Voorbereiding van het meubel
Indien de kookplaat geïnstalleerd wordt dicht bij een
wand of zijkant van een kast, moet de minimumafstand
tussen de inbouwopening en de wand 80mm bedragen.
Het werkvlak snijden zoals getoond op de tekening
(minimumdikte 38mm).
De snijvlakken bedekken met een vernis die bestand is
tegen hitte en vocht. Op betegelde werkvlakken, de
afdichtingen van de tegels afsluiten met siliconrubber.
Voor elk plakwerk in de zone van de kookplaat,
hittebestendig plakmiddel gebruiken (>150º).
Indien de bodem van de kookplaat met
bedieningsmodule bereikbaar is, moet een
scheidingsstuk geplaast worden op een minimumafstand
van 100mm van de bodem van de kookplaat, om
mogelijke contacten te vermijden.
Montage van de kookplaat
1. Krammen plaatsen op de voorziene punten. Niet
frezen op deze punten.
2. De krammen vastdraaien, gebruik de bovenste
opening. Voor betegelde werkvlakken, de onderste
opening gebruiken.
3. De geleverde klevende afdichting plakken, waarbij de
omtrek van de plaat gevolgd wordt. De uiteinden van
de afdichting dienen elkaar niet te overlappen.
4. Voordat de kookplaat in de inbouwopening
ingebouwd wordt, controleren dat de kleuren van de
contactstop en de steker overeenstemmen.
5. De kookplaat inbouwen en deze inpassen door van
bovenaf te drukken. De kabels naar de voorzijde
verwijderen.
Aansluiting van de kookplaat
Controleer op het gegevensplaatje dat het vermogen en
de voltage van het apparaat compatibel zijn met de
elektrische installatie.
Dit apparaat is van type Y: de ingangskabel dient niet te
worden vervangen door de gebruiker, maar door de
26