335 PLUNGE ROUTER ATTACHMENT

Dremel 335 PLUNGE ROUTER ATTACHMENT, 2615 0335 JA, 335 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Dremel 335 PLUNGE ROUTER ATTACHMENT de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
23
GUIDA CIRCOLARE
Fresatura di archi e cerchi
Rimuovere la guida laterale e collegare la staffa della guida 1.
circolareallebarrediguida(Fig.13).
VedereFig.13:
Punta di finituraA
Guida lateraleB
Usare la punta di finitura fornita in dotazione come perno del 2.
compasso. Impostare la guida circolare al raggio desiderato.
Posizionare la punta nel foro della guida e quindi posizionarlo nel 3.
centro del taglio circolare che si desidera eseguire.
SAGOME
L'uso di modelli sagomati permette di riprodurre senza limiti motivi
ornamentali e caratteri. Questa tecnica richiede l'impiego di una
boccola di guida.
BOCCOLE DI GUIDA
La boccola di guida, illustrata in fig. 14, è essenzialmente costituita
da un anello con un collare, che viene inserito nel foro della base
come mostrato e viene assicurato avvitando una boccola di arresto
sopra quella di guida. La boccola di guida segue il bordo della sagoma
mentre la fresa, che sporge inferiormente, taglia il materiale.
VedereFig.14:
Boccola di arrestoA
Guida BoccolaB
Base C
ATTENZIONE: Assicurarsi che lo spessore della sagoma sia eguale
o superiore alla dimensione della parte della boccola di guida che
sporge al di sotto della base.
Non utilizzare frese che possano venire a contatto con la parte interna
del collare. Selezionare una fresa di diametro inferiore di almeno
2 mm.
E' molto facile creare delle sagome, che permettono di realizzare
motivi ripetuti, ornati particolari, intarsi e altre applicazioni. Le sagome
possono essere fatte in compensato o in massello, in metallo o
addirittura in plastica e il motivo può essere realizzato mediante una
fresa, un seghetto alternativo o un altro utensile da taglio opportuno.
Occorre ricordare che il motivo della sagoma deve essere realizzato
in modo da compensare la distanza tra la fresa e la boccola di guida
(detta correntemente "offset"), in quanto la dimensione finale del
pezzodifferiràdiquelvaloredaquelladellasagoma,proprioacausa
della posizione della fresa (fig. 15).
VedereFig.15:
FresaA
Ghiera di serraggioB
Boccola di guidaC
BaseD
Motivo della sagomaE
PezzoF
OffsetG
FRESATURA A MANO LIBERA
Molti effetti particolari si possono realizzare utilizzando la fresa a
mano libera con una punta di piccolo diametro. Normalmente conviene
tracciare a matita sul pezzo il motivo o la scritta desiderati e utilizzare
poi tale traccia come guida.
ASSISTENZA E GARANZIA
Questo prodotto DREMEL è garantito come da disposizioni normative/
nazionali; eventuali danni dovuti a normale usura, sovraccarico o utilizzo
improprio non sono coperti da garanzia.
CONTATTO DREMEL
Per ulteriori informazioni sulla gamma di prodotti Dremel, supporto e
numero verde, visitare il sito www.dremel.com
Dremel Europe, P.O. Box 3267, 4800 DG Breda, Paesi Bassi
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
!
LET OP
LEES ALLE VOORSCHRIFTEN.
Wanneer de volgende
voorschriften niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben. Het hierna
gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft betrekking op
elektrische gereedschappen voor gebruik op het stroomnet (met
netsnoer).
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN GOED
WERKOMGEVING
a.
Houd uw werkomgeving schoon en opgeruimd. Een rommelige of
onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden.
b. Werk met het gereedschap niet in een omgeving met
explosiegevaar waarin zich brandbare vloeistoffen, brandbare
gassen of brandbaar stof bevinden. Elektrische gereedschappen
veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking
kunnen brengen.
c. Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het
elektrische gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid,
kunt u de controle over het gereedschap verliezen.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a. De aansluitstekker van het gereedschap moet in het stopcontact
passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde gereedschappen.
Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het
risico van een elektrische schok.
b. Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken,
bijvoorbeeld van buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten.
Er bestaat een verhoogd risico op een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c. Houd het gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het
binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot
het risico van een elektrische schok.
d. Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om het gereedschap
te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact
te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe
randen en bewegende gereedschapdelen. Beschadigde of in de war
geraakte kabels vergroten het risico van een elektrische schok.
e. Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient
u alleen verlengkabels te gebruiken die voor gebruik buitenshuis
zijn goedgekeurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikte verlengkabel beperkt het risico van een elektrische schok.
f. Als het gebruik van het elektrische gereedschap in een vochtige
omgeving onvermijdelijk is, dient u een aardlekschakelaar te
gebruiken. Het gebruik van een aardlekschakelaar vermindert het
risico van een elektrische schok.
NL
24
VEILIGHEID VAN PERSONEN
a. Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk
bij het gebruik van het elektrische gereedschap. Gebruik het
gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed staat van
drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij
het gebruik van het gereedschap kan tot ernstige verwondingen
leiden.
b.
Draag persoonlijke beschermende uitrusting en altijd
een veiligheidsbril. Het dragen van persoonlijke
beschermende uitrusting zoals een stofmasker,
slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van
het elektrische gereedschap, vermindert het risico van
verwondingen.
c. Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer dat het elektrische
gereedschap uitgeschakeld is, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt. Wanneer u bij het dragen van het gereedschap
uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap
ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot
ongevallen leiden.
d. Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het
gereedschap inschakelt. Een instelgereedschap of sleutel in een
draaiend deel van het gereedschap kan tot verwondingen leiden.
e. Overschat u zelf niet. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het gereedschap in onverwachte
situaties beter onder controle houden.
f. Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding of
sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende delen. Loshangende kleding, lange haren en sieraden
kunnen door bewegende delen worden meegenomen.
g. Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzieningen kunnen
worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze
zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van deze
voorzieningen beperkt het gevaar door stof.
h. Bewerk geen asbesthoudend materiaal (asbest geldt als
kankerverwekkend).
i. Tref veiligheidsmaatregelen, wanneer er bij werkzaam heden
stoffen kunnen ontstaan, die schadelijk voor de gezondheid,
brandbaar of explosief zijn (sommige soorten stof gelden
als kankerverwekkend); draag een stofmasker en gebruik een
afzuiging voor stof en spanen, als deze kan worden aangesloten.
ZORGVULDIGE OMGANG MET EN
ZORGVULDIG GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE
GEREEDSCHAPPEN
a. Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw werkzaamheden
het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende
elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven capaciteitsbereik.
b. Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar
defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of
uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
c. Trekdestekkeruithetstopcontactvoordatuhetgereedschap
instelt, toebehoren wisselt of het gereedschap weg legt. Deze
voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het gereed-
schap.
d. Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik
van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen
die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben
gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze
door onervaren personen worden gebruikt.
e. Verzorg het gereedschap zorgvuldig. Controleer of bewegende
delen van het gereedschap correct functioneren en niet vastklem-
men en of onderdelen zodanig gebroken of beschadigd zijn dat de
werking van het gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat deze
beschadigde onderdelen voor het gebruik repareren. Veel ongeval-
len hebben hun oorzaak in slecht onderhouden van elektrische
gereedschappen.
f. Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig
onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkan-
ten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g. Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen
en dergelijke volgens deze aanwijzingen en zoals voor dit speciale
gereedschapstype voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik
van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene
toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
SERVICE
a. Laat het gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vak-
kundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen.
Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het gereedschap
in stand blijft.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
BOVENFREZEN
ALGEMEEN
• Dezemachinemagnietwordengebruiktdoorpersonenonderde
16 jaar.
• Trekaltijddestekkeruithetstopcontactvoordatueeninstelling
verandert of een accessoire verwisselt.
ACCESSOIRES
• Gebruikalleenaccessoiresmeteentoegestaantoerental,dat
minstens even hoog is als het hoogste onbelaste toerental van de
machine.
• Gebruikgeenbeschadigdeofvervormdefrezen.
• Gebruikalleenscherpefrezen.
• Beschermaccessoirestegenslagen,stoten,envet.
VÓÓR GEBRUIK
• Voorkomschade,diekanonstaandoorschroeven,spijkersen
andere voorwerpen in uw werkstuk; verwijder deze, voordat u aan
een karwei begint.
• Controleerofhetvoltage,datvermeldstaatophettypeplaatjevan
de machine, overeenkomt met de netspanning (met 230V of 240V
aangeduide machines kunnen ook op 220V aangesloten worden).
• Klemhetwerkstukvast,alshetnietdoorheteigengewicht
stabiel ligt.
• Stofvanmateriaalzoalsloodhoudendeverf,sommige
houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk zijn (contact
met of inademing van de stof kan allergische reacties en/of
ademhalingsziekten bij gebruiker of omstanders veroorzaken);
draag een stofmasker en werk met een stofopvang-voorziening
als die kan worden aangesloten.
• Neemvoordedoorutebewerkenmaterialendenationale
voorschriften aangaande stofopvang in acht.
• Zorgervoor,datdemachineisuitgeschakeld,wanneerdestekker
in het stopcontact gestoken wordt.
TIJDENS GEBRUIK
• Houdhetsnoeraltijdverwijderdvandebewegendedelenvanuw
machine; richt het snoer naar achteren, van de machine weg.
• Gebruikdemachineniet,wanneerhetsnoerofdevoetplaat
(=beschermkap)beschadigdis;laatdezedooreenerkende
vakman vervangen.
• Blijfmetuwhandenenvingersuitdebuurtvandefrees,wanneer
de machine aan staat.
25
• Ingevalvanelektrischeofmechanischestoring,demachine
onmiddellijk uitschakelen en de stekker uit het stopcontact
trekken.
• Wanneerdefreesgeblokkeerdis,meteenplotselinge
reactiekracht van de machine als gevolg, de machine onmiddellijk
uitschakelen.
• Alsdestroomisuitgevallenofdestekkerperongelukuit
het stopcontact wordt getrokken, de machine onmiddellijk
uitschakelen om ongecontroleerd herstarten te voorkomen.
• Belastdemachinenietzósterk,datdezetotstilstandkomt.
MILIEU
AFVALVERWIJDERING
Elektrische gereedschappen, toebehoren en verpakkingen moeten op
een voor het milieu verantwoorde wijze worden hergebruikt.
ALLEEN VOOR LANDEN VAN DE EU
Gooi elektrische gereedschappen niet het huisvuil.
Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG over elektrische
en elektronische oude apparaten en de omzetting van de
richtlijn in nationaal recht moeten niet meer bruikbare elek-
trische gereedschappen apart worden ingezameld en op
een voor het milieu verantwoorde wijze worden hergebruikt.
TOEPASSINGSADVIES
• Gebruikdejuistefrezen.
• Gebruikdebreedtegeleidervoorparallel-frezenaandezijkantvan
uw werkstuk.
• Voorparallel-frezenvervandezijkantvanuwwerkstuk:
- een recht stuk hout op het werkstuk bevestigen door middel
van twee klemmen;
- de machine met vlakke zijde van voet langs het stuk hout
geleiden, dat nu als breedtegeleider dienst doet.
• Beschermuzelftegendegevolgenvantrillingdoordemachineen
de accessoires te onderhouden, uw handen warm te houden en
uw werkwijze te organiseren.
BEDIENINGSELEMENTEN
Zieguur1:
Dremel rotatiegereedschapA
SnelheidsregelingB
Montagesleutel & opbergvakC
Handgreep (draaien voor vergrendelen)D
Opbergvak voor spanmoersleutel (sleutel niet inbegrepen)E
Diepteschaal (inch/metrisch)F
HoekgeleiderG
CirkelgeleiderH
AsblokkeringsknopI
Handgreep (vast)J
Onderste instelmoerK
Diepte-aanslagL
Bovenste instelmoerM
OntgrendelingsknopN
MONTAGE
MONTAGE VAN PROFIELFREESHULPSTUK OP UW
GEREEDSCHAP
HULPSTUK VOOR GEBRUIK MET DREMEL ROTATIEGEREEDSCHAP
MODELLEN 300, 395, 398, 400, 4000.
!
LET OP
Trek de stekker uit het stopcontact vóór het
monteren, instellen of wisselen van
accessoires. Deze preventieve veiligheidsmaatregelen verminderen
het risico van per ongeluk starten van het gereedschap.
Verwijder de spanmoer, verwijder vervolgens het afdekplaatje op 1.
de behuizing van uw rotatiegereedschap en leg het afdekplaatje
aan de kant (afb. 2). Het afdekplaatje moet weer aangebracht
worden, wanneer dit hulpstuk niet meer gebruikt wordt. Nadat
het afdekplaatje op de behuizing verwijderd is, monteert u de
spanmoer weer.
Zieguur2:
Afdekplaatje op de behuizingA
Plaats het gereedschap met de asblokkeringsknop naar voren 2.
wijzend in uw freeshulpstuk (zoals getoond in afb. 3).
Schroef de bevestigingsmoer met de klok mee op het 3.
schroefdraaddeel van uw rotatiegereedschap en draai deze stevig
vast met de meegeleverde montagesleutel.
Zieguur3:
AsblokkeringsknopA
BevestigingsmoerB
MontagesleutelC
BEDIENINGSAANWIJZINGEN
LET OP: Dit hulpstuk verandert het Dremel rotatiegereedschap in
een profielfrees voor het met de vrije hand frezen, afkanten, maken
van groeven en cirkelvormige sneden. Het freeshulpstuk is kant
en klaar gemonteerd voor frezen uit de vrije hand of frezen met
geleidingsaccessoire.
Af en toe schoonmaken en smeren van de geleidestangen zorgt ervoor,
dat het gereedschap soepel blijft insteken. Insteekfrees indrukken en
vergrendelen, en een licht smeermiddel (b.v. vaseline, zonnebloemolie)
gelijkmatig op het bovenste deel van de geleidestangen aanbrengen.
!
LET OP
Dit freeshulpstuk is niet bestemd voor
gebruik onder een bovenfrees tafelmodel of
zaagtafel.
Specificaties
Zie figuur 4A.
FREES INZETTEN
De frezen worden in het gereedschap vastgehouden middels een
spantangsysteem. De frees kan ingezet worden voor of na het
plaatsen van het rotatiegereedschap in het hulpstuk.
Druk de asblokkeringsknop in en houd deze vast terwijl u de 1.
spanmoer en as draait. Ga door met het draaien van de spanmoer
en as tot de vergrendeling vastklikt en de as vasthoudt (afb. 4).
Gebruik de sleutel van uw Dremel rotatiegereedschap en draai de 2.
spanmoer tegen de klok in om deze los te draaien.
Ontgrendel de asblokkeringsknop.3.
Zet de frees zo diep mogelijk in de spantang om te zorgen 4.
voor een goede houvast van de frees en om de uitloop tot een
minimum te beperken. Zet de frees niet zo ver erin dat de
freesgroeven de spantang of spanmoer raken, om afsplinteren of
scheuren van de frees te vermijden.
OPMERKiNG: Plaats het gereedschap nooit bovenop de werkbank
of het werkstukoppervlak met uit de basisplaat stekende
accessoire. Leg het gereedschap op zijn zijkant of trek de
accessoire terug voordat u het gereedschap op de werkbank of
het werkstukoppervlak legt. Uitstekend freesmes kan opspringen
van het gereedschap veroorzaken.
26
Vergrendel de asblokkeringsknop weer en draai de spanmoer 5.
vast; eerst met de hand, dan met behulp van de sleutel tot de
frees goed vastzit.
Zieguur4B:
AsblokkeringsknopA
SpanmoerB
SpanmoersleutelC
BasisplaatD
FREESDIEPTE INSTELLEN
OPMERKING: Bij het maken van diepe sneden, vooral invalsneden
weg van de rand van het werkstuk, wordt aangeraden om enkele
opeenvolgende, telkens dieper wordende sneden te maken met behulp
vandediepte-instellingendiepteschaalinplaatsvanéénenkelediepe
snede te maken.
De diepte-aanslag kan voor twee diepten ingesteld worden.
Plaats uw Dremel rotatiegereedschap en frees-inrichting op het 1.
werkstuk.
Draai de bovenste instelmoer omhoog en draai de onderste 2.
instelmoer omlaag, zodat de diepte-aanslag vrij bewogen kan
worden (afb. 5).
Zieguur5:
DiepteaanslagA
Bovenste instelmoerB
Onderste instelmoerC
Maak de vergrendelingshandgreep los (afb. 6). Laat het 3.
gereedschap langzaam zakken tot de frees het werkstuk net
raakt.
Zieguur6:
HandgreepA
OntgrendelingsknopB
Draai de vergrendelingshandgreep vast om het gereedschap op 4.
deze plaats vast te zetten.
Druk de ontgrendelingsknop in en houd deze vast, zodat de 5.
diepte-aanslag de basisplaat van de bovenfrees raakt.
Eerste freesdiepte
Draaidediepte-aanslagomhoog,zodatmaatXovereenkomtmet6.
de eerste gewenste freesdiepte (afb. 7).
OPMERKiNG: 1 slag komt overeen met .06“ (1,5 mm)
Zieguur7:
DiepteaanslagA
Bovenste instelmoerB
Draai de bovenste instelmoer omlaag vast tegen het 7.
bovenfreesframe.
Tweede freesdiepte
Draaidediepte-aanslagomhoog,zodatmaatXovereenkomtmet8.
de tweede gewenste freesdiepte. Zorg ervoor, dat de bovenste
instelmoer met de diepte-aanslag draait, zodat deze omhoog komt
van het bovenfreesframe (afb. 8).
Zieguur8:
DiepteaanslagA
Onderste instelmoerB
Draai de onderste instelmoer omhoog vast tegen het 9.
bovenfreesframe.
OPMERKiNG: De bovenste instelmoer moet vast blijven staan bij het
vastdraaien van de onderste instelmoer.
Druk op de ontgrendelingsknop voor het kiezen van de eerste of 10.
tweede freesdiepte (afb. 9).
OPMERKiNG: De instelling van elke freesdiepte moet gecontroleerd
worden met een proefsnede en indien nodig bijgesteld worden.
Zieguur9:
OntgrendelingsknopA
Wanneer het frezen voltooid is, draait u de handgreep los en plaatst u
de bovenfrees terug naar de bovenste positie.
AANZETTEN VAN BOVENFREES
Als de bovenfrees moeilijk onder controle te houden is, verhit raakt,
zeer langzaam loopt of een onzuivere snede maakt, neem dan de
volgendeoorzakeneensinoverweging:
• Verkeerdevoedingsrichting–moeilijkondercontroletehouden.
• Tesnelaanzetten–overbelastingvanmotor.
• Botteaccessoire–overbelastingvanmotor.
• Tegrotesnedevoorééndoorgang–overbelastingvanmotor.
• Telangzaamaanzetten–laatbrandplekkendoorwrijvingophet
werkstuk achter.
Soepel en gelijkmatig aanzetten (niets forceren). U zult snel leren hoe
de bovenfrees aanhoort en aanvoelt wanneer deze het beste werkt.
Voedingssnelheid
Bij het frezen of aanverwant werk in hout en kunststof worden de
beste resultaten verkregen als de freesdiepte en voedingssnelheid
zodanig geregeld worden dat de motor op hoge snelheid blijft
werken. De voedingssnelheid van de bovenfrees moet matig zijn.
Zachte materialen vereisen een hogere voedingssnelheid dan harde
materialen.
De bovenfrees kan bij verkeerd gebruik of overbelasting ophouden te
functioneren. Verlaag de voedingssnelheid om eventuele beschadiging
van het gereedschap te vermijden. Zorg er altijd voor, dat de spanmoer
voor gebruik stevig vastgedraaid is. Gebruik altijd frezen met de voor
de gewenste snede noodzakelijke kortste snijlengte. Dit beperkt uitloop
en trillen van de frees tot een minimum.
Randvorming
Gebruik bij randvorming altijd accessoires met geleiding of lagering.
Het onderste deel van een accessoire met geleidepunt is een as
zonder snijranden. Accessoires met lagering hebben een kogellager
voor geleiding van de accessoire.
De geleidepunt glijdt langs de rand van het werkstuk terwijl de
roterende mesbladen de snede maken, waardoor decoratieve randen
ontstaan. De rand waarlangs de geleidepunt glijdt, moet perfect glad
zijn, aangezien alle oneffenheden overgebracht worden naar het
gevormde oppervlak.
Bij het frezen van een werkstuk waarbij een rand op het kopvlak
gevormdmoetworden,altijdeerstderandophetkopvlakfrezenvóór
het frezen van de randen die de houtnerf volgen. Dit beperkt het risico
van een eventuele beschadiging door wegspringen van materiaal aan
het einde van het kopvlak tot een minimum.
Voedingsrichting van bovenfrees
De bovenfreesas draait met de klok mee, wanneer men er van
bovenaf op kijkt. Zet voor de beste controle en kwaliteit van de
snede het gereedschap in het werkstuk in de richting waarin de
accessoire geneigd is zichzelf in het hout te trekken. Een verkeerde
voedingsrichting zorgt ervoor dat de accessoire over het hout heen
probeert te klimmen.
27
Zet het gereedschap in de hier getoonde richting aan. Bij frezen rond
de hoek van een vierkant werkstuk beweegt u het gereedschap tegen
de klok in. Bij het hier getoonde frezen van het binnenvlak beweegt u
het met de klok mee (afb. 10).
OPMERKiNG: Voedingsrichting is uitermate belangrijk, wanneer een
geleidingsaccessoire uit de hand op de hoek van een werkstuk wordt
gebruikt.
Zieguur10:
Voedingsrichting van bovenfreesA
Eerst kopvlak frezenB
AccessoirerotatieC
HOEKGELEIDER MONTEREN
Voor gebruik van de hoekgeleider de geleidingsstangen in de
gereedschaphouder monteren en vastzetten met behulp van
(2) #10-24 vierkant-moeren en (2) geleidingsstangknoppen (afb. 11).
Vierkantmoer glijdt in sleuven boven de geleidingsstangen.
Geleidingsstangknoppen worden van bovenaf door gaten omlaag
door moeren en tegen de stangen bevestigd. Hoekgeleider aan
geleidingsstangen bevestigen met behulp van hoekgeleiderknoppen en
zeskantmoeren.
Plaats zeskantmoeren onder hoekgeleider en bevestig deze met
hoekgeleiderknop bovenop hoekgeleider. Hoekgeleider zoals getoond
over geleidingsstangen schuiven. Stel hoekgeleider op gewenste
afstand van frees in en draai hoekgeleiderknoppen vast. (Zie afb. 11)
Hoekgeleider wordt gebruikt voor het vormen van randen, frezen van
sponningen, plinten, pengaten, tongen, groeven, sleuven en facetten.
Denk eraan dat de voedingsrichting zodanig moet zijn, dat de frees
geneigd is de hoekgeleider tegen het hout te trekken. Een constante
voedingssnelheid zorgt voor een gladde snede.
Over het algemeen moeten enkele ondiepe sneden gebruikt worden
voor het vervaardigen van een diepe groef. Maximale diepte van snede
is afhankelijk van het gebruikte materiaal. Niet overmatig aanzetten
zodat de motor aanmerkelijk langzamer gaat lopen.
Zieguur11:
Diepte-instelschroefA
GeleidingsstangknopB
VierkantmoerenC
GeleidingsstangenD
HoekgeleiderE
AfwerkspijkerF
CirkelgeleiderG
ZeskantmoerenH
HoekgeleiderknopI
HOEKGELEIDER
Montage
Monteer de hoekgeleider aan de montageblokken van de 1.
profielfrees (afb. 12).
Zieguur12:
MontageblokkenA
HoekgeleiderB
Plaats parallelgeleider tegen werkstukoppervlak met frees in 2.
gewenste positie.
Draai duimschroeven vast.3.
Frezen met hoekgeleider
Schuif de afgeplatte kant van de hoekgeleider langs het
werkstukoppervlak.
CIRKELGELEIDER
Bogen en cirkels frezen
Verwijder de hoekgeleider en bevestig de cirkelgeleiderbeugel op 1.
de geleidingsstangen (afb. 13).
Zieguur13:
AfwerkspijkerA
HoekgeleiderB
Gebruik de bijgevoegde afwerkspijker als middelpunt. Stel de 2.
cirkelgeleider in op de gewenste radius.
Plaats de spijker door het gat in de geleider en plaats de spijker 3.
in het midden van de gewenste radius die gefreesd moet worden.
MALLEN
Door het gebruik van malpatronen kunt u ontwerpen of letters keer
op keer gelijkvormig dupliceren. Deze techniek vereist het gebruik van
een geleidebus.
GELEIDEBUSSEN
De in afbeelding 14 getoonde geleidebus is in wezen een plaatje met
een kraag die zoals getoond in het gat in de basisplaat geplaatst
wordt, en bevestigd wordt door een loopbusstop bovenop de
geleidebus te schroeven. De geleidebus loopt langs de rand van de
mal, terwijl de frees, die aan de onderkant uitsteekt, in het werkstuk
snijdt.
Zieguur14:
loopbus-stopA
geleiding loopbusB
basisplaatC
LET OP: Zorg ervoor dat de dikte van de mal hetzelfde of groter is dan
de lengte van de bus die onder uit de basisplaat steekt.
Gebruik geen frees die de binnenkant van de kraag zou kunnen raken.
Kies een frees met een diameter die ten minste 2 mm kleiner is.
Speciale mallen kunnen bovendien gemakkelijk vervaardigd worden
voor het frezen van zich herhalende patronen, speciale ontwerpen,
inlegwerk en andere toepassingen. Een malpatroon kan gemaakt
worden van multiplex, hardboard, metaal of zelfs kunststof, en het
ontwerp kan uitgesneden worden met een bovenfrees, decoupeerzaag
of een ander geschikt snijgereedschap.
Denk eraan, dat het patroon gemaakt moet worden met inachtneming
van de afstand tussen de frees en de geleidebus (de "offset"),
aangezien het definitieve werkstuk met die afstand in afmeting zal
verschillen van het malpatroon, vanwege de freespositie (afb. 15).
Zieguur15:
freesA
spanmoerB
geleidebusC
basisplaatD
malpatroonE
werkstukF
offsetG
FREZEN UIT DE VRIJE HAND
Veel effecten worden verkregen door de frees uit de vrije hand te
gebruiken met een bit met een kleinere diameter. Gewoonlijk tekent de
vakman de door hem gewenste omtrek of letter af op het werkstuk en
gebruikt de potloodlijn als geleiding.
1/120