Back View RV-250 Handleiding

Categorie
Accessoires voor flatpanels
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
93
Titel Pagina
Afbeeldingen bij montagehandleiding 3-17
Inhoudsopgave 93
Aanwijzingen voor gebruik van de montagehandleiding 93
Veiligheids- en montage-instructies 94-95
Benodigd gereedschap 96
Leveringsomvang 97
Toebehoren bij RV-250 97
Beschrijving van de camera 97
Functiebeschrijving van de monitor 97
Montage van de monitor 98-100
Montage van de buitencamera 100-103
Kabelaanleg 103-105
Instelling en functiecontrole 106
Instelling van de camera 106
Technische gegevens 107
Inhoudsopgave
Waarschuwing! Veiligheidswaarschuwing:
Veronachtzaming kan tot schade aan personen en materiaal leiden.
Let op! Veiligheidswaarschuwing:
Veronachtzaming leidt tot materiële schade en heeft een negatieve
invloed op het functioneren van het achteruitrij-videosysteem RV-
250.
De ruit staat voor montagestappen, die u uit moet voeren.
Om de montage probleemloos te laten verlopen, deze
montagehandleiding en bedieningshandleiding voor het begin van de
montage doorlezen.
Mocht de handleiding niet op al uw vragen antwoord geven of
mochten sommige montagestappen u niet duidelijk zijn, leg uw vraag
dan beslist voor aan onze technische dienst.
WAECO International GmbH
D-48282 Emsdetten · Hollefeldstr. 63
Tel. 00 49 (0) 25 72/87 91 91 · Fax 00 49 (0) 25 72/87 93 91
Internet: http://www.waeco.com
Aanwijzingen voor gebruik van de montagehandleiding
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:3093
94
Veiligheids- en montage-instructies
Waarschuwing! Ontoereikende kabelverbindingen kunnen tot gevolg
hebben, dat door kortsluiting:
– kabelbrand ontstaat
– de airbag wordt geactiveerd
– elektronische besturingsinrichtingen worden beschadigd
– elektrische functies (knipperlichten, remlicht, claxon, ontsteking,
lichten) uitvallen
Neem daarom volgende aanwijzingen in acht:
Bij werkzaamheden aan de leidingen van het voertuig gelden de
volgende klemaanduidingen:
30 (ingang vanaf plus van accu, direct),
15 (geschakelde plus, na de accu)
31 (teruggeleiding van accu af, massa)
58 (parkeerlicht) (achteruitrijlamp)
De veiligste manier van verbinden is die, waarbij de kabeluiteinden aan
elkaar worden gesoldeerd en ze daarna te isoleren.
Bij verbindingen die weer losgemaakt moeten kunnen worden alleen
geïsoleerde kabelschoenen, stekers en vlakstekerhulsen gebruiken. Geen
lusterklemmen gebruiken.
Voor het verbinden van kabels met kabelschoenen, stekers en
vlakstekerhulsen een krimptang gebruiken.
Bij kabelaansluitingen aan 31 (massa):
de kabel met kabelschoen en getande borgring aan een voertuigeigen
massaschroef schroeven of met kabelschoen, plaatschroef en getande
borgring aan de carrosseriebeplating vastschroeven.
Let op een goede massaverbinding!
Waarschuwing! Vanwege kortsluitingsgevaar voor werkzaamheden
aan de elektrische bedrading van het voertuig altijd de klem van de
minpool van de accu verwijderen.
Bij voertuigen met extra accu ook daar de klem van de minpool
verwijderen.
Let op! Bij het verwijderen van de klem van de minpool van de accu
verliezen alle vluchtige opslagmedia van de comfortelektronica hun
gegevens.
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:3094
NL
95
De volgende gegevens moeten, afhankelijk van de uitvoering van het
voertuig, opnieuw ingegeven worden:
radiocode · voertuigklok · tijdschakelklok · boordcomputer · zitpositie
Aanwijzingen voor de instelling kunt u in de desbetreffende
gebruikshandleiding nalezen.
Waarschuwing! In het voertuig gemonteerde delen van het
achteruitrij-videosysteem RV-250 moeten zo bevestigd worden,
dat deze onder geen enkele omstandigheid (sterk afremmen,
verkeersongeluk) los kunnen raken en dan tot verwonding van de
inzittenden kunnen leiden.
Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet in het
werkbereik van een AIRBAG wordt gemonteerd. Anders bestaat bij
activering daarvan gevaar voor verwondingen.
Neem altijd de veiligheidsinstructies van de fabrikant in acht!
Sommige werkzaamheden (bijv. aan beveiligingssystemen zoals
AIRBAG etc.) mogen alleen door geschoold vakpersoneel worden
uitgevoerd!
Let op! Voor het onderzoeken van de spanning in elektrische
leidingen mag alleen een LED-testlamp (zie A 1) of een voltmeter
(zie A 2) worden gebruikt. Testlampen (zie A 3) met een
gloeilichaam nemen te hoge elektrische stromen op, waardoor de
voertuigelektronica beschadigd kan raken.
Let op! Om schade te vermijden dient op voldoende vrije ruimte voor
het doorschieten van de boor (zie A 4) te worden gelet. Ieder
boorgat afbramen en met roestbeschermingsmiddel behandelen.
Let op! Let er bij het aanleggen van de elektrische aansluitingen op
dat deze:
1. niet sterk geknikt en verdraaid worden (zie A 5 a)
2. niet langs randen schuren (zie A 5 b)
3. niet zonder bescherming door scherpgerande doorvoeringen
aangelegd worden (zie A 5 c).
De camera is waterdicht. De afdichtingen zijn echter niet bestand tegen
een hogedrukreiniger (zie A 6).
Open de apparatuur niet, omdat dit de afdichting en de functionaliteit
vermindert (zie A 7).
Trek niet aan de kabels, omdat dit de afdichting en de functionaliteit van de
camera nadelig kan beïnvloeden (zie A 8).
De camera is niet geschikt voor gebruik onder water (zie A 9).
Veiligheids- en montage-instructies
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:3095
96
Leveringsomvang
Nr. Aantal Omschrijving
1 1 Monitor-kit RV-49 (zie C)
1.1 1 Monitor
1.2 1 Zonnekap
1.3 1 Monitorbeugel
1.4 1 Voedingskabel
1.5 4 Kartelschroeven monitor
1.6 4 Plaatschroeven 5 x 20 mm
1.7 4 Machineschroeven
1 Folie met afstandsschaal (geen afb.)
2 1 Camera-kit RV-19
2.1 1 Camera
2.2 1 Camerabeugel
2.3 1 Systeemkabel 20 m
2.4 6 Inbusbouten
M 4 x 8 mm
Benodigd gereedschap
Voor inbouw en montage zijn nodig:
Meetlat (zie B 1) Boormachine (zie B 5)
Centerpons (zie B 2) Schroevendraaier (zie B 6)
Hamer (zie B 3) Moersleutel (zie B 7)
Boor (zie B 4)
Voor de elektrische aansluiting en de controle zijn benodigd:
LED-testlamp (zie B 8)
–Krimphuls of voltmeter (zie B 9) Heteluchtföhn (zie B 12)
Krimptang (zie B 10) Soldeerbout (zie B 13)
Isolatieband (zie B 11) Soldeertin (zie B 14)
Afhankelijk van de individuele montage-omstandigheden hebt u eventueel
voor het bevestigen van camera en monitor nog andere schroeven,
moeren, borgringen, plaatschroeven en kabelverbinders nodig dan in de
levering zijn inbegrepen.
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:3096
NL
97
Beschrijving van de camera
De volgende artikelen zijn als extra bij RV-250 leverbaar
Omschrijving Artikel-nr.
Reservecamera met montagetoebehoren en aansluitkabels, 20 m RV-19
Verlengingskabel, 5 m RV-205
Verlengingskabel, 10 m RV-210
Technische veranderingen en leverbaarheid voorbehouden!
(zie D)
1 Camera
2 5-polige aansluitkabel
3 Camerabeugel
Leveringsomvang
Toebehoren voor RV-250
Functiebeschrijving van de monitor
Voorzijde (zie E)
1 Aan-/Uit-schakelaar ( = AAN, = UIT)
2 Controlelampje licht op, als de monitor is ingeschakeld
3 Contrastinstelling
4 Helderheidsinstelling
Achterzijde (zie E)
5 5-polige stekeraansluiting (ingang) voor camera
6 Aansluiting voor spanningsvoorziening
7 Monitorbeugel
2.5 4 Kruiskop-plaatschroeven 5 x 20 mm
2.6 4 Kruiskop-machineschroeven
M 5 x 20 mm
2.7 4 Moeren M 5
6 Borgringen (geen afb.)
2.7 8 Borgringen 5 mm
2.7 8 Veerringen 5 mm
1 Inbussleutel M 3 (geen afb.)
Technische veranderingen voorbehouden!
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:3097
98
Waarschuwing! De plaats van de monitor moet zo worden gekozen,
dat onder geen enkele omstandigheid (door sterk afremmen,
verkeersongeluk) inzittenden verwond kunnen worden.
De monitor niet in de bewegingsruimte voor het hoofd monteren.
De monitor mag in geen enkel geval het zicht belemmeren bij het
rijden (zie F 1).
Algemene montage-instructies!
Voordat u de monitor aanbrengt, de volgende punten in acht nemen:
– Monitorbeugel aan de monitor schroeven.
Monitor met de aangebrachte beugel plaatsen, om uit te proberen.
Let er bij het kiezen van deze plaats op, dat u ongehinderd zicht
op de monitor hebt (zie F 2 en F 3).
De plaats van montage moet vlak zijn.
– Controleer voor de uiteindelijke montage, of ook onder de gekozen
plaats van montage voldoende vrije ruimte voor het aanbrengen
van borgringen en moeren is.
Houd rekening met het gewicht van de monitor. Zijn versterkingen
(grotere borgringen of platen) noodzakelijk?
Is de aanleg van aansluit- en verlengingskabels naar de monitor
mogelijk?
Wanneer met alle punten rekening is gehouden, dan kunt u met de
montage beginnen.
Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet in het werkbereik
van een AIRBAG wordt gemonteerd. Anders bestaat bij activering gevaar
voor verwondingen.
Let erop dat het contactoppervlak tussen monitorbeugel en ondergrond zo
groot mogelijk is.
Teken de omtrekken van de hoeken van de monitorbeugel op het
dashboard.
Schroef de monitorbeugel van de monitor af.
Houd de monitorbeugel binnen de tevoren getekende omtrekken en
markeer minstens vier verschillende boorpunten (zie F 5).
Bevestiging met plaatschroeven
De bevestiging met plaatschroeven mag alleen in stalen platen met
een minimale dikte van 1,5 mm plaatsvinden.
Bij het maken van boorgaten in platen moet met het volgende
rekening worden gehouden:
Montage van de monitor
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:3098
NL
99
Bepaal vooraf, of genoeg ruimte voor het doorschieten van de boor
beschikbaar is.
Om weglopen van de boor te voorkomen, met hamer en centerpons
putjes slaan.
Alle boorgaten afbramen en van roestbeschermingsmiddel voorzien.
Boor op de tevoren aangebrachte punten een gat
van Ø 4 mm.
Monitorbeugel met de plaatschroeven 5 x 20 mm vastschroeven.
Benodigdheden voor bevestiging van de monitorbeugel
zie F 6 t/m F 8.
Bij bevestiging met draadschroeven
Bij het maken van boorgaten in kunststof-dashboards moet op de
volgende punten gelet worden:
Bepaal vooraf, of genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de boor
beschikbaar is.
Let erop, dat de moeren bij het aantrekken niet door het dashboard heen
getrokken kunnen worden (eventueel grotere borgringen of platen
gebruiken).
Boor op de tevoren aangebrachte punten een boorgat
van Ø 5,5 mm.
Monitorbeugel met schroeven M 5 x 20 mm vastschroeven.
Benodigdheden voor het bevestigen van de monitorbeugel
zie F 9 t/m F 11.
Het maken van een doorvoering voor de aansluitkabel van de
monitor
Voor de doorvoering van de aansluitkabel (zie F 12) gebruikt u
naar mogelijkheid originele doorvoeringen of ander
doorvoermogelijkheden, zoals randen van de bekleding,
ventilatieroosters of dummy-schakelaars. Indien geen doorvoeringen
voorhanden zijn, dan moet een gat van Ø 18 mm worden geboord.
Bepaal vooraf, of genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de
boor beschikbaar is.
Montage van de monitor
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:3099
100
Montage van de monitor
Montage van de buitencamera
Let op! Mocht de in de voertuigpapieren vermelde voertuighoogte of -
lengte door het opbouwen van de camera veranderen, dan moet een
nieuwe keuring door de bevoegde instanties (TÜV, DEKRA etc.)
plaatsvinden. Laat de nieuwe keuringsgegevens door uw bevoegde
instantie voor het wegverkeer in de voertuigpapieren opnemen.
Waarschuwing! De plaats van de buitencamera moet zo worden
gekozen en deze moet zo veilig worden bevestigd, dat in de
omgeving staande personen onder geen enkele omstandigheid (door
over het dak van het voertuig schampende takken) verwond kunnen
worden.
Omdat de buitencamera voor een goede beeldhoek op een hoogte
van minstens 2 m moet worden aangebracht, moet u er bij het
bevestigen op letten dat de werkplek u voldoende steun biedt.
Boor achter de monitor een gat van Ø 18 mm.
Alle boorgaten, die in de plaat zijn gemaakt, afbramen en van roest
beschermingsmiddel voorzien.
Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule voorzien.
Verlengingskabel in de aansluitopening “Camera” (zie E 5) en
aansluitkabel in de aansluitopening “Power” (zie E 6) op de
achterzijde van de monitor insteken.
Leg de aansluitkabel en de verlengingskabel onder het dashboard aan.
Bevestiging van de monitor in de monitorbeugel
Voor het monteren van de monitor in de monitorbeugel (zie F 15)
alleen de kartelschroeven gebruiken. Langere schroeven
beschadigen de monitor.
De zonneklep wordt tussen de monitorbeugel en de monitor
bevestigd.
De monitor met de zonneklep in de monitorbeugel houden en
de kartelschroeven met de hand indraaien.
De monitor in de juiste stand brengen en de kartelschroeven
vastdraaien.
Benodigdheden voor het bevestigen van de monitor
zie F 13 en F 14.
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:30100
NL
101
Montage van de buitencamera
Algemene montage-instructies!
Let, voordat u de buitencamera aanbrengt, op de volgende punten:
Voor een goede beeldhoek moet de buitencamera op een hoogte van
minstens 2 m worden aangebracht.
De plaats waar de buitencamera gemonteerd zal worden, moet
voldoende stevigheid bieden (bijv. over het dak van het voertuig
schampende takken kunnen in de camera vastraken).
De camera moet waterpas en in het midden aan de achterzijde van het
voertuig worden aangebracht (zie G 3).
Leg de camerakabel zo aan, dat u bij later eventueel noodzakelijke
demontage van de camera gemakkelijk bij de stekerverbinding tussen
camera en verbindingskabel kunt. De demontage wordt daardoor veel
gemakkelijker.
De veiligste manier van bevestigen is m.b.v. door de opbouw heen gaande
schroeven, waarbij gelet moet worden op:
1. Is er achter de gekozen positie ruimte genoeg voor het monteren?
2. Iedere doorvoering moet door passende maatregelen tegen het
binnendringen van water beschermd worden (bijv. door de schroeven
met afdichtkit aan te brengen of de buitenste bevestigingsdelen met
afdichtkit af te kitten).
3. Biedt de opbouw op de beoogde bevestigingsplaats voldoende
stevigheid, zodat de camerabeugel zich stevig genoeg vast laat
schroeven?
Bent u niet zeker over de door u gekozen plaats voor montage, win dan
advies in bij de fabrikant van de opbouw of diens vertegenwoordiging.
Houd de camerabeugel op de gekozen plaats en
markeer minstens 2 verschillende boorpunten
(zie G 6).
Bevestiging met plaatschroeven
Bevestiging met plaatschroeven mag alleen plaatsvinden in stalen
platen met een minimale dikte van 1,5 mm.
Bij het boren van gaten in platen moet op het volgende worden gelet:
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:30101
102
Montage van de buitencamera
Bepaal vooraf, of er genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de
boor beschikbaar is.
Om weglopen van de boor te verhinderen, met hamer en centerpons
putjes slaan.
Alle boorgaten afbramen en van roestbeschermingsmiddel voorzien.
Boor op de tevoren aangebrachte punten een gat van Ø 4 mm.
Camerabeugel met de plaatschroeven 5 x 20 mm vastschroeven
(zie G 7).
Benodigdheden voor het bevestigen m.b.v. plaatschroeven
zie G 1 en G 2.
Bevestiging met draadschroeven
Bij het boren van gaten moet op het volgende worden gelet:
Bepaal vooraf, of er voldoende ruimte is voor het doorschieten
van de boor.
Let er bij het aantrekken van de moeren op dat deze niet door de
opbouw heen getrokken kunnen worden (evt. grotere borgringen of
platen gebruiken).
Boor op de tevoren aangebrachte punten een gat van Ø 5,5 mm.
Camerabeugel met de draadschroeven M 5 x 20 mm of langere
draadschroeven, afhankelijk van de stevigheid van de ondergrond,
vastschroeven.
Benodigdheden voor het bevestigen met draadschroeven
zie G 4 en G 5.
Het maken van een doorvoering voor de aansluitkabel van de
camera
Let op de aanwijzingen voor de kabelaanleg, vanaf pag. 27.
Voor de doorvoering van de aansluitkabel gebruikt u naar
mogelijkheid de beschikbare doorvoermogelijkheden, zoals
ventilatieroosters. Als geen doorvoeringen beschikbaar zijn, dan
moet een gat van Ø 13 mm worden geboord. Bepaal vooraf,
of er genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de boor is.
Boor niet ver van de camera een gat van Ø 13 mm
(zie G 9).
Alle in de plaat gemaakte boorgaten afbramen en van
roestbeschermend middel voorzien.
Alle scherpgekante doorvoeringen van een doorvoertule
voorzien.
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:30102
NL
103
Montage van de buitencamera
Kabelaanleg
Algemene aanwijzingen voor het aanleggen van de kabels!
Niet-vakkundige aanleg van kabels en kabelverbindingen leiden steeds
weer tot onjuist functioneren of beschadigingen van delen van de
installatie.
Correcte aanleg en verbinding van kabels is grondvoorwaarde voor het
langdurig en foutloos functioneren van de uitbreidende componenten.
Let op de volgende punten:
– Leg de kabels indien mogelijk altijd aan binnen in het voertuig,
want daar zijn ze beter beschermd dan buiten het voertuig. Mocht
u de kabels desondanks buiten het voertuig aanleggen, let dan op een
veilige bevestiging (door extra kabelbinders, isolatieband, enz.).
Om beschadigingen aan kabels te vermijden, bij de aanleg van de
kabels steeds genoeg afstand tot warme en bewegende voertuigdelen
(uitlaatpijpen, aandrijfassen, dynamo’s, ventilatoren enz.) aanhouden.
– Iedere verbinding van de kabels (ook binnen in het voertuig) met een
goede isolatie-band dicht omwikkelen.
Let er bij het leggen van de kabels op, dat deze:
1. niet sterk worden geknikt of verdraaid,
2. niet aan randen langs schuren,
3. niet zonder bescherming door scherpgekante doorvoeringen gelegd
worden.
Bevestiging van de camera in de camerabeugel
Voor het monteren van de camera alleen inbusbouten gebruiken.
Langere schroeven beschadigen de camera.
De camera in de camerabeugel schuiven en zodanig in de juiste stand
brengen,dat het objectief een hoek van ca. 50° (zie G 10) met
de loodlijn van het voertuig maakt.
Bevestig de camera losjes met de inbusbouten.
De schroeven worden aangetrokken, zo gauw het uitrichten van de
camera met behulp van de monitor heeft plaatsgevonden.
Om corrosie van de schroeven tegen te gaan, is het aan te bevelen, het
schroefdraad in te vetten.
Benodigdheden voor het bevestigen van de camera zie G 10.
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:30103
104
Kabelaanleg
Iedere doorvoering door de buitenste beplating moet door passende
maat-regelen tegen binnendringend water worden beschermd, bijv. door
het inzetten van de kabel met afdichtkit of door het aanbrengen rond
kabel en doorvoertule van afdichtkit.
Let op: De stekerverbinding van het systeem biedt geen
bescherming tegen het binnendringen van water. Voorzie de
verbinding beslist van afdichtband. Het meest geschikt is
zelfuithardend afdichtband, bijv. van 3M.
TIP: Om corrosie in de steker te minimaliseren, adviseren wij
een beetje vet, bijv. accupoolvet, in één van de stekers te doen.
Gebruik van de verdeelstekers
Om loszittende contacten bij de verdeelstekers te vermijden, is het
belangrijk dat de diameters van de kabels bij de verdeelstekers passen.
Te nemen stappen bij het gebruik van de verdeelstekers:
1. De kabel, die afgetakt moet worden, in de voorste sleuf van de ver-
deelsteker leggen (zie H 1).
2. De nieuwe kabel ligt met het uiteinde voor ca. 3/4 in de achterste sleuf
(zie H 2).
3. De steker sluiten en met een combinatietang de metaalstrip in
de steker drukken, zodat de elektrische verbinding tot stand gebracht
wordt (zie H 3).
4. De afschermkap naar beneden drukken en in de steker laten klikken.
De bevestiging van de verdeelsteker door trekken aan de kabel
controleren (zie H 4).
Het maken van correcte soldeerverbindingen
Om een kabel op originele leidingen aan te sluiten:
1. 10 mm isolatie van de originele leiding verwijderen (zie H 5),
2. 15 mm van de isolatie van de aan te sluiten kabel verwijderen
(zie H 6),
3. De aan te sluiten kabel rond een originele leiding wikkelen en
vastsolderen (zie H 7),
4. De kabel met isolatieband isoleren (zie H 8).
Om 2 kabels met elkaar te verbinden:
1. Van beide kabels de isolatie verwijderen (zie H 9),
2. Een krimphuls van ca. 20 mm lengte over één kabel trekken
(zie H 10),
3. Beide kabels om elkaar heen draaien en vastsolderen (zie H 11),
4. Krimphuls over de soldeerplaats schuiven en lichtjes verwarmen
(zie H 12).
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:30104
NL
105
Kabelaanleg
Kabelaanleg van monitor naar camera
Leg de aansluitkabel van de camera aan binnen in het voertuig.
Leg de verlengingskabel van de monitor naar de camera aan
(zie H 13).
Verbind de aansluitkabel voor de camera met de verlengings-
kabel (zie H 14).
Isoleer de stekerverbinding met de meegeleverde afdichtband
(zie H 14 en H 16).
Bevestig de kabel stevig genoeg in het voertuig, om vastraken
(gevaar voor vallen) te vermijden. Dit vastmaken kan plaatsvinden door
het gebruik van kabelband, isolatieband of door de kabel met lijm vast te
plakken.
Begin pas met het afdichten van de doorvoeringen, nadat alle
instelwerkzaamheden aan de camera zijn voltooid en de benodigde
lengtes van de aansluitkabels vastgesteld zijn.
Benodigdheden voor de kabelaanleg van monitor naar camera
zie H 13 en H 15.
Let op: De stekerverbinding van het systeem biedt geen
bescherming tegen het binnendringen van water. Voorzie de
verbinding beslist van afdichtband. Het meest geschikt is zelf
uithardend afdichtband, bijv. van 3M.
Verdere verlengingskabels zijn indien nodig bij uw leverancier te verkrijgen:
Lengte Art.-nr.
5 m RV-205
10 m RV-210
Elektrische aansluiting van de monitor zie H 17.
Sluit de monitoraansluitkabel als volgt aan:
Rode kabel aan klem 15 (ontsteking).
Zwarte kabel aan klem 31 (massa –).
Bruine kabel aan de kabel (plus +) van de achteruitrijlamp.
Witte kabel aan de kabel (plus +) van de instrumentenverlichting.
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:30105
106
Schakel het contact in en zet de monitor d.m.v. de Aan-/Uit-
schakelaar POWER op ON (zie I 1).
Stel de helderheid en het contrast naar uw eigen wensen in.
Wanneer u de kabels van de monitor geheel aangesloten
hebt, moet het systeem bij het inschakelen van dimlicht de helderheid
van het beeld automatisch bijstellen.
Schakel de monitor met de ON/OFF-knop uit.
Bij ingeschakelde ontsteking moet de monitor inschakelen, zo gauw
een achteruitversnelling wordt gekozen.
Zo gauw de achteruitversnelling wordt verlaten, schakelt het systeem
naar stand-by terug.
Aan de achterkant van de monitor bevindt zich de omschakelaar (blauwe
dipschakelaar) voor normale/spiegelbeeldige weergave op de monitor. In
spiegelbeeldige weergave ziet u hetzelfde beeld op de monitor, als
wanneer u in de achteruitkijkspiegel zou kijken.
Dipschakelaar MIRROR in onderste positie = spiegelbeeldige weergave
Dipschakelaar MIRROR in bovenste positie = normale weergave
Instelling en functiecontrole
Instelling van de camera
Schakel de monitor en de camera in, zoals hierboven beschreven.
Op het beeldscherm moet onder in beeld de achterkant of de achter-
bumper van uw voertuig te zien zijn (zie J 1). Het midden van de
achterbumper moet zich ook in het midden van het monitorbeeld
bevinden. De correcte instelling bereikt u door het verdraaien van de
camera in de camerabeugel (zie J 2).
Wanneer u de camera correct hebt ingesteld, moet u de 6 schroeven
van de camerabevestiging vasttrekken.
Let op: De stekerverbinding aan de camera is niet tegen vocht
beschermd. Dicht deze verbinding beslist met afdichtband af, om
beschadiging te vermijden.
TIP: Om corrosie in de steker te minimaliseren, adviseren wij
een beetje vet, bijv. accupoolvet, in één van de stekers te doen.
Om de corrosie van de schroeven te minimaliseren, wordt
aanbevolen het schroefdraad in te vetten.
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:30106
NL
107
Monitor RV-49
Afmetingen (bxhxd): 189 x 176 x 253 mm
Bedrijfsspanning: 12 – 35 Volt
Opgenomen vermogen: ca. 10 Watt
Beeldgrootte: 5,5" z/w-monitor = 14 cm diagonaal
Resolutie: 350 tv-lijnen
Videosignaal: PAL
Bedrijfstemperatuur: –20 tot +60 °C
Trilvastheid: 4 g
Camera RV-19
Afmetingen (bxhxd): 140 x 75 x 100 mm
Bedrijfsspanning: 12 Volt
Opgenomen vermogen: ca. 1 Watt
Beeldsensor: 1/4", CCD-beeldsensor
Resolutie: 380 tv-lijnen/250.000 pixels
Beeldhoek: h = 98°, v = 82°
Lichtgevoeligheid: <2 lux
Bedrijfstemperatuur: –20 tot +65 °C
Trilvastheid: 6 g
Technische veranderingen voorbehouden!
Technische gegevens
E
13
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 18-09-2003, 11:30107

Documenttranscriptie

Titel Afbeeldingen bij montagehandleiding Inhoudsopgave Aanwijzingen voor gebruik van de montagehandleiding Veiligheids- en montage-instructies Benodigd gereedschap Leveringsomvang Toebehoren bij RV-250 Beschrijving van de camera Functiebeschrijving van de monitor Montage van de monitor Montage van de buitencamera Kabelaanleg Instelling en functiecontrole Instelling van de camera Technische gegevens NL Inhoudsopgave Pagina 3-17 93 93 94-95 96 97 97 97 97 98-100 100-103 103-105 106 106 107 Aanwijzingen voor gebruik van de montagehandleiding Waarschuwing! Veiligheidswaarschuwing: Veronachtzaming kan tot schade aan personen en materiaal leiden. Let op! Veiligheidswaarschuwing: Veronachtzaming leidt tot materiële schade en heeft een negatieve invloed op het functioneren van het achteruitrij-videosysteem RV250. ◆ De ruit staat voor montagestappen, die u uit moet voeren. Om de montage probleemloos te laten verlopen, deze montagehandleiding en bedieningshandleiding voor het begin van de montage doorlezen. Mocht de handleiding niet op al uw vragen antwoord geven of mochten sommige montagestappen u niet duidelijk zijn, leg uw vraag dan beslist voor aan onze technische dienst. WAECO International GmbH D-48282 Emsdetten · Hollefeldstr. 63 Tel. 00 49 (0) 25 72/87 91 91 · Fax 00 49 (0) 25 72/87 93 91 Internet: http://www.waeco.com 93 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 93 18-09-2003, 11:30 Veiligheids- en montage-instructies Waarschuwing! Ontoereikende kabelverbindingen kunnen tot gevolg hebben, dat door kortsluiting: – kabelbrand ontstaat – de airbag wordt geactiveerd – elektronische besturingsinrichtingen worden beschadigd – elektrische functies (knipperlichten, remlicht, claxon, ontsteking, lichten) uitvallen Neem daarom volgende aanwijzingen in acht: Bij werkzaamheden aan de leidingen van het voertuig gelden de volgende klemaanduidingen: 30 (ingang vanaf plus van accu, direct), 15 (geschakelde plus, na de accu) 31 (teruggeleiding van accu af, massa) 58 (parkeerlicht) (achteruitrijlamp) De veiligste manier van verbinden is die, waarbij de kabeluiteinden aan elkaar worden gesoldeerd en ze daarna te isoleren. Bij verbindingen die weer losgemaakt moeten kunnen worden alleen geïsoleerde kabelschoenen, stekers en vlakstekerhulsen gebruiken. Geen lusterklemmen gebruiken. Voor het verbinden van kabels met kabelschoenen, stekers en vlakstekerhulsen een krimptang gebruiken. Bij kabelaansluitingen aan 31 (massa): de kabel met kabelschoen en getande borgring aan een voertuigeigen massaschroef schroeven of met kabelschoen, plaatschroef en getande borgring aan de carrosseriebeplating vastschroeven. Let op een goede massaverbinding! Waarschuwing! Vanwege kortsluitingsgevaar voor werkzaamheden aan de elektrische bedrading van het voertuig altijd de klem van de minpool van de accu verwijderen. Bij voertuigen met extra accu ook daar de klem van de minpool verwijderen. Let op! Bij het verwijderen van de klem van de minpool van de accu verliezen alle vluchtige opslagmedia van de comfortelektronica hun gegevens. 94 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 94 18-09-2003, 11:30 NL Veiligheids- en montage-instructies De volgende gegevens moeten, afhankelijk van de uitvoering van het voertuig, opnieuw ingegeven worden: radiocode · voertuigklok · tijdschakelklok · boordcomputer · zitpositie Aanwijzingen voor de instelling kunt u in de desbetreffende gebruikshandleiding nalezen. Waarschuwing! In het voertuig gemonteerde delen van het achteruitrij-videosysteem RV-250 moeten zo bevestigd worden, dat deze onder geen enkele omstandigheid (sterk afremmen, verkeersongeluk) los kunnen raken en dan tot verwonding van de inzittenden kunnen leiden. Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet in het werkbereik van een AIRBAG wordt gemonteerd. Anders bestaat bij activering daarvan gevaar voor verwondingen. Neem altijd de veiligheidsinstructies van de fabrikant in acht! Sommige werkzaamheden (bijv. aan beveiligingssystemen zoals AIRBAG etc.) mogen alleen door geschoold vakpersoneel worden uitgevoerd! Let op! Voor het onderzoeken van de spanning in elektrische leidingen mag alleen een LED-testlamp (zie ✎ A 1) of een voltmeter (zie ✎ A 2) worden gebruikt. Testlampen (zie ✎ A 3) met een gloeilichaam nemen te hoge elektrische stromen op, waardoor de voertuigelektronica beschadigd kan raken. Let op! Om schade te vermijden dient op voldoende vrije ruimte voor het doorschieten van de boor (zie ✎ A 4) te worden gelet. Ieder boorgat afbramen en met roestbeschermingsmiddel behandelen. Let op! Let er bij het aanleggen van de elektrische aansluitingen op dat deze: 1. niet sterk geknikt en verdraaid worden (zie ✎ A 5 a) 2. niet langs randen schuren (zie ✎ A 5 b) 3. niet zonder bescherming door scherpgerande doorvoeringen aangelegd worden (zie ✎ A 5 c). De camera is waterdicht. De afdichtingen zijn echter niet bestand tegen een hogedrukreiniger (zie ✎ A 6). Open de apparatuur niet, omdat dit de afdichting en de functionaliteit vermindert (zie ✎ A 7). Trek niet aan de kabels, omdat dit de afdichting en de functionaliteit van de camera nadelig kan beïnvloeden (zie ✎ A 8). De camera is niet geschikt voor gebruik onder water (zie ✎ A 9). 95 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 95 18-09-2003, 11:30 Benodigd gereedschap Voor inbouw en montage zijn nodig: –Meetlat –Centerpons –Hamer –Boor (zie ✎ B 1) (zie ✎ B 2) (zie ✎ B 3) (zie ✎ B 4) – Boormachine – Schroevendraaier – Moersleutel (zie ✎ B 5) (zie ✎ B 6) (zie ✎ B 7) Voor de elektrische aansluiting en de controle zijn benodigd: –LED-testlamp (zie ✎ B 8) –Krimphuls of voltmeter (zie ✎ B 9) – Heteluchtföhn (zie ✎ B 12) –Krimptang (zie ✎ B 10) – Soldeerbout (zie ✎ B 13) –Isolatieband (zie ✎ B 11) – Soldeertin (zie ✎ B 14) Afhankelijk van de individuele montage-omstandigheden hebt u eventueel voor het bevestigen van camera en monitor nog andere schroeven, moeren, borgringen, plaatschroeven en kabelverbinders nodig dan in de levering zijn inbegrepen. Leveringsomvang Nr. 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 Aantal 1 1 1 1 1 4 4 4 1 2 2.1 2.2 2.3 2.4 1 1 1 1 6 Omschrijving Monitor-kit RV-49 (zie ✎ C) Monitor Zonnekap Monitorbeugel Voedingskabel Kartelschroeven monitor Plaatschroeven 5 x 20 mm Machineschroeven Folie met afstandsschaal (geen afb.) Camera-kit RV-19 Camera Camerabeugel Systeemkabel 20 m Inbusbouten M 4 x 8 mm 96 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 96 18-09-2003, 11:30 2.5 2.6 4 4 2.7 4 6 8 8 1 2.7 2.7 NL Leveringsomvang Kruiskop-plaatschroeven 5 x 20 mm Kruiskop-machineschroeven M 5 x 20 mm Moeren M 5 Borgringen (geen afb.) Borgringen 5 mm Veerringen 5 mm Inbussleutel M 3 (geen afb.) Technische veranderingen voorbehouden! Toebehoren voor RV-250 De volgende artikelen zijn als extra bij RV-250 leverbaar Omschrijving Artikel-nr. Reservecamera met montagetoebehoren en aansluitkabels, 20 m Verlengingskabel, 5 m Verlengingskabel, 10 m RV-19 RV-205 RV-210 Technische veranderingen en leverbaarheid voorbehouden! Beschrijving van de camera (zie ✎ D) 1 Camera 2 5-polige aansluitkabel 3 Camerabeugel Functiebeschrijving van de monitor Voorzijde (zie ✎ E) 1 Aan-/Uit-schakelaar ( = AAN, = UIT) 2 Controlelampje licht op, als de monitor is ingeschakeld 3 Contrastinstelling 4 Helderheidsinstelling Achterzijde (zie ✎ E) 5 5-polige stekeraansluiting (ingang) voor camera 6 Aansluiting voor spanningsvoorziening 7 Monitorbeugel 97 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 97 18-09-2003, 11:30 Montage van de monitor Waarschuwing! De plaats van de monitor moet zo worden gekozen, dat onder geen enkele omstandigheid (door sterk afremmen, verkeersongeluk) inzittenden verwond kunnen worden. De monitor niet in de bewegingsruimte voor het hoofd monteren. De monitor mag in geen enkel geval het zicht belemmeren bij het rijden (zie ✎ F 1). Algemene montage-instructies! Voordat u de monitor aanbrengt, de volgende punten in acht nemen: – Monitorbeugel aan de monitor schroeven. – Monitor met de aangebrachte beugel plaatsen, om uit te proberen. – Let er bij het kiezen van deze plaats op, dat u ongehinderd zicht op de monitor hebt (zie ✎ F 2 en F 3). – De plaats van montage moet vlak zijn. – Controleer voor de uiteindelijke montage, of ook onder de gekozen plaats van montage voldoende vrije ruimte voor het aanbrengen van borgringen en moeren is. – Houd rekening met het gewicht van de monitor. Zijn versterkingen (grotere borgringen of platen) noodzakelijk? – Is de aanleg van aansluit- en verlengingskabels naar de monitor mogelijk? Wanneer met alle punten rekening is gehouden, dan kunt u met de montage beginnen. Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet in het werkbereik van een AIRBAG wordt gemonteerd. Anders bestaat bij activering gevaar voor verwondingen. Let erop dat het contactoppervlak tussen monitorbeugel en ondergrond zo groot mogelijk is. ◆ Teken de omtrekken van de hoeken van de monitorbeugel op het dashboard. ◆ Schroef de monitorbeugel van de monitor af. ◆ Houd de monitorbeugel binnen de tevoren getekende omtrekken en markeer minstens vier verschillende boorpunten (zie ✎ F 5). Bevestiging met plaatschroeven De bevestiging met plaatschroeven mag alleen in stalen platen met een minimale dikte van 1,5 mm plaatsvinden. Bij het maken van boorgaten in platen moet met het volgende rekening worden gehouden: 98 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 98 18-09-2003, 11:30 NL Montage van de monitor – Bepaal vooraf, of genoeg ruimte voor het doorschieten van de boor beschikbaar is. – Om weglopen van de boor te voorkomen, met hamer en centerpons putjes slaan. – Alle boorgaten afbramen en van roestbeschermingsmiddel voorzien. ◆ Boor op de tevoren aangebrachte punten een gat van Ø 4 mm. ◆ Monitorbeugel met de plaatschroeven 5 x 20 mm vastschroeven. Benodigdheden voor bevestiging van de monitorbeugel zie ✎ F 6 t/m F 8. Bij bevestiging met draadschroeven Bij het maken van boorgaten in kunststof-dashboards moet op de volgende punten gelet worden: – Bepaal vooraf, of genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de boor beschikbaar is. – Let erop, dat de moeren bij het aantrekken niet door het dashboard heen getrokken kunnen worden (eventueel grotere borgringen of platen gebruiken). ◆ Boor op de tevoren aangebrachte punten een boorgat van Ø 5,5 mm. ◆ Monitorbeugel met schroeven M 5 x 20 mm vastschroeven. Benodigdheden voor het bevestigen van de monitorbeugel zie ✎ F 9 t/m F 11. Het maken van een doorvoering voor de aansluitkabel van de monitor Voor de doorvoering van de aansluitkabel (zie ✎ F 12) gebruikt u naar mogelijkheid originele doorvoeringen of ander doorvoermogelijkheden, zoals randen van de bekleding, ventilatieroosters of dummy-schakelaars. Indien geen doorvoeringen voorhanden zijn, dan moet een gat van Ø 18 mm worden geboord. Bepaal vooraf, of genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de boor beschikbaar is. 99 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 99 18-09-2003, 11:30 Montage van de monitor ◆ Boor achter de monitor een gat van Ø 18 mm. ◆ Alle boorgaten, die in de plaat zijn gemaakt, afbramen en van roest beschermingsmiddel voorzien. ◆ Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule voorzien. ◆ Verlengingskabel in de aansluitopening “Camera” (zie ✎ E 5) en aansluitkabel in de aansluitopening “Power” (zie ✎ E 6) op de achterzijde van de monitor insteken. ◆ Leg de aansluitkabel en de verlengingskabel onder het dashboard aan. Bevestiging van de monitor in de monitorbeugel Voor het monteren van de monitor in de monitorbeugel (zie ✎ F 15) alleen de kartelschroeven gebruiken. Langere schroeven beschadigen de monitor. De zonneklep wordt tussen de monitorbeugel en de monitor bevestigd. ◆ De monitor met de zonneklep in de monitorbeugel houden en de kartelschroeven met de hand indraaien. ◆ De monitor in de juiste stand brengen en de kartelschroeven vastdraaien. Benodigdheden voor het bevestigen van de monitor zie ✎ F 13 en F 14. Montage van de buitencamera Let op! Mocht de in de voertuigpapieren vermelde voertuighoogte of lengte door het opbouwen van de camera veranderen, dan moet een nieuwe keuring door de bevoegde instanties (TÜV, DEKRA etc.) plaatsvinden. Laat de nieuwe keuringsgegevens door uw bevoegde instantie voor het wegverkeer in de voertuigpapieren opnemen. Waarschuwing! De plaats van de buitencamera moet zo worden gekozen en deze moet zo veilig worden bevestigd, dat in de omgeving staande personen onder geen enkele omstandigheid (door over het dak van het voertuig schampende takken) verwond kunnen worden. Omdat de buitencamera voor een goede beeldhoek op een hoogte van minstens 2 m moet worden aangebracht, moet u er bij het bevestigen op letten dat de werkplek u voldoende steun biedt. 100 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 100 18-09-2003, 11:30 Algemene montage-instructies! Let, voordat u de buitencamera aanbrengt, op de volgende punten: –Voor een goede beeldhoek moet de buitencamera op een hoogte van minstens 2 m worden aangebracht. –De plaats waar de buitencamera gemonteerd zal worden, moet voldoende stevigheid bieden (bijv. over het dak van het voertuig schampende takken kunnen in de camera vastraken). –De camera moet waterpas en in het midden aan de achterzijde van het voertuig worden aangebracht (zie ✎ G 3). Leg de camerakabel zo aan, dat u bij later eventueel noodzakelijke demontage van de camera gemakkelijk bij de stekerverbinding tussen camera en verbindingskabel kunt. De demontage wordt daardoor veel gemakkelijker. De veiligste manier van bevestigen is m.b.v. door de opbouw heen gaande schroeven, waarbij gelet moet worden op: 1. Is er achter de gekozen positie ruimte genoeg voor het monteren? 2. Iedere doorvoering moet door passende maatregelen tegen het binnendringen van water beschermd worden (bijv. door de schroeven met afdichtkit aan te brengen of de buitenste bevestigingsdelen met afdichtkit af te kitten). 3. Biedt de opbouw op de beoogde bevestigingsplaats voldoende stevigheid, zodat de camerabeugel zich stevig genoeg vast laat schroeven? Bent u niet zeker over de door u gekozen plaats voor montage, win dan advies in bij de fabrikant van de opbouw of diens vertegenwoordiging. ◆ Houd de camerabeugel op de gekozen plaats en markeer minstens 2 verschillende boorpunten (zie ✎ G 6). Bevestiging met plaatschroeven Bevestiging met plaatschroeven mag alleen plaatsvinden in stalen platen met een minimale dikte van 1,5 mm. Bij het boren van gaten in platen moet op het volgende worden gelet: 101 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 101 18-09-2003, 11:30 NL Montage van de buitencamera Montage van de buitencamera –Bepaal vooraf, of er genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de boor beschikbaar is. –Om weglopen van de boor te verhinderen, met hamer en centerpons putjes slaan. –Alle boorgaten afbramen en van roestbeschermingsmiddel voorzien. ◆ Boor op de tevoren aangebrachte punten een gat van Ø 4 mm. ◆ Camerabeugel met de plaatschroeven 5 x 20 mm vastschroeven (zie ✎ G 7). Benodigdheden voor het bevestigen m.b.v. plaatschroeven zie ✎ G 1 en G 2. Bevestiging met draadschroeven Bij het boren van gaten moet op het volgende worden gelet: –Bepaal vooraf, of er voldoende ruimte is voor het doorschieten van de boor. –Let er bij het aantrekken van de moeren op dat deze niet door de opbouw heen getrokken kunnen worden (evt. grotere borgringen of platen gebruiken). ◆ Boor op de tevoren aangebrachte punten een gat van Ø 5,5 mm. ◆ Camerabeugel met de draadschroeven M 5 x 20 mm of langere draadschroeven, afhankelijk van de stevigheid van de ondergrond, vastschroeven. Benodigdheden voor het bevestigen met draadschroeven zie ✎ G 4 en G 5. Het maken van een doorvoering voor de aansluitkabel van de camera Let op de aanwijzingen voor de kabelaanleg, vanaf pag. 27. Voor de doorvoering van de aansluitkabel gebruikt u naar mogelijkheid de beschikbare doorvoermogelijkheden, zoals ventilatieroosters. Als geen doorvoeringen beschikbaar zijn, dan moet een gat van Ø 13 mm worden geboord. Bepaal vooraf, of er genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de boor is. ◆ Boor niet ver van de camera een gat van Ø 13 mm (zie ✎ G 9). ◆ Alle in de plaat gemaakte boorgaten afbramen en van roestbeschermend middel voorzien. ◆ Alle scherpgekante doorvoeringen van een doorvoertule voorzien. 102 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 102 18-09-2003, 11:30 NL Montage van de buitencamera Bevestiging van de camera in de camerabeugel Voor het monteren van de camera alleen inbusbouten gebruiken. Langere schroeven beschadigen de camera. ◆ De camera in de camerabeugel schuiven en zodanig in de juiste stand brengen, dat het objectief een hoek van ca. 50° (zie ✎ G 10) met de loodlijn van het voertuig maakt. ◆ Bevestig de camera losjes met de inbusbouten. De schroeven worden aangetrokken, zo gauw het uitrichten van de camera met behulp van de monitor heeft plaatsgevonden. Om corrosie van de schroeven tegen te gaan, is het aan te bevelen, het schroefdraad in te vetten. Benodigdheden voor het bevestigen van de camera zie ✎ G 10. Kabelaanleg Algemene aanwijzingen voor het aanleggen van de kabels! Niet-vakkundige aanleg van kabels en kabelverbindingen leiden steeds weer tot onjuist functioneren of beschadigingen van delen van de installatie. Correcte aanleg en verbinding van kabels is grondvoorwaarde voor het langdurig en foutloos functioneren van de uitbreidende componenten. Let op de volgende punten: – Leg de kabels indien mogelijk altijd aan binnen in het voertuig, want daar zijn ze beter beschermd dan buiten het voertuig. Mocht u de kabels desondanks buiten het voertuig aanleggen, let dan op een veilige bevestiging (door extra kabelbinders, isolatieband, enz.). – Om beschadigingen aan kabels te vermijden, bij de aanleg van de kabels steeds genoeg afstand tot warme en bewegende voertuigdelen (uitlaatpijpen, aandrijfassen, dynamo’s, ventilatoren enz.) aanhouden. – Iedere verbinding van de kabels (ook binnen in het voertuig) met een goede isolatie-band dicht omwikkelen. – Let er bij het leggen van de kabels op, dat deze: 1. niet sterk worden geknikt of verdraaid, 2. niet aan randen langs schuren, 3. niet zonder bescherming door scherpgekante doorvoeringen gelegd worden. 103 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 103 18-09-2003, 11:30 Kabelaanleg – Iedere doorvoering door de buitenste beplating moet door passende maat-regelen tegen binnendringend water worden beschermd, bijv. door het inzetten van de kabel met afdichtkit of door het aanbrengen rond kabel en doorvoertule van afdichtkit. Let op: De stekerverbinding van het systeem biedt geen bescherming tegen het binnendringen van water. Voorzie de verbinding beslist van afdichtband. Het meest geschikt is zelfuithardend afdichtband, bijv. van 3M. TIP: Om corrosie in de steker te minimaliseren, adviseren wij een beetje vet, bijv. accupoolvet, in één van de stekers te doen. Gebruik van de verdeelstekers Om loszittende contacten bij de verdeelstekers te vermijden, is het belangrijk dat de diameters van de kabels bij de verdeelstekers passen. Te nemen stappen bij het gebruik van de verdeelstekers: 1. De kabel, die afgetakt moet worden, in de voorste sleuf van de verdeelsteker leggen (zie ✎ H 1). 2. De nieuwe kabel ligt met het uiteinde voor ca. 3/4 in de achterste sleuf (zie ✎ H 2). 3. De steker sluiten en met een combinatietang de metaalstrip in de steker drukken, zodat de elektrische verbinding tot stand gebracht wordt (zie ✎ H 3). 4. De afschermkap naar beneden drukken en in de steker laten klikken. De bevestiging van de verdeelsteker door trekken aan de kabel controleren (zie ✎ H 4). Het maken van correcte soldeerverbindingen Om een kabel op originele leidingen aan te sluiten: 1. 10 mm isolatie van de originele leiding verwijderen (zie ✎ H 5), 2. 15 mm van de isolatie van de aan te sluiten kabel verwijderen (zie ✎ H 6), 3. De aan te sluiten kabel rond een originele leiding wikkelen en vastsolderen (zie ✎ H 7), 4. De kabel met isolatieband isoleren (zie ✎ H 8). Om 2 kabels met elkaar te verbinden: 1. Van beide kabels de isolatie verwijderen (zie ✎ H 9), 2. Een krimphuls van ca. 20 mm lengte over één kabel trekken (zie ✎ H 10), 3. Beide kabels om elkaar heen draaien en vastsolderen (zie ✎ H 11), 4. Krimphuls over de soldeerplaats schuiven en lichtjes verwarmen (zie ✎ H 12). 104 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 104 18-09-2003, 11:30 Kabelaanleg van monitor naar camera ◆ Leg de aansluitkabel van de camera aan binnen in het voertuig. ◆ Leg de verlengingskabel van de monitor naar de camera aan (zie ✎ H 13). ◆ Verbind de aansluitkabel voor de camera met de verlengingskabel (zie ✎ H 14). ◆ Isoleer de stekerverbinding met de meegeleverde afdichtband (zie ✎ H 14 en H 16). ◆ Bevestig de kabel stevig genoeg in het voertuig, om vastraken (gevaar voor vallen) te vermijden. Dit vastmaken kan plaatsvinden door het gebruik van kabelband, isolatieband of door de kabel met lijm vast te plakken. ◆ Begin pas met het afdichten van de doorvoeringen, nadat alle instelwerkzaamheden aan de camera zijn voltooid en de benodigde lengtes van de aansluitkabels vastgesteld zijn. Benodigdheden voor de kabelaanleg van monitor naar camera zie ✎ H 13 en H 15. Let op: De stekerverbinding van het systeem biedt geen bescherming tegen het binnendringen van water. Voorzie de verbinding beslist van afdichtband. Het meest geschikt is zelf uithardend afdichtband, bijv. van 3M. Verdere verlengingskabels zijn indien nodig bij uw leverancier te verkrijgen: Lengte Art.-nr. 5m RV-205 10 m RV-210 Elektrische aansluiting van de monitor zie ✎ H 17. ◆ Sluit de monitoraansluitkabel als volgt aan: – Rode kabel aan klem 15 (ontsteking). – Zwarte kabel aan klem 31 (massa –). – Bruine kabel aan de kabel (plus +) van de achteruitrijlamp. – Witte kabel aan de kabel (plus +) van de instrumentenverlichting. 105 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 105 18-09-2003, 11:30 NL Kabelaanleg Instelling en functiecontrole ◆ Schakel het contact in en zet de monitor d.m.v. de Aan-/Uitschakelaar POWER op ON (zie ✎ I 1). ◆ Stel de helderheid en het contrast naar uw eigen wensen in. ◆ Wanneer u de kabels van de monitor geheel aangesloten hebt, moet het systeem bij het inschakelen van dimlicht de helderheid van het beeld automatisch bijstellen. ◆ Schakel de monitor met de ON/OFF-knop uit. ◆ Bij ingeschakelde ontsteking moet de monitor inschakelen, zo gauw een achteruitversnelling wordt gekozen. ◆ Zo gauw de achteruitversnelling wordt verlaten, schakelt het systeem naar stand-by terug. Aan de achterkant van de monitor bevindt zich de omschakelaar (blauwe dipschakelaar) voor normale/spiegelbeeldige weergave op de monitor. In spiegelbeeldige weergave ziet u hetzelfde beeld op de monitor, als wanneer u in de achteruitkijkspiegel zou kijken. Dipschakelaar MIRROR in onderste positie = spiegelbeeldige weergave Dipschakelaar MIRROR in bovenste positie = normale weergave Instelling van de camera ◆ Schakel de monitor en de camera in, zoals hierboven beschreven. ◆ Op het beeldscherm moet onder in beeld de achterkant of de achterbumper van uw voertuig te zien zijn (zie ✎ J 1). Het midden van de achterbumper moet zich ook in het midden van het monitorbeeld bevinden. De correcte instelling bereikt u door het verdraaien van de camera in de camerabeugel (zie ✎ J 2). ◆ Wanneer u de camera correct hebt ingesteld, moet u de 6 schroeven van de camerabevestiging vasttrekken. Let op: De stekerverbinding aan de camera is niet tegen vocht beschermd. Dicht deze verbinding beslist met afdichtband af, om beschadiging te vermijden. TIP: Om corrosie in de steker te minimaliseren, adviseren wij een beetje vet, bijv. accupoolvet, in één van de stekers te doen. Om de corrosie van de schroeven te minimaliseren, wordt aanbevolen het schroefdraad in te vetten. 106 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 106 18-09-2003, 11:30 Monitor RV-49 Afmetingen (bxhxd): Bedrijfsspanning: Opgenomen vermogen: Beeldgrootte: Resolutie: Videosignaal: Bedrijfstemperatuur: Trilvastheid: 189 x 176 x 253 mm 12 – 35 Volt ca. 10 Watt 5,5" z/w-monitor = 14 cm diagonaal 350 tv-lijnen PAL –20 tot +60 °C 4g Camera RV-19 Afmetingen (bxhxd): Bedrijfsspanning: Opgenomen vermogen: Beeldsensor: Resolutie: Beeldhoek: Lichtgevoeligheid: Bedrijfstemperatuur: Trilvastheid: 140 x 75 x 100 mm 12 Volt ca. 1 Watt 1/4", CCD-beeldsensor 380 tv-lijnen/250.000 pixels h = 98°, v = 82° <2 lux –20 tot +65 °C 6g NL Technische gegevens Technische veranderingen voorbehouden! E13 107 A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65 107 18-09-2003, 11:30
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168

Back View RV-250 Handleiding

Categorie
Accessoires voor flatpanels
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor