VOLTCRAFT IR 550-10S Operating Instructions Manual

Categorie
Meten
Type
Operating Instructions Manual
GEBRUIKSAANWIJZING
°
Version 07/11
Infraroodthermometer IR 550-10S
Bestelnr. 10 09 18
Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aankoop van dit Voltcraft®-product. U heeft hiermee een goede keus gedaan.
Dit apparaat is een buitengewoon kwaliteitsproduct van een merk, dat bekend staat om zijn deskundigheid en permanente
innovatie op de gebied van meten, laden en voeden.
Zowel de ambitieuze knutselaar als de beroepsmatige gebruiker kan met Voltcraft® ook moeilijke bewerkingen uitvoeren.
Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie tegen een buitengewoon gunstige prijs-kwaliteitverhouding.
Wij zijn ervan overtuigd dat uw kennismaking met Voltcraft het begin is van een lange en prettige samenwerking.
Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product!
Beoogd gebruik
De infraroodthermometer is een meetapparaat voor het contactloos meten van de temperatuur. Hij bepaalt de temperatuur aan
de hand van de infraroodenergie die door een object wordt uitgezonden, en aan de hand van het emissieniveau. De thermo-
meter is bijzonder geschikt voor het meten van de temperatuur van hete, moeilijk toegankelijke of bewegende objecten. De
infraroodthermometer meet de oppervlaktetemperatuur van een object. Hij kan niet door transparante oppervlaktes zoals glas
of plastic heen meten. Het temperatuurmeetbereik strekt zich uit van -50°C tot 550°C. Voor de voeding is een blokbatterij van
9V vereist.
Het product is EMC-goedgekeurd en voldoet daarmee aan de voorwaarden van de geldende Europese en nationale
richtlijnen. De CE-conformiteit werd aangetoond. De betreffende verklaringen bevinden zich bij de fabrikant.
Andere toepassingen dan hiervoor beschreven zijn niet toegestaan en kunnen leiden tot beschadiging van dit product.
Bovendien gaat dit gepaard met gevaren als kortsluiting, brand en elektrische schokken. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvul-
dig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik.
Kenmerken
Geïntegreerde alarmfunctie met optische en akoestische signalering
Weergave van minimum- of maximumtemperatuur gedurende de meting
Emissieniveau instelbaar van 0,10 tot 1,00
Uitschakelbare achtergrondverlichting voor de display
Omvang van de levering
Infraroodthermometer
Draagtas
9V blokbatterij
Gebruiksaanwijzing
Bij schade die voortkomt uit het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing vervalt elk recht op garan-
tie! Voor gevolgschade en materiÎle schade en persoonlijk letsel, veroorzaakt door onvakkundig
gebruik of het niet naleven van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid!
Belangrijke aanwijzingen die absoluut in acht moeten worden genomen, zijn in deze gebruiksaanwij-
zing met een uitroepteken aangegeven.
Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan.
Het apparaat niet blootstellen aan sterke trillingen of sterke mechanische belastingen.
Het apparaat niet blootstellen aan elektromagnetische velden, extreme temperaturen, direct zonlicht of vochtigheid.
Het apparaat niet blootstellen aan hoge luchtvochtigheid of vloeistoffen. Het apparaat alleen buiten gebruiken onder passen-
de weersomstandigheden resp. slechts met geschikte beschermingsvoorzieningen.
Waterdamp, stof, rook en/of dampen kunnen door het beïnvloeden van de optiek van de thermometer tot een onjuist meetre-
sultaat leiden.
Bij gebruik van de laser dient erop te worden gelet dat de laserstraal zo wordt geleid, dat niemand zich in het projectiebereik
bevindt en dat onbedoeld gereflecteerde stralen (bijv. door spiegels) niet op plaatsen komen waar zich personen bevinden.
Laserstraling kan gevaarlijk zijn als de laserstraal of een reflectie onbeschermd in uw ogen komt. Stelt u zich daarom op de
hoogte van de wettelijke bepalingen en voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van een dergelijk laser-
apparaat, voordat u de laser in gebruik neemt.
Kijkt u nooit in de laserstraal en richt u deze nooit op personen of dieren!
Richt de laserstraal nooit op spiegels of andere reflecterende oppervlakken. De lichtstraal kan hierdoor worden afgebogen en
personen of dieren raken.
Gebruik de laser uitsluitend in een bewaakte ruimte.
Beperk het traject van de stralen zo ver als mogelijk is met afscherm- of stelwanden.
Richt de laserstraal zo mogelijk zo, dat hij niet op ooghoogte is.
Let op - wanneer andere dan de in deze gebruiksaanwijzing vermelde bedieningsvoorzieningen of methodes worden gebruikt -
kan dit leiden tot een gevaarlijke blootstelling aan straling.
Dit product is uitgerust met een laser uit laserklasse 2 conform EN 60 825-1. In de levering bevinden zich laserwaarschu-
wingsbordjes in verschillende talen. Indien het bordje op de laser niet in uw landstaal is, bevestig dan het juiste bordje op de
laser.
Het apparaat dient niet direct in gebruik te worden genomen wanneer het vanuit een koude naar een warme kamer wordt
gebracht. Condenswater kan leiden tot onherstelbare beschadiging van het apparaat. Tevens kan het beslaan van de lens lei-
den tot foutieve metingen. Wacht met het gebruik van het product tot het zich heeft aangepast aan de veranderde omgeving-
stemperatuur.
LET OP LASERSTRALEN
KIJK NIET IN DE STRAAL
LASERPRODUCT KLASSE 2
Uitgang: <1mW
Golflengte: 630-690nm
EN 60 825-1: 2007
Mocht u twijfel hebben met betrekking tot de veilige werking, schakel het apparaat dan uit en beveilig het tegen onbedoeld
inschakelen. Onder de volgende voorwaarden is een veilige werking niet meer gegarandeerd:
- het product vertoont duidelijke beschadigingen,
- het product functioneert niet meer,
- het product is langere tijd onder ongunstige voorwaarden opgeslagen,
- het product is tijdens het transport blootgesteld aan zware belastingen.
Dit product is geen speelgoed. Houd het op afstand van kinderen en huisdieren!
In commerciÎle omgevingen dienen de Arbo-voorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische instal-
laties en bedrijfsmiddelen te worden opgevolgd. In scholen, vormingsinstituten, hobby- en doe-het-zelfate liers moet geschoold
personeel toezicht houden op de omgang met elektrische apparaten.
Laat service-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen door een vakman of een reparatiedienst uitvoeren.
Als u nog vragen heeft over de omgang met het meetapparaat, die in deze gebruiksaanwijzing niet worden beantwoord,
neem dan contact op met onze technische dienst:
Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, telefoon +49 (0)180 / 586 582 723 8
Bedienelementen
1. Display
2. Toets „UP“
3. Toets „Laser/Achtergrondverlichting“
4. Handgreep
5. Batterijvak
6. Toets „MODE“
7. Meettoets
8. Toets „DOWN“
9. Opening voor de laserstraal
10. Meetopening
11. „Scan“, meetindicator
Plaatsen/vervangen van de batterij
Bij het plaatsen van de batterijen de juiste poolrichting in acht nemen. Verwijder de batterijen als het apparaat
langere tijd niet wordt gebruikt. Dit om beschadigingen door leeglopen te voorkomen. Batterijen die uitlopen
of beschadigd zijn, kunnen bij contact met de huid corrosie veroorzaken. Bij omgang met beschadigde batte-
rijen dient u daarom beschermende handschoenen te dragen.
Berg batterijen ook buiten het bereik van kinderen op. Laat batterijen niet achteloos rondslingeren: kinderen of huisdieren kun-
nen deze inslikken. Vervang alle batterijen gelijktijdig. Het mengen van oude en nieuwe batterijen kan leiden tot het uitlopen
van de batterijen en tot beschadiging van het apparaat.
Demonteer batterijen niet, en vermijd kortsluitingen en contact met vuur. Probeer nooit niet-oplaadbare batterijen te laden. Er
bestaat explosiegevaar
Vervang de batterij wanneer het symbool voor lege batterij (21) in de display verschijnt.
1. Klap het dekseltje van het batterijvak omhoog en open zo het batterijvak (5).
2. Verwijder de verbruikte batterij van de batterijclip en sluit een nieuwe batterij van hetzelfde type met de juiste polariteit op de
batterijclip aan. De batterijclip is zo uitgevoerd, dat de batterij alleen met de juiste polariteit kan worden aangesloten. Gebruik
geen geweld bij het plaatsen van de batterij.
3. Sluit het batterijvak weer door het dekseltje (5) van het batterijvak weer dicht te klappen.
Gebruik
Werkwijze
Infraroodthermometers meten de oppervlaktetemperatuur van een object. De sensor van de thermometer registreert de uitge-
straalde, gereflecteerde en doorgelaten warmtestraling van het object en zet deze informatie om in een temperatuurwaarde.
De emissiefactor is een waarde die de karakteristiek van de energiestraling van een materiaal uitdrukt. Hoe hoger deze waarde,
des te hoger is de capaciteit van het materiaal om stralingen uit te zenden. Veel organische materialen en oppervlakken heb-
ben een emissiefactor van ca. 0,95. Metalen oppervlakken of glanzende materialen hebben een lagere emissiefactor. Daarom
kan bij het apparaat IR 550-10S het emissieniveau worden ingesteld.
Meting:
1. Richt de meetopening (9), bij voorkeur verticaal, op het meetobject. Let erop, dat het meetobject niet kleiner is dan de IR-
meetspot van het apparaat (zie ook meetplekgrootte).
2. Druk op de meettoets (7) en houd deze ingedrukt. De meetwaarde wordt weergegeven op de display (18). De weergegeven
meewaarde komt overeen met de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de IR-meetspot. Gedurende de meting wordt
„SCAN“ (11) weergegeven in de display.
3. Na het loslaten van de meettoets (7) wordt de laatste meetwaarde nog ca. 7 seconden in de display weergegeven, zodat
deze beter kan worden afgelezen. Tevens verschijnt de weergave „HOLD“ (12).
4. Het apparaat schakelt 7 seconden na het loslaten van de meettoets (7) automatisch uit.
5. Bij overschrijding van het temperatuurmeetbereik wordt „——“ weergegeven in de display.
Om de warmste plek van het meetobject vast te stellen dient u bij ingedrukte meettoets (7) het meetobject
systematisch met zigzagbewegingen te scannen tot de warmste plek is gevonden. De hoogst gemeten tem-
peratuur tijdens de meting wordt als maximumtemperatuur (15) links onder in de display weergegeven (indien
de max-functie is geselecteerd).
Om de juiste meetwaarde te verkrijgen dient de infraroodthermometer aangepast te zijn aan de omgeving-
stemperatuur. Laat het apparaat bij een plaatswijziging op de nieuwe omgevingstemperatuur komen.
Glanzende oppervlaktes vervalsen het meetresultaat. Ter compensatie kan het oppervlak van glanzende
voorwerpen met kleefband of matzwarte verf afgedekt worden. Het apparaat kan niet door transparente
oppervlakken zoals bijv. glas meten. Het apparaat zal in plaats daarvan de oppervlaktetemperatuur van het
glas meten.
Langere metingen van hoge temperaturen bij geringe meetafstand leiden tot een verwarming van het meet-
apparaat zelf en daarmee tot een foutieve meting. Om exacte meetwaarden te bereiken geldt de vuistregel:
Hoe hoger de temperatuur, hoe hoger de meetafstand en hoe korter de meetduur dient te zijn.
IR-meetplekgrootte - verhouding meetafstand-meetvlak (Distance to Spot-verhouding; D/S)
Om exacte meetresultaten te verkrijgen moet het meetobject groter zijn dan de IR-meetplek van de infraroodthermometer. De
geregistreerde temperatuur is de gemiddelde temperatuur van het gemeten oppervlak. Hoe kleiner het meetobject, des te
11
18
20
21
12 13 15
SCAN
HOLD
MAX
MIN
SET HIGH
17
16
19
14
10
9
1
2
3
4
5
6
7
8
®
12. „Hold“, aanduiding voor kortstondig opslaan van de
meetwaarde
13. Aanduiding „MAX“
14. Weergave van emissieniveau
15. Tweede weergave
16. Weergave „Pieper“
17. Weergave „Set High“ (alarm)
18. Meetwaarde
19. Weergave „MIN“
20. Meeteenheid (°C of °F)
21. Symbool voor lege batterij
korter moet de afstand ten opzichte van de infraroodthermometer zijn. De juiste grootte van de meetvlek vindt u in het volgen-
de diagram. Dit is tevens op het apparaat vermeld. Voor exacte metingen moet het meetobject ten minste dubbel zo groot als
de meetvlek zijn.
Richtlaser
De doellaser kan worden geactiveerd of gedeactiveerd. Schakel hiervoor het meetapparaat in door op de meettoets (7) te druk-
ken. Druk op de toets „Laser/Achtergrondverlichting“ (3). Bij geactiveerde laser verschijnt het lasersymbool (driehoek met stra-
len) in de display. Druk zo vaak op de toets „Laser/Achtergrondverlichting“ (3) tot het laser symbool uitgaat om de laser uit te
schakelen.
Achtergrondverlichting
Met de toets „Laser/Achtergrondverlichting“ (3) kan bij een ingeschakeld meetinstrument de achtergrondverlichting van de
display worden in- of uitgeschakeld. Druk zo vaak op de toets tot de achtergrondverlichting aan- of uitgeschakeld is.
Instelmenu
De IR 550-10S is uitgerust met een instelmenu. Druk de toets „MODE“ (6) in tot hij begint te knipperen, om toegang tot het
menu te krijgen. Druk nu zo vaak op de toets „Mode“ tot de gewenste instelfunctie in het menu bereikt is. De waarde in het
instelmenu wordt gewijzigd met de toets „UP“ (2) en de toets „DOWN“ (8). Bevestig de invoer met de meettoets (7), of druk op
de toets „Mode“ (6) om naar de volgende instelmogelijkheid te gaan. Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ingestelde
waarde opgeslagen.
Min.-/max.-meting:
De IR 550-10S kan met de tweede weergave (15) de laagste (MIN) of de hoogste (MAX) temperatuurwaarde tonen die tijdens
de meting optreedt.
Druk in het instelmenu op de toets“MODE“ (6) tot de aanduiding „MIN“ (19) of „MAX“ (13) knippert. Selecteer met toets „UP“
(2) en toets ‘DOWN“ (8) de gewenste aanduiding (MIN of MAX) in de tweede weergave (15).
Omschakeling van de meeteenheid °C/°F
Druk in het instelmenu zo vaak op toets „MODE“ (6) tot de meeteenheid (20) knippert in de display. Met de toets „UP“ (2) en
de toets „DOWN“ (8) kan de meeteenheid worden omgeschakeld van °C (graden Celsius) op °F (graden Fahrenheit).
Instellen van de emissiefactor
Het meetinstrument is uitgerust met een instelling van de emissiegraad. Hiermee kunnen bij verschillende materialen en opper-
vlaktes precieze meetwaarden worden bereikt (zie ook punt Werking).
Druk zo vaak op de toets „Mode“ (6) tot in de display het symbool voor emissieniveau (14) knippert. Met de toetsen „UP“ (2)
en „DOWN“ (8) kan het emissieniveau op het betreffende meetobject worden afgesteld van 0,10 tot 1,00.
Aansluitend op de technische gegevens vindt u een tabel met de typische materialen en hun emissieniveau.
Veel organische materialen beschikken over een emissieniveau van 0,95. Daarom is het emissieniveau af
fabriek ingesteld op 0,95. Het emissieniveau van een oppervlak kan worden bepaald met behulp van een
gewone thermometer met een speciale oppervlaktevoeler. Meet de temperatuur van het te meten oppervlak
met een gewone thermometer. Wijzig het emissieniveau van de infraroodthermometer tot de meetwaarde (22)
met de waarde van de conventionele oppervlaktemeting overeenkomt. Dit is echter alleen noodzakelijk voor
zeer nauwkeurige metingen.
Alarmfunctie
Het meetapparaat is uitgerust met een functie voor alarm bij overschrijding van een instelbare temperatuurwaarde. Het alarm
geschiedt akoestisch met een pieper en visueel door rood knipperen van de achtergrondverlichting. Door deze functie is het
meetapparaat ideaal voor controles en dergelijke. Het alarm gaat af, wanneer de ingestelde alarmwaarde wordt overschreden.
Druk in het instelmenu op de toets „MODE“ (6) totdat het alarmsymbool „SET HIGH“ (17) knippert in de display en een tem-
peratuurwaarde in de display wordt weergegeven. Met de toetsen „UP“ (2) en „DOWN“ (8) kan de alarmwaarde worden inge-
steld. Bij overschrijding hiervan wordt het alarm geactiveerd.
Het akoestische alarm (pieper) kan gedeactiveerd worden.
Druk zo vaak op de toets „Mode“ (6) tot in de display het symbool voor emissieniveau (16) knippert. Met de toetsen „UP“ (2)
en „DOWN“ (8) kan de visuele-alarmwaarde worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Verzorging en onderhoud
Reiniging van de lens:
Verwijder de losse deeltjes met schone perslucht en veeg vervolgens de resterende aanslag weg met een fijn lensborsteltje.
Reinig het oppervlak met een lensreinigingsdoekje of met een schone, zachte en pluisvrije doek. Voor de reiniging van vin-
gerafdrukken en andere vettige aanslag kunt u het doekje met water of een lenzenreinigingsvloeistof bevochtigen. Gebruik
geen zuur- of alcoholhoudende of andere oplosmiddelen en geen ruwe, pluizige doek om de lens te reinigen. Vermijd over-
matige druk bij het schoonmaken.
Reinigen van de behuizing
Gebruik voor de reiniging van de behuizing water en zeep of een mild schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuur- of oplosmiddel!
Verwijdering van verbruikte batterijen!
Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen en accu’s in te leveren; bat-
terijen/accu’s mogen niet met het huisvuil meegegeven worden!
Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen. Deze
symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aanduidingen voor de betreffende zware
metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Lege batterijen/accu’s kunt u gratis inleveren
bij
de verzamelplaatsen van uw gemeente, bij onze filialen of bij andere verkooppunten van batterijen en accu’s!
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan de bescherming van het milieu!
Verwijdering
Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Breng het apparaat aan het ein-
de van zijn levensduur naar een gemeentelijke inzamelplaats, conform de geldende wettelijke bepalingen. Verwijdering via het
huishoudelijk afval is niet toegestaan. Het teken met de doorgekruiste vuilnisbak op wielen betekent dat dit product bij een ver-
zamelplaats voor elektronisch afval ingeleverd moet worden zodat het op de beste wijze verwerkt en gerecycled kan worden.
Laser
16 mm
InfraRed
Spot 10 mm 50 mm 100 mm
Distance 100 mm 500 mm 1000 mm
D:S 10:1
Technische gegevens
Bedrijfsspanning: 9V blokbatterij
Inschakeltijd: < 1 seconde
Spectrum: 8 - 14 µm
Emissieniveau 0,1 tot 1,00 instelbaar
Resolutie 0,1 °C
IR-meetplekgrootte: IR 10:1
Laser: Vermogen < 1 mW, laserklasse 2,
golflengte 630-690 nm
Bedrijfstemperatuur. 0 tot 50 °C
Bedrijfsluchtvochtigheid: 10- 90 % RH
Opslagtemperatuur: -10 tot 60 °C
Opslagluchtvochtigheid: 10- 80 % RH
Gewicht: 180 g
Afmetingen: 160 x 42 x 82 mm
Precisie (bij omgevingstemperatuur van 23 – 25 °C, emissieniveau van 0,95)
Temperatuurmeetbereik Nauwkeurigheid
- 50 tot - 20 °C ±5,5 °C
- 20 tot + 550 °C ± 2,5% van de meetwaarde ± 2,5 °C
Emissieniveau van verschillende oppervlaktes
De in de bovenstaande tabel vermelde emissieniveaus zijn benaderende waarden. Verschillende parameters
zoals geometrie en oppervlaktekwaliteit kunnen de emissiegraad van een object beïnvloeden.
Oppervlak Emissieniveau Oppervlak Emissieniveau
Asfalt 0,90 – 0,98 Lak (mat) 0,97
Beton 0,94 Menselijke huid 0,98
IJs 0,96 – 0.98 Mortel 0,89 – 0,91
IJzeroxide 0,78 – 0,82 Papier 0,70 – 0,94
Aarde. Humus 0.92 – 0,96 Plastic 0,85 – 0,95
Gips 0,80 – 0,90 Zand 0,90
Glas/keramiek 0,90 – 0,95 Textiel 0,90
Rubber (zwart) 0,94 Water 0,92 – 0,96
Lak 0,80 – 0,95 Baksteen 0,93 – 0,96
Colofon in onze gebruiksaanwijzingen
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in
elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2011 by Voltcraft
®
V3_0711_01/HD

Documenttranscriptie

® Mocht u twijfel hebben met betrekking tot de veilige werking, schakel het apparaat dan uit en beveilig het tegen onbedoeld inschakelen. Onder de volgende voorwaarden is een veilige werking niet meer gegarandeerd: - het product vertoont duidelijke beschadigingen, - het product functioneert niet meer, - het product is langere tijd onder ongunstige voorwaarden opgeslagen, - het product is tijdens het transport blootgesteld aan zware belastingen. Dit product is geen speelgoed. Houd het op afstand van kinderen en huisdieren!  GEBRUIKSAANWIJZING Infraroodthermometer IR 550-10S ° Version 07/11 Bestelnr. 10 09 18 Inleiding In commerciÎle omgevingen dienen de Arbo-voorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen te worden opgevolgd. In scholen, vormingsinstituten, hobby- en doe-het-zelfateliers moet geschoold personeel toezicht houden op de omgang met elektrische apparaten. Laat service-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen door een vakman of een reparatiedienst uitvoeren. Als u nog vragen heeft over de omgang met het meetapparaat, die in deze gebruiksaanwijzing niet worden beantwoord, neem dan contact op met onze technische dienst: Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, telefoon +49 (0)180 / 586 582 723 8 Bedienelementen Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit Voltcraft®-product. U heeft hiermee een goede keus gedaan. Dit apparaat is een buitengewoon kwaliteitsproduct van een merk, dat bekend staat om zijn deskundigheid en permanente innovatie op de gebied van meten, laden en voeden. Zowel de ambitieuze knutselaar als de beroepsmatige gebruiker kan met Voltcraft® ook moeilijke bewerkingen uitvoeren. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie tegen een buitengewoon gunstige prijs-kwaliteitverhouding. Wij zijn ervan overtuigd dat uw kennismaking met Voltcraft het begin is van een lange en prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product! 9 2 3 Andere toepassingen dan hiervoor beschreven zijn niet toegestaan en kunnen leiden tot beschadiging van dit product. Bovendien gaat dit gepaard met gevaren als kortsluiting, brand en elektrische schokken. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik. Kenmerken Geïntegreerde alarmfunctie met optische en akoestische signalering Weergave van minimum- of maximumtemperatuur gedurende de meting Emissieniveau instelbaar van 0,10 tot 1,00 Uitschakelbare achtergrondverlichting voor de display 7 16 17 SET HIGH MIN 18 19 20 21 5 4 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Display Toets „UP“ Toets „Laser/Achtergrondverlichting“ Handgreep Batterijvak Toets „MODE“ Meettoets Toets „DOWN“ Opening voor de laserstraal Meetopening „Scan“, meetindicator 12. „Hold“, aanduiding voor kortstondig opslaan van de meetwaarde 13. Aanduiding „MAX“ 14. Weergave van emissieniveau 15. Tweede weergave 16. Weergave „Pieper“ 17. Weergave „Set High“ (alarm) 18. Meetwaarde 19. Weergave „MIN“ 20. Meeteenheid (°C of °F) 21. Symbool voor lege batterij Plaatsen/vervangen van de batterij  Omvang van de levering Infraroodthermometer Draagtas 9V blokbatterij Gebruiksaanwijzing  SCAN HOLD MAX 8 Beoogd gebruik Het product is EMC-goedgekeurd en voldoet daarmee aan de voorwaarden van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De CE-conformiteit werd aangetoond. De betreffende verklaringen bevinden zich bij de fabrikant. 12 13 14 15 1 6 De infraroodthermometer is een meetapparaat voor het contactloos meten van de temperatuur. Hij bepaalt de temperatuur aan de hand van de infraroodenergie die door een object wordt uitgezonden, en aan de hand van het emissieniveau. De thermometer is bijzonder geschikt voor het meten van de temperatuur van hete, moeilijk toegankelijke of bewegende objecten. De infraroodthermometer meet deoppervlaktetemperatuur van een object. Hij kan niet door transparante oppervlaktes zoals glas of plastic heen meten. Het temperatuurmeetbereik strekt zich uit van -50°C tot 550°C. Voor de voeding is een blokbatterij van 9V vereist. 11 10 Bij schade die voortkomt uit het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing vervalt elk recht op garantie! Voor gevolgschade en materiÎle schade en persoonlijk letsel, veroorzaakt door onvakkundig gebruik of het niet naleven van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! Belangrijke aanwijzingen die absoluut in acht moeten worden genomen, zijn in deze gebruiksaanwijzing met een uitroepteken aangegeven. Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. Het apparaat niet blootstellen aan sterke trillingen of sterke mechanische belastingen. Bij het plaatsen van de batterijen de juiste poolrichting in acht nemen. Verwijder de batterijen als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt. Dit om beschadigingen door leeglopen te voorkomen. Batterijen die uitlopen of beschadigd zijn, kunnen bij contact met de huid corrosie veroorzaken. Bij omgang met beschadigde batterijen dient u daarom beschermende handschoenen te dragen. Berg batterijen ook buiten het bereik van kinderen op. Laat batterijen niet achteloos rondslingeren: kinderen of huisdieren kunnen deze inslikken. Vervang alle batterijen gelijktijdig. Het mengen van oude en nieuwe batterijen kan leiden tot het uitlopen van de batterijen en tot beschadiging van het apparaat. Demonteer batterijen niet, en vermijd kortsluitingen en contact met vuur. Probeer nooit niet-oplaadbare batterijen te laden. Er bestaat explosiegevaar Vervang de batterij wanneer het symbool voor lege batterij (21) in de display verschijnt. 1. Klap het dekseltje van het batterijvak omhoog en open zo het batterijvak (5). 2. Verwijder de verbruikte batterij van de batterijclip en sluit een nieuwe batterij van hetzelfde type met de juiste polariteit op de batterijclip aan. De batterijclip is zo uitgevoerd, dat de batterij alleen met de juiste polariteit kan worden aangesloten. Gebruik geen geweld bij het plaatsen van de batterij. 3. Sluit het batterijvak weer door het dekseltje (5) van het batterijvak weer dicht te klappen. Het apparaat niet blootstellen aan elektromagnetische velden, extreme temperaturen, direct zonlicht of vochtigheid. Het apparaat niet blootstellen aan hoge luchtvochtigheid of vloeistoffen. Het apparaat alleen buiten gebruiken onder passende weersomstandigheden resp. slechts met geschikte beschermingsvoorzieningen. Waterdamp, stof, rook en/of dampen kunnen door het beïnvloeden van de optiek van de thermometer tot een onjuist meetresultaat leiden. Bij gebruik van de laser dient erop te worden gelet dat de laserstraal zo wordt geleid, dat niemand zich in het projectiebereik bevindt en dat onbedoeld gereflecteerde stralen (bijv. door spiegels) niet op plaatsen komen waar zich personen bevinden. Laserstraling kan gevaarlijk zijn als de laserstraal of een reflectie onbeschermd in uw ogen komt. Stelt u zich daarom op de hoogte van de wettelijke bepalingen en voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van een dergelijk laserapparaat, voordat u de laser in gebruik neemt. Kijkt u nooit in de laserstraal en richt u deze nooit op personen of dieren! Richt de laserstraal nooit op spiegels of andere reflecterende oppervlakken. De lichtstraal kan hierdoor worden afgebogen en personen of dieren raken. Gebruik de laser uitsluitend in een bewaakte ruimte. Beperk het traject van de stralen zo ver als mogelijk is met afscherm- of stelwanden. Richt de laserstraal zo mogelijk zo, dat hij niet op ooghoogte is. Let op - wanneer andere dan de in deze gebruiksaanwijzing vermelde bedieningsvoorzieningen of methodes worden gebruiktkan dit leiden tot een gevaarlijke blootstelling aan straling. Dit product is uitgerust met een laser uit laserklasse 2 conform EN 60 825-1. In de levering bevinden zich laserwaarschuwingsbordjes in verschillende talen. Indien het bordje op de laser niet in uw landstaal is, bevestig dan het juiste bordje op de laser. LET OP LASERSTRALEN KIJK NIET IN DE STRAAL LASERPRODUCT KLASSE 2 Uitgang: <1mW Golflengte: 630-690nm EN 60 825-1: 2007 Het apparaat dient niet direct in gebruik te worden genomen wanneer het vanuit een koude naar een warme kamer wordt gebracht. Condenswater kan leiden tot onherstelbare beschadiging van het apparaat. Tevens kan het beslaan van de lens leiden tot foutieve metingen. Wacht met het gebruik van het product tot het zich heeft aangepast aan de veranderde omgevingstemperatuur. Gebruik Werkwijze Infraroodthermometers meten de oppervlaktetemperatuur van een object. De sensor van de thermometer registreert de uitgestraalde, gereflecteerde en doorgelaten warmtestraling van het object en zet deze informatie om in een temperatuurwaarde. De emissiefactor is een waarde die de karakteristiek van de energiestraling van een materiaal uitdrukt. Hoe hoger deze waarde, des te hoger is de capaciteit van het materiaal om stralingen uit te zenden. Veel organische materialen en oppervlakken hebben een emissiefactor van ca. 0,95. Metalen oppervlakken of glanzende materialen hebben een lagere emissiefactor. Daarom kan bij het apparaat IR 550-10S het emissieniveau worden ingesteld. Meting: 1. Richt de meetopening (9), bij voorkeur verticaal, op het meetobject. Let erop, dat het meetobject niet kleiner is dan de IRmeetspot van het apparaat (zie ook meetplekgrootte). 2. Druk op de meettoets (7) en houd deze ingedrukt. De meetwaarde wordt weergegeven op de display (18). De weergegeven meewaarde komt overeen met de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de IR-meetspot. Gedurende de meting wordt „SCAN“ (11) weergegeven in de display. 3. Na het loslaten van de meettoets (7) wordt de laatste meetwaarde nog ca. 7 seconden in de display weergegeven, zodat deze beter kan worden afgelezen. Tevens verschijnt de weergave „HOLD“ (12). 4. Het apparaat schakelt 7 seconden na het loslaten van de meettoets (7) automatisch uit. 5. Bij overschrijding van het temperatuurmeetbereik wordt „——“ weergegeven in de display. ☞ ☞ ☞ ☞ Om de warmste plek van het meetobject vast te stellen dient u bij ingedrukte meettoets (7) het meetobject systematisch met zigzagbewegingen te scannen tot de warmste plek is gevonden. De hoogst gemeten temperatuur tijdens de meting wordt als maximumtemperatuur (15) links onder in de display weergegeven (indien de max-functie is geselecteerd). Om de juiste meetwaarde te verkrijgen dient de infraroodthermometer aangepast te zijn aan de omgevingstemperatuur. Laat het apparaat bij een plaatswijziging op de nieuwe omgevingstemperatuur komen. Glanzende oppervlaktes vervalsen het meetresultaat. Ter compensatie kan het oppervlak van glanzende voorwerpen met kleefband of matzwarte verf afgedekt worden. Het apparaat kan niet door transparente oppervlakken zoals bijv. glas meten. Het apparaat zal in plaats daarvan de oppervlaktetemperatuur van het glas meten. Langere metingen van hoge temperaturen bij geringe meetafstand leiden tot een verwarming van het meetapparaat zelf en daarmee tot een foutieve meting. Om exacte meetwaarden te bereiken geldt de vuistregel: Hoe hoger de temperatuur, hoe hoger de meetafstand en hoe korter de meetduur dient te zijn. IR-meetplekgrootte - verhouding meetafstand-meetvlak (Distance to Spot-verhouding; D/S) Om exacte meetresultaten te verkrijgen moet het meetobject groter zijn dan de IR-meetplek van de infraroodthermometer. De geregistreerde temperatuur is de gemiddelde temperatuur van het gemeten oppervlak. Hoe kleiner het meetobject, des te korter moet de afstand ten opzichte van de infraroodthermometer zijn. De juiste grootte van de meetvlek vindt u in het volgende diagram. Dit is tevens op het apparaat vermeld. Voor exacte metingen moet het meetobject ten minste dubbel zo groot als de meetvlek zijn. D:S 10:1 Laser InfraRed 16 mm Spot 10 mm 50 mm 100 mm Distance 100 mm 500 mm 1000 mm Richtlaser De doellaser kan worden geactiveerd of gedeactiveerd. Schakel hiervoor het meetapparaat in door op de meettoets (7) te drukken. Druk op de toets „Laser/Achtergrondverlichting“ (3). Bij geactiveerde laser verschijnt het lasersymbool (driehoek met stralen) in de display. Druk zo vaak op de toets „Laser/Achtergrondverlichting“ (3) tot het lasersymbool uitgaat om de laser uit te schakelen. Achtergrondverlichting Met de toets „Laser/Achtergrondverlichting“ (3) kan bij een ingeschakeld meetinstrument de achtergrondverlichting van de display worden in- of uitgeschakeld. Druk zo vaak op de toets tot de achtergrondverlichting aan- of uitgeschakeld is. Instelmenu De IR 550-10S is uitgerust met een instelmenu. Druk de toets „MODE“ (6) in tot hij begint te knipperen, om toegang tot het menu te krijgen. Druk nu zo vaak op de toets „Mode“ tot de gewenste instelfunctie in het menu bereikt is. De waarde in het instelmenu wordt gewijzigd met de toets „UP“ (2) en de toets „DOWN“ (8). Bevestig de invoer met de meettoets (7), of druk op de toets „Mode“ (6) om naar de volgende instelmogelijkheid te gaan. Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ingestelde waarde opgeslagen. Min.-/max.-meting: De IR 550-10S kan met de tweede weergave (15) de laagste (MIN) of de hoogste (MAX) temperatuurwaarde tonen die tijdens de meting optreedt. Druk in het instelmenu op de toets“MODE“ (6) tot de aanduiding „MIN“ (19) of „MAX“ (13) knippert. Selecteer met toets „UP“ (2) en toets ‘DOWN“ (8) de gewenste aanduiding (MIN of MAX) in de tweede weergave (15). Omschakeling van de meeteenheid °C/°F Druk in het instelmenu zo vaak op toets „MODE“ (6) tot de meeteenheid (20) knippert in de display. Met de toets „UP“ (2) en de toets „DOWN“ (8) kan de meeteenheid worden omgeschakeld van °C (graden Celsius) op °F (graden Fahrenheit). Technische gegevens Bedrijfsspanning: Inschakeltijd: Spectrum: Emissieniveau Resolutie IR-meetplekgrootte: Laser: 9V blokbatterij < 1 seconde 8 - 14 µm 0,1 tot 1,00 instelbaar 0,1 °C IR 10:1 Vermogen < 1 mW, laserklasse 2, golflengte 630-690 nm 0 tot 50 °C 10- 90 % RH -10 tot 60 °C 10- 80 % RH 180 g 160 x 42 x 82 mm Bedrijfstemperatuur. Bedrijfsluchtvochtigheid: Opslagtemperatuur: Opslagluchtvochtigheid: Gewicht: Afmetingen: Precisie (bij omgevingstemperatuur van 23 – 25 °C, emissieniveau van 0,95) Temperatuurmeetbereik Nauwkeurigheid - 50 tot - 20 °C ±5,5 °C - 20 tot + 550 °C ± 2,5% van de meetwaarde ± 2,5 °C Emissieniveau van verschillende oppervlaktes ☞ De in de bovenstaande tabel vermelde emissieniveaus zijn benaderende waarden. Verschillende parameters zoals geometrie en oppervlaktekwaliteit kunnen de emissiegraad van een object beïnvloeden. Oppervlak Emissieniveau Oppervlak Emissieniveau Asfalt 0,90 – 0,98 Lak (mat) 0,97 0,98 Beton 0,94 Menselijke huid IJs 0,96 – 0.98 Mortel 0,89 – 0,91 IJzeroxide 0,78 – 0,82 Papier 0,70 – 0,94 0,85 – 0,95 Aarde. Humus 0.92 – 0,96 Plastic Gips 0,80 – 0,90 Zand 0,90 Glas/keramiek 0,90 – 0,95 Textiel 0,90 Rubber (zwart) 0,94 Water 0,92 – 0,96 Lak 0,80 – 0,95 Baksteen 0,93 – 0,96 Instellen van de emissiefactor Het meetinstrument is uitgerust met een instelling van de emissiegraad. Hiermee kunnen bij verschillende materialen en oppervlaktes precieze meetwaarden worden bereikt (zie ook punt Werking). Druk zo vaak op de toets „Mode“ (6) tot in de display het symbool voor emissieniveau (14) knippert. Met de toetsen „UP“ (2) en „DOWN“ (8) kan het emissieniveau op het betreffende meetobject worden afgesteld van 0,10 tot 1,00. ☞ Aansluitend op de technische gegevens vindt u een tabel met de typische materialen en hun emissieniveau. Veel organische materialen beschikken over een emissieniveau van 0,95. Daarom is het emissieniveau af fabriek ingesteld op 0,95. Het emissieniveau van een oppervlak kan worden bepaald met behulp van een gewone thermometer met een speciale oppervlaktevoeler. Meet de temperatuur van het te meten oppervlak met een gewone thermometer. Wijzig het emissieniveau van de infraroodthermometer tot de meetwaarde (22) met de waarde van de conventionele oppervlaktemeting overeenkomt. Dit is echter alleen noodzakelijk voor zeer nauwkeurige metingen. Alarmfunctie Het meetapparaat is uitgerust met een functie voor alarm bij overschrijding van een instelbare temperatuurwaarde. Het alarm geschiedt akoestisch met een pieper en visueel door rood knipperen van de achtergrondverlichting. Door deze functie is het meetapparaat ideaal voor controles en dergelijke. Het alarm gaat af, wanneer de ingestelde alarmwaarde wordt overschreden. Druk in het instelmenu op de toets „MODE“ (6) totdat het alarmsymbool „SET HIGH“ (17) knippert in de display en een temperatuurwaarde in de display wordt weergegeven. Met de toetsen „UP“ (2) en „DOWN“ (8) kan de alarmwaarde worden ingesteld. Bij overschrijding hiervan wordt het alarm geactiveerd. Het akoestische alarm (pieper) kan gedeactiveerd worden. Druk zo vaak op de toets „Mode“ (6) tot in de display het symbool voor emissieniveau (16) knippert. Met de toetsen „UP“ (2) en „DOWN“ (8) kan de visuele-alarmwaarde worden geactiveerd of gedeactiveerd. Verzorging en onderhoud Reiniging van de lens: Verwijder de losse deeltjes met schone perslucht en veeg vervolgens de resterende aanslag weg met een fijn lensborsteltje. Reinig het oppervlak met een lensreinigingsdoekje of met een schone, zachte en pluisvrije doek. Voor de reiniging van vingerafdrukken en andere vettige aanslag kunt u het doekje met water of een lenzenreinigingsvloeistof bevochtigen. Gebruik geen zuur- of alcoholhoudende of andere oplosmiddelen en geen ruwe, pluizige doek om de lens te reinigen. Vermijd overmatige druk bij het schoonmaken. Reinigen van de behuizing Gebruik voor de reiniging van de behuizing water en zeep of een mild schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuur- of oplosmiddel! Verwijdering van verbruikte batterijen! Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen en accu’s in te leveren; batterijen/accu’s mogen niet met het huisvuil meegegeven worden! Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aanduidingen voor de betreffende zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Lege batterijen/accu’s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, bij onze filialen of bij andere verkooppunten van batterijen en accu’s! Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan de bescherming van het milieu! Verwijdering Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Breng het apparaat aan het einde van zijn levensduur naar een gemeentelijke inzamelplaats, conform de geldende wettelijke bepalingen. Verwijdering via het huishoudelijk afval is niet toegestaan. Het teken met de doorgekruiste vuilnisbak op wielen betekent dat dit product bij een verzamelplaats voor elektronisch afval ingeleverd moet worden zodat het op de beste wijze verwerkt en gerecycled kan worden.  Colofon in onze gebruiksaanwijzingen Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2011 by Voltcraft® V3_0711_01/HD
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

VOLTCRAFT IR 550-10S Operating Instructions Manual

Categorie
Meten
Type
Operating Instructions Manual

in andere talen