Danfoss Optyma Plus CU Installatie gids

Type
Installatie gids
A
B
D
E
G
C
F
IP 54
(2) R134a
R513A
(2) 23 bar
(2) 5 bar
OP-MPXM034MLP00G
114X4261
Refrigerant (1) R404A R507 R448A/R449A
R407A/R407F/R452A
Voltage 230 V ~ 1N ~ 50Hz
M.W.P. HP (1) 28 bar
M.W.P. LP (1) 7 bar
Serial No. 123456CG2816
xxxxxxxxxxxxxx
LRA 60 A MCC 19 A
118UXXXXXX
MADE IN INDIA
Danfoss A/S, 6430 Nordborg, Denmark
OIL INSIDE POE 46
EAN No.
Application MBP
Optyma
Plus
OP-LPQM, OP-MPYM, OP-MPXM,
OP-MPGM, OP-MPBM
Instructies
Installatie en onderhoud van de
koelgroepen mag alleen worden uit-
gevoerd door deskundig personeel. Volg deze
instructies en erkende koelpraktijken met
betrekking tot de installatie, de ingebruik-
name, het onderhoud en de bediening.
A: Model
B: Codenummer
C: Toepassing, Beschermingsgraad
D: Koelmiddel
E: Beschermingsgraad
F: Voedingsspanning, stroom bij geblokkeerde
motor, maximaal stroomverbruik
G: Serienummer en streepjescode
Compressor ingeschakeld
Carterverwarming aan
Ventilator draait
Temperatuurwaarde voor de zuigdruk. Druk
op de onderste knop om over te schakelen
naar de temperatuurwaarde voor de con-
densatiedruk.
Afbeelding 3: Elektronisch controllerscherm
W
Q
R
X
ZY
Q: Luchtaanvoer R: Luchtafvoer
Apparaat
W
[mm]
X
[mm]
Y
[mm]
Z
[mm]
Behuizing 1
(Codenummer 114X31-- of 114X41--)
250 550 456 456
Behuizing 2
(Codenummer 114X32-- of 114X42--)
250 650 530 530
Behuizing 3
(Codenummer 114X33-- of 114X43--)
250 760 581 581
Behuizing 4
(Codenummer 114X34-- of 114X44--)
250 900 700 700
Afbeelding 1: Minimale plaatsingsafstand
De koelgroep mag uitsluitend worden ge-
bruikt waarvoor hij is ontworpen en binnen het
toepassingsbereik.
De voorwaarden van EN378 (of van andere
toepasselijke lokale veiligheidsvoorschriften)
moeten onder alle omstandigheden worden
nageleefd.
De koelgroep wordt geleverd met stikstofgas
onder druk (1 bar) en mag daarom niet met-
een worden aangesloten; raadpleeg het deel
"Installatie" voor meer informatie.
Ga steeds voorzichtig om met de koelgroep in
verticale positie (maximale uitwijking van de ver-
ticale positie: 15°)
Typeskilt
34 | AN18658643414601-000901
© Danfoss | DCS (CC) | 2019.01
Afbeelding 4: Normale bekabeling
Afbeelding 5: Tijdelijke bekabeling
T: Montagebeugels voor gestapelde montage (niet
bijgeleverd)
U: M8-bouten voor gestapelde montage (bijgeleverd)
V: Montagebouten (niet bijgeleverd)
T
U
U
V
V
Afbeelding 2: Gestapelde montage
Instructies
AN18658643414601-000901 | 35
© Danfoss | DCS (CC) | 2019.01
1 – Inleiding
Deze instructies zijn van toepassing op de
Optyma
Plus-koelgroepen OP-LPHM, OP-MPYM,
OP-MPXM, OP-MPGM, OP-MPQM, OP-LPQM en
OP-MPBM die gebruikt worden voor koelsyste-
men. U vindt er de nodige informatie over de
veiligheid en het correct gebruik van dit pro-
duct.
De koelgroep bevat de volgende onderdelen:
Warmtewisselaar met microkanalen
Zuiger- of scrollcompressor
Vloeistofvat met afsluiter
Kogelafsluiters
Kijkglas
Hoge- en lagedrukschakelaars
Vervangbare lterdroger
Elektronische controller
Hoofdstroomonderbreker (hoofdschakelaar met
overbelastingsbeveiliging)
Ventilator- en compressorcondensatoren
Compressorschakelaar
Stevige weerbestendige behuizing
2 – Hanteren en opbergen
Wij raden u aan de verpakking pas te openen
als het apparaat zich in de ruimte bevindt
waar u het wilt installeren.
Ga voorzichtig om met het apparaat. Door de
verpakking is het mogelijk om een vorkhef-
truck of palletwagen te gebruiken. Gebruik
geschikte en veilige hefapparatuur.
Bewaar en transporteer het apparaat rechtop-
staand.
Bewaar het apparaat tussen -35°C en 50°C.
Stel de verpakking niet bloot aan regen of een
bijtende omgeving.
Controleer na het uitpakken of het apparaat
volledig en onbeschadigd is.
3 – Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
Gebruik het apparaat nooit in een ontvlam-
bare atmosfeer.
Plaats het apparaat zodat het geen wandel-
zones, deuren, ramen en dergelijke blokeert of
hindert.
Zorg voor voldoende ruimte rond het apparaat
voor luchtcirculatie en om deuren te kunnen
openen. Zie afbeelding 1 voor de minimale af-
standen tussen het apparaat en een muur.
Vermijd installatie van het apparaat op een
locatie waar het dagelijks langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht.
Vermijd installatie van het apparaat in corro-
sieve en stoge omgevingen.
Zorg voor een vlakke ondergrond (helling van
minder dan 3°) die sterk en stabiel genoeg is
om het gewicht van het apparaat te dragen
en trillingen en storingen te elimineren.
De omgevingstemperatuur rond het apparaat
mag nooit meer dan 50°C bedragen tijdens de
uit-cyclus.
Zorg ervoor dat de voeding overeenkomt
met de eigenschappen van het apparaat (zie
naamplaatje).
Gebruik bij de installatie van apparatuur voor
HFC-koelmiddelen uitsluitend apparatuur die
geschikt is voor HFC-koelmiddelen en die nog
nooit werd gebruikt voor CFC- of HCFC-koel-
middelen.
Gebruik schone en droge koperbuizen en
soldeermateriaal van zilverlegering geschikt
voor gebruik in koelsystemen.
Gebruik schone en droge systeemonderdelen.
De zuigleiding die wordt aangesloten op de
compressor moet exibel zijn in 3 richtingen
om trillingen te dempen. De leidingen moe-
ten bovendien worden geïnstalleerd zodat de
olie goed terugkeert naar de compressor en
het risico op vloeistofslag in de compressor
geëlimineerd wordt.
4 – Installatie
De installatie waarin de koelgroep geplaatst
wordt, moet beantwoorden aan de Richtlijn
drukapparatuur (PED) nr. 97/23/EG.
Wij raden u aan het apparaat op rubberen
voetjes of trillingsdempers te plaatsen (niet
bijgeleverd).
Het is mogelijk om apparaten op elkaar te
stapelen.
Apparaat
Maximale
stapel
Behuizing 1
(Codenummer 114X31-- of 114X41--)
3
Behuizing 2
(Codenummer 114X32-- of 114X42--)
2
Behuizing 3
(Codenummer 114X33-- of 114X43--)
2
Behuizing 4
(Codenummer 114X34-- of 114X44--)
2
Bij het stapelen moeten het bovenste appa-
raat aan de muur worden bevestigd (zie af-
beelding 2).
Laat langzaam de beschermende stikstofvul-
ling vrij via het schraderventiel.
Sluit het apparaat zo snel mogelijk aan op het
systeem om vervuiling van de olie door vocht
in de lucht te voorkomen.
Zorg er bij het snijden van de buizen voor dat
er geen materiaal in het systeem terechtkomt.
Boor nooit gaten op plaatsen waar de bramen
niet kunnen worden verwijderd.
Soldeer voorzichtig door gebruik te maken
van de modernste technieken en ventileer de
leiding met stikstofgas.
Sluit de vereiste veiligheids- en controleap-
paraten aan. Als hiervoor het schraderventiel
wordt gebruikt, verwijdert u de interne klep.
Wij raden u aan de zuigleiding te isoleren met
isolatiemateriaal van 19 mm dik tot aan de
compressoringang.
5 – Lekdetectie
Zet het circuit nooit onder druk met zuurstof
of droge lucht. Dat kan brand of een ontplong
veroorzaken.
Gebruik geen kleurstof voor lekdetectie
Voer een lekdetectietest uit op het volledige
systeem
De maximale testdruk bedraagt 31*
)
bar.
Als er een lek wordt ontdekt, moet dat lek worden
hersteld en moet de lekdetectie worden herhaald.
*
)
25 bar for OP-.......AJ-.... & OP-.......FH-.... modeller
6 – Vacuümdroging
Gebruik de compressor nooit om het systeem
leeg te maken.
Sluit een vacuümpomp aan op zowel de LP- als
de HP-zijde.
Laat de druk van het systeem zakken tot een
vacuüm van 500 µm Hg (0,67 mbar) absoluut.
Gebruik geen megger en zet de compressor
niet onder stroom terwijl deze vacuüm is aan-
gezien dat interne schade kan veroorzaken.
7 – Elektrische aansluitingen
Schakel de hoofdvoeding uit en koppel deze
volledig los.
Zorg ervoor dat de voeding niet kan inge-
schakeld worden tijdens de installatie.
Alle elektrische onderdelen moeten worden
gekozen op basis van de lokale normen en
apparaatvereisten.
Raadpleeg het bedradingsschema voor meer
informatie over de elektrische aansluitingen.
Zorg ervoor dat de voeding afgestemd is op
de eigenschappen van het apparaat en dat de
voeding stabiel is (nominaal voltage ±10 % en
nominale frequentie ±2,5 Hz)
Kies voor de geschikte voedingskabels op basis
van de apparaatgegevens voor het voltage en
de stroom.
Beveilig de voeding en zorg voor een correcte
aarding.
Zorg ervoor dat de voeding afgestemd is op
de lokale normen en wettelijke vereisten.
De eenheid is uitgerust met een elektroni-
sche regelaar. Raadpleeg de handleiding RS-
8GDxxx voor meer informatie.
Het apparaat is uitgerust met een hoofdschake-
laar met overbelastingsbeveiliging. De overbe-
lastingsbeveiliging is standaard ingeschakeld.
Wij raden u echter aan deze waarde te controle-
ren vooraleer u het apparaat in gebruik neemt.
U vindt de waarde voor de overbelastingsbe-
veiliging terug op het bedradingsschema op
het voorpaneel van het apparaat.
Het apparaat is uitgerust met hoge- en lage-
drukschakelaars, die in geval van activering
de voeding naar de compressor onmiddellijk
afsluit. De parameters voor hoge- en lagedruk-
onderbrekingen zijn voorgeprogrammeerd in
de controller en zijn aangepast aan de com-
pressor die in het apparaat is geïnstalleerd.
Voor apparaten met een driefasige scrollcom-
pressor (OP-MPXMxxxxxxxxE) moet een correcte
fasesequentie voor de draairichting van de com-
pressor in acht genomen worden.
Bepaal de fasesequentie met behulp van een
fasemeter om de fasevolgorde van de lijnfases
L1, L2 en L3 te bekomen.
Verbind lijnfases L1, L2 en L3 respectievelijk
met hoofdschakelaaraansluitingen T1, T2 en T3.
8 – Het systeem vullen
Start de compressor nooit terwijl deze vacu-
um is. Laat de compressor uitgeschakeld.
Gebruik uitsluitend het koelmiddel waarvoor
het apparaat is bestemd.
Vul koelmiddel in vloeibare fase in de con-
densor- of vloeistofopening. Zorg voor een
trage vulling van het systeem tot 4-5 bar voor
R404A/R448A/R449A/R407A/R407F/R452A en
tot ong. 2 bar voor R134a, R513A.
De resterende vulling wordt uitgevoerd tot de
installatie een stabiel nominaal niveau heeft
bereikt tijdens de werking.
Laat de vulcilinder nooit aangesloten op het
circuit.
9 – De elektronische controller instellen
Het apparaat is uitgerust met een elektroni-
sche controller die voorgeprogrammeerd is
met parameters die geschikt zijn voor gebruik
met het apparaat. Raadpleeg de handleiding
RS8GDXXX voor meer informatie.
Het scherm van de elektronische controller
toont standaard de temperatuurwaarde voor
Instructies
36 | AN18658643414601-000901
© Danfoss | DCS (CC) | 2019.01
de aanzuigdruk in °C. Druk op de onderste knop
(afbeelding 3) om de temperatuurwaarde voor
de condensatiedruk weer te geven.
De elektronische regelaar is in de fabriek inge-
steld voor R404A of R449A of R452A of R134a,
afhankelijk van het model van de gemonteerde
compressor en toepassing (zie de bijlage in de
installatiehandleiding van de Optyma Control-
ler). Als een ander koelmiddel wordt gebruikt,
moet de koelmiddelinstelling worden gewijzigd.
Parameter r12 moet eerst worden ingesteld op 0
(hoofdschakelaar software = uit).
Hou de bovenste knop enkele seconden in-
gedrukt. De kolom met parametercodes ver-
schijnt.
Druk op de bovenste of onderste knop om pa-
rametercode o30 te zoeken.
Druk op de middelste knop tot de waarde voor
deze parameter wordt weergegeven.
Druk op de bovenste of onderste knop om
de nieuwe waarde te selecteren: 2 = R22, 3 =
R134a, 13 = R513A, 17 = R507, 19 = R404A, 20 =
R407C, 21 = R407A, 37 = R407F, 40 = R448A, 41
= R449A, 42 = R452A.
Druk op de middelste knop om de geselecteer-
de waarde te bevestigen.
10 – Controle voor ingebruikname
Gebruik veiligheidsapparatuur zoals een druk-
schakelaar en een mechanische veiligheidsklep in
overeenstemming met de algemene en plaatselijke
voorschriften en veiligheidsnormen. Zorg ervoor
dat deze apparatuur actief is en correct is ingesteld.
Controleer of de instellingen van hogedruk-
schakelaars en veiligheidskleppen niet hoger zijn
dan de maximale werkdruk van de systeemon-
derdelen.
Controleer of alle elektrische verbindingen
correct zijn doorgevoerd en voldoen aan de
plaatselijke regelgeving.
Als er een carterverwarming moet worden ge-
bruikt, moet de eenheid minstens 12 uur voor de
eerste opstart of opstart na langdurige stilstand
onder stroom worden gezet voor carterverwar-
mingen met riem.
Het apparaat is uitgerust met een hoofdschake-
laar met overbelastingsbeveiliging. De overbe-
lastingsbeveiliging is standaard ingeschakeld.
Wij raden u echter aan deze waarde te contro-
leren vooraleer u het apparaat in gebruik neemt.
U vindt de waarde voor de overbelastingsbevei-
liging terug op het bekabelingsschema op het
voorpaneel van het apparaat.
11 – Opstarten
Start het apparaat nooit wanneer er geen
koelmiddel is gevuld.
Alle kleppen moeten in de open positie staan.
Het Rotalock-ventiel op het vloeistofvat moet
1 volledige slag in de close-richting worden
gedraaid om de juiste condensatiedruk voor
de druktransmitter te krijgen.
Zorg ervoor dat het apparaat en de voeding
op elkaar afgestemd zijn.
Controleert of de carterverwarming werkt.
Controleer of de ventilator ongehinderd kan
draaien.
Controleer of de beschermingsfolie is verwij-
derd van de achterzijde van de condensor.
Breng de HP/LP-druk in evenwicht.
Bij het aanzetten van het apparaat moet deze
meteen starten. Als de compressor niet start,
controleer dan de bedrading en de spanning
op de aansluitingen.
Een eventuele omgekeerde draairichting van een
driefasige compressor kan worden gedetecteerd
aan de hand van de volgende kenmerken:
de druk in de compressor neemt niet toe, de
compressor maakt abnormaal veel lawaai en de
compressor verbruikt abnormaal weinig energie.
Schakel in dat geval het apparaat onmiddellijk uit
en sluit de fases aan op de correcte aansluitingen.
Als de draairichting correct is, geeft de lagedruk-
aanduiding op de controller (of de lagedrukme-
ter) een afnemende druk weer en geeft de ho-
gedrukaanduiding (of de hogedrukmeter) een
toenemende druk weer.
12 – Controleren met het apparaat ingeschakeld
Controleer de draairichting van de ventilator.
De lucht moet via de condensor naar de venti-
lator stromen.
Controleer het stroomverbruik en voltage.
Controleer op oververhitting van de afzuiging
om het risico op vloeistofslag te verminderen.
Als er een kijkglas voorzien is, bekijk dan het olie-
niveau aan het begin en tijdens de werking om
te controleren of het olieniveau zichtbaar blijft.
Respecteer de werkingslimieten.
Controleer alle buizen op abnormale trillin-
gen. Bewegingen van meer dan 1,5 mm moe-
ten worden gecorrigeerd, bijvoorbeeld met
leidingbeugels.
Voeg indien nodig extra koelmiddel toe in vloei-
bare toestand aan de lagedrukzijde, zo ver mo-
gelijk van de compressor verwijderd. De com-
pressor moet draaien tijdens dit proces.
Overlaad het systeem niet.
Følg de lokale bestemmelser for aftapning af
kølemidler fra enhed.
Laat nooit koelmiddel ontsnappen in de at-
mosfeer.
Voer een algemene inspectie uit van de instal-
latie voordat u de locatie verlaat en controleer
op netheid, lawaai en lekken.
Noteer het type en de hoeveelheid koelmid-
del en ook de werkomstandigheden als refe-
rentie voor toekomstige inspecties.
13 – Noodwerking zonder controller
Als de controller het begeeft, kunt u de koelgroep
blijven gebruiken als u de standaardbedrading
voor de controller (afbeelding 4) wijzigt naar een
tijdelijke bedrading (afbeelding 5), zoals hieron-
der wordt weergegeven.
Deze aanpassing mag alleen door bevoegde
elektriciens worden uitgevoerd. Houd rekening
met de geldende wetgeving.
Koppel de voeding van de koelgroep los (zet
de hoofdschakelaar van de hardware uit).
Contact met de kamerthermostaat moet mo-
gelijk zijn om over te schakelen naar 250 Vac.
Koppel kabel 22 (veiligheidsingang DI3) en
kabel 24 (kamerthermostaat DI1) los en breng
deze samen met een geïsoleerde aansluitings-
brug van 250 Vac 10 mm².
Verwijder kabel 25 (kamerthermostaat DI1)
en kabel 11 (compressorvoeding) en breng ze
samen met een geïsoleerde aansluitbrug van
250 V AC, 10 mm².
Koppel kabel 6 los en sluit hem aan op de aans-
luitbrug voor kabels 11 en 25. Er kan een ven-
tilatordrukschakelaar of een toerenregelaar
voor de ventilator in serie worden aangeslo-
ten op kabel 6.
Koppel kabel 14 los (carterverwarming) en
verbind hem met de compressorschakelaar
op aansluiting 22.
Koppel kabel 12 los (voeding van de carter-
verwarming), verleng deze kabel door middel
van een aansluitbrug van 250 V AC, 1,0 mm²
en een bruine kabel van 1,0 mm² en verbind
hem met de compressorschakelaar op aan-
sluiting 21
Verwijder het grote aansluitingsblok van de
controlleraansluitingen 10 tot 19.
Schakel de voeding van de koelgroep in (zet
de hoofdschakelaar van de hardware aan).
14 – Onderhoud
Schakel de eenheid altijd uit met de hoofd-
schakelaar voordat u de ventilatordeur (s) opent.
De interne druk en oppervlaktetemperatuur
zijn gevaarlijk en kunnen permanente letsels ver-
oorzaken. Onderhoudstechnici en installateurs
moeten over de juiste vaardigheden en het juiste
materiaal beschikken. De leidingtemperatuur kan
meer dan 100°C bedragen en ernstige brandwon-
den veroorzaken.
Zorg voor periodieke onderhoudsinspecties
om de betrouwbaarheid van het systeem te ga-
randeren en te voldoen aan de plaatselijke voor-
schriften.
Om systeemgerelateerde problemen te voorko-
men, wordt het volgende periodieke onderhoud
aanbevolen:
Controleren of veiligheidsapparaten werken
en correct zijn ingesteld.
Het systeem controleren op lekken.
Het stroomverbruik van de compressor con-
troleren.
Controleren of het systeem werkt op een
manier die vergelijkbaar is met vorige onder-
houdsverslagen en de omgevingsomstandig-
heden.
Controleren of alle elektrische aansluitingen
goed zijn bevestigd.
Het apparaat schoon houden en controleren
of er geen roest en oxidatie aanwezig is op de
onderdelen van het apparaat, de buizen en de
elektrische verbindingen.
De condensor moet minstens één keer per jaar
gecontroleerd worden op verstoppingen en
moet indien nodig gereinigd worden. U krijgt
toegang tot de binnenkant van de condensor
door de ventilatordeur te openen. De warmte-
wisselaars met microkanalen raken eerder aan
de buitenzijde bestoft, waardoor deze gemak-
kelijker te reinigen zijn dan warmtewisselaars
met vinnen.
Schakel de eenheid uit met de hoofdschake-
laar voordat u de ventilatordeur opent.
Verwijder stof, bladeren en ander vuil met een
stofzuiger waaraan een borstel of een andere
zacht opzetstuk bevestigd is. U kunt ook langs
de binnenzijde perslucht door de spoelen
blazen en deze schoonvegen met een zachte
borstel. Gebruik hiervoor geen draadborstel.
Zorg ervoor dat u niet tegen de spoel stoot
met de buis van de stofzuiger of de mond van
de luchtblazer.
Voor u de ventilatordeur sluit, draait u de ven-
tilator naar de positie die weergegeven wordt
Instructies
AN18658643414601-000901 | 37
© Danfoss | DCS (CC) | 2019.01
in afbeelding 6 om te vermijden dat de deur
tegen de ventilator stoot.
Als het koelsysteem geopend werd, moet het wor-
den gespoeld met droge lucht of stikstof om vocht
te verwijderen, en moet er een nieuwe lterdroger
worden geïnstalleerd. Als het koelmiddel afgela-
ten moet worden, dient dit te gebeuren zodat er
geen koelmiddel kan ontsnappen.
15 – Overensstemmelseserklæring
Trykregulativet (Pressure Equipment Direc-
tive) 2014/68/EU EN 378-2:2016 - Kølesystemer
og varmepumper – Sikkerheds- og miljømæssige
krav - Del 2: Design, konstruktion, tests, mær-
kning og dokumentation
Lavspændingsdirektivet 2014/35/EU EN 60335-
1:2012 + A11:2014- Elektriske apparater til hus-
holdningsbrug o.l. – Sikkerhed – Del 1: Generelle
krav for alle ovennævnte kondenseringsaggrega-
ter
Ecodesign-DIREKTIV 2009/125/EF om rammer-
ne for fastlæggelse af krav til miljøvenligt design
af energirelaterede produkter.
KOMMISSIONENS FORORDNING (EU) 2015/1095
om gennemførelse af Europa-Parlamentets og
Rådets direktiv 2009/125/EF for så vidt angår krav
til miljøvenligt design for professionelle lager-
køleskabe/lagerfryseskabe, blæstkølere/frysere,
kondenseringsaggregater og væskekølere til pro-
ceskøling.
• Kondenseringsaggregatmålinger er udført i
henhold til standarden EN 13771-2:2007 –Kom-
pressorer og kondenserende enheder til køling –
Ydeevneprøvning og prøvningsmetoder – Del 2:
Condensing units
16 - Waarborg
Vermeld altijd het modelnummer en serienummer
bij het indienen van een claim over dit product.
De productwaarborg kan in de volgende geval-
len vervallen:
Afwezigheid van het naamplaatje
Externe wijzingen; in het bijzonder, boren, las-
sen, gebroken steunvoet en schokmarkeringen
Compressor werd geopend of onverzegeld te-
ruggestuurd
Roest, water of lekdetectiekleurstof in de com-
pressor
Gebruik van een koelmiddel of smeermiddel
dat niet door Danfoss is goedgekeurd.
Afwijkingen van de aanbevolen installatie-, be-
dienings- of onderhoudsinstructies
Gebruik voor mobiele toepassingen
Gebruik in een omgeving met een explosieve
atmosfeer
Geen modelnummer of serienummer vermeld
op de waarborgclaim
17 – Verwijdering
Danfoss raadt aan koelgroepen en olie te
recycleren in en door een erkend bedrijf.
Français Légende
A Trou de montage ø12
B Voyant
C Achage du régulateur
D Entrée de l’air
E Sortie de l’air
F Port d'aspiration
G Port de liquide
Câbles électriques
Remarque : toutes les dimensions sont exprimées en mm
Español leyenda
A Ø12 Agujero para montaje
B Visor
C Display de Controlador
D Salida Aire
E Entrada Aire
F Puerto Succion
G Puerto Liquido
Cables eléctricos
Nota: todas las dimensiones están en mm
Italiano leggenda
A Foro di montaggio Ø12
B Spia liquido
C Display del regolatore
D ngresso aria
E Uscita aria
F Porta di aspirazione
G Porta liquido
Cavi elettrici
Nota: tutte le dimensioni sono espresse in mm
Svenska Legend
A Ø12 Monteringshål
B Synglas
C Regleringsdisplay
D Luftinlopp
E Luftutlopp
F Sugport
G tskeport
Elkablar
OBS! alla mått anges i mm
Português Lenda
A Orifício de Ø12 para montagem
B Visor de líquido
C Ecrã do controlador
D Entrada de ar
E Saída de ar
F Porta de aspiração
G Porta de líquidos
Cabos elétricos
Nota: todas as dimensões são apresentadas em mm
Nederlands Legende
A Ø12 Opening voor de bevestiging van
B regelaardisplay van
C kijkglas
D Luchtinlaat
E Luchtuitlaat
F zuigpoort
G vloeistofpoort
Elektrische kabels
Opmerking: alle afmetingen zijn in mm
Suomi Legenda
A Ø12 Kiinnitysreikä
B Nestelasi
C Säätimen näyttö
D Ilma sisään
E Ilma ulos
F Imuliitäntä
G Nesteliitäntä
Sähkökaapelit
Huomaa: kaikki mitat ovat millimetrejä
Eλληνικά θρύλος
A Οπή για στερέωση Ø12
B Υαλοδείκτη
C Οθόνη ελεγκτή
D Eίσοδο αέρα
E Έξοδο αέρα
F Θύρα αναρρόφηση
G Θύρα υγρού
Ηλεκτρικά καλώδια
Σηείωση: όλε οι διαστάσει είναι σε mm
Norsk Legende
A Ø12 hull for montering
B Seglass
C Display
D Luft inn
E Luft ut
F Sugeport
G Væskeportrt
Strømkabler
OBS: alle mål er i mm
български (Bălgarski) Легенда
A    Ø12
B 
C   
D  
E  
F  
G   
 
:     mm
Română Legendă
A Oriciu Ø12 pentru montare
B Vizor
C Așaj controler
D Intrare aer
E Ieșire aer
F Port aspiraie
G Port lichid
Cabluri electrice
Notă: toate dimensiunile sunt exprimate în mm
Čeština Legenda
A Montážní otvor Ø12
B Průhledítko
C Displej regulátoru
D Přívod vzduchu
E Výstup vzduchu
F Port sání
G Port kapaliny
lektrické kabely
Poznámka: Všechny rozměry jsou uvedeny v mm
Polski Legenda
A Otwór Ø12 do montażu
B Wziernik
C Wyświetlacz sterownika
D Dopływ powietrza
E Wypływ powietrza
F Przyłącze ssawne
G Przyłącze cieczowe
Kable elektryczne
Uwaga: wszystkie wymiary podano w mm
Русский Легенда
A   Ø12
B  
C  
D  
E ы 
F    ы 
G     
Э 
.  ы ы  
Instructions
72 | AN18658643414601-000901
© Danfoss | DCS (CC) | 2019.01
Italiano leggenda
A1: Regolatore Optyma
Plus
A2 : Filtro EMI
B1: Trasduttore pressione di
condensazione
B2: Trasduttore pressione di aspirazione
B3: Pressostato alta pressione
(OFF = 31bar(g), ON = 24bar(g))
B4: Pressostato bassa pressione
(OFF = -0,3bar(g), ON = 0,5bar(g))
C1: Condensatore di avviamento
(compressore)
C2: Condensatore di marcia (compressore)
C3: Condensatore di marcia (ventola 1)
C4: Condensatore di marcia (ventola 2)
F1: Fusibile (circuito di controllo)
F2,F3: Motoprotettore
K1: Relè avviamento
K2: Contattore
M1: Compressore
M2: Motore ventola 1
M3: Motore ventola 2
Q1: Interruttore principale
R1: Temp. ambiente Sensore
R2: Temp. scarico Sensore
R3: Temp. aspirazione Sensore
R4,R5: Temp. ausiliaria Sensore
(opzionale)
R6: Resistenza carter
R7 : Resistore NTC
S1: Termostato ambiente (opzionale)
X1: Terminale
Supply :Alimentazione
Fan : Ventola
Alarm : Allarme
Comp. : Compressore
CCH : Resistenza carter
Aux : Ausiliario
Español leyenda
A1: Controlador Optyma
Plus
A2 : Filtro EMI
B1: Transductor de presión de
condensación
B2: Transductor de presión de aspiración
B3: Presostato de alta presión
(OFF = 31bar(g), ON = 24bar(g))
B4: Presostato de baja presión
(OFF = -0,3bar(g), ON = 0,5bar(g))
C1:
Condensador de arranque (compresor)
C2: Condensador de funcionamiento
(compresor)
C3: Condensador de funcionamiento
(ventilador 1)
C4: Condensador de funcionamiento
(ventilador 2)
F1: Fusible (circuito de control)
F2,F3: Protector del motor
K1: Relé de arranque
K2: Contactor
M1: Compresor
M2: Motor del ventilador 1
M3: Motor del ventilador 2
Q1: Interruptor principal
R1: Sensor de temperatura ambiente
R2: Sensor de temperatura dedescarga
R3: Sensor de temperatura de aspiración
R4,R5: Sensor de temperatura auxiliar
(opcional)
R6: Resistencia del cárter
R7 : Resistencia NTC
S1: Termostato ambiente (opcional)
X1: Terminal
Supply: Alimentación
Fan: Ventilador
Alarm: Alarma
Comp.: Compresor
CCH: Resistencia del cárter
Aux: Auxiliar
Svenska Legend
A1: Optyma
Plus regulator
A2 : EMI-lter
B1: Kondensortrycksgivare
B2: Sugtrycksgivare
B3: Högtrycksbrytare (OFF = 31bar(g),
ON = 24bar(g))
B4: Lågtrycksbrytare (OFF = -0,3bar(g),
ON = 0,5bar(g))
C1: Startkondensator (kompressor)
C2: Driftkondensator (kompressor)
C3: Driftkondensator (äkt 1)
C4: Driftkondensator (äkt 2)
F1: Säkring (styrkrets)
F2,F3: Motorskydd
K1: Startrelä
K2: Kontaktor
M1: Kompressor
M2: Fläktmotor 1
M3: Fläktmotor 2
Q1: Huvudbrytare
R1: Omgivningstemp. sensor
R2: Tryckrörstemp. sensor
R3: Sugtemp. sensor
R4,R5: Extra temp. sensor (tillval)
R6: Vevhusvärmare
R7 : NTC-resistor
S1: Rumstermostat (tillval)
S2 : Dörrgränsbrytare
X1 : Terminal
Supply : Matning
Fan : Fläkt
Alarm : Larm
Comp. : Kompressor
CCH : Vevhusvärmare
Aux : Extrautrustning
Português Lenda
A1 : Controlador Optyma
Plus
A2 : Filtro EMI
B1 : Transdutor da pressão de conden-
sação
B2 : Transdutor da pressão de aspiração
B3 : Pressóstato de alta pressão
(OFF = 31bar(g), ON = 24bar(g))
B4 : Pressóstato de baixa pressão
(OFF = -0,3bar(g), ON = 0,5bar(g))
C1 : Condensador de arranque
(Compressor)
C2 : Condensador de trabalho
(Compressor)
C3 : Condensador de trabalho (Ventilador 1)
C4 : Condensador de trabalho (Ventilador 2)
F1 : Fusível (Circuito de controlo)
F2,F3 : Protetor do motor
K1 : Relé de arranque
K2 : Contactor
M1 : Compressor
M2 : Motor do ventilador 1
M3 : Motor do ventilador 2
Q1 : Interruptor principal
R1 : Sensor da temperatura ambiente
R2 : Sensor da temperatura de descarga
R3 :
Sensor da temperatura de aspiração
R
4,R5 : Sensor de temperature, auxiliar
(opcional)
R6 : Resistência de cárter
R7 : Resistência NTC
S1 : Termóstato ambiente (opcional)
S2 : Fim de curso da porta
X1 : Terminal
Supply : Alimentação
Fan : Ventilador
Alarm : Alarme
Comp. : Compressor
CCH : Resistência de cárter
Aux : Auxiliar
Nederlands Legende
A1: Optyma
Plus-controller
A2: EMI lter
B1: Druktransmitter condensordruk
B2: Druktransmitter zuigdruk
B3: Hogedrukschakelaar (OFF = 31bar(g),
ON = 24bar(g))
B4: Lagedrukschakelaar (OFF = -0,3bar(g),
ON = 0,5bar(g))
C1: Startcondensator (compressor)
C2: Bedrijfscondensator (compressor)
C3: Bedrijfscondensator(ventilator 1)
C4: Bedrijfscondensator (ventilator 2)
F1: Zekering (stuurkring)
F2,F3: Motorbeveiliging
K1: Startrelais
K2: Schakelaar
M1: Compressor
M2: Ventilatormotor 1
M3: Ventilatormotor 2
Q1: Hoofdschakelaar
R1: Sensor omgevingstemperatuur
R2: Voeler persgastemperatuur
R3: Voeler zuiggastemperatuur
R4,R5: Hulptemperatuursensor (optio-
neel)
R6: Carterverwarming
R7 : NTC-weerstand
S1: Thermostaat (contact)
X1: Aansluiting
Supply : Voeding
Fan :Ventilator
Alarm: alarm
Comp. : Compressor
CCH: Carterverwarming
Aux: Hulp
Suomi Legenda
A1: Optyma
Plus -säädin
A2: EMI suodatin
B1: Lauhtumispaineen painelähetin
B2: Imupaineen painelähetin
B3: Korkeapainekytkin (OFF = 31bar(g),
ON = 24bar(g))
B4: Matalapainekytkin (OFF = -0,3bar(g),
ON = 0,5bar(g))
C1:
Käynnistyskondensaattori (kompressori)
C2: Käyntikondensaattori (kompressori)
C3:
Käyntikondensaattori (puhallin 1)
C4:
Käyntikondensaattori (puhallin 2)
F1: Sulake (säätöpiiri)
F2,F3: Moottorinsuoja
K1: Käynnistysrele
K2: Kontaktori
M1: Kompressori
M2: Puhaltimen moottori 1
M3: Puhaltimen moottori 2
Q1: Pääkytkin
R1: Ympäristön lämpötila-anturi
R2: Kuumakaasun lämpötila-anturi
R3: Imukaasun lämpötila-anturi
R4,R5: Ylim. lämpötila-anturi (lisävaruste)
R6: Kampikammion lämmitin
R7 : NTC-vastus
S1:
Huonetermostaatti (lisävaruste)
X1: Liitin
Supply: Syöttö
Fan: Puhallin
Alarm: Hälytys
Comp. : Kompressori
CCH: Kampikammion lämmitin
Aux: Aux
Instructions
AN18658643414601-000901 | 77
© Danfoss | DCS (CC) | 2019.01

Documenttranscriptie

Instructies Optyma™ Plus OP-LPQM, OP-MPYM, OP-MPXM, OP-MPGM, OP-MPBM Typeskilt B OP-MPXM034MLP00G 114X4261 C Application MBP D Refrigerant E M.W.P. HP M.W.P. LP (1) R404A R507 R448A/R449A R407A/R407F/R452A (1) 28 bar (1) 7 bar F Voltage 230 V ~ 1N ~ 50Hz LRA OIL INSIDE 60 A POE 46 Serial No. 123456CG2816 EAN No. xxxxxxxxxxxxxx G Q W MADE IN INDIA Y IP 54 (2) R134a R513A (2) 23 bar (2) 5 bar De koelgroep mag uitsluitend worden gebruikt waarvoor hij is ontworpen en binnen het toepassingsbereik. Z R De voorwaarden van EN378 (of van andere toepasselijke lokale veiligheidsvoorschriften) moeten onder alle omstandigheden worden nageleefd. De koelgroep wordt geleverd met stikstofgas onder druk (1 bar) en mag daarom niet meteen worden aangesloten; raadpleeg het deel "Installatie" voor meer informatie. X MCC 19 A 118UXXXXXX A Danfoss A/S, 6430 Nordborg, Denmark A: Model B: Codenummer C: Toepassing, Beschermingsgraad D: Koelmiddel E: Beschermingsgraad F: Voedingsspanning, stroom bij geblokkeerde motor, maximaal stroomverbruik G: Serienummer en streepjescode Afbeelding 1: Minimale plaatsingsafstand Q: Luchtaanvoer R: Luchtafvoer W X Y Z [mm] [mm] [mm] [mm] Apparaat Behuizing 1 (Codenummer 114X31-- of 114X41--) Behuizing 2 (Codenummer 114X32-- of 114X42--) Behuizing 3 (Codenummer 114X33-- of 114X43--) Behuizing 4 (Codenummer 114X34-- of 114X44--) V Ga steeds voorzichtig om met de koelgroep in verticale positie (maximale uitwijking van de verticale positie: 15°) 250 550 456 456 250 650 530 530 250 760 581 581 250 900 700 700 Installatie en onderhoud van de koelgroepen mag alleen worden uitgevoerd door deskundig personeel. Volg deze instructies en erkende koelpraktijken met betrekking tot de installatie, de ingebruikname, het onderhoud en de bediening. T U U Afbeelding 3: Elektronisch controllerscherm Compressor ingeschakeld Carterverwarming aan Ventilator draait V Afbeelding 2: Gestapelde montage Afbeelding 4: Normale bekabeling 34 | AN18658643414601-000901 T: Montagebeugels voor gestapelde montage (niet bijgeleverd) U: M8-bouten voor gestapelde montage (bijgeleverd) V: Montagebouten (niet bijgeleverd) Temperatuurwaarde voor de zuigdruk. Druk op de onderste knop om over te schakelen naar de temperatuurwaarde voor de condensatiedruk. Afbeelding 5: Tijdelijke bekabeling © Danfoss | DCS (CC) | 2019.01 Instructies 1 – Inleiding Deze instructies zijn van toepassing op de Optyma™ Plus-koelgroepen OP-LPHM, OP-MPYM, OP-MPXM, OP-MPGM, OP-MPQM, OP-LPQM en OP-MPBM die gebruikt worden voor koelsystemen. U vindt er de nodige informatie over de veiligheid en het correct gebruik van dit product. • Gebruik schone en droge systeemonderdelen. • De zuigleiding die wordt aangesloten op de compressor moet flexibel zijn in 3 richtingen om trillingen te dempen. De leidingen moeten bovendien worden geïnstalleerd zodat de olie goed terugkeert naar de compressor en het risico op vloeistofslag in de compressor geëlimineerd wordt. De koelgroep bevat de volgende onderdelen: • Warmtewisselaar met microkanalen • Zuiger- of scrollcompressor • Vloeistofvat met afsluiter • Kogelafsluiters • Kijkglas • Hoge- en lagedrukschakelaars • Vervangbare filterdroger • Elektronische controller • Hoofdstroomonderbreker (hoofdschakelaar met overbelastingsbeveiliging) • Ventilator- en compressorcondensatoren • Compressorschakelaar • Stevige weerbestendige behuizing 4 – Installatie • De installatie waarin de koelgroep geplaatst wordt, moet beantwoorden aan de Richtlijn drukapparatuur (PED) nr. 97/23/EG. • Wij raden u aan het apparaat op rubberen voetjes of trillingsdempers te plaatsen (niet bijgeleverd). • Het is mogelijk om apparaten op elkaar te stapelen. 2 – Hanteren en opbergen • Wij raden u aan de verpakking pas te openen als het apparaat zich in de ruimte bevindt waar u het wilt installeren. • Ga voorzichtig om met het apparaat. Door de verpakking is het mogelijk om een vorkheftruck of palletwagen te gebruiken. Gebruik geschikte en veilige hefapparatuur. • Bewaar en transporteer het apparaat rechtopstaand. • Bewaar het apparaat tussen -35°C en 50°C. • Stel de verpakking niet bloot aan regen of een bijtende omgeving. • Controleer na het uitpakken of het apparaat volledig en onbeschadigd is. 3 – Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Gebruik het apparaat nooit in een ontvlambare atmosfeer. Plaats het apparaat zodat het geen wandelzones, deuren, ramen en dergelijke blokeert of hindert. • Zorg voor voldoende ruimte rond het apparaat voor luchtcirculatie en om deuren te kunnen openen. Zie afbeelding 1 voor de minimale afstanden tussen het apparaat en een muur. • Vermijd installatie van het apparaat op een locatie waar het dagelijks langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht. • Vermijd installatie van het apparaat in corrosieve en stoffige omgevingen. • Zorg voor een vlakke ondergrond (helling van minder dan 3°) die sterk en stabiel genoeg is om het gewicht van het apparaat te dragen en trillingen en storingen te elimineren. • De omgevingstemperatuur rond het apparaat mag nooit meer dan 50°C bedragen tijdens de uit-cyclus. •  Zorg ervoor dat de voeding overeenkomt met de eigenschappen van het apparaat (zie naamplaatje). • Gebruik bij de installatie van apparatuur voor HFC-koelmiddelen uitsluitend apparatuur die geschikt is voor HFC-koelmiddelen en die nog nooit werd gebruikt voor CFC- of HCFC-koelmiddelen. •  Gebruik schone en droge koperbuizen en soldeermateriaal van zilverlegering geschikt voor gebruik in koelsystemen. © Danfoss | DCS (CC) | 2019.01 Apparaat Maximale stapel Behuizing 1 (Codenummer 114X31-- of 114X41--) 3 Behuizing 2 (Codenummer 114X32-- of 114X42--) 2 Behuizing 3 (Codenummer 114X33-- of 114X43--) 2 Behuizing 4 (Codenummer 114X34-- of 114X44--) 2 • Bij het stapelen moeten het bovenste apparaat aan de muur worden bevestigd (zie afbeelding 2). • Laat langzaam de beschermende stikstofvulling vrij via het schraderventiel. • Sluit het apparaat zo snel mogelijk aan op het systeem om vervuiling van de olie door vocht in de lucht te voorkomen. • Zorg er bij het snijden van de buizen voor dat er geen materiaal in het systeem terechtkomt. Boor nooit gaten op plaatsen waar de bramen niet kunnen worden verwijderd. • Soldeer voorzichtig door gebruik te maken van de modernste technieken en ventileer de leiding met stikstofgas. • Sluit de vereiste veiligheids- en controleapparaten aan. Als hiervoor het schraderventiel wordt gebruikt, verwijdert u de interne klep. • Wij raden u aan de zuigleiding te isoleren met isolatiemateriaal van 19 mm dik tot aan de compressoringang. 5 – Lekdetectie Zet het circuit nooit onder druk met zuurstof of droge lucht. Dat kan brand of een ontploffing veroorzaken. • Gebruik geen kleurstof voor lekdetectie • Voer een lekdetectietest uit op het volledige systeem • De maximale testdruk bedraagt 31*) bar. • Als er een lek wordt ontdekt, moet dat lek worden hersteld en moet de lekdetectie worden herhaald. *) 25 bar for OP-.......AJ-.... & OP-.......FH-.... modeller 6 – Vacuümdroging • Gebruik de compressor nooit om het systeem leeg te maken. • Sluit een vacuümpomp aan op zowel de LP- als de HP-zijde. • Laat de druk van het systeem zakken tot een vacuüm van 500 µm Hg (0,67 mbar) absoluut. • Gebruik geen megger en zet de compressor niet onder stroom terwijl deze vacuüm is aangezien dat interne schade kan veroorzaken. 7 – Elektrische aansluitingen • Schakel de hoofdvoeding uit en koppel deze volledig los. • Zorg ervoor dat de voeding niet kan ingeschakeld worden tijdens de installatie. • Alle elektrische onderdelen moeten worden gekozen op basis van de lokale normen en apparaatvereisten. • Raadpleeg het bedradingsschema voor meer informatie over de elektrische aansluitingen. • Zorg ervoor dat de voeding afgestemd is op de eigenschappen van het apparaat en dat de voeding stabiel is (nominaal voltage ±10 % en nominale frequentie ±2,5 Hz) • Kies voor de geschikte voedingskabels op basis van de apparaatgegevens voor het voltage en de stroom. • Beveilig de voeding en zorg voor een correcte aarding. • Zorg ervoor dat de voeding afgestemd is op de lokale normen en wettelijke vereisten. • De eenheid is uitgerust met een elektronische regelaar. Raadpleeg de handleiding RS8GDxxx voor meer informatie. • Het apparaat is uitgerust met een hoofdschakelaar met overbelastingsbeveiliging. De overbelastingsbeveiliging is standaard ingeschakeld. Wij raden u echter aan deze waarde te controleren vooraleer u het apparaat in gebruik neemt. U vindt de waarde voor de overbelastingsbeveiliging terug op het bedradingsschema op het voorpaneel van het apparaat. • Het apparaat is uitgerust met hoge- en lagedrukschakelaars, die in geval van activering de voeding naar de compressor onmiddellijk afsluit. De parameters voor hoge- en lagedrukonderbrekingen zijn voorgeprogrammeerd in de controller en zijn aangepast aan de compressor die in het apparaat is geïnstalleerd. Voor apparaten met een driefasige scrollcompressor (OP-MPXMxxxxxxxxE) moet een correcte fasesequentie voor de draairichting van de compressor in acht genomen worden. • Bepaal de fasesequentie met behulp van een fasemeter om de fasevolgorde van de lijnfases L1, L2 en L3 te bekomen. • Verbind lijnfases L1, L2 en L3 respectievelijk met hoofdschakelaaraansluitingen T1, T2 en T3. 8 – Het systeem vullen • Start de compressor nooit terwijl deze vacuüm is. Laat de compressor uitgeschakeld. • Gebruik uitsluitend het koelmiddel waarvoor het apparaat is bestemd. • Vul koelmiddel in vloeibare fase in de condensor- of vloeistofopening. Zorg voor een trage vulling van het systeem tot 4-5 bar voor R404A/R448A/R449A/R407A/R407F/R452A en tot ong. 2 bar voor R134a, R513A. • De resterende vulling wordt uitgevoerd tot de installatie een stabiel nominaal niveau heeft bereikt tijdens de werking. • Laat de vulcilinder nooit aangesloten op het circuit. 9 – De elektronische controller instellen • Het apparaat is uitgerust met een elektronische controller die voorgeprogrammeerd is met parameters die geschikt zijn voor gebruik met het apparaat. Raadpleeg de handleiding RS8GDXXX voor meer informatie. •  Het scherm van de elektronische controller toont standaard de temperatuurwaarde voor AN18658643414601-000901 | 35 Instructies de aanzuigdruk in °C. Druk op de onderste knop (afbeelding 3) om de temperatuurwaarde voor de condensatiedruk weer te geven. De elektronische regelaar is in de fabriek ingesteld voor R404A of R449A of R452A of R134a, afhankelijk van het model van de gemonteerde compressor en toepassing (zie de bijlage in de installatiehandleiding van de Optyma Controller). Als een ander koelmiddel wordt gebruikt, moet de koelmiddelinstelling worden gewijzigd. Parameter r12 moet eerst worden ingesteld op 0 (hoofdschakelaar software = uit). • Hou de bovenste knop enkele seconden ingedrukt. De kolom met parametercodes verschijnt. • Druk op de bovenste of onderste knop om parametercode o30 te zoeken. • Druk op de middelste knop tot de waarde voor deze parameter wordt weergegeven. • Druk op de bovenste of onderste knop om de nieuwe waarde te selecteren: 2 = R22, 3 = R134a, 13 = R513A, 17 = R507, 19 = R404A, 20 = R407C, 21 = R407A, 37 = R407F, 40 = R448A, 41 = R449A, 42 = R452A. • Druk op de middelste knop om de geselecteerde waarde te bevestigen. 10 – Controle voor ingebruikname Gebruik veiligheidsapparatuur zoals een drukschakelaar en een mechanische veiligheidsklep in overeenstemming met de algemene en plaatselijke voorschriften en veiligheidsnormen. Zorg ervoor dat deze apparatuur actief is en correct is ingesteld. Controleer of de instellingen van hogedrukschakelaars en veiligheidskleppen niet hoger zijn dan de maximale werkdruk van de systeemonderdelen. •  Controleer of alle elektrische verbindingen correct zijn doorgevoerd en voldoen aan de plaatselijke regelgeving. • Als er een carterverwarming moet worden gebruikt, moet de eenheid minstens 12 uur voor de eerste opstart of opstart na langdurige stilstand onder stroom worden gezet voor carterverwarmingen met riem. • Het apparaat is uitgerust met een hoofdschakelaar met overbelastingsbeveiliging. De overbelastingsbeveiliging is standaard ingeschakeld. Wij raden u echter aan deze waarde te controleren vooraleer u het apparaat in gebruik neemt. U vindt de waarde voor de overbelastingsbeveiliging terug op het bekabelingsschema op het voorpaneel van het apparaat. 11 – Opstarten •  Start het apparaat nooit wanneer er geen koelmiddel is gevuld. • Alle kleppen moeten in de open positie staan. • Het Rotalock-ventiel op het vloeistofvat moet 1 volledige slag in de close-richting worden gedraaid om de juiste condensatiedruk voor de druktransmitter te krijgen. • Zorg ervoor dat het apparaat en de voeding op elkaar afgestemd zijn. • Controleert of de carterverwarming werkt. • Controleer of de ventilator ongehinderd kan draaien. • Controleer of de beschermingsfolie is verwijderd van de achterzijde van de condensor. • Breng de HP/LP-druk in evenwicht. • Bij het aanzetten van het apparaat moet deze 36 | AN18658643414601-000901 meteen starten. Als de compressor niet start, controleer dan de bedrading en de spanning op de aansluitingen. • Een eventuele omgekeerde draairichting van een driefasige compressor kan worden gedetecteerd aan de hand van de volgende kenmerken: de druk in de compressor neemt niet toe, de compressor maakt abnormaal veel lawaai en de compressor verbruikt abnormaal weinig energie. Schakel in dat geval het apparaat onmiddellijk uit en sluit de fases aan op de correcte aansluitingen. • Als de draairichting correct is, geeft de lagedrukaanduiding op de controller (of de lagedrukmeter) een afnemende druk weer en geeft de hogedrukaanduiding (of de hogedrukmeter) een toenemende druk weer. 12 – Controleren met het apparaat ingeschakeld • Controleer de draairichting van de ventilator. De lucht moet via de condensor naar de ventilator stromen. • Controleer het stroomverbruik en voltage. • Controleer op oververhitting van de afzuiging om het risico op vloeistofslag te verminderen. • Als er een kijkglas voorzien is, bekijk dan het olieniveau aan het begin en tijdens de werking om te controleren of het olieniveau zichtbaar blijft. • Respecteer de werkingslimieten. • Controleer alle buizen op abnormale trillingen. Bewegingen van meer dan 1,5 mm moeten worden gecorrigeerd, bijvoorbeeld met leidingbeugels. • Voeg indien nodig extra koelmiddel toe in vloeibare toestand aan de lagedrukzijde, zo ver mogelijk van de compressor verwijderd. De compressor moet draaien tijdens dit proces. • Overlaad het systeem niet. • Følg de lokale bestemmelser for aftapning af kølemidler fra enhed. • Laat nooit koelmiddel ontsnappen in de atmosfeer. • Voer een algemene inspectie uit van de installatie voordat u de locatie verlaat en controleer op netheid, lawaai en lekken. • Noteer het type en de hoeveelheid koelmiddel en ook de werkomstandigheden als referentie voor toekomstige inspecties. 13 – Noodwerking zonder controller Als de controller het begeeft, kunt u de koelgroep blijven gebruiken als u de standaardbedrading voor de controller (afbeelding 4) wijzigt naar een tijdelijke bedrading (afbeelding 5), zoals hieronder wordt weergegeven. Deze aanpassing mag alleen door bevoegde elektriciens worden uitgevoerd. Houd rekening met de geldende wetgeving. Koppel de voeding van de koelgroep los (zet de hoofdschakelaar van de hardware uit). • Contact met de kamerthermostaat moet mogelijk zijn om over te schakelen naar 250 Vac. • Koppel kabel 22 (veiligheidsingang DI3) en kabel 24 (kamerthermostaat DI1) los en breng deze samen met een geïsoleerde aansluitingsbrug van 250 Vac 10 mm². •  Verwijder kabel 25 (kamerthermostaat DI1) en kabel 11 (compressorvoeding) en breng ze samen met een geïsoleerde aansluitbrug van 250 V AC, 10 mm². • Koppel kabel 6 los en sluit hem aan op de aansluitbrug voor kabels 11 en 25. Er kan een ventilatordrukschakelaar of een toerenregelaar voor de ventilator in serie worden aangeslo- ten op kabel 6. • Koppel kabel 14 los (carterverwarming) en verbind hem met de compressorschakelaar op aansluiting 22. • Koppel kabel 12 los (voeding van de carterverwarming), verleng deze kabel door middel van een aansluitbrug van 250 V AC, 1,0 mm² en een bruine kabel van 1,0 mm² en verbind hem met de compressorschakelaar op aansluiting 21 • Verwijder het grote aansluitingsblok van de controlleraansluitingen 10 tot 19. • Schakel de voeding van de koelgroep in (zet de hoofdschakelaar van de hardware aan). 14 – Onderhoud Schakel de eenheid altijd uit met de hoofdschakelaar voordat u de ventilatordeur (s) opent. De interne druk en oppervlaktetemperatuur zijn gevaarlijk en kunnen permanente letsels veroorzaken. Onderhoudstechnici en installateurs moeten over de juiste vaardigheden en het juiste materiaal beschikken. De leidingtemperatuur kan meer dan 100°C bedragen en ernstige brandwonden veroorzaken. Zorg voor periodieke onderhoudsinspecties om de betrouwbaarheid van het systeem te garanderen en te voldoen aan de plaatselijke voorschriften. Om systeemgerelateerde problemen te voorkomen, wordt het volgende periodieke onderhoud aanbevolen: • Controleren of veiligheidsapparaten werken en correct zijn ingesteld. • Het systeem controleren op lekken. • Het stroomverbruik van de compressor controleren. •  Controleren of het systeem werkt op een manier die vergelijkbaar is met vorige onderhoudsverslagen en de omgevingsomstandigheden. • Controleren of alle elektrische aansluitingen goed zijn bevestigd. • Het apparaat schoon houden en controleren of er geen roest en oxidatie aanwezig is op de onderdelen van het apparaat, de buizen en de elektrische verbindingen. De condensor moet minstens één keer per jaar gecontroleerd worden op verstoppingen en moet indien nodig gereinigd worden. U krijgt toegang tot de binnenkant van de condensor door de ventilatordeur te openen. De warmtewisselaars met microkanalen raken eerder aan de buitenzijde bestoft, waardoor deze gemakkelijker te reinigen zijn dan warmtewisselaars met vinnen. • Schakel de eenheid uit met de hoofdschakelaar voordat u de ventilatordeur opent. • Verwijder stof, bladeren en ander vuil met een stofzuiger waaraan een borstel of een andere zacht opzetstuk bevestigd is. U kunt ook langs de binnenzijde perslucht door de spoelen blazen en deze schoonvegen met een zachte borstel. Gebruik hiervoor geen draadborstel. Zorg ervoor dat u niet tegen de spoel stoot met de buis van de stofzuiger of de mond van de luchtblazer. • Voor u de ventilatordeur sluit, draait u de ventilator naar de positie die weergegeven wordt © Danfoss | DCS (CC) | 2019.01 Instructies in afbeelding 6 om te vermijden dat de deur tegen de ventilator stoot. Als het koelsysteem geopend werd, moet het worden gespoeld met droge lucht of stikstof om vocht te verwijderen, en moet er een nieuwe filterdroger worden geïnstalleerd. Als het koelmiddel afgelaten moet worden, dient dit te gebeuren zodat er geen koelmiddel kan ontsnappen. 15 – Overensstemmelseserklæring • Trykregulativet (Pressure Equipment Directive) 2014/68/EU EN 378-2:2016 - Kølesystemer og varmepumper – Sikkerheds- og miljømæssige krav - Del 2: Design, konstruktion, tests, mærkning og dokumentation Lavspændingsdirektivet 2014/35/EU EN 603351:2012 + A11:2014- Elektriske apparater til husholdningsbrug o.l. – Sikkerhed – Del 1: Generelle krav for alle ovennævnte kondenseringsaggregater © Danfoss | DCS (CC) | 2019.01 Ecodesign-DIREKTIV 2009/125/EF om rammerne for fastlæggelse af krav til miljøvenligt design af energirelaterede produkter. KOMMISSIONENS FORORDNING (EU) 2015/1095 om gennemførelse af Europa-Parlamentets og Rådets direktiv 2009/125/EF for så vidt angår krav til miljøvenligt design for professionelle lagerkøleskabe/lagerfryseskabe, blæstkølere/frysere, kondenseringsaggregater og væskekølere til proceskøling. • Kondenseringsaggregatmålinger er udført i henhold til standarden EN 13771-2:2007 – Kompressorer og kondenserende enheder til køling – Ydeevneprøvning og prøvningsmetoder – Del 2: Condensing units 16 - Waarborg Vermeld altijd het modelnummer en serienummer bij het indienen van een claim over dit product. De productwaarborg kan in de volgende gevallen vervallen: • Afwezigheid van het naamplaatje • Externe wijzingen; in het bijzonder, boren, lassen, gebroken steunvoet en schokmarkeringen • Compressor werd geopend of onverzegeld teruggestuurd • Roest, water of lekdetectiekleurstof in de compressor • Gebruik van een koelmiddel of smeermiddel dat niet door Danfoss is goedgekeurd. • Afwijkingen van de aanbevolen installatie-, bedienings- of onderhoudsinstructies • Gebruik voor mobiele toepassingen • Gebruik in een omgeving met een explosieve atmosfeer • Geen modelnummer of serienummer vermeld op de waarborgclaim 17 – Verwijdering Danfoss raadt aan koelgroepen en olie te recycleren in en door een erkend bedrijf. AN18658643414601-000901 | 37 Instructions Français Légende A Trou de montage ø 12 B Voyant C Affichage du régulateur D Entrée de l’air E Sortie de l’air F Port d'aspiration G Port de liquide Câbles électriques Remarque : toutes les dimensions sont exprimées en mm Español leyenda A Ø12 Agujero para montaje B Visor C Display de Controlador D Salida Aire E Entrada Aire F Puerto Succion G Puerto Liquido Cables eléctricos Nota: todas las dimensiones están en mm Italiano leggenda A Foro di montaggio Ø12 B Spia liquido C Display del regolatore D ngresso aria E Uscita aria F Porta di aspirazione G Porta liquido Cavi elettrici Nota: tutte le dimensioni sono espresse in mm Svenska Legend A Ø 12 Monteringshål B Synglas C Regleringsdisplay D Luftinlopp E Luftutlopp F Sugport G Vätskeport Elkablar OBS! alla mått anges i mm Português Lenda A Orifício de Ø12 para montagem B Visor de líquido C Ecrã do controlador D Entrada de ar E Saída de ar F Porta de aspiração G Porta de líquidos Cabos elétricos Nota: todas as dimensões são apresentadas em mm Nederlands Legende A Ø12 Opening voor de bevestiging van B regelaardisplay van C kijkglas D Luchtinlaat E Luchtuitlaat F zuigpoort G vloeistofpoort Elektrische kabels Opmerking: alle afmetingen zijn in mm Suomi Legenda A Ø12 Kiinnitysreikä B Nestelasi C Säätimen näyttö D Ilma sisään E Ilma ulos F Imuliitäntä G Nesteliitäntä Sähkökaapelit Huomaa: kaikki mitat ovat millimetrejä Eλληνικά θρύλος A Οπή για στερέωση Ø12 B Υαλοδείκτης C Οθόνη ελεγκτή D Eίσοδος αέρα E Έξοδος αέρα F Θύρα αναρρόφησης G Θύρα υγρού Ηλεκτρικά καλώδια Σημείωση: όλες οι διαστάσεις είναι σε mm Norsk Legende A Ø12 hull for montering B Seglass C Display D Luft inn E Luft ut F Sugeport G Væskeportrt Strømkabler OBS: alle mål er i mm български (Bălgarski) Легенда A Отвор за монтаж Ø12 B Визьор C Дисплей на контролера D въздушен вход E Въздушен изход F Смукателен порт G Порт за течност Електрически кабели Забележка: всички размери са в mm Română Legendă A Orificiu Ø12 pentru montare B Vizor C Afișaj controler D Intrare aer E Ieșire aer F Port aspirație G Port lichid Cabluri electrice Notă: toate dimensiunile sunt exprimate în mm Čeština Legenda A Montážní otvor Ø12 B Průhledítko C Displej regulátoru D Přívod vzduchu E Výstup vzduchu F Port sání G Port kapaliny lektrické kabely Poznámka: Všechny rozměry jsou uvedeny v mm Polski Legenda A Otwór Ø12 do montażu B Wziernik C Wyświetlacz sterownika D Dopływ powietrza E Wypływ powietrza F Przyłącze ssawne G Przyłącze cieczowe Kable elektryczne Uwaga: wszystkie wymiary podano w mm Русский Легенда A Монтажное отверстие Ø12 B Смотровое стекло C Дисплей контроллера D Вход воздуха E Выход воздуха F Порт для подключения всасывающего трубопровода G Порт для подключения жидкостного трубопровода Электрические кабели Примечание. Все размеры приведены в мм 72 | AN18658643414601-000901 © Danfoss | DCS (CC) | 2019.01 Instructions Español leyenda A1: Controlador Optyma™ Plus A2 : Filtro EMI B1: Transductor de presión de condensación B2: Transductor de presión de aspiración B3: Presostato de alta presión (OFF = 31bar(g), ON = 24bar(g)) B4: Presostato de baja presión (OFF = -0,3bar(g), ON = 0,5bar(g)) C1: Condensador de arranque (compresor) C2: Condensador de funcionamiento (compresor) C3: Condensador de funcionamiento (ventilador 1) C4: Condensador de funcionamiento (ventilador 2) F1: Fusible (circuito de control) F2,F3: Protector del motor K1: Relé de arranque K2: Contactor M1: Compresor M2: Motor del ventilador 1 M3: Motor del ventilador 2 Q1: Interruptor principal R1: Sensor de temperatura ambiente R2: Sensor de temperatura dedescarga R3: Sensor de temperatura de aspiración R4,R5: Sensor de temperatura auxiliar (opcional) R6: Resistencia del cárter R7 : Resistencia NTC S1: Termostato ambiente (opcional) X1: Terminal Supply: Alimentación Fan: Ventilador Alarm: Alarma Comp.: Compresor CCH: Resistencia del cárter Aux: Auxiliar Italiano leggenda A1: Regolatore Optyma™ Plus A2 : Filtro EMI B1: Trasduttore pressione di condensazione B2: Trasduttore pressione di aspirazione B3: Pressostato alta pressione (OFF = 31bar(g), ON = 24bar(g)) B4: Pressostato bassa pressione (OFF = -0,3bar(g), ON = 0,5bar(g)) C1: Condensatore di avviamento (compressore) C2: Condensatore di marcia (compressore) C3: Condensatore di marcia (ventola 1) C4: Condensatore di marcia (ventola 2) F1: Fusibile (circuito di controllo) F2,F3: Motoprotettore K1: Relè avviamento K2: Contattore M1: Compressore M2: Motore ventola 1 M3: Motore ventola 2 Q1: Interruttore principale R1: Temp. ambiente Sensore R2: Temp. scarico Sensore R3: Temp. aspirazione Sensore R4,R5: Temp. ausiliaria Sensore (opzionale) R6: Resistenza carter R7 : Resistore NTC S1: Termostato ambiente (opzionale) X1: Terminale Supply :Alimentazione Fan : Ventola Alarm : Allarme Comp. : Compressore CCH : Resistenza carter Aux : Ausiliario Svenska Legend A1: Optyma™ Plus regulator A2 : EMI-filter B1: Kondensortrycksgivare B2: Sugtrycksgivare B3: Högtrycksbrytare (OFF = 31bar(g), ON = 24bar(g)) B4: Lågtrycksbrytare (OFF = -0,3bar(g), ON = 0,5bar(g)) C1: Startkondensator (kompressor) C2: Driftkondensator (kompressor) C3: Driftkondensator (fläkt 1) C4: Driftkondensator (fläkt 2) F1: Säkring (styrkrets) F2,F3: Motorskydd K1: Startrelä K2: Kontaktor M1: Kompressor M2: Fläktmotor 1 M3: Fläktmotor 2 Q1: Huvudbrytare R1: Omgivningstemp. sensor R2: Tryckrörstemp. sensor R3: Sugtemp. sensor R4,R5: Extra temp. sensor (tillval) R6: Vevhusvärmare R7 : NTC-resistor S1: Rumstermostat (tillval) S2 : Dörrgränsbrytare X1 : Terminal Supply : Matning Fan : Fläkt Alarm : Larm Comp. : Kompressor CCH : Vevhusvärmare Aux : Extrautrustning Português Lenda A1 : Controlador Optyma™ Plus A2 : Filtro EMI B1 : Transdutor da pressão de condensação B2 : Transdutor da pressão de aspiração B3 : Pressóstato de alta pressão (OFF = 31bar(g), ON = 24bar(g)) B4 : Pressóstato de baixa pressão (OFF = -0,3bar(g), ON = 0,5bar(g)) C1 : Condensador de arranque (Compressor) C2 : Condensador de trabalho (Compressor) C3 : Condensador de trabalho (Ventilador 1) C4 : Condensador de trabalho (Ventilador 2) F1 : Fusível (Circuito de controlo) F2,F3 : Protetor do motor K1 : Relé de arranque K2 : Contactor M1 : Compressor M2 : Motor do ventilador 1 M3 : Motor do ventilador 2 Q1 : Interruptor principal R1 : Sensor da temperatura ambiente R2 : Sensor da temperatura de descarga R3 : Sensor da temperatura de aspiração R4,R5 : Sensor de temperature, auxiliar (opcional) R6 : Resistência de cárter R7 : Resistência NTC S1 : Termóstato ambiente (opcional) S2 : Fim de curso da porta X1 : Terminal Supply : Alimentação Fan : Ventilador Alarm : Alarme Comp. : Compressor CCH : Resistência de cárter Aux : Auxiliar Nederlands Legende A1: Optyma™ Plus-controller A2: EMI filter B1: Druktransmitter condensordruk B2: Druktransmitter zuigdruk B3: Hogedrukschakelaar (OFF = 31bar(g), ON = 24bar(g)) B4: Lagedrukschakelaar (OFF = -0,3bar(g), ON = 0,5bar(g)) C1: Startcondensator (compressor) C2: Bedrijfscondensator (compressor) C3: Bedrijfscondensator(ventilator 1) C4: Bedrijfscondensator (ventilator 2) F1: Zekering (stuurkring) F2,F3: Motorbeveiliging K1: Startrelais K2: Schakelaar M1: Compressor M2: Ventilatormotor 1 M3: Ventilatormotor 2 Q1: Hoofdschakelaar R1: Sensor omgevingstemperatuur R2: Voeler persgastemperatuur R3: Voeler zuiggastemperatuur R4,R5: Hulptemperatuursensor (optioneel) R6: Carterverwarming R7 : NTC-weerstand S1: Thermostaat (contact) X1: Aansluiting Supply : Voeding Fan :Ventilator Alarm: alarm Comp. : Compressor CCH: Carterverwarming Aux: Hulp Suomi Legenda A1: Optyma™ Plus -säädin A2: EMI suodatin B1: Lauhtumispaineen painelähetin B2: Imupaineen painelähetin B3: Korkeapainekytkin (OFF = 31bar(g), ON = 24bar(g)) B4: Matalapainekytkin (OFF = -0,3bar(g), ON = 0,5bar(g)) C1: Käynnistyskondensaattori (kompressori) C2: Käyntikondensaattori (kompressori) C3: Käyntikondensaattori (puhallin 1) C4: Käyntikondensaattori (puhallin 2) F1: Sulake (säätöpiiri) F2,F3: Moottorinsuoja K1: Käynnistysrele K2: Kontaktori M1: Kompressori M2: Puhaltimen moottori 1 M3: Puhaltimen moottori 2 Q1: Pääkytkin R1: Ympäristön lämpötila-anturi R2: Kuumakaasun lämpötila-anturi R3: Imukaasun lämpötila-anturi R4,R5: Ylim. lämpötila-anturi (lisävaruste) R6: Kampikammion lämmitin R7 : NTC-vastus S1: Huonetermostaatti (lisävaruste) X1: Liitin Supply: Syöttö Fan: Puhallin Alarm: Hälytys Comp. : Kompressori CCH: Kampikammion lämmitin Aux: Aux © Danfoss | DCS (CC) | 2019.01 AN18658643414601-000901 | 77
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Danfoss Optyma Plus CU Installatie gids

Type
Installatie gids