4544
PRIMAVERA - Radiografisch weerstation
PRIMAVERA - Radiografisch weerstation
10. Thermometer en hygrometer
10.1 Maximum- en minimum functie
•
De maximum- en minimumwaarden worden automatisch om middernacht teruggezet.
•
Druk op de MAX/MIN toets in de normaalmodus.
•
MAX verschijnt op het display.
•
De maximale temperatuur en de luchtvochtigheid voor binnen en buiten sinds de laatste terugstelling wor-
den aangetoond.
•
Druk nog eens op de MAX/MIN toets.
•
MIN verschijnt op het display.
•
De minimale temperatuur en luchtvochtigheid voor binnen en buiten sinds de laatste terugstelling worden
aangetoond.
•
Druk nog eens op de MAX/MIN toets om de actuele temperatuur en luchtvochtigheid te verkrijgen.
•
Het apparaat verlaat automatisch de MAX/MIN modus, als er geen toets wordt ingedrukt.
•
Houdt de MAX/MIN toets voor twee seconden ingedrukt, wanneer op het display de maximum of minimum
waarden verschijnen, om de betreffende waarden te verwijderen.
10.2 Instelling van de temperatuureenheid
•
In de normaalmodus kunt u tussen de weergave van de temperatuur in °C (graden Celsius) of °F (graden Fah-
renheit) kiezen.
•
Druk op de -/°C/°F toets.
10.3 Weergave van de warmte index
•
De warmte index verwijst naar de temperatuurgevoeligheid in combinatie met luchtvochtigheid.
•
Druk op de HEAT/DEW toets in de normaalmodus, om de temperatuur voor de warmte index op te vragen.
•
HEATINDEX en de temperatuur verschijnen op het display.
•
De waarden voor de binnen- en buitenluchtvochtigheid verdwijnen.
•
Het display schakelt automatisch terug naar de huidige temperatuur- en vochtigheidsweergave.
10.4 Display dauwpunt
• Het dauwpunt drukt de wisselwerking tussen temperatuur en relatieve luchtvochtigheid uit:
Wordt de lucht continu afgekoeld, stijgt bij onveranderlijke absolute luchtvochtigheid de relatieve lucht-
vochtigheid tot 100%. Koelt de lucht verder af, wordt de overtollige waterdamp in de vorm van druppels
afgescheiden.
•
Druk tweemaal op de HEAT/DEW toets in de normaalmodus, om de temperatuur voor de dauwpunt op te
vragen.
•
DEWPOINT en de temperatuur verschijnen op het display.
•
De waarden voor de binnen- en buitenluchtvochtigheid verdwijnen.
•
Het display schakelt automatisch terug naar de huidige temperatuur- en luchtvochtigheidsweergave.
11. Extra buitenzenders
•
Als u meerdere buitenzenders wilt aansluiten, kiest u met de schuifschakelaar CH 1/2/3 in het batterijvak van
de buitenzender voor elke buitenzender een ander kanaal. De ontvangst van de nieuwe buitenzender vindt
automatisch door het basisapparaat plaats. Houdt de CH toets op het basisapparaat ingedrukt of start het
basisapparaat opnieuw volgens de handleiding: „Inbedrijfstelling”.
•
De buitenwaarden worden op het display van het basisapparaat weergegeven. Als u meerdere buitenzen-
ders verbinden wilt, kunt u met de CH toets op het basisapparaat tussen de kanalen 1-3 schakelen.
•
U kunt ook een automatische kanaalwissel instellen. Na de derde buitenzender verschijnt op het display bij
hernieuwde bediening von de CH toets het circuit symbool AUTO voor automatische kanaalwisseling.
•
Druk nog éénmaal op de CH toets, om de automatische kanaalwissel uit te schakelen en de eerste buiten-
zender verschijnt permanent op het display.
•
Reeds geregistreerde buitenzenders (kanalen), de niet meer worden gebruikt, kunt u handmatig wissen
door de CH toets drie seconden ingedrukt te houden. Zodra een nieuwe buitenzender wordt ontvangen, zal
er een andere indicator zijn.
7.1.2 Instelling van de 12- of 24 uurtijdsysteem
•
In de instelmodus kunt u tussen de weergave van de 24- of de 12-uurtijdsystem kiezen.
•
Bij het 12-uurtijdsysteem verschijnt op het display AM of PM (naar 12 uur).
7.2 Instelling van de wektijd
•
Houdt de ALARM toets ingedrukt.
•
ALARM, het alarmsymbool en 0:00 (standaardinstelling) of de laatst ingestelde wektijd verschijnen op het
display.
•
De uuraanduiding knippert.
•
U kunt nu met de +/RCC of -/°C/°F toets de uren instellen.
•
Druk nog eens op de ALARM toets en U kunt met de +/RCC of -/°C/°F toets de minuten instellen.
•
Bevestig met de ALARM toets.
•
TIME, de actuele tijd en het alarmsymbool verschijnen op het display. De alarmfunctie is geactiveerd.
•
Wanneer de ingestelde wektijd is bereikt begint de wekker te rinkelen.
•
Het alarmsymbool knippert.
•
Druk op een willekeurige toets en het alarm zal stoppen.
•
Als het alarm niet wordt beëindigd, zal de stijgende alarmtoon zich na een paar minuten automatisch uit-
schakelen en activeert zich vanzelf weer op dezelfde wektijd.
•
Wanneer het weksignaal klingelt, drukt men op de SNOOZE/LIGHT toets om de snooze functie te activeren.
•
Indien de snooze-functie geactiveerd is, knippert Zz in het display.
•
Het weksignaal wordt voor 10 minuten onderbroken.
7.2.1 Activeren en deactiveren van het alarm
•
Druk op de ALARM toets in de normaalmodus.
•
ALARM en de laatste gezette tijd verschijnen op het display.
•
Druk nog eens op de ALARM toets, om de alarmfunctie te deactiveren of te activeren.
•
Het alarmsymbool verdwijnt of verschijnt.
•
Druk op de SET toets, om naar de normaalmodus terug te keren.
•
TIME en de actuele tijd verschijnen op het display.
7.3 Achtergrondverlichting
•
Opgelet: De achtergrondverlichting is continu in bedrijf en werkt alleen met een stroomadapter.
•
Houdt de LIGHT HOLD ON/OFF toets voor drie seconden ingedrukt tot U een signaal hoort, om de achtergrond-
verlichting uit of aan te schakelen.
•
Druk éénmaal op de LIGHT HOLD ON/OFF toets, om de achtergrondverlichting te dimmen.
•
Druk op de SNOOZE/LIGHT toets of een willekeurige toets, om de achtergrondverlichting voor een paar secon-
den aan te schakelen.
8. USB-uitgang
•
Met de USB-uitgang kunt u uw mobiele telefoon of andere USB-apparaten opladen. Het uitgangsvermogen is
5 volt .... 1 ampère. Het weerstation kan niet worden bediend via de USB-uitgang.
9. Weerverwachtingssymbolen (Fig. 4)
•
Het weerstation gebruikt vijf verschillende weersymbolen (zonnig, halfbewolkt, bewolkt, regen, stormachtig).
•
Het weerbericht via de symboolweergave heeft betrekking op een periode van 12 uur en geeft alleen een
weertrend aan. De precisie is ongeveer 70 %.
•
Is het bijvoorbeeld momenteel bewolkt en wordt er regen aangegeven, duidt dit niet op een verkeerd func-
tioneren van het apparaat, maar geeft dit aan, dat de luchtdruk gedaald is en u een weersverslechtering
moet verwachten, waarbij het echter niet per se om regen hoeft te gaan.
•
Het zonnetje wordt ook 's nachts als symbool weergegeven als er sprake is van een kraakheldere nacht.
Belangrijke aanwijzing!
Met betrekking tot de symboolvoorspelling a.u.b. opletten, want tijdens de exploitatie wordt deze nog aange-
past. Het prognose-symbool is vanaf het begin actief, maar de betrouwbaarheid neemt toe door de hoeveel-
heid van de verzamelde gegevens. De sensor moet zich eerst op het plaatselijke referentieniveau instellen.
TFA_No. 35.1136_Anleitung_09_16 20.09.2016 10:12 Uhr Seite 23