Bosch KAI90VI20 Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding
6
nl Inhoudsopgave
Veiligheids- en waarschuwingsinstructies ... 101
Instructies betreffende het afvoeren ............ 102
Leveringsomvang ......................................... 102
Apparaat plaatsen ....................................... 102
Opstellingsmaten ......................................... 104
Deuropeningshoek ...................................... 104
Apparaat aansluiten ..................................... 105
Deurmontage ............................................... 107
Apparaat leren kennen ................................ 108
Apparaat inschakelen .................................. 110
Temperatuur instellen .................................. 110
Super-koelen ................................................ 110
Super-vriezen ............................................... 111
Toetsblokkering (kinderslot) ........................ 111
Alarmfuncties ............................................... 111
Temperatuureenheid .................................... 112
Energiezuinige modus ................................. 112
Effectieve inhoud ......................................... 112
De koelruimte ............................................... 113
De vriesruimte .............................................. 113
Max. vriesvermogen ..................................... 113
Invriezen en bewaren ................................... 113
Verse levensmiddelen invriezen .................. 114
Diepvriesproduct ontdooien ........................ 114
IJs- en waterdispenser ................................. 114
Uitrusting ...................................................... 117
Apparaat uitschakelen en uit
bedrijf nemen ............................................... 119
Ontdooien .................................................... 119
Apparaat reinigen ........................................ 119
Geuren ......................................................... 120
Verlichting (LED) .......................................... 121
Energie besparen ........................................ 121
Bedrijfsgeluiden ........................................... 121
Kleine storingen zelf opheffen ..................... 122
Servicedienst ................................................ 123
nl
101
nlInhoudsopgave
nlGebruikersaanwijzing
Veiligheids- en
waarschuwingsinstructies
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiks- en installatiehandleiding zorgvuldig
door! U vindt hierin belangrijke informatie over het
opstellen, het gebruik en onderhoud van het apparaat.
De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer de
aanwijzingen en waarschuwingen in de
gebruikersaanwijzing niet in acht worden genomen.
Bewaar alle documenten voor later gebruik of voor de
volgende eigenaar.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een kleine hoeveelheid van het
milieuvriendelijke maar brandbare koelmiddel R600a.
Let erop dat de leidingen van het koelmiddelcircuit
tijdens het transport of de installatie niet beschadigd
raken. Koelmiddel dat uit het apparaat spuit kan vlam
vatten en oogletsel tot gevolg hebben.
In geval van beschadiging
het apparaat uit de buurt houden van open vuur of
ontstekingsbronnen,
de ruimte gedurende enkele minuten goed
ventileren,
het apparaat uitschakelen en de netstekker uit het
stopcontact halen,
contact opnemen met de servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat, des te groter
moet de ruimte zijn waarin het zich bevindt. In te kleine
ruimtes kan bij een lekkage een brandbaar gas-lucht-
mengsel ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet de ruimte minimaal 1 m³
groot zijn. Op het typeplaatje aan de binnenkant van uw
apparaat staat hoeveel koelmiddel het bevat.
Wanneer de aansluitkabel van dit apparaat beschadigd
raakt, dient deze door de fabrikant, de servicedienst of
een persoon die daartoe eveneens gekwalificeerd is te
worden vervangen. Indien de installatie of reparaties op
ondeskundige wijze worden uitgevoerd, houdt dit een
aanzienlijk risico in voor de gebruiker.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
de fabrikant, de servicedienst of een persoon die
daartoe eveneens gekwalificeerd is.
Er mogen uitsluitend originele onderdelen van de
fabrikant worden gebruikt. Alleen voor deze onderdelen
garandeert de fabrikant dat ze voldoen aan de
veiligheidsbepalingen.
Een verlengstuk van de aansluitkabel mag uitsluitend
via de servicedienst worden betrokken.
Bij gebruik
Nooit elektrische apparaten binnen in het apparaat
gebruiken (bijv. verwarmingstoestellen, elektrische
ijsbereiders). Explosiegevaar!
Het apparaat nooit met een stoomreiniger ontdooien
of schoonmaken! De stoom kan bij de elektrische
delen komen en kortsluiting veroorzaken. Gevaar
voor elektrocutie!
Geen spitse of scherpe objecten gebruiken om rijp-
en ijslagen te verwijderen. Hiermee kunt u de
koelmiddelleidingen beschadigen. Vrijkomend
koelmiddel kan ontbranden of oogletsel
veroorzaken.
Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv.
spuitbussen) en geen explosieve stoffen bewaren.
Explosiegevaar!
Onderstuk, lades, deuren enz. niet gebruiken als
opstapje of ter ondersteuning.
Voor het ontdooien en schoonmaken de netstekker
uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen. Niet aan de kabel maar aan de stekker
trekken.
Middelen met een hoog alcoholpercentage alleen
goed afgesloten en rechtop bewaren.
Kunststofdelen en deurafdichting niet verontreinigen
met olie of vet. Kunststofdelen en deurafdichting
worden anders poreus.
Be- en ontluchtingsopeningen voor het apparaat
nooit afdekken of afsluiten.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door
personen (inclusief kinderen) die beschikken over
beperkte fysische, sensorische of psychische
capaciteiten of een gebrekkige kennis, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of indien zij
van deze persoon aanwijzingen over het gebruik van
het apparaat hebben gekregen.
In de vriesruimte geen vloeistoffen opslaan in flessen
en verpakkingen (met name geen koolzuurhoudende
dranken). Flessen en verpakkingen kunnen barsten!
Diepvriesproducten nooit direct nadat ze uit de
vriesruimte genomen zijn in de mond nemen.
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Voorkom langer contact van de handen met de
diepvriesproducten, ijs, de verdamperleidingen enz.
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Voorkomen van gevaren voor kinderen en
risicopersonen
Risicopersonen zijn:
kinderen,
personen, die lichamelijk, psychisch of in hun
waarnemingen beperkt zijn,
personen die onvoldoende kennis hebben om het
apparaat veilig te kunnen bedienen.
Maatregelen:
Zorg ervoor dat kinderen en risicopersonen de
gevaren begrepen hebben.
Een persoon die verantwoordelijk is voor de
veiligheid dient bij het apparaat toezicht te houden
op kinderen en risicopersonen of hun aanwijzingen
te geven.
Het apparaat alleen laten gebruiken door kinderen
vanaf 8 jaar.
Tijdens de reiniging en het onderhoud dienen
kinderen onder toezicht te staan.
Nooit kinderen met het apparaat laten spelen.
nl
102
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt
voor het koelen en invriezen van levensmiddelen,
voor ijsbereiding.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000meter boven zeeniveau..
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik in
privéhuishoudingen en binnen de huiselijke omgeving.
Het apparaat is radio-ontstoord
conform EURichtlijn 2004/108/EG.
Het koelcircuit is op lekdichtheid gecontroleerd.
Dit product voldoet aan de geldende
veiligheidsbepalingen voor elektrische apparaten
(EN 60335-2-24).
Instructies betreffende het
afvoeren
* Verpakking afvoeren
De verpakking beschermt uw apparaat tegen
transportschade. Alle gebruikte materialen zijn
milieuvriendelijk en herbruikbaar. Draag bij aan het
behoud van het milieu door de verpakking op een
milieuvriendelijke manier af te voeren.
Vraag bij uw vakhandelaar of gemeente informatie over
actuele afvoermethoden.
* Oud apparaat afvoeren
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door een
milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen worden teruggewonnen.
m Waarschuwing
Bij versleten apparaten:
1. Netstekker uit het stopcontact halen.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de
netstekker verwijderen.
3. Plateaus en bakken niet uitnemen, om kinderen het
naar binnen klimmen te bemoeilijken!
4. Kinderen niet met het afgedankte apparaat laten
spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddelen en in de isolatie
bevinden zich gassen. Koelmiddelen en gassen
moeten correct worden afgevoerd. De leidingen van het
koelmiddelcircuit mogen voordat ze op de juiste wijze
zijn afgevoerd niet beschadigd raken.
Leveringsomvang
Controleer alle onderdelen na het uitpakken op
eventuele transportschade.
Neem in geval van klachten contact op met de winkel
waar u het apparaat heeft gekocht of met onze
servicedienst.
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
Zelfstandig apparaat
Uitrusting (afhankelijk van het model)
Zak met montagemateriaal
Gebruikers- en installatiehandleiding
Schrift voor servicedienst
Garantiebijlagen
Informatie over energieverbruik en geluid
Apparaat plaatsen
Transport
Het apparaat is zwaar en moet bij het transport en de
installatie worden geborgd.
Vanwege het gewicht en de afmetingen van het
apparaat en om het risico van letsel of schade eraan te
minimaliseren, zijn er minimaal twee personen nodig
om het op te stellen.
De rollen zijn uitsluitend voor de installatie bedoeld. Het
apparaat niet m.b.v. de rollen transporteren.
Het apparaat mag niet met de rollen op ongelijke of
zachte ondergronden verplaatst worden.
Opstellingsplaats
Voor het opstellen van het apparaat is een droge,
ventileerbare ruimte geschikt. De opstelplaats mag niet
zijn blootgesteld aan direct zonlicht of zich direct in de
buurt van een warmtebron zoals een fornuis, kachel,
enz bevinden. Wanneer het noodzakelijkerwijs naast
een warmtebron wordt geplaatst, dient een geschikte
isolatieplaat te worden gebruikt of moeten de volgende
minimale afstanden tot de warmtebron worden
aangehouden:
Tot elektrische- en gasfornuizen 3 cm.
Tot olie- of kolengestookte kachels 30 cm.
Dit apparaat is overeenkomstig de Europese
Richtlijn 2012/19/EG betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE)
gemarkeerd.
De richtlijn bepaalt het kader voor terugname en
verwerking van oude apparaten in de EU.
nl
103
Ondergrond
De bodem op de opstellocatie mag niet meegeven.
Indien nodig de bodem versterken.
Het apparaat is zwaar. Zie voor het leeggewicht de
volgende tabel.
Wandafstand
Om de deuren tot aan de aanslag te kunnen openen,
moeten bij het opstellen in een hoek of nis minimale
afstanden aan de zijkant worden aangehouden (zie het
hoofdstuk "Opstellingsmaten").
Wanneer de diepte van de naastgelegen
keukeninrichtingen groter is dan 65 cm, moeten de
minimale afstanden aan de zijkant worden
aangehouden om de volledige openingshoek van de
deuren te kunnen gebruiken (zie het hoofdstuk
“Deuropeningshoek“).
Minimale afstand tot de achterwand
De meegeleverde afstandshouder met de schroeven
op de daarvoor bestemde openingen aan de
achterkant van het apparaat bevestigen.
Door de afstandshouder wordt de minimale afstand van
22 mm tot de wand aangehouden en is de ventilatie
gewaarborgd.
Let op de kamertemperatuur en de
ventilatie
Kamertemperatuur
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde
klimaatklasse. Afhankelijk van de klimaatklasse kan het
apparaat bij de volgende kamertemperaturen worden
gebruikt.
De klimaatklasse staat op het typeplaatje.
Aanwijzing
Het apparaat is binnen de kamertemperatuurgrenzen
van de vermelde klimaatklasse volledig functioneel.
Wanneer een apparaat met klimaatklasse SN bij
koudere kamertemperaturen wordt gebruikt, kunnen
beschadigingen tot een temperatuur van +5°C worden
uitgesloten.
Ventilatie
De opgewarmde lucht moet ongehinderd kunnen
verdwijnen. Anders moet het koelapparaat meer
vermogen leveren. Hierdoor wordt het stroomverbruik
verhoogd. Daarom: nooit de be- en
ontluchtingsopening afdekken of afsluiten!
Uitvoering met ijs- en
waterdispenser
107 kg
Klimaatklasse Toegestane kamertemperatuur
SN +10 °C ... 32 °C
N +16 °C ... 32 °C
ST +16 °C ... 38 °C
T +16 °C ... 43 °C
nl
104
Opstellingsmaten
Deuropeningshoek
Afstandshouder
Afmetingen in mm
Afmetingen in mm
Afmetingen in mm
*720 mm met
Afstandshouders
Zijwand afstand
Zijwand diepte
Laden volledig uittrekbaar bij 145°
deuropening
min. 22
Afmetingen in mm
min.
22
Laden volledig uittrekbaar bij 145°
deuropening
nl
105
Apparaat aansluiten
Na het opstellen van het apparaat minimaal 1 uur
wachten alvorens het in bedrijf te nemen. Tijdens het
transport kan in de compressor aanwezige olie zich
afzetten in het koelsysteem.
Voor de eerste ingebruikname de binnenruimte van het
apparaat reinigen (zie het hoofdstuk Apparaat
reinigen).
Verwijder de transportborgingen van de plateaus en
deurvakken pas na het opstellen.
Elektrische aansluiting
De contactdoos moet dicht bij het apparaat en ook na
opstelling van het apparaat vrij toegankelijk zijn.
Het apparaat voldoet aan veiligheidsklasse I. Via een
conform de voorschriften geïnstalleerde contactdoos
met randaarde het apparaat op 220 - 240 V/50 Hz
wisselspanning aansluiten. De contactdoos moet met
een 10 A tot 16 A zekering zijn gezekerd.
Bij apparaten die in niet-Europese landen worden
gebruikt, moet worden gecontroleerd of de opgegeven
spanning en stroom overeenkomen met de waarden
van het elektriciteitsnet. Deze informatie vindt u op het
typeplaatje.
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval op een elektronische
energiespaarstekker worden aangesloten.
Voor het gebruik van onze apparaten kunnen sinus- en
netgestuurde omvormers worden gebruikt.
Netgestuurde omvormers worden gebruikt bij
fotovoltaïsche of PV-installaties, die direct op het
openbare stroomnet worden aangesloten. Bij
eilandoplossingen (bijv. bij schepen of berghutten), die
geen directe aansluiting op het openbare stroomnet
hebben, moeten sinusgeregelde omvormers worden
gebruikt.
Apparaat uitlijnen
Aanwijzing
Om ervoor te zorgen dat het apparaat optimaal
functioneert, moet het met een waterpas horizontaal
worden uitgelijnd.
Wanneer het apparaat scheef staat, kan dit tot gevolg
hebben dat er water uit de ijsbereider wegloopt,
ongelijke ijsblokjes worden gemaakt of de deuren niet
meer goed sluiten.
1. Apparaat op de daarvoor bedoelde plaats zetten.
2. Om ervoor te zorgen dat het apparaat niet weg kan
rollen, de twee voorste voeten uitdraaien tot ze vast
op de bodem staan.
3. Aan de voeten draaien tot het apparaat exact
horizontaal staat. De deuren van het apparaat als
referentievlak gebruiken.
4. De vriesruimtedeur is lager:
5. De koelruimtedeur is lager:
nl
106
Wanneer het apparaat exact horizontaal is gesteld,
maar één apparaatdeur lager staat:
1. Apparaatdeuren openen.
2. 3 schroeven eruit draaien en de plint verwijderen.
3. Moer losdraaien.
4. Aan de instelmoer draaien, totdat de
apparaatdeuren horizontaal zijn gesteld.
5. Vriesruimtedeur is lager: Instelmoer tegen de klok in
draaien.
6. Koelruimtedeur is lager: Instelmoer met de klok mee
draaien.
7. Moer vastdraaien.
8. Plint aanbrengen en met 3 schroeven bevestigen.
Aanwijzing
Door het eigen gewicht en doordat er levensmiddelen
in de deur staan, kan het voorkomen dat de deur van
de koelruimte helt, zelfs wanneer het apparaat recht
staat. De deurspleet is boven en onder niet even groot.
Wanneer de deurspleet boven en onder niet even
groot is:
1. 2 schroeven eruit draaien en de bovenste
scharnierafdekking afnemen.
2. Scharnierschroeven losdraaien.
Schroeven niet helemaal eruit draaien!
3. Hellingshoek van de deur van de koelruimte
instellen.
4. Scharnierschroeven vastdraaien.
5. Scharnierafdekking plaatsen en met 2 schroeven
bevestigen.
nl
107
Controleren of de waterleiding lekdicht is
1. De stekker in het stopcontact steken.
2. Deur van de koelruimte openen.
3. Watertank vullen met drinkwater.
4. Deur van de koelruimte sluiten.
5. Druk op de knop "Water". Op het display wordt het
symbool „Water“ weergegeven.
6. Een glas tegen de dispenser-hendel drukken, totdat
er water uit stroomt.
7. Apparaatdeuren openen.
8. 3 schroeven er uit draaien en de plint verwijderen.
9. Koppelingen naar vriesruimtedeur op lekdichtheid
controleren.
10.Plint aanbrengen en met 3 schroeven bevestigen.
Deurmontage
Wanneer het apparaat niet door de deuropening van de
woning kan, kunnen de deurgrepen of deuren van het
apparaat gedemonteerd worden.
Aanwijzing
De deurgrepen of apparaatdeuren mogen uitsluitend
door de servicedienst worden gedemonteerd. De
kosten daarvoor kunt u opvragen bij uw
verantwoordelijke servicedienst.
nl
108
Apparaat leren kennen
Apparaat
De uitrusting van de modellen kan variëren.
Afwijkingen van de afbeeldingen zijn mogelijk.
A Koelruimte
B Vriesruimte (4 sterren)
1 Deurvakken (2-sterren vak)
Aanwijzing
Alleen deze deurvakken hebben 2 sterren, voor
het overige heeft de vriesruimte 4 sterren.
2 Bedieningselementen
3 IJs- en waterdispenser
4 Deurvakken
5 IJsblokjesbak
6 IJsbereider
7 Glasplateaus vriesruimte
8 Schuifladen van de vriesruimte
9 Vakje
10 Glasplateaus koelruimte
11 Watertank
12 Eierhouder
13 Groentelade
14 Vruchtenlade
15 Boter- en kaasvak
16 Deurvak met klep
nl
109
Bedieningselementen
1 Toetsen „freezer/super“
Temperatuur in de vriesruimte instellen.
Functie „Super-vriezen“ in- en uitschakelen.
2 Toets „Licht“
Verlichting voor ijs- en waterdispenser in- en
uitschakelen.
3 Toets „Water“
4 Toets „IJsblokjes/crushed ijs“
5 Toets „Alarm uit/blokkeren“
Weergave van het temperatuuralarm
uitschakelen.
Toetsenblokkering (kinderslot) in- en
uitschakelen.
6 Toetsen „fridge/super“
Temperatuur in koelruimte instellen.
Functie „Super-koelen“ in- en uitschakelen.
7 Display koelruimte
Temperatuur in koelruimte.
Symbool „super“ bij ingeschakelde functie
„Super-koelen“.
Symbool „alarm“ in geval van alarm in de
koelruimte.
8 Display vriesruimte
Temperatuur in de vriesruimte.
Symbool „super“ bij ingeschakelde functie
„Super-vriezen“.
Symbool „alarm“ in geval van alarm in de
koelruimte.
9 Symbolen op het display
Verlichting
Verlichting van de ijs- en
waterdispenser is ingeschakeld.
Water
Afgifte van water is ingeschakeld.
IJsblokjes
Afgifte van ijsblokjes is ingeschakeld.
Crushed ijs
Afgifte van crushed ijs is
ingeschakeld.
Toetsblokkering (kinderslot)
Toetsblokkering is ingeschakeld.
nl
110
Apparaat inschakelen
De stekker in het stopcontact steken.
Het apparaat begint te koelen.
Bij het eerste gebruik is de alarmfunctie gedeactiveerd
todat het apparaat de ingestelde temperatuur heeft
bereikt. Wanneer het apparaat weer in gebruik wordt
genomen nadat het langere tijd uitgeschakeld is
geweest, kan het temperatuuralarm in werking treden.
De temperatuurindicaties knipperen en op het display
wordt het „alarm“ symbool weergegeven, tot het
apparaat de ingestelde temperatuur bereikt heeft.
Door de toets „Alarm uit/blokkeren“ in te drukken wordt
de weergave van het temperatuuralarm uitgeschakeld.
De verlichting gaat aan bij geopende apparaatdeuren.
Af fabriek worden de volgende temperaturen
aanbevolen en vooringesteld:
Koelruimte +4 °C
Vriesruimte -18 °C.
Gebruiksinstructies
Na het inschakelen kan het meerdere uren duren
voordat de ingestelde temperaturen zijn bereikt.
Daarvoor geen levensmiddelen in het apparaat
leggen.
Door het volautomatische Nofrost-systeem blijft de
vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is niet nodig.
De kopse zijden van de behuizing worden deels licht
verwarmd ter voorkoming van condenswatervorming
bij de deurafdichting.
Kan de deur van de vriesruimte na het sluiten niet
direct weer worden geopend, wacht dan een
moment tot de ontstane onderdruk opgeheven is.
Temperatuur instellen
Koelruimte
Er kan een temperatuur worden ingesteld van +2 °C tot
+8 °C.
De toetsen „fridge/super +“ of „fridge/super -“ zo vaak
indrukken tot de gewenste koelruimtetemperatuur is
ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt opgeslagen. De
ingestelde temperatuur wordt op het display van de
koelruimte weergegeven.
Vriesruimte
De temperatuur kan worden ingesteld van -16 °C
tot -22 °C.
De toetsen „freezer/super +“ of „freezer/super -“ zo
vaak indrukken tot de gewenste koelruimtetemperatuur
is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt opgeslagen. De
ingestelde temperatuur wordt op het display van de
vriesruimte weergegeven.
Super-koelen
Bij het super-koelen wordt de koelruimte ca. 40 uur
lang zo koud mogelijk gekoeld. Daarna wordt de
temperatuur automatisch op +4 °C ingesteld.
Het super-koelen inschakelen bijv.
voor het plaatsen van grote hoeveelheden
levensmiddelen
Voor het snel koelen van dranken.
Aanwijzing
Is super-koelen ingeschakeld, dan kan dit leiden tot
meer bedrijfsgeluid.
Inschakelen
De toets „fridge/super -“ zo vaak indrukken tot op het
display van de koelruimte „super“ wordt weergegeven.
Uitschakelen
De toets „fridge/super +“ indrukken.
Aanwijzing
„super“ verdwijnt van het display. De temperatuur wordt
automatisch op +4 °C ingesteld.
nl
111
Super-vriezen
Levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern
worden bevroren, zodat vitamines, voedingswaarde,
uiterlijk en smaak behouden blijven.
Schakel enkele uren voor het plaatsen van de verse
levensmiddelen super-vriezen in, om een ongewenste
temperatuurstijging te voorkomen.
Over het algemeen is 4 - 6 uur afdoende.
Het apparaat werkt na het inschakelen continu.
Daardoor wordt in de vriezer een zeer lage temperatuur
bereikt.
Super-vriezen schakelt automatisch uit na ca. 48 uur.
Moet het maximale vriesvolume worden gebruikt, dan
dient Super-vriezen 24 uur voorafgaande aan het
plaatsen van de verse levensmiddelen te worden
ingeschakeld.
Kleinere hoeveelheden levensmiddel (tot max.2 kg)
kunt u zonder Super-vriezen invriezen.
Aanwijzing
Is Super-vriezen ingeschakeld, dan kan dit leiden tot
meer bedrijfsgeluid.
Inschakelen
De toets „freezer/super -“ zo vaak indrukken tot op het
display van de vriesruimte „super“ wordt weergegeven.
Uitschakelen
De toets „freezer/super +“ indrukken.
Aanwijzing
„super“ verdwijnt van het display. De temperatuur wordt
automatisch op -18 °C ingesteld.
Toetsblokkering (kinderslot)
Wanneer de toetsblokkering is ingeschakeld zijn alle
toetsen geblokkeerd.
Wanneer de toetsblokkering is ingeschakeld kan bij
een waarschuwingssignaal met de
toets „Alarm uit/blokkeren“ het waarschuwingssignaal
worden uitgeschakeld.
Inschakelen
De toets „Alarm uit/blokkeren“ indrukken.
Op het display wordt het symbool „toetsblokkering“
weergegeven.
Uitschakelen
De toets „Alarm uit/blokkeren“ 3 seconden indrukken.
Alarmfuncties
Deuralarm
Het deuralarm schakelt in wanneer een apparaatdeur
langer dan één minuut openstaat. Het
waarschuwingsgeluid wordt om de 60 seconden
gedurende 5 minuten herhaald. Door het sluiten van de
deur wordt het alarmgeluid weer uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Het display geeft het temperatuuralarm weer wanneer
het in de koel- of vriesruimte te warm is en de
levensmiddelen in gevaar komen.
Op het betreffende display wordt de hoogste
temperatuur en „alarm“ weergegeven.
Koelruimte
Wanneer het in de koelruimte te warm is geworden, het
opgewarmde product voor gebruik verwarmen. Rauwe
levensmiddelen in geval van twijfel niet meer gebruiken.
nl
112
Vriesruimte
Ontdooide waren niet opnieuw invriezen. Pas nadat ze
tot een gerecht zijn verwerkt (gekookt of gebraden),
kunnen ze opnieuw ingevroren worden.
De maximale bewaarduur niet meer geheel benutten.
Zonder gevaar voor het diepvriesproduct kan het alarm
inschakelen:
bij de ingebruikneming van het apparaat,
bij het plaatsen van grote hoeveelheden verse
levensmiddelen,
bij een te lang geopende deur van de vriesruimte.
Alarm uitschakelen
Toets „Alarm uit/blokkeren“ indrukken.
Aanwijzing
Zodra de ingestelde temperatuur weer bereikt is,
verdwijnt „alarm“ van het display.
Temperatuureenheid
De temperatuur kan in graden Celsius (°C) of
Fahrenheit (°F) worden weergegeven.
Na het inschakelen geeft het display de temperatuur
aan in graden Celsius (°C).
Instellen
1. De toets „Alarm uit/blokkeren“ indrukken.
Op het display wordt het symbool „toetsblokkering“
weergegeven.
2. De toets „Licht“ en „Water“ 10 seconden indrukken.
De temperatuureenheid schakelt om.
Energiezuinige modus
20 seconden nadat de deuren zijn gesloten of de
laatste toets werd bediend, schakelt het display naar de
energiezuinige modus. Het display schakelt uit, gedimd
zijn alleen nog de woorden „freezer“ en „fridge“ en het
symbool van de gekozen dispensermodus (water, ijs of
crushed ijs) zichtbaar.
Zodra een deur wordt geopend of een toets wordt
bediend, schakelt het display in met normale
verlichtingssterkte.
Effectieve inhoud
Informatie over de effectieve inhoud van uw apparaat
vindt u op de typeplaat.
Vriesvolume volledig gebruiken
Om de maximale hoeveelheid diepvriesproducten
onder te kunnen brengen, kunt u alle
indelingsonderdelen uitnemen. De levensmiddelen kunt
u dan direct in de vakjes en op de bodem van de
vriesruimte leggen.
Het uitnemen en plaatsen van de indelingsonderdelen
is omschreven in het hoofdstuk Uitrusting van het
apparaat.
nl
113
De koelruimte
De koelruimte is de ideale bewaarlocatie voor bereide
gerechten, gebak, conserven, melk en harde
kaassoorten.
Opletten bij het plaatsen
Bewaar verse en ongeschonden levensmiddelen. Zo
blijven de kwaliteit en versheid langer bewaard.
Bij bereide en gebottelde producten de door de
producent aangegeven minimale houdbaarheids- of
gebruiksdatum aanhouden.
Om aroma, kleur en versheid te behouden de
levensmiddelen goed verpakken of afdekken.
Overdracht van smaak en verkleuringen van
kunststof delen in de koelruimte worden hierdoor
voorkomen.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen
en dan pas in het apparaat plaatsen.
Aanwijzing
Voorkom contact tussen levensmiddelen en de
achterwand. Anders wordt de luchtcirculatie beïnvloed.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan de
achterwand vastvriezen.
Houd rekening met de koudezones in de
koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan zones
van een verschillende koudegraad:
De koudste zone bij de achterwand.
De warmste zone bij de deur, helemaal bovenin.
Aanwijzing
Bewaar in de warmste zone bijv. kaas en boter. Het
aroma van de kaas kan zo verder worden ontwikkeld
en de boter blijft smeerbaar.
De vriesruimte
De vriesruimte gebruiken
Voor het opslaan van diepvriesproducten.
Voor het maken van ijsblokjes.
Voor het invriezen van levensmiddelen.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van de vriesruimte altijd gesloten
is! Bij een geopende deur ontdooien de
diepvriesproducten en treedt er sterke ijsvorming op.
Bovendien: Energieverspilling door hoog
stroomverbruik!
Aanwijzing
De deurvakken met twee sterren kunnen worden
gebruikt voor het kort bewaren van ijs en
levensmiddelen bij -12 °C.
De rest van de vriesruimte heeft 4 sterren.
Max. vriesvermogen
Informatie over de maximale invriescapaciteit in 24 uur
vindt u op de typeplaat.
Vereisten voor maximale vriescapaciteit
Super-vriezen voor het plaatsen van verse producten
inschakelen (zie het hoofdstuk Super-vriezen).
Uitrustingsonderdelen verwijderen.
Stapel de levensmiddelen direct in de vakjes en op
de bodem van de vriesruimte.
Aanwijzing
De ventilatiesleuven in de achterwand niet afdekken
met diepvriesproducten.
Grotere hoeveelheden levensmiddelen bij voorkeur
in het bovenste vak invriezen. Hier worden ze
bijzonder snel en dus ook zorgvuldig ingevroren.
Invriezen en bewaren
Diepvriesproducten inkopen
De verpakking mag niet beschadigd zijn.
De houdbaarheidsdatum aanhouden.
De temperatuur in de verkoopkist moet -18 °C of
kouder zijn.
Diepvriesproducten indien mogelijk in een isolerende
tas transporteren en zo snel mogelijk in de vriezer
doen.
Let op bij het indelen
Grotere hoeveelheden levensmiddelen bij voorkeur
in het bovenste vak invriezen. Hier worden ze
bijzonder snel en dus ook zorgvuldig ingevroren.
De levensmiddelen ruim over de vakken, resp.
vriesladen verdelen.
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de
vers in te vriezen levensmiddelen in contact komen.
Eventueel ingevroren levensmiddelen in andere
vriesladen leggen.
Diepvriesproduct bewaren
Vrieslade tot de aanslag inschuiven om een
probleemloze luchtcirculatie te waarborgen.
nl
114
Verse levensmiddelen invriezen
Gebruik voor het invriezen alleen verse levensmiddelen.
Om voedingswaarde, aroma en kleur zo goed mogelijk
te behouden, moeten groenten voor het invriezen
geblancheerd worden.
Bij aubergines, paprika, courgettes en asperges is
blancheren niet nodig.
Boeken over invriezen en blancheren vindt u in de
boekwinkel.
Aanwijzing
Laat in te vriezen levensmiddelen niet in contact komen
met al bevroren levensmiddelen.
Geschikt om in te vriezen zijn:
Gebak, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte,
groenten, fruit, kruiden, eieren zonder schil,
melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en etensresten zoals soep,
eenpansgerechten, klaargemaakt vlees en
klaargemaakte vis, aardappelgerechten,
ovenschotels en zoete gerechten.
Niet geschikt om in te vriezen zijn:
Groenten die doorgaans rauw worden gegeten,
zoals sla, radijsjes, eieren in de schil, druiven, hele
appels, peren en perziken, hardgekookte eieren,
yoghurt, karnemelk, zure room, crème fraîche en
mayonaise.
Diepvriesproducten verpakken
Verpak levensmiddelen luchtdicht, zodat deze geen
smaak verliezen of uitdrogen.
1. Levensmiddel in de verpakking doen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Verpakking dicht afsluiten.
4. Inhoud en invriesdatum op de verpakking schrijven.
Geschikt as verpakking:
Kunststoffolie, folie van polyethyleen, aluminiumfolie,
invriesdozen.
Deze producten vindt u in de vakhandel.
Niet geschikt als verpakking:
Pakpapier, perkament, cellofaan, vuilniszakken en
gebruikte plastic winkeltassen.
Geschikt voor het afsluiten:
Rubber ringen, kunststof clips, sluiters,
koudebestendige tape, etc.
Zakken en folie van polyethyleen kunnen met een
folielasapparaat worden gelast.
Houdbaarheid van het diepvriesproduct
De houdbaarheid is afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Bij een temperatuur van -18 °C:
Vis, worst, bereide gerechten, brood en gebak:
max. 6 maanden
Kaas, gevogelte, vlees:
max. 8 maanden
Groenten, fruit:
max. 12 maanden.
Diepvriesproduct ontdooien
Afhankelijk van het soort en het gebruiksdoel kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
bij kamertemperatuur
in de koelkast
in de elektrische oven, met/zonder
heteluchtventilator
in de magnetron.
m Attentie
Ontdooide waren niet weer invriezen. Pas nadat ze tot
een gerecht zijn verwerkt (gekookt of gebraden),
kunnen ze opnieuw ingevroren worden.
De maximale bewaartijd van het diepvriesproduct niet
meer volledig benutten.
IJs- en waterdispenser
Afhankelijk van de behoefte kan worden afgenomen:
gekoeld water,
crushed ijs,
ijsblokjes.
m Waarschuwing
Nooit met uw handen in de ijsblokjesopening komen!
Gevaar voor lichamelijk letsel!
m Attentie
Geen flessen of levensmiddelen voor snel koelen in de
ijsblokjesbak leggen. De ijsbereider kan geblokkeerd
raken en beschadigen.
nl
115
Let op bij de ingebruikneming
De ijs- en waterdispenser werkt alleen wanneer er water
in de watertank is.
Na de ingebruikneming van het apparaat duurt het
ca. 24 uur tot de eerste portie ijsblokjes is gemaakt.
Na de eerste keer vullen van de watertank bevinden er
zich nog luchtbellen in de leidingen.
Drinkwater zolang aftappen en afvoeren, tot water
zonder luchtbellen kan worden afgetapt. De eerste
5 glazen weggooien.
Wanneer de ijsbereider voor de eerste keer wordt
gebruikt, de eerste 30 - 40 ijsblokjes om hygiënische
redenen niet gebruiken.
Opmerking voor gebruik van de
ijsbereider
Wanneer de vriesruimte de vriestemperatuur heeft
bereikt, stroomt er water in de ijsbereider. Dit bevriest
in de kamers tot ijsblokjes Als de ijsblokjes klaar zijn,
worden ze automatisch in de ijsblokjesbak geworpen.
Na de ingebruikneming van het apparaat duurt het
ca. 24 uur tot de eerste portie ijsblokjes is gemaakt.
Af en toe blijven de ijsblokjes aan elkaar kleven. Bij het
transport naar de dispenseropening komen ze meestal
vanzelf los.
Wanneer de ijsblokjesbak vol is, schakelt de ijsbereider
automatisch uit.
De ijsmachine is in staat, afhankelijk van de
omgevingstemperatuur, instelling van het apparaat en
tankinhoud, ca. 140 ijsblokjes per 24 uur te maken.
Bij het maken van de ijsblokjes is het zoemen van de
waterklep, het stromen van het water in de ijsschaal en
het vallen van de ijsblokjes hoorbaar.
Let op de drinkwaterkwaliteit
Alle gebruikte materialen van de dispenser zijn geur- en
smaakneutraal.
Wanneer het water een bijsmaak heeft, kan dit de
volgende oorzaken hebben:
Mineraal- en chloorgehalte van het drinkwater.
Versheid van het drinkwater. Wanneer langere tijd
geen water is afgetapt, kan het water "muf" gaan
smaken. In dit geval de watertank reinigen en vullen
met vers drinkwater.
Wij adviseren de watertank regelmatig te reinigen en te
vullen met schoon drinkwater. Daardoor blijft een
optimale waterkwaliteit gewaarborgd.
Watertank vullen
De watertank heeft een capaciteit van circa 4 liter.
Vul de watertank niet tot boven de markering MAX.
m Attentie
De watertank uitsluitend vullen met schoon drinkwater.
Niet vullen met andere vloeistoffen, zoals bijv.
Melk,
Sap,
Koolzuurhoudende dranken,
alcoholische dranken,
warme dranken.
De ijsmachine en/of waterdispenser
kan anders beschadigd raken.
1. Afdekkingen omhoog klappen en deksel openen.
2. Watertank vullen met drinkwater.
3. Deksel sluiten en afdekkingen terugklappen.
Aanwijzing
De watertank kan voor het vullen ook er uit worden
genomen.
Bij het terugplaatsen er op letten, dat de watertank
volledig, tot een merkbare weerstand worden geplaatst.
nl
116
Water aftappen
Aanwijzing
De waterdispenser schakelt na een minuut uit en op het
menu wordt kort "ES" weergegeven. Aansluitend kan
weer een minuut lang water worden getapt.
1. Druk op de toets „Water“. Op het display wordt het
symbool „Water“ weergegeven.
2. Glas tegen de dispenserhendel duwen, tot de
gewenste hoeveelheid in het glas zit.
Tip
De temperatuur van het water komt overeen met de
ingestelde koelruimtetemperatuur. Wanneer het water
kouder wordt gewenst, voor het aftappen extra
ijsblokjes in het glas doen.
IJs afnemen:
Glas slechts net zo lang tegen de dispenserhendel
drukken tot dit voor de helft met ijs is gevuld. Het ijs dat
zich in de dispenseropening voor ijsblokjes bevindt kan
anders leiden tot het overstromen van de beker of de
ijsblokjesdispenseropening blokkeren.
Wanneer voor de afname van ijsblokjes eerst crushed
ijs is afgenomen, kan zich nog crushed ijs in de
dispenseropening bevinden. Dit wordt met de eerste
portie ijsblokjes vrijgegeven.
1. De toets „IJsblokjes/crushed ijs“ indrukken totdat
op het display het symbool voor „IJsblokjes“ of
„Crushed ijs“ wordt weergegeven.
2. Glas tegen de dispenserhendel duwen, tot de
gewenste hoeveelheid erin zit.
nl
117
IJsbereider uitschakelen
Wanneer waarschijnlijk langer dan 1 week geen
ijsblokjes worden gebruikt (bijv. vakantie), dan moet de
ijsbereider tijdelijk worden stopgezet, om aan elkaar
vriezen van de ijsblokjes te voorkomen.
1. De toets „IJsblokjes/crushed ijs“ 3 seconden
indrukken.
Op het display knipperen ca. 3 seconden de symbolen
„IJsblokjes“, „Crush-ijs“ en „Toetsblokkering“.
Vervolgens wordt de waterdispenser ingeschakeld en
is het symbool „Water“ verlicht.
Aanwijzing
Wanneer de ijsbereider uitgeschakeld is, klinkt er bij
het indrukken van de toets „IJsblokjes/crushed ijs“, een
waarschuwingsgeluid en knipperen de symbolen
„IJsblokjes“, „Crush-ijs“ en „toetsblokkering“
ca. 3 seconden.
2. IJsblokjesbak eruit trekken.
3. IJsblokjesbak leegmaken en reinigen.
4. IJsblokjesbak op het oplegvlak geheel naar
achteren schuiven, tot hij vastklikt.
IJsbereider inschakelen
De toets „IJsblokjes/crushed ijs“ 3 seconden
indrukken.
Zodra de ijsbereider ingeschakeld is, klinkt er een
waarschuwingsgeluid.
Uitrusting
Glasplateaus
De glasplateaus kunnen worden uitgenomen en op
verschillende hoogtes worden geplaatst.
Uitnemen
Glasplateau van achter optillen en eruit trekken.
Plaatsen
Glasplateau op de geleiderail naar achteren schuiven,
totdat het naar onderen inklikt.
Glasplateau boven de lade
De glasplateaus kunnen worden verwijderd.
Het glasplateau eruit trekken en naar boven toe
verwijderen.
Deurvakken
De deurvakken kunnen worden verwijderd.
De deurvakken er naar boven uittrekken.
nl
118
IJsblokjesbak
De ijsblokjesbak dient voor het bewaren van ijsblokjes.
De ijsblokjesbak aan de voorzijde optillen en uitnemen.
Laden
De laden kunnen worden verwijderd.
De lade tot er tot de aanslag uittrekken, aan de
voorzijde optillen en volledig uittrekken.
Vakje
Voor het bewaren van drankblikjes.
Eierhouder
Deurvak met klep
Dit vak kan worden verwijderd.
Het vak er naar boven uittrekken.
nl
119
Apparaat uitschakelen en uit
bedrijf nemen
Apparaat uitschakelen
Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen.
Koelmachine en verlichting schakelen uit.
Wanneer het apparaat uitgeschakeld moet worden,
zonder de netstekker uit het stopcontact te halen (bijv.
tijdens de vakantie):
De toetsen „freezer/super +“ en „fridge/super +“
5 seconden drukken. Wanneer het apparaat is
uitgeschakeld, geven de temperatuurindicaties „- -“
aan. De rest van het display is uitgeschakeld.
Apparaat inschakelen:
De toetsen „freezer/super +“ en „fridge/super +“
5 seconden drukken.
Apparaat uit bedrijf nemen
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen.
2. Apparaat uitschakelen.
3. Watertank legen en reinigen.
4. IJsblokjesbak leegmaken en reinigen.
5. Apparaat reinigen.
6. Deur van het apparaat open laten.
Ontdooien
Koelruimte
Terwijl het apparaat in bedrijf is, vormen zich op de
achterwand van de koelruimte dauwwaterdruppels of
rijp. Omdat de achterwand automatisch ontdooit, is het
niet nodig rijp of dauwwaterdruppels te verwijderen.
Vriesruimte
Door het volautomatische Nofrost-systeem blijft de
vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is niet meer nodig.
Apparaat reinigen
m Attentie
Gebruik geen zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaak- en oplosmiddelen.
Geen schurende of krassende sponzen gebruiken.
Op metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan.
Nooit plateaus en bakken in de vaatwasser reinigen.
Deze kunnen vervormen!
Ga als volgt te werk:
1. Vóór het reinigen het apparaat uitschakelen.
2. Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen.
3. Levensmiddelen uit het apparaat halen en op een
koele plaats bewaren. Koelelement (indien
beschikbaar) op de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Reinig het apparaat met een zachte doek,
lauwwarm water en wat pH-neutraal afwasmiddel.
Het schoonmaakwater mag niet in de verlichting of
door het afvoergat in de verdampingsschaal komen.
6. De deurafdichting alleen met schoon water afnemen
en daarna grondig droog wrijven.
7. Na het schoonmaken het apparaat weer aansluiten
en inschakelen.
8. Levensmiddelen weer in het apparaat doen.
Uitrusting
Voor de reiniging kunnen alle variabele onderdelen van
het apparaat worden uitgenomen (zie het hoofdstuk
Uitrusting).
IJsblokjesbak
Wanneer langere tijd geen ijsblokjes worden
uitgenomen, worden de al geproduceerde ijsblokjes
kleiner, smaken ze muf en kleven ze aan elkaar.
Daarom moet de ijsblokjesbak regelmatig gereinigd
worden.
m Attentie
Een gevulde ijsblokjesbak is zwaar.
1. De toets „IJsblokjes/crushed ijs“ 3 seconden
indrukken.
2. IJsblokjesbak eruit trekken.
3. IJsblokjesbak leegmaken en reinigen.
4. IJsblokjesbak op het oplegvlak leggen en geheel
naar achteren schuiven, tot hij vastklikt.
nl
120
Wateropvangbak
Het water verzamelt zich in de wateropvangbak.
1. Voor het leegmaken en reinigen de filter afnemen.
2. De wateropvangbak met een spons of goed
absorberende doek afnemen.
3. De zeef plaatsen.
Watertank
Aanwijzing
De watertank moet regelmatig gereinigd worden.
1. Afdekking omhoogklappen.
2. Watertank er uit nemen.
3. Alle klemmen openen en deksel verwijderen.
4. Uitloop onder uit de geleiding er uit schuiven en
naar boven er uit trekken.
5. Uitloopzeef verwijderen.
6. Alle onderdelen van de watertank met schoon water
reinigen.
7. Uitloopzeef in de uitloop plaatsen. De puntjes op de
uitloopzeef moeten naar onderen wijzen.
8. Uitloop in de uitloopopening steken en onder in de
geleiding schuiven.
9. Deksel op de watertank plaatsen en alle klemmen
sluiten.
10.Watertank geheel tot een merkbare weerstand in de
geleidingen schuiven.
Geuren
Wanneer u onaangename geuren constateert:
1. Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen.
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen.
3. Binnenruimte reinigen (zie het hoofdstuk Apparaat
reinigen).
4. Alle verpakkingen reinigen.
5. Sterk ruikende levensmiddelen luchtdicht verpakken
om geurvorming te voorkomen.
6. Apparaat weer inschakelen.
7. Levensmiddelen in het apparaat doen.
8. Na 24 uur controleren of er opnieuw geurvorming
optreedt.
nl
121
Verlichting (LED)
Uw apparaat is uitgevoerd met een onderhoudsvrije
LED-verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen uitsluitend door
de servicedienst of geautoriseerde vakkrachten worden
uitgevoerd.
Energie besparen
Apparaat in een droge, geventileerde ruimte
plaatsen. Het apparaat mag niet direct in de zon of in
de nabijheid van een warmtebron staan (bijv.
radiator, open haard).
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Warme levensmiddelen en dranken eerst laten
afkoelen, dan pas in het apparaat zetten.
Diepvriesproducten voor het ontdooien in de
koelruimte plaatsen en de koude van het
diepvriesproduct voor de koeling van
levensmiddelen benutten.
Apparaat zo kort mogelijk openen.
Om te voorkomen dat de levensmiddelen bij een
eventuele stroomuitval of storing snel opwarmen,
koelelementen in het bovenste vak direct op de
levensmiddelen leggen.
Let erop dat de deur van de vriesruimte altijd
gesloten is.
De plaatsing van de indelingselementen heeft geen
invloed op het energieverbruik van het apparaat.
Om een verhoogd stroomverbruik te voorkomen, de
be- en ontluchtingsopeningen af en toe met een
kwast of stofzuiger reinigen.
Bedrijfsgeluiden
Normale geluiden
Brommen
Motoren draaien (bijv. koelaggregaat, ventilator).
Borrelende, zoemende of gorgelende geluiden
Koelmiddel stroomt door de buizen of water in de
ijsbereider.
Klikken:
Motor, schakelaar, of magneetventielen schakelen in of
uit.
Kloppen
IJsblokjes van de ijsbereider vallen in de ijsblokjesbak.
Geluiden voorkomen
Het apparaat staat niet horizontaal
Stel het apparaat horizontaal m.b.v. een waterpas.
Gebruik daarvoor de schroefvoeten van het apparaat of
leg er iets onder.
Het apparaat staat ergens tegenaan
Zet het apparaat los van andere meubels of apparaten.
Vakken of plateaus wiebelen of klemmen
Controleer de uitneembare delen en plaats deze
eventueel opnieuw.
Verpakkingen komen met elkaar in contact
Haal de verpakkingen iets uit elkaar.
nl
122
Kleine storingen zelf opheffen
Voordat u contact opneemt met de servicedienst:
Controleer of u de storing zelf aan de hand van de volgende instructies kunt verhelpen.
De kosten voor de servicedienst zijn voor uw eigen rekening ook tijdens de garantieperiode!
Apparaat
IJsbereider
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat heeft geen
koelvermogen.
De verlichting werkt niet.
Het display gaat niet aan.
Stroomonderbreking. Controleer of de spanning aanwezig is.
Zekering is uitgeschakeld. Zekering controleren.
Netstekker zit niet goed vast. Controleer of de netstekker goed vast zit.
De compressor schakelt
steeds vaker en langer in.
Frequent openen van het apparaat. Apparaat niet onnodig openen.
De be- en ontluchtingsopeningen zijn
bedekt.
Obstakels wegnemen.
Plaatsen van grotere hoeveelheden
verse levensmiddelen.
Super-koelen resp. Super-vriezen
inschakelen.
In de koelruimte of vriesruimte
is het te koud.
Temperatuur is te koud ingesteld. Temperatuur warmer instellen.
De Verlichting (LED) werkt niet. De LED-verlichting is defect. Zie het hoofdstuk Verlichting (LED).
Lichtschakelaar klemt. Controleer of de lichtschakelaar bewogen
kan worden.
Apparaat was te lang geopend.
De verlichting wordt na
ca. 10 minuten uitgeschakeld.
Na het sluiten en openen van het apparaat
is de verlichting weer aan.
Er is sprake van onaangename
geuren.
Sterk geurende levensmiddelen zijn
niet luchtdicht verpakt.
Apparaat reinigen. Sterk geurende
levensmiddelen luchtdicht verpakken (zie
het hoofdstuk Geuren).
Er klinkt een
waarschuwingsgeluid of de
temperatuurindicatie knippert.
Het is te warm in de koel- of
vriesruimte! Gevaar voor de
levensmiddelen.
Apparaatdeur staat open. Zie het hoofdstuk Alarmfuncties.
Er zijn te veel levensmiddelen tegelijk
in geplaatst.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
IJsbereider werkt niet. IJsbereider is niet op de
stroomvoorziening aangesloten.
Servicedienst inschakelen.
IJsbereider krijgt geen vers water. Watertank vullen met drinkwater.
De temperatuur in de vriesruimte is te
hoog.
Temperatuur in de vriesruimte controleren
en eventueel iets kouder instellen.
IJsbereider maakt niet
voldoende ijs of het ijs is
vervormd.
Apparaat of ijsbereider is pas
kortgeleden ingeschakeld.
Het duurt ca. 24 uur voordat de ijsproductie
begint.
Er is een grote hoeveelheid ijs
afgenomen.
Het duurt ca. 24 uur voordat de
ijsblokjesbak weer is gevuld.
Uitloopzeef is verstopt of verkeerd
ingebouwd.
Uitloopzeer uitbouwen, reinigen en
inbouwen. De puntjes op de uitloopzeef
moeten naar onderen wijzen.
nl
123
Servicedienst
Een servicedienst in uw omgeving vindt u in het
telefoonboek of in de servicedienst-index. Geef aan de
servicedienst het typenummer (E-Nr.) en het
fabricagenummer (FD-Nr.) van uw apparaat door.
U vindt deze op het typeplaatje.
Help mee om onnodige voorrijkosten te voorkomen
door het artikel- en fabricagenummer door te geven. U
bespaart de hieraan verbonden extra kosten.
Reparatie-opdracht en advies bij
storingen
De contactgegevens voor alle landen vindt u in het
bijgaande servicedienst-overzicht.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
IJsbereider maakt geen ijs. IJsbereider is uitgeschakeld. IJsbereider inschakelen.
Temperatuur in vriesruimte te hoog. Temperatuur in vriesruimte wat lager
instellen.
IJsblokjesbak niet goed geplaatst. Positie controleren, eventueel nogmaals
plaatsen.
Watertank is leeg. Watertank vullen met drinkwater.
Er komt geen water uit de
waterdispenser.
Watertank is leeg. Watertank vullen met drinkwater.
Uitloopzeef is verstopt of verkeerd
ingebouwd.
Uitloopzeer uitbouwen, reinigen en
inbouwen. De puntjes op de uitloopzeef
moeten naar onderen wijzen.
Op het display wordt "ES"
weergegeven.
Er werd langer dan een minuut water
getapt.
Zodra water tappen weer mogelijk is, wordt
"ES" niet langer weergegeven.
De waterdispenser is defect, wanneer
op het display continu "ES" wordt
weergegeven.
Klantenservice inschakelen.
NL 088 424 4010
B 070 222 141

Documenttranscriptie

nl Inhoudsopgave Veiligheids- en waarschuwingsinstructies ... Instructies betreffende het afvoeren ............ Leveringsomvang ......................................... Apparaat plaatsen ....................................... Opstellingsmaten ......................................... Deuropeningshoek ...................................... Apparaat aansluiten ..................................... Deurmontage ............................................... Apparaat leren kennen ................................ Apparaat inschakelen .................................. Temperatuur instellen .................................. Super-koelen ................................................ Super-vriezen ............................................... Toetsblokkering (kinderslot) ........................ Alarmfuncties ............................................... Temperatuureenheid .................................... Energiezuinige modus ................................. Effectieve inhoud ......................................... De koelruimte ............................................... De vriesruimte .............................................. Max. vriesvermogen ..................................... Invriezen en bewaren ................................... Verse levensmiddelen invriezen .................. Diepvriesproduct ontdooien ........................ IJs- en waterdispenser ................................. Uitrusting ...................................................... Apparaat uitschakelen en uit bedrijf nemen ............................................... Ontdooien .................................................... Apparaat reinigen ........................................ Geuren ......................................................... Verlichting (LED) .......................................... Energie besparen ........................................ Bedrijfsgeluiden ........................................... Kleine storingen zelf opheffen ..................... Servicedienst ................................................ 6 101 102 102 102 104 104 105 107 108 110 110 110 111 111 111 112 112 112 113 113 113 113 114 114 114 117 119 119 119 120 121 121 121 122 123 nl nlInhoudsopgavenlGebruikersa nwijzng Veiligheids- en waarschuwingsinstructies Voordat u het apparaat in gebruik neemt Lees de gebruiks- en installatiehandleiding zorgvuldig door! U vindt hierin belangrijke informatie over het opstellen, het gebruik en onderhoud van het apparaat. De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer de aanwijzingen en waarschuwingen in de gebruikersaanwijzing niet in acht worden genomen. Bewaar alle documenten voor later gebruik of voor de volgende eigenaar. Technische veiligheid Het apparaat bevat een kleine hoeveelheid van het milieuvriendelijke maar brandbare koelmiddel R600a. Let erop dat de leidingen van het koelmiddelcircuit tijdens het transport of de installatie niet beschadigd raken. Koelmiddel dat uit het apparaat spuit kan vlam vatten en oogletsel tot gevolg hebben. In geval van beschadiging ■ het apparaat uit de buurt houden van open vuur of ontstekingsbronnen, ■ de ruimte gedurende enkele minuten goed ventileren, ■ het apparaat uitschakelen en de netstekker uit het stopcontact halen, ■ contact opnemen met de servicedienst. Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat, des te groter moet de ruimte zijn waarin het zich bevindt. In te kleine ruimtes kan bij een lekkage een brandbaar gas-luchtmengsel ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet de ruimte minimaal 1 m³ groot zijn. Op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat staat hoeveel koelmiddel het bevat. Wanneer de aansluitkabel van dit apparaat beschadigd raakt, dient deze door de fabrikant, de servicedienst of een persoon die daartoe eveneens gekwalificeerd is te worden vervangen. Indien de installatie of reparaties op ondeskundige wijze worden uitgevoerd, houdt dit een aanzienlijk risico in voor de gebruiker. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de fabrikant, de servicedienst of een persoon die daartoe eveneens gekwalificeerd is. Er mogen uitsluitend originele onderdelen van de fabrikant worden gebruikt. Alleen voor deze onderdelen garandeert de fabrikant dat ze voldoen aan de veiligheidsbepalingen. Een verlengstuk van de aansluitkabel mag uitsluitend via de servicedienst worden betrokken. ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Voorkomen van gevaren voor kinderen en risicopersonen Risicopersonen zijn: kinderen, ■ personen, die lichamelijk, psychisch of in hun waarnemingen beperkt zijn, ■ personen die onvoldoende kennis hebben om het apparaat veilig te kunnen bedienen. Maatregelen: ■ ■ ■ Bij gebruik ■ ■ Nooit elektrische apparaten binnen in het apparaat gebruiken (bijv. verwarmingstoestellen, elektrische ijsbereiders). Explosiegevaar! Het apparaat nooit met een stoomreiniger ontdooien of schoonmaken! De stoom kan bij de elektrische delen komen en kortsluiting veroorzaken. Gevaar voor elektrocutie! Geen spitse of scherpe objecten gebruiken om rijpen ijslagen te verwijderen. Hiermee kunt u de koelmiddelleidingen beschadigen. Vrijkomend koelmiddel kan ontbranden of oogletsel veroorzaken. Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen explosieve stoffen bewaren. Explosiegevaar! Onderstuk, lades, deuren enz. niet gebruiken als opstapje of ter ondersteuning. Voor het ontdooien en schoonmaken de netstekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen. Niet aan de kabel maar aan de stekker trekken. Middelen met een hoog alcoholpercentage alleen goed afgesloten en rechtop bewaren. Kunststofdelen en deurafdichting niet verontreinigen met olie of vet. Kunststofdelen en deurafdichting worden anders poreus. Be- en ontluchtingsopeningen voor het apparaat nooit afdekken of afsluiten. Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) die beschikken over beperkte fysische, sensorische of psychische capaciteiten of een gebrekkige kennis, wanneer zij onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of indien zij van deze persoon aanwijzingen over het gebruik van het apparaat hebben gekregen. In de vriesruimte geen vloeistoffen opslaan in flessen en verpakkingen (met name geen koolzuurhoudende dranken). Flessen en verpakkingen kunnen barsten! Diepvriesproducten nooit direct nadat ze uit de vriesruimte genomen zijn in de mond nemen. Gevaar voor lichamelijk letsel! Voorkom langer contact van de handen met de diepvriesproducten, ijs, de verdamperleidingen enz. Gevaar voor lichamelijk letsel! ■ ■ ■ Zorg ervoor dat kinderen en risicopersonen de gevaren begrepen hebben. Een persoon die verantwoordelijk is voor de veiligheid dient bij het apparaat toezicht te houden op kinderen en risicopersonen of hun aanwijzingen te geven. Het apparaat alleen laten gebruiken door kinderen vanaf 8 jaar. Tijdens de reiniging en het onderhoud dienen kinderen onder toezicht te staan. Nooit kinderen met het apparaat laten spelen. 101 nl Algemene bepalingen Het apparaat is geschikt voor het koelen en invriezen van levensmiddelen, ■ voor ijsbereiding. Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 2.000 meter boven zeeniveau.. Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik in privéhuishoudingen en binnen de huiselijke omgeving. Het apparaat is radio-ontstoord conform EU‐Richtlijn 2004/108/EG. Het koelcircuit is op lekdichtheid gecontroleerd. Dit product voldoet aan de geldende veiligheidsbepalingen voor elektrische apparaten (EN 60335-2-24). ■ Leveringsomvang Controleer alle onderdelen na het uitpakken op eventuele transportschade. Neem in geval van klachten contact op met de winkel waar u het apparaat heeft gekocht of met onze servicedienst. De levering bestaat uit de volgende onderdelen: ■ Zelfstandig apparaat ■ Uitrusting (afhankelijk van het model) ■ Zak met montagemateriaal ■ Gebruikers- en installatiehandleiding ■ Schrift voor servicedienst ■ Garantiebijlagen ■ Informatie over energieverbruik en geluid Instructies betreffende het afvoeren Apparaat plaatsen * Verpakking afvoeren Transport De verpakking beschermt uw apparaat tegen transportschade. Alle gebruikte materialen zijn milieuvriendelijk en herbruikbaar. Draag bij aan het behoud van het milieu door de verpakking op een milieuvriendelijke manier af te voeren. Vraag bij uw vakhandelaar of gemeente informatie over actuele afvoermethoden. Het apparaat is zwaar en moet bij het transport en de installatie worden geborgd. Vanwege het gewicht en de afmetingen van het apparaat en om het risico van letsel of schade eraan te minimaliseren, zijn er minimaal twee personen nodig om het op te stellen. De rollen zijn uitsluitend voor de installatie bedoeld. Het apparaat niet m.b.v. de rollen transporteren. Het apparaat mag niet met de rollen op ongelijke of zachte ondergronden verplaatst worden. * Oud apparaat afvoeren Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen worden teruggewonnen. Dit apparaat is overeenkomstig de Europese Richtlijn 2012/19/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE) gemarkeerd. De richtlijn bepaalt het kader voor terugname en verwerking van oude apparaten in de EU. m Waarschuwing Bij versleten apparaten: 1. Netstekker uit het stopcontact halen. 2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de netstekker verwijderen. 3. Plateaus en bakken niet uitnemen, om kinderen het naar binnen klimmen te bemoeilijken! 4. Kinderen niet met het afgedankte apparaat laten spelen. Verstikkingsgevaar! Koelapparaten bevatten koelmiddelen en in de isolatie bevinden zich gassen. Koelmiddelen en gassen moeten correct worden afgevoerd. De leidingen van het koelmiddelcircuit mogen voordat ze op de juiste wijze zijn afgevoerd niet beschadigd raken. 102 Opstellingsplaats Voor het opstellen van het apparaat is een droge, ventileerbare ruimte geschikt. De opstelplaats mag niet zijn blootgesteld aan direct zonlicht of zich direct in de buurt van een warmtebron zoals een fornuis, kachel, enz bevinden. Wanneer het noodzakelijkerwijs naast een warmtebron wordt geplaatst, dient een geschikte isolatieplaat te worden gebruikt of moeten de volgende minimale afstanden tot de warmtebron worden aangehouden: ■ ■ Tot elektrische- en gasfornuizen 3 cm. Tot olie- of kolengestookte kachels 30 cm. nl Ondergrond De bodem op de opstellocatie mag niet meegeven. Indien nodig de bodem versterken. Het apparaat is zwaar. Zie voor het leeggewicht de volgende tabel. Uitvoering met ijs- en waterdispenser 107 kg Wandafstand Om de deuren tot aan de aanslag te kunnen openen, moeten bij het opstellen in een hoek of nis minimale afstanden aan de zijkant worden aangehouden (zie het hoofdstuk "Opstellingsmaten"). Wanneer de diepte van de naastgelegen keukeninrichtingen groter is dan 65 cm, moeten de minimale afstanden aan de zijkant worden aangehouden om de volledige openingshoek van de deuren te kunnen gebruiken (zie het hoofdstuk “Deuropeningshoek“). Minimale afstand tot de achterwand De meegeleverde afstandshouder met de schroeven op de daarvoor bestemde openingen aan de achterkant van het apparaat bevestigen. Let op de kamertemperatuur en de ventilatie Kamertemperatuur Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse. Afhankelijk van de klimaatklasse kan het apparaat bij de volgende kamertemperaturen worden gebruikt. De klimaatklasse staat op het typeplaatje. Klimaatklasse SN N ST T Toegestane kamertemperatuur +10 °C ... 32 °C +16 °C ... 32 °C +16 °C ... 38 °C +16 °C ... 43 °C Aanwijzing Het apparaat is binnen de kamertemperatuurgrenzen van de vermelde klimaatklasse volledig functioneel. Wanneer een apparaat met klimaatklasse SN bij koudere kamertemperaturen wordt gebruikt, kunnen beschadigingen tot een temperatuur van +5°C worden uitgesloten. Ventilatie De opgewarmde lucht moet ongehinderd kunnen verdwijnen. Anders moet het koelapparaat meer vermogen leveren. Hierdoor wordt het stroomverbruik verhoogd. Daarom: nooit de be- en ontluchtingsopening afdekken of afsluiten! Door de afstandshouder wordt de minimale afstand van 22 mm tot de wand aangehouden en is de ventilatie gewaarborgd. 103 nl Opstellingsmaten Afstandshouder *720 mm met Afstandshouders min. 22 Afmetingen in mm Afmetingen in mm Zijwand afstand Zijwand diepte Laden volledig uittrekbaar bij 145° deuropening Afmetingen in mm Deuropeningshoek min. 22 Laden volledig uittrekbaar bij 145° deuropening 104 Afmetingen in mm nl Apparaat aansluiten Na het opstellen van het apparaat minimaal 1 uur wachten alvorens het in bedrijf te nemen. Tijdens het transport kan in de compressor aanwezige olie zich afzetten in het koelsysteem. Voor de eerste ingebruikname de binnenruimte van het apparaat reinigen (zie het hoofdstuk Apparaat reinigen). Verwijder de transportborgingen van de plateaus en deurvakken pas na het opstellen. Elektrische aansluiting De contactdoos moet dicht bij het apparaat en ook na opstelling van het apparaat vrij toegankelijk zijn. Het apparaat voldoet aan veiligheidsklasse I. Via een conform de voorschriften geïnstalleerde contactdoos met randaarde het apparaat op 220 - 240 V/50 Hz wisselspanning aansluiten. De contactdoos moet met een 10 A tot 16 A zekering zijn gezekerd. Bij apparaten die in niet-Europese landen worden gebruikt, moet worden gecontroleerd of de opgegeven spanning en stroom overeenkomen met de waarden van het elektriciteitsnet. Deze informatie vindt u op het typeplaatje. m Waarschuwing Het apparaat mag in geen geval op een elektronische energiespaarstekker worden aangesloten. Voor het gebruik van onze apparaten kunnen sinus- en netgestuurde omvormers worden gebruikt. Netgestuurde omvormers worden gebruikt bij fotovoltaïsche of PV-installaties, die direct op het openbare stroomnet worden aangesloten. Bij eilandoplossingen (bijv. bij schepen of berghutten), die geen directe aansluiting op het openbare stroomnet hebben, moeten sinusgeregelde omvormers worden gebruikt. 2. Om ervoor te zorgen dat het apparaat niet weg kan rollen, de twee voorste voeten uitdraaien tot ze vast op de bodem staan. 3. Aan de voeten draaien tot het apparaat exact horizontaal staat. De deuren van het apparaat als referentievlak gebruiken. 4. De vriesruimtedeur is lager: 5. De koelruimtedeur is lager: Apparaat uitlijnen Aanwijzing Om ervoor te zorgen dat het apparaat optimaal functioneert, moet het met een waterpas horizontaal worden uitgelijnd. Wanneer het apparaat scheef staat, kan dit tot gevolg hebben dat er water uit de ijsbereider wegloopt, ongelijke ijsblokjes worden gemaakt of de deuren niet meer goed sluiten. 1. Apparaat op de daarvoor bedoelde plaats zetten. 105 nl Wanneer het apparaat exact horizontaal is gesteld, maar één apparaatdeur lager staat: 1. Apparaatdeuren openen. 2. 3 schroeven eruit draaien en de plint verwijderen. 3. Moer losdraaien. Aanwijzing Door het eigen gewicht en doordat er levensmiddelen in de deur staan, kan het voorkomen dat de deur van de koelruimte helt, zelfs wanneer het apparaat recht staat. De deurspleet is boven en onder niet even groot. 4. Aan de instelmoer draaien, totdat de apparaatdeuren horizontaal zijn gesteld. Wanneer de deurspleet boven en onder niet even groot is: 5. Vriesruimtedeur is lager: Instelmoer tegen de klok in draaien. 6. Koelruimtedeur is lager: Instelmoer met de klok mee draaien. 7. Moer vastdraaien. 8. Plint aanbrengen en met 3 schroeven bevestigen. 1. 2 schroeven eruit draaien en de bovenste scharnierafdekking afnemen. 2. Scharnierschroeven losdraaien. Schroeven niet helemaal eruit draaien! 3. Hellingshoek van de deur van de koelruimte instellen. 4. Scharnierschroeven vastdraaien. 5. Scharnierafdekking plaatsen en met 2 schroeven bevestigen. 106 nl Controleren of de waterleiding lekdicht is 1. De stekker in het stopcontact steken. 9. Koppelingen naar vriesruimtedeur op lekdichtheid controleren. 2. Deur van de koelruimte openen. 3. Watertank vullen met drinkwater. 10.Plint aanbrengen en met 3 schroeven bevestigen. 4. Deur van de koelruimte sluiten. 5. Druk op de knop "Water". Op het display wordt het symbool „Water“ weergegeven. Deurmontage Wanneer het apparaat niet door de deuropening van de woning kan, kunnen de deurgrepen of deuren van het apparaat gedemonteerd worden. 6. Een glas tegen de dispenser-hendel drukken, totdat er water uit stroomt. Aanwijzing De deurgrepen of apparaatdeuren mogen uitsluitend door de servicedienst worden gedemonteerd. De kosten daarvoor kunt u opvragen bij uw verantwoordelijke servicedienst. 7. Apparaatdeuren openen. 8. 3 schroeven er uit draaien en de plint verwijderen. 107 nl Apparaat leren kennen Apparaat De uitrusting van de modellen kan variëren. Afwijkingen van de afbeeldingen zijn mogelijk. A B Koelruimte Vriesruimte (4 sterren) 1 Deurvakken (2-sterren vak) 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Aanwijzing Alleen deze deurvakken hebben 2 sterren, voor het overige heeft de vriesruimte 4 sterren. Bedieningselementen IJs- en waterdispenser Deurvakken IJsblokjesbak IJsbereider Glasplateaus vriesruimte Schuifladen van de vriesruimte Vakje Glasplateaus koelruimte Watertank Eierhouder Groentelade Vruchtenlade Boter- en kaasvak Deurvak met klep 108 nl Bedieningselementen 1 Toetsen „freezer/super“ ■ ■ 2 Temperatuur in de vriesruimte instellen. Functie „Super-vriezen“ in- en uitschakelen. Toets „Licht“ ■ Verlichting voor ijs- en waterdispenser in- en uitschakelen. 3 Toets „Water“ 4 Toets „IJsblokjes/crushed ijs“ 5 Toets „Alarm uit/blokkeren“ ■ Weergave van het temperatuuralarm uitschakelen. ■ Toetsenblokkering (kinderslot) in- en uitschakelen. 6 ■ Verlichting Verlichting van de ijs- en waterdispenser is ingeschakeld. Water Afgifte van water is ingeschakeld. IJsblokjes Afgifte van ijsblokjes is ingeschakeld. Crushed ijs Afgifte van crushed ijs is ingeschakeld. Toetsblokkering (kinderslot) Toetsblokkering is ingeschakeld. Temperatuur in koelruimte instellen. Functie „Super-koelen“ in- en uitschakelen. Display koelruimte ■ ■ ■ 8 Symbolen op het display Toetsen „fridge/super“ ■ 7 9 Temperatuur in koelruimte. Symbool „super“ bij ingeschakelde functie „Super-koelen“. Symbool „alarm“ in geval van alarm in de koelruimte. Display vriesruimte ■ ■ ■ Temperatuur in de vriesruimte. Symbool „super“ bij ingeschakelde functie „Super-vriezen“. Symbool „alarm“ in geval van alarm in de koelruimte. 109 nl Apparaat inschakelen De stekker in het stopcontact steken. Het apparaat begint te koelen. Bij het eerste gebruik is de alarmfunctie gedeactiveerd todat het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt. Wanneer het apparaat weer in gebruik wordt genomen nadat het langere tijd uitgeschakeld is geweest, kan het temperatuuralarm in werking treden. De temperatuurindicaties knipperen en op het display wordt het „alarm“ symbool weergegeven, tot het apparaat de ingestelde temperatuur bereikt heeft. Door de toets „Alarm uit/blokkeren“ in te drukken wordt de weergave van het temperatuuralarm uitgeschakeld. De verlichting gaat aan bij geopende apparaatdeuren. Vriesruimte De temperatuur kan worden ingesteld van -16 °C tot -22 °C. De toetsen „freezer/super +“ of „freezer/super -“ zo vaak indrukken tot de gewenste koelruimtetemperatuur is ingesteld. Af fabriek worden de volgende temperaturen aanbevolen en vooringesteld: ■ Koelruimte +4 °C ■ Vriesruimte -18 °C. De laatst ingestelde waarde wordt opgeslagen. De ingestelde temperatuur wordt op het display van de vriesruimte weergegeven. Gebruiksinstructies Super-koelen ■ ■ ■ ■ Na het inschakelen kan het meerdere uren duren voordat de ingestelde temperaturen zijn bereikt. Daarvoor geen levensmiddelen in het apparaat leggen. Door het volautomatische Nofrost-systeem blijft de vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is niet nodig. De kopse zijden van de behuizing worden deels licht verwarmd ter voorkoming van condenswatervorming bij de deurafdichting. Kan de deur van de vriesruimte na het sluiten niet direct weer worden geopend, wacht dan een moment tot de ontstane onderdruk opgeheven is. Bij het super-koelen wordt de koelruimte ca. 40 uur lang zo koud mogelijk gekoeld. Daarna wordt de temperatuur automatisch op +4 °C ingesteld. Het super-koelen inschakelen bijv. ■ ■ voor het plaatsen van grote hoeveelheden levensmiddelen Voor het snel koelen van dranken. Aanwijzing Is super-koelen ingeschakeld, dan kan dit leiden tot meer bedrijfsgeluid. Inschakelen Temperatuur instellen De toets „fridge/super -“ zo vaak indrukken tot op het display van de koelruimte „super“ wordt weergegeven. Koelruimte Er kan een temperatuur worden ingesteld van +2 °C tot +8 °C. De toetsen „fridge/super +“ of „fridge/super -“ zo vaak indrukken tot de gewenste koelruimtetemperatuur is ingesteld. Uitschakelen De toets „fridge/super +“ indrukken. Aanwijzing „super“ verdwijnt van het display. De temperatuur wordt automatisch op +4 °C ingesteld. De laatst ingestelde waarde wordt opgeslagen. De ingestelde temperatuur wordt op het display van de koelruimte weergegeven. 110 nl Super-vriezen Toetsblokkering (kinderslot) Levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden bevroren, zodat vitamines, voedingswaarde, uiterlijk en smaak behouden blijven. Schakel enkele uren voor het plaatsen van de verse levensmiddelen super-vriezen in, om een ongewenste temperatuurstijging te voorkomen. Over het algemeen is 4 - 6 uur afdoende. Het apparaat werkt na het inschakelen continu. Daardoor wordt in de vriezer een zeer lage temperatuur bereikt. Super-vriezen schakelt automatisch uit na ca. 48 uur. Moet het maximale vriesvolume worden gebruikt, dan dient Super-vriezen 24 uur voorafgaande aan het plaatsen van de verse levensmiddelen te worden ingeschakeld. Kleinere hoeveelheden levensmiddel (tot max.2 kg) kunt u zonder Super-vriezen invriezen. Wanneer de toetsblokkering is ingeschakeld zijn alle toetsen geblokkeerd. Wanneer de toetsblokkering is ingeschakeld kan bij een waarschuwingssignaal met de toets „Alarm uit/blokkeren“ het waarschuwingssignaal worden uitgeschakeld. Aanwijzing Is Super-vriezen ingeschakeld, dan kan dit leiden tot meer bedrijfsgeluid. Inschakelen De toets „freezer/super -“ zo vaak indrukken tot op het display van de vriesruimte „super“ wordt weergegeven. Inschakelen De toets „Alarm uit/blokkeren“ indrukken. Op het display wordt het symbool „toetsblokkering“ weergegeven. Uitschakelen De toets „Alarm uit/blokkeren“ 3 seconden indrukken. Alarmfuncties Deuralarm Het deuralarm schakelt in wanneer een apparaatdeur langer dan één minuut openstaat. Het waarschuwingsgeluid wordt om de 60 seconden gedurende 5 minuten herhaald. Door het sluiten van de deur wordt het alarmgeluid weer uitgeschakeld. Uitschakelen De toets „freezer/super +“ indrukken. Aanwijzing „super“ verdwijnt van het display. De temperatuur wordt automatisch op -18 °C ingesteld. Temperatuuralarm Het display geeft het temperatuuralarm weer wanneer het in de koel- of vriesruimte te warm is en de levensmiddelen in gevaar komen. Op het betreffende display wordt de hoogste temperatuur en „alarm“ weergegeven. Koelruimte Wanneer het in de koelruimte te warm is geworden, het opgewarmde product voor gebruik verwarmen. Rauwe levensmiddelen in geval van twijfel niet meer gebruiken. 111 nl Vriesruimte Ontdooide waren niet opnieuw invriezen. Pas nadat ze tot een gerecht zijn verwerkt (gekookt of gebraden), kunnen ze opnieuw ingevroren worden. De maximale bewaarduur niet meer geheel benutten. 2. De toets „Licht“ en „Water“ 10 seconden indrukken. Zonder gevaar voor het diepvriesproduct kan het alarm inschakelen: ■ bij de ingebruikneming van het apparaat, ■ bij het plaatsen van grote hoeveelheden verse levensmiddelen, ■ bij een te lang geopende deur van de vriesruimte. Alarm uitschakelen Toets „Alarm uit/blokkeren“ indrukken. De temperatuureenheid schakelt om. Energiezuinige modus 20 seconden nadat de deuren zijn gesloten of de laatste toets werd bediend, schakelt het display naar de energiezuinige modus. Het display schakelt uit, gedimd zijn alleen nog de woorden „freezer“ en „fridge“ en het symbool van de gekozen dispensermodus (water, ijs of crushed ijs) zichtbaar. Zodra een deur wordt geopend of een toets wordt bediend, schakelt het display in met normale verlichtingssterkte. Aanwijzing Zodra de ingestelde temperatuur weer bereikt is, verdwijnt „alarm“ van het display. Temperatuureenheid De temperatuur kan in graden Celsius (°C) of Fahrenheit (°F) worden weergegeven. Na het inschakelen geeft het display de temperatuur aan in graden Celsius (°C). Instellen 1. De toets „Alarm uit/blokkeren“ indrukken. Op het display wordt het symbool „toetsblokkering“ weergegeven. 112 Effectieve inhoud Informatie over de effectieve inhoud van uw apparaat vindt u op de typeplaat. Vriesvolume volledig gebruiken Om de maximale hoeveelheid diepvriesproducten onder te kunnen brengen, kunt u alle indelingsonderdelen uitnemen. De levensmiddelen kunt u dan direct in de vakjes en op de bodem van de vriesruimte leggen. Het uitnemen en plaatsen van de indelingsonderdelen is omschreven in het hoofdstuk Uitrusting van het apparaat. nl De koelruimte Max. vriesvermogen De koelruimte is de ideale bewaarlocatie voor bereide gerechten, gebak, conserven, melk en harde kaassoorten. Informatie over de maximale invriescapaciteit in 24 uur vindt u op de typeplaat. Opletten bij het plaatsen ■ ■ ■ ■ Bewaar verse en ongeschonden levensmiddelen. Zo blijven de kwaliteit en versheid langer bewaard. Bij bereide en gebottelde producten de door de producent aangegeven minimale houdbaarheids- of gebruiksdatum aanhouden. Om aroma, kleur en versheid te behouden de levensmiddelen goed verpakken of afdekken. Overdracht van smaak en verkleuringen van kunststof delen in de koelruimte worden hierdoor voorkomen. Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen en dan pas in het apparaat plaatsen. Vereisten voor maximale vriescapaciteit ■ ■ ■ ■ Super-vriezen voor het plaatsen van verse producten inschakelen (zie het hoofdstuk Super-vriezen). Uitrustingsonderdelen verwijderen. Stapel de levensmiddelen direct in de vakjes en op de bodem van de vriesruimte. Aanwijzing De ventilatiesleuven in de achterwand niet afdekken met diepvriesproducten. Grotere hoeveelheden levensmiddelen bij voorkeur in het bovenste vak invriezen. Hier worden ze bijzonder snel en dus ook zorgvuldig ingevroren. Aanwijzing Voorkom contact tussen levensmiddelen en de achterwand. Anders wordt de luchtcirculatie beïnvloed. Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan de achterwand vastvriezen. Invriezen en bewaren Houd rekening met de koudezones in de koelruimte ■ Door de luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan zones van een verschillende koudegraad: ■ ■ De koudste zone bij de achterwand. De warmste zone bij de deur, helemaal bovenin. Aanwijzing Bewaar in de warmste zone bijv. kaas en boter. Het aroma van de kaas kan zo verder worden ontwikkeld en de boter blijft smeerbaar. Diepvriesproducten inkopen ■ ■ ■ Let op bij het indelen ■ ■ De vriesruimte De vriesruimte gebruiken ■ ■ ■ Voor het opslaan van diepvriesproducten. Voor het maken van ijsblokjes. Voor het invriezen van levensmiddelen. Aanwijzing Let erop dat de deur van de vriesruimte altijd gesloten is! Bij een geopende deur ontdooien de diepvriesproducten en treedt er sterke ijsvorming op. Bovendien: Energieverspilling door hoog stroomverbruik! De verpakking mag niet beschadigd zijn. De houdbaarheidsdatum aanhouden. De temperatuur in de verkoopkist moet -18 °C of kouder zijn. Diepvriesproducten indien mogelijk in een isolerende tas transporteren en zo snel mogelijk in de vriezer doen. Grotere hoeveelheden levensmiddelen bij voorkeur in het bovenste vak invriezen. Hier worden ze bijzonder snel en dus ook zorgvuldig ingevroren. De levensmiddelen ruim over de vakken, resp. vriesladen verdelen. Aanwijzing Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de vers in te vriezen levensmiddelen in contact komen. Eventueel ingevroren levensmiddelen in andere vriesladen leggen. Diepvriesproduct bewaren Vrieslade tot de aanslag inschuiven om een probleemloze luchtcirculatie te waarborgen. Aanwijzing De deurvakken met twee sterren kunnen worden gebruikt voor het kort bewaren van ijs en levensmiddelen bij -12 °C. De rest van de vriesruimte heeft 4 sterren. 113 nl Verse levensmiddelen invriezen Gebruik voor het invriezen alleen verse levensmiddelen. Om voedingswaarde, aroma en kleur zo goed mogelijk te behouden, moeten groenten voor het invriezen geblancheerd worden. Bij aubergines, paprika, courgettes en asperges is blancheren niet nodig. Boeken over invriezen en blancheren vindt u in de boekwinkel. Aanwijzing Laat in te vriezen levensmiddelen niet in contact komen met al bevroren levensmiddelen. ■ ■ Geschikt om in te vriezen zijn: Gebak, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte, groenten, fruit, kruiden, eieren zonder schil, melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide gerechten en etensresten zoals soep, eenpansgerechten, klaargemaakt vlees en klaargemaakte vis, aardappelgerechten, ovenschotels en zoete gerechten. Niet geschikt om in te vriezen zijn: Groenten die doorgaans rauw worden gegeten, zoals sla, radijsjes, eieren in de schil, druiven, hele appels, peren en perziken, hardgekookte eieren, yoghurt, karnemelk, zure room, crème fraîche en mayonaise. Diepvriesproducten verpakken Verpak levensmiddelen luchtdicht, zodat deze geen smaak verliezen of uitdrogen. 1. Levensmiddel in de verpakking doen. 2. Lucht eruit drukken. 3. Verpakking dicht afsluiten. 4. Inhoud en invriesdatum op de verpakking schrijven. Geschikt as verpakking: Kunststoffolie, folie van polyethyleen, aluminiumfolie, invriesdozen. Deze producten vindt u in de vakhandel. Niet geschikt als verpakking: Pakpapier, perkament, cellofaan, vuilniszakken en gebruikte plastic winkeltassen. Geschikt voor het afsluiten: Rubber ringen, kunststof clips, sluiters, koudebestendige tape, etc. Zakken en folie van polyethyleen kunnen met een folielasapparaat worden gelast. 114 Houdbaarheid van het diepvriesproduct De houdbaarheid is afhankelijk van het soort levensmiddel. Bij een temperatuur van -18 °C: ■ Vis, worst, bereide gerechten, brood en gebak: max. 6 maanden ■ Kaas, gevogelte, vlees: max. 8 maanden ■ Groenten, fruit: max. 12 maanden. Diepvriesproduct ontdooien Afhankelijk van het soort en het gebruiksdoel kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden: ■ ■ ■ ■ bij kamertemperatuur in de koelkast in de elektrische oven, met/zonder heteluchtventilator in de magnetron. m Attentie Ontdooide waren niet weer invriezen. Pas nadat ze tot een gerecht zijn verwerkt (gekookt of gebraden), kunnen ze opnieuw ingevroren worden. De maximale bewaartijd van het diepvriesproduct niet meer volledig benutten. IJs- en waterdispenser Afhankelijk van de behoefte kan worden afgenomen: ■ ■ ■ gekoeld water, crushed ijs, ijsblokjes. m Waarschuwing Nooit met uw handen in de ijsblokjesopening komen! Gevaar voor lichamelijk letsel! m Attentie Geen flessen of levensmiddelen voor snel koelen in de ijsblokjesbak leggen. De ijsbereider kan geblokkeerd raken en beschadigen. nl Let op bij de ingebruikneming Watertank vullen De ijs- en waterdispenser werkt alleen wanneer er water in de watertank is. Na de ingebruikneming van het apparaat duurt het ca. 24 uur tot de eerste portie ijsblokjes is gemaakt. Na de eerste keer vullen van de watertank bevinden er zich nog luchtbellen in de leidingen. Drinkwater zolang aftappen en afvoeren, tot water zonder luchtbellen kan worden afgetapt. De eerste 5 glazen weggooien. Wanneer de ijsbereider voor de eerste keer wordt gebruikt, de eerste 30 - 40 ijsblokjes om hygiënische redenen niet gebruiken. De watertank heeft een capaciteit van circa 4 liter. Vul de watertank niet tot boven de markering MAX. Opmerking voor gebruik van de ijsbereider Wanneer de vriesruimte de vriestemperatuur heeft bereikt, stroomt er water in de ijsbereider. Dit bevriest in de kamers tot ijsblokjes Als de ijsblokjes klaar zijn, worden ze automatisch in de ijsblokjesbak geworpen. Na de ingebruikneming van het apparaat duurt het ca. 24 uur tot de eerste portie ijsblokjes is gemaakt. Af en toe blijven de ijsblokjes aan elkaar kleven. Bij het transport naar de dispenseropening komen ze meestal vanzelf los. Wanneer de ijsblokjesbak vol is, schakelt de ijsbereider automatisch uit. De ijsmachine is in staat, afhankelijk van de omgevingstemperatuur, instelling van het apparaat en tankinhoud, ca. 140 ijsblokjes per 24 uur te maken. Bij het maken van de ijsblokjes is het zoemen van de waterklep, het stromen van het water in de ijsschaal en het vallen van de ijsblokjes hoorbaar. Let op de drinkwaterkwaliteit m Attentie De watertank uitsluitend vullen met schoon drinkwater. Niet vullen met andere vloeistoffen, zoals bijv. ■ Melk, ■ Sap, ■ Koolzuurhoudende dranken, ■ alcoholische dranken, ■ warme dranken. De ijsmachine en/of waterdispenser kan anders beschadigd raken. 1. Afdekkingen omhoog klappen en deksel openen. 2. Watertank vullen met drinkwater. 3. Deksel sluiten en afdekkingen terugklappen. Aanwijzing De watertank kan voor het vullen ook er uit worden genomen. Alle gebruikte materialen van de dispenser zijn geur- en smaakneutraal. Wanneer het water een bijsmaak heeft, kan dit de volgende oorzaken hebben: Mineraal- en chloorgehalte van het drinkwater. ■ Versheid van het drinkwater. Wanneer langere tijd geen water is afgetapt, kan het water "muf" gaan smaken. In dit geval de watertank reinigen en vullen met vers drinkwater. Wij adviseren de watertank regelmatig te reinigen en te vullen met schoon drinkwater. Daardoor blijft een optimale waterkwaliteit gewaarborgd. ■ Bij het terugplaatsen er op letten, dat de watertank volledig, tot een merkbare weerstand worden geplaatst. 115 nl Water aftappen IJs afnemen: Aanwijzing De waterdispenser schakelt na een minuut uit en op het menu wordt kort "ES" weergegeven. Aansluitend kan weer een minuut lang water worden getapt. Glas slechts net zo lang tegen de dispenserhendel drukken tot dit voor de helft met ijs is gevuld. Het ijs dat zich in de dispenseropening voor ijsblokjes bevindt kan anders leiden tot het overstromen van de beker of de ijsblokjesdispenseropening blokkeren. Wanneer voor de afname van ijsblokjes eerst crushed ijs is afgenomen, kan zich nog crushed ijs in de dispenseropening bevinden. Dit wordt met de eerste portie ijsblokjes vrijgegeven. 1. Druk op de toets „Water“. Op het display wordt het symbool „Water“ weergegeven. 1. De toets „IJsblokjes/crushed ijs“ indrukken totdat op het display het symbool voor „IJsblokjes“ of „Crushed ijs“ wordt weergegeven. 2. Glas tegen de dispenserhendel duwen, tot de gewenste hoeveelheid in het glas zit. 2. Glas tegen de dispenserhendel duwen, tot de gewenste hoeveelheid erin zit. Tip De temperatuur van het water komt overeen met de ingestelde koelruimtetemperatuur. Wanneer het water kouder wordt gewenst, voor het aftappen extra ijsblokjes in het glas doen. 116 nl IJsbereider uitschakelen Wanneer waarschijnlijk langer dan 1 week geen ijsblokjes worden gebruikt (bijv. vakantie), dan moet de ijsbereider tijdelijk worden stopgezet, om aan elkaar vriezen van de ijsblokjes te voorkomen. 1. De toets „IJsblokjes/crushed ijs“ 3 seconden indrukken. Op het display knipperen ca. 3 seconden de symbolen „IJsblokjes“, „Crush-ijs“ en „Toetsblokkering“. Vervolgens wordt de waterdispenser ingeschakeld en is het symbool „Water“ verlicht. Aanwijzing Wanneer de ijsbereider uitgeschakeld is, klinkt er bij het indrukken van de toets „IJsblokjes/crushed ijs“, een waarschuwingsgeluid en knipperen de symbolen „IJsblokjes“, „Crush-ijs“ en „toetsblokkering“ ca. 3 seconden. 2. IJsblokjesbak eruit trekken. 3. IJsblokjesbak leegmaken en reinigen. 4. IJsblokjesbak op het oplegvlak geheel naar achteren schuiven, tot hij vastklikt. Uitrusting Glasplateaus De glasplateaus kunnen worden uitgenomen en op verschillende hoogtes worden geplaatst. Uitnemen Glasplateau van achter optillen en eruit trekken. Plaatsen Glasplateau op de geleiderail naar achteren schuiven, totdat het naar onderen inklikt. Glasplateau boven de lade De glasplateaus kunnen worden verwijderd. Het glasplateau eruit trekken en naar boven toe verwijderen. Deurvakken De deurvakken kunnen worden verwijderd. De deurvakken er naar boven uittrekken. IJsbereider inschakelen De toets „IJsblokjes/crushed ijs“ 3 seconden indrukken. Zodra de ijsbereider ingeschakeld is, klinkt er een waarschuwingsgeluid. 117 nl IJsblokjesbak Eierhouder De ijsblokjesbak dient voor het bewaren van ijsblokjes. De ijsblokjesbak aan de voorzijde optillen en uitnemen. Deurvak met klep Dit vak kan worden verwijderd. Het vak er naar boven uittrekken. Laden De laden kunnen worden verwijderd. De lade tot er tot de aanslag uittrekken, aan de voorzijde optillen en volledig uittrekken. Vakje Voor het bewaren van drankblikjes. 118 nl Apparaat uitschakelen en uit bedrijf nemen Apparaat reinigen Apparaat uitschakelen Gebruik geen zand-, chloor- of zuurhoudende schoonmaak- en oplosmiddelen. ■ Geen schurende of krassende sponzen gebruiken. Op metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan. ■ Nooit plateaus en bakken in de vaatwasser reinigen. Deze kunnen vervormen! Ga als volgt te werk: 1. Vóór het reinigen het apparaat uitschakelen. 2. Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen. 3. Levensmiddelen uit het apparaat halen en op een koele plaats bewaren. Koelelement (indien beschikbaar) op de levensmiddelen leggen. 4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid. 5. Reinig het apparaat met een zachte doek, lauwwarm water en wat pH-neutraal afwasmiddel. Het schoonmaakwater mag niet in de verlichting of door het afvoergat in de verdampingsschaal komen. 6. De deurafdichting alleen met schoon water afnemen en daarna grondig droog wrijven. 7. Na het schoonmaken het apparaat weer aansluiten en inschakelen. 8. Levensmiddelen weer in het apparaat doen. Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen. Koelmachine en verlichting schakelen uit. Wanneer het apparaat uitgeschakeld moet worden, zonder de netstekker uit het stopcontact te halen (bijv. tijdens de vakantie): De toetsen „freezer/super +“ en „fridge/super +“ 5 seconden drukken. Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, geven de temperatuurindicaties „- -“ aan. De rest van het display is uitgeschakeld. Apparaat inschakelen: De toetsen „freezer/super +“ en „fridge/super +“ 5 seconden drukken. Apparaat uit bedrijf nemen Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt: 1. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen. 2. Apparaat uitschakelen. 3. Watertank legen en reinigen. 4. IJsblokjesbak leegmaken en reinigen. 5. Apparaat reinigen. 6. Deur van het apparaat open laten. m Attentie ■ Uitrusting Voor de reiniging kunnen alle variabele onderdelen van het apparaat worden uitgenomen (zie het hoofdstuk Uitrusting). IJsblokjesbak Wanneer langere tijd geen ijsblokjes worden uitgenomen, worden de al geproduceerde ijsblokjes kleiner, smaken ze muf en kleven ze aan elkaar. Daarom moet de ijsblokjesbak regelmatig gereinigd worden. m Attentie Ontdooien Koelruimte Terwijl het apparaat in bedrijf is, vormen zich op de achterwand van de koelruimte dauwwaterdruppels of rijp. Omdat de achterwand automatisch ontdooit, is het niet nodig rijp of dauwwaterdruppels te verwijderen. Een gevulde ijsblokjesbak is zwaar. 1. De toets „IJsblokjes/crushed ijs“ 3 seconden indrukken. 2. IJsblokjesbak eruit trekken. 3. IJsblokjesbak leegmaken en reinigen. 4. IJsblokjesbak op het oplegvlak leggen en geheel naar achteren schuiven, tot hij vastklikt. Vriesruimte Door het volautomatische Nofrost-systeem blijft de vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is niet meer nodig. 119 nl Wateropvangbak Het water verzamelt zich in de wateropvangbak. 4. Uitloop onder uit de geleiding er uit schuiven en naar boven er uit trekken. 1. Voor het leegmaken en reinigen de filter afnemen. 2. De wateropvangbak met een spons of goed absorberende doek afnemen. 3. De zeef plaatsen. 5. Uitloopzeef verwijderen. Watertank Aanwijzing De watertank moet regelmatig gereinigd worden. 1. Afdekking omhoogklappen. 2. Watertank er uit nemen. 6. Alle onderdelen van de watertank met schoon water reinigen. 7. Uitloopzeef in de uitloop plaatsen. De puntjes op de uitloopzeef moeten naar onderen wijzen. 8. Uitloop in de uitloopopening steken en onder in de geleiding schuiven. 9. Deksel op de watertank plaatsen en alle klemmen sluiten. 10.Watertank geheel tot een merkbare weerstand in de geleidingen schuiven. 3. Alle klemmen openen en deksel verwijderen. Geuren Wanneer u onaangename geuren constateert: 1. Netstekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen. 2. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen. 3. Binnenruimte reinigen (zie het hoofdstuk Apparaat reinigen). 4. Alle verpakkingen reinigen. 5. Sterk ruikende levensmiddelen luchtdicht verpakken om geurvorming te voorkomen. 6. Apparaat weer inschakelen. 7. Levensmiddelen in het apparaat doen. 8. Na 24 uur controleren of er opnieuw geurvorming optreedt. 120 nl Verlichting (LED) Uw apparaat is uitgevoerd met een onderhoudsvrije LED-verlichting. Reparaties aan deze verlichting mogen uitsluitend door de servicedienst of geautoriseerde vakkrachten worden uitgevoerd. Energie besparen ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Apparaat in een droge, geventileerde ruimte plaatsen. Het apparaat mag niet direct in de zon of in de nabijheid van een warmtebron staan (bijv. radiator, open haard). Gebruik eventueel een isolatieplaat. Warme levensmiddelen en dranken eerst laten afkoelen, dan pas in het apparaat zetten. Diepvriesproducten voor het ontdooien in de koelruimte plaatsen en de koude van het diepvriesproduct voor de koeling van levensmiddelen benutten. Apparaat zo kort mogelijk openen. Om te voorkomen dat de levensmiddelen bij een eventuele stroomuitval of storing snel opwarmen, koelelementen in het bovenste vak direct op de levensmiddelen leggen. Let erop dat de deur van de vriesruimte altijd gesloten is. De plaatsing van de indelingselementen heeft geen invloed op het energieverbruik van het apparaat. Om een verhoogd stroomverbruik te voorkomen, de be- en ontluchtingsopeningen af en toe met een kwast of stofzuiger reinigen. Bedrijfsgeluiden Normale geluiden Brommen Motoren draaien (bijv. koelaggregaat, ventilator). Borrelende, zoemende of gorgelende geluiden Koelmiddel stroomt door de buizen of water in de ijsbereider. Klikken: Motor, schakelaar, of magneetventielen schakelen in of uit. Kloppen IJsblokjes van de ijsbereider vallen in de ijsblokjesbak. Geluiden voorkomen Het apparaat staat niet horizontaal Stel het apparaat horizontaal m.b.v. een waterpas. Gebruik daarvoor de schroefvoeten van het apparaat of leg er iets onder. Het apparaat staat ergens tegenaan Zet het apparaat los van andere meubels of apparaten. Vakken of plateaus wiebelen of klemmen Controleer de uitneembare delen en plaats deze eventueel opnieuw. Verpakkingen komen met elkaar in contact Haal de verpakkingen iets uit elkaar. 121 nl Kleine storingen zelf opheffen Voordat u contact opneemt met de servicedienst: Controleer of u de storing zelf aan de hand van de volgende instructies kunt verhelpen. De kosten voor de servicedienst zijn voor uw eigen rekening – ook tijdens de garantieperiode! Apparaat Storing Het apparaat heeft geen koelvermogen. De verlichting werkt niet. Het display gaat niet aan. De compressor schakelt steeds vaker en langer in. Mogelijke oorzaak Stroomonderbreking. Zekering is uitgeschakeld. Netstekker zit niet goed vast. Oplossing Controleer of de spanning aanwezig is. Zekering controleren. Controleer of de netstekker goed vast zit. Frequent openen van het apparaat. De be- en ontluchtingsopeningen zijn bedekt. Plaatsen van grotere hoeveelheden verse levensmiddelen. Temperatuur is te koud ingesteld. Apparaat niet onnodig openen. Obstakels wegnemen. In de koelruimte of vriesruimte is het te koud. De Verlichting (LED) werkt niet. De LED-verlichting is defect. Lichtschakelaar klemt. Apparaat was te lang geopend. De verlichting wordt na ca. 10 minuten uitgeschakeld. Er is sprake van onaangename Sterk geurende levensmiddelen zijn geuren. niet luchtdicht verpakt. Er klinkt een waarschuwingsgeluid of de temperatuurindicatie knippert. Het is te warm in de koel- of vriesruimte! Gevaar voor de levensmiddelen. Apparaatdeur staat open. Er zijn te veel levensmiddelen tegelijk in geplaatst. Super-koelen resp. Super-vriezen inschakelen. Temperatuur warmer instellen. Zie het hoofdstuk Verlichting (LED). Controleer of de lichtschakelaar bewogen kan worden. Na het sluiten en openen van het apparaat is de verlichting weer aan. Apparaat reinigen. Sterk geurende levensmiddelen luchtdicht verpakken (zie het hoofdstuk Geuren). Zie het hoofdstuk Alarmfuncties. IJsbereider Storing IJsbereider werkt niet. IJsbereider maakt niet voldoende ijs of het ijs is vervormd. 122 Mogelijke oorzaak IJsbereider is niet op de stroomvoorziening aangesloten. IJsbereider krijgt geen vers water. De temperatuur in de vriesruimte is te hoog. Apparaat of ijsbereider is pas kortgeleden ingeschakeld. Er is een grote hoeveelheid ijs afgenomen. Uitloopzeef is verstopt of verkeerd ingebouwd. Oplossing Servicedienst inschakelen. Watertank vullen met drinkwater. Temperatuur in de vriesruimte controleren en eventueel iets kouder instellen. Het duurt ca. 24 uur voordat de ijsproductie begint. Het duurt ca. 24 uur voordat de ijsblokjesbak weer is gevuld. Uitloopzeer uitbouwen, reinigen en inbouwen. De puntjes op de uitloopzeef moeten naar onderen wijzen. nl Storing IJsbereider maakt geen ijs. Er komt geen water uit de waterdispenser. Op het display wordt "ES" weergegeven. Mogelijke oorzaak IJsbereider is uitgeschakeld. Temperatuur in vriesruimte te hoog. Oplossing IJsbereider inschakelen. Temperatuur in vriesruimte wat lager instellen. IJsblokjesbak niet goed geplaatst. Positie controleren, eventueel nogmaals plaatsen. Watertank is leeg. Watertank vullen met drinkwater. Watertank is leeg. Watertank vullen met drinkwater. Uitloopzeef is verstopt of verkeerd Uitloopzeer uitbouwen, reinigen en ingebouwd. inbouwen. De puntjes op de uitloopzeef moeten naar onderen wijzen. Er werd langer dan een minuut water Zodra water tappen weer mogelijk is, wordt getapt. "ES" niet langer weergegeven. De waterdispenser is defect, wanneer Klantenservice inschakelen. op het display continu "ES" wordt weergegeven. Servicedienst Een servicedienst in uw omgeving vindt u in het telefoonboek of in de servicedienst-index. Geef aan de servicedienst het typenummer (E-Nr.) en het fabricagenummer (FD-Nr.) van uw apparaat door. U vindt deze op het typeplaatje. Reparatie-opdracht en advies bij storingen De contactgegevens voor alle landen vindt u in het bijgaande servicedienst-overzicht. NL B 088 424 4010 070 222 141 Help mee om onnodige voorrijkosten te voorkomen door het artikel- en fabricagenummer door te geven. U bespaart de hieraan verbonden extra kosten. 123
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124

Bosch KAI90VI20 Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding