KAD62V00/04

Bosch KAD62V00/04, KAD62V00/01, KAD62V00/02, KAD62V00/03, KAD62V00/05, KAD62V00/06 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Bosch KAD62V00/04 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
102
nl Inhoud
nlMontage-en gebruik saanwijz ing
Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen 103
Aanwijzingen over de afvoer ......................... 104
Omvang van de levering ................................ 104
Opstellen van het apparaat ........................... 104
Opstellingsafmetingen .................................... 106
Openingshoek deur ........................................ 106
Apparaat horizontaal zetten .......................... 107
Apparaat aansluiten ........................................ 107
Deuren van het apparaat en deurgrepen
demonteren ...................................................... 108
Kennismaking met het apparaat .................. 109
Inschakelen van het apparaat ...................... 111
Temperatuureenheid instellen ....................... 111
Instellen van de temperatuur ........................ 111
Alarm function .................................................. 112
Netto-inhoud ..................................................... 112
De diepvriesruimte .......................................... 112
Maximale invriescapaciteit ............................. 112
Verse levensmiddelen invriezen ................... 113
Supervriezen .................................................... 114
Ontdooien van diepvrieswaren ..................... 114
De koelruimte ................................................... 114
Superkoelen ..................................................... 115
IJs- en waterdispenser ................................... 115
IJs- en waterafgifte uit- en inschakelen ....... 117
Waterfilter .......................................................... 117
Specificatie- en vermogensgegevens ......... 118
Uitvoering van de diepvriesruimte ............... 119
Uitvoering van de koelruimte ........................ 119
Variabele indeling van de binnenruimte ..... 120
Apparaat uitschakelen en buiten
werking stellen ................................................. 120
Ontdooien ......................................................... 120
Schoonmaken van het apparaat .................. 121
Verlichting ......................................................... 123
Energie besparen ............................................ 123
Bedrijfsgeluiden ............................................... 123
Kleine storingen zelf verhelpen .................... 124
Zelftest apparaat ............................................. 126
Servicedienst .................................................... 126
nl
103
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift
nauwkeurig door. U vindt daarin belangrijke informatie
over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid als
de aanwijzingen en waarschuwingen
in de gebruiksaanwijzing niet in acht worden genomen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift voor later gebruik of voor een
eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe hoeveelheid van
het milieuvriendelijke maar brandbare koelmiddel
R600a. Let erop dat de leidingen van het koelcircuit bij
het transport of de installatie niet beschadigd worden.
Koelmiddel dat naar buiten spuit kan vlam vatten of tot
oogletsel leiden.
Bij beschadiging
Open vuur of andere ontstekingsbronnen uit
de buurt van het apparaat houden;
Ruimte gedurende een paar minuten goed luchten;
Apparaat uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact trekken;
Contact opnemen met de Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat, des te groter
moet de ruimte zijn waarin het apparaat wordt
opgesteld. In een te kleine ruimte kan bij een lek een
ontvlambaar mengsel van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel in uw apparaat
vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
Als de aansluitkabel van het apparaat beschadigd
raakt, moet deze worden vervangen door de fabrikant,
de klantenservice of een andere gekwalificeerde
persoon. Onvakkundige installatie en reparaties kunnen
groot gevaar opleveren voor de bezitter.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
de fabrikant, de klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon.
Er mogen alleen originele onderdelen van de fabrikant
gebruikt worden. Alleen bij deze onderdelen garandeert
de fabrikant dat ze aan de veiligheidseisen voldoen.
Een verlengsnoer voor de aansluitkabel mag uitsluitend
via de klantenservice worden aangeschaft.
Bij het gebruik
Nooit elektrische apparaten in het apparaat
gebruiken (bijv. verwarmingsapparaten, elektrische
ijsmaker etc.). Gevaar voor explosie!
Het apparaat nooit met een stoomreiniger ontdooien
of schoonmaken! De hete stoom kan in
de elektrische onderdelen terechtkomen en
kortsluiting veroorzaken. Kans op een
elektrische schok!
Gebruik geen puntige en scherpe voorwerpen
om een laag ijs of rijp te verwijderen. U kunt hierdoor
de koelleidingen beschadigen. Koelmiddel dat naar
buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden.
Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv.
spuitbussen) en geen explosieve stoffen in het
apparaat opslaan. Gevaar voor explosie!
Plint, uittrekbare manden of laden, deuren etc. niet
als opstapje gebruiken of om op te leunen.
Om schoon te maken: stekker uit het stopcontact
trekken of zekering losdraaien resp. uitschakelen.
Altijd aan de stekker trekken, nooit aan
de aansluitkabel.
Dranken met een hoog alcoholpercentage altijd
goed afgesloten en staand bewaren.
Geen olie of vet gebruiken op kunststof onderdelen
en deurdichtingen. Ze kunnen poreus worden.
De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat
nooit afdekken.
Personen (inclusief kinderen) met fysieke,
sensorische of psychische beperkingen of
gebrekkige kennis mogen dit apparaat uitsluitend
gebruiken indien ze onder toezicht staan van een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid
of door deze persoon zijn ingelicht over de wijze
waarop het apparaat dient te worden gebruikt.
Flessen en blikjes met vloeistoffen – vooral
koolzuurhoudende dranken – niet in
de diepvriesruimte opslaan. De flessen en blikjes
kunnen springen!
Diepvrieswaren nadat u ze uit de diepvriesruimte
hebt gehaald, nooit onmiddellijk in de mond nemen.
Kans op vrieswonden!
Vermijd langdurig contact van uw handen met
de diepvrieswaren, ijs of de verdamperbuizen enz.
Kans op vrieswonden!
Kinderen in het huishouden
Verpakkingsmateriaal en onderdelen ervan zijn geen
speelgoed voor kinderen.
Verstikkingsgevaar door opvouwbare kartonnen
dozen en folie!
Het apparaat is geen speelgoed voor kinderen!
Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van kinderen bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt
voor het koelen en invriezen van levensmiddelen,
voor het bereiden van ijs,
om drinkwater te tappen.
Dit apparaat is bestemd voor privégebruik in het
huishouden en de huiselijke omgeving.
Het apparaat is ontstoord volgens
EU richtlijn 2004/108/EC.
Het koelcircuit is op dichtheid gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan de veiligheidsbepalingen
voor elektrische apparaten (EN 60335-2-24).
nl
104
Aanwijzingen over de afvoer
* Afvoeren van de verpakking van
uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat tegen
transportschade. De gebruikte materialen zijn
onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw
worden gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst
in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat
kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke
verwerking.
* Afvoeren van uw oude apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door
een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen worden teruggewonnen.
ã=Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker
verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen
om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat
spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie
gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het
oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer
mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment
van transport niet beschadigd worden.
Omvang van de levering
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op
eventuele transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het
apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
Vrijstaand apparaat
Zakje met montagemateriaal
Uitrusting (modelafhankelijk)
Gebruiksaanwijzing
Montagevoorschrift
Klantenserviceboekje
Garantiebijlage
Informatie over energieverbruik en geluiden
Opstellen van het apparaat
Transport
De apparaten zijn zwaar en moeten tijdens
het transport en de montage beveiligd worden.
Vanwege het gewicht en de afmetingen van
het apparaat en om het risico van verwondingen en
beschadiging van het apparaat te minimaliseren, zijn
ten minste twee personen nodig voor de veilige
plaatsing van het apparaat.
De juiste plaats
Geschikt voor het opstellen zijn droge, ventileerbare
vertrekken. Het apparaat liefst niet in de zon of naast
een fornuis, verwarmingsradiator of een andere
warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast een
warmtebron niet te vermijden, maak dan gebruik van
een isolerende plaat of neem de volgende
minimumafstanden in acht:
Naast elektrische- of gasfornuizen: 3 cm.
Naast een CV-installatie 30 cm.
Bij plaatsing naast een ander koel- of vriesapparaat
moet aan de zijkant ten minste 25 mm ruimte worden
opengelaten om het ontstaan van
condenswater te vermijden.
Wanneer er boven het apparaat een plank of een kast
wordt gemonteerd, dient men een opening van 30 mm
aan te houden, zodat het apparaat desgewenst uit de
nis kan worden getrokken.
De verwarmde lucht aan de achterkant van
het apparaat moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming
met de Europese richtlijn 2002/96/EG
betreffende afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur (waste electrical
and electronic equipment – WEEE). Deze richtlijn
geeft het kader aan voor een in de EU geldende
terugname en verwerking van oude apparaten.
nl
105
Ondergrond
ã=Attentie
Het apparaat is zwaar.
Uitvoering met dispenser: 143 kg
De vloer op de plaats van opstelling mag niet
meegeven, vloer eventueel verstevigen.
Bij het plaatsen in een hoek of nis
de minimumafstanden aan de zijkanten in acht nemen
(zie Afmetingen van het apparaat) zodat de deuren tot
de aanslag geopend kunnen worden (zie het hoofdstuk
„Opstellingsafmetingen”).
Als de keukenmeubelen ernaast dieper zijn dan 60 cm,
dan moeten aan de zijkant minimumafstanden in acht
worden genomen om de openingshoek van de deur
ten volle te benutten (zie hoofdstuk „Openingshoek
deur”).
Let op de omgevingstemperatuur en de
beluchting
Omgevingstemperatuur
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Deze geeft
aan binnen welke omgevingstemperaturen het
apparaat gebruikt kan worden. Het typeplaatje bevindt
zich rechts onderaan in de koelruimte.
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel binnen
de binnentemperatuurgrenzen van de aangegeven
klimaatklasse. Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere binnentemperatuur,
kunnen beschadigingen aan het apparaat worden
uitgesloten tot een temperatuur van +5 °C.
Beluchting
De beluchtings- en ontluchtingsopeningen in de
achterzijde van het apparaat in geen geval afdekken.
De verwarmde lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de koelmachine meer
presteren. Waardoor het energieverbruik toeneemt.
Steek de afstandshouder op de daartoe bestemde
houder op de achterzijde van het apparaat. Hierdoor
wordt de minimumafstand tot de wand
in acht genomen.
Klimaatklasse Toelaatbare omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
nl
107
Apparaat horizontaal zetten
Om het apparaat perfect te laten functioneren moet
het waterpas staan.
Als het apparaat scheef staat, dan kan dit ertoe leiden
dat het water uit de ijsbereider loopt, dat er ongelijke
ijsblokjes geproduceerd worden of dat de deuren niet
goed sluiten.
Voor het stellen van het apparaat:
1. Apparaat op de ervoor bestemde plaats zetten.
2. Voorste voetjes met een steeksleutel stellen.
3. Achterste voetjes met een inbussleutel stellen.
Apparaat aansluiten
Het apparaat door een vakman volgens bijgesloten
montagehandleiding laten plaatsen en aansluiten.
De transportbeveiligingen van de legplateaus en
de voorraadvakken pas na plaatsing van het apparaat
verwijderen.
Het apparaat eerst op de waterleiding aansluiten,
daarna pas op het elektriciteitsnet.
Naast de wettelijk voorgeschreven nationale
voorschriften moeten ook de aansluitvoorwaarden van
het plaatselijke elektriciteits- en waterleidingbedrijf
in acht worden genomen.
Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal 1
uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van
de compressor in het koelsysteem terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van
het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk
„Schoonmaken van het apparaat”).
Wateraansluiting
De wateraansluiting mag alleen door een vakkundig
monteur volgens de plaatselijke voorschriften van
het waterleidingbedrijf worden uitgevoerd.
ã=Attentie
Voor de aansluiting op het drinkwaternet uitsluitend de
bijgevoegde slangenset gebruiken. In geen geval
aanwezige of reeds gebruikte slangensets gebruiken.
Het apparaat alleen aansluiten op een
drinkwaterleiding:
Minimumdruk: 0,2 MPa (2 bar)
Max. druk: tot 0,8 MPa (8 bar)
Aanwijzing
De maximale uitwendige diameter van de waterleiding
(zonder verbindingsstukken) bedraagt 10 mm.
Elektrische aansluiting
Geen verlengsnoer of verdeler gebruiken. Voor de
aansluiting van dit apparaat is een vast geïnstalleerd
stopcontact nodig.
Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat
bevinden en ook na het opstellen van het apparaat
goed bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan beschermklasse I. Het
apparaat aansluiten op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220-240 V/50 Hz
wisselstroomstopcontact met aardleiding. Het
stopcontact moet met een zekering van 10 tot 16 A of
meer beveiligd zijn.
Bij apparaten die in niet Europese landen worden
gebruikt op het typeplaatje controleren of de
aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen
met de waarden van uw elektriciteitsnet. Het typeplaatje
bevindt zich rechtsonder in het apparaat. Een eventueel
noodzakelijke vervanging van de aansluitkabel mag
alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
ã=Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden aangesloten
op elektronische energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen netvoedingsinverters en
sinusinverters worden gebruikt. Netvoedingsinverters
worden gebruikt bij fotovoltaïsche installaties die
rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare
elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen (bijv. op
schepen of in berghutten) die geen rechtstreekse
aansluiting op het openbare elektriciteitsnet hebben,
moet een sinusinverter worden gebruikt.
nl
108
Deuren van het apparaat en
deurgrepen demonteren
Als het apparaat niet door de deur van de woning past,
kunnen de deuren van het apparaat en de deurgrepen
er worden afgeschroefd.
ã=Attentie
Het afschroeven van de deuren mag uitsluitend worden
uitgevoerd door de klantenservice.
nl
109
Kennismaking met het apparaat
Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type
van toepassing.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk.
* Niet bij alle modellen.
A Diepvriesruimte
BKoelruimte
1 Toets Aan/Uit
2 Lichtschakelaars koel- en diepvriesruimte
3 Bedieningspaneel en display
4 Voorraadvak in de deur
5 Aan-/Uitschakelaar ijsbereider
6 IJsbereider/ijsblokjesreservoir
7Luchtopening
8 IJs- en waterdispenser
9 Diepvrieskalender
10 Glasplateau in de diepvriesruimte
11 Voorraadvak in de deur
12 Diepvrieslade
13 Deurvak (2-sterenvak) voor kortstondig bewaren
van levensmiddelen en consumptie-ijs.
14 Verlichting
15 Partikelfilter/waterfilter
16 Boter en kaasvak
17 Flessenrek *
18 Luchtopening
19 Glasplateau in de koelruimte
20 Voorraadvak in de deur
21 Delicatessenhouder
22 Vak voor grote flessen
23 Groentelade met vochtfilter
24 Groentelade
25 Schroefvoetjes
nl
110
Bedieningspaneel en display
Het bedieningspaneel en display op de deur bestaat uit
een aanrakingspaneel.
Door een toetsenveld aan te raken wordt
de betreffende functie ingeschakeld.
A Display diepvriesruimte
B Display koelruimte
1 super” Toets
Om de functies superkoelen (koelruimte) of
supervriezen (diepvriesruimte) in te schakelen.
Zie hoofdstuk „Superkoelen” of „Supervriezen”.
2 Toets „freezer”
Om instellingen voor de vriesruimte te kunnen
uitvoeren: toets indrukken tot op het display
vriesruimte „freezer” brandt.
3 Toets „fridge”
Om instellingen voor de koelruimte te kunnen
uitvoeren: toets indrukken tot op het display
koelruimte „fridge” brandt.
4 Toets „alarm off/lock”
De toets dient voor
Het alarmsignaal uit te schakelen (zie
hoofdstuk „Alarmfunctie”).
De toetsenblokkering in en uit te schakelen.
Om de toetsenblokkering in en uit te schakelen:
toets 5 seconden indrukken. Bij ingeschakelde
functie brandt op het display „lock”.
5 Insteltoetsen +/-
De toetsen dienen voor het instellen van de
temperaturen in de koel- en diepvriesruimte.
6 Aan-/Uittoets verlichting ijs- en waterdispenser
7 Toets ijsdispenser
8 Dispensertoets crushed ice
9 Dispensertoets water
nl
111
Inschakelen van het apparaat
Het apparaat met de insteltoets inschakelen. Er is een
alarmsignaal te horen.
De toets „alarm off/lock” indrukken. Het alarmsignaal
wordt uitgeschakeld.
De indicatie „alarm” gaat uit als in het apparaat
de ingestelde temperatuur is bereikt.
De vooraf ingestelde temperaturen worden na enkele
uren bereikt. Vóór die tijd geen levensmiddelen
in het apparaat leggen.
De fabriek adviseert de volgende temperaturen:
Diepvriesruimte: -18 °C
Koelruimte: +4 °C
Temperatuureenheid instellen
De temperatuur kan in graden Celsius (°C) of graden
Fahrenheit (°F) worden aangegeven.
Temperatuureenheid instellen
Om de temperatuureenheid in te stellen, de „freezer”-
toets en de toets „fridge” tegelijkertijd 5 seconden
ingedrukt houden.
Afhankelijk van de vorige instelling wordt op de andere
andere temperatuureenheid omgeschakeld.
Instellen van de temperatuur
Diepvriesruimte
De diepvriesruimte is van -14 °C tot -24 °C instelbaar.
Wij raden een instelling van -18 °C aan.
De laatst aangegeven waarde wordt in het geheugen
opgeslagen.
1. De „freezer”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de diepvriesruimte „freezer” gaat
branden.
2. Met de insteltoetsen + (warmer) of - (kouder)
de temperatuur instellen.
Koelruimte
De koelruimte is van +2 °C tot +8 °C instelbaar.
De temperatuur wordt in stappen van 1 °C ingesteld.
De laatst aangegeven waarde wordt in het geheugen
opgeslagen.
Wij raden een instelling van +4 °C aan.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer dan bij +4 °C
bewaren.
1. De „fridge”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de koelruimte „fridge” gaat branden.
2. Met de insteltoetsen + (warmer) of - (kouder)
de temperatuur instellen.
°F°F
lock
superalarmsuper
IWD off
freezer
nl
112
Alarm function
Door indrukken van de „alarm off/lock”-toets wordt het
alarmsignaal uitgeschakeld.
In de volgende gevallen kan het alarm afgaan:
Deuralarm
Het deuralarm wordt ingeschakeld als een deur van het
apparaat langer dan een minuut openstaat.
Door de deur te sluiten wordt het alarmsignaal weer
uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Het temperatuuralarm wordt ingeschakeld als het in
de diepvries- en koelruimte te warm is en
de levensmiddelen gevaar lopen.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren kan
het akoestische en optische signaal worden
ingeschakeld bij:
Ingebruikname van het apparaat.
Bij het inladen van grote hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Diepvriesruimte
Op de display knippert de ingestelde temperatuur van
de diepvriesruimte en wordt „alarm” weergegeven.
De temperatuurindicatie geeft gedurende 10 seconden
de warmste temperatuur aan die in de diepvriesruimte
heeft geheerst. Hierna wordt de ingestelde temperatuur
weer aangegeven.
De indicatie „alarm” gaat uit zodra de ingestelde
temperatuur weer is bereikt.
Aanwijzing
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw
invriezen. Pas na het koken of braden tot een kant-en-
klaargerecht kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd niet meer ten volle benutten.
Koelruimte
Op het display worden „alarm” aangegeven.
ã=Attentie
Als het in de koelruimte te warm is geworden:
de verwarmde koelwaren vóór het consumeren
verhitten. Rauwe levensmiddelen in geval van twijfel
niet meer gebruiken.
Netto-inhoud
De gegevens bij de nuttige inhoud vindt u op het
typeplaatje in uw apparaat (zie de afb. in het hoofdstuk
„Servicedienst”).
Vriesvermogen volledig benutten
Om de maximale hoeveelheid diepvrieswaren aan te
brengen, kan de bovenste diepvrieslade uit het
apparaat worden genomen. De levensmiddelen kunnen
dan rechtstreeks op de legplateaus en in de onderste
diepvrieslade worden gestapeld.
De diepvriesruimte
De diepvriesruimte gebruiken
voor het opslaan van diepvriesproducten,
om ijsblokjes te maken,
om levensmiddelen in te vriezen.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is! Bij een open deur ontdooien de
diepvrieswaren. In de diepvriesruimte vormt zich veel
ijs. Bovendien: energieverspilling door te hoog
stroomverbruik!
Na het sluiten van de deur van de diepvriesruimte
ontstaat onderdruk waardoor een zuigend geluid
te horen is. Twee tot drie minuten wachten tot
de onderdruk is opgeheven.
Wij adviseren de ijsblokjesreservoir in het apparaat te
laten. Dit waarborgt een optimale temperatuurverdeling
in de vriesruimte.
Inkopen van diepvriesproducten
De verpakking mag niet beschadigd zijn.
Neem de houdbaarheidsdatum in acht.
De temperatuur in de verkoop-koelkist moet -18 °C
of kouder zijn.
De diepvriesproducten liefst in een koeltas
transporteren en snel in de diepvriesruimte leggen.
Maximale invriescapaciteit
Gegevens over de maximale invriescapaciteit binnen
24 uur vindt u op het typeplaatje (zie de afb. in het
hoofdstuk „Servicedienst”).
°F°F
fridge
lock
supersuper
IWD off
freezer
+
fridge
alarm off/
lock
°C°C
alarm
nl
113
Verse levensmiddelen invriezen
Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen.
Om de voedingswaarde, het aroma en de kleur zo
goed mogelijk te behouden, dient groente
geblancheerd te worden voordat het wordt ingevroren.
Bij aubergines, paprika’s, courgettes en asperges is
blancheren niet noodzakelijk.
Literatuur over invriezen en blancheren vindt u in de
boekhandel.
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de nog
in te vriezen levensmiddelen in aanraking komen.
Geschikt om in te vriezen:
Bakwaren, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte,
groente, fruit, kruiden, gepelde eieren,
melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en kliekjes zoals soep,
eenpansgerechten, gaar vlees en gare vis,
aardappelgerechten, ovenschotels en zoete toetjes.
Niet geschikt om in te vriezen:
Groentesoorten die meestal rauw worden gegeten,
zoals kropsla en radijsjes, ongepelde eieren,
wijndruiven, hele appels, peren en perziken,
hardgekookte eieren, yoghurt, dikke zure melk, zure
room, crème fraîche en mayonaise.
Diepvrieswaren verpakken
De levensmiddelen luchtdicht verpakken zodat ze niet
uitdrogen of hun smaak verliezen.
1. Levensmiddelen in de verpakking leggen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Het geheel van een goede sluiting voorzien.
4. Vermeld op de pakjes inhoud en invriesdatum.
Voor verpakking geschikt:
Kunststof-, polyetheen-en aluminiumfolie,
diepvriesdozen.
Deze producten zijn in de handel verkrijgbaar.
Niet geschikt voor verpakking:
pakpapier, vetvrij papier, cellofaan,
vuilniszakken en gebruikte boodschappentasjes.
Als sluiting geschikt:
elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes,
koudebestendig plakband e.d.
Zakjes en folie van polyetheen kunnen met een
folie-lasapparaat worden dichtgelast.
Houdbaarheid van de diepvrieswaren
De houdbaarheid is afhankelijk van het soort
levensmiddelen.
Op een temperatuur van -18 °C:
Vis, worst, klaargemaakte gerechten, brood
en banket:
tot 6 maanden.
Kaas, gevogelte, vlees:
tot 8 maanden.
Groente, fruit:
tot 12 maanden.
nl
114
Supervriezen
De levensmidelen zo snel mogelijk door en door
invriezen zodat vitamine, voedingswaarden, uiterlijk en
smaak behouden blijven.
Schakel enkele uren voordat u de verse
levensmiddelen inlaadt het supervriezen in, om
ongewenste temperatuurstijging te voorkomen.
Doorgaans is 4-6 uur van tevoren voldoende.
Na het inschakelen werkt het apparaat permanent, in
de diepvriesruimte wordt een zeer lage temperatuur
bereikt.
Als u het max. vriesvermogen wilt gebruiken, dient u
24 uur vóór het inladen van de verse waar het
supervriezen in te schakelen.
Kleinere hoeveelheden levensmiddelen (max. 2 kg)
kunnen zonder gebruik van het snelvriessysteem
worden ingevroren.
Supervriezen inschakelen
1. De „freezer”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de diepvriesruimte „freezer” gaat
branden.
2. Toets „super” indrukken.
Wanneer het supervriezen is ingeschakeld, geeft de
display „super” weer.
Supervriezen uitschakelen
1. De „freezer”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de diepvriesruimte „freezer” gaat
branden.
2. Toets „super” indrukken.
Wanneer het supervriezen is uitgeschakeld, gaat de
indicatie „super” op de display uit.
Aanwijzing
Het supervriessysteem wordt na 2^ dagen
automatisch uitgeschakeld.
Ontdooien van diepvrieswaren
Afhankelijk van soort en bereidingswijze van
de levensmiddelen kunt u kiezen uit de volgende
mogelijkheden:
bij omgevingstemperatuur
in de koelkast
in de elektrische oven, met/zonder
heteluchtventilator
in de magnetron
ã=Attentie
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw
invriezen. Pas na het koken of braden tot een
kant-en-klaargerecht kunnen ze opnieuw
worden ingevroren.
De maximale bewaartijd wordt hierdoor bekort.
De koelruimte
De koelruimte is de ideale bewaarplaats voor
klaargemaakte gerechten, brood en banket, conserven,
gecondenseerde melk, harde kaas, koudegevoelig fruit
en groente en voor zuidvruchten.
Attentie bij het inruimen van
levensmiddelen
De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt
inruimen. Hierdoor blijven geur, kleur en versheid
behouden. Bovendien wordt voorkomen dat
de levensmiddelen naar elkaar gaan smaken en
de kunststof onderdelen verkleuren.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen
en pas daarna in het apparaat zetten.
Ontluchtingsopeningen niet blokkeren met
levensmiddelen, om te voorkomen dat de
luchtcirculatie wordt gehinderd. Levensmiddelen die
direct voor de luchtopeningen worden opgeslagen,
kunnen door de uitstromende koude lucht bevriezen.
Geen olie of vet gebruiken op kunststof onderdelen
en deurdichtingen.
Dranken met een hoog alcoholpercentage altijd
goed afgesloten en staand bewaren.
nl
115
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt de koelruimte ca. 6 uur
zo koud mogelijk gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het superkoelen
ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
vóór het inladen van grote hoeveelheden
levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
Superkoelen inschakelen
1. De „fridge”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de koelruimte „fridge” gaat branden.
2. Toets „super” indrukken.
Wanneer het superkoelen is ingeschakeld, geeft de
display „super” weer.
Superkoelen uitschakelen
1. De „fridge”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de koelruimte „fridge” gaat branden.
2. Toets „super” indrukken.
Wanneer het superkoelen is uitgeschakeld, gaat de
indicatie „super” op de display uit.
IJs- en waterdispenser
Naar wens kunt u eruit halen/tappen:
gekoeld water,
crushed ice,
ijsblokjes.
ã=Waarschuwing
Nooit in de opening van de ijsblokjesdispenser grijpen!
Kans op verwondingen.
ã=Attentie
Leg nooit flessen of levensmiddelen
in het ijsblokjesreservoir om snel te laten koelen.
De ijsbereider kan geblokkeerd en daardoor
beschadigd worden.
Attentie bij ingebruikneming
De ijs en waterdispenser functioneert alleen als
het apparaat op de waterleiding is aangesloten.
Nadat het apparaat in gebruik is genomen duurt het ca.
24 uur tot de eerste portie ijsblokjes is aangemaakt.
Na het aansluiten bevinden zich in de leidingen
nog luchtbelletjes.
Het drinkwater net zolang aftappen en weggooien tot
het water zonder luchtbelletjes getapt kan worden.
De eerste 5 glazen leeggooien.
Als de ijsblokjesmaker voor het eerst wordt gebruikt:
de eerste 30-40 ijsblokjes om hygiënische redenen
niet gebruiken.
Aanwijzingen bij het gebruik van
de ijsbereider
Als in de diepvriesruimte de vriestemperatuur
is bereikt, dan stroomt het water in de ijsbereider waar
het in de vakjes tot ijsblokjes bevriest. De kant en klare
ijsblokjes vallen automatisch in het ijsblokjesreservoir.
Soms blijven de ijsblokjes aan de zijkant aan elkaar
plakken. Meestal laten ze bij het transporteren naar
de dispenseropening los.
Als het ijsblokjesreservoir vol is, dan wordt
de ijsbereiding automatisch uitgeschakeld.
De ijsbereider kan ca. 140 ijsblokjes binnen
24 uur produceren.
Tijdens het aanmaken van de ijsblokjes is het gezoem
van het waterventiel, het binnenstromen van het water
in het ijsblokjesreservoir en het vallen van de
ijsblokjes te horen.
°F°F
lock
alarm
IWD off
freezer
nl
116
Let op de kwaliteit van het drinkwater
Alle voor de drinkwaterdispenser gebruikte materialen
zijn neutraal van geur en smaak.
Als het water een bijsmaak heeft, dan kan dat
de volgende oorzaken hebben:
het mineraal- en chloorgehalte van het drinkwater;
het materiaal van de waterleiding in huis en van
de toevoerleiding;
de versheid van het drinkwater. Wanneer er langere
tijd geen water is afgenomen, kan het water „muf”
smaken. In dit geval ca. 15 glazen met water vullen
en weggooien.
Wij raden u aan regelmatig wat vers water uit
de waterdispenser te tappen en het apparaat niet uit
te schakelen. Hierdoor blijft de kwaliteit van
het water behouden.
Het meegeleverde waterfilter filtert uitsluitend kleine
deeltjes uit het toegevoerde water, geen
bacteriën of microben.
IJs/water eruit halen
Toets van de ijs- en waterdispenser (water, crushed
ice of ijsblokjes) kiezen.
Toets net zo lang indrukken tot het glas met
de gewenste hoeveelheid gevuld is.
Water tappen
Aanwijzing
Het water van de waterdispenser is op de juiste
temperatuur om te drinken gekoeld. Wilt u kouder
water, dan moet u vóór het tappen ijsblokjes in
het glas doen.
IJs eruit halen
IJsbereider buiten werking stellen
Als er vermoedelijk langer dan 1 week geen ijsblokjes
uitgehaald worden ( bijv. tijdens een vakantie) dan
moet de ijsbereider tijdelijk buiten werking worden
gesteld om te voorkomen dat de ijsblokjes aan
elkaar vriezen.
De ijsbereider uitschakelen:
1. IJsblokjesreservoir eruit halen.
2. Aan-/Uitschakelaar achter het ijsblokjesreservoir
naar beneden drukken – de ijsbereider
is ingeschakeld.
3. IJsblokjesreservoir legen en schoonmaken.
Reservoir er weer in zetten. Let erop dat
het ijsblokjesreservoir op de steunen vastklikt.
Om het apparaat weer in gebruik te nemen:
Aan-/Uitschakelaar achter het ijsblokjesreservoir naar
boven drukken – de ijsbereider is ingeschakeld.
Aanwijzing
De beschrijving onder de Aan-/Uitschakelaar geldt
alleen voor de Servicedienst. U hoeft hier verder geen
aandacht aan te schenken.
I
0
nl
117
IJs- en waterafgifte uit- en
inschakelen
ã=Attentie
Watertoevoer naar het apparaat beslist een paar uur
vóór het uitschakelen van de ijsbereider
onderbreken.
IJsblokjesreservoir legen en schoonmaken.
Reservoir er weer in zetten. Let erop dat
het ijsblokjesreservoir op de steunen vastklikt.
IJs- en waterafgifte uitschakelen
De toets „freezer” en de „super”-toets tegelijkertijd
5 seconden ingedrukt houden. Op de display verschijnt
„IWD off”.
IJs- en waterafgifte inschakelen
De toets „freezer” en de „super”-toets tegelijkertijd
5 seconden ingedrukt houden. De indicatie „IWD off”
op de display gaat uit.
Waterfilter
ã=Waarschuwing
Het apparaat in plaatsen waar de kwaliteit van
het water twijfelachtig of niet voldoende bekend is, niet
zonder adequate desinfectie voor en na
het filteren gebruiken.
Een filterpatroon voor het partikelfilter kan bij
de Servicedienst of bij een vakhandelaar
besteld worden.
ã=Attentie
Na montage van een nieuw filter altijd de ijsproductie
van de eerste 24 uur na inschakeling van de
ijsbereider weggooien.
Wanneer het ijs langere tijd niet is gebruikt, alle
ijsblokjes uit het reservoir weggooien, evenals de
ijsproductie van de volgende 24 uur.
Wanneer het apparaat of het ijs meerdere weken of
maanden niet actief gebruikt is, of wanneer de
ijsblokjes onaangenaam smaken of ruiken, moet het
waterfilter worden vervangen.
Luchtinsluitingen in het systeem kunnen
wateruittreding en het uitwerpen van de filterpatroon
veroorzaken. Wees voorzichtig bij het verwijderen.
Het filter moet uiterlijk om de 6 maanden worden
vervangen.
Belangrijke aanwijzingen bij het waterfilter
Het watersysteem staat na gebruik onder lichte druk.
Wees voorzichtig als u het filter eraf haalt.
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt werd of als
het water onaangenaam smaakt of ruikt:
watersysteem doorspoelen. Hiertoe een aantal
minuten water uit de waterdispenser tappen.
Als de onaangename smaak of geur blijft bestaan:
filter vervangen.
Vervangen van de filterpatroon
Nieuwe filterpatroon erin zetten.
Een paar liter water uit de waterdispenser tappen.
Hierdoor wordt de lucht uit het watersysteem
verwijderd.
Water uit de oude filterpatroon gieten.
De filterpatroon kan met het huisvuil worden
weggedaan.
nl
118
Specificatie- en
vermogensgegevens
Voor filtermodel: 9000 225 170
Met gebruik van reservepatroon: 9000 077 104
Het model werd door NSF International op
ANSI/NSF-Standards 42 & 53 getest en tot
het reduceren van de onderstaande substanties
gecertificeerd.
De concentratie van de aangegeven in water opgeloste
substanties die het systeem binnendringen, werd
verlaagd tot een waarde minder dan of gelijk aan
de toelaatbare grenswaarde volgens ANSI/NSF 42
en 53 voor uit het apparaat afgevoerd water.
Aanwijzing
Hoewel de testen onder
standaard-laboratoriumvoorwaarden werden
uitgevoerd, kan de daadwerkelijke capaciteit
hiervan afwijken.
* Op basis van gebruik van cryptosporium parvum-oöcysten.
Toepassingsrichtlijnen/parameters watervoorziening:
Het systeem moet volgens de door de fabrikant
aanbevolen richtlijnen geïnstalleerd
en gebruikt worden.
Het filter moet om de 6-9 maanden
vervangen worden.
Nieuw filter 5 minuten doorspoelen.
Nadere gegevens vindt u op de garantiekaart.
Dit product mag NIET gebruikt worden als het water
microbiologisch schadelijk of van onbekende
kwaliteit is, zonder adequate desinfectie voor of na
aansluiting op het systeem. Een systeem dat
gecertificeerd is voor de reductie van cysten mag
gebruikt worden voor gedesinfecteerd water dat
eventueel filtreerbare cysten bevat.
Voor het hele systeem (behalve voor
de wegwerppatroon) geldt een garantie van een jaar.
Met betrekking tot de wegwerppatronen geldt alleen
een garantie voor materiaalgebreken en
verwerkingsfouten. De gebruiksduur van
wegwerppatronen hangt af van de plaatselijke
wateromstandigheden, zodat hiervoor geen garantie
wordt gegeven.
Nadere informatie over de prijzen van
reserveonderdelen is te verkrijgen bij de leverancier
van uw apparaat of bij de vertegenwoordiger van
onderdelen bij u in de buurt.
Vervaardigd door:
3 M Material Technology (Guangzhou) Ltd.
9 Nanxiang Er road, Science City,
Guangzhou, 510663, P.R. China
Het systeem werd in model 9000 225 170 door NSF
International met betrekking tot ANSI/NSF
standaard 53 tot het reduceren van cysten en
vertroebelingen alsmede met betrekking tot ANSI/
NSF standaard 42 tot het verminderen van
chloorsmaak en chloorstank getest en
gecertificeerd.
Nominale partikelklasse: I
Nominale gebruiksduur: 2.800 liter
Substantie Gemiddelde
in de watertoevo
er
Watertoevoercon
centratie
Waterafvoerconc
entratie
Gemiddelde
reductie in %
Maximaal
toelaatbare
concentratie
in de waterafvoer
Maximale
waterafvoer
Minimale
reductie in %
NSF test
Cysten * 166.500 Minimaal
50.000/l
1 99,99 99,95 1 99,99 511077-03
Vertroebelin
g
10,7 11 x 1 NTU 0,3 l 97,10 0,5 NTU 0,49 95,42 511078-03
Partikelklass
e1
partikelgroot
te > 0,5 tot
<1,0 μm
5.700.000 Minimaal 10.000
partikels/ml
30.583 99,52 > 85% 69.000 98,9 511079-03
Chloorsmaa
k en
vertroebelin
g
1,9 2,0 mg/l + - 10% 0,05 97,3 > 50% 0,06 96,84 511081-03
Waterdruk 207 - 827 kPa
Watertemperatuur * 0,6 °C - 38 °C
Doorstroomsnelheid 2,83 l/min.
nl
119
Uitvoering van
de diepvriesruimte
(niet bij alle modellen)
Diepvrieskalender
Om vermindering van de kwaliteit van
de diepvrieswaren te voorkomen, is het belangrijk dat
de toelaatbare bewaartijd niet wordt overschreden.
De bewaartijd is afhankelijk van het soort
levensmiddelen. De cijfers bij de symbolen geven
in maanden de toelaatbare bewaartijd voor
de diepvrieswaren aan. Bij kant en klaar gekochte
diepvriesproducten altijd letten op de op de verpakking
aangegeven invriesdatum of de houdbaarheidsdatum.
Uitvoering van de koelruimte
Groentelade met vochtfilter
De groentelade wordt afgedekt door een speciaal filter
dat de luchtvochtigheid in de lade optimaal houdt.
Zo wordt een ideaal bewaarklimaat voor vers fruit, sla,
groente, kruiden en champignons gewaarborgd.
De luchtvochtigheid in de groentelade kan worden
geregeld afhankelijk van de hoeveelheid
levensmiddelen.
Kleine hoeveelheden levensmiddelen –
Regelaar naar rechts schuiven.
Grote hoeveelheden levensmiddelen –
Regelaar naar links schuiven.
Bij hoge luchtvochtigheid blijft bladgroente langer vers.
Groente en fruit bij een iets lagere temperatuur
bewaren.
Aanwijzing
Een te hoge luchtvochtigheid kan tot de vorming van
waterdruppels en hierdoor tot verrotting leiden.
nl
120
Variabele indeling van
de binnenruimte
U kunt de legplateaus en de deurvakken naar wens
verplaatsen.
Legplateau naar voren trekken, iets laten zakken en
aan de zijkant uitzwenken.
Vakken in de deur iets optillen en eruit halen.
Apparaat uitschakelen en
buiten werking stellen
Uitschakelen van het apparaat
Toets Aan/Uit indrukken.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Buiten werking stellen van het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1. Watertoevoer naar het apparaat altijd een paar uur
voor het uitschakelen onderbreken.
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat halen.
3. Apparaat uitschakelen.
4. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen.
5. IJsblokjesreservoir legen en schoonmaken. (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”).
6. Binnenkant van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”).
7. De deuren van het apparaat open laten om
geurvorming te voorkomen.
Ontdooien
Diepvriesruimte
Door het volledig automatische No Frost systeem blijft
de vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
Koelruimte
Het apparaat wordt automatisch ontdooid.
Het dooiwater loopt via het afvoergaatje naar een
verdampingsschaal aan de achterkant van
het apparaat.
nl
121
Schoonmaken van het apparaat
ã=Waarschuwing
Het apparaat nooit met een stoomreiniger reinigen!
ã=Attentie
Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die
zand, chloride of zuren bevatten.
Geen schuursponsjes gebruiken. Op de metalen
oppervlakken kan corrosie ontstaan.
De legplateaus en voorraadvakken mogen niet in
de afwasmachine gereinigd worden. Ze kunnen
vervormen!
U gaat als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat uitschakelen.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen!
3. De diepvrieswaren eruit halen en op een koele
plaats bewaren. Koude-accu (indien aanwezig) op
de levenmiddelen leggen.
4. Het apparaat schoonmaken met een zachte doek en
lauw water met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het sop mag niet in
de verlichting terechtkomen.
5. Deurafdichting alleen met schoon water
schoonmaken en grondig droogwrijven.
6. Na het schoonmaken apparaat weer aansluiten en
inschakelen.
7. Diepvrieswaren weer in het apparaat leggen.
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele delen van het
apparaat worden verwijderd (zie hoofdstuk Variabele
indeling van de binnenruimte)
Aanwijzing
Open de deuren volledig (90°) om de lades te
verwijderen en te reinigen.
Lade verwijderen
De lade geheel uittrekken, door optillen losmaken van
de houder en verwijderen.
Bij het aanbrengen de lade op de rails plaatsen en naar
binnen schuiven. De lade klikt vast door hem omlaag te
drukken.
Vochtfilter eruit halen
Eerst de groentelade verwijderen. Daarna het vochtfilter
eruit trekken.
nl
122
De filterafdekking eraf halen. Filter eruit halen, in lauw
water schoonmaken, laten drogen en alles weer
in elkaar zetten.
Schoonmaken van de wateropvangschaal
Overtollig water komt terecht in de wateropvangschaal.
Zeef eraf halen om te legen en te reinigen.
Wateropvangschaal met een spons of een goed
absorberend doekje afwissen.
IJsblokjesreservoir schoonmaken
Als er langere tijd geen ijsblokjes uit de dispenser
worden gehaald, dan krimpen de kant en klare
ijsblokjes, smaken ze verschaald en plakken
ze aan elkaar.
Reservoir eruit trekken, legen en met lauw water
schoonmaken.
ã=Attentie
Een vol ijsblokjesreservoir is zwaar!
Na reiniging het reservoir en de transportschroef goed
droogwrijven om te voorkomen dat de nieuwe ijsblokjes
vastvriezen.
IJsblokjesreservoir er weer inzetten
IJsblokjesreservoir op de steunen helemaal naar
achteren schuiven tot het vastklikt. De productie van
ijsblokjes gaat verder.
Aanwijzing
Als het reservoir niet helemaal naar achteren
geschoven kan worden: de transportschroef
in het reservoir iets verdraaien of aan de inschuifruimte
vastgevroren ijsblokjes verwijderen.
nl
123
Verlichting
(niet bij alle modellen)
Gloeilampen in de koel- en
diepvriesruimte vervangen
1. Apparaat uitschakelen met de Aan/Uit-knop.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen.
3. Lampenkapje eraf halen.
4. Lampje vervangen (Reservelamp, 220-240 V
wisselstroom, fitting E14, voor wattage zie
het kapotte lampje).
5. Afdekplaatje weer monteren.
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte
plaatsen! Het apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen zoals een
verwarmingsradiator of een fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat
nooit afdekken.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen,
daarna in het apparaat plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte leggen om ze te
ontdooien en de kou van de diepvrieswaren
gebruiken om andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen.
Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is.
Indien aanwezig:
Wandafstandhouder monteren om de geplande
energieopname van het apparaat te bereiken (zie
„Opstellen van het apparaat”, „Beluchting”). Een
kleinere afstand tot de muur heeft geen nadelige
invloed op de werking van het apparaat. De
energieopname kan dan wel iets veranderen.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de leidingen of water in de
ijsbereider.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen in/
uit.
Kloppende geluiden
De kant en klare ijsblokjes van de ijsbereider vallen in
het ijsblokjesreservoir.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een waterpas stellen.
Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander meubel of
apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast
wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden
en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten.
nl
124
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende
punten de storing kunt verhelpen.
Voer een zelftest van het apparaat uit (zie hoofdstuk
„Zelftest apparaat”).
U moet de kosten voor advies van de monteur van
de Servicedienst zelf betalen ook in de garantietijd!
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur
de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende dag
de temperatuur nogmaals controleren.
Geen enkele indicatie
brandt.
Stroomuitval; de zekering is
uitgeschakeld; de stekker zit niet
goed in het stopcontact.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer of
er stroom is. Controleer de zekeringen.
Display geeft „E..” aan. De elektronica heeft een fout
geconstateerd.
Inschakelen van de Servicedienst.
Het alarmsignaal
is te horen,
de temperatuurindicatie van
de diepvriesruimte knippert.
In de diepvriesruimte
is het te warm! Gevaar voor
de diepvrieswaren!
Druk op de alarm off/lock-toets om het
alarmsignaal uit te schakelen. De indicatie
knippert niet meer.
De temperatuurindicatie 10 geeft gedurende
5 seconden de warmste temperatuur aan die
in de diepvriesruimte heeft geheerst.
Deur van het diepvriesruimte
is geopend.
Deur sluiten.
De be- en ontluchtingsopeningen
zijn afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Er werden te veel levensmiddelen
in één keer ingeladen om in te
vriezen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
Aanwijzing
Half en geheel ontdooide diepvrieswaren kunnen
opnieuw worden ingevroren als vlees en vis niet
langer dan een dag, andere diepvrieswaren niet
langer dan drie dagen warmer dan +3 °C waren.
De verlichting functioneert
niet.
De lichtschakelaar klemt. Controleer of er beweging in de
lichtschakelaar zit.
De verlichting is defect. (Zie hoofdstuk „Verlichting”.)
Het apparaat wordt tijdelijk
iets luider.
Niets aan de hand! Het apparaat is op
energiebesparend gebruik ingesteld. Onder
bepaalde omstandigheden (bijv. bij het activeren
van de functies superkoelen of supervriezen)
moet het apparaat kortstondig meer vermogen
leveren en wordt daardoor iets luider.
Het apparaat koelt niet.
De verlichting functioneert
niet.
De indicatie brandt niet
Het apparaat is uitgeschakeld. Toets Aan/Uit indrukken.
Stroomuitval. Controleren of er stroom is.
De zekering is uitgeschakeld. Zekering controleren.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Controleer of de stekker goed in het
stopcontact zit.
nl
125
Water- en ijsdispenser
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De koelmachine wordt
steeds vaker en langer
ingeschakeld.
De deur van het apparaat werd
te vaak geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
De be en ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Invriezen van grotere hoeveelheden
verse levensmiddelen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
In de koel- of
diepvriesruimte is het te
koud.
De temperatuur is te koud ingesteld. Temperatuur warmer instellen (zie hoofdstuk
„Instellen van de temperatuur”).
Diepvrieswaren zijn
vastgevroren.
De diepvrieswaren met een bot voorwerp
losmaken. Niet met een mes of een scherp
voorwerp losmaken.
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
Hoewel de dispenser
langere tijd in werking is,
komen er geen ijsblokjes
uit.
De kraan is dicht. Waterkraan openen.
De watervoorziening
is onderbroken. De waterdruk
is te laag.
Neem contact op met de installateur.
De ijsbereider is buiten werking
gesteld.
IJsbereider weer inschakelen (zie „IJs- en
waterdispenser”, „IJsbereider buiten werking
stellen”).
De ijs- en waterdispenser
is uitgeschakeld. Op het display
brandt „IWD off”.
IJs- en waterafgifte inschakelen (zie het
hoofdstuk IJs- en waterafgifte uit- en
inschakelen).
Te warm in de diepvriesruimte. Temperatuur in de diepvriesruimte kouder
instellen (zie het hoofdstuk Temperatuur
instellen).
Er zijn ijsblokjes
in het ijsblokjesreservoir
maar ze komen er niet uit.
De ijsblokjes zijn aan elkaar
vastgevroren.
IJsblokjesreservoir eruit halen en legen.
De ijsblokjes zitten klem
in de opening van het
ijsblokjesreservoir of
in de ijsmaler.
IJsblokjesreservoir eruit halen en
de transportschroefas met de hand verdraaien.
Eventueel klem zittende ijsbrokjes met een
houten staafje losmaken.
De ijsblokjes zijn waterig.
De ijsblokjes werden
ontdooid.
IJsblokjesreservoir eruit halen, legen en
droogwrijven.
Deur van het diepvriesruimte
is geopend.
Deur sluiten.
Stroomuitval. Controleren of er stroom is.
De waterdispenser
functioneert niet.
De kraan is dicht. Waterkraan openen.
De watervoorziening
is onderbroken. De waterdruk
is te laag.
Neem contact op met de installateur.
De ijsbereider produceert
niet genoeg ijs of
de ijsblokjes zijn vervormd.
Het apparaat of de ijsbereider werd
pas kort geleden ingeschakeld.
Het duurt ca. 24 uur tot de ijsproductie begint.
Er werd een grote hoeveelheid ijs
uitgehaald.
Het duurt ca. 24 uur tot het ijsblokjesreservoir
weer gevuld is.
Lage waterdruk. Het apparaat uitsluitend aansluiten op de
voorgeschreven waterdruk (zie het hoofdstuk
Apparaat aansluiten, paragraaf
Wateraansluiting).
Waterfilter verstopt of verbruikt. Waterfilter vervangen.
nl
126
Zelftest apparaat
Het apparaat beschikt over een automatisch
zelftestprogramma dat de oorzaken van storingen
aangeeft die alleen door de Servicedienst verholpen
kunnen worden.
Zelftest starten
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten wachten.
2. Apparaat weer inschakelen.
3. De insteltoetsen + en - tegelijkertijd 5 seconden
ingedrukt houden.
Het zelftestprogramma start. Als op het display „E…”
verschijnt, dan gaat het om een storing. Neem contact
op met de klantenservice wanneer deze foutmelding
verschijnt.
Zelftest apparaat beëindigen
De insteltoetsen + en - opnieuw tegelijkertijd
5 seconden ingedrukt houden.
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van de Servicedienst in uw
omgeving kunt u vinden in het telefoonboek of
in de meegeleverde brochure met service-adressen.
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E-nummer (E-Nr.)
en het FD-nummer (FD-Nr.) van het apparaat op.
U vindt deze gegevens op het typeplaatje.
Door deze nummers aan de Servicedienst door te
geven voorkomt u onnodig heen en weer rijden van
de monteur en de hieraan verbonden kosten.
En de hieraan verbonden kosten.
Verzoek om reparatie en advies bij
storingen
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
Borrelende, gorgelende
geluiden uit de waterleiding.
Watertoevoer is onderbroken
of verstopt.
1. Watertoevoer controleren.
2. Controleren of de waterleiding verstopt is.
3. In sommige gevallen is het voldoende om de
ijs- en waterafgifte kort uit te schakelen
(zie het hoofdstuk „IJs- en waterafgifte uit- en
inschakelen”).
NL 088 424 4010
B 070 222 141
/