• De voedingskabel van de ECU wordt aangesloten op de accu
van de boot en kan zo nodig met een verlengkabel worden
verlengd (Voedingskabel verlengen, pagina 4).
Aandachtspunten bij het installeren en aansluiten van de
stuuractuator
• De stuuractuator wordt gemonteerd in de kantelbuis van uw
motor en gebruikt een stuurarm en een verbindingssysteem
om te sturen.
• Als u van plan bent om deze stuurautomaat te gebruiken op
een boot die u gebruikt in zout water, moet u de
aandachtspunten met betrekking tot zout water doornemen
voordat u de stuuractuator installeert (Aandachtspunten met
betrekking tot zout water, pagina 3).
• U kunt het stuuractuator vanaf beide zijden in de kantelbuis
aanbrengen.
• U moet de stuuractuator installeren voordat u de ECU
permanent monteert.
• U kunt de kabel waarmee de stuuractuator op de ECU is
aangesloten niet verlengen.
Aandachtspunten met betrekking tot zout water
LET OP
Als u de boot in zout water gebruikt, ontstaat er roest in de
kantelbuis, zelfs bij zorgvuldig onderhoud. Als u de stuuractuator
installeert op een boot die in zout water wordt gebruikt, zal de
stuurinrichting zonder regelmatig onderhoud stijf zijn en zal de
stuuractuator uiteindelijk vastlopen. Mechanische schade aan
de actuator van de stuurinrichting veroorzaakt door pogingen
om een vastgelopen duwstang los te maken valt niet onder de
productgarantie.
Als uw kantelbuis is gemaakt van zacht staal, moet u na elk
gebruik routineonderhoud uitvoeren, of ten minste tweemaal per
maand (Informatie over routinematig onderhoud en opslag van
de stuuractuator, pagina 8).
Veel motorfabrikanten bieden een roestvrijstalen kantelbuis aan.
Als uw motor een zacht stalen kantelbuis heeft en u van plan
bent de boot in zout water te gebruiken, moet u de standaard
kantelbuis vervangen door de roestvrijstalen kantelbuis als deze
optie beschikbaar is. Neem voor meer informatie contact op met
uw plaatselijke dealer of motorfabrikant.
Zelfs bij het installeren van de stuuractuator in een
roestvrijstalen kantelbuis moet u, als u uw boot in zout water
gebruikt, het routineonderhoud minstens twee keer per jaar
uitvoeren (Informatie over routinematig onderhoud en opslag
van de stuuractuator, pagina 8).
Aandachtspunten bij het installeren en aansluiten van de
gasklepactuator
• De gasklepactuator wordt geïnstalleerd in het motorhuis en is
aangesloten op de gasklep om de snelheid te regelen.
• Volg de instructies die bij de gasklepactuator zijn geleverd
voor montage- en bevestigingsinformatie.
• U moet de gasklepactuator monteren voordat u de ECU
permanent monteert.
• U kunt de kabel waarmee de gasklepactuator op de ECU is
aangesloten niet verlengen.
Aandachtspunten bij de NMEA 2000 verbinding
• De CCU en de roerbediening moeten op een NMEA 2000
netwerk worden aangesloten.
• Als er nog geen NMEA 2000 netwerk op uw boot is
geïnstalleerd, kunt u zelf een netwerk opzetten met de
meegeleverde NMEA 2000 kabels en connectors (Een
standaard NMEA 2000 netwerk voor de stuurautomaat
opzetten, pagina 7).
• U kunt de geavanceerde functies van de stuurautomaat
gebruiken door optionele NMEA 2000 toestellen, zoals een
windsensor, een watersnelheidsensor of een GPS-toestel,
aan te sluiten op het NMEA 2000 netwerk.
Installatieprocedures
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Wanneer u de installatie van de stuurautomaat hebt gepland en
aan alle vereisten voor montage en bedrading van uw specifieke
installatie hebt voldaan, kunt u de onderdelen monteren en
aansluiten.
Bediening installeren
Een aparte roerbediening is niet in alle stuurautomaatpakketten
inbegrepen. Als u de stuurautomaat installeert zonder aparte
roerbediening, moet de CCU van de stuurautomaat zijn
verbonden met hetzelfde NMEA 2000 netwerk als een
compatibele Garmin kaartplotter om het stuurautomaatsysteem
te kunnen configureren en bedienen.
In de verpakking van de roerbediening vindt u gedetailleerde
montage-instructies.
De CCU monteren
1
Kies de bevestigingsplek.
2
Gebruik de CCU als sjabloon en markeer de twee
voorboorgaten op het montageoppervlak.
3
Gebruik een boor van 3 mm (
1
/
8
in.) om de gaatjes te boren.
4
Gebruik de meegeleverde schroeven om de CCU op het
montageoppervlak te bevestigen.
OPMERKING: Als u andere bevestigingsmaterialen gebruikt
dan de meegeleverde schroeven, dient u materiaal te
gebruiken van hoogwaardig roestvrijstaal of koper om
magnetische interferentie met de CCU te voorkomen.
Controleer het bevestigingsmateriaal op magnetische velden
door het te testen met een handkompas.
ECU installeren
De ECU monteren
Voordat u de ECU kunt monteren, moet u een montagelocatie
selecteren en kijken welke bevestigingsmaterialen u nodig hebt
(Aandachtspunten bij de montage en aansluiting van de ECU,
pagina 2).
1
Plaats de ECU op de gewenste montageplaats en teken de
montagegaten op de ondergrond af. Gebruik de ECU zelf als
sjabloon.
2
Gebruik een boortje dat geschikt is voor het
bevestigingsmateriaal en boor de vier gaten in het
bevestigingsoppervlak.
3
Gebruik het gekozen bevestigingsmateriaal om de ECU
stevig op het montageoppervlak te bevestigen.
De ECU aansluiten op de voeding
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
Sluit indien mogelijk de voedingskabel van de ECU rechtstreeks
aan op de bootaccu. Hoewel dit niet wordt aanbevolen, moet u
3