THEBEN DU 1 KNX Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
KNX-handboek
1-kanaals
inbouwdimactoren
DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
4942570
4941670
4941671
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Inhoudsopgave
1 BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN! 3
2 Applicatieprogramma’s voor DU 1 4
3 Functiebeschrijving 5
4 Bediening 6
5 Technische specificaties 7
5.1 Belangrijke aanwijzingen 9
6 Algemene informatie over KNX-Secure 10
6.1 Inbedrijfstelling met "KNX-data-secure" 11
6.2 Inbedrijfstelling zonder "KNX-data-secure" 11
7 De applicatieprogramma’s DU 1, DU 1 RF, DU 1 (S) RF 12
7.1 Keuze in de productdatabase 12
7.2 Communicatieobjecten overzicht 13
7.3 Communicatieobjecten beschrijving 16
7.4 Parameterpagina’s overzicht 25
7.5 Algemene parameters 26
7.6 Parameters voor de dimactor 27
7.7 Parameters voor de externe ingangen I1, I2 als pure binaire KNX-ingangen 45
7.8 Parameters voor de directe besturing van de dimactor 63
8 Toepassingsvoorbeelden 68
8.1 Directe besturing: basisconfiguratie 68
8.2 Dimkanaal via de bus besturen 70
9 Bijlage 73
9.1 Algemene informatie over KNX-RF 73
9.2 Toepassing van de functie Soft-schakelen 74
9.3 Toepassing voorrangsfunctie 80
9.4 LED-lampen dimmen 81
9.5 4-bits telegrammen (lichter/donkerder) 82
9.6 De scènes 84
9.7 Omrekening procenten in hexadecimale en decimale waarden 88
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
1 BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN!
Gevaar door elektrische schokken!
Het apparaat DU 1 RF, DU 1 S RF is bij de klemmen en stekkers niet geïsoleerd!
Op de ingangen staat netspanning!
Bij aansluiting van de ingangen of voor elke ingreep in een van de ingangen de
230 V-voeding van het apparaat onderbreken.
Aanraakveilig installeren.
Voor minimaal 3 mm afstand tot stroomvoerende delen of extra isolatie met bijv.
verdelers zorgen.
De isolatie van de niet-gebruikte ingangen niet verwijderen.
De aders van de niet-gebruikte ingangen niet afknippen.
Geen netspanning (230 V) of andere externe spanningen op de ingangen aansluiten!
Bij de installatie op voldoende isolatie tussen netspanning (230 V) en bus resp.
ingangen letten (min. 5,5 mm).
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
2 Applicatieprogramma’s voor DU 1
= DU 1 V2.x secure
= DU 1 V1.x
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
3 Functiebeschrijving
1-kanaals universele inbouwdimactor
Dimbereik 0-100%
Voor het dimmen van gloeilampen, LV- en HV-halogeenlampen, dimbare LED-
retrofitlampen
Ook geschikt voor de aansturing van ventilatoren
Dimvermogen: 250 W
Automatische lastherkenning (deactiveerbaar)
Voor R-, L- en C-lasten
S RF-versie: geoptimaliseerd zend-/ontvangstvermogen door gebruik van een nieuwe
radiografische chip
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
4 Bediening
Het apparaat heeft 2 externe ingangen voor toetsen, schakelaars etc.
Bij levering, d.w.z. nog vóór de KNX-programmering, kan de dimactor direct met een
toets op I1 worden bediend.
Afhankelijk van de instelling van de externe ingang I1 in de ETS kan de actor op
2 verschillende manieren worden bediend:
Besturing via bustelegrammen.
Dat is de klassieke configuratie voor een KNX-actor.
De besturing vindt uitsluitend via bustelegrammen plaats.
Daarbij hebben de externe ingangen I1, I2 geen interne verbinding met de actor.
Directe besturing (standaardinstelling in de ETS)1
Het dimactorkanaal kan met een conventionele toets worden bediend.
Deze wordt direct op de externe ingang I1 aangesloten.
De ingang I1 wordt dan uitsluitend voor deze functie gebruikt en is bij deze instelling niet
meer met de bus verbonden, d.w.z. er zijn geen communicatieobjecten.
De actor zelf behoudt ook in deze configuratie al zijn communicatieobjecten.
Zie het hoofdstuk Typische toepassingen.
1 Knop Standaardparameters
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
5 Technische specificaties
Bedrijfsspanning
DU 1: KNX-busspanning
DU 1 RF, DU 1 S RF: 230 240 V AC, 50 60 Hz
Busstroom KNX2
5 mA
Bedrijfsspanning
230240 V AC
Frequentie
50-60 Hz
Stand-by-vermogen
< 0,15 W
L x B x D
DU 1: 48,6 x 44,4 x 31,3 mm
DU 1 RF: 48,6 x 46,8 x 22 mm
DU 1 S RF : 48,6 x 44,4 x 25 mm
Montagetype
Inbouw
Aansluittype
DU 1: Schroefklemmen | busaansluiting: KNX-busklem
DU 1 RF, DU 1 S RF: Schroefklemmen
Max. kabeldiameter
Massief: 0,5 mm² (Ø 0,8) tot 4 mm²
Litzedraad med adereindhuls: 0,5 mm² tot 2,5 mm²
Aantal kanalen
1-kanaals
Lampsoorten
Gloeilampen, laagvoltage- en hoogvoltage-halogeenlampen en
led
Gloei-
/halogeenlamplast
250 W
LED-lampen
Faseafsnijding: 250 W | Faseaansnijding: 24 W
3
Schakelvermogen min.
2 W
Max. kabellengte
100 m
Omgevingstemperatuur
-5°C … +45°C
Radiostandaard
KNX
Zendfrequentie
868,3 MHz
Signaalvermogen
10 mW
2 enkel DU 1
3 Zie volgende tabel
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Reikwijdte RF
Tot 100 m in het vrije veld
Codering
FSK (Frequency Shift Keying)
Transceivertype
bidirectioneel
Lasttype Nominale
spanning Omgevingstemperatuur
Faseaansnijding
(L-modus)
Faseafsnijding
(RC-modus)
Mogelijke
max.
last
Gloeilampen 230 V / 50 Hz 45 °C RC-modus 200 W
Halogeenlampen
trafo (inductief)
230 V / 50 Hz 25 °C L-modus 200 VA
230 V / 50 Hz 45 °C L-modus 130 VA
LED - lamplast 230 V / 50 Hz
25 °C RC-modus 200 W
45 °C 250 W
25 °C L-modus 24 W4
45 °C 12 W5
230 V / 50 Hz 25 °C RC-modus 250 W
4 Het vermogen van LED-lampen en compacte tl-lampen in faseaansnijding is sterk afhankelijk
van het type lamp. Door een te hoge temperatuur kan de dimmer ontregeld raken.
In dit geval moet de bedrijfsmodus Faseafsnijding worden gekozen!
Hierdoor wordt voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt.
5 Het vermogen van LED-lampen en compacte tl-lampen in faseaansnijding is sterk afhankelijk
van het type lamp. Door een te hoge temperatuur kan de dimmer ontregeld raken.
In dit geval moet de bedrijfsmodus Faseafsnijding worden gekozen!
Hierdoor wordt voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
5.1 Belangrijke aanwijzingen
Bij het vervangen van lampen moet de voedingsspanning (in de zekeringkast) altijd
worden uitgeschakeld.
De serie- of parallelschakeling van dimmers is niet toegestaan.
Vóór de dimmer mag geen regeltransformator worden geïnstalleerd.
Rondstuurimpulsen van de elektriciteitsbedrijven of -centrales zijn aan een kortstondig
flikkeren van de verlichting herkenbaar.
Bij parallelschakeling van een groter aantal LED-lampen kan ook bij lasten < 250 W
worden beïnvloed.
Dit komt door de opgetelde inschakelstromen, die afhankelijk zijn van het type lamp.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
6 Algemene informatie over KNX-Secure
Vanaf ETS5 versie 5.5 wordt veilige communicatie in KNX-systemen ondersteund. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen veilige communicatie via het medium IP met behulp van KNX-IP-
secure en veilige communicatie via de media TP en RF met behulp van KNX-data-secure. De
onderstaande informatie heeft betrekking op KNX-data-secure.
In de catalogus van ETS worden KNX-producten met ondersteuning van "KNX-secure" eenduidig
gekenmerkt.
Zodra een "KNX-secure"-apparaat in het project wordt ingevoegd, vraagt de ETS om een
projectwachtwoord. Als geen wachtwoord wordt ingevoerd, wordt het apparaat met
gedeactiveerde secure-modus ingevoegd. Het wachtwoord kan achteraf in het projectoverzicht
worden ingevoerd of gewijzigd.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
6.1 Inbedrijfstelling met "KNX-data-secure"
Voor de veilige communicatie is de FDSK (Factory Device Setup Key) nodig. Als een KNX-product
met ondersteuning van "KNX-data-secure" in een regel wordt ingevoegd, vraagt de ETS om
invoer van de FDSK. Deze apparaatspecifieke sleutel is afgedrukt op het etiket van het apparaat
en kan ofwel via het toetsenbord worden ingevoerd, ofwel met behulp van de codescanner of de
camera van de notebook worden ingelezen.
Voorbeeld-FDSK op etiket op apparaat:
De ETS genereert na invoer van de FDSK een apparaatspecifieke toolsleutel. Via de bus stuurt de
ETS de toolsleutel naar het apparaat dat moet worden geconfigureerd. De overdracht wordt met
de oorspronkelijke en voorheen ingevoerde FDSK-sleutel versleuteld en geverifieerd. Noch de
toolsleutel, noch de FDSK-sleutel worden niet-gecodeerd via de bus verstuurd.
Het apparaat accepteert na de vorige actie alleen nog de toolsleutel voor verdere communicatie
met de ETS.
De FDSK-sleutel wordt niet meer gebruikt voor verdere communicatie, tenzij het apparaat wordt
teruggesteld naar de fabrieksinstellingen. Daarbij worden alle ingestelde, veiligheidsrelevante
gegevens gewist.
De ETS genereert zo veel tijdelijke sleutels als nodig zijn voor de groepscommunicatie die men
wil beschermen. Via de bus stuurt de ETS de tijdelijke sleutel naar het apparaat dat moet
worden geconfigureerd. De overdracht vindt plaats wanneer het apparaat via de toolsleutel
wordt versleuteld en geverifieerd. De tijdelijke sleutels worden nooit niet-gecodeerd via de bus
verstuurd.
De FDSK wordt in het project opgeslagen en is in het projectoverzicht te zien.
Bovendien kunnen alle sleutels door dit project worden geëxporteerd (back-up).
Bij de projectplanning kan vervolgens worden gedefinieerd welke functies/objecten beveiligd
moeten communiceren. Alle objecten met versleutelde communicatie zijn in de ETS te
herkennen aan het pictogram "Secure".
6.2 Inbedrijfstelling zonder "KNX-data-secure"
Als alternatief kan het apparaat ook zonder KNX-data-secure in bedrijf worden genomen. In dit
geval is het apparaat niet beveiligd en gedraagt het zich als andere KNX-apparaten zonder de
functie KNX-data-secure.
Voor de inbedrijfstelling van het apparaat zonder KNX-data-secure markeert u het apparaat in
de paragraaf 'Topologie' of 'Apparaat' en zet u in het gedeelte 'Eigenschappen' op het tabblad
'Instellingen' de optie 'Veilige inbedrijfstelling' op 'Gedeactiveerd'.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7 De applicatieprogramma’s DU 1,
DU 1 RF, DU 1 (S) RF
7.1 Keuze in de productdatabase
Fabrikant
Theben AG
Productfamilie
Uitgave
Producttype
DU 1 / DU 1 RF / DU 1 S RF
Programmanaam
DU 1
6
DU 1 secure7
DU 1 RF8
DU1 (S) RF
9
De ETS-database vindt u op onze website: www.theben.de/en/downloads_en
6 V1.0…V1.2
7 V2.0…
8 V1.1
9 V2.0…
Aantal communicatieobjecten
34
Aantal groepsadressen
254
Aantal toewijzingen
255
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.2 Communicatieobjecten overzicht
7.2.1 Dimmer, kanaal C1
Nr.
Objectnaam
Functie
Lengte
R
W
C
T
DPT
1
Kanaal C1
Schakelen AAN/UIT
1 bit
-
W
C
-
1.001
2
Kanaal C1
Lichter/donkerder
4 bit
-
W
C
-
3.007
3
Kanaal C1
Dimwaarde
1 byte
-
W
C
-
5.001
4
Kanaal C1
Soft-schakelen
1 bit
-
W
C
-
1.001
5
Kanaal C1
Blokkeren
1 bit
-
W
C
-
1.001
6
Kanaal C1
Scènes oproepen/opslaan
1 byte
-
W
C
-
18.001
7 Kanaal C1
Scènes vrijgeven = 1
1 bit
-
W
C
-
1.001
Scènes blokkeren = 1
1 bit
-
W
C
-
1.001
8 Kanaal C1
Voorrang
2 bit
-
W
C
-
2.001
Dimwaarde bij voorrang
1 byte
-
W
C
-
5.001
Voorrang = 1
1 bit
-
W
C
-
1.001
Voorrang = 0
1 bit
-
W
C
-
1.001
9
Kanaal C1
Dimwaardebeperking
1 byte
-
W
C
-
5.001
10
Kanaal C1
Terugmelding AAN/UIT
1 bit
R
-
C
T
1.001
11
Kanaal C1
Terugmelding in %
1 byte
R
-
C
T
5.001
12 Kanaal C1
Terugmelding bedrijfsuren
4 bytes
R
-
C
T
13.100
Tijd tot de volgende service
4 bytes
R
-
C
T
13.100
13
Kanaal C1
Service vereist
1 bit
R
-
C
T
1.001
14 Kanaal C1
Reset service
1 bit
-
W
C
-
1.001
Reset bedrijfsuren
1 bit
-
W
C
-
1.001
15
Kanaal C1
Algemene foutmelding
1 bit
R
-
C
T
1.001
16
Kanaal C1
Melding kortsluiting
1 bit
R
-
C
T
1.001
17
Kanaal C1
Melding te hoge temperatuur
1 bit
R
-
C
T
1.001
18
Kanaal C1
Netfout
1 bit
R
-
C
T
1.001
19
Kanaal C1
Melding lasttype
1 byte
R
-
C
T
20.610
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.2.2 Externe ingangen: functie schakelaar resp. toets
Nr. Objectnaam Functie Lengte R W C T DPT
41 Kanaal I1.1
Schakelen 1 bit R W C T 1.001
Prioriteit 2 bit R - C T 2.001
Percentage zenden 1 byte R - C T 5.001
Waarde zenden 1 byte R - C T 5.010
42 Kanaal I1.2
Schakelen 1 bit R W C T 1.001
Prioriteit 2 bit R - C T 2.001
Percentage zenden 1 byte R - C T 5.001
Waarde zenden 1 byte R - C T 5.010
45 Kanaal I1 Blokkeren = 1 1 bit - W C - 1.001
Blokkeren = 0 1 bit - W C - 1.003
51-55 Kanaal I2 (details: zie Kanaal I1)
7.2.3 Externe ingangen: functie dimmen
Nr. Objectnaam Functie Lengte R W C T DPT
41 Kanaal I1 Schakelen 1 bit R W C T 1.001
42 Kanaal I1
Lichter/donkerder 4 bit R - C T 3.007
Lichter 4 bit R - C T 3.007
Donkerder 4 bit R - C T 3.007
43 Kanaal I1.1
Schakelen 1 bit R W C T 1.001
Prioriteit 2 bit R - C T 2.001
Percentage zenden 1 byte R - C T 5.001
Waarde zenden 1 byte R - C T 5.010
45 Kanaal I1 Blokkeren = 1 1 bit - W C - 1.001
Blokkeren = 0 1 bit - W C - 1.003
51-55 Kanaal I2 (details: zie Kanaal I1)
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.2.4 Externe ingangen: functie jaloezie
Nr. Objectnaam Functie Lengte R W C T DPT
41 Kanaal I1 Step / Stop 1 bit R - C T 1.010
42 Kanaal I1
OMHOOG / OMLAAG 1 bit R W C T 1.008
OMHOOG 1 bit R - C T 1.008
OMLAAG 1 bit R - C T 1.008
43 Kanaal I1.1
Schakelen 1 bit R W C T 1.001
Prioriteit 2 bit R - C T 2.001
Percentage zenden 1 byte R - C T 5.001
Hoogte % 10 1 byte R - C T 5.001
Waarde zenden 1 byte R - C T 5.010
2 byte 9.x 2 bytes R - C T 9.xxx
4 byte 14.x 4 bytes R - C T 14.xxx
44 Kanaal I1.2 Lamel % 11 1 byte R - C T 5.001
45 Kanaal I1 Blokkeren = 1 1 bit - W C - 1.001
Blokkeren = 0 1 bit - W C - 1.003
51-55 Kanaal I2 (details: zie Kanaal I1)
7.2.5 Externe ingangen: functie Temperatuuringang (alleen I2)
Nr. Objectnaam Functie Lengte R W C T DPT
51 Kanaal I2 Werkelijke temperatuur 2 byte R - C T 9.001
7.2.6 Gemeenschappelijke objecten
Nr. Objectnaam Functie Lengte R
W
C T DPT
71 Centraal Centraal CNTIN AAN 1 bit - W
C - 1.001
72 Centraal Centraal CNTIN UIT 1 bit - W
C - 1.001
73 Centraal Centraal schakelen 1 bit - W
C - 1.001
74 Centraal Centraal scènes oproepen/opslaan 1 byte - W
C - 18.001
75
Versie firmware
Zenden
2 byte
R
-
C
T
217.001
10 Bij dubbelklikken met objecttype = Hoogte % + lamel %
11 Bij dubbelklikken met objecttype = Hoogte % + lamel %
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.3 Communicatieobjecten beschrijving
7.3.1 Objecten voor de dimactor
Object 1: Schakelen AAN/UIT
1 = Last inschakelen.
0 = Last uitschakelen.
Zie ook: parameter Inschakelwaarde.
Object 2: lichter/donkerder
Dit object wordt met 4-bits-telegrammen aangestuurd (DPT 3.007 Control_Dimming).
Met deze functie kan het licht in stappen omhoog of
omlaag worden gedimd.
Standaard worden telegrammen met 64 stappen gezonden.
BELANGRIJK: de reactie op 4-bits-telegrammen hangt af van de parameter
In- en uitschakelen met 4-bits-telegram.
Zie de bijlage: 4-bits-telegrammen (lichter/donkerder)
Object 3: dimwaarde
Met dit object kan de gewenste dimmerinstelling direct worden gekozen.
Formaat: 1 byte percentage.
0 = 0%
255 = 100%
Object 4: Soft-schakelen
Een 1 op dit object start een Soft-schakelcyclus, d.w.z.:
de lichtsterkte of -intensiteit wordt, uitgaande van de minimale lichtsterkte, geleidelijk
verhoogd.
De dimwaarde blijft daarna binnen de geparametreerde tijd constant en wordt na afloop van
deze periode weer geleidelijk verlaagd.
Als de geparametreerde minimale lichtsterkte wordt bereikt, wordt de dimwaarde weer op 0%
gereset.
De cyclus kan door telegrammen worden verlengd of voortijdig worden beëindigd
Het verloop kan ook met een Schakelklok worden aangestuurd, wanneer de parameter Tijd
tussen Soft-Aan en Soft-Uit is ingesteld op tot telegram Soft-Uit.
De dimcyclus wordt dan met een 1 gestart en met een 0 beëindigd.
Zie in de bijlage: Toepassing van de functie Soft-schakelen
Object 5: Blokkeren
Reactie bij het activeren en deactiveren van de blokkering kan via parameters worden ingesteld
als de blokkeringsfunctie werd geactiveerd (parameterpagina Kanaal C1 Functiekeuze).
De blokkering wordt pas actief na ontvangst van het Object Aan, d.w.z. dat het kanaal bij
Blokkeren met 0 na terugkeer van de busspanning niet geblokkeerd is.
Als de parameter Reactie bij plaatsen van de blokkering = geen reactie, dan wordt een lopend
proces voor Soft-schakelen niet onderbroken.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Object 6: Scènes oproepen/opslaan
Alleen beschikbaar als de scènefunctie werd geactiveerd (parameterpagina Functiekeuze).
Met dit object kunnen „scènes“ worden opgeslagen en later weer worden opgevraagd.
Bij het opslaan wordt de dimwaarde van het kanaal opgeslagen.
Daarbij maakt het niet uit hoe deze dimwaarde is ontstaan (via schakelcommando's, centrale
objecten of de toetsen op het apparaat).
Bij het opvragen wordt de opgeslagen dimwaarde weer hersteld.
De scènenummers van 1 t/m 63 worden ondersteund.
Het kanaal kan aan max. 8 scènes deelnemen.
Zie bijlage: De scènes
Object 7: Scènes blokkeren = 1, Scènes vrijgeven = 1
Blokkeert de scènefunctie, met een 1 of met een 0, afhankelijk van de ingestelde parameters.
Gedurende de blokkering kunnen geen scènes meer worden opgeslagen en opgeroepen.
Object 8: Voorrang, dimwaarde bij voorrang, voorrang = 1, Voorrang = 0
De functie van het voorrangsobject kan via parameters worden ingesteld als 1- of 2-bits- of als
1byte-object.
Formaat van het
voorrangsobject
Voorrang
Reactie bij voorrang
activeren met
beëindigen met
Begin
Einde
1 bit
1 of 0
(parametreerbaar)
0 of 1
(parametreerbaar)
kan via parameters worden ingesteld
in het applicatieprogramma
2 bit
Voorrang
ingeschakeld = 3
Voorrang
uitgeschakeld = 2
Voorrang
deactiveren
= 0 of 1
kan via parameters
worden ingesteld in
het
applicatieprogramma.
De laatste
dimwaarde
vóór de
voorrang
wordt
hersteld
1 byte
1-100%
0
Het
activeringstelegram
geldt gelijktijdig als
voorrangsdimwaarde
De laatste
dimwaarde
vóór de
voorrang
wordt
hersteld
Object 9: Dimwaardebegrenzing
De ontvangen dimwaarde wordt overgenomen als de maximaal instelbare dimwaarde.
Het bereik hiervan wordt vastgelegd op de parameterpagina Dimwaardebegrenzingen.
Object 10: Terugmelding AAN/UIT
Zendt de huidige dimstatus:
1 = huidige dimwaarde ligt tussen 1% en 100%
0 = huidige dimwaarde is = 0%
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Object 11: Terugmelding in %
Zendt de nieuwe dimwaarde na wijziging zodra een dimming is afgesloten, d.w.z. zodra de
nieuwe gewenste waarde werd bereikt.
Formaat: 1 byte, 0 ... 255, d.w.z. 0 ... 100%
Object 12: Terugmelding bedrijfsuren, Tijd tot de volgende service
Alleen beschikbaar als de bedrijfsurentellerfunctie werd geactiveerd
(parameterpagina Functiekeuze).
Meldt, afhankelijk van het gekozen Type bedrijfsurenteller (parameterpagina Bedrijfsurenteller
en service), de resterende tijd tot aan het verstrijken van het ingestelde service-interval of de
huidige stand van de bedrijfsurenteller.
Object 13: service noodzakelijk
Alleen beschikbaar als de bedrijfsurentellerfunctie werd geactiveerd
(parameterpagina Functiekeuze) en Type bedrijfsurenteller = Teller voor tijd tot de volgende
service.
Meldt of het ingestelde service-interval is verstreken.
0 = niet verstreken
1 = service-interval is verstreken.
Object 14: Resetten service, resetten bedrijfsuren“
Alleen beschikbaar als de bedrijfsurentellerfunctie werd geactiveerd
(parameterpagina Functiekeuze).
Object 15: Algemene foutmelding
Dient als signaal voor storing:
0 = Geen fout
1 = er werd een fout vastgesteld
Deze melding kan bijv. op een display worden weergegeven
Object 16: Melding kortsluiting
0 = OK
1 = kortsluiting op de uitgang van de dimmer:
aangesloten kabels en last controleren.
Object 17: Melding te hoge temperatuur
0 = OK
1= de dimmer is overbelast:
aangesloten vermogen te hoog,
te hoge omgevingstemperatuur,
verkeerde montagepositie, d.w.z. het apparaat kan de warmte niet afvoeren
Object 18: netfout
0 = OK
1 = geen netspanning aanwezig:
netuitval of hardwarefout.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Object 19: Melding lasttype
Terugmelding van het herkende lasttype in DPT20.610-opmaak.
0 = niet gedefinieerd
1 = faseafsnijding (L-last aangesloten); conventionele trafo's
2 = faseafsnijding (C-last aangesloten), elektronische trafo’s of gloeilampenlast
Deze aansturing wordt ook gebruikt voor ohmse lasten (R-lasten).
3 = Geen lastherkenning mogelijk of fout.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.3.2 Objecten voor de externe ingangen: functie Schakelaar
Object 41: Kanaal I1.1
Eerste uitgangsobject van het kanaal (eerste telegram).
Er kunnen 4 telegramformaten worden ingesteld:
schakelen AAN/UIT, prioriteit, percentage zenden, waarde zenden.
Object 42: Kanaal I1.2
Tweede uitgangsobject van het kanaal (tweede telegram).
Er kunnen 4 telegramformaten worden ingesteld:
schakelen AAN/UIT, prioriteit, percentage zenden, waarde zenden.
Object 45: Kanaal I1 blokkeren = 1 resp. blokkeren = 0
Met dit object wordt het kanaal geblokkeerd.
Werkingsrichting van het blokkeringsobject en reactie bij het instellen resp. opheffen van de
blokkering kunnen worden geparametreerd.
Objecten 51-55
Objecten voor kanaal I2
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.3.3 Objecten voor de externe ingangen: functie Toets
Object 41: Kanaal I1.1
Eerste uitgangsobject van het kanaal (eerste telegram).
Er kunnen 4 telegramformaten worden ingesteld:
schakelen AAN/UIT, prioriteit, percentage zenden, waarde zenden.
Object 42: Kanaal I1.2
Tweede uitgangsobject van het kanaal (tweede telegram).
Er kunnen 4 telegramformaten worden ingesteld:
schakelen AAN/UIT, prioriteit, percentage zenden, waarde zenden.
Object 45: Kanaal I1 blokkeren = 1 resp. blokkeren = 0
Met dit object wordt het kanaal geblokkeerd.
Werkingsrichting van het blokkeringsobject en reactie bij het instellen resp. opheffen van de
blokkering kunnen worden geparametreerd.
Objecten 51-55
Objecten voor kanaal I2
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.3.4 Objecten voor de externe ingangen: functie dimmen
Object 41: Kanaal I1.1 schakelen
Schakelt de dimmer in en uit.
Object 42: Kanaal I1.1 lichter, donkerder, lichter / donkerder
4-bits dimopdrachten.
Object 43: Kanaal I1.1 Schakelen, prioriteit, percentage.
Uitgangsobject voor de extra functie bij dubbelklikken.
Er kunnen 4 telegramformaten worden ingesteld:
schakelen AAN/UIT, prioriteit, percentage zenden, waarde zenden.
Object 45: Kanaal I1 blokkeren = 1 resp. blokkeren = 0
Met dit object wordt het kanaal geblokkeerd.
Werkingsrichting van het blokkeringsobject en reactie bij het instellen resp. opheffen van de
blokkering kunnen worden geparametreerd.
Objecten 51-55
Objecten voor kanaal I2
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.3.5 Objecten voor de externe ingangen: functie jaloezie
Object 41: Kanaal I1 Step / Stop
Zendt Step/Stop-opdrachten naar de jaloezieactor.
Object 42: Kanaal I1 OMHOOG/OMLAAG, OMHOOG, OMLAAG
Zendt uitvoercommando's naar de jaloezieactor.
Object 43: Kanaal I1.1 Schakelen, prioriteit, percentage.., hoogte %
Uitgangsobject voor de extra functie bij dubbelklikken.
Er kunnen 5 telegramformaten worden ingesteld:
schakelen AAN/UIT, prioriteit, percentage zenden, waarde zenden, hoogte %.
Object 44: Kanaal I1.1 - lamel %
Lameltelegram voor de positionering van de jaloezie bij dubbelklikken (samen met object
hoogte %, bij Objecttype = hoogte + lamel).
Object 45: Kanaal I1 blokkeren = 1 resp. blokkeren = 0
Met dit object wordt het kanaal geblokkeerd.
Werkingsrichting van het blokkeringsobject en reactie bij het instellen resp. opheffen van de
blokkering kunnen worden geparametreerd.
Objecten 51-55
Objecten voor kanaal I2
7.3.6 Objecten voor de externe ingangen: functie Temperatuuringang
Object 51: Kanaal I2 - werkelijke temperatuur12
Zendt de op ingang I2 gemeten temperatuur (externe sensor resp. vloertemperatuursensor).
12 De functie Temperatuuringang is uitsluitend met de ingang I2 mogelijk.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.3.7 Gemeenschappelijke objecten
Object 71: Centraal CNTIN AAN
Centrale inschakelfunctie.
0 = geen functie
1 = CNTIN AAN
De deelname aan dit object kan worden ingesteld
(parameterpagina Functiekeuze).
Dit object heeft de hoogste prioriteit.
Zolang het is geactiveerd, werken andere schakelopdrachten op het deelnemende kanaal
niet.
Object 72: Centraal CNTIN UIT
Centrale uitschakelfunctie.
0 = geen functie
1 = CNTIN UIT
De deelname aan dit object kan worden ingesteld
(parameterpagina Functiekeuze).
Dit object heeft de op een na hoogste prioriteit na Centraal CNTIN AAN. Zolang het is
geactiveerd, werken andere schakelopdrachten op het deelnemende kanaal niet.
Object 73: Centraal schakelen
Centrale schakelfunctie.
0 = UIT
1 = AAN
De deelname aan dit object kan worden ingesteld
(parameterpagina Functiekeuze).
Met dit object reageert het deelnemende kanaal op dezelfde manier als wanneer zijn eerste
object
een schakelopdracht zou hebben ontvangen.
Object 74: Centraal scènes oproepen/opslaan
Centraal object voor het gebruik van scènes.
Met dit object kunnen „scènes“ worden opgeslagen en later weer worden opgevraagd.
Zie bijlage: De scènes
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.4 Parameterpagina’s overzicht
7.4.1 Algemeen
Parameterpagina
Beschrijving
Algemeen
Binaire ingangen activeren.
7.4.2 Dimactor
Parameterpagina
Beschrijving
Kanaal C1
Functiekeuze
Eigenschappen van het kanaal en activering van overige functies
(Soft-schakelen, voorrang, scènes etc.).
Dimreactie
Lastkeuze, dimtijden, inschakeldimwaarde etc.
Dimwaarde
begrenzingen
Bereik van de begrenzing.
Soft-schakelen
Lichtsterkte/dimwaarde en tijdinstellingen voor Soft-schakelen.
Blokkeringsfunctie
Soort blokkeringstelegram en reactie bij blokkeren.
Terugmelding
Formaat van de terugmeldobjecten cyclische zendtijd.
Voorrang
Reactie bij voorrangsregeling.
Scènes
Keuze van de voor het kanaal relevante scènenummers.
Bedrijfsurenteller en
service
Type bedrijfsurenteller, evt. service-interval etc..
Diagnosemeldingen
Zenden van de diagnose- en foutmeldingen activeren.
Spanningsuitval en -
terugkeer
Gedrag bij net- of busuitval en -terugkeer.
7.4.3 Externe ingangen
Parameterpagina
Beschrijving
Ingang I1, I2
Functiekeuze
Functie van de ingang, debouncetijd, aantal telegrammen,
blokkeringsfunctie etc.
Daarnaast bij I2: keuze van de temperatuursensor,
temperatuurvergelijking etc.
Schakelaarobject 1, 2
Objecttype, zendreactie etc. voor elk object individueel instelbaar.
Direct schakelen
Schakeltoestand bij directe besturing
Toetsobject 1, 2
Objecttype, zendreactie etc. voor elk object individueel instelbaar.
Dimmen
Soort besturing.
Jaloezie
Soort besturing.
Dubbelklikken
Extra telegrammen bij Dimmen en Jaloezie.
Raamcontact
13
Werkingsrichting, cycl. versturen enz.
13 Alleen voor de jaloezieactor.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.5 Algemene parameters
7.5.1 Algemeen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Binaire ingangen
gebruiken
Nee
De externe ingangen hebben geen functie.
Ja
2 externe ingangen I1, I2 kunnen als binaire KNX-
ingangen worden gebruikt, of I1 voor de directe
besturing van de dimkabel C1.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6 Parameters voor de dimactor
7.6.1 Kanaal C1: Functiekeuze
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Dimwaarde beperkingen aanpassen
nee
Van toepassing zijn de
standaard waarden:
Begrenzing bij het
beschrijven van het
object uitvoeren
= nee
Begrenzing geldt voor:
- Soft-schakelen,
- absoluut dimmen,
- relatief dimmen,
- schakelcommando
= nee
ja..
De pagina Dimwaarde
begrenzingen wordt
weergegeven en alle
parameters kunnen
afzonderlijk worden
aangepast.
Soft-schakelen aanpassen
nee
De standaardwaarden
zijn van toepassing:
- Tijd voor Soft-AAN =
1 min
- Dimwaarde voor Soft-
AAN
= 100%
- Tijd tussen Soft-AAN
en Soft-UIT = 5 min
- Tijd voor Soft-UIT = 1
min
ja..
De pagina
Soft-
schakelen wordt
weergegeven en alle
parameters kunnen
afzonderlijk worden
aangepast.
Blokkeringsfunctie aanpassen
nee
De standaardwaarden
zijn van toepassing:
- Blokkeren met 1
(standaard)
- Reactie bij plaatsen
van de blokkering
= 10%
- Reactie bij opheffen
van de
blokkering =
actualiseren
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
ja..
De pagina
Blokkeringsfunctie
wordt weergegeven en
alle parameters
kunnen afzonderlijk
worden aangepast.
Deelname aan centrale objecten
nee
Met centrale objecten
wordt geen rekening
gehouden.
ja: op alle centrale objecten
Alleen op Centraal CNTIN
AAN
alleen
op Centraal CNTIN
UIT
Alleen op centraal
schakelen
alleen op Centraal
schakelen en CNTIN AAN
alleen op Centraal
schakelen en CNTIN UIT
alleen op Centraal CNTIN
AAN en CNTIN UIT
Met welke centrale
objecten moet
rekening worden
gehouden?
Met centrale objecten
kunnen meerdere
kanalen met een enkel
object gelijktijdig
worden in- en
uitgeschakeld.
Terugmeldingen aanpassen
nee
De standaardwaarden
zijn van toepassing:
- Formaat van de 1bit-
terugmelding = niet
omgekeerd
- 1bit-terugmelding
cyclisch zenden = nee
- 8bit-terugmelding
zenden = pas na
beëindiging van het
dimmen.
- 8bit-terugmelding
cyclisch zenden = nee
- Tijd voor cyclisch
zenden van de
terugmeldingen
= 60 min
ja..
De pagina
Terugmelding wordt
weergegeven en alle
parameters kunnen
afzonderlijk worden
aangepast.
Voorrangsfunctie activeren
nee
Geen voorrangsfunctie.
ja..
De pagina
Voorrangsfunctie
wordt weergegeven.
Scènes activeren
nee
Geen scènes
gebruiken.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
ja..
De pagina Scènes
wordt weergegeven
Bedrijfsurenteller activeren
nee
Geen bedrijfsurenteller.
ja..
De pagina
Bedrijfsurenteller
wordt weergegeven.
Diagnosemeldingen activeren
nee
geen
diagnosemeldingen
ja..
De pagina
Diagnosemeldingen
wordt weergegeven.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6.2 Dimreactie
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Lastkeuze
Automatisch
De dimmer herkent het type aangesloten
last en kiest automatisch de dimstrategie
(faseaansnijding of faseafsnijding).
R,C-last (LED/gloeilampen,
elektron. trafo's)
Besturing met faseafsnijding voor
weerstands- en capacitieve lasten (LED-
lampen, gloeilampen, HV-halogeenlampen
etc.).
Voor elektronische
trafo's/voedingseenheden die voor de
besturing van RC-modusdimmers
(faseafsnijding / fasecontrole op de
neergaande flank) bestemd zijn.
Opm.:
Bij de keuze voor RC-modus wordt uit
veiligheidsgronden altijd een lastherkenning
uitgevoerd. Dit moet voorkomen dat de
dimmer bij het aansluiten van een L-last
(bijv. gewikkelde trafo) wordt beschadigd.
De RC-modus (besturing met faseafsnijding)
wordt in feite pas gebruikt wanneer er geen
L-last wordt herkend.
l-last (gewikkelde trafo’s)
Besturing met faseaansnijding (fasecontrole
op de opgaande flank) voor inductieve
lasten, bijv. gewikkelde trafo s, maar ook
LED-lampen met faseaansnijding.
Niet geschikt voor elektronische
transformatoren, dit kan leiden tot overlast
van de dimmer.
ventilator (soft-schakelen
gedeactiveerd)
Speciale modus voor ventilatoren, met
instelbare opstarttijd (zie onder).
LEDs (RC, 0-90%)
Alleen voor LED-lampen die bij 100% niet
omlaag kunnen worden gedimd (besturing
met faseafsnijding).
Reserve 2
Reserve 32
Niet gebruiken.
Opstarttijd
2-60 s
Default = 10 s
Alleen bij lastkeuze = ventilator.
De tijd dat de ventilator met volledige
spanning moet worden aangestuurd, totdat
hij een bepaald toerental heeft bereikt.
Minimale
dimwaarde
1%, 5%, 10%,
15%, 20%, 25%, 30%
35%, 40%, 45%, 50%
Minimumdimwaarde voor alle
dimprocedures (behalve 0%).
Waarden (inschakeldimwaarde, gedrag bij
busuitval etc.) die onder deze
drempelwaarde liggen, worden tot de
minimale dimwaarde verhoogd.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Dimtijd 1 van
0% naar 100%
1 s, 2 s, 4 s
6 s, 8 s, 12 s,
15 s, 24 s, 30 s, 60 s
Deze parameter bepaalt de maximale
dimsnelheid van 0 naar 100%
Voor meer flexibiliteit kunnen 3
verschillende waarden worden ingesteld.
(zie hieronder).
Dimtijd 2 van
0% naar 100%
1 s, 2 s, 4 s
6 s, 8 s, 12 s,
15 s, 24 s, 30 s, 60 s
2e vooraf in te stellen dimtijd.
Dimtijd 3 van
0% naar 100%
1 s, 2 s, 4 s
6 s, 8 s, 12 s,
15 s, 24 s, 30 s, 60 s
3e vooraf in te stellen dimtijd.
Bij ontvangst
van een
schakelopdracht
(1-bit)
aanslaan
De overgang van 0% naar 100% of van
100% naar 0% vindt plaats binnen max. 1 s.
geleidelijk dimmen met
dimtijd 1
geleidelijk dimmen met
dimtijd 2
geleidelijk dimmen met
dimtijd 3
De overgang van 0% naar 100% of van
100% naar 0% vindt plaats binnen de
vooraf ingestelde dimtijd.
Bij ontvangst
van een
dimopdracht (4-
bit)
aanslaan
De overgang van 0% naar 100% of van
100% naar 0% vindt plaats binnen max. 1 s
(in zeer snelle tussenstappen), maar kan
echter door een stopopdracht (toets
loslaten) worden onderbroken.
geleidelijk dimmen met
dimtijd 1
geleidelijk
dimmen met
dimtijd 2
geleidelijk dimmen met
dimtijd 3
De overgang van 0% naar 100% of van
100% naar 0% vindt plaats binnen de
vooraf ingestelde dimtijd in overeenkomstig
langere tussenstappen.
Bij ontvangst
van een absolute
waarde (8-bit)
aanslaan
De ontvangen dimwaarde wordt direct
overgenomen (max. vertraging 1 s).
geleidelijk dimmen met
dimtijd 1
geleidelijk dimmen met
dimtijd 2
geleidelijk dimmen met
dimtijd 3
De overgang naar de nieuwe dimwaarde
vindt plaats binnen de vooraf ingestelde
dimtijd in verhouding tot de
waardeverandering.
Voorbeeld met dimtijd 1 = 12 s: overgang
van:
- 0 naar 100% of 100 naar 0% in 12 s (=
100% van 12 s)
- 25 naar 50% of 50 naar 25% in 3 s (=
25% van 12 s)
enz.
Inschakelwaarde
waarde vóór laatste
uitschakeling
De laatste dimwaarde vóór het uitschakelen
wordt opgeslagen en hersteld.
minimale waarde
De geparametreerde minimale waarde wordt
overgenomen.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
100%
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%
70%, 80%, 90%
De dimmer gaat bij inschakeling naar de
gekozen waarde.
Ook hier moet rekening worden gehouden
met de geparametreerde minimale
dimwaarde.
Inschakelen met
4bits-
dimtelegram.
Definieert de reactie bij uitgeschakeld
kanaal, als een 4-bits telegramm (lichter)
wordt ontvangen.
Zie de bijlage: 4-bits-telegrammen
(lichter/donkerder).
nee
De kanaalstatus verandert niet.
ja
Kanaal wordt ingeschakeld en gedimd.
In-/uitschakelen
met 4bits-
dimtelegr.
Definieert de reactie bij ingeschakeld kanaal,
als een 4bits-telegram (donkerder) wordt
ontvangen.
Zie de bijlage: 4-bits-telegrammen
(lichter/donkerder).
nee
De kanaalstatus verandert niet.
ja
Kanaal wordt uitgeschakeld.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6.3 Dimwaarde begrenzingen
Via het object Lichtsterktebegrenzing kan de dimwaarde tijdelijk worden begrensd. Dit
zorgt er voor dat bijv. 's nachts een basisverlichting niet wordt overschreden, terwijl 's
avonds het volledige verlichtingsbereik kan worden benut.
De functie wordt als volgt gerealiseerd:
Bij objectwaarde = 0, is de dimwaarde niet begrensd.
Als de objectwaarde groter is dan 0, geeft deze waarde de grenswaarde voor de dimwaarde
aan.
Is de objectwaarde kleiner dan de geparametreerde minimale dimwaarde, dan wordt de
lichtsterkte tot deze minimale dimwaarde begrensd.
Als de begrenzing wordt opgeheven, blijft de dimwaarde net zolang begrensd totdat er een
nieuwe dimopdracht wordt ontvangen.
De Soft-AAN- en Soft-UIT-tijden worden tijdens de begrenzing zo aangepast dat de snelheid
van de lichtsterkteverandering gelijk blijft als zonder begrenzing.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Beperking bij het
beschrijven van het object
uitvoeren
nee
De begrenzing wordt pas bij de
volgende dimprocedure actief.
ja
Dimwaarde begrenzen zodra er een
waarde op het object
dimwaardebegrenzing
wordt ontvangen.
Beperking geldt voor
schakelopdracht (1-bit)
nee
Geen begrenzing bij
schakelopdrachten.
ja
Begrenzing is actief.
Beperking geldt voor relatief
dimmen (4-bit)
nee
Geen begrenzing bij opdrachten
voor lichter/donkerder.
ja
Begrenzing is actief.
Beperking geldt voor
absoluut dimmen (8-bit)
nee
Geen begrenzing bij
percentagetelegrammen.
ja
Begrenzing is actief.
Beperking geldt voor soft-
schakelen
nee
Geen begrenzing bij Soft-schakelen
ja
Begrenzing is actief.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6.4 Soft-schakelen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Tijd voor Soft-AAN
0 s, 1 s , 2 s, 4 s
6 s, , 8 s, 12 s, 15 s
24 s, 30 s, 45 s, 1 min
2 min, 3 min, 4 min, 5 min
6 min, 7 min, 8 min, 9 min
10 min, 12 min,
15 min, 20 min
30 min, 40 min,
50 min, 60 min
Duur van de omhoogdimfase (t1)
bij Soft schakelen (zie bijlage).
0 sec. = direct instellen.
Voor meer informatie, zie de
bijlage: Natriggeren en
vroegtijdig uitschakelen.
Dimwaarde na Soft-
AAN
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%,
70%, 80%, 90%,
100%
Eindwaarde aan het einde van de
Soft AAN-fase (Val)
Opmerking:
Ook hier moet rekening worden
gehouden met de geparametreerde
minimale dimwaarde.
Tijd tussen Soft-AAN
en Soft-UIT
tot telegram Soft-Uit
Geen tijdsbegrenzing, Soft UIT-fase
wordt door een telegram gestart.
1 s, 2 s, 3 s, 4 s
5 s, 6 s, 7 s, 8 s, 9 s
10 s, 15 s, 20 s, 30 s
40 s, 50 s, 1 min, 2 min
3 min, 4 min, 5 min, 6 min
7 min, 8 min, 9 min, 10 min
12 min, 15 min, 20 min,
30 min, 40 min, 50 min,
60 min
Vertraging (t2) tot aan het begin van
de Soft UIT-fase
Tijd voor Soft-UIT
0 s, 1 s, 2 s, 4 s
6 s, , 8 s, 12 s, 15 s
24 s, 30 s, 45 s, 1 min
2 min, 3 min, 4 min, 5 min
6 min, 7 min, 8 min, 9 min
10 min, 12 min, 15 min,
20 min, 30 min, 40 min,
50 min, 60 min
Duur van de Soft-UIT-fase (t3).
0 sec. = direct uitschakelen
Voor meer informatie, zie de
bijlage: Natriggeren en
vroegtijdig uitschakelen.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6.5 Blokkeringsfunctie
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Blokkeringstelegram
Blokkeren met 1
(standaard)
0 = Blokkering opheffen
1 = Blokkeren
Blokkeren met 0
0 = Blokkeren
1 = Blokkering opheffen
na een reset is de blokkering
altijd gedeactiveerd.
Reactie bij plaatsen van de
blokkering
geen verandering
Geen reactie.
100%
0%, 10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%,
70%, 80%, 90%
Op de ingestelde waarde dimmen
Reactie bij opheffen van de
blokkering
geen verandering
Geen reactie.
Actualiseren
Wanneer tijdens de blokkering een
telegram is ontvangen:
status overnemen.
Anders: status van voor de
blokkering herstellen.
100%, 0%,10%, 20%,
30%, 40%, 50%, 60%,
70%, 80%, 90%
Op de ingestelde waarde dimmen
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6.6 Terugmelding
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Formaat van de 1-bit
terugmelding
niet omgekeerd
Standaardinstelling:
1-100% = 1
0% = 0
omgekeerd
1-100% = 0
0% = 1
1-bit terugmelding cyclisch
zenden
nee
ja
Met regelmatige tussenpozen
zenden?
8-bit terugmelding zenden
pas na beëindiging van
het dimmen
De huidige dimwaarde altijd alleen
zenden wanneer de nieuwe
dimwaarde is bereikt.
om de 10%
om de 20%
om de 30%
Ook tijdens de dimprocedure zenden
8-bit terugmelding cyclisch
zenden
nee
ja
Met regelmatige tussenpozen
zenden?
Tijd voor cyclisch zenden
van de terugmeldingen
(indien aanwezig)
2 min, 3 min , 5 min
10 min, 15 min, 20 min
30 min, 45 min, 60 min
Met welke tussenpozen?
Deze instelling geldt voor beide
terugmeldobjecten (1- en 8-bit)
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6.7 Voorrang
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Formaat van het
voorrangsobject
Voorrang wordt geactiveerd door:
1 bit
Schakeltelegram.
2 bit
Prioriteitstelegram.
1 byte (%)
Dimwaarde.
1 bit
Voorrangsfunctie
activeren met
1
Aanbevolen.
0
Na resetten/downloaden is de
voorrangsregeling al geactiveerd en moet er
zo nodig worden gedeactiveerd.
Reactie bij voorrang begin
geen verandering
Reactie op de ontvangst van een
voorrangstelegram.
Ook hier moet rekening worden gehouden
met de geparametreerde minimale
dimwaarde.
minimale dimwaarde
100%
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%
70%, 80%, 90%
Reactie bij voorrang eind
actualiseren
14
Reactie op het opheffen van de voorrang.
Ook hier moet rekening worden gehouden
met de geparametreerde minimale
dimwaarde.
waarde vóór voorrang
minimale dimwaarde
100%
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%
70%, 80%, 90%
2 bit
Reactie bij voorrang AAN
geen verandering
Reactie op de ontvangst van een
voorrangstelegram.
Ook hier moet rekening worden gehouden
met de geparametreerde minimale
dimwaarde.
minimale dimwaarde
100%
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%
70%, 80%, 90%
Reactie bij voorrang UIT
UIT
-
Reactie bij voorrang eind
actualiseren
15
Reactie op het opheffen van de voorrang.
14 Met tijdens "Voorrang" ontvangen 4-bits-opdrachten (lichter/donkerder) wordt geen
rekening gehouden.
Soft-AAN en Soft-UIT processen worden afgebroken.
15 Met tijdens "Voorrang" ontvangen 4bits-opdrachten (lichter/donkerder) wordt geen rekening
gehouden.
Soft-AAN en Soft-UIT processen worden afgebroken.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
waarde vóór voorrang
Ook hier moet rekening worden gehouden
met de geparametreerde minimale
dimwaarde.
minimale dimwaarde
100%
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%
70%, 80%, 90%
1 byte (%)
Reactie bij voorrang eind
actualiseren
16
Reactie op het opheffen van de voorrang.
Ook hier moet rekening worden gehouden
met de geparametreerde minimale
dimwaarde.
waarde vóór voorrang
minimale dimwaarde
100%
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%
70%, 80%, 90%
16 Met tijdens "Voorrang" ontvangen 4bits-opdrachten (lichter/donkerder) wordt geen rekening
gehouden.
Soft-AAN en Soft-UIT processen worden afgebroken.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6.8 Scènes
Het dimkanaal C1 kan aan max. 8 scènes deelnemen.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Blokkeringstelegram voor
scènes
Blokkeren met 1
(standaard)
0 = Blokkering opheffen
1 = Blokkeren
Blokkeren met 0
0 = Blokkeren
1 = Blokkering opheffen
Let op: bij deze instelling zijn de
scènes na het resetten of
downloaden altijd direct geblokkeerd.
Alle scènetoestanden van het
kanaal
bij downloaden
overschrijven
Een download wist alle in het
geheugen opgeslagen scènes van het
kanaal, d.w.z. alle tot nu toe
ingeleerde scènes.
Bij het oproepen van een
scènenummer neemt het kanaal de
geparametreerde Toegewezen
dimwaarde over (zie hieronder).
Zie in de bijlage: Scènes zonder
telegrammen invoeren
na download
ongewijzigd
Alle tot nu toe ingeleerde scènes
blijven behouden.
De scènenummers waarop het kanaal
moet reageren, kunnen echter
worden gewijzigd (zie onder: Kanaal
reageert op).
Deelname aan het object
Centraal scène
Nee
ja
Moet het apparaat op het centrale
scèneobject reageren?
Kanaal reageert op
geen scènenummer
Scènenummer 1
Scènenummer 63
Eerste van de 8 mogelijke
scènenummers waarop het kanaal
moet reageren.
Toegewezen dimwaarde
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%,
70%, 80%, 90%,
100%
Nieuwe dimwaarde die aan het
gekozen scènenummer moet worden
toegewezen.
Alleen mogelijk als de
scènetoestanden na het downloaden
moeten worden overschreven.
Inleren toestaan
Nee
Scènes kunnen alleen worden
opgeroepen.
Ja
De gebruiker kan de scènes zowel
oproepen als inleren resp. wijzigen.
Kanaal reageert op
geen scènenummer
Scènenummer 1
Scènenummer 2
Scènenummer 63
Tweede van de 8 mogelijke
scènenummers
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Toegewezen dimwaarde
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%,
70%, 80%, 90%,
100%
Zie boven.
Inleren toestaan
Nee
Ja
Zie boven.
Kanaal reageert op
geen scènenummer
Scènenummer 1
Scènenummer 3
Scènenummer 63
Derde van de 8 mogelijke
scènenummers
Toegewezen dimwaarde UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%,
70%, 80%, 90%,
100%
Zie boven.
Inleren toestaan
Nee
Ja
Zie boven.
Kanaal reageert op geen scènenummer
Scènenummer 1
Scènenummer 4
Scènenummer 63
Vierde van de 8 mogelijke
scènenummers
Toegewezen dimwaarde
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%,
70%, 80%, 90%,
100%
Zie boven.
Inleren toestaan Nee
Ja
Zie boven.
Kanaal reageert op
geen scènenummer
Scènenummer 1
Scènenummer 5
Scènenummer 63
Vijfde van de 8 mogelijke
scènenummers
Toegewezen dimwaarde
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%,
70%, 80%, 90%,
100%
Zie boven.
Inleren toestaan
Nee
Ja
Zie boven.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Kanaal reageert op
geen scènenummer
Scènenummer 1
Scènenummer 6
Scènenummer 63
Zesde van de 8 mogelijke
scènenummers
Toegewezen dimwaarde
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%,
70%, 80%, 90%,
100%
Zie boven.
Inleren toestaan
Nee
Ja
Zie boven.
Kanaal reageert op
geen scènenummer
Scènenummer 1
Scènenummer 7
Scènenummer 63
Zevende van de 8 mogelijke
scènenummers
Toegewezen dimwaarde
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%,
70%
, 80%, 90%,
100%
Zie boven.
Inleren toestaan
Nee
Ja
Zie boven.
Kanaal reageert op
geen scènenummer
Scènenummer 1
Scènenummer 8
Scènenummer 63
Laatste van de 8 mogelijke
scènenummers
Toegewezen dimwaarde
UIT
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%,
70%, 80%
, 90%,
100%
Zie boven.
Inleren toestaan
Nee
Ja
Zie boven.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6.9 Bedrijfsurenteller en service
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Type bedrijfsurenteller
Bedrijfsurenteller
Vooruitteller tijdens de
inschakelduur van het kanaal.
Teller voor tijd tot de
volgende service
Achteruitteller tijdens de
inschakelduur van het kanaal.
Bedrijfsurenteller
Melden van de bedrijfsuren bij
verandering
(0..100 h, 0 = niet melden)
0..100
Defaultwaarde = 10
Met welke tussenpozen moet de
huidige telwaarde worden
gezonden?
Voorbeeld:
10 = telkens zenden als de
telwaarde met 10 uur is
gestegen.
Bedrijfsuren cyclisch melden
Nee
ja
Met regelmatige tussenpozen
zenden?
Tijd voor cyclisch zenden
2 minuten, 3 minuten,
5 minuten, 10 minuten,
15 minuten, 20
minuten,
30 minuten, 45 minuten
60 minuten
Met welke tussenpozen?
Teller voor tijd tot de volgende service
Service-interval
(x 10 h)
0..2000
Defaultwaarde = 100
Gewenste periode tussen 2
servicetijden.
Voorbeeld:
10 = 10 x 10 uur
= 100 uur
Melden tijd tot service bij
verandering
(0 = niet melden)
0..100
Defaultwaarde = 10
Met welke tussenpozen moet de
huidige telwaarde worden
gezonden?
Voorbeeld:
10 = telkens zenden als de
telwaarde met 10 uur is
verlaagd.
Tijd tot service cyclisch melden
nee
Ja
Resterende tijd tot aan de
volgende service met
regelmatige tussenpozen
zenden?
Object Tijd tot aan volgende
service.
Service cyclisch melden
nee
Ja
Verstrijken van de tijd tot aan de
volgende service met
regelmatige tussenpozen
zenden?
Object Service vereist.
Tijd voor cyclisch zenden
(indien gebruikt)
2 minuten, 3 minuten,
5 minuten, 10 minuten,
15 minuten, 20
minuten,
30 minuten, 45 minuten
60 minuten
Met welke tussenpozen?
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6.10 Diagnosemeldingen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Algemene fout cyclisch zenden
nee
Ja
Welke diagnosemeldingen
moeten cyclisch worden
gezonden?
Kortsluiting cyclisch zenden
nee
Ja
Te hoge temperatuur cyclisch
zenden
nee
Ja
Netfout cyclisch zenden
nee
Ja
Lasttype cyclisch zenden
nee
Ja
Cyclustijd voor alle
diagnosemeldingen
(indien gebruikt)
2 minuten, 3 minuten,
5 minuten, 10 minuten,
15 minuten, 20 minuten,
30 minuten, 45 minuten
60 minuten
Met welke tussenpozen?
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.6.11 Spanningsuitval en -terugkeer
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Dimwaarde bij downloaden en
busuitval17
zoals vóór uitval
Status vóór downloaden
herstellen of Status vóór
busuitval vasthouden.
100%, 0%,
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%
70%, 80%, 90%
De hier ingestelde waarde
overnemen.
Ook hier moet rekening worden
gehouden met de
geparametreerde minimale
dimwaarde.
Status bij terugkeer net- of
busspanning18
zoals vóór uitval
Status voor uitval herstellen
100%, 0%,
10%, 20%, 30%
40%, 50%, 60%
70%, 80%, 90%
De hier ingestelde waarde
overnemen.
Ook hier moet rekening worden
gehouden met de
geparametreerde minimale
dimwaarde.
17 enkel DU 1
18 Terugkeer van de busspanning: enkel DU 1
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7 Parameters voor de externe ingangen I1, I2 als pure
binaire KNX-ingangen
Is de directe besturing niet nodig, dan zijn de ingangen I1 resp. I2 als
binaire KNX-ingangen beschikbaar.
Daarvoor moet de parameter Kanaal C1 direct besturen op nee zijn ingesteld.
7.7.1 Ingang I1, I2: Functie schakelaar
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Functie
Schakelaar..
Toets..
Dimmen..
Jaloezie..
Gewenste gebruik.
Kanaal C1 direct besturen
Nee
I1 wordt als pure binaire KNX-
ingang gebruikt.
Er is geen interne verbinding met
de schakelactor.
Debouncetijd
30 ms, 50 ms, 80 ms
100 ms
, 200 ms,
1 s , 5 s, 10 s
Om een storend heen en weer
schakelen door debouncen van
het op de ingang aangesloten
contact te vermijden, wordt de
nieuwe toestand van de ingang
pas na een bepaalde vertraging
overgenomen.
Grotere waarden ( 1s) kunnen
als inschakelvertraging worden
gebruikt
Blokkeringsfunctie activeren
nee
Geen blokkeringsfunctie.
ja
Parameters voor de
blokkeringsfunctie tonen.
Blokkeringstelegram
Blokkeren met 1
(standaard)
0 = Blokkering opheffen
1 = Blokkeren
Blokkeren met 0
0 = Blokkeren
1 = Blokkering opheffen
Cyclisch zenden
elke min
elke 2 min
elke 3 min
elke 30 min
elke 45 min
elke 60 min
Gezamenlijke cyclustijd voor alle
3 uitgangsobjecten van het
kanaal.
Aantal telegrammen
een telegram
twee telegrammen
Elk kanaal beschikt over 2
uitgangsobjecten en kan zo max.
2 verschillende telegrammen
zenden.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7.1.1 Schakelaarobjecten 1, 2
Alle 2 objecten kunnen individueel op een eigen parameterpagina worden geconfigureerd.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Objecttype
Schakelen (1 bit)
Prioriteit (2 bits)
Waarde 0-255
Percentage (1 byte)
Telegramtype voor dit object.
Zenden als
ingang = 1
nee
ja
Zenden als de ingang onder
spanning komt te staan?
Telegram
Bij objecttype = schakelen 1 bit
AAN
Inschakelopdracht zenden
UIT
Uitschakelopdracht zenden
OM
Actuele toestand omkeren (AAN-
UIT-AAN etc.)
Bij objecttype = prioriteit 2 bit
Functie
Waarde
inactief
Prioriteit inactief
(no control)
0 (00bin)
AAN
Prioriteit AAN
(control: enable, on)
3 (11bin)
UIT
Prioriteit UIT
(control: disable, off)
2 (10bin)
Bij objecttype = Waarde 0-255
0-255
Er kan een willekeurige waarde
tussen 0 en 255 worden
gezonden.
Bij objecttype = Percentage
1 byte
0-100%
Er kan een willekeurig
percentage tussen 0 en 100%
worden gezonden.
Zenden als
ingang = 0
nee
ja
Zenden als er geen spanning op
de ingang aanwezig is?
Telegram
Zie boven: hetzelfde objecttype
als Zenden als ingang = 1
Cyclisch zenden
nee
ja, altijd
alleen als ingang = 1
alleen als ingang = 0
Wanneer moet cyclisch worden
gezonden?
De cyclustijd wordt op de
hoofdparameterpagina van het
kanaal ingesteld.
Reactie bij terugkeer van
de busspanning19
geen
Niet zenden.
actualiseren (direct)
actualiseren (na 5 s)
actualiseren (na 10 s)
actualiseren (na 15 s)
Actualiseringstelegram direct of
vertraagd zenden.
Reactie bij activeren van
de blokkering
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt niet
bij dit telegram.
19 Terugkeer van de busspanning: enkel DU 1
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
geen reactie
Bij het activeren van de
blokkering niet reageren.
zoals bij ingang = 1
Reageren zoals bij stijgende
flank.
zoals bij ingang = 0
Reageren zoals bij dalende flank.
Reactie bij opheffen van
de blokkering
geen reactie
Bij het opheffen van de
blokkering niet reageren.
actualiseren
Actualiseringstelegram zenden.
Is een kanaal geblokkeerd, dan worden geen telegrammen cyclisch gezonden.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7.2 Ingang I1, I2: Functie toets
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Functie
Schakelaar..
Toets..
Dimmen..
Jaloezie..
Raamcontact..
Gewenste gebruik.
Kanaal C1 direct besturen
Nee
I1 wordt als pure binaire KNX-
ingang gebruikt.
Er is geen interne verbinding met
de schakelactor.
Debouncetijd
30 ms, 50 ms, 80 ms
100 ms, 200 ms,
1 s , 5 s, 10 s
Om een storend heen en weer
schakelen door debouncen van
het op de ingang aangesloten
contact te vermijden, wordt de
nieuwe toestand van de ingang
pas na een bepaalde vertraging
overgenomen.
Grotere waarden ( 1s) kunnen
als inschakelvertraging worden
gebruikt
Aangesloten toets
Maakcontact
Verbreekcontact
Type van het aangesloten
contact instellen.
Lang indrukken vanaf
300 ms, 400 ms
500 ms, 600 ms
700 ms, 800 ms
900 ms, 1 s
Dient voor het duidelijke
onderscheid tussen lang en kort
indrukken van een toets.
Wordt de toets minstens zo lang
als de ingestelde tijd ingedrukt,
dan wordt dit als lang indrukken
herkend.
Tijd voor dubbelklikken
300 ms, 400 ms
500 ms, 600 ms
700 ms, 800 ms
900 ms, 1 s
Dient ter onderscheiding tussen
een dubbelklik en 2 losse kliks.
Tijd waarbinnen de tweede klik
moet beginnen om als dubbelklik
te worden herkend.
Cyclisch zenden
elke min
elke 2 min
elke 3 min
elke 30 min
elke 45 min
elke 60 min
Gezamenlijke cyclustijd voor alle
2 uitgangsobjecten van het
kanaal.
Aantal telegrammen
een telegram
twee telegrammen
Elk kanaal beschikt over 2
uitgangsobjecten en kan zo max.
2 verschillende telegrammen
zenden.
Blokkeringsfunctie activeren
nee
Geen blokkeringsfunctie.
ja
Parameters voor de
blokkeringsfunctie tonen.
Blokkeringstelegram
Blokkeren met 1
(standaard)
0 = Blokkering opheffen
1 = Blokkeren
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Blokkeren met 0
0 = Blokkeren
1 = Blokkering opheffen
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7.2.1 Toetsobjecten 1,2
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Objecttype
Schakelen (1 bit)
Prioriteit (2 bits)
Waarde 0-255
Percentage (1 byte)
Telegramtype voor dit object.
Zenden na kort
bedienen
niet zenden
Telegram zenden
Op kort indrukken van de toets
reageren?
Telegram
Bij objecttype = schakelen 1 bit
AAN
Inschakelopdracht zenden
UIT
Uitschakelopdracht zenden
OM
Actuele toestand omkeren (AAN-
UIT-AAN etc.)
Bij objecttype = prioriteit 2 bit
Functie
Waarde
inactief
Prioriteit inactief
(no control)
0 (00bin)
AAN
Prioriteit AAN
(control: enable, on)
3 (11bin)
UIT
Prioriteit UIT
(control: disable, off)
2 (10bin)
Bij objecttype = Waarde 0-255
0-255
Er kan een willekeurige waarde
tussen 0 en 255 worden
gezonden.
Bij objecttype = Percentage 1 byte
0-100%
Er kan een willekeurig
percentage tussen 0 en 100%
worden gezonden.
Zenden na lang
bedienen
niet zenden
Telegram zenden
Op lang indrukken van de toets
reageren?
Telegram
Zie boven: hetzelfde objecttype als
bij kort indrukken.
Zenden na
dubbelklikken
niet zenden
Telegram zenden
Op dubbelklikken reageren?
Telegram
Zie boven: hetzelfde objecttype als
bij kort indrukken.
Cyclisch zenden
nee
ja
De cyclustijd wordt op de
hoofdparameterpagina van het
kanaal ingesteld.
Reactie bij terugkeer van
de busspanning
20
geen
Niet zenden.
20 Terugkeer van de busspanning: enkel DU 1
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Zoals bij kort (direct)
Zoals bij kort (na 5 s)
Zoals bij kort (na 10 s)
Zoals bij kort (na 15 s)
Zoals bij lang (direct)
Zoals bij lang (na 5 s)
Zoals bij lang (na 10 s)
Zoals bij lang (na 15 s)
Zoals bij dubbelklikken (direct)
Zoals bij dubbelklikken (na 5 s)
Zoals bij dubbelklikken (na 10 s)
Zoals bij dubbelklikken (na 15 s)
Actualiseringstelegram direct of
vertraagd zenden.
De te zenden waarde is
afhankelijk van de
geparametreerde waarde voor
lang, kort indrukken van de toets
resp. dubbelklikken.
Reactie bij activeren van
de blokkering
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt niet
bij dit telegram.
geen reactie
Bij het activeren van de
blokkering niet reageren.
zoals bij kort
Reageren zoals als bij kort
indrukken van de toets.
zoals bij lang
Reageren zoals als bij lang
indrukken van de toets.
zoals bij dubbelklikken
Reageren zoals bij dubbelklikken.
Reactie bij opheffen van
de blokkering
geen reactie
Bij het opheffen van de
blokkering niet reageren.
zoals bij kort
Reageren zoals als bij kort
indrukken van de toets.
zoals bij lang
Reageren zoals als bij lang
indrukken van de toets.
zoals bij dubbelklikken
Reageren zoals bij dubbelklikken.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7.3 Ingang I1, I2: Functie dimmen
Is de directe besturing niet nodig, dan zijn de ingangen I1 resp. I2 als
binaire KNX-ingangen beschikbaar.
Daarvoor moet de parameter Kanaal C1 direct besturen op nee zijn ingesteld.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Functie van het kanaal
Schakelaar..
Toets..
Dimmen.. 21
Jaloezie..
Raamcontact..
De ingang bestuurt een dimactor,
Kanaal C1 direct besturen
ja
I1 wordt uitsluitend als ingang
voor schakelactor-kanaal C1
gebruikt.
I1 is intern met C1 verbonden en
heeft geen
communicatieobjecten.
Nee
I1 wordt als pure binaire KNX-
ingang gebruikt.
Er is geen interne verbinding met
de schakelactor.
Debouncetijd
30 ms, 50 ms, 80 ms
100 ms, 200 ms,
1 s , 5 s, 10 s
Om een storend heen en weer
schakelen door debouncen van
het op de ingang aangesloten
contact te vermijden, wordt de
nieuwe toestand van de ingang
pas na een bepaalde vertraging
overgenomen.
Grotere waarden ( 1s) kunnen
als inschakelvertraging worden
gebruikt
Blokkeringsfunctie activeren
nee
Geen blokkeringsfunctie.
ja
Parameterpagina
Blokkeringsfunctie tonen.
Blokkeringstelegram
Blokkeren met 1
(standaard)
0 = Blokkering opheffen
1 = Blokkeren
Blokkeren met 0
0 = Blokkeren
1 = Blokkering opheffen
21 Directe besturing van C1 mogelijk.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Lang indrukken vanaf
300 ms, 400 ms
500 ms, 600 ms
700 ms, 800 ms
900 ms, 1 s
Dient voor het duidelijke
onderscheid tussen lang en kort
indrukken van een toets.
Wordt de toets minstens zo lang
als de ingestelde tijd ingedrukt,
dan wordt dit als lang indrukken
herkend.
Extra functie dubbelklikken
nee
Geen dubbelklikfunctie
ja
Parameterpagina Dubbelklikken
wordt getoond.
Tijd voor dubbelklikken
300 ms, 400 ms
500 ms, 600 ms
700 ms, 800 ms
900 ms, 1 s
Dient ter onderscheiding tussen
een dubbelklik en 2 losse kliks.
Tijd waarbinnen de tweede klik
moet beginnen om als dubbelklik
te worden herkend.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7.3.1 Parameterpagina Dubbelklikken
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Objecttype
Schakelen (1 bit)
Prioriteit (2 bits)
Waarde 0-255
Percentage (1 byte)
Telegramtype voor dit object.
Telegram
Bij objecttype = schakelen 1 bit
AAN
Inschakelopdracht zenden
UIT
Uitschakelopdracht zenden
OM
Actuele toestand omkeren (AAN-
UIT-AAN etc.)
Bij objecttype = prioriteit 2 bit
Functie
Waarde
inactief
Prioriteit inactief
(no control)
0 (00bin)
AAN
Prioriteit AAN
(control: enable, on)
3 (11bin)
UIT
Prioriteit UIT
(control: disable, off)
2 (10bin)
Bij objecttype = Waarde 0-255
0-255
Er kan een willekeurige waarde
tussen 0 en 255 worden
gezonden.
Bij objecttype = Percentage
1 byte
0-100%
Er kan een willekeurig
percentage tussen 0 en 100%
worden gezonden.
Cyclisch zenden
niet cyclisch zenden
elke min
elke 2 min
elke 3 min
elke 45 min
elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
Reactie bij terugkeer van
de busspanning22
geen
Niet zenden.
Zoals bij dubbelklikken (direct)
Zoals bij dubbelklikken (na 5 s)
Zoals bij dubbelklikken (na 10 s)
Zoals bij dubbelklikken (na 15 s)
Actualiseringstelegram direct of
vertraagd zenden.
De te zenden waarde is
afhankelijk van de
geparametreerde waarde voor
dubbelklikken.
Reactie bij activeren van
de blokkering
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt niet
bij dit telegram.
geen reactie
Bij het activeren van de
blokkering niet reageren.
zoals bij dubbelklikken
Reageren zoals bij dubbelklikken.
22 Terugkeer van de busspanning: enkel DU 1
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Reactie bij opheffen van
de blokkering
geen reactie
Bij het opheffen van de
blokkering niet reageren.
zoals bij dubbelklikken
Reageren zoals bij dubbelklikken.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7.3.2 Parameterpagina Dimmen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Reactie op
lang/kort
De ingang maakt verschil tussen
lang en kort indrukken van een
toets en kan dus 2 functies
vervullen.
Eentoetsbediening
De dimmer wordt met één enkele
toets bediend.
Toets kort indrukken = AAN/UIT
Toets lang indrukken
= lichter / donkerder
Loslaten = Stop
Bij de andere varianten wordt de
dimmer met 2 toetsen
(kantelschakelaar) bediend.
lichter / AAN
Kort indrukken = AAN
Toets lang indrukken = lichter
Loslaten = Stop
lichter / OM
Toets kort indrukken
= AAN/UIT
Toets lang indrukken = lichter
Loslaten = Stop
donkerder / UIT
Kort indrukken = UIT
Toets lang indrukken =
donkerder
Loslaten = Stop
donkerder / OM
Toets kort indrukken
= AAN/UIT
Toets lang indrukken =
donkerder
Loslaten = Stop
Stapgrootte voor dimmen
Bij lang indrukken wordt de
dimwaarde:
100%
net zolang verhoogd (resp.
verlaagd) totdat de toets weer
wordt losgelaten.
50%
25%
12,5%
6%
3%
1,5%
Met de geselecteerde waarde
verhoogd
(resp. verlaagd)
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Reactie bij terugkeer bus-
/netspanning23
geen
Niet reageren.
AAN
Dimmer inschakelen
UIT
Dimmer uitschakelen
na 5 s AAN
na 10 s AAN
na 15 s AAN
Dimmer vertraagd inschakelen
na 5 s UIT
na 10 s UIT
na 15 s UIT
Dimmer vertraagd uitschakelen
Reactie bij activeren van de
blokkering
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt niet
bij dit telegram.
geen reactie
Bij het activeren van de
blokkering niet reageren.
AAN
Dimmer inschakelen
UIT
Dimmer uitschakelen
Reactie bij opheffen van de
blokkering
geen reactie
Bij het opheffen van de
blokkering niet reageren.
AAN
Dimmer inschakelen
UIT
Dimmer uitschakelen
23 Terugkeer van de busspanning: enkel DU 1
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7.4 Ingang I1, I2: functie Jaloezie
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Kanaal activeren
nee
ja
Ingang gebruiken?
Functie van het kanaal
Schakelaar..
Toets..
Dimmen..
Jaloezie..
Raamcontact..
De ingang bestuurt een
jaloezieactor.
Kanaal C1 direct besturen
Nee
I1 wordt als pure binaire KNX-
ingang gebruikt.
Er is geen interne verbinding met
de schakelactor.
Debouncetijd
30 ms, 50 ms, 80 ms
100 ms, 200 ms,
1 s , 5 s, 10 s
Om een storend heen en weer
schakelen door debouncen van
het op de ingang aangesloten
contact te vermijden, wordt de
nieuwe toestand van de ingang
pas na een bepaalde vertraging
overgenomen.
Grotere waarden ( 1s) kunnen
als inschakelvertraging worden
gebruikt.
Blokkeringsfunctie activeren
nee
Geen blokkeringsfunctie.
ja
Parameterpagina
Blokkeringsfunctie tonen.
Blokkeringstelegram
Blokkeren met 1
(standaard)
0 = Blokkering opheffen
1 = Blokkeren
Blokkeren met 0
0 = Blokkeren
1 = Blokkering opheffen
Lang indrukken vanaf
300 ms, 400 ms
500 ms, 600 ms
700 ms, 800 ms
900 ms, 1 s
Dient voor het duidelijke
onderscheid tussen lang en kort
indrukken van een toets.
Wordt de toets minstens zo lang
als de ingestelde tijd ingedrukt,
dan wordt dit als lang indrukken
herkend.
Extra functie dubbelklikken
nee
Geen dubbelklikfunctie
ja
Parameterpagina
Dubbelklikken
wordt getoond.
Tijd voor dubbelklikken
300 ms, 400 ms
500 ms, 600 ms
700 ms, 800 ms
900 ms, 1 s
Dient ter onderscheiding tussen
een dubbelklik en 2 losse kliks.
Tijd waarbinnen de tweede klik
moet beginnen om als dubbelklik
te worden herkend.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7.4.1 Parameterpagina Dubbelklikken
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Objecttype
Schakelen (1 bit)
Prioriteit (2 bits)
Waarde 0-255
Percentage (1 byte)
hoogte % + lamel %
Telegramtype voor dit object.
Telegram
Bij objecttype = schakelen 1 bit
AAN
Inschakelopdracht zenden
UIT
Uitschakelopdracht zenden
OM
Actuele toestand omkeren (AAN-
UIT-AAN etc.)
Bij objecttype = prioriteit 2 bit
Functie
Waarde
inactief
Prioriteit inactief
(no control)
0 (00bin)
AAN
Prioriteit AAN
(control: enable, on)
3 (11bin)
UIT
Prioriteit UIT
(control: disable, off)
2 (10bin)
Bij objecttype = Waarde 0-255
0-255
Er kan een willekeurige waarde
tussen 0 en 255 worden
gezonden.
Bij objecttype = Percentage
1 byte
0-100%
Er kan een willekeurig
percentage tussen 0 en 100%
worden gezonden.
Bij objecttype = Hoogte %
+ lamel %
Bij dubbelklikken worden
tegelijkertijd 2 telegrammen
gezonden:
Hoogte
Gewenste jaloeziehoogte
Lamel
Gewenste lamellenpositie.
Cyclisch zenden
niet cyclisch zenden
elke min
elke 2 min
elke 3 min
elke 45 min
elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
Reactie bij terugkeer van
de busspanning
24
geen
Niet zenden.
24 Terugkeer van de busspanning: enkel DU 1
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Zoals bij dubbelklikken (direct)
Zoals bij dubbelklikken (na 5 s)
Zoals bij dubbelklikken (na 10 s)
Zoals bij dubbelklikken (na 15 s)
Actualiseringstelegram direct of
vertraagd zenden.
De te zenden waarde is
afhankelijk van de
geparametreerde waarde voor
dubbelklikken.
Reactie bij activeren van
de blokkering
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt niet
bij dit telegram.
geen reactie
Bij het activeren van de
blokkering niet reageren.
zoals bij dubbelklikken
Reageren zoals bij dubbelklikken.
Reactie bij opheffen van
de blokkering
geen reactie
Bij het opheffen van de
blokkering niet reageren.
zoals bij dubbelklikken
Reageren zoals bij dubbelklikken.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7.4.2 Parameterpagina Jaloezie
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Bediening
De ingang maakt verschil tussen
lang en kort indrukken van een
toets en kan dus 2 functies
vervullen.
Eentoetsbediening
De jaloezie wordt met één enkele
toets bediend.
Toets kort indrukken = Step.
Toets lang indrukken = bewegen.
OMLAAG
Toets kort indrukken = Step.
Toets lang indrukken = omlaag
bewegen.
OMHOOG
Toets kort indrukken = Step.
Toets lang indrukken = omhoog
bewegen.
Stoppen van de beweging door
Loslaten van de toets
Kort indrukken
Hoe moet de stopopdracht
worden geactiveerd?
Reactie bij terugkeer van de
busspanning25
geen
Niet reageren.
OMHOOG
Jaloezie omhoog bewegen
OMLAAG
Jaloezie omlaag bewegen
na 5 s OMHOOG
na 10 s OMHOOG
na 15 s OMHOOG
Jaloezie vertraagd
omhoog bewegen
na 5 s OMLAAG
na 10 s OMLAAG
na 15 s OMLAAG
Jaloezie vertraagd omlaag
bewegen
Reactie bij activeren van de
blokkering
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt niet
bij dit telegram.
geen reactie
Bij het activeren van de
blokkering niet reageren.
OMHOOG
Jaloezie omhoog bewegen
OMLAAG
Jaloezie omlaag bewegen
Reactie bij opheffen van de
blokkering
geen reactie
Bij het opheffen van de
blokkering niet reageren.
AAN
Jaloezie omhoog bewegen
UIT
Jaloezie omlaag bewegen
25 Terugkeer van de busspanning: enkel DU 1
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.7.5 Ingang I2: Functie temperatuuringang26
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Functie van het kanaal
Schakelaar..
Toets..
Dimmen..
Jaloezie..
Temperatuuringang
27
Temperatuursensor.
Sensortype
Afstandssensor 1
(9070191)
Externe temperatuursensor 1
Artikelnr. 9070191,
voor opbouwmontage.
Afstandssensor IP 65
(9070459)
Externe temperatuursensor
RAMSES IP65
Artikelnr. 9070459,
voor opbouwmontage.
Vloersensor (9070321)
Temperatuursensor voor in de
vloer, beschermingsgraad IP 65.
Temperatuurkalibratie
-64..+64
(x 0,1 K)
Correctiewaarde voor de
temperatuurmeting als de
gezonden temperatuur afwijkt
van de werkelijke
ruimtetemperatuur.
Voorbeeld: temperatuur = 20 °C
gezonden temperatuur = 21 °C
Correctiewaarde = 10
(d.w.z. 10 x 0,1 °C)
Temperatuur zenden bij
verandering van
niet vanwege een
verandering
Alleen cyclisch zenden
(mits vrijgegeven)
0,2 K
0,3 K
0,5 K
0,7 K
1 K
1,5 K
2 K
Zenden als de waarde sinds het
laatste zenden met de
geselecteerde waarde is
gewijzigd.
Temperatuur cyclisch zenden
niet cyclisch zenden
Elke min,
Elke 2 min
Elke 3 min
Elke 45 min
Elke 60 min
Hoe vaak moet de actuele
meetwaarde opnieuw worden
gezonden?
26 Alleen I2
27 Alleen I2
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.8 Parameters voor de directe besturing van de dimactor
De parameter Kanaal C1 direct besturen bepaalt of de ingang als directe besturing voor
C1 of als pure binaire KNX-ingang werkt.
Kanaal I1 is in de ETS-standaardinstelling voor een directe besturing van de actor
geconfigureerd.
Een toets op I1 werkt daardoor intern direct op het kanaal C1.
Als voor de bediening van de dimmer 2 toetsen nodig zijn (dimmen lichter/donkerder),
d.w.z. 2 ingangen, dan wordt I2 automatisch voor de directe besturing geconfigureerd.
Als voor de bediening van de dimmer slechts één toets nodig is (eentoetsbediening), dan
is ingang I2 vrij beschikbaar als binaire KNX-ingang.
Is een ingang voor directe besturing geconfigureerd, dan heeft deze geen busverbinding,
d.w.z. geen communicatieobjecten.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.8.1 Kanaal C1 direct besturen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Functie van het kanaal
Schakelaar..
Toets..
Dimmen..
Jaloezie..
Raamcontact..
Een directe besturing vn de
dimactor (C1) is alleen mogelijk
met de functie Dimmen.
Kanaal C1 direct besturen
28
ja
I1 wordt uitsluitend als ingang
voor schakelactor-kanaal C1
gebruikt.
I1 is intern met C1 verbonden en
heeft geen
communicatieobjecten.
I2 wordt indien nodig
automatisch mee gekoppeld.
Nee
I1 wordt als pure binaire KNX-
ingang gebruikt.
Er is geen interne verbinding met
de schakelactor.
Debouncetijd
29
30 ms, 50 ms, 80 ms
100 ms, 200 ms,
1 s , 5 s, 10 s
Om een storend heen en weer
schakelen door debouncen van
het op de ingang aangesloten
contact te vermijden, wordt de
nieuwe toestand van de ingang
pas na een bepaalde vertraging
overgenomen.
Grotere waarden ( 1s) kunnen
als inschakelvertraging worden
gebruikt
Lang indrukken vanaf
30
300 ms, 400 ms
500 ms, 600 ms
700 ms, 800 ms
900 ms, 1 s
Dient voor het duidelijke
onderscheid tussen lang en kort
indrukken van een toets.
Wordt de toets minstens zo lang
als de ingestelde tijd ingedrukt,
dan wordt dit als lang indrukken
herkend.
Extra functie dubbelklikken
nee
Geen dubbelklikfunctie
ja
Parameterpagina Dubbelklikken
wordt getoond.
Tijd voor dubbelklikken
31
300 ms, 400 ms
500 ms, 600 ms
700 ms, 800 ms
900 ms, 1 s
Dient ter onderscheiding tussen
een dubbelklik en 2 losse kliks.
Tijd waarbinnen de tweede klik
moet beginnen om als dubbelklik
te worden herkend.
28 Directe besturing: deze parameter is alleen bij I1 en alleen voor de functie Dimmen aanwezig.
29 Geldt hier voor I1 en voor I2, indien gebruikt.
30 Geldt hier voor I1 en voor I2, indien gebruikt.
31 Geldt hier voor I1 en voor I2, indien gebruikt.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.8.2 Parameterpagina I1 Direct dimmen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Reactie op
lang/kort
De ingang maakt verschil tussen
lang en kort indrukken van een
toets en kan dus 2 functies
vervullen.
Eentoetsbediening
De dimmer wordt met één enkele
toets bediend.
Toets kort indrukken = AAN/UIT
Toets lang indrukken
= lichter / donkerder
Loslaten = Stop
I2 is nodig en is vrij
beschikbaar
Bij de andere varianten wordt de
dimmer met 2 toetsen
(kantelschakelaar) bediend.
lichter / AAN
Kort indrukken = AAN
Toets lang indrukken = lichter
Loslaten = Stop
I2 wordt automatisch
ingesteld met
donkerder/UIT.
lichter / OM
Toets kort indrukken
= AAN/UIT
Toets lang indrukken = lichter
Loslaten = Stop
I2 wordt automatisch
ingesteld met
donkerder/UIT.
donkerder / UIT
Kort indrukken = UIT
Toets lang indrukken =
donkerder
Loslaten = Stop
I2 wordt automatisch
ingesteld met lichter/AAN.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
donkerder / OM
Toets kort indrukken
= AAN/UIT
Toets lang indrukken =
donkerder
Loslaten = Stop
I2 wordt automatisch
ingesteld met lichter/AAN.
Stapgrootte voor dimmen
Bij lang indrukken wordt de
dimwaarde:
100%
net zolang verhoogd (resp.
verlaagd) totdat de toets weer
wordt losgelaten.
50%
25%
12,5%
6%
3%
1,5%
Met de geselecteerde waarde
verhoogd
(resp. verlaagd)
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
7.8.3 Parameterpagina Dubbelklikken
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Dimwaarde bij
dubbelklikken
0-100%
Gewenste dimwaarde.
7.8.4 I2 Direct dimmen
Deze parameterpagina wordt getoond wanneer I2 nodig is voor directe besturing.
Dit is het geval wanneer op de parameterpagina Ingang I1 Jaloezie direct de parameter Reactie
op lang/kort niet is ingesteld op eentoetsbediening en daardoor voor de tegengestelde richting
een tweede toets nodig is.
Als de bediening van de dimmer met slechts één toets gebeurt (eentoetsbediening), dan
is ingang I2 vrij beschikbaar als binaire KNX-ingang.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Reactie op
lang/kort32
lichter / AAN
Wanneer I1 = donkerder / UIT
lichter / OM
Wanneer I1 = donkerder / OM
donkerder / UIT
Wanneer I1 = lichter / AAN
donkerder / OM
Wanneer I1 = lichter / OM
Extra functie dubbelklikken
nee
Geen dubbelklikfunctie
ja
Parameter Dimwaarde bij
dubbelklikken wordt getoond.
Dimwaarde bij dubbelklikken
0-100%
Gewenste dimwaarde.
De volgende instellingen worden door I1 overgenomen en moeten bij I2 niet nogmaals
worden ingevoerd: Debouncetijd, toets langer indrukken omlaag, tijd voor dubbelklikken.
32 Automatisch vooraf ingesteld, kan niet worden veranderd.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
8 Toepassingsvoorbeelden
Deze toepassingsvoorbeelden zijn bedoeld als ontwerphulp en worden niet geacht volledig te
zijn.
Zij kunnen naar eigen keuze worden aangevuld en uitgebreid.
8.1 Directe besturing: basisconfiguratie
In deze configuratie wordt het dimkanaal C1 direct met een toets op I1 bediend.
I2 is hier een pure binaire KNX-ingang33 zonder directe besturing en stuurt een schakelactor
RM 4 U aan
8.1.1 Apparaten
DU 1 (4942570)
RM 4 U (4940223)
8.1.2 Overzicht
33 Omdat de parameter van I1, Reactie op lang/kort op eentoetsbediening is ingesteld, is I2 niet
nodig voor de directe besturing van de dimmer.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
8.1.3 Objecten en verbindingen
Alle communicatieobjecten van C1 zijn beschikbaar voor andere functies.
Een basisfunctie (C1 Aan/Uit, lichter/donkerder) is aanwezig door bediening van de toets bij
ingang I1.
De externe ingang I1 heeft daarbij geen communicatieobjecten.
Nr.
DU 1
Nr.
RM 4 U
Commentaar
Objectnaam
Objectnaam
51 Kanaal I2.1 -
schakelen 0 Kanaal C1 -
schakelobject
Toets op I2 schakelt het eerste kanaal
van de RM 4 U.
8.1.4 Belangrijke parameterinstellingen
Voor de niet-genoemde parameters gelden de standaard- resp. klantspecifieke
parameterinstellingen.
DU 1:
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Algemeen
Binaire ingangen gebruiken
Ja
Functiekeuze C1
-
34
-
Externe ingangen
Functiekeuze I1
Functie
Dimmen
Kanaal C1 direct besturen
ja
Direct dimmen
Reactie op lang / kort
Eentoetsbediening
Functiekeuze I2
35
Functie
Toets
Toetsobject 1
Objecttype
Schakelen
Telegram
Omschakelen
RM 4 U:
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Functiekeuze
Functie van het kanaal
Schakelen Aan/Uit
Functie activeren door
Schakelobject
34 De meeste parameters op de pagina Functiekeuze zijn alleen in combinatie met
communicatieobjecten relevant en daarmee wordt hier niet verder rekening gehouden.
35 Omdat de parameter van I1, Reactie op lang/kort op eentoetsbediening is ingesteld, is I2 niet
nodig voor de directe besturing van de dimmer.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
8.2 Dimkanaal via de bus besturen
In dit voorbeeld zijn de externe ingangen en het jaloezieactorkanaal volledig van elkaar
gescheiden en kunnen alleen via de KNX-bus worden gebruikt.36
Het dimkanaal C1 wordt met behulp van een KNX-toetseninterface (TA 2 S) bediend.
De externe ingangen I1, I2 besturen een schakelactor (RM 4 T).
8.2.1 Apparaten
DU 1 (4942570)
RM 4 U (4940223)
TA 2 S (4969222)
8.2.2 Overzicht
36 Normaal KNX-bedrijf, zonder directe besturing.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
8.2.3 Objecten en verbindingen
Nr.
DU 1
Nr.
RM 4 U
Commentaar
Objectnaam
Objectnaam
41 Kanaal I1.1 -
schakelen 0 Kanaal C1 -
schakelobject De externe ingangen besturen de
schakelactor RM 4 U
51 Kanaal I2.1 -
schakelen 10 Kanaal C2 -
schakelobject
Nr.
TA 2 S
Nr.
DU 1
Commentaar
Objectnaam
Objectnaam
1 Kanaal I1 - Schakelen 1 Kanaal C1 - Schakelen
aan/uit De toetsinterface bestuurt het
dimkanaal C1.
2 Kanaal I1
Lichter/Donkerder 2 Kanaal C1 -
Lichter/Donkerder
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
8.2.4 Belangrijke parameterinstellingen
Voor de niet-genoemde parameters gelden de standaard- resp. klantspecifieke
parameterinstellingen.
DU 1:
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Algemeen
Binaire ingangen gebruiken
Ja
Functiekeuze C1
-
37
-
Externe ingangen
Functiekeuze I1, I2
Functie
Toets
Kanaal C1, C2 direct besturen
nee
Toetsobject 1
Objecttype
Schakelen
Telegram
Omschakelen
Toetsobject 2
Objecttype
Schakelen
Telegram
Omschakelen
RM 4 U:
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Functiekeuze
Functie van het kanaal
Schakelen Aan/Uit
Functie activeren door
Schakelobject
TA 2 S:
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Kanaal 1 functiekeuze
Functie kanaal 1
Dimmen
Dimmen
Reactie op lang / kort
Eentoetsbediening
37 Geen specifieke parameterinstelling noodzakelijk.
De dimmer kan met de standaard- resp. klantspecifieke parameterinstellingen
worden geconfigureerd.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9 Bijlage
9.1 Algemene informatie over KNX-RF
Net als bij KNX-TP wordt ook bij KNX-RF onderscheid gemaakt tussen de modi Standaard en
Easy.
De modus Standard wordt aangeduid als "KNX-RF1.R S-modus". De dragerfrequentie bedraagt
868,3 MHz. Deze relatief lage frequentie biedt in vergelijking met hogere frequenties (Bluetooth:
2,4 GHz of wifi: 2,4/5 GHz) een uitstekende signaaluitbreiding en een evenwichtige mix van
energieverbruik en bereik. De reikwijdte in het vrije veld bedraagt max. 100 m Binnen gebouwen
is het bereik afhankelijk van bouwkundige factoren en omstandigheden.
Reeds bij de planning van de elektrische installatie moet rekening worden gehouden met
bouwkundige omstandigheden en de afstanden tussen de radiografische producten. De
radiosignalen worden vooral gedempt door bijvoorbeeld betonnen constructie-elementen met
stalen bewapening of metalen constructie-elementen. Hoe meer dempende constructie-
elementen tussen zender en ontvanger liggen en hoe groter de afstand, des te kritischer is de
radiocommunicatie. Bij een systeem met TP- en RF-lijnen moet de plaatsing van de
mediakoppelaar zo centraal mogelijk worden gepland.
Verder is het door KNX-RF gebruikte frequentiebereik niet exclusief beschikbaar voor KNX. Zo
kan er in een gebouw ook parallel een ander radiosysteem zijn, dat invloed heeft op de KNX-RF-
communicatie (bijvoorbeeld garagedeuraandrijvingen, alarmsystemen, weerstations).
Ook andere apparaten, zoals bijvoorbeeld voorschakelapparaten en lampen kunnen door de
uitstraling van elektromagnetische golven potentiële storingsbronnen voor KNX-RF-systemen
zijn.
De ETS-app KNX RF Field Strength Analyzer van Tapko Technologies GmbH toont de
ontvangstveldsterkte van geselecteerde KNX-RF-producten en kan de inbedrijfstelling en
foutopsporing ondersteunen.
In de ETS 5 kan voor één lijn het overdrachtmedium "RF" worden gekozen. In deze lijn worden
de KNX-RF-producten ingevoegd. De ETS genereert voor elke lijn met medium "RF" een
eenduidig domeinadres. DE in de RF-lijn toegevoegde KNX-RF-producten worden aan dit
domeinadres toegewezen. Zo wordt ervoor gezorgd dat informatie uit naast elkaar liggende
KNX-RF-lijnen elkaar niet onderling beïnvloedt. Alleen apparaten met hetzelfde domeinadres
communiceren onderling. Het domeinadres wordt door de ETS bij de programmering van de
KNX-RF-producten automatisch mee overgebracht. Eén RF-lijn kan over maximaal
256 apparaten beschikken (adres 0...255). Als het systeem bestaat uit meerdere RF-lijnen of
een combinatie van de media TP en RF, dan is het eerste apparaat in de RF-lijn altijd een
mediakoppelaar met fysiek adres x.x.0 (bijvoorbeeld 1.2.0). De mediakoppelaar geeft de
informatie lijnoverstijgend door via het medium TP. KNX-RF-producten zijn in de
productcatalogus van ETS dankzij het specifieke radiosymbool gemakkelijk te herkennen.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.2 Toepassing van de functie Soft-schakelen
9.2.1 Algemeen
De functie Soft-schakelen is een cyclus die bestaat uit inschakelen, omhoogdimmen,
doellichtsterkte vasthouden, omlaag dimmen en uitschakelen.
9.2.2 Soft-AAN voor trappenhuisverlichting
Voor een trappenhuisverlichting wordt de volgende functie aanbevolen:
Bij indrukken van de verlichte knop: volledige lichtsterkte.
Na afloop van de gewenste tijd: langzaam omlaag dimmen en uitschakelen.
0 % t(h)
100 %
A/B
t1 = 0s
t3t2 / t2+
Min.
Val.
C D
P
A
Toets zendt Soft-AAN-telegram.
t1 De tijd voor
Soft-AAN
is gelijk aan 0, d.w.z. de functie "langzaam omhoogdimmen" is
gedeactiveerd
B
De lichtsterkte wordt direct op de geparametreerde waarde volgens Soft-AAN ingesteld
t2
Afloop van de geparametreerde tijd tussen Soft AAN en Soft UIT*
38
t2+
t2 is evt. door een nieuw Soft-AAN-telegram verlengd
C t2 of t2+ is afgelopen of
Soft-UIT
-telegram is ontvangen:
de Soft-UIT-fase start
t3
De lichtsterkte wordt binnen de geparametreerde tijd voor Soft-UIT geleidelijk verlaagd
D
t3 is afgelopen, de geparametreerde Minimale dimwaarde is bereikt en wordt tot 0%
gedimd
Het licht kan met een Soft-UIT-telegram worden uitgeschakeld of met een
Soft-AAN-telegram worden nagetriggerd.
9.2.3 Opritverlichting
Een bewegingsmelder activeert de dimmer via het object Soft-schakelen.
Wordt er een beweging gemeld, dan wordt het licht binnen 5 sec. omhooggedimd.
38 Soft UIT via geparametreerde tijd of via Soft UIT-telegram.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Door deze vertraging kunnen de ogen zich zonder verblinding aan het licht aanpassen
Na afloop van de geparametreerde tijd of na een Soft-UIT-telegram via een toets of
bewegingsmelder (cyclisch) wordt het licht binnen één minuut langzaam omlaag gedimd en
uitgeschakeld.
0 % t(h)
100 %
A
t1=5s t3 =1 Min. t2
Min.
Val.
B C D
P
A
Soft-AAN wordt door de bewegingsmelder verzonden:
De lichtsterkte wordt op de geparametreerde Minimumdimwaarde ingesteld
t1
De lichtsterkte wordt binnen de geparametreerde tijd voor Soft-AAN (5 sec.) geleidelijk
verhoogd
B
De geparametreerde waarde volgens Soft-AAN is bereikt
t2
Tijd tussen Soft-AAN (1) en Soft-UIT
C
Soft-AAN-telegram werd ontvangen of de geparametreerde tijd is afgelopen:
de Soft-UIT-fase start
t3
De lichtsterkte wordt binnen de geparametreerde tijd voor Soft-UIT geleidelijk verlaagd
D
t3 is afgelopen, de geparametreerde Minimumdimwaarde is bereikt en wordt tot 0% gedimd
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.2.4 Dagschema simulatie
In combinatie met een schakelklok kan er een geheel dagschema met zonsopgang en
zonsondergang worden gesimuleerd. Daarvoor moet de parameter Tijd tussen Soft-AAN en
Soft-UIT zijn ingesteld op Tot telegram Soft-UIT (zie object Soft-schakelen).
De schakelklok zendt 's morgens een Soft-AAN-telegram (=1) en 's avonds een Soft'-UIT-
telegram (=0) naar Object Soft-schakelen.
0 % t(h)
100 %
A
t1 t3t2
Min.
Val.
B C D
P
Min.
geparametreerde minimale dimwaarde
Val.
Gewenste dimwaarde, d.w.z. geparametreerde dimwaarde na Soft-AAN
t(h)
Tijdsafloop
A
Soft-AAN wordt door de schakelklok verzonden:
De lichtsterkte wordt op de geparametreerde Minimumdimwaarde ingesteld
t1
De lichtsterkte wordt binnen de geparametreerde tijd voor Soft-AAN geleidelijk verhoogd
B
De geparametreerde waarde volgens Soft-AAN is bereikt
t2
In de schakelklok geprogrammeerde tijd tussen Soft-AAN- (1) en Soft-UIT-telegram (0)
C
Soft-UIT-telegram werd ontvangen: begin van de Soft-UIT-fase
t3
De lichtsterkte wordt binnen de geparametreerde tijd voor Soft-UIT geleidelijk verlaagd
D
t3 is afgelopen, de geparametreerde Minimale dimwaarde is bereikt en wordt tot 0% gedimd
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.2.5 Natriggeren en vroegtijdig uitschakelen
Daarnaast is het mogelijk het Soft-schakelen tijdens de uitvoering ervan te beïnvloeden. Met
Soft-AAN- en Soft-UIT-telegrammen kunnen, afhankelijk van de huidige uitvoeringsfase, de
volgende reacties worden geactiveerd.
Telegram
Reactie
Soft-AAN tijdens t1
geen
Soft-AAN tijdens t2
t2 wordt opnieuw gestart
Soft-AAN tijdens t3
een nieuwe Soft AAN-fase wordt gestart. Zie hieronder.
Soft-UIT tijdens t1 De Soft-AAN-fase wordt gestopt en de Soft-UIT-fase start onmiddellijk.
Zie hieronder.
Soft-UIT tijdens t2
de Soft-UIT-fase start onmiddellijk
Soft-UIT tijdens t3
geen
0 % t(h)
100 %
A
t1 t3t2
Min.
Val.
B C D
P
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.2.6 Soft-UIT-telegram tijdens een Soft-AAN-fase
De duur van de Soft-UIT-fase (t3’) komt altijd overeen met de geparametreerde tijd,
onafhankelijk van de huidige dimwaarde.
0 %
100 %
A
Min.
B C D
P
D’
Val.
t3’
t(min)
Voorbeeld 1: Soft-UIT aan het begin van de Soft-AAN-fase.
0 % t(min)
100 %
A
Min.
B C D
P
t3’
D’
Val.
Voorbeeld 2: Soft-UIT aan het einde van de Soft-AAN-fase.
A
Een nieuwe Soft-AAN-fase wordt gestart
B
Een Soft-UIT-telegram wordt ontvangen: de Soft-AAN-fase wordt onderbroken en een Soft-
UIT-fase start.
t3’
Duur van de Soft-UIT-fase = geparametreerde Soft-UIT-tijd
D’
Einde van de Soft-UIT-fase
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.2.7 Soft-AAN-telegram tijdens een Soft-UIT-fase
De duur van de Soft-AAN-fase (t1’) komt altijd overeen met de geparametreerde tijd,
onafhankelijk van de huidige dimwaarde.
0 %
100 %
Min.
A
P
t1’
C
Val.
B
t(min)
D’
Voorbeeld 3: Soft-AAN aan het begin van de Soft-UIT-fase.
0 %
Min.
A
P
t1’
C
Val.
B
100 %
t(min)
D’
Voorbeeld 4: Soft-AAN aan het einde van de Soft-UIT-fase.
Verloop:
A
Een nieuwe Soft-UIT-fase wordt gestart
B
Een Soft-AAN-telegram wordt ontvangen: de Soft-UIT-fase wordt onderbroken en een Soft-
AAN-fase start.
t1’
Duur van de Soft-AAN-fase = geparametreerde Soft-AAN-tijd
D’
Einde van de Soft-AAN-fase
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.3 Toepassing voorrangsfunctie
Een lichtsterkteregelaar meet continu de lichtsterkte in de ruimte en regelt de dimmer zodanig
dat de lichtsterkte constant blijft.
Voor de voorrangsregeling wordt een dimwaarde van 20% geparametreerd.
's Avonds aan het einde van de werkzaamheden, activeert de schakelklok de voorrangsregeling,
waardoor de lichtsterkte tot 20% omlaag wordt gedimd.
's Nachts wordt het licht door het bewakingspersoneel gedurende een bepaalde tijd via Centraal
continu AAN ingeschakeld.
's Morgens bij het begin van de werkzaamheden heft de schakelklok de voorrangsregeling weer
op en de dimmer wordt via lichtsterkteregeling aangestuurd.
0 % t(h)
100 %
A
n d
Min.
B C E
Pn
me
D F
n
c
G H
A
Voorrangsregeling wordt door de schakelklok opgeheven.
Het daglicht is nog te zwak, de lichtsterkteregelaar stuurt de dimmer aan
B
Het daglicht is inmiddels voldoende voor de ruimteverlichting en de dimmer is uitgeschakeld
C
Sterke bewolking, de dimmer compenseert het te zwakke daglicht
D
Vol direct zonlicht, de dimmer wordt verlaagd
E
Aan het einde van de middag vervangt de dimmer langzamerhand het afnemende daglicht
F
Voorrangsregeling wordt door de schakelklok geactiveerd
De dimmer verlaagt het licht tot 20%
G
Centraal continu AAN = 1
H
Centraal continu AAN = 0
n
's Nachts geldt de geparametreerde waarde voor de voorrangsregeling
c
Nachtronde van de bewaking: het licht wordt met Centraal continu AAN ingeschakeld
m
's Morgens: het daglicht neemt toe en de lichtregelaar verlaagt langzamerhand de
dimwaarde
e
's Avonds: het daglicht neemt af en de lichtregelaar verhoogt langzamerhand de dimwaarde
d
Overdag wordt de dimmer afhankelijk van de sterkte van het directe zonlicht door de
lichtregeling aangestuurd
Voorbeeld: verlichting overdag met lichtsterkteregeling en 's nachts met minimumverlichting.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.4 LED-lampen dimmen
9.4.1 Algemeen
Op dimmers mogen alleen LED-lampen voor 230V-netvoeding (zogenaamde Retrofit-lampen)
worden gebruikt, waarvan uitdrukkelijk is aangegeven dat ze dimbaar zijn.
Bij de dimreactie kunnen verschillen met betrekking tot zowel de fabrikant als het type worden
vastgesteld, daarom wordt aanbevolen alleen lampen van hetzelfde type parallel op één kanaal
aan te sluiten.
Het maximale vermogen is 200 W in de modus faseafsnijding (RC-modus).
In de modus faseaansnijding (L-modus) is dit 24 W.
Het minimumvermogen per kanaal is 2 W
Het kan evt. nodig zijn de "minimale dimwaarde" per parameter aan te passen.
9.4.2 Keuze voor RC- of L-reactie:
Naast de aanbevelingen van de fabrikant van de LED voor het betreffende type lamp geldt het
volgende:
LED-lampen worden normaal gesproken gebruikt in RC-modus, om de inschakelstromen van de
lamp te reduceren, omdat dit storingen in het stroomnet zou kunnen leiden.
Daarom wordt in het bijzonder bij hoge vermogens de RC-modus aanbevolen.
Nog een voordeel: de warmteontwikkeling in de dimmer is lager.
L-modus:
Bij LED alleen gebruiken wanneer een storend flikkeren wordt vastgesteld bij het omhoog of
omlaag dimmen.
Opm.:
Veel soorten lampen kunnen in L-modus overlast veroorzaken, wat automatisch leidt tot het
omlaag dimmen van de last.
In dat geval moet de automatische lastherkenning worden geselecteerd (d.w.z. RC-modus).
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.5 4-bits telegrammen (lichter/donkerder)
9.5.1 Telegramformaat 4-bits EIS 2 relatief dimmen:
Bit 3
Bits 0-1-2
Richting
Dimbereik trapsgewijs onderverdeeld
Code
Trappen
Omhoog dimmen:
Omlaag dimmen:
1
0
000
001
010
011
100
101
110
111
Stop
1
2
4
8
16
32
64
39
Voorbeelden: 1111 = met 64 trappen lichter maken
0111 = met 64 trappen donkerder maken
1101 = met 16 trappen lichter maken
39 typische toepassing.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.5.2 De Parameter: In- en uitschakelen met 4-bits telegram
Meestal heeft men de instelling ja nodig.
Voor speciale wensen bijv. in conferentieruimtes is de instelling nee beschikbaar.
Hieronder wordt de situatie beschreven:
Met één toets (4-bits) wordt een hele groep dimmerkanalen bediend.
Met behulp van een scène of anderszins is een bepaalde verlichtingssituatie ingesteld, bijv.
kanaal 1 UIT, kanaal 2 40%, kanaal 3 50%. Nu moet de gehele scène lichter worden gedimd,
maar kanalen die UIT zijn, moeten UIT blijven.
De Parameters In- en uitschakelen met 4-bits telegram blokkeren steeds de gebruikelijke
in- of uitschakelfunctie van het 4-bits telegram.
Parameter Inschakelen
met 4-bits-telegram
4 bit
Telegram
Uitgangsstatus
dimmer
Reactie
ja
lichter/donkerder
Ingeschakeld
(1%...100%)
Kanaal wordt normaal gedimd.
lichter
UIT
Kanaal wordt ingeschakeld en
gedimd
nee
lichter
UIT
Dimmer blijft uitgeschakeld
lichter/donkerder
Ingeschakeld
(1%...100%)
Kanaal wordt normaal gedimd.
Parameter In- en
uitschakelen met 4-
bits telegram
4 bit
Telegram
Uitgangs--
status dimmer Reactie
ja
lichter/donkerder
Ingeschakeld
(1%...100%)
Kanaal wordt normaal gedimd.
donkerder
AAN
Het kanaal wordt uitgeschakeld
als de toets bij het bereiken van
de minimum lichtsterkte langer
dan ca. 2 sec. ingedrukt blijft.
nee
donkerder
AAN
Het kanaal kan tot de minimale
lichtsterkte omlaaggedimd
worden, maar wordt niet
uitgeschakeld.
lichter/donkerder
Ingeschakeld
(1%...100%)
Kanaal wordt in het bereik van
min. tot 100% gedimd en blijft
ingeschakeld.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.6 De scènes
9.6.1 Principe
Met de scènefunctie kan de huidige status van een kanaal of van een geheel
apparaat worden opgeslagen en later op elk gewenst moment worden hersteld.
Elk kanaal kan tegelijkertijd aan max. 8 scènes deelnemen.
De scènenummers 1-64 zijn toegestaan.
Daarvoor moet de deelname aan scènes voor het betreffende kanaal per parameter zijn
toegestaan.
Zie Parameter Scènes activeren en parameterpagina Scènes.
Bij het opslaan van een scène wordt de huidige toestand aan het betreffende scènenummer
toegewezen.
Bij het oproepen van het scènenummer wordt de eerder opgeslagen toestand hersteld.
Daardoor kan een apparaat in elke willekeurige gebruikersscène eenvoudig en gemakkelijk
worden geïntegreerd.
De scènes worden - zonder dat deze verloren kunnen gaan - opgeslagen en kunnen ook na het
opnieuw downloaden van de applicatie behouden blijven.
Zie de parameter Alle scènetoestanden van het kanaal op de parameterpagina Scènes.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.6.2 Scènes oproepen resp. opslaan:
Om een scène op te roepen resp. op te slaan, wordt de betreffende code naar het betreffende
scèneobject verzonden.
Scène
Oproepen
Opslaan
Hex.
Dec.
Hex.
Dec.
1
$00
0
$80
128
2
$01
1
$81
129
3
$02
2
$82
130
4
$03
3
$83
131
5
$04
4
$84
132
6
$05
5
$85
133
7
$06
6
$86
134
8
$07
7
$87
135
9
$08
8
$88
136
10
$09
9
$89
137
11
$0A
10
$8A
138
12
$0B
11
$8B
139
13
$0C
12
$8C
140
14
$0D
13
$8D
141
15
$0E
14
$8E
142
16
$0F
15
$8F
143
17
$10
16
$90
144
18
$11
17
$91
145
19
$12
18
$92
146
20
$13
19
$93
147
21
$14
20
$94
148
22
$15
21
$95
149
23
$16
22
$96
150
24
$17
23
$97
151
25
$18
24
$98
152
26
$19
25
$99
153
27
$1A
26
$9A
154
28
$1B
27
$9B
155
29
$1C
28
$9C
156
30
$1D
29
$9D
157
31
$1E
30
$9E
158
32
$1F
31
$9F
159
33
$20
32
$A0
160
34
$21
33
$A1
161
35
$22
34
$A2
162
36
$23
35
$A3
163
37
$24
36
$A4
164
38
$25
37
$A5
165
39
$26
38
$A6
166
40
$27
39
$A7
167
41
$28
40
$A8
168
42
$29
41
$A9
169
43
$2A
42
$AA
170
44
$2B
43
$AB
171
45
$2C
44
$AC
172
46
$2D
45
$AD
173
47
$2E
46
$AE
174
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
Scène
Oproepen
Opslaan
Hex.
Dec.
Hex.
Dec.
48
$2F
47
$AF
175
49
$30
48
$B0
176
50
$31
49
$B1
177
51
$32
50
$B2
178
52
$33
51
$B3
179
53
$34
52
$B4
180
54
$35
53
$B5
181
55
$36
54
$B6
182
56
$37
55
$B7
183
57
$38
56
$B8
184
58
$39
57
$B9
185
59
$3A
58
$BA
186
60
$3B
59
$BB
187
61
$3C
60
$BC
188
62
$3D
61
$BD
189
63
$3E
62
$BE
190
64
$3F
63
$BF
191
Voorbeelden (centraal of per kanaal):
Toestand van scène 5 oproepen:
→ $04 naar het betreffende scèneobject zenden.
Huidige toestand met scène 5 opslaan:
→ $84 naar het betreffende scèneobject zenden.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.6.3 Scènes zonder telegrammen inleren
In plaats van de scènes afzonderlijk per telegram te definiëren, kan dit direct vooraf in de ETS
worden uitgevoerd.
Daarvoor moet alleen de parameter Alle scènetoestanden van het kanaal (parameterpagina
Scènes) op Bij downloaden overschrijven worden ingesteld.
Daarna kan voor elke van de 8 mogelijke scènenummers van een kanaal de gewenste toestand
worden gekozen (= parameter Toestand na downloaden).
Na het downloaden zijn de scènes reeds in het apparaat geprogrammeerd.
Een latere wijziging via inleertelegrammen is desondanks, indien nodig, mogelijk en kan per
parameter worden toegestaan resp. geblokkeerd.
9.6.4 Lichtscènes in een toets opslaan
Meestal worden de scènes in de dimmer zelf opgeslagen.
Daarvoor wordt Object Scènes oproepen/opslaan gebruikt.
Als men de lichtscènes echter extern wilt opslaan, bijv. in een voor scènes geschikte
toets, dan kunt u als volgt te werk gaan:
De dimmer bezit per kanaal één dimobject (dimwaarde) en één terugmeldingsobject
(terugmelding in %).
Er worden dus 2 groepsadressen gebruikt, verder "Gr.adr.1" en "Gr.adr.2" genoemd.
9.6.5 Toewijzing van de groepsadressen en instelling van de object-flags
Object Verbinden met zendend instellen
Flags
C
R
W
T
TOETS
Telegr. lichtsterkte
Gr.adr.1 ja
-
Gr.adr.2 nee
DIMMER
Dimwaarde Gr.adr.1 x - x
Terugmelding in %
Gr.adr.1 nee
- x
Gr.adr.2 ja
x = willekeurig
De terugmeldingen op de dimmer moeten niet op cyclisch zenden worden geparametreerd.
Inbouwdimactoren DU 1, DU 1 RF, DU 1 S RF
9.7 Omrekening procenten in hexadecimale en decimale
waarden
Percentage
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Hexadecimaal
00
1A
33
4D
66
80
99
B3
CC
E6
FF
Decimaal
00
26
51
77
102
128
153
179
204
230
255
Alle waarden van 00 t/m FF hex. (0 t/m 255 dec.) zijn geldig.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

THEBEN DU 1 KNX Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen