Omega OS-PP Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Omegaette Pocket PP™
OS-PP
Contactloze Infrarode Thermometer
Handleiding
M3846/0902
Inhoud
1. Algemeen
1.1. Meegeleverde apparatuur
1.2. Aanvullende informatie over uw
nieuwe thermometer
1 3. Beschrijving van meetmethode
1.4. Technische informatie
1.4.1 Technische gagevens
1.4.2.Opmerkingen over technische
gegevens
2. Bediening
2.1. Scherm an controleknoppen
2.2. Een meting verrichten
2.3. Uitslag van minimum en
maximum temperatuur
2.4. Kiezen tussen °C/°F
2.5. Verlichting
2.6. Onnauwkeurige metingen
2.7. Problemen oplossen
3. Onderhoud
3.1. Batterijen wisselen
3.2. Schoonmaken
4. Bevestigen van de Infrarode
Thermometer
1. Algemeen
1.1. Meegeleverde apparatuur
Infra-rode thermometer basistoestel
4 knoopcelbatterijen (reeds in toestel)
1.2. Aanvullende informatie over uw nieuwe thermometer
Uw nieuwe thermometer is voorzien van 4 x LR44 alkaline celbatterijen die al in
het batterijenoompartiment zijn geplaatst. Voordat u de thermometer in gebruik
neemt, dient u eerst het isolatiemateriaal te verwijderen door dit voorzichtig uit
het batterijencompartiment te trekken.
Test de thermometer door op de aan/uit-toets te drukken, waardoor de LC-
display an de achterverlichting kortstondig oplichten. Wanneer dit niet gebeurt,
verwijdert u de batterijen. Wacht 30 seconden en plaats do batterijen terug. Zorg
er hierbij voor, dat batterijen met de positieve (+) pool naar boven in het
batterijencompartiment worden gelegd.
Uw thermometer is nu klaar voor gebruikf
1.3. Beschrijving van meetmethode
Bij het verrichten van een temperatuurmeting wordt de oppervIaktestraling van het
te meten voorwerp bepaald volgens de principes van de thermometrie. Dit is een
geheel passief proces, d.w.z. er komt geen straling vrij an -in plaats daarvan- wordt
enkel gebruikt gemaakt van de natuurlijke electromagnetische radiatie (hittestraling)
die elk voorwerp met een temperatuur van boven nul (-273°C) uitstraalt. De
temperatuur kan aan de hand van daze stralingsenergie zeer nauwkeurig afgeleid
worden als de emissiecoëfficiënt van het to meten voorwerp bekend is.
1.4. Technische informatie
1.4.1.Technische gegevens
De belangrijke technische gegevens zijn samengevat in onderstaande tabel.
1.4.2.Opmerkingen over technische gegevens
1. Nauwkeurigheid: de hoogste van de twee gegeven waarden is steeds
van toepassing.
2. Afstand tot te meten punt: do parameter A: M drukt de verhouding uit
tussen de grootte van het meetvlak en de afstand tussen het te meten
voorwerp en de infrarode thermometer. Bijvoorbeeld, met een ratio van
6:1 en een afstand van 60 cm, heeft het meetvlak een diameter van 10 cm.
Bereik -20°C to 300°C
Resolutie 0.1°C
Nauwkeurigheid ±2% or ±2°C
Maateenheid °C or °F
Verhouding afstand an meetvlak A:M 6:1
Bereik omgevingstemperatuur 0°C to 40°C
Emissiecoëfficiënt 0,95
Stroomtoevoer 4 x LR44 knoopcelbatterjen
Geschatte levensduur batterij 2000 metingen
(afhankelijk van het gebruik)
Afmetingen 56 x 23 x 102 mm
3. Emissiecoëfficiënt: de fysieke quantiteit bekend als de emissiecoëfficiënt
drukt uit tot op welke hoogte de infrarode hittestraling die door een voorwerp
wordt uitgestraald bepaald wordt door zijn eigen temperatuur. Zo betekent een
waarde van 1 dat de infrafode hittestaling van het voorwerp enkel gebaseerd is
op zijn eigen temperatuur. Een waarde van minder dan I betekent dat de straling
die door het voorwerp wordt uitgezonden niet enkel bepaald wordt door de eigen
temperatuur, maar ook door invloed van belendende voorwerpen, of door
transmissie, d.w.z. de diathermane vermogen van het voorwerp. De
emissiecoëfficiënt is aldus van invioed op de meetuitslag. Do infrarode
thermometer werkt met een emissle-coëfficiënt van 0,95, d.w.z. de maateenheid
neernt aan dat het voorwerp dat gemeten wordt een factor heeft van 0,95. Indien
dit niet het geval is zullen de metingen onnauwkeurigheden zijn (zie hoofdstuk
2,5 “Onnauwkeurige metingen”).
2. Bediening
2.1. Scherm en controleknoppen
Alle functies van het meettoestel worden
bediend en gecontroleerd via bedieningsknop
7 an hat verlichte scherm.
1 Uitslag temperatuur - huidige waarde
2 “Hold”-indicator
3 Uitslag temperatuur - minimum waarde
4 Uitslag temperatuur - maximum waarde
5 Batterij-symbool - (melding batterij leeg)
6 Maateenheid temperatuur - °C of °F
7 Bedieningsknop
8 Lens
2.2. Een meting verrichten
Hat toestel wordt aangeschakeld door op de
bediedingsknop to drukken. Op het scherm
verschijnen horizontale strepen totdat de eerste uitslag beschikbaar is.
Vervolgens wordt de huidige temperatuur op het bovenste deel van het scherm
vertoond. De knop dient tijdens de meting ingedrukt: worden gehouden;
gedurende deze tijd wordt de uitslag van de gemeten waarde voortdurend
geactualiseerd. Terwijl de meting wordt verricht moet de lens op het voorwerp
worden gericht. Bovendien dient het voorwerp dat gemeten wordt groter te zijn
dan het gebied dat gecontroleerd wordt door de infrarode thermometer (zie 2.5.
“Onnauwkeurige metingen”). De meting wordt beëindigd door de knop los te
laten. De melding “Hold” signaleert dat het meten beëindigd is. De laatste
meetuitslag wordt nu vertoond op het bovenste deel van het scherm.
Het schermverlichting gaat 8 seconden na het loslaten van de knop, ult. Het
toestel schakelt zichzelf 30 seconden na de laatst verrichtte meting automatisch
uit. Zodra het batterij-symbool op het scherm verschijnt dienen de batterijen
vervangen te worden.
2.3. Uitslag van minimum en maximum temperatuur
De geheugenplaatsen van de minimum en maximum waarden worden bij
aanvang van een meting gewist door op de bedieningsknop te drukken. Zolang
de knop ingdrukt wordt gehouden wordt de temperatuur gemeten en de
minimum en maximum temperaturen bepaald. De minimum temperatuur wordt
op linksonder op het scherm vertoond, en de maximum temperatuur
rechtsonder. Beide waarder gelden voor de huidige meetcyclus en worden
gewist zodra de knop opnieuw wordt ingedrukt.
2.4. Kiezen tussen °C/°F
De toestellen voor de temperatuuruitslag kunnen ingesteld worden op graden
Celsius (°C) of graden Fahrenheit (°F) door de knop tweernaal kort in te drukken
(dubbelklik).
2.6. Verfichting
De schermverlichting staal constant op AAN wanneer de Bedieningsknop is
ingedrukt. Nadat de Bedieningsknop is losgelaten blijft de verlichting nog
ongeveer 9 seconden AAN alvorens automatisch UIT to schakelen.
2.6. Onnauwkeurige metingen
Let op de volgendle punten om meeffouten te vermijden:
1. Zorg ervoor dat het te meten voorwerp het meelvlak van de infrarode
thermometer volledig vult. Als metingen worden verricht op kleine voorwerpen
kunnen fouten optreden omdat de contactvrije thermometer zowel de
temperatuur van de omgeving alsmede het voorwerp meet. De temperatuur
wordt bepaald en afgeleid van het gehele meetvlak.
2. De meetmethode vereist dat de omgevingstemperatuur bepaald wordt. Dit
gebeurt in intervallen van 1 minuut en elke keer als het toestel aangschakeld
wordt. Veranderingen in de omgevingstemperatuur, die kunnen voorkomen
als de gebruiker het toestel in de hand neemt, worden in daze periode niet
geregistreerd en daarom wordt met geen van beiden rekening gehouden bij
het bepalen van de aangegeven temperatuur. Een geleidelijke verwarming
van het toestel (de lens) tussen metingen van de omgevingstemperatuur kan
er bijvoorbeeld toe leiden dat de aangegeven temperatuur langzaam dealt.
3. Als de emissiecoëfficiënt van het voorwerp niet correspondeert met de
standaardwaarde van 0,95 zal de temperatuur niet correct berekend worden.
De meeste oppervlakken hebben een emissiecoëificiënt tussen 0,8 en 0,98. In
het algemeen geldt dat hoe donkerder en matter het opperviak is des te groter
de emissie-coëifficiënt zal zijn. Als de coëfficiënt hoger is dan 0,95 zal de
vertoonde temperatuur hoger zijn dan de feitelijke temperatuur van het
gemeten voorwerp. Als coëfficiënt lager is dan 0,95 zal de vertoonde
temperatuur lager zijn dan de oppervlaketemperatuur.
Gepolijste metalen hebben een zeer lage emissiecoëfficiënt an zijn derhalve
niet geschikt gemeten te worden met een contactloze thermometer. Anderzijds
stijgt de ennissiecoëifficiënt door plakband op het opperviak te plakken of het
to verven, zodat de onnauwkeurigheld van de meting vermindert.
4. Hat is niet mogelijk metingen te verrichten door transparent materiaal (glas,
plexiglas, enz.).
5. Hat is niet mogelijk de luchternperatuur to meten.
6. Meetfouten zijn mogelijk bij lucht die vervuild is met stof, stoom, rook, etc.
2.7. Problemen oplossen
Scherm vertoont -.-
De bedieningsknop is niet long genoeg ingedrukt. Deze dient tenminste
zolang als de duur van een meting worden ingedrukt, d.w.z. 1.5 seconde.
Scherm vertoont Err.1
De omgevingstemperatuur ligt buiten toegestane bereik.
Scherm vertoont I.
De gemeten waarde ligt buiten het toegestane bereik.
Batterij-symbool verschijnt.
De batterijen zijn leeg. Zie 3.1 Batterijen wisselen.
3. Onderhoud
3.1. Batterijen wisselen
Als het batterij-symbool op het scherm verschijnt is het tijd de batterijen to
vervangen. De vier knoopcelbatterijen bevinden zich in het batterijvak aan de
achterkant van het toestel. Verwijder de gebruikte batterijen uit de houders en
vervang ze door nieuwe knoopcelbatterijen van hetzelfde type. Er mogen enkel
LR44 type batterijen gebruikt worden. Zorg er bij het inbrengen voor dat de
polariteit correct is. De pluspool van alle vier batterijen dient naar boven to liggen.
Contoleer of de batterijen juist zijn ingebracht alvorens het batterijvak to sluiten.
Let op: Gooi gebruikte batterijen niet wag met het hulsvuil. Oude
batterijen an batterijen die niet meer worken kunnen
kosteloos ingeleverd worden bij verzamelpunten voor klein
chemisch afval.
3.2. Schoonmaken
Maak het toestel enkel schoon met een droog doekje. Als het toestel erg vies is
mag het doekje enigszins gevochtigd worden. Gebruik geen schoonmaakmiddelen
die chemische stoffen bevatten. Zorg ervoor dat er geen vocht in het binnenste van
het toestel komt. Bij het schoonmaken van de lens dienen stofdeeltjes verwijderd te
worden met perslucht. Eventueel resterend vuil kan dan verwijderd worden met een
zacht borsteltje of met een katoenen wattipje dat bevochtigd is met water.
VOORZICHTIG! Gebruik geen schoonmaakmiddelen die chernische
oplossingen bevatten.
4. Bevestigen van de Infrarode Thermometer
Hat draagsnoer wordt bij de thermometer meegeleverd.
Om to bevestigen gewoon het houdertje van hat draagsnoer in de
gesp van de thermometer duwen totdat deze vast klikt.
Om los te maken gewoon beide zijden van het houdertje indrukken en
trekken totdat het uit de gesp komt.

Documenttranscriptie

Omegaette Pocket PP™ OS-PP Contactloze Infrarode Thermometer Handleiding M3846/0902 2.2. Een meting verrichten Inhoud 2.3. Uitslag van minimum en 1. Algemeen maximum temperatuur 1.1. Meegeleverde apparatuur 2.4. Kiezen tussen °C/°F 1.2. Aanvullende informatie over uw 2.5. Verlichting nieuwe thermometer 2.6. Onnauwkeurige metingen 1 3. Beschrijving van meetmethode 2.7. Problemen oplossen 1.4. Technische informatie 3. Onderhoud 1.4.1 Technische gagevens 3.1. Batterijen wisselen 1.4.2.Opmerkingen over technische 3.2. Schoonmaken gegevens 4. Bevestigen van de Infrarode 2. Bediening Thermometer 2.1. Scherm an controleknoppen 1. Algemeen 1.1. Meegeleverde apparatuur • Infra-rode thermometer basistoestel • 4 knoopcelbatterijen (reeds in toestel) 1.2. Aanvullende informatie over uw nieuwe thermometer Uw nieuwe thermometer is voorzien van 4 x LR44 alkaline celbatterijen die al in het batterijenoompartiment zijn geplaatst. Voordat u de thermometer in gebruik neemt, dient u eerst het isolatiemateriaal te verwijderen door dit voorzichtig uit het batterijencompartiment te trekken. Test de thermometer door op de aan/uit-toets te drukken, waardoor de LCdisplay an de achterverlichting kortstondig oplichten. Wanneer dit niet gebeurt, verwijdert u de batterijen. Wacht 30 seconden en plaats do batterijen terug. Zorg er hierbij voor, dat batterijen met de positieve (+) pool naar boven in het batterijencompartiment worden gelegd. Uw thermometer is nu klaar voor gebruikf 1.3. Beschrijving van meetmethode Bij het verrichten van een temperatuurmeting wordt de oppervIaktestraling van het te meten voorwerp bepaald volgens de principes van de thermometrie. Dit is een geheel passief proces, d.w.z. er komt geen straling vrij an -in plaats daarvan- wordt enkel gebruikt gemaakt van de natuurlijke electromagnetische radiatie (hittestraling) die elk voorwerp met een temperatuur van boven nul (-273°C) uitstraalt. De temperatuur kan aan de hand van daze stralingsenergie zeer nauwkeurig afgeleid worden als de emissiecoëfficiënt van het to meten voorwerp bekend is. 1.4. Technische informatie 1.4.1.Technische gegevens De belangrijke technische gegevens zijn samengevat in onderstaande tabel. 1.4.2.Opmerkingen over technische gegevens 1. Nauwkeurigheid: de hoogste van de twee gegeven waarden is steeds van toepassing. 2. Afstand tot te meten punt: do parameter A: M drukt de verhouding uit tussen de grootte van het meetvlak en de afstand tussen het te meten voorwerp en de infrarode thermometer. Bijvoorbeeld, met een ratio van 6:1 en een afstand van 60 cm, heeft het meetvlak een diameter van 10 cm. Bereik -20°C to 300°C Resolutie 0.1°C Nauwkeurigheid ±2% or ±2°C Maateenheid °C or °F Verhouding afstand an meetvlak A:M 6:1 Bereik omgevingstemperatuur 0°C to 40°C Emissiecoëfficiënt 0,95 Stroomtoevoer 4 x LR44 knoopcelbatterjen Geschatte levensduur batterij 2000 metingen (afhankelijk van het gebruik) Afmetingen 56 x 23 x 102 mm 3. Emissiecoëfficiënt: de fysieke quantiteit bekend als de emissiecoëfficiënt drukt uit tot op welke hoogte de infrarode hittestraling die door een voorwerp wordt uitgestraald bepaald wordt door zijn eigen temperatuur. Zo betekent een waarde van 1 dat de infrafode hittestaling van het voorwerp enkel gebaseerd is op zijn eigen temperatuur. Een waarde van minder dan I betekent dat de straling die door het voorwerp wordt uitgezonden niet enkel bepaald wordt door de eigen temperatuur, maar ook door invloed van belendende voorwerpen, of door transmissie, d.w.z. de diathermane vermogen van het voorwerp. De emissiecoëfficiënt is aldus van invioed op de meetuitslag. Do infrarode thermometer werkt met een emissle-coëfficiënt van 0,95, d.w.z. de maateenheid neernt aan dat het voorwerp dat gemeten wordt een factor heeft van 0,95. Indien dit niet het geval is zullen de metingen onnauwkeurigheden zijn (zie hoofdstuk 2,5 “Onnauwkeurige metingen”). 2. Bediening 2.1. Scherm en controleknoppen Alle functies van het meettoestel worden bediend en gecontroleerd via bedieningsknop 7 an hat verlichte scherm. 1 Uitslag temperatuur - huidige waarde 2 “Hold”-indicator 3 Uitslag temperatuur - minimum waarde 4 Uitslag temperatuur - maximum waarde 5 Batterij-symbool - (melding batterij leeg) 6 Maateenheid temperatuur - °C of °F 7 Bedieningsknop 8 Lens 2.2. Een meting verrichten Hat toestel wordt aangeschakeld door op de bediedingsknop to drukken. Op het scherm verschijnen horizontale strepen totdat de eerste uitslag beschikbaar is. Vervolgens wordt de huidige temperatuur op het bovenste deel van het scherm vertoond. De knop dient tijdens de meting ingedrukt: worden gehouden; gedurende deze tijd wordt de uitslag van de gemeten waarde voortdurend geactualiseerd. Terwijl de meting wordt verricht moet de lens op het voorwerp worden gericht. Bovendien dient het voorwerp dat gemeten wordt groter te zijn dan het gebied dat gecontroleerd wordt door de infrarode thermometer (zie 2.5. “Onnauwkeurige metingen”). De meting wordt beëindigd door de knop los te laten. De melding “Hold” signaleert dat het meten beëindigd is. De laatste meetuitslag wordt nu vertoond op het bovenste deel van het scherm. Het schermverlichting gaat 8 seconden na het loslaten van de knop, ult. Het toestel schakelt zichzelf 30 seconden na de laatst verrichtte meting automatisch uit. Zodra het batterij-symbool op het scherm verschijnt dienen de batterijen vervangen te worden. 2.3. Uitslag van minimum en maximum temperatuur De geheugenplaatsen van de minimum en maximum waarden worden bij aanvang van een meting gewist door op de bedieningsknop te drukken. Zolang de knop ingdrukt wordt gehouden wordt de temperatuur gemeten en de minimum en maximum temperaturen bepaald. De minimum temperatuur wordt op linksonder op het scherm vertoond, en de maximum temperatuur rechtsonder. Beide waarder gelden voor de huidige meetcyclus en worden gewist zodra de knop opnieuw wordt ingedrukt. 2.4. Kiezen tussen °C/°F De toestellen voor de temperatuuruitslag kunnen ingesteld worden op graden Celsius (°C) of graden Fahrenheit (°F) door de knop tweernaal kort in te drukken (dubbelklik). 2.6. Verfichting De schermverlichting staal constant op AAN wanneer de Bedieningsknop is ingedrukt. Nadat de Bedieningsknop is losgelaten blijft de verlichting nog ongeveer 9 seconden AAN alvorens automatisch UIT to schakelen. 2.6. Onnauwkeurige metingen Let op de volgendle punten om meeffouten te vermijden: 1. Zorg ervoor dat het te meten voorwerp het meelvlak van de infrarode thermometer volledig vult. Als metingen worden verricht op kleine voorwerpen kunnen fouten optreden omdat de contactvrije thermometer zowel de temperatuur van de omgeving alsmede het voorwerp meet. De temperatuur wordt bepaald en afgeleid van het gehele meetvlak. 2. De meetmethode vereist dat de omgevingstemperatuur bepaald wordt. Dit gebeurt in intervallen van 1 minuut en elke keer als het toestel aangschakeld wordt. Veranderingen in de omgevingstemperatuur, die kunnen voorkomen als de gebruiker het toestel in de hand neemt, worden in daze periode niet geregistreerd en daarom wordt met geen van beiden rekening gehouden bij het bepalen van de aangegeven temperatuur. Een geleidelijke verwarming van het toestel (de lens) tussen metingen van de omgevingstemperatuur kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de aangegeven temperatuur langzaam dealt. 3. Als de emissiecoëfficiënt van het voorwerp niet correspondeert met de standaardwaarde van 0,95 zal de temperatuur niet correct berekend worden. De meeste oppervlakken hebben een emissiecoëificiënt tussen 0,8 en 0,98. In het algemeen geldt dat hoe donkerder en matter het opperviak is des te groter de emissie-coëifficiënt zal zijn. Als de coëfficiënt hoger is dan 0,95 zal de vertoonde temperatuur hoger zijn dan de feitelijke temperatuur van het gemeten voorwerp. Als coëfficiënt lager is dan 0,95 zal de vertoonde temperatuur lager zijn dan de oppervlaketemperatuur. Gepolijste metalen hebben een zeer lage emissiecoëfficiënt an zijn derhalve niet geschikt gemeten te worden met een contactloze thermometer. Anderzijds stijgt de ennissiecoëifficiënt door plakband op het opperviak te plakken of het to verven, zodat de onnauwkeurigheld van de meting vermindert. 4. Hat is niet mogelijk metingen te verrichten door transparent materiaal (glas, plexiglas, enz.). 5. Hat is niet mogelijk de luchternperatuur to meten. 6. Meetfouten zijn mogelijk bij lucht die vervuild is met stof, stoom, rook, etc. 2.7. Problemen oplossen • Scherm vertoont -.De bedieningsknop is niet long genoeg ingedrukt. Deze dient tenminste zolang als de duur van een meting worden ingedrukt, d.w.z. 1.5 seconde. • Scherm vertoont Err.1 De omgevingstemperatuur ligt buiten toegestane bereik. • Scherm vertoont I. De gemeten waarde ligt buiten het toegestane bereik. • Batterij-symbool verschijnt. De batterijen zijn leeg. Zie 3.1 Batterijen wisselen. 3. Onderhoud 3.1. Batterijen wisselen Als het batterij-symbool op het scherm verschijnt is het tijd de batterijen to vervangen. De vier knoopcelbatterijen bevinden zich in het batterijvak aan de achterkant van het toestel. Verwijder de gebruikte batterijen uit de houders en vervang ze door nieuwe knoopcelbatterijen van hetzelfde type. Er mogen enkel LR44 type batterijen gebruikt worden. Zorg er bij het inbrengen voor dat de polariteit correct is. De pluspool van alle vier batterijen dient naar boven to liggen. Contoleer of de batterijen juist zijn ingebracht alvorens het batterijvak to sluiten. Let op: Gooi gebruikte batterijen niet wag met het hulsvuil. Oude batterijen an batterijen die niet meer worken kunnen kosteloos ingeleverd worden bij verzamelpunten voor klein chemisch afval. 3.2. Schoonmaken Maak het toestel enkel schoon met een droog doekje. Als het toestel erg vies is mag het doekje enigszins gevochtigd worden. Gebruik geen schoonmaakmiddelen die chemische stoffen bevatten. Zorg ervoor dat er geen vocht in het binnenste van het toestel komt. Bij het schoonmaken van de lens dienen stofdeeltjes verwijderd te worden met perslucht. Eventueel resterend vuil kan dan verwijderd worden met een zacht borsteltje of met een katoenen wattipje dat bevochtigd is met water. VOORZICHTIG! Gebruik geen schoonmaakmiddelen die chernische oplossingen bevatten. 4. Bevestigen van de Infrarode Thermometer Hat draagsnoer wordt bij de thermometer meegeleverd. Om to bevestigen gewoon het houdertje van hat draagsnoer in de gesp van de thermometer duwen totdat deze vast klikt. Om los te maken gewoon beide zijden van het houdertje indrukken en trekken totdat het uit de gesp komt.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Omega OS-PP Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen