Documenttranscriptie
Motors | Automation | Energy | Transmission & Distribution | Coatings
Low and high voltage electric motors
Instructions manual for installation, operation and maintenance of electric motors
Motores elétricos de baixa e alta tensão
Manual de instalação, operação e manutenção de motores elétricos
Motores eléctricos de baja y alta tensión
Manual de instalación, operación y mantenimiento de motores eléctricos
Nieder- und Hochspannungsmotoren
Installations-, Betriebs- und Wartungsanleitung für elektrische Motoren
Moteurs électriques à basse et haute tension
Consignes de sécurité pour l’installation, l’utilisation et la maintenance de moteurs électriques
Электродвигатели низкого и высокого напряжения
Инструкция по установке, эксплуатации и техническому обслуживанию электромоторов
Elektrische motoren van lage en hoge spanning
Veiligheidsinstructies voor installatie, bediening en onderhoud van elektrische motoren
Motori elettrici di bassa e alta tensione
Manuale di installazione, gestione e manutenzione di motori elettrici
低壓及高壓電動機
电动机安装、操作及维修安全手册
More languages see website www.weg.net
EN
03
PT
06
ES
10
DE
14
FR
18
RU
22
NL
26
IT
30
CN
34
NEDERLANDS
1. VOORWOORD
De installatie, de bediening en het onderhoud van de motor moet altijd worden uitgevoerd door
opgeleid personeel met behulp van geschikte gereedschappen en werkwijzen en volgens de
richtlijnen vervat in de documenten die met de motor worden geleverd.
De instructies in dit document zijn geldig voor WEG-motoren met de volgende kenmerken:
J Driefasige en monofasische inductiemotoren (met kooirotor);
J Driefasige motoren met permanente magneten;
J Driefasige hybride motoren (met kooirotor + permanente magneten).
Het doel van deze handleiding is het verschaffen van belangrijke informatie die gevolgd moeten worden tijdens
het transport, opslag, installatie, bediening en onderhoud van WEG-motoren. Om deze reden adviseren wij het
aandachtig lezen van de hierin opgenomen instructies alvorens enige interventie in de motor. Het niet opvolgen
van de instructies in deze handleiding en de overige instructies waarnaar wordt verwezen op de site www.weg.
net volgen annuleert de garantie op het product en kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel en schade.
Elektrische motoren bevatten geladen circuits en draaiende blootgestelde componenten die
schadelijk kunnen zijn voor mensen.
2. VERVOER, OPSLAG EN HANDELING
Controleer de conditie van de motor bij ontvangst. Indien er schaden worden geconstateerd,
dient dit schriftelijk te worden vastgelegd bij de vervoerder, en onmiddellijk medegedeeld aan de
verzekeringsmaatschappij en aan WEG. In dit geval moet geen installatiewerk worden begonnen voordat het
probleem wordt opgelost.
De informatie op het typeplaatje moet overeenkomen met de factuur van het product en de
omgevingsomstandigheden van de werkplaats waar de motor zal worden geïnstalleerd. Indien de motor niet
onmiddellijk wordt geïnstalleerd, raden wij u aan de motor te bewaren in een schone en droge plaats vrij van
stof, trillingen en agressieve chemicaliën en met een relatieve vochtigheid van niet meer dan 60%.
Om watercondensatie in de motor tijdens de opslag te voorkomen, is het raadzaam om de
verwarmingsweerstand aangeschakeld te houden (indien beschikbaar). Om oxidatie van de lagers te
voorkomen en een gelijkmatige verdeling van het smeermiddel te garanderen, moet de motoras ten minste
eenmaal per maand (met ten minste 5 ronden) worden gedraaid en altijd op een verschillende positie
bewaard. Voor lagers met een smeersysteem van het oil mist type, moet de motor horizontaal worden
opgeslagen met ISO VG 68 olie in het lager, op de hoeveelheid vermeld in de handleiding (beschikbaar op de
website), en de as moet wekelijks worden gedraaid. Als motoren met open lagers langer dan zes maanden
worden opgeslagen, moeten de lagers worden gesmeerd, met de hoeveelheid vet op het typeplaatje,
vóór de inbedrijfstelling van de motor. Indien de motoren voor meer dan twee jaar worden opgeslagen, is
het aanbevolen om de lagers te vervangen, of ze te verwijderen, te wassen, te inspecteren en opnieuw te
smeren vóór de inbedrijfstelling. Na deze opslagperiode is het ook aanbevolen dat startcondensatoren
vervangen worden vanwege het eventueel verliezen van hun operationele kenmerken.
Alle behandelingen van de motor moeten op een zachte wijze worden uitgevoerd om schokken en
beschadiging van de lagers te voorkomen en met de transport bescherming / asvergrendeling (indien
meegeleverd) altijd geïnstalleerd.
De motoren niet manipuleren via de kunststof onderdelen: ventilatorkap, klemmenkast en/of het deksel
van de klemmenkast.
Hijs de motor altijd bij de hijsogen op die slechts voor het gewicht van de motor zijn geschikt en die nooit moeten
worden gebruikt om extra gekoppelde ladingen te hijsen. De hijsogen van componenten zoals aansluitdoos,
dekking, baffle, enz. mogen alleen worden gebruikt om deze onderdelen te behandelen als zij gedemonteerd
worden. Bij motoren met afneembare voet (multimounting motors), moet de hijsogen worden geplaatst volgens de
motor montage positie, zodat de opheffing hoek verticaal is uitgelijnd (tillen bij 0°). Aanvullende informatie over de
maximale hoeken voor het ophijsen zijn opgenomen in de algemene handleiding op de website.
De isolatieweerstand van de motor moet periodiek worden gemeten en tevens voordat het voor de eerste keer
wordt geladen. Controleer de aanbevolen waarden en metingprocedures op de site.
3. INSTALLATIE
Tijdens de installatie moeten de motoren worden beschermd tegen een ongewild starten.
Start de motor los van de lading om de draairichting te controleren.
Elektrische Motoren
en Hoge
Spanning
Low and Van
HighLage
Voltage
Electric
Motors | 29
Verwijder de transportbeveiliging en de asvergrendeling (indien geleverd) alvorens te starten met de
motorinstallatie.
Motoren mogen alleen worden geïnstalleerd in locaties die compatibel zijn met hun constructie en
toepassingen en in de omgevingen waarvoor ze werden ontworpen.
Motoren met voeten moeten worden geïnstalleerd op een goed voobereide onderbouw om trillingen te
voorkomen en een perfecte aanpassing te garanderen. De motoras moet goed worden uitgelijnd met
de as van de aangedreven machine. Een slechte uitlijning, alsmede een onvoldoende spanning van de
aandrijfriemen, zullen zeker de lagers beschadigen, wat overmatige trillingen en zelfs het breken van de as
kan veroorzaken. Let op de toelaatbare radiale en axiale belastingen op de as die worden aangegeven in de
algemene handleiding op de site. Gebruik indien mogelijk altijd flexibele koppelingen.
In motoren met olie gesmeerde lagers of een oil mist type smeersysteem, koppel de koelings- en
smeringsbuizen (indien beschikbaar) aan.
Voor oliegesmeerde lagers, moet het oliepeil in het midden van het kijkglas.
Verwijder het vet om corrosie te vermijden aan het einde van de as en van de flens pas vóór de installatie van
de motoren.
Behalve anders vermeld in de bestelbon zijn de WEG-motoren dynamisch uitgebalanceerd met een halve spie
en losdraaiend (ontkoppeld) systeem. Aandrijvingselementen zoals bijvoorbeeld riemschijven, koppelingen,
enz.. moeten goed uitgebalanceerd worden voordat ze op de motoras worden geïnstalleerd. Let op de juiste
inbouwpositie van de afvoer, zoals aangegeven in de handleiding op de website.
Blokkeer niet de ventilatie van de motor. Houd een minimale afstand van ¼ van de
diameter van de vrije lucht inlaat van het ventilatierooster in relatie tot de afstand
van de muren. De lucht die wordt gebruikt voor de koeling van de motor moet op
kamertemperatuur zijn, met inachtneming van de temperatuur vermeld op het typeplaatje
van de motor.
Voor motoren gemonteerd in onbedekte omgevingen of in een verticale positie gemonteerd is het
noodzakelijk een extra bescherming te gebruiken tegen het binnendringen van vloeistoffen en / of
vaste deeltjes, bijvoorbeeld het gebruik van een beschermkap.
Om ongelukken te voorkomen, zorg ervoor, voordat u de motor start, dat de aarding is gedaan
volgens de van kracht zijnde regelgeving en dat de spie is vastgezet.
Sluit de motor correct op het net aan via veilige, permanente contacten, altijd met inachtneming
van de op het typeplaatje vermelde gegevens, zoals spanning, schakelschema’s, enzovoort.
Bij de motoren van het type W12 met een kunststof deksel voor de klemmenkast zal het
aansluitschema aangebracht zijn op de binnenkant van het deksel. Om de kabels aan te sluiten,
gelieve het aansluitschema op de kenplaat te volgen.
De aanhaalmomenten in Tabel 3.1 moeten worden aangehouden voor het aansluiten van voedingskabels en
aarding en voor montage van klemmenkast en regendak.
Tabel 3.1 – Aanhaalmoment voor het fixeren van onderdelen (Nm)
Component
M6
M8
1,0 - 2,0 1,5 4,01)
4,0 6,5
6,5 - 10,0 - 15,5 9,0
18,0
30
Aarding
1,5 3,0
3,0 5,0
5,0 - 10,0 - 28,0 - 45,0 10,0 18,0 40,0 70,0
Klemmenkast deksel
-
3,0 5,0
4,0 8,0
Regendak geïntegreerd in 1,5 de waaierkap
2,3
3,5 5,0
6,0 - 14,0 9,0 20,0
-
-
-
Regendak geïntegreerd in
niet-aandrijfzijde schild
3,5 5,0
6,0 - 14,0 9,0 20,0
-
-
-
Klemmenblok pinnen
M4
-
M5
M10
M12
M14
M16
M20
-
30 - 50 50 - 75
-
115,0 170,0
-
8,0 - 18,0 - 25,0 - 30,0 - 35,0 15,0 30,0 40,0 45,0 50,0
UNF UNF UNC
8x32 10x32 10x24
1,0 2,0
-
-
-
-
2,5 3,0
-
-
-
2,5 3,0
-
-
-
1,0 1,5
-
-
-
-
1,5 2,0
2,5 3,0
1) Het toegestane aanhaalmoment voor het 12-pins klemmenbord is: minimaal 1.5Nm en maximaal 2.5Nm.
Voor de W12 motoren, het maximale aanhaalmoment van 8 Nm niet overschrijden bij het aandraaien van
de voeten en/of de kunststof flens voor montage. Indien de motor gebruikt wordt in een verticale positie
30 | Elektrische
Motoren
Van
Lage Motors
en Hoge Spanning
Low and High
Voltage
Electric
met de as naar boven, gemonteerd bij de voeten, dan moeten deze voeten geblokkeerd worden door een
inbusbout met vlakke kop M5 x 0,8 met een lengte van 16 mm (W63 en W71) of een lengte van 16 mm
(IEC56). De hexagonale gaten in de flenzen van de C-80 en C-105 van de W12 motoren zijn geschikt voor
respectievelijk bouten M5 (maximaal aanhaalmoment 5 Nm) en M6 (maximaal aanhaalmoment 8 Nm).
Voor de dimensionering van de stroomkabels en het schakeleenhedenen van apparatuur en
beveiligingssystemen moeten in acht worden genomen, onder anderen: de nominale motorstroom, de
bedrijfsfactor en de lengte van de kabels . Voor motoren zonder klemmenbord, isoleer de eindkabels van
de motor met behulp van isolatiematerialen in overeenstemming met de isolatieklasse aangegeven op het
typeplaatje. De minimale afstand tussen niet-geïsoleerde onderdelen onderling en tussen onderdelen en
aarde moeten voldoen aan de lokaal geldende normen en reglementen.
Neem de benodigde maatregelen om zeker te zijn dat de beschermingsgraad zoals
aangegeven op het typeplaatje gehandhaafd blijft:
- Ongebruikte kabelingangen in de klemmenkast moeten op de juiste wijze zijn afgesloten
met blinddoppen;
- De gebruikte kabelingangen moeten worden voorzien van componenten zoals wartels en
kabelaansluitingen;
- Onderdelen welke los meegeleverd worden (bijv. extra klemmenkasten) moeten op de juiste wijze
afgesloten en verzegeld zijn;
- Bevestigingsmateriaal gemonteerd in draadgaten in de motor (bijv. de flens) moeten naar
behoren aangedraaid worden.
Bij motoren met een kunststof klemmenkast en/of deksel moet men er op letten dat de passingen
en de dichtingen correct gemonteerd zijn na het aansluiten van de kabels.
De motor moet zijn uitgerust met een beveiliging tegen overlading. Voor driefasemotoren is de
installatie van beveiligingssystemen tegen fase-uitval ook aanbevolen. Als de motor is uitgerust met een
temperatuurmonitoring systeem, dient deze aangeschakeld zijn tijdens het gebruik alsmede tijdens de
tests.
Controleer de correcte werking van accessoires (rem, encoder, thermische beveiliging, ventilatie, enz..) die
op de motor geïnstalleerd zijn voor de inbedrijfstelling.
Motoren uitgerust met thermische beschermers van het Automatische type worden
automatisch hergestart zodra de motor afkoelt. Maak dus geen gebruik van motoren met
automatische thermische beveiliging in toepassingen waar de automatische herstart kan
gevaarlijk zijn voor mensen of voor de apparatuur.
Motoren uitgerust met thermische beschermers van het Handmatige type worden handmatig
hergestart na de inwerkingtreding. Als een thermische beschermer van het type Automatisch of
Handmatig type in werking is getreden, schakel de motor van het elektriciteitsnet en controleer de
oorzaak van de inbedrijftreding van de thermische beschermer.
W22 Magnet motoren mogen alleen in werking worden gezet door een WEG-frequentieomvormer.
Voor motoren W60 met lucht-water-warmtewisselaar, zie het typeplaatje op de warmtewisselaar.
Voor informatie over het gebruik van de frequentieomvormer moet men verplicht de instructies volgen van
de handleiding van de motor op de site www.weg.net en van de handleiding van de frequentieomvormer.
4. BEDIENING
Raak tijdens de bediening, de onder spanning staande delen niet aan en raak nooit
draaiende delen aan en houdt afstand van deze delen.
Zorg ervoor dat de verwarming uitgeschakeld is tijdens de werking van de motor.
De nominale prestatiewaarden en de bedrijfsomstandigheden staan vermeld op het typeplaatje van de
motor. De spanningvariaties en de voedingsfrequentie mogen niet hoger zijn dan de limieten bepaald door
de geldende normen.
Eventuele afwijkingen van de normale werking (de werking van thermische beschermers, geluidstoename,
trillingen, temperatuur en stroom) moeten worden geëvalueerd door bevoegd personeel. Bij twijfel zet
de motor onmiddellijk af en neem contact op met de dichtstbijzijnde WEG-geautoriseerde technische
assistent.
Het gebruik van een rollager voor directe koppeling wordt niet aanbevolen. Motoren uitgerust met
rollagers vereisen een minimale radiale belasting voor een goede werking.
Tijdens de uitschakeling van de machine, moeten de smeersystemen van de olielagers of oil mist en de
koelsystemen gekoppeld blijven tot het stilstaan van de machine.
Na het stoppen van de motor, moeten de koelsystemen, geforceerde of druk (indien aanwezig)
smeersystemen worden uitgeschakeld en de verwarmingsweerstanden moet worden ingeschakeld.
Elektrische Motoren
en Hoge
Spanning
Low and Van
HighLage
Voltage
Electric
Motors | 31
5. ONDERHOUD
Voordat enige onderhoudswerkzaamheden worden verricht, moet de motor volledig zijn
stopgezet, losgekoppeld van het lichtnet en beschermd worden tegen een eventuele
herstart. Zelfs als de motor wordt gestopt kunnen er spanningen voorkomen in de
verwarmingsweerstanden.
Bij motoren die zijn uitgerust met condensatoren, dienen deze ontladen te worden voordat zij
behandeld kunnen worden of enige werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd.
De ontmanteling van de motor tijdens de garantieperiode mag alleen worden uitgevoerd door een
WEG-geautoriseerde technische assistent.
Bij motoren met een permanente magneet rotor (W22 Quattro en W22 Magnet), vereisen de montage
en demontage van de motor het gebruik van geschikte gereedschappen vanwege de aantrekkings- of
afstotingskrachten die ontstaan tussen de metalen onderdelen. Deze werkzaamheden mogen alleen
worden uitgevoerd door een WEG-geautoriseerde technische assistent speciaal getraind voor dit
werk. Pacemaker-gebruikers mogen deze motoren niet bedienen. De permanente magneten kunnen
storingen veroorzaken op andere elektrische apparatuur en componenten tijdens het onderhoud.
Voor de W40, W50 en HGF motor lijnen voorzien van axiaalventilatoren, de motor en de axiale
ventilator hebben verschillende markeringen voor het aangeven van de draairichting te voorkomen
dat verkeerde montage.De axiale ventilator moet worden gemonteerd dat de indicatieve pijl voor
de draairichting is altijd zichtbaar, het bekijken van de niet-aangedreven einde kant. De markering
aangegeven op de axiale ventilatorblad, CW voor rechtse draairichting of CCW voor linkse
draairichting geeft de draairichting van de motor bekijken van de schijf eindzijde.
Inspecteer periodiek de motor na de inbedrijfstelling ervan, zorgende voor een vrije doorstroming van lucht.
Inspecteer de pakkingen, de bouten, de lagers, geluids-en trillingsniveaus, de afvoer, enzovoort.
De smeerinterval is aangegeven op het typeplaatje van de motor.
6. AANVULLENDE INSTRUCTIES
Voor aanvullende instructies over vervoer, opslag, handeling, installatie, bediening, onderhoud en beschikking
van elektrische motoren, ga naar de website www.weg.net.
Voor toepassingen en bijzondere werkomstandigheden (bijv. rookextractie motor, totally enclosed air over
(TEAO), motoren voor hoge radiale en axiale belastingen, motoren met remmen) raadpleeg de handleiding op de
website of neem contact met WEG op.
Wanneer u WEG contacteert, neem dan een volledige beschrijving van de motor, evenals het serienummer en
de fabricage datum vermeld op het typeplaatje van de motor.
7. GARANTIEVOORWAARDEN
WEG Equipamentos Elétricos S/A, Motors Business Unit (‘WEG’) biedt garantie tegen defecten in het
geleverde werk en materiaal van zijn producten. De garantie is geldig gedurende 18 maanden gerekend
vanaf de factuurdatum van de fabriek of de leverancier/dealer, tot maximaal 24 maanden vanaf de
vervaardigingsdatum.
Op motoren uit de ‘HGF en W60 Line’ geldt een garantietermijn van 12 maanden gerekend vanaf de
factuurdatum van de fabriek of leverancier/dealer, tot maximaal 18 maanden vanaf de vervaardigingsdatum.
De paragrafen hierboven bevatten de wettelijke garantietermijnen.
Als een garantietermijn in de reclametekst of in de begeleidende technische informatie van een bepaalde
verkoopactie op een andere manier vermeld staat, dan vervangt deze de bovengenoemde voorwaarden.
De bovengenoemde garantietermijnen houden geen rekening met de installatie- en de opstartdatum van het
product.
Als er een defect of een afwijking gedetecteerd wordt tijdens de bediening van het apparaat, dient de klant
WEG onmiddellijk schriftelijk te verwittigen over het opgetreden defect. Hij dient ook te zorgen dat WEG of
het gevolmachtigde servicecentrum alle tijd en ruimte heeft om de oorzaak van het defect te vinden, om de
garantiedekking te controleren, en om de juiste reparaties uit te voeren.
De garantie is alleen geldig als de klant de aanwijzingen van de technische documenten van WEG opgevolgd
heeft, met name de aanwijzingen die in de handleiding ‘installatie, bediening en onderhoud’, staan, evenals
de regels en voorschriften die van toepassing en van kracht zijn in het betreffende land.
Defecten die voortkomen uit ongepast of onachtzaam gedrag in het gebruik, de bediening en/of de
installatie van het materiaal, het nalaten van preventief onderhoud, en defecten die voortkomen uit externe
factoren of materiaal en onderdelen die niet door WEG geleverd zijn, vallen niet onder deze garantie.
De garantie is niet geldig als de klant naar eigen goeddunken reparaties en/of aanpassingen doet aan het
materiaal zonder vooraf schriftelijk toestemming te hebben gevraagd aan WEG.
De garantie geldt niet voor materiaal en onderdelen waarvan de verwachte levensduur over het algemeen
korter is dan de garantietermijn. Deze garantie geldt ook niet bij defecten en/of problemen die voortkomen
32 | Low
Elektrische
Motoren
Van
Lage Motors
en Hoge Spanning
and High
Voltage
Electric
uit overmacht of een oorzaak hebben die niet is toe te schrijven aan WEG, zoals onder andere: het
aanleveren van incorrecte of onvolledige gegevens door de klant; vervoer, opslag, behandeling, installatie,
bediening en onderhoud die niet in overeenstemming is met de geleverde instructies; ongelukken; defecten
met betrekking tot de constructie; gebruik op een manier of in een omgeving die niet aangepast is aan het
ontwerp van de machine; materiaal en/of onderdelen die behoren tot de leveringsmogelijkheden van WEG.
Demontagediensten in het huis van de koper, transportkosten, reis- verblijfkosten en voedseluitgaven voor
het technische team van de servicecentra, indien dit door de klant wordt gevraagd, zijn niet bij deze garantie
inbegrepen.
De diensten die onder de garantie vallen zullen alleen door het gemachtigde servicecentrum van WEG of
door een van zijn fabrieken worden geleverd. Deze diensten zullen uitsluitend tijdens de garantieperiode
worden geleverd.
De aansprakelijkheid van WEG beperkt zich tot het geleverde product; WEG is niet aansprakelijk voor
indirecte schade of gevolgschade, zoals winstverlies of verlies van inkomsten en dergelijke die zouden
kunnen voortkomen uit het contract dat door beide partijen getekend is.
ITALIANO
1. PREFAZIONE
L’installazione, l’uso e la manutenzione devono essere realizzate sempre da personale
specializzato, tramite l’utilizzo di strumenti e metodi adequati e, ancora, seguendo le indicazioni
contenute nei documenti forniti unitamente al motore.
Le istruzioni presentate in questo documento sono valide per il motori WEG, che possiedano le seguenti
caratteristiche:
J Motori ad induzione trifase e monofase (con rotore a gabbia);
J Motori trifase a magneti permanenti;
J Motori trifase ibridi (con rotore a gabbia + magneti permanenti).
L’obiettivo di questo manuale è quello di fornire informazioni importanti che dovranno essere osservate
durante il trasporto, l’immagazzinamento, l’installazione, l’uso e la manutenzione dei motori WEG. Per questo
motivo, raccomandiamo di leggere attentamente le istruzioni qui contenute prima di realizzare qualsiasi
intervento sul motore. La non osservanza delle istruzioni indicate in questo manuale e ulteriormente riferite
sul sito www.weg.net annulla gli effetti della garanzia sul prodotto e può provocare seri danni alle persone
ed ai materiali.
I motori elettrici possiedono circuiti sotto tensione e componenti rotanti esposti che possono
causare danni alle persone.
2. TRASPORTO, IMMAGAZZINAMENTO ED UTILIZZO.
Verificare le condizioni del motore al momento del ricevimento della merce. Nel caso in cui dovessero
essere individuati eventuali danni, ciò dovrà essere messo per iscritto insieme al vettore responsabile del
trasporto, e comunicato immediatamente alla compagnia di assicurazione e alla WEG. In questo caso,
nessuna installazione deve essere iniziata prima che il problema individuato sia stato risolto.
Le informazioni contenute nella scheda di identificazione devono corrispondere a quelle riportate nella
fattura fiscale del prodotto e alle condizioni dell’ambiente di utilizzo in cui il motore verrà installato. Nel
caso in cui il motore non dovesse venir installato immediatamente, si raccomanda di conservarlo in luogo
pulito e asciutto, senza la presenza di polvere, vibrazioni e rumore, gas e agenti corrosivi, e con un’umidità
relativa dell’aria non superiore al 60%. Per evitare la condensa dell’acqua all’interno del motore durante
il periodo in cui esso viene conservato, si raccomanda di conservare la resistenza di riscaldamento
collegata (quando ciò è possibile). Per evitare ossidazione e garantire una distribuzione eterogenea del
lubrificante, ruotare l’asse del motore almeno una volta al mese (facendogli fare almeno 5 giri) e lasciarlo
sempre in una posizione diversa. Per quanto riguarda i cuscinetti dotati di sistema di lubrificazione di tipo
oil mist, il motore deve essere conservato in posizione orizzontale con l’olio ISO VG 68 nei cuscinetti e
nelle quantità indicate sul manuale messo a disposizione sul sito, e l’asse del motore deve essere ruotato
ogni settimana. Se i motori con cuscinetti aperti sono conservati più di sei mesi, i cuscinetti devono essere
lubrificati, con la quantità di grasso indicato sulla targhetta, prima della messa in servizio del motore.
Nel caso in cui i motori vengano immagazzinati per oltre 2 anni, si raccomanda di sostituire i cuscinetti
oppure di rimuoverli, lavarli, realizzare ispezioni e lubrificarli nuovamente prima di mettere in funzione il
motore. Trascorso questo periodo di immagazzinamento, si raccomanda anche di sostituire eventuali
condensatori d’avviamento per i monofasi in seguito ad eventuali perdite delle caratteristiche operative.
Motori Elettrici di Bassa e Alta Tensione | 33