschakeld en blader vervolgens met de pijl
naar links of rechts naar Aan.
d. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Modus Zoeken en blader vervolgens met de pijl naar links
of rechts naar Aan.
e. Druk op de knop Vorige .
4. Verzend de afdruktaak vanaf uw Bluetooth-apparaat naar de printer. Raadpleeg de documentatie bij het apparaat
voor meer informatie.
OPMERKING: Als het beveiligingsniveau is ingesteld op Hoog, moet u het wachtwoord opgeven vanaf het
externe Bluetooth-apparaat. U kunt het wachtwoord weergeven of wijzigen met het menu
Standaardinstellingen Bluetooth. Zie voor meer informatie Modus Bluetooth
.
Foto's afdrukken vanaf een PictBridge-camera
De printer ondersteunt PictBridge-camera's.
1. Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op de camera.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PictBridge-poort aan de voorzijde van de printer.
Raadpleeg de instructies bij uw camera voor informatie over de PictBridge-aansluiting en het gebruik ervan, en over
het selecteren van de geschikte USB-instellingen op de camera.
OPMERKING: Als u een PictBridge-camera aansluit op de printer terwijl de printer niet is aangesloten op een
computer, zijn sommige functies van het bedieningspaneel van de printer wellicht niet beschikbaar. De
functies worden beschikbaar als u de PictBridge-camera losmaakt van de printer.
3. Zet de digitale camera aan.
De printer schakelt automatisch over op de modus PictBridge.
4. Raadpleeg de instructies bij de camera als u wilt beginnen met het afdrukken van foto's.
Gesorteerde exemplaren van het document afdrukken
OPMERKING: Doorgaans zijn er op digitale camera's twee USB-modi beschikbaar: de computermodus en de
printermodus (of PTP). Voor het afdrukken vanaf een PictBridge-camera moet u de printermodus (of PTP)
selecteren. Raadpleeg de documentatie bij uw camera voor meer informatie.
KENNISGEVING: Maak een PictBridge-apparaat niet los van de printer tijdens het afdrukken via PictBridge
en raak ook het printergedeelte met de geheugenkaart niet aan. De gegevens kunnen anders beschadigd
worden.
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Geef het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken op via het tabblad Printerinstelling.
OPMERKING: het selectievakje Sorteren wordt pas beschikbaar als u meer dan één exemplaar opgeeft.
6. Schakel het selectievakje Sorteren in.
7. Geef op de tabbladen Printerinstelling en Geavanceerd desgewenst extra wijzigingen op voor het document.
8. Klik op OK als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten.
9. Klik op OK of Afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Selecteer N per vel in de keuzelijst Indeling op het tabblad Geavanceerd.
6. Selecteer in de keuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op één vel wilt afdrukken.
7. Schakel het selectievakje Paginaranden afdrukken in als u randen tussen de pagina's wilt afdrukken.
8. Voer op de tabbladen Printerinstelling en Geavanceerd eventuele extra wijzigingen door voor het document.
9. Selecteer hoeveel pagina's op één pagina moeten worden afgedrukt.
10. Klik op OK als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten.
11. Klik op OK of Afdrukken.
Afdruktaken op beide zijden van het papier afdrukken
(dubbelzijdig afdrukken)
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Met automatisch dubbelzijdig afdrukken kunt u een document afdrukken op beide zijden van het papier zonder het papier
handmatig te plaatsen. Controleer het volgende:
De optionele duplexeenheid is geïnstalleerd.
U gebruikt normaal A4- of Letter-papier. U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op enveloppen, wenskaarten of
fotopapier.
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
5. Klik op de tab Geavanceerd en schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in.
6. Selecteer Automatisch in de keuzelijst.
7. Selecteer hoe u de pagina's wilt inbinden.
8. Klik op OK als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten.
9. Klik op OK of Afdrukken.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Met handmatig dubbelzijdig afdrukken kunt u een document afdrukken op beide zijden van het papier. De printer drukt de
oneven pagina's van het document af op de voorzijde van het papier. Plaats vervolgens het document opnieuw in de
printer met de lege zijde naar beneden. Druk de even pagina's van het document af op de achterzijde van het papier.
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
5. Klik op de tab Geavanceerd en schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in.
6. Selecteer Handmatig in de keuzelijst.
7. Selecteer hoe u de pagina's wilt inbinden.
8. Klik op OK als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten.
9. Klik op OK of Afdrukken.
10. Als alle oneven pagina's zijn uitgevoerd, volgt u de aanwijzingen op het scherm.
Afbeeldingen afdrukken als een poster van meerdere pagina's
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Selecteer Poster in de keuzelijst Indeling op het tabblad Geavanceerd.
6. Selecteer het formaat van de poster.
7. Voer op de tabbladen Printerinstelling en Geavanceerd eventuele extra wijzigingen door voor het document.
8. Klik op OK als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten.
9. Klik op OK of Afdrukken.
Banners afdrukken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats papier in de printer. Zie voor meer informatie Bannerpapier in de printer plaatsen
.
3. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Selecteer op het tabblad Geavanceerd de optie Banner in de keuzelijst Indeling en selecteer vervolgens Letter
(banner) of A4 (banner) in de keuzelijst Formaat bannerpapier.
6. Voer op de tabbladen Printerinstelling en Geavanceerd eventuele extra wijzigingen door voor het document.
7. Klik op OK als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten.
8. Klik op OK of Afdrukken.
OPMERKING: Als het afdrukken op de printer is gestart, wacht u totdat de voorste rand van de banner uit de
printer wordt gevoerd. Vouw het papier vervolgens voorzichtig uit tot op de vloer voor de printer.
Problemen oplossen
Installatieproblemen
Algemene problemen
Foutberichten
Afdrukkwaliteit verbeteren
Algemene richtlijnen voor het selecteren of plaatsen van afdrukmateriaal
Voorkomt dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd
Als de printer niet werkt wanneer u deze gebruikt in combinatie met een computer, controleert u of de printer juist is
aangesloten op het stopcontact en op de computer.
Installatieproblemen
Computerproblemen
Controleer of de printer compatibel is met de computer.
De printer ondersteunt Windows XP Professional x64, Windows XP, Windows 2000 en Windows Vista.
Controleer of de printer en de computer zijn ingeschakeld.
Controleer de USB-kabel.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de printer en de computer.
Schakel de computer uit, sluit de USB-kabel opnieuw aan zoals wordt aangegeven op de poster Printer instellen en
start de computer opnieuw op.
Installeer de software handmatig als het installatievenster voor de software niet automatisch wordt
weergegeven.
1. Plaats de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's in de computer.
2. Windows XP: klik op Start® Deze computer.
Windows 2000: dubbelklik op Deze computer op het bureaublad.
Windows Vista: klik op
® Computer
3. Dubbelklik op het pictogram van het cd-rom-station en dubbelklik op setup.exe.
4. Als het venster voor de installatie van de printersoftware wordt weergegeven, klikt u op Persoonlijke installatie of
Netwerkinstallatie.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Controleer of de printersoftware is geïnstalleerd.
Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers.
Voor Windows Vista:
1. Klik op
® Programma's.
2. Klik op Dell printers.
Als de printer niet in de lijst met printers wordt weergegeven, is de printersoftware niet geïnstalleerd. Installeer de
printersoftware. Zie voor meer informatie Software verwijderen en opnieuw installeren
.
Los de communicatieproblemen tussen de printer en de computer op.
Maak de USB-kabel los van de printer en de computer. Sluit de printer weer aan op de computer met de USB-kabel.
Schakel de printer uit. Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker weer in
het stopcontact en schakel de printer in.
Start de computer opnieuw op.
Stel de printer in als standaardprinter.
1. Windows XP: klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Printers en faxapparaten.
Windows 2000: klik op Start® Instellingen® Printers.
Windows Vista:
a. Klik op
® Configuratiescherm
b. Klik op Hardware and Sound (Hardware en geluid).
c. Klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en selecteer Set as Default Printer (Instellen als
standaardprinter).
Printer drukt niet af en er zijn afdruktaken vastgelopen in de afdrukwachtrij.
Controleer of de printer meerdere malen is geïnstalleerd op de computer.
1. Windows XP: klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Printers en faxapparaten.
Windows 2000: klik op Start® Instellingen® Printers.
Windows Vista:
a. Klik op
® Configuratiescherm
b. Klik op Hardware and Sound (Hardware en geluid).
c. Klik op Printers.
2. Controleer of er meerdere objecten zijn voor de printer.
3. Druk een taak af met elk van deze objecten om te controleren welke printer actief is.
4. Stel het betreffende printerobject in als de standaardprinter door met de rechtermuisknop op het pictogram van de
printer te klikken en Instellen als standaardprinter te kiezen.
5. Verwijder de overige objecten door met de rechtermuisknop op de naam van de printer te klikken en Verwijderen
te kiezen.
Als u wilt voorkomen dat de printer meerdere malen wordt weergegeven in de map Printers, sluit u de USB-kabel
altijd aan op de USB-poort die oorspronkelijk voor de printer is gebruikt. Installeer printerstuurprogramma's niet
meerdere keren vanaf de cd Stuurprogramma's en hulpprogramma's.
Printerproblemen
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op de printer en het stopcontact.
Controleer of de printer in de wachtstand staat of onderbroken is.
1. Windows XP: klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Printers en faxapparaten.
Windows 2000: klik op Start® Instellingen® Printers.
Windows Vista:
a. Klik op
® Configuratiescherm
b. Klik op Hardware and Sound (Hardware en geluid).
c. Klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer.
3. Controleer of Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd. Als Afdrukken onderbreken is geselecteerd, klikt u
op de optie om deze uit te schakelen.
Controleer of er lampjes knipperen op de printer.
Zie voor meer informatie Foutberichten.
Controleer of u de inktcartridges juist hebt geplaatst en de sticker en tape van de cartridges hebt
verwijderd.
Controleer of het papier correct in de printer is geplaatst.
Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen.
Controleer of de printer niet is aangesloten op een PictBridge-camera.
Zie voor meer informatie Foto's afdrukken vanaf een PictBridge-camera.
Algemene problemen
Printerproblemen
Controleer de inktvoorraden en installeer zo nodig nieuwe inktcartridges.
Zie voor meer informatie
Dell inktbeheersysteem.
Inktcartridges vervangen.
Verwijder de vellen papier uit de papieruitvoerlade.
Verwijder voor de volgende materiaalsoorten de afzonderlijke vellen zodra ze worden uitgevoerd en laat de vellen drogen
om te voorkomen dat de inkt gaat vlekken:
Fotopapier
Glossy papier
Transparanten
Etiketten
Enveloppen
Opstrijktransfers
Maak meer ruimte vrij op de computer wanneer de afdruksnelheid laag is
Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt.
Gebruik minder afbeeldingen of kleinere afbeeldingen in het document.
Breid het RAM-geheugen (Random Access Memory) van de computer uit.
Verwijder zo veel mogelijk ongebruikte lettertypen van het systeem.
Verwijder de printersoftware en installeer de software opnieuw. Zie voor meer informatie Software verwijderen en
opnieuw installeren.
Selecteer een lagere afdrukkwaliteit. Zie voor meer informatie Voorkeursinstellingen voor afdrukken gebruiken.
Controleer of het papier correct in de printer is geplaatst.
Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen.
Problemen met kopiëren
Controleer of er lampjes knipperen of foutberichten worden weergegeven op de printer.
Zie voor meer informatie Foutberichten.
Controleer of de glasplaat schoon is.
Als de glasplaat vies is, maakt u deze schoon met een vochtige, schone en pluisvrije doek.
Gebruik de optie Patronen verwijderen om afbeeldingspatronen te verwijderen uit tijdschriften of
kranten.
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
3. Klik op Meer kopieerinstellingen weergeven en vervolgens op Geavanceerd.
Het dialoogvenster Geavanceerde kopieerinstellingen wordt geopend.
4. Selecteer Afbeeldingspatronen verwijderen bij scans uit tijdschrift/krant (effenen) op het tabblad
Afbeeldingspatronen en klik op OK.
5. Klik op Nu kopiëren.
Controleer of het document of de foto correct op de glasplaat of in de ADI is geplaatst.
Zie voor meer informatie over het plaatsen van originelen:
Op de glasplaat.
In de ADI.
Controleer de papierformaten.
Controleer of het gebruikte papierformaat overeenkomt met het formaat dat u hebt geselecteerd op het bedieningspaneel
of in het Dell Takencentrum.
Problemen met scannen
Controleer of er lampjes knipperen of foutberichten worden weergegeven op de printer.
Zie voor meer informatie Foutberichten.
Controleer de USB-kabel.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de printer en de computer.
Schakel de computer uit, sluit de USB-kabel opnieuw aan zoals wordt aangegeven op de poster Printer instellen en
start de computer opnieuw op.
Controleer of de printersoftware is geïnstalleerd.
Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers.
Voor Windows Vista:
1. Klik op
® Programma's.
2. Klik op Dell printers.
Als de printer niet in de lijst met printers wordt weergegeven, is de printersoftware niet geïnstalleerd. Installeer de
printersoftware. Zie voor meer informatie Software verwijderen en opnieuw installeren
.
Los de communicatieproblemen tussen de printer en de computer op.
Maak de USB-kabel los van de printer en de computer. Sluit de printer weer aan op de computer met de USB-kabel.
Schakel de printer uit. Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact. Steek de stekker weer in
het stopcontact en schakel de printer in.
Start de computer opnieuw op.
Verlaag de scanresolutie als het scannen te lang duurt of als de computer vastloopt.
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
3. Klik op Meer scaninstellingen weergeven.
4. Selecteer een lagere scanresolutie in het menu Scankwaliteit selecteren.
5. Klik op Nu scannen.
Verhoog de scanresolutie als de kwaliteit van de gescande afbeelding slecht is.
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
3. Klik op Meer scaninstellingen weergeven.
4. Selecteer een hogere scanresolutie in het menu Scankwaliteit selecteren.
5. Klik op Nu scannen.
Gebruik de optie Patronen verwijderen om afbeeldingspatronen te verwijderen uit tijdschriften of
kranten.
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
3. Klik Meer scaninstellingen weergeven en klik op Geavanceerd.
Het dialoogvenster Geavanceerde scaninstellingen wordt geopend.
4. Selecteer Afbeeldingspatronen verwijderen bij scans uit tijdschrift/krant (effenen) op het tabblad
Afbeeldingspatronen en klik op OK.
5. Klik op Nu scannen.
Selecteer een andere toepassing als scannen naar een toepassing mislukt.
Bedieningspaneel gebruiken
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Scannen en druk op de knop Selecteren .
2. Druk op de knop Selecteren
.
3. Blader in het menu Modus Scannen met de pijl omhoog of omlaag
naar Scannen naar en druk op de pijl
naar links of rechts om een andere toepassing te selecteren.
Computer gebruiken
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
3. Selecteer in de keuzelijst Gescande afbeeldingen verzenden naar een andere toepassing.
OPMERKING: Als het gewenste programma niet wordt weergegeven, selecteert u Verder zoeken in de keuzelijst.
Klik op Toevoegen in het volgende venster om het programma te selecteren en aan de lijst toe te voegen.
Controleer of het document of de foto correct op de glasplaat of in de ADI is geplaatst.
Zie voor meer informatie over het plaatsen van originelen:
Op de glasplaat.
In de ADI.
Controleer of de glasplaat schoon is.
Als de glasplaat vies is, maakt u deze schoon met een vochtige, schone en pluisvrije doek.
Problemen met faxen
Controleer of u zowel de printer als de computer hebt ingeschakeld en of de USB-kabel correct is
aangesloten.
Controleer of de computer is aangesloten op een werkende analoge telefoonlijn.
Als u de faxfunctie wilt gebruiken, moet de computer een telefoonverbinding met de faxmodem hebben.
Wanneer u een DSL-breedbandverbinding, bijvoorbeeld ADSL, gebruikt, moet een ADSL-filter op het telefoonsnoer
zijn aangesloten. Neem contact op met uw internetaanbieder voor meer informatie.
Controleer of de computer niet is verbonden met internet via een inbelmodem wanneer u een fax wilt verzenden.
Wanneer u een externe modem gebruikt, controleert u of deze is ingeschakeld en juist is aangesloten
op de computer.
Wanneer het geheugen van de printer vol is, drukt u een faxactiviteitenrapport af en verzendt u de
pagina's die nog niet zijn verzonden.
Als u kleurenpagina's verzendt, stelt u de printer in zodat de originele documenten worden gescand
na het kiezen.
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstellingen en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Bellen en verzenden en druk op de knop Selecteren .
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Scannen. Blader vervolgens met de pijl naar links of rechts
naar Na bellen.
5. Druk op de knop Vorige
om de wijzigingen op te slaan.
OPMERKING: deze instelling wordt gebruikt voor alle volgende faxtaken.
Als nummerweergave niet werkt, controleert u of u het juiste patroon voor nummerweergave hebt
geselecteerd.
Het detectiepatroon wordt bepaald aan de hand van het land of de regio die u hebt geselecteerd tijdens de eerste
installatie. Als telefoons in uw land twee detectiepatronen gebruiken, neemt u contact op met de telecomaanbieder voor
informatie over het detectiepatroon dat moet worden gebruikt.
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstellingen en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Bellen en antwoorden en druk op de knop Selecteren .
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Patroon nummerweergave. Blader vervolgens met de pijl naar
links of rechts om een optie te selecteren.
Selecteer Patroon 1 als de telefoons in uw land gebruikmaken van een detectiepatroon met FSK (frequency-
shift keying).
Selecteer Patroon 2 als de telefoons in uw land gebruikmaken van een detectiepatroon met DTMF (dual tone
multifrequency).
5. Druk op de knop Vorige
.
Stel de kwaliteit van de uitgaande fax in op Extra fijn.
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Faxen en druk op de knop Selecteren .
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Faxinst. bewerken en druk op de knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Kwaliteit. Blader met de pijl naar links of rechts naar
Extra fijn.
4. Druk op de knop Vorige
.
Als de kwaliteit van de ontvangen fax nog steeds slecht is, wordt dit wellicht veroorzaakt door het ontvangende
faxapparaat. Wijzigingen die u aanbrengt op de printer, zijn niet van invloed op de kwaliteit van faxen bij de ontvanger.
Netwerkproblemen
Controleer de kabelaansluitingen.
Printer is aangesloten op een netwerkadapter:
Controleer of de Ethernet- en de USB-kabel niet zijn beschadigd.
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel stevig in de printer en het andere uiteinde in de netwerkadapter.
Steek het ene uiteinde van de Ethernet-kabel stevig in de netwerkadapter en het andere uiteinde in de netwerkhub
of de wandaansluiting.
Printer is aangesloten op een computer die is verbonden met het netwerk:
Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd.
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel stevig in de printer en het andere uiteinde in de computer.
Controleer de netwerkverbinding.
Controleer of de printer is aangesloten op een werkende netwerkverbinding.
Raadpleeg de documentatie bij de netwerkadapter voor informatie over installatie en gebruik van de
netwerkadapter.
Problemen met geheugenkaarten
Controleer of de geheugenkaart die u gebruikt, geschikt is voor de printer.
Zie voor meer informatie Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-sleutel.
Plaats per keer slechts één geheugenkaart in de printer.
Schuif de geheugenkaart in de printer tot deze niet meer verder kan.
De printer kan de informatie op de geheugenkaart niet lezen als deze niet correct in de geheugenkaartsleuf is geplaatst.
Als u afbeeldingen afdrukt vanaf een geheugenkaart, moet de bestandsindeling van de afbeeldingen
worden ondersteund door de printer.
U kunt alleen JPG-afbeeldingen of afbeeldingen in bepaalde TIFF-indelingen rechtstreeks afdrukken vanaf de
geheugenkaart. Voor het afdrukken van foto's in een andere bestandsindeling vanaf de geheugenkaart moeten de foto's
eerst worden overgezet naar uw computer.
Controleer of de printer niet is aangesloten op een PictBridge-camera.
Zie voor meer informatie Foto's afdrukken vanaf een PictBridge-camera.
Problemen met papier
Controleer of het papier correct in de printer is geplaatst.
Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen.
Gebruik alleen papier dat geschikt is voor de printer.
Zie voor meer informatie Richtlijnen voor het plaatsen van afdrukmateriaal.
Gebruik een kleinere hoeveelheid papier wanneer u meerdere pagina's afdrukt.
Zie voor meer informatie Richtlijnen voor het plaatsen van afdrukmateriaal.
Controleer of het papier niet is gevouwen, gescheurd of beschadigd.
Controleer of er papier is vastgelopen.
Als er papier is vastgelopen bij de papierinvoerlade:
1. Verwijder de papierlade.
2. Trek stevig aan het papier om het te verwijderen.
3. Plaats de papierlade terug.
4. Druk op de knop Selecteren
.
5. Verzend de afdruktaak opnieuw om eventuele ontbrekende pagina's af te drukken.
Verwijder als volgt het papier wanneer u niet ziet waar het is vastgelopen:
1. Schakel de printer uit.
2. Til de printereenheid op.
3. Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer.
4. Sluit de printereenheid.
5. Schakel de printer in en druk het document opnieuw af.
Als er papier is vastgelopen in de duplexeenheid of bij de toegangsklep aan de achterkant:
1. Als u een duplexeenheid gebruikt, verwijdert u deze.
2. Open de achterste toegangsklep.
3. Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer.
4. Sluit de achterste toegangsklep.
5. Plaats de duplexeenheid terug.
6. Druk op de knop Selecteren
om verder te gaan met afdrukken.
Als er papier is vastgelopen bij de ADI:
1. Til de ADI-klep aan de linkerkant van de ADI-invoerlade op.
2. Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer.
3. Sluit de ADI-klep.
4. Druk op de knop Selecteren
.
5. Verzend de afdruktaak opnieuw om eventuele ontbrekende pagina's af te drukken.
Foutberichten
Foutbericht Betekenis Oplossing
Uitlijningsfout.
Controleer of de tape is
verwijderd van de cartridges.
Voer de reinigingsprocedure enige
malen uit of raadpleeg
probleemoplossing. Kies
voor
nogmaals
De tape is niet verwijderd van de
inktcartridges voordat de cartridges
zijn geïnstalleerd.
Verwijder de tape van de inktcartridges. Zie
voor meer informatie Inktcartridges
vervangen.
Er is een probleem opgetreden
tijdens het lezen van de
geheugenkaart. Controleer of de
kaart correct is geplaatst en niet
is beschadigd
De geheugenkaart is in de verkeerde
sleuf geplaatst.
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
in de juiste sleuf. Zie voor meer informatie
Foto's afdrukken
.
Geen geldige foto's gevonden. De geheugenkaart of de USB-sleutel
bevat geen ondersteunde bestanden.
Zorg ervoor dat uw foto's zijn opgeslagen
als JPG of TIFF.
Kan bestand niet ophalen bij
massageheugeneenheid.
De computer kan een bestand niet
ophalen van een geheugenkaart of
USB-sleutel.
Controleer of de geheugenkaart en de USB-
sleutel niet beschadigd zijn.
Kan geen MS Office-toepassing
vinden om af te drukken.
De computer kan geen toepassing
vinden om af te drukken.
Controleer of de geheugenkaart en de USB-
sleutel bestanden bevatten met de extensie
*.DOC, *.XLS of *.PPT.
Het aangesloten apparaat is geen
PictBridge-apparaat of een
ondersteund apparaat voor
Sluit een PictBridge-camera of een USB-
sleutel aan op de PictBridge-poort.
massaopslag. Maak het apparaat
los en raadpleeg de
gebruikershandleiding.
Maak het apparaat los als u
andere printerfuncties wilt
gebruiken.
Er is een niet-ondersteund apparaat
aangesloten op de PictBridge-poort.
Verwijder het niet-ondersteunde apparaat.
Fout met papier-/fotoformaat
Wijzig papier-/foto-instelling in
camera of std.inst. van de printer
Het formaat van de foto is groter dan
het ingestelde papierformaat.
Selecteer een fotoformaat dat kleiner is
dan het papierformaat.
Selecteer een papierformaat dat groter
is dan het fotoformaat. Als u een
afbeelding zonder rand wilt afdrukken,
selecteert u een papierformaat dat gelijk
is aan het formaat van de foto.
Het aangesloten apparaat is geen
ondersteund Bluetooth-apparaat.
Maak het los en raadpleeg de
gebruikershandleiding
Sluit een USB-Bluetooth-adapter aan op de
PictBridge-poort.
Linkercartridge ontbreekt. Plaats
een zwarte of foto-inktcartridge
Plaats een zwarte of foto-inktcartridge in de
linkercartridgehouder. Zie voor meer
informatie Inktcartridges vervangen
.
Rechtercartridge ontbreekt. Plaats
een kleureninktcartridge.
Plaats een kleureninktcartridge in de
rechtercartridgehouder. Zie voor meer
informatie Inktcartridges vervangen
.
Fout linkercartridge. Vervang
cartridge.
Fout rechtercartridge. Vervang
cartridge.
De cartridge is in de verkeerde
cartridgehouder geplaatst. Plaats de zwarte
of foto-inktcartridge in de linkerhouder en
de kleureninktcartridge in de rechterhouder.
Zie voor meer informatie Inktcartridges
vervangen.
Controleer op obstructies en kies
.
Er heeft zich een houderstoring in de
printkop voorgedaan.
Verhelp de houderstoring en druk vervolgens
op de knop Selecteren .
Fout XXXX Als op de display Fout gevolgd door
een viercijferige code wordt
weergegeven, is er een geavanceerde
fout opgetreden.
Neem contact op met de
klantenondersteuning. Ga voor meer
informatie naar support.dell.com
.
Papierstoring Er is papier vastgelopen in de printer. Verwijder het vastgelopen papier. Zie voor
meer informatie Controleer of er papier is
vastgelopen..
Verwijder vastgelopen papier uit
de automatische documentinvoer
en druk op
.
Verwijder het vastgelopen papier uit de ADI.
Inkt is bijna op De inktcartridge bevat bijna geen inkt
meer. Het bericht Inkt is bijna op
wordt weergegeven wanneer de
inktcartridges nog ongeveer 25
procent, 15 procent en 10 procent inkt
bevatten.
Vervang de inktcartridge. Zie voor meer
informatie Inktcartridges vervangen
.
Document in geheugen. Vervang
de cartridge als u wilt afdrukken.
Er is onvoldoende inkt om de
afdruktaak te voltooien.
Vervang de inktcartridge en lijn de nieuwe
cartridges uit. De resterende pagina's
worden vervolgens afgedrukt.
Papier is op Als u een optionele papierinvoerlade
hebt geïnstalleerd en u hebt papier in
beide laden geplaatst, is Lade
koppelen niet ingeschakeld.
Schakel Lade koppelen in. Zie voor meer
informatie Informatie over lade koppelen
.
Fout met afdrukmateriaal U hebt Lade koppelen ingeschakeld en
de papiersoort ingesteld op
Automatisch of Automatisch
vaststellen, maar het geplaatste
papier is geen normaal papier.
Druk op de knop Selecteren
om verder
te gaan met afdrukken. Druk anders op de
knop Annuleren
en plaats normaal
papier in de printer.
Onvoldoende geheugen. Er is onvoldoende geheugen om alle
originelen te scannen die in de ADI zijn
Druk op de knop Selecteren
om de
Afdrukkwaliteit verbeteren
Als u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit van uw documenten, kunt u op verschillende manieren de kwaliteit
verbeteren.
Gebruik het juiste papier. Zo kunt u Dellâ„¢ Premium fotopapier gebruiken als u foto's afdrukt met een foto-
inktcartridge.
Gebruik zwaarder, helderwit of coated papier. Gebruik Dell Premium fotopapier als u foto's afdrukt.
OPMERKING: Dell Premium fotopapier is mogelijk niet overal verkrijgbaar.
Selecteer een hogere afdrukkwaliteit.
U selecteert als volgt een hogere afdrukkwaliteit:
1. Open het gewenste bestand en klik op Bestand® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend.
2. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of
besturingssysteem).
Het dialoogvenster Printereigenschappen wordt geopend.
3. Selecteer op het tabblad Printerinstelling een hogere kwaliteitsinstelling.
4. Druk het document nogmaals af.
5. Probeer de inktcartridges uit te lijnen of te reinigen als de afdrukkwaliteit niet verbetert. Zie Inktcartridges uitlijnen
en Spuitopeningen reinigen voor meer informatie.
Ga voor meer oplossingen naar support.dell.com.
Kan meerdere exemplaren niet
voltooien. Druk op
.
geplaatst.
gescande pagina's af te drukken. Plaats de
pagina's die niet zijn gescand, opnieuw in de
printer en maak hier kopieën van.
Faxen in geheugen.
Plaats normaal papier en kies
.
De printer heeft inkomende faxen
ontvangen, maar er is geen normaal
papier in de invoerlade geplaatst.
Plaats normaal papier in de invoerlade en
druk op de knop Selecteren
.
Fax ontvangen. Plaats papier,
kies formaat om fax af te
drukken.
Er is een inkomende fax, maar het
geplaatste papier wordt niet
ondersteund.
Plaats normaal papier van het formaat A4,
Letter of Legal in de invoerlade en selecteer
het papierformaat.
Faxmodus niet ondersteund De optie Autom. faxconversie is
uitgeschakeld en de ontvangende fax
ondersteunt de kleur of de resolutie
van de fax die u verzendt, niet.
Schakel Autom. faxconversie in.
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl
omhoog of omlaag
naar Faxen en
druk op de knop Selecteren
.
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Faxinstellingen en druk op de
knop Selecteren .
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Bellen en verzenden en druk op
de knop Selecteren .
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Autom. faxconversie. Blader met
de pijl naar links of rechts
naar
Aan.
5. Druk op de knop Vorige
.
Algemene richtlijnen voor het selecteren of plaatsen van
afdrukmateriaal
Als u probeert op vochtig, omgekruld, gekreukeld of gescheurd papier af te drukken kan het papier vastlopen en kan
de afdrukkwaliteit verminderen.
Gebruik voor de beste afdrukkwaliteit alleen kopieerpapier van hoge kwaliteit.
Gebruik geen papier met reliëf, perforaties of met een textuur die te glad of te ruw is. Dergelijk papier kan
vastlopen.
Bewaar papier in de verpakking tot u het gaat gebruiken. Plaats dozen op pallets of planken en niet op de vloer.
Plaats geen zware objecten bovenop het materiaal, ongeacht of dit is verpakt.
Houd papier uit de buurt van vocht of andere omstandigheden waardoor het papier kan kreukelen of omkrullen.
Bewaar niet-gebruikt papier bij een temperatuur van 15°C tot 30°C (59°F en 86°F). De relatieve luchtvochtigheid
moet tussen 10% en 70% zijn.
Als u het papier bewaart, moet u een waterdichte verpakking, zoals een plastic bak of zak, gebruiken om te
voorkomen dat het papier beschadigd wordt door stof en vocht.
Voorkomt dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd
Doorgaans kunt u als volgt voorkomen dat papier vastloopt of verkeerd wordt ingevoerd:
Gebruik papier dat voldoet aan de richtlijnen voor afdrukmateriaal van de printer.
Zorg dat het materiaal goed in de invoerlade is geplaatst.
Plaats niet te veel papier in de invoerlade.
Verwijder het materiaal niet uit de invoerlade tijdens het afdrukken.
Waaier het papier uit en zorg dat u een rechte stapel papier in de printer plaatst.
Gebruik geen gekreukeld, vochtig of omgekruld papier.
Plaats het materiaal volgens de aanwijzingen voor de printer.
Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-sleutel
Foto's afdrukken
Foto's aanpassen voor afdrukken
Microsoft Office-bestanden afdrukken
De meeste digitale camera's gebruiken een geheugenkaart voor het opslaan van foto's. De printer ondersteunt de
volgende digitale media:
Compact Flash Type I en II
Memory Stick
Memory Stick PRO
Memory Stick Duo (met adapter)
Mini SD (met adapter)
Microdrive
Secure Digital
MultiMedia-kaart
xD Picture-kaart
Geheugenkaarten moeten met het label naar boven worden geplaatst. De kaartlezer heeft vier sleuven waarin deze media
kunnen worden geplaatst en een klein lampje dat knippert wanneer de kaart wordt gelezen of wanneer er
gegevensoverdracht plaatsvindt.
USB-flashstations kunt u in de PictBridge-aansluiting plaatsen om toegang te krijgen tot informatie die is opgeslagen op
USB-flashstations.
Als u een geheugenkaart of USB-geheugensleutel plaatst, schakelt de printer automatisch over naar de modus Foto.
Foto's afdrukken
Foto's weergeven of afdrukken
1. Plaats een geheugenkaart of een USB-sleutel in de printer.
De modus Foto wordt automatisch ingeschakeld.
2. Druk op de knop Selecteren
om het menu van de modus Fotokaart weer te geven.
OPMERKING: Plaats niet meer dan één geheugenkaart tegelijkertijd. Plaats geen geheugenkaart in de printer als er
al een USB-sleutel is geplaatst.
OPMERKING: plaats geen USB-sleutel in de printer als er al een geheugenkaart is geplaatst.
KENNISGEVING: Verwijder de geheugenkaart of USB-sleutel niet, en raak het gebied met de geheugenkaart of
USB-sleutel op de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar deze apparaten.
De gegevens kunnen anders beschadigd worden.
OPMERKING: De printer ondersteunt de gegevensindeling FAT32. Bestanden die zijn opgeslagen in de NTFS-
indeling moeten worden geconverteerd naar de indeling FAT32.
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Foto's zoeken en afdrukken en druk vervolgens op de knop
Selecteren .
4. Blader met de pijl naar links of rechts
door de foto's die zijn opgeslagen op de geheugenkaart of USB-sleutel.
5. Druk op de knop Selecteren om een foto te selecteren die u wilt afdrukken.
6. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar het gewenste aantal exemplaren.
7. Druk op de knop Starten .
Foto's opslaan op de computer
1. Plaats een geheugenkaart of USB-sleutel in de printer. De modus Foto wordt automatisch ingeschakeld.
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Foto's opslaan op de computer en druk vervolgens op de knop
Selecteren .
3. Druk op de knop Starten
.
Geheugenkaartbeheer wordt gestart op de computer.
4. Volg de aanwijzingen in het dialoogvenster Geheugenkaartbeheer voor meer informatie over het overdragen van
foto's naar uw computer.
Diavoorstelling weergeven
U kunt een diavoorstelling weergeven van de foto's die zijn opgeslagen op een geheugenkaart of USB-sleutel.
1. Plaats een geheugenkaart of een USB-sleutel in de printer. De modus Foto wordt automatisch ingeschakeld.
2. Druk op de knop Selecteren
om het menu van de modus Fotokaart weer te geven.
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Diavoorstelling weergeven en druk vervolgens op de knop
Selecteren .
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar de gewenste snelheid voor de diavoorstelling en druk vervolgens
op de knop Selecteren .
Alle foto's afdrukken
1. Plaats een geheugenkaart of USB-sleutel in de printer. De modus Foto wordt automatisch ingeschakeld.
2. Druk op de knop Selecteren
om het menu van de modus Fotokaart weer te geven.
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Alle foto's afdrukken en druk vervolgens op de knop
Selecteren .
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar het aantal foto's dat op een pagina moet worden afgedrukt en
druk vervolgens op de knop Selecteren .
OPMERKING: U kunt alleen foto's die zijn opgeslagen in de JPG-indeling rechtstreeks afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-sleutel. Als u foto's in een andere bestandsindeling wilt afdrukken vanaf de
geheugenkaart of de USB-sleutel, moeten de foto's eerst worden overgezet naar uw computer.
DPOF-selectie afdrukken
Als uw camera ondersteuning voor DPOF biedt, kunt u opgeven welke foto's, en hoeveel exemplaren, moeten worden
afgedrukt terwijl de geheugenkaart nog in de camera is geplaatst. Deze instellingen worden herkend wanneer u de
geheugenkaart in de printer plaatst.
OPMERKING: als u een papierformaat hebt opgegeven in de DPOF-selectie, moet u controleren of het formaat van
het papier in de printer niet kleiner is dan dit formaat.
1. Plaats een geheugenkaart in de printer. De modus Foto wordt automatisch ingeschakeld.
2. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Cameraselectie afdrukken en druk vervolgens op de knop
Selecteren .
3. Druk op de knop Selecteren
om de opgegeven DPOF-selectie weer te geven.
Er wordt een voorbeeld van de afdruktaak weergegeven.
4. Druk op de knop Starten om de foto's af te drukken.
Foto's aanpassen voor afdrukken
1. Plaats een geheugenkaart of een USB-sleutel in de printer. De modus Foto wordt automatisch ingeschakeld.
2. Druk op de knop Selecteren
om het menu van de modus Fotokaart weer te geven.
3. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Foto's zoeken en afdrukken en druk vervolgens op de knop
Selecteren .
4. Blader met de pijl naar links of naar rechts
naar de foto die u wilt bewerken en druk op de knop Selecteren
.
5. Druk op de knop Menu
.
6. Blader in het Menu Foto met de pijl omhoog of omlaag
naar Foto bewerken en druk op de knop Selecteren
.
De menu-items verschijnen naast de foto die u wilt bewerken.
7. Blader met de pijl omhoog of omlaag door de menu-items.
8. Blader met de pijl naar links of rechts door de opties van elk menu-item.
9. Druk op de knop Vorige .
Microsoft Office-bestanden afdrukken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats een geheugenkaart in een geheugenkaartsleuf van de printer of een USB-sleutel in de PictBridge-poort van
OPMERKING: U kunt alleen JPG-afbeeldingen of afbeeldingen in bepaalde TIFF-indelingen rechtstreeks afdrukken
vanaf de geheugenkaart of USB-sleutel. Als u foto's in een andere bestandsindeling wilt afdrukken vanaf de
geheugenkaart of de USB-sleutel, moeten de foto's eerst worden overgezet naar uw computer.
de printer.
De printer schakelt automatisch over naar de modus Bestanden afdrukken als de geheugenkaart of USB-sleutel
alleen Microsoft Office-bestanden bevat. Alleen Microsoft Office-bestanden met de bestandsextensies *.DOC, *.XLS
en *.PPT. worden herkend.
OPMERKING: Als de geheugenkaart of USB-sleutel foto's bevat, schakelt de printer automatisch over naar de
modus Foto. Druk op de knop Vorige
om het menu Foto af te sluiten, blader met de pijl omhoog of
omlaag
naar Bestanden afdrukken en druk op de knop Selecteren .
3. Druk op de knop
om het menu van de modus Bestanden afdrukken te openen.
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar het bestand dat u wilt afdrukken.
5. Druk op de knop Starten .
Specificaties
Overzicht Omgevingsspecificaties
Omgevingsspecificaties Geheugenspecificaties en -vereisten
Stroomverbruik en -vereisten Materiaalsoorten en -formaten
Mogelijkheden van de faxfunctie Kabels
Mogelijkheden van de afdruk- en scanmodus
Overzicht
Omgevingsspecificaties
Stroomverbruik en -vereisten
Geheugen
32 MB SDRAM
4 MB FLASH
4 MB Fax
Aansluiting USB 2.0 High-Speed
Verwerkingscapaciteit (gemiddeld) 5000 pagina's per maand
Levensduur van de printer
Printer: 18.000 pagina's
Scanner: 18.000 scans
ADI: 18.000 scans
Temperatuur/relatieve luchtvochtigheid
Toestand Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (niet-condenserend)
Werking 16 °C tot 32 °C 8 tot 80%
Opslag 1 °C tot 60 °C 5 tot 80%
Vervoer -40 °C tot 60 °C 5 tot 100%
Wisselstroominvoer 90–255 V
Frequentie 47 Hz tot 63 Hz
Minimale wisselstroominvoer 90 VAC
Maximale wisselstroominvoer 255 VAC
Maximale invoer 1,0 A
Gemiddeld stroomverbruik
Stand-bymodus < 10 W
Mogelijkheden van de faxfunctie
Wanneer u scant of faxt, wordt het document met 200 dpi (dots per inch) gescand. U kunt zwart-witdocumenten faxen.
Als u de faxfunctie wilt gebruiken, moet de printer toegang hebben tot een computer waarop een actieve, analoge
telefoonlijn is aangesloten.
Mogelijkheden van de afdruk- en scanmodus
Met deze printer kunt u scannen met resoluties tussen 72 en 19.200 dpi. Dellâ„¢ raadt u echter aan de standaardresolutie
te gebruiken.
Omgevingsspecificaties
De printer ondersteunt de volgende besturingssystemen:
Windows XP Professional x64
Windows XP
Windows 2000
Windows Vista
Geheugenspecificaties en -vereisten
Uw besturingssysteem moet voldoen aan de minimale systeemvereisten.
Bedrijfsmodus < 32 W
OPMERKING: als u faxt via een telefoonlijn die is aangesloten op een DSL-modem, moet u een DSL-filter
installeren om storingen van het signaal voor de analoge fax te voorkomen.
OPMERKING: ISDN-modems (Integrated Service Digital Network) en kabelmodems zijn geen faxmodems en
worden niet ondersteund voor faxen.
Afdruk- en scanresolutie Scanresolutie Afdrukresolutie
Fotopapier/glossy papier Alle andere materiaalsoorten
Concept 150 x 150 dpi 600 x 600 dpi 300 x 600 dpi
Normaal 300 x 300 dpi 1200 x 1200 dpi 600 x 600 dpi
Foto 600 x 600 dpi 4800 x 1200 dpi 1200 x 1200 dpi
Besturingssysteem Processorsnelheid (MHz) RAM
(MB)
Vaste schijf
Windows XP
Professional x64
AMD Athlon 64, AMD Opteron, Intel Xeon met ondersteuning van Intel
EM64T of Intel Pentium 4 met ondersteuning van Intel EM64T
256 1,5 GB
Windows XP Pentium II 300 128 500 MB
Windows 2000 Pentium II 233 128 500 MB
Windows Vista 800 MHz 512 20 GB (15 GB
vrije ruimte)
Materiaalsoorten en -formaten
Kabels
U dient voor uw printer een USB-kabel (Universal Serial Bus) (apart verkrijgbaar) te gebruiken.
Materiaalsoort: Ondersteunde formaten: Maximumaantal:
Normaal papier
Letter: 8,5 x 11 inch (216 x 279 mm)
A4 8,27 x 11.69 inch (210 x 297 mm)
Legal: 8,5 x 14 inch (216 x 355,6 mm)
150 vellen
Bannerpapier
A4 (banner)
Letter (banner)
20 vellen
Enveloppen
9-enveloppen: 3 7/8 x 8 7/8 inch
10-enveloppen: 4 1/8 x 9 1/2 inch
6 3/4-enveloppen: 3 1/4 x 6 1/2 inch
7 3/4-enveloppen: 3 7/8 x 7 1/2 inch
A2 Baronial-enveloppen: 111 x 146 mm
B5-enveloppen: 176 x 250 mm
C5-enveloppen: 162 x 229 mm
C6-enveloppen: 114 x 162 mm
DL-enveloppen: 110 x 220 mm
Chokei 3-enveloppen: 120 x 235 mm
Chokei 4-enveloppen: 90 x 205 mm
Chokei 40-enveloppen: 90 x 225 mm
Kakugata 3-enveloppen: 216 x 277 mm
Kakugata 4-enveloppen: 197 x 267 mm
Kakugata 5-enveloppen: 190 x 240 mm
Kakugata 6-enveloppen: 162 x 229 mm
10 enveloppen
Wenskaarten, indexkaarten, briefkaarten of
fotokaarten
Foto-/briefkaart: 4 x 6 inch
Indexkaart: 3 x 5 inch
25 kaarten
Fotopapier, glossy papier of mat papier
8,5 x 11 inch (216 x 279 mm)
A4 8,27 x 11,69 inch (210 x 297 mm)
4 x 6 inch (101,6 x 152,4 mm)
50 vellen
Opstrijktransfers
8,5 x 11 inch (216 x 279 mm)
A4 8,27 x 11.69 inch (210 x 297 mm)
stapel van 10 mm
Transparanten
8,5 x 11 inch (216 x 279 mm)
A4 8,27 x 11,69 inch (210 x 297 mm)
50 transparanten
Aangepast papier Het papierformaat valt binnen de volgende
afmetingen:
Breedte: 3,0 - 8,5 inch (76 x 216 mm)
Lengte: 5,0 - 17,0 inch (127 x 432 mm)
150 vellen
Kopiëren
Documenten kopiëren
Kopieën sorteren
Foto's kopiëren
Dubbelzijdige documenten kopiëren
Dubbelzijdige kopieën maken
Kopieerinstellingen wijzigen
Documenten kopiëren
Bedieningspaneel gebruiken
1. Zet de printer aan.
2. Plaats het papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Plaats het originele document in de printer.
4. Druk op de knop Menu
om de kopieerinstellingen te wijzigen.
5. Druk op de knop Starten
.
De kopie wordt gemaakt met de geselecteerde optie voor kopiëren (kleur of zwart-wit).
OPMERKING: als u op de knop Starten drukt zonder een optie voor kopiëren te selecteren, wordt de
kopie standaard in kleur afgedrukt.
Computer gebruiken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Plaats het originele document in de printer.
4. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op ® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
5. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
6. Selecteer het aantal exemplaren (1-99) en geef de kleurinstelling op in de keuzelijst Kopiëren.
OPMERKING: u kunt documenten alleen sorteren als u meer dan één kopie maakt.
7. Klik op Meer kopieerinstellingen weergeven om de gewenste kopieerinstellingen aan te passen.
8. Klik op de knop Geavanceerd.
Het dialoogvenster Geavanceerde kopieerinstellingen wordt geopend.
9. Schakel het selectievakje Sorteren in op het tabblad Afdrukken.
10. Klik op OK.
11. Klik op Nu kopiëren als u de instellingen hebt aangepast.
Kopieën sorteren
Bedieningspaneel gebruiken
1. Zet de printer aan.
2. Plaats het papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Plaats het originele document in de printer.
4. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag naar Kopiëren en druk op de knop Selecteren.
5. Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Exemplaren de geef met de pijl naar links of rechts het
gewenste aantal exemplaren (1–99) op.
OPMERKING: u kunt documenten alleen sorteren als u meer dan één kopie maakt.
6. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Sorteren en gebruik de pijl naar links of rechts om Aan te
selecteren.
7. Druk op de knop Selecteren
.
8. Druk op de knop Starten
.
Computer gebruiken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het papier in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de printer plaatsen
.
3. Plaats het originele document in de printer.
4. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
5. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
6. Selecteer het aantal exemplaren (1-99) en geef de kleurinstelling op in de keuzelijst Kopiëren.
OPMERKING: u kunt documenten alleen sorteren als u meer dan één kopie maakt.
7. Klik op Meer kopieerinstellingen weergeven om de gewenste kopieerinstellingen aan te passen.
8. Klik op de knop Geavanceerd.
Het dialoogvenster Geavanceerde kopieerinstellingen wordt geopend.
9. Schakel het selectievakje Sorteren in op het tabblad Afdrukken.
10. Klik op OK.
11. Klik op Nu kopiëren als u de instellingen hebt aangepast.
Foto's kopiëren
Bedieningspaneel gebruiken
1. Zet de printer aan.
2. Plaats het glossy of fotopapier met de afdrukzijde naar beneden in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de
printer plaatsen.
3. Plaats de foto op de glasplaat.
4. Blader met de pijl omhoog of omlaag
naar Kopiëren en druk op de knop Selecteren .
5. Blader in de modus Kopiëren met de pijl omhoog of omlaag
naar Inhoudstype.
6. Blader met de pijl naar links of rechts naar Foto.
7. Druk op de knop Starten .
Computer gebruiken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het glossy of fotopapier met de afdrukzijde naar beneden in de printer. Zie voor meer informatie Papier in de
printer plaatsen.
3. Plaats de foto op de glasplaat.
4. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op ® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
5. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
6. Klik op Nu weergeven.
7. Pas de gestippelde lijnen aan zodat deze om het gedeelte van de afbeelding vallen dat u wilt afdrukken.
8. Selecteer het aantal exemplaren (1-99) en geef de kleurinstellingen op in de keuzelijst Kopiëren.
9. Klik op Meer kopieerinstellingen weergeven om de gewenste kopieerinstellingen aan te passen.
10. Klik op Nu kopiëren als u de instellingen hebt aangepast.
Dubbelzijdige documenten kopiëren
1. Plaats een origineel document in de ADI.
2. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Kopiëren en druk op de knop Selecteren .
3. Blader in de modus Kopiëren met de pijl omhoog of omlaag
naar 2-zijdige exemplaren.
4. Blader met de pijl naar links of rechts naar dubbelzijdige originelen, enkelzijdige kopie (als u de
optionele duplexeenheid niet gebruikt) of dubbelzijdige originelen, dubbelzijdige kopie (als u de optionele
duplexeenheid gebruikt) en druk op de knop Selecteren .
5. Druk op de knop Starten .
Nadat het originele document is uitgevoerd in de ADI, volgt u de aanwijzingen op de display op het bedieningspaneel van
de printer.
Dubbelzijdige kopieën maken
Als u automatisch dubbelzijdige kopieën wilt maken van documenten, moet u een optionele duplexeenheid aanschaffen en
installeren. Wanneer u een optionele duplexeenheid hebt geïnstalleerd hoeft u niet handmatig het papier opnieuw in de
printer te plaatsen. Met deze eenheid wordt het papier automatisch omgedraaid zodat het tweede deel van de afdruktaak
op de lege zijde van de pagina's wordt afgedrukt.
1. Plaats een origineel document in de ADI.
2. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Kopiëren en druk op de knop Selecteren .
3. Blader in de modus Kopiëren met de pijl omhoog of omlaag
naar 2-zijdige exemplaren.
4. Blader met de pijl naar links of rechts naar enkelzijdige originelen, dubbelzijdige kopie (als u een
enkelzijdig document kopieert) of dubbelzijdige originelen, dubbelzijdige kopie (als u een dubbelzijdig
document kopieert) en druk op de knop Selecteren
.
5. Druk op de knop Starten
.
Kopieerinstellingen wijzigen
Bedieningspaneel gebruiken
Als u de printer gebruikt als een zelfstandig kopieerapparaat, kunt u de kopieerinstellingen wijzigen in de menu's van de
modus Kopiëren op het bedieningspaneel. Zie voor meer informatie over instellingen Modus Kopiëren
.
Computer gebruiken
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op ® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
OPMERKING: Gebruik normaal A4- of Letter-papier als u dubbelzijdige kopieën wilt maken. Gebruik hiervoor niet
enveloppen, wenskaarten of fotopapier.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
3. Selecteer het aantal exemplaren (1-99) en geef de kleurinstelling op in de keuzelijst Kopiëren.
4. Klik op Meer kopieerinstellingen weergeven als u de volgende handelingen wilt uitvoeren:
Een kopieerkwaliteit selecteren.
Het papierformaat selecteren.
Het formaat van het originele document selecteren.
Het document lichter of donkerder maken.
Het document vergroten of verkleinen.
5. Klik op de knop Geavanceerd om opties zoals papierformaat en kwaliteit te wijzigen.
6. Gebruik de volgende tabbladen om wijzigingen aan te brengen:
7. Klik op OK.
8. Klik op Nu kopiëren als u de instellingen hebt aangepast.
Tabblad: Handeling:
Afdrukken
Het papierformaat en de papiersoort selecteren.
Opties voor afdrukken zonder rand selecteren.
De afdrukkwaliteit selecteren.
Exemplaren sorteren.
Laatste pagina eerst afdrukken.
Scannen
De kleurdiepte en scanresolutie selecteren.
Gescande afbeelding automatisch bijsnijden.
De gevoeligheid van het hulpmiddel voor automatisch bijsnijden aanpassen.
Het formaat opgeven van het gedeelte dat moet worden gescand.
Afbeeldingen verbeteren
Afbeeldingen rechtmaken na het scannen (rechttrekken).
Vage afbeeldingen verscherpen.
De helderheid van de afbeelding aanpassen.
De kleurcorrectiecurve (gamma) van de afbeelding aanpassen.
Afbeeldingspatronen
Conversie van grijstinten naar een zwartwitpuntjespatroon vloeiend maken.
Afbeeldingspatronen verwijderen bij scans uit tijdschriften of kranten (effenen).
Achtergrondruis in kleurendocumenten verminderen.
Bijlage
Beleid voor technische ondersteuning van Dell
Contact opnemen met Dell
Garantie en retourneringen
Beleid voor technische ondersteuning van Dell
Technische ondersteuning door een technicus vindt plaats in samenwerking met de klant. Tijdens deze procedure wordt
het probleem vastgesteld en worden oplossingen geleverd waarmee het besturingssysteem, de toepassingen en de
hardwarestuurprogramma's kunnen worden hersteld naar de originele standaardconfiguratie waarmee het product door
Dell is geleverd. Tevens wordt de juiste werking van de printer en de geïnstalleerde Dell hardware gecontroleerd. Naast de
technische ondersteuning door een technicus is er online technische ondersteuning beschikbaar op Dell Support. U kunt
wellicht extra technische ondersteuningsopties aanschaffen.
Dell levert beperkte technische ondersteuning voor de printer en eventuele geïnstalleerde software en randapparatuur van
Dell. Ondersteuning voor software en randapparatuur van derden wordt geleverd door de betreffende fabrikant. Dit geldt
onder andere voor producten die zijn gekocht en/of geïnstalleerd met Software & Peripherals (DellWare), ReadyWare en
Custom Factory Integration (CFI/DellPlus.
Contact opnemen met Dell
U kunt de ondersteuningswebsite van Dell raadplegen op support.dell.com. Selecteer de gewenste regio op de pagina
WELCOME TO DELL SUPPORT en geef de gevraagde gegevens op voor toegang tot hulpprogramma's en
ondersteuningsinformatie.
U kunt elektronisch contact opnemen met Dell op de volgende adressen:
Internet
www.dell.com/
www.dell.com/ap/ (alleen voor Azië/Pacific)
www.dell.com/jp/
(alleen voor Japan)
www.euro.dell.com
(alleen voor Europa)
www.dell.com/la/
(alleen voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied)
www.dell.ca
(alleen voor Canada)
Anonieme FTP (File Transfer Protocol)
ftp.dell.com
Meld u aan als anonieme gebruiker en geef uw e-mailadres op als wachtwoord.
Elektronische ondersteuningsservice
la-[email protected] (alleen voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied)
(alleen voor Azië/Pacific)
support.jp.dell.com
(alleen voor Japan)
support.euro.dell.com (alleen voor Europa)
Elektronische offerteservice
(alleen voor Azië/Pacific)
(alleen voor Canada)
Garantie en retourneringen
Dell Inc. ("Dell") vervaardigt haar hardwareproducten uit nieuwe onderdelen of onderdelen die als nieuw kunnen worden
beschouwd in overeenstemming met de standaardrichtlijnen van de branche. Aanvullende informatie over de garantie die
Dell verleent voor uw printer vindt u in de Handleiding voor eigenaren.
Scannen
Documenten of foto's van één pagina scannen Gescande afbeeldingen bewerken
Meerdere foto's scannen Afbeelding op de computer opslaan
Documenten met meerdere pagina's scannen Gescande afbeeldingen of documenten per e-mail
verzenden
Scannen via een netwerk Afbeeldingen of documenten vergroten of verkleinen
Computernaam en pincode instellen Scaninstellingen wijzigen
Gescande tekst bewerken met OCR (Optical Character
Recognition)
Documenten of foto's van één pagina scannen
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het originele document of de foto op de glasplaat.
3. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
4. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
5. Selecteer in de keuzelijst Gescande afbeelding verzenden naar een programma als scanbestemming.
OPMERKING: Als het gewenste programma niet wordt weergegeven, selecteert u Verder zoeken in de
keuzelijst. Klik op Toevoegen in het volgende venster om het programma te selecteren en aan de lijst toe te
voegen.
6. Klik op Meer scaninstellingen weergeven om de gewenste scaninstellingen aan te passen.
7. Klik op Nu scannen als u de instellingen hebt aangepast.
Meerdere foto's scannen
OPMERKING: sommige programma's ondersteunen het scannen van meerdere pagina's niet.
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats de foto op de glasplaat.
3. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
4. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
5. Selecteer in de keuzelijst Gescande afbeelding verzenden naar een programma als scanbestemming.
OPMERKING: Als het gewenste programma niet wordt weergegeven, selecteert u Verder zoeken in de
keuzelijst. Klik op Toevoegen in het volgende venster om het programma te selecteren en aan de lijst toe te
voegen.
6. Klik op Meer scaninstellingen weergeven om de gewenste scaninstellingen aan te passen.
7. Klik op de knop Geavanceerd.
Het dialoogvenster Geavanceerde scaninstellingen wordt geopend.
8. Schakel op het tabblad Scannen het selectievakje Meerdere items scannen vóór uitvoeren in.
9. Klik op OK.
10. Klik op Nu scannen als u de instellingen hebt aangepast.
Als u de eerste pagina hebt gescand, wordt u gevraagd om de volgende pagina te plaatsen.
11. Plaats de volgende foto op de glasplaat en klik op Ja. Herhaal deze handeling tot u alle foto's hebt gescand.
12. Klik op Nee als u om de volgende pagina wordt gevraagd.
De gescande foto's worden geopend in het geselecteerde programma.
Documenten met meerdere pagina's scannen
OPMERKING: sommige programma's ondersteunen het scannen van meerdere pagina's niet.
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het originele document in de printer.
3. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
4. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
5. Selecteer in de keuzelijst Gescande afbeelding verzenden naar een programma als scanbestemming.
OPMERKING: Als het gewenste programma niet wordt weergegeven, selecteert u Verder zoeken in de
keuzelijst. Klik op Toevoegen in het volgende venster om het programma te selecteren en aan de lijst toe te
voegen.
6. Klik op Meer scaninstellingen weergeven om de gewenste scaninstellingen aan te passen.
7. Klik op Nu scannen als u de instellingen hebt aangepast.
Scannen via een netwerk
1. Controleer of de computer is aangesloten op het netwerk.
OPMERKING: u kunt Dellâ„¢ printers alleen op een netwerk aansluiten met een Dell netwerkadapter (los
verkrijgbaar).
2. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
3. Plaats het originele document in de printer.
4. Blader in het hoofdmenu met de pijl omhoog of omlaag
naar Scannen en druk op de knop Selecteren .
De printer stelt automatisch vast of deze is aangesloten op een netwerk. Als de printer is aangesloten op een
netwerk, wordt het venster voor host-selectie weergegeven. Als de printer niet is aangesloten op een netwerk,
wordt het menu Modus Scannen weergegeven.
5. In het venster voor host-selectie kiest u de computer waarnaar u het document wilt verzenden. Vervolgens drukt
u op Selecteren
.
OPMERKING: De printersoftware moet op de computer zijn geïnstalleerd. Installeer de software met de cd
Stuurprogramma's en hulpprogramma's.
6. Geef de viercijferige pincode voor de hostcomputer op.
OPMERKING: U kunt de pincode of de naam wijzigen van de computer waarnaar u de scan wilt verzenden.
Zie voor meer informatie Computernaam en pincode instellen
. De pincode is geen standaardvereiste, er wordt
alleen om gevraagd als de pincode is ingesteld.
7. Druk op de knop Selecteren
.
8. Breng eventuele wijzigingen aan in de scaninstellingen en druk op de knop Starten
.
De scan wordt weergegeven op de geselecteerde computer.
Computernaam en pincode instellen
U kunt een pincode voor scannen naar het netwerk instellen zodat niet alle gebruikers een gescand document naar uw
computer kunnen verzenden. U kunt ook een naam opgeven voor uw computer, die geselecteerd moet worden wanneer u
scant over een netwerk.
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
3. Klik op Onderhoud/problemen oplossen.
4. Klik in het venster Onderhoud/problemen oplossen op Problemen met afdrukkwaliteit oplossen.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Klik op het tabblad Onderhoud op Netwerkondersteuning.
6. Klik in het dialoogvenster Dell Netwerkopties op Wijzig de naam van de computer en de pincode voor
scannen via een netwerk.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm.
8. Klik op OK wanneer u een computernaam of pincode hebt opgegeven.
Gescande tekst bewerken met OCR (Optical Character
Recognition)
Met OCR-software kan een gescande afbeelding worden omgezet in tekst die kan worden bewerkt in een
tekstverwerkingsprogramma. Er is een exemplaar van de OCR-software bij de printer geleverd, dat geïnstalleerd is tijdens
de installatie van de printersoftware.
OPMERKING: als u de stuurprogramma's en software van de Dell website hebt gedownload, is de OCR-software
hierin niet opgenomen.
OPMERKING: controleer of de OCR-software op de computer is geïnstalleerd (alleen voor Japans en Vereenvoudigd
Chinees).
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het originele document op de glasplaat.
3. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
4. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
5. Selecteer in de keuzelijst Gescande afbeeldingen verzenden naar: het gewenste tekstverwerkingsprogramma.
OPMERKING: Als het gewenste programma niet wordt weergegeven, selecteert u Verder zoeken in de
keuzelijst. Klik op Toevoegen in het volgende venster om het programma te selecteren en aan de lijst toe te
voegen.
6. Klik op Meer scaninstellingen weergeven om de gewenste scaninstellingen aan te passen.
7. Klik op de knop Geavanceerd.
Het dialoogvenster Geavanceerde scaninstellingen wordt geopend.
8. Controleer of het selectievakje Gescand item converteren naar tekst (OCR) op het tabblad Scannen is
ingeschakeld.
9. Klik op OK.
10. Klik op Nu scannen als u de instellingen hebt aangepast.
Het gescande document wordt geopend in het geselecteerde programma.
Gescande afbeeldingen bewerken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het originele document op de glasplaat.
3. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
4. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
5. Selecteer in de keuzelijst Gescande afbeelding verzenden naar een programma als scanbestemming.
OPMERKING: Als het gewenste programma niet wordt weergegeven, selecteert u Verder zoeken in de
keuzelijst. Klik op Toevoegen in het volgende venster om het programma te selecteren en aan de lijst toe te
voegen.
6. Klik op Meer scaninstellingen weergeven om de gewenste scaninstellingen aan te passen.
7. Klik op Nu scannen als u de instellingen hebt aangepast.
Nadat de afbeelding is gescand, wordt deze geopend in het programma dat u hebt geselecteerd.
8. Bewerk de afbeelding met de hulpmiddelen die beschikbaar zijn in het programma dat u gebruikt. De volgende
opties zijn meestal beschikbaar:
Rode ogen verwijderen
Afbeeldingen bijsnijden
Tekst toevoegen aan de afbeelding
Helderheid en contrast van de afbeelding aanpassen
Raadpleeg de documentatie bij het beeldbewerkingsprogramma voor meer informatie.
Afbeelding op de computer opslaan
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het originele document op de glasplaat.
3. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op
® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
4. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
5. Klik op Afbeelding opslaan op de computer in het gedeelte Speciale functies.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om een afbeelding op te slaan op de computer.
Gescande afbeeldingen of documenten per e-mail verzenden
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het originele document op de glasplaat.
3. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op ® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
4. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
5. Klik op Afbeelding of document e-mailen in het gedeelte Speciale functies.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om het document voor te bereiden voor e-mailen.
7. Klik op Volgende.
8. Open het e-mailprogramma, schrijf het bericht bij het document en verzend het bericht.
OPMERKING: als u vragen hebt over het toevoegen van documenten aan de e-mail, raadpleegt u de Help
van e-mailprogramma.
Afbeeldingen of documenten vergroten of verkleinen
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het originele document op de glasplaat.
3. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op ® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
4. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
5. Klik op Nu weergeven.
OPMERKING: Als de grootte van de scan (in de rechterbovenhoek van het voorbeeldvenster) in rood wordt
weergegeven, zijn er onvoldoende systeembronnen beschikbaar om de scan uit te voeren met het formaat of
de resolutie die u hebt geselecteerd. U kunt dit probleem verhelpen door de resolutie te verlagen of het
scangebied te verkleinen.
6. Selecteer Afbeelding vergroten of verkleinen in het gedeelte Speciale functies.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm om het formaat van de nieuwe afbeelding te selecteren.
8. Klik op Nu scannen als u de afbeelding hebt aangepast.
Scaninstellingen wijzigen
Bedieningspaneel gebruiken
U kunt de kopieerinstellingen wijzigen in het menu Scannen op het bedieningspaneel. Zie voor meer informatie over
instellingen Modus Scannen
.
Computer gebruiken
1. Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell Photo AIO Printer 966.
Voor Windows Vista:
a. Klik op ® Programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell Photo AIO Printer 966.
2. Selecteer Dell Takencentrum.
Het Dell Takencentrum wordt geopend.
3. Selecteer in de keuzelijst Gescande afbeeldingen verzenden naar een programma als scanbestemming.
OPMERKING: Als het gewenste programma niet wordt weergegeven, selecteert u Verder zoeken in de
keuzelijst. Klik op Toevoegen in het volgende venster om het programma te selecteren en aan de lijst toe te
voegen.
4. Klik op Meer scaninstellingen weergeven als u de volgende handelingen wilt uitvoeren:
Het type document selecteren dat wordt gescand.
De scanresolutie selecteren.
5. Klik op de knop Geavanceerd om opties zoals papierformaat en kwaliteit te wijzigen.
6. Gebruik de volgende tabbladen om wijzigingen aan te brengen:
7. Klik op OK.
8. Klik op Nu scannen als u de instellingen hebt aangepast.
Tabblad: Handeling:
Scannen
Een kleurdiepte selecteren.
Een scanresolutie selecteren.
De gevoeligheid van het hulpmiddel voor automatisch bijsnijden aanpassen.
Te scannen gebied instellen.
Het OCR-programma gebruiken om gescande items naar tekst te converteren.
Aangeven dat u meerdere items scant.
De lijst met bestemmingsprogramma's voor scans bijwerken.
Het standaardfaxstuurprogramma bijwerken.
Afbeeldingen verbeteren
Afbeeldingen rechtmaken na het scannen (rechttrekken).
Vage afbeeldingen verscherpen.
De helderheid van de afbeelding aanpassen.
De kleurcorrectiecurve (gamma) van de afbeelding aanpassen.
Afbeeldingspatronen
Conversie van grijstinten naar een zwart-witpuntjespatroon vloeiend maken.
Afbeeldingspatronen verwijderen bij scans uit tijdschriften of kranten (effenen).
Achtergrondruis in kleurendocumenten verminderen.
Kennisgeving over licenties
BSD License and Warranty statements
GNU License
De software van de printer omvat:
Software die is ontwikkeld door, en waarop het copyright berust bij Dell en/of derden
Door Dell aangepaste software die is gelicentieerd onder de bepalingen van versie 2 van GNU General Public License
(GNU GPL) en versie 2.1 van GNU Lesser General Public License (LGPL)
Software die is gelicentieerd onder de bepalingen van de BSD-licentie en -garantieverklaringen
Software die gedeeltelijk is gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group
De door Dell aangepaste software met GNU-licentie is vrije software. U mag de software verspreiden en/of aanpassen
volgens de bepalingen van de hierboven vermelde licenties. Deze licenties verlenen u geen rechten op de software in deze
printer die onder het copyright van Dell of derden valt.
Software met GNU-licentie wordt uitdrukkelijk zonder garantie geleverd. De versie die door Dell is aangepast wordt dan
ook zonder garantie geleverd. Raadpleeg de afwijzing van garanties in de vermelde licenties voor meer informatie.
BSD License and Warranty statements
Copyright (c) 1991 The Regents of the University of California. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. The name of the author may not be used to endorse or promote products derived from this software without
specific prior written permission.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE AUTHOR ``AS IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE
DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL,
EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS
OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY
THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE)
ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
GNU License
GENERAL PUBLIC LICENSE
Version 2, June 1991
Copyright (C) 1989, 1991 Free Software Foundation, Inc.
59 Temple Place, Suite 330, Boston, MA 02111-1307 USA
Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed.
Preamble
The licenses for most software are designed to take away your freedom to share and change it. By contrast, the GNU
General Public License is intended to guarantee your freedom to share and change free software--to make sure the
software is free for all its users. This General Public License applies to most of the Free Software Foundation's software
and to any other program whose authors commit to using it. (Some other Free Software Foundation software is covered
by the GNU Library General Public License instead.) You can apply it to your programs, too.
When we speak of free software, we are referring to freedom, not price. Our General Public Licenses are designed to
make sure that you have the freedom to distribute copies of free software (and charge for this service if you wish), that
you receive source code or can get it if you want it, that you can change the software or use pieces of it in new free
programs; and that you know you can do these things.
To protect your rights, we need to make restrictions that forbid anyone to deny you these rights or to ask you to
surrender the rights. These restrictions translate to certain responsibilities for you if you distribute copies of the software,
or if you modify it.
For example, if you distribute copies of such a program, whether gratis or for a fee, you must give the recipients all the
rights that you have. You must make sure that they, too, receive or can get the source code. And you must show them
these terms so they know their rights.
We protect your rights with two steps: (1) copyright the software, and (2) offer you this license which gives you legal
permission to copy, distribute and/or modify the software.
Also, for each author's protection and ours, we want to make certain that everyone understands that there is no warranty
for this free software. If the software is modified by someone else and passed on, we want its recipients to know that
what they have is not the original, so that any problems introduced by others will not reflect on the original authors'
reputations.
Finally, any free program is threatened constantly by software patents. We wish to avoid the danger that redistributors of
a free program will individually obtain patent licenses, in effect making the program proprietary. To prevent this, we have
made it clear that any patent must be licensed for everyone's free use or not licensed at all.
The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow.
GNU GENERAL PUBLIC LICENSE
TERMS AND CONDITIONS FOR COPYING, DISTRIBUTION AND MODIFICATION
0. This License applies to any program or other work which contains a notice placed by the copyright holder saying it may
be distributed under the terms of this General Public License. The "Program", below, refers to any such program or work,
and a "work based on the Program" means either the Program or any derivative work under copyright law: that is to say,
a work containing the Program or a portion of it, either verbatim or with modifications and/or translated into another
language. (Hereinafter, translation is included without limitation in the term "modification".) Each licensee is addressed as
"you". Activities other than copying, distribution and modification are not covered by this License; they are outside its
scope. The act of running the Program is not restricted, and the output from the Program is covered only if its contents
constitute a work based on the Program (independent of having been made by running the Program). Whether that is true
depends on what the Program does.
1. You may copy and distribute verbatim copies of the Program's source code as you receive it, in any medium, provided
that you conspicuously and appropriately publish on each copy an appropriate copyright notice and disclaimer of warranty;
keep intact all the notices that refer to this License and to the absence of any warranty; and give any other recipients of
the Program a copy of this License along with the Program.
You may charge a fee for the physical act of transferring a copy, and you may at your option offer warranty protection in
exchange for a fee.
2. You may modify your copy or copies of the Program or any portion of it, thus forming a work based on the Program,
and copy and distribute such modifications or work under the terms of Section 1 above, provided that you also meet all of
these conditions:
a. You must cause the modified files to carry prominent notices stating that you changed the files and the date of any
change.
b. You must cause any work that you distribute or publish, that in whole or in part contains or is derived from the
Program or any part thereof, to be licensed as a whole at no charge to all third parties under the terms of this License.
c. If the modified program normally reads commands interactively when run, you must cause it, when started running for
such interactive use in the most ordinary way, to print or display an announcement including an appropriate copyright
notice and a notice that there is no warranty (or else, saying that you provide a warranty) and that users may redistribute
the program under these conditions, and telling the user how to view a copy of this License. (Exception: if the Program
itself is interactive but does not normally print such an announcement, your work based on the Program is not required to
print an announcement.)
These requirements apply to the modified work as a whole. If identifiable sections of that work are not derived from the
Program, and can be reasonably considered independent and separate works in themselves, then this License, and its
terms, do not apply to those sections when you distribute them as separate works. But when you distribute the same
sections as part of a whole which is a work based on the Program, the distribution of the whole must be on the terms of
this License, whose permissions for other licensees extend to the entire whole, and thus to each and every part regardless
of who wrote it.
Thus, it is not the intent of this section to claim rights or contest your rights to work written entirely by you; rather, the
intent is to exercise the right to control the distribution of derivative or collective works based on the Program.
In addition, mere aggregation of another work not based on the Program with the Program (or with a work based on the
Program) on a volume of a storage or distribution medium does not bring the other work under the scope of this License.
3. You may copy and distribute the Program (or a work based on it, under Section 2) in object code or executable form
under the terms of Sections 1 and 2 above provided that you also do one of the following:
a. Accompany it with the complete corresponding machine-readable source code, which must be distributed under the
terms of Sections 1 and 2 above on a medium customarily used for software interchange; or,
b. Accompany it with a written offer, valid for at least three years, to give any third party, for a charge no more than your
cost of physically performing source distribution, a complete machine-readable copy of the corresponding source code, to
be distributed under the terms of Sections 1 and 2 above on a medium customarily used for software interchange; or,
c. Accompany it with the information you received as to the offer to distribute corresponding source code. (This
alternative is allowed only for noncommercial distribution and only if you received the program in object code or
executable form with such an offer, in accord with Subsection b above.)
The source code for a work means the preferred form of the work for making modifications to it. For an executable work,
complete source code means all the source code for all modules it contains, plus any associated interface definition files,
plus the scripts used to control compilation and installation of the executable. However, as a special exception, the source
code distributed need not include anything that is normally distributed (in either source or binary form) with the major
components (compiler, kernel, and so on) of the operating system on which the executable runs, unless that component
itself accompanies the executable.
If distribution of executable or object code is made by offering access to copy from a designated place, then offering
equivalent access to copy the source code from the same place counts as distribution of the source code, even though
third parties are not compelled to copy the source along with the object code.
4. You may not copy, modify, sublicense, or distribute the Program except as expressly provided under this License. Any
attempt otherwise to copy, modify, sublicense or distribute the Program is void, and will automatically terminate your
rights under this License. However, parties who have received copies, or rights, from you under this License will not have
their licenses terminated so long as such parties remain in full compliance.
5. You are not required to accept this License, since you have not signed it. However, nothing else grants you permission
to modify or distribute the Program or its derivative works. These actions are prohibited by law if you do not accept this
License. Therefore, by modifying or distributing the Program (or any work based on the Program), you indicate your
acceptance of this License to do so, and all its terms and conditions for copying, distributing or modifying the Program or
works based on it.
6. Each time you redistribute the Program (or any work based on the Program), the recipient automatically receives a
license from the original licensor to copy, distribute or modify the Program subject to these terms and conditions. You
may not impose any further restrictions on the recipients' exercise of the rights granted herein. You are not responsible
for enforcing compliance by third parties to this License.
7. If, as a consequence of a court judgment or allegation of patent infringement or for any other reason (not limited to
patent issues), conditions are imposed on you (whether by court order, agreement or otherwise) that contradict the
conditions of this License, they do not excuse you from the conditions of this License. If you cannot distribute so as to
satisfy simultaneously your obligations under this License and any other pertinent obligations, then as a consequence you
may not distribute the Program at all. For example, if a patent license would not permit royalty-free redistribution of the
Program by all those who receive copies directly or indirectly through you, then the only way you could satisfy both it and
this License would be to refrain entirely from distribution of the Program.
If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any particular circumstance, the balance of the section
is intended to apply and the section as a whole is intended to apply in other circumstances.
It is not the purpose of this section to induce you to infringe any patents or other property right claims or to contest
validity of any such claims; this section has the sole purpose of protecting the integrity of the free software distribution
system, which is implemented by public license practices. Many people have made generous contributions to the wide
range of software distributed through that system in reliance on consistent application of that system; it is up to the
author/donor to decide if he or she is willing to distribute software through any other system and a licensee cannot
impose that choice.
This section is intended to make thoroughly clear what is believed to be a consequence of the rest of this License.
8. If the distribution and/or use of the Program is restricted in certain countries either by patents or by copyrighted
interfaces, the original copyright holder who places the Program under this License may add an explicit geographical
distribution limitation excluding those countries, so that distribution is permitted only in or among countries not thus
excluded. In such case, this License incorporates the limitation as if written in the body of this License.
9. The Free Software Foundation may publish revised and/or new versions of the General Public License from time to time.
Such new versions will be similar in spirit to the present version, but may differ in detail to address new problems or
concerns.
Each version is given a distinguishing version number. If the Program specifies a version number of this License which
applies to it and "any later version", you have the option of following the terms and conditions either of that version or of
any later version published by the Free Software Foundation. If the Program does not specify a version number of this
License, you may choose any version ever published by the Free Software Foundation.
10. If you wish to incorporate parts of the Program into other free programs whose distribution conditions are different,
write to the author to ask for permission. For software which is copyrighted by the Free Software Foundation, write to the
Free Software Foundation; we sometimes make exceptions for this. Our decision will be guided by the two goals of
preserving the free status of all derivatives of our free software and of promoting the sharing and reuse of software
generally.
NO WARRANTY
11. BECAUSE THE PROGRAM IS LICENSED FREE OF CHARGE, THERE IS NO WARRANTY FOR THE PROGRAM, TO THE
EXTENT PERMITTED BY APPLICABLE LAW. EXCEPT WHEN OTHERWISE STATED IN WRITING THE COPYRIGHT HOLDERS
AND/OR OTHER PARTIES PROVIDE THE PROGRAM "AS IS" WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESSED OR
IMPLIED, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE. THE ENTIRE RISK AS TO THE QUALITY AND PERFORMANCE OF THE PROGRAM IS WITH YOU.
SHOULD THE PROGRAM PROVE DEFECTIVE, YOU ASSUME THE COST OF ALL NECESSARY SERVICING, REPAIR OR
CORRECTION.
12. IN NO EVENT UNLESS REQUIRED BY APPLICABLE LAW OR AGREED TO IN WRITING WILL ANY COPYRIGHT HOLDER,
OR ANY OTHER PARTY WHO MAY MODIFY AND/OR REDISTRIBUTE THE PROGRAM AS PERMITTED ABOVE, BE LIABLE TO
YOU FOR DAMAGES, INCLUDING ANY GENERAL, SPECIAL, INCIDENTAL OR CONSEQUENTIAL DAMAGES ARISING OUT OF
THE USE OR INABILITY TO USE THE PROGRAM (INCLUDING BUT NOT LIMITED TO LOSS OF DATA OR DATA BEING
RENDERED INACCURATE OR LOSSES SUSTAINED BY YOU OR THIRD PARTIES OR A FAILURE OF THE PROGRAM TO
OPERATE WITH ANY OTHER PROGRAMS), EVEN IF SUCH HOLDER OR OTHER PARTY HAS BEEN ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES.
END OF TERMS AND CONDITIONS
How to Apply These Terms to Your New Programs
If you develop a new program, and you want it to be of the greatest possible use to the public, the best way to achieve
this is to make it free software which everyone can redistribute and change under these terms.
To do so, attach the following notices to the program. It is safest to attach them to the start of each source file to most
effectively convey the exclusion of warranty; and each file should have at least the "copyright" line and a pointer to where
the full notice is found.
1 April 1989
Lexmark International, Inc.
This General Public License does not permit incorporating your program into proprietary programs. If your program is a
subroutine library, you may consider it more useful to permit linking proprietary applications with the library. If this is
what you want to do, use the GNU Library General Public License instead of this License.
GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE
Version 2.1, February 1999
Copyright (C) 1991, 1999 Free Software Foundation, Inc.
59 Temple Place, Suite 330, Boston, MA 02111-1307 USA
Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed.
[This is the first released version of the Lesser GPL. It also counts as the successor of the GNU Library Public License,
version 2, hence the version number 2.1.]
Preamble
The licenses for most software are designed to take away your freedom to share and change it. By contrast, the GNU
General Public Licenses are intended to guarantee your freedom to share and change free software--to make sure the
software is free for all its users.
This license, the Lesser General Public License, applies to some specially designated software packages--typically
libraries--of the Free Software Foundation and other authors who decide to use it. You can use it too, but we suggest you
first think carefully about whether this license or the ordinary General Public License is the better strategy to use in any
particular case, based on the explanations below.
When we speak of free software, we are referring to freedom of use, not price. Our General Public Licenses are designed
to make sure that you have the freedom to distribute copies of free software (and charge for this service if you wish);
that you receive source code or can get it if you want it; that you can change the software and use pieces of it in new free
programs; and that you are informed that you can do these things.
To protect your rights, we need to make restrictions that forbid distributors to deny you these rights or to ask you to
surrender these rights. These restrictions translate to certain responsibilities for you if you distribute copies of the library
or if you modify it.
For example, if you distribute copies of the library, whether gratis or for a fee, you must give the recipients all the rights
that we gave you. You must make sure that they, too, receive or can get the source code. If you link other code with the
library, you must provide complete object files to the recipients, so that they can relink them with the library after making
changes to the library and recompiling it. And you must show them these terms so they know their rights.
We protect your rights with a two-step method: (1) we copyright the library, and (2) we offer you this license, which gives
you legal permission to copy, distribute and/or modify the library.
To protect each distributor, we want to make it very clear that there is no warranty for the free library. Also, if the library
is modified by someone else and passed on, the recipients should know that what they have is not the original version, so
that the original author's reputation will not be affected by problems that might be introduced by others.
Finally, software patents pose a constant threat to the existence of any free program. We wish to make sure that a
company cannot effectively restrict the users of a free program by obtaining a restrictive license from a patent holder.
Therefore, we insist that any patent license obtained for a version of the library must be consistent with the full freedom
of use specified in this license.
Most GNU software, including some libraries, is covered by the ordinary GNU General Public License. This license, the GNU
Lesser General Public License, applies to certain designated libraries, and is quite different from the ordinary General
Public License. We use this license for certain libraries in order to permit linking those libraries into non-free programs.
When a program is linked with a library, whether statically or using a shared library, the combination of the two is legally
speaking a combined work, a derivative of the original library. The ordinary General Public License therefore permits such
linking only if the entire combination fits its criteria of freedom. The Lesser General Public License permits more lax
criteria for linking other code with the library.
We call this license the "Lesser" General Public License because it does Less to protect the user's freedom than the
ordinary General Public License. It also provides other free software developers Less of an advantage over competing non-
free programs. These disadvantages are the reason we use the ordinary General Public License for many libraries.
However, the Lesser license provides advantages in certain special circumstances.
For example, on rare occasions, there may be a special need to encourage the widest possible use of a certain library, so
that it becomes a de-facto standard. To achieve this, non-free programs must be allowed to use the library. A more
frequent case is that a free library does the same job as widely used non-free libraries. In this case, there is little to gain
by limiting the free library to free software only, so we use the Lesser General Public License.
In other cases, permission to use a particular library in non-free programs enables a greater number of people to use a
large body of free software. For example, permission to use the GNU C Library in non-free programs enables many more
people to use the whole GNU operating system, as well as its variant, the GNU/Linux operating system.
Although the Lesser General Public License is Less protective of the users' freedom, it does ensure that the user of a
program that is linked with the Library has the freedom and the wherewithal to run that program using a modified version
of the Library.
The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow. Pay close attention to the difference
between a "work based on the library" and a "work that uses the library". The former contains code derived from the
library, whereas the latter must be combined with the library in order to run.
GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE
TERMS AND CONDITIONS FOR COPYING, DISTRIBUTION AND MODIFICATION
0. This License Agreement applies to any software library or other program which contains a notice placed by the
copyright holder or other authorized party saying it may be distributed under the terms of this Lesser General Public
License (also called "this License"). Each licensee is addressed as "you".
A "library" means a collection of software functions and/or data prepared so as to be conveniently linked with application
programs (which use some of those functions and data) to form executables.
The "Library", below, refers to any such software library or work which has been distributed under these terms. A "work
based on the Library" means either the Library or any derivative work under copyright law: that is to say, a work
containing the Library or a portion of it, either verbatim or with modifications and/or translated straightforwardly into
another language. (Hereinafter, translation is included without limitation in the term "modification".)
"Source code" for a work means the preferred form of the work for making modifications to it. For a library, complete
source code means all the source code for all modules it contains, plus any associated interface definition files, plus the
scripts used to control compilation and installation of the library.
Activities other than copying, distribution and modification are not covered by this License; they are outside its scope. The
act of running a program using the Library is not restricted, and output from such a program is covered only if its
contents constitute a work based on the Library (independent of the use of the Library in a tool for writing it). Whether
that is true depends on what the Library does and what the program that uses the Library does.
1. You may copy and distribute verbatim copies of the Library's complete source code as you receive it, in any medium,
provided that you conspicuously and appropriately publish on each copy an appropriate copyright notice and disclaimer of
warranty; keep intact all the notices that refer to this License and to the absence of any warranty; and distribute a copy
of this License along with the Library.
You may charge a fee for the physical act of transferring a copy, and you may at your option offer warranty protection in
exchange for a fee.
2. You may modify your copy or copies of the Library or any portion of it, thus forming a work based on the Library, and
copy and distribute such modifications or work under the terms of Section 1 above, provided that you also meet all of
these conditions:
a. The modified work must itself be a software library.
b. You must cause the files modified to carry prominent notices stating that you changed the files and the date of any
change.
c. You must cause the whole of the work to be licensed at no charge to all third parties under the terms of this License.
d. If a facility in the modified Library refers to a function or a table of data to be supplied by an application program that
uses the facility, other than as an argument passed when the facility is invoked, then you must make a good faith effort
to ensure that, in the event an application does not supply such function or table, the facility still operates, and performs
whatever part of its purpose remains meaningful.
(For example, a function in a library to compute square roots has a purpose that is entirely well-defined independent of
the application. Therefore, Subsection 2d requires that any application-supplied function or table used by this function
must be optional: if the application does not supply it, the square root function must still compute square roots.)
These requirements apply to the modified work as a whole. If identifiable sections of that work are not derived from the
Library, and can be reasonably considered independent and separate works in themselves, then this License, and its
terms, do not apply to those sections when you distribute them as separate works. But when you distribute the same
sections as part of a whole which is a work based on the Library, the distribution of the whole must be on the terms of
this License, whose permissions for other licensees extend to the entire whole, and thus to each and every part regardless
of who wrote it.
Thus, it is not the intent of this section to claim rights or contest your rights to work written entirely by you; rather, the
intent is to exercise the right to control the distribution of derivative or collective works based on the Library.
In addition, mere aggregation of another work not based on the Library with the Library (or with a work based on the
Library) on a volume of a storage or distribution medium does not bring the other work under the scope of this License.
3. You may opt to apply the terms of the ordinary GNU General Public License instead of this License to a given copy of
the Library. To do this, you must alter all the notices that refer to this License, so that they refer to the ordinary GNU
General Public License, version 2, instead of to this License. (If a newer version than version 2 of the ordinary GNU
General Public License has appeared, then you can specify that version instead if you wish.) Do not make any other
change in these notices.
Once this change is made in a given copy, it is irreversible for that copy, so the ordinary GNU General Public License
applies to all subsequent copies and derivative works made from that copy.
This option is useful when you wish to copy part of the code of the Library into a program that is not a library.
4. You may copy and distribute the Library (or a portion or derivative of it, under Section 2) in object code or executable
form under the terms of Sections 1 and 2 above provided that you accompany it with the complete corresponding
machine-readable source code, which must be distributed under the terms of Sections 1 and 2 above on a medium
customarily used for software interchange.
If distribution of object code is made by offering access to copy from a designated place, then offering equivalent access
to copy the source code from the same place satisfies the requirement to distribute the source code, even though third
parties are not compelled to copy the source along with the object code.
5. A program that contains no derivative of any portion of the Library, but is designed to work with the Library by being
compiled or linked with it, is called a "work that uses the Library". Such a work, in isolation, is not a derivative work of the
Library, and therefore falls outside the scope of this License.
However, linking a "work that uses the Library" with the Library creates an executable that is a derivative of the Library
(because it contains portions of the Library), rather than a "work that uses the library". The executable is therefore
covered by this License. Section 6 states terms for distribution of such executables.
When a "work that uses the Library" uses material from a header file that is part of the Library, the object code for the
work may be a derivative work of the Library even though the source code is not. Whether this is true is especially
significant if the work can be linked without the Library, or if the work is itself a library. The threshold for this to be true is
not precisely defined by law.
If such an object file uses only numerical parameters, data structure layouts and accessors, and small macros and small
inline functions (ten lines or less in length), then the use of the object file is unrestricted, regardless of whether it is
legally a derivative work. (Executables containing this object code plus portions of the Library will still fall under Section
6.)
Otherwise, if the work is a derivative of the Library, you may distribute the object code for the work under the terms of
Section 6. Any executables containing that work also fall under Section 6, whether or not they are linked directly with the
Library itself.
6. As an exception to the Sections above, you may also combine or link a "work that uses the Library" with the Library to
produce a work containing portions of the Library, and distribute that work under terms of your choice, provided that the
terms permit modification of the work for the customer's own use and reverse engineering for debugging such
modifications.
You must give prominent notice with each copy of the work that the Library is used in it and that the Library and its use
are covered by this License. You must supply a copy of this License. If the work during execution displays copyright
notices, you must include the copyright notice for the Library among them, as well as a reference directing the user to the
copy of this License. Also, you must do one of these things:
a. Accompany the work with the complete corresponding machine-readable source code for the Library including whatever
changes were used in the work (which must be distributed under Sections 1 and 2 above); and, if the work is an
executable linked with the Library, with the complete machine-readable "work that uses the Library", as object code
and/or source code, so that the user can modify the Library and then relink to produce a modified executable containing
the modified Library. (It is understood that the user who changes the contents of definitions files in the Library will not
necessarily be able to recompile the application to use the modified definitions.)
b. Use a suitable shared library mechanism for linking with the Library. A suitable mechanism is one that (1) uses at run
time a copy of the library already present on the user's computer system, rather than copying library functions into the
executable, and (2) will operate properly with a modified version of the library, if the user installs one, as long as the
modified version is interface-compatible with the version that the work was made with.
c. Accompany the work with a written offer, valid for at least three years, to give the same user the materials specified in
Subsection 6a, above, for a charge no more than the cost of performing this distribution.
d. If distribution of the work is made by offering access to copy from a designated place, offer equivalent access to copy
the above specified materials from the same place.
e. Verify that the user has already received a copy of these materials or that you have already sent this user a copy.
For an executable, the required form of the "work that uses the Library" must include any data and utility programs
needed for reproducing the executable from it. However, as a special exception, the materials to be distributed need not
include anything that is normally distributed (in either source or binary form) with the major components (compiler,
kernel, and so on) of the operating system on which the executable runs, unless that component itself accompanies the
executable.
It may happen that this requirement contradicts the license restrictions of other proprietary libraries that do not normally
accompany the operating system. Such a contradiction means you cannot use both them and the Library together in an
executable that you distribute.
7. You may place library facilities that are a work based on the Library side-by-side in a single library together with other
library facilities not covered by this License, and distribute such a combined library, provided that the separate distribution
of the work based on the Library and of the other library facilities is otherwise permitted, and provided that you do these
two things:
a. Accompany the combined library with a copy of the same work based on the Library, uncombined with any other library
facilities. This must be distributed under the terms of the Sections above.
b. Give prominent notice with the combined library of the fact that part of it is a work based on the Library, and
explaining where to find the accompanying uncombined form of the same work.
8. You may not copy, modify, sublicense, link with, or distribute the Library except as expressly provided under this
License. Any attempt otherwise to copy, modify, sublicense, link with, or distribute the Library is void, and will
automatically terminate your rights under this License. However, parties who have received copies, or rights, from you
under this License will not have their licenses terminated so long as such parties remain in full compliance.
9. You are not required to accept this License, since you have not signed it. However, nothing else grants you permission
to modify or distribute the Library or its derivative works. These actions are prohibited by law if you do not accept this
License. Therefore, by modifying or distributing the Library (or any work based on the Library), you indicate your
acceptance of this License to do so, and all its terms and conditions for copying, distributing or modifying the Library or
works based on it.
10. Each time you redistribute the Library (or any work based on the Library), the recipient automatically receives a
license from the original licensor to copy, distribute, link with or modify the Library subject to these terms and conditions.
You may not impose any further restrictions on the recipients' exercise of the rights granted herein. You are not
responsible for enforcing compliance by third parties with this License.
11. If, as a consequence of a court judgment or allegation of patent infringement or for any other reason (not limited to
patent issues), conditions are imposed on you (whether by court order, agreement or otherwise) that contradict the
conditions of this License, they do not excuse you from the conditions of this License. If you cannot distribute so as to
satisfy simultaneously your obligations under this License and any other pertinent obligations, then as a consequence you
may not distribute the Library at all. For example, if a patent license would not permit royalty-free redistribution of the
Library by all those who receive copies directly or indirectly through you, then the only way you could satisfy both it and
this License would be to refrain entirely from distribution of the Library.
If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any particular circumstance, the balance of the section
is intended to apply, and the section as a whole is intended to apply in other circumstances.
It is not the purpose of this section to induce you to infringe any patents or other property right claims or to contest
validity of any such claims; this section has the sole purpose of protecting the integrity of the free software distribution
system which is implemented by public license practices. Many people have made generous contributions to the wide
range of software distributed through that system in reliance on consistent application of that system; it is up to the
author/donor to decide if he or she is willing to distribute software through any other system and a licensee cannot
impose that choice.
This section is intended to make thoroughly clear what is believed to be a consequence of the rest of this License.
12. If the distribution and/or use of the Library is restricted in certain countries either by patents or by copyrighted
interfaces, the original copyright holder who places the Library under this License may add an explicit geographical
distribution limitation excluding those countries, so that distribution is permitted only in or among countries not thus
excluded. In such case, this License incorporates the limitation as if written in the body of this License.
13. The Free Software Foundation may publish revised and/or new versions of the Lesser General Public License from time
to time. Such new versions will be similar in spirit to the present version, but may differ in detail to address new problems
or concerns. Each version is given a distinguishing version number. If the Library specifies a version number of this
License which applies to it and "any later version", you have the option of following the terms and conditions either of
that version or of any later version published by the Free Software Foundation. If the Library does not specify a license
version number, you may choose any version ever published by the Free Software Foundation.
14. If you wish to incorporate parts of the Library into other free programs whose distribution conditions are incompatible
with these, write to the author to ask for permission. For software which is copyrighted by the Free Software Foundation,
write to the Free Software Foundation; we sometimes make exceptions for this. Our decision will be guided by the two
goals of preserving the free status of all derivatives of our free software and of promoting the sharing and reuse of
software generally.
NO WARRANTY
15. BECAUSE THE LIBRARY IS LICENSED FREE OF CHARGE, THERE IS NO WARRANTY FOR THE LIBRARY, TO THE EXTENT
PERMITTED BY APPLICABLE LAW. EXCEPT WHEN OTHERWISE STATED IN WRITING THE COPYRIGHT HOLDERS AND/OR
OTHER PARTIES PROVIDE THE LIBRARY "AS IS" WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESSED OR IMPLIED,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE. THE ENTIRE RISK AS TO THE QUALITY AND PERFORMANCE OF THE LIBRARY IS WITH YOU. SHOULD THE
LIBRARY PROVE DEFECTIVE, YOU ASSUME THE COST OF ALL NECESSARY SERVICING, REPAIR OR CORRECTION.
16. IN NO EVENT UNLESS REQUIRED BY APPLICABLE LAW OR AGREED TO IN WRITING WILL ANY COPYRIGHT HOLDER,
OR ANY OTHER PARTY WHO MAY MODIFY AND/OR REDISTRIBUTE THE LIBRARY AS PERMITTED ABOVE, BE LIABLE TO
YOU FOR DAMAGES, INCLUDING ANY GENERAL, SPECIAL, INCIDENTAL OR CONSEQUENTIAL DAMAGES ARISING OUT OF
THE USE OR INABILITY TO USE THE LIBRARY (INCLUDING BUT NOT LIMITED TO LOSS OF DATA OR DATA BEING
RENDERED INACCURATE OR LOSSES SUSTAINED BY YOU OR THIRD PARTIES OR A FAILURE OF THE LIBRARY TO
OPERATE WITH ANY OTHER SOFTWARE), EVEN IF SUCH HOLDER OR OTHER PARTY HAS BEEN ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES.
END OF TERMS AND CONDITIONS
How to Apply These Terms to Your New Libraries
If you develop a new library, and you want it to be of the greatest possible use to the public, we recommend making it
free software that everyone can redistribute and change. You can do so by permitting redistribution under these terms
(or, alternatively, under the terms of the ordinary General Public License).
To apply these terms, attach the following notices to the library. It is safest to attach them to the start of each source file
to most effectively convey the exclusion of warranty; and each file should have at least the "copyright" line and a pointer
to where the full notice is found.
1 April 1990
Lexmark International, Inc.
That’s all there is to it!
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136

Dell 966 All in One Inkjet Printer de handleiding

Type
de handleiding