Dolmar EM-4818 (2008) de handleiding

Type
de handleiding
7
IDENTIFICATION LABEL AND MACHINE COMPONENTS
1.
Acoustic power level according to EEC directive 2000/14/CE
2. Mark of conformity according to EEC directive 98/37
3. Year of manufacture
4. Lawnmower type
5. Serial number
6. Name and address of Manufacturer
7. Supply voltage and frequency
11. Chassis 12. Motor 13. Blade 14. Stone-guard 15. Grass-catch-
er
16. Handle 17. Motor switch 18. Electric cable hook 19. Drive
engagement lever
Do not dispose of electric equipment together with household
waste material! In observance of European Directive
2002/96/EC on waste electrical and electronic equipment and
its implementation in accordance with national law, electric equipment
that have reached the end of their life must be collected separately
and returned to an environmentally compatible recycling facility. If
electrical appliances are disposed of in landfills or dumps, hazardous
substances can leak into the groundwater and get into the foodchain,
damaging your health and well-being. For further information on the
disposal of this product, please contact your dealer or your nearest
domestic waste collection service.
DESCRIPTION OF THE SYMBOLS SHOWN ON THE CONTROLS
(where present)
21. Off 22. On 23. Transmission engaged
SAFETY REQUIREMENTS - Your lawnmower should be used with
due care and attention. Symbols have therefore been placed on var-
ious parts of the machine to remind you of the main precautions to be
taken. Their full meanings are explained later on. You are also asked
to carefully read the safety regulations in the applicable chapter of this
handbook.
31. Important: Read the instruction handbook before using the
machine..
32. Danger of thrown objects. Keep other people at a safe distance
whilst working..
33. Beware of sharp blades: Remove plug from mains before main-
tenance or if cord is damaged
34. Important: keep the power supply cable away from the blade.
ETICHETTA DI IDENTIFICAZIONE E COMPONENTI DELLA MAC-
CHINA
1. Livello potenza acustica secondo la direttiva 2000/14/CE
2. Marchio di conformità secondo la direttiva 98/37/CEE
3. Anno di fabbricazione
4. Tipo di rasaerba
5. Numero di matricola
6. Nome e indirizzo del Costruttore
7. Tensione e frequenza di alimentazione
11. Chassis 12. Motore 13. Coltello (Lama) 14. Parasassi 15.
Sacco di raccolta 16. Manico 17. Comando interruttore 18.
Aggancio cavo elettrico 19. Leva innesto trazione
Non gettare le apparecchiature elettriche tra i rifiuti domestici.
Secondo la Direttiva Europea 2002/96/CE sui rifiuti di apparec-
chiature elettriche ed elettroniche e la sua attuazione in confor-
mità alle norme nazionali, le apparecchiature elettriche esauste devo-
no essere raccolte separatamente, al fine di essere reimpiegate in
modo eco-compatibile. Se le apparecchiature elettriche vengono
smaltite in una discarica o nel terreno, le sostanze nocive possono
raggiungere la falda acquifera ed entrare nella catena alimentare, dan-
neggiando la vostra salute e benessere. Per informazioni più appro-
I
GB
fondite sullo smaltimento di questo prodotto, contattare l’Ente com-
petente per lo smaltimento dei rifiuti domestici o il vostro Rivenditore.
DESCRIZIONE DEI SIMBOLI RIPORTATI SUI COMANDI (dove pre-
visti)
21. Arresto 22. Marcia 23. Trazione inserita
PRESCRIZIONI DI SICUREZZA - Il vostro rasaerba deve essere uti-
lizzato con prudenza. A tale scopo, sulla macchina sono stati posti dei
pittogrammi, destinati a ricordarvi le principali precauzioni d’uso. Il
loro significato è spiegato qui di seguito. Vi raccomandiamo inoltre di
leggere attentamente le norme di sicurezza riportate nell’apposito
capitolo del presente libretto.
31. Attenzione: Leggere il libretto di istruzioni prima di usare la mac-
china.
32. Rischio di espulsione. Tenere le persone al di fuori dell’area di
lavoro, durante l’uso.
33. Attenzione alle lame taglienti: Togliere la spina dall’alimentazio-
ne prima di procedere alla manutenzione o se il cavo è danneg-
giato.
34. Attenzione: tenere il cavo di alimentazione lontano dalla lama.
IDENTIFICATIELABEL EN ONDERDELEN VAN DE MACHINE
1.
Niveau van de geluidssterke volgens de richtlijn 2000/14/CE
2. EG-merkteken volgens richtlijn 98/37/EG
3. Productiejaar
4. Type grasmaaier
5. Serienummer
6. Naam en adres van de Fabrikant
7. Voedingsspanning en –frequentie
11. Chassis 12. Motor 13. Mes (maaiblad) 14. Deflector 15.
Opvangzak 16. Handgreep 17. Bedieningsschakelaar 18. Haak vor
elektrische kabel
19. Bedieningshendel tractie
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Volgens
de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake oude elektrische en
elektronische apparaten en de toepassing daarvan binnen de
nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap geschei-
den te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recycle
bedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. Indien de elektrische
apparatuur afgedankt wordt op een afvalpark of in de ondergrond,
kunnen de schadelijke stoffen de waterlaag bereiken en in de voe-
dingsketen terecht komen, met nadelige gevolgen voor uw gezond-
heid en welzijn. Voor meer informatie over de afdanking van dit pro-
duct, contacteer de instantie die bevoegd is voor de verwerking van
het huishoudelijk afval of uw raadpleeg uw Verkoper.
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN AANGEGEVEN OP DE
BEDIENINGEN (indien voorzien)
21. Stilstand 22. Versnelling 23. Aandrijving ingeschakeld
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - Gebruik uw grasmaaier met de
nodige voorzichtigheid. Om u tot voorzichtigheid te manen is uw
maaier voorzien van een reeks van pictogrammen die wijzen op de
belangrijkste gebruiksvoorschriften.
Hun betekenis is hieronder weergegeven. Wij raden u met klem aan
om ook de veiligheidsvoorschriften in het volgende hoofdstuk van
deze handleiding door te lezen.
31. Waarschuwing: Lees de gebruikaanwijzingen vóórdat u deze
maaier gebruikt.
32. Gevaar voor wegschietende voorwerpen. Houd andere perso-
nen uit de buurt tijdens het gebruik van deze maaier
33. Opgelet voor op de scherpe messen: haal de stekker uit het
stopcontact vóór elke onderhoudsbeurt en indien de voedingska-
bel beschadigd werd.
34. Waarschuwing: houd de voedingskabel uit de buurt van het
maaiblad.
NL
24
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VÓÓR HET GEBRUIK AANDACHTIG DOORLEZEN
1) Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zorg dat u vertrouwd
raakt met de bedieningsknoppen en u in staat bent de grasmaaier op de
juiste wijze te gebruiken. Leer hoe u de motor snel kunt uitschakelen.
2)
Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waarvoor hij is
bestemd, dat wil zeggen voor het maaien en het opvangen van gras
.
Ieder doel waarvoor de grasmaaier wordt gebruikt en dat niet in de
gebruiksaanwijzingen wordt vermeld, kan gevaarlijk zijn en schade toebren-
gen aan personen en/of voorwerpen.
3) Laat kinderen of personen die deze gebruiksaanwijzing niet gelezen heb-
ben de grasmaaier niet gebruiken. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk
gereglementeerd zijn.
4)
Gebruik de grasmaaier in geen geval:
– als er personen, met name kinderen of dieren in de buurt zijn;
– als u onder invloed van medicijnen of alcohol e.d. bent omdat deze uw
reactievermogen kunnen verminderen.
5) Denk eraan dat de gebruiker van de grasmaaier aansprakelijk is voor
ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigendom-
men kunnen overkomen.
1)
Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een lange broek
te dragen. Gebruik de grasmaaier niet met blote voeten of met open
sandalen
.
2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en verwijder alles
wat door de machine kan worden uitgestoten of de snijgroep en de motor
zou kunnen beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten e.d.).
3) Vóór het gebruik dient u de grasmachine helemaal even te controleren,
met name de toestand van de messen en de staat en slijtage van de schroe-
ven en messen of het messysteem niet versleten of beschadigd zijn.
De beschadigde of versleten messen en schroeven dienen in één geheel
vervangen te worden om de balans in stand te houden.
4)
Vóórdat u begint te maaien dient u de beveiligingen te monteren (zak
of deflector).
5) OPGELET: GEVAAR! Zorg dat vocht en stroom niet met elkaar in aan-
raking komen
:
– u dient de elektrische snoeren met droge handen vast te pakken en aan
te sluiten;
– leg een elektrische stekker of een elektrisch snoer nooit op een natte plek
(in een plas water of op nat gras);
– de elektrische snoeren en de stekkers moeten waterdicht zijn. Gebruik
enkel verlengsnoeren waarvan de stekker volkomen waterdicht en goedge-
keurd is, die normaal in de handel verkrijgbaar zijn.
– Het apparaat wordt gevoed met een differentiaalschakelaar (RCD –
Residual Current Device) met een ontzekeringsstroom van max. 30 mA.
6) De voedingskabels mogen niet van inferieure kwaliteit zijn, d.w.z. niet min-
der dan het type
H05RN-F of H05VV-F, met een minimale doorsnede van
1,5 mm
2
en een maximaal aangewezen lengte van 25 m.
7) Vóórdat u de machine aanzet dient u de kabel aan de haak te koppelen.
8)
De permanente aansluiting van een elektrisch apparaat op het elek-
triciteitsnet in het gebouw dient door een vakbekwaam electricien
gedaan worden, die daarbij de van toepassing zijnde veiligheidsvoor-
schriften dient na te leven. Indien het apparaat niet goed aangesloten
wordt kan dit ernstige letsels veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg
hebben
.
1) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
2)
Het gras niet maaien als het gras nat is of als het regent.
3)
Met de grasmaaier nooit over het elektrische snoer heen rijden.
Tijdens het maaien dient u er altijd voor te zorgen dat het snoer achter de
grasmaaier sleept en steeds aan de kant waar het gras reeds gemaaid is. De
haak vor de kabel gebruiken zoals aangegeven in bijgaande gebruiksaan-
wijzing om te vermijden dat het snoer per ongeluk losschiet. Eveneens con-
troleren of de trekontlasting goed gemonteerd is zonder het stopcontact te
forceren.
4)
De grasmaaier nooit verplaatsen door aan het elektrische snoer te
trekken en nooit aan het snoer trekken om het snoer uit het stopcon-
tact te halen
. Het snoer niet in aanraking met warmtebronnen, olie, oplos-
middelen of scherpe voorwerpen brengen.
5) Controleer op een glooiend terrein altijd of u voldoende steunpunten hebt.
6) Ren in geen geval, maar loop gewoon; laat u niet voorttrekken door de
grasmaaier;
7) Maai een helling altijd in de dwarsrichting en nooit van boven naar bene-
den.
C) TIJDENS HET GEBRUIK
B) VOOR HET GEBRUIK
A) VOORBEREIDING
NL
8) Pas goed op als u op een helling van richting verandert;
9) Niet maaien op bijzonder steile hellingen.
10) Pas goed op als u de grasmaaier naar u toe haalt;
11) Als de grasmaaier om vervoersredenen schuin gehouden moet worden,
of als u de grasmaaier over een terrein verplaatst waar geen gras ligt, of als
de grasmaaier van of naar het te maaien terrein verplaatst dient u het mes
vast te zetten.
12) Gebruik de grasmaaier nooit om gras te maaien als de beveiligingen
beschadigd zijn, of zonder de grasopvangbak of deflector.
13) Bij de modellen met voorttrekking, dient u vóórdat u de motor start de
wielaandrijving uit te schakelen.
14) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en houd uw voeten
uit de buurt van het mes.
15) De grasmaaier niet overhellen om de motor aan te zetten, tenzij dit niet
anders kan. In dergelijk geval wordt alleen het deel opgetild dat zich het
verst van de gebruiker bevindt. Zorg ervoor dat beide handen zich in de wer-
kingspositie bevinden, alvorens de grasmaaier te laten zakken.
16)
Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of onder de
draaiende gedeelten.
Blijf altijd uit de buurt van de uitwerpopening.
17) Til de grasmaaier niet op of vervoer de grasmaaier niet terwijl de motor
draait.
18)
De motor afzetten en het elektrisch snoer loskoppelen:
– vóórdat u enige werkzaamheden onder het maaidek uitvoert of vóórdat u
het uitwerpkanaal leegt;
– vóórdat u de grasmaaier controleert, schoonmaakt of ermee werkt;
– nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent, controleer of de gras-
maaier beschadigd is en voer de nodige reparaties uit vóórdat u de maaier
opnieuw gebruikt;
– als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint te trillen, probeert u
onmiddellijk de oorzaak van het trillen te achterhalen en te verhelpen.
– iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat;
– tijdens het verplaatsen van de grasmaaier.
19)
Schakel de motor uit:
– iedere keer als u de grasopvangbak verwijdert of opnieuw aanbrengt;
– vóórdat u de maaihoogte afstelt.
20) Tijdens het maaien dient u altijd een veiligheidsafstand van het roteren-
de mes in acht te nemen, afhankelijk van de lengte van de handgreep.
1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te
zijn dat de machine altijd op een veilige manier gebruiksklaar is. Als u regel-
matig onderhoud aan de grasmaaier pleegt zal de werking van de maaier
veilig blijven en zal het prestatieniveau bewaard blijven.
2) Om het gevaar van brand tot een minimum te beperken, dient u restanten
gras, bladeren of te veel vet van de grasmaaier en met name de motor, te
verwijderen. Geen bakken met gemaaid gras in een afgesloten ruimte laten
staan.
3) Controleer de deflector en de opvangbak regelmatig op slijtage en
beschadigingen.
4)
De elektrische snoeren regelmatig controleren en als de snoeren niet
meer in goede staat verkeren of als de isolatie beschadigd is dient u de
snoeren te vervangen
. Pak een elektrisch snoer dat onder stroom staat
nooit vast als het snoer niet goed geïsoleerd is. Het snoer eerst uit het stop-
contact halen vóórdat u welke handeling dan ook wilt verrichten.
5) Trek werkhandschoenen aan als u het mes demonteert en opnieuw mon-
teert.
6)
Zorg dat het maaidek opnieuw in balans wordt gebracht nadat het
mes geslepen is
. Alle handelingen aan het maaidek (demontage, slijpen, in
balans brengen, hermontage en/of vervanging) vergen een welbepaalde
vaardigheid en het gebruik van speciaal gereedschap; uit veiligheidsover-
wegingen, dienen deze handelingen bijgevolg uitgevoerd te worden in een
gespecialiseerd servicecentrum.
7)
Gebruik de machine, uit veiligheidsoverwegingen, nooit met een ver-
sleten of een beschadigd snoer of met onderdelen die versleten of
beschadigd zijn. De onderdelen moeten vernieuwd en niet gerepareerd
worden. Altijd originele onderdelen gebruiken (de messen moeten altijd
gemerkt zijn met het teken ). Onderdelen van andere kwaliteit kun-
nen de machine beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor de gebrui-
ker.
1) Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of overgeheld
moet worden, is het noodzakelijk:
– stevige werkhandschoenen te dragen;
– neem de machine vast op punten waar u een stevige grip hebt, rekening
houdend met het gewicht en de spreiding van het gewicht;
- doe een beroep op een toereikend aantal personen die het gewicht van de
machine kunnen heffen, volgens de kenmerken van het transportmiddel of
de plaats waar de machine opgenomen of opgesteld moet worden.
E) TRANSPORT EN VERPLAATSING
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
25
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
OPMERKING – De machine kan geleverd worden met
enkele reeds gemonteerde elementen.
Modellen met schakelaar en hendel:
Verbreed beide uiteinden aan de bovenkant van het hand-
vat (1), om de steel (2) met de haak van de kabel (3) in zijn
zitting te brengen.
De twee reeds gemonteerde elementen (1) die het
onderste gedeelte van de handgreep samenstellen, terug
naar de werkstand brengen en blokkeren door middel van
de onderste knoppen (2).
Het bovenste gedeelte (3) van de handgreep met behulp
van de meegeleverde schroeven (4) vastmaken.
De kabelklemmen (5) zoals aangegeven aanbrengen.
De juiste plaats van de kabelhaak (6) is de plaats die aan-
gegeven is. Door de knoppen (2) los te draaien is het
mogelijk om de handgreep op drie verschillende hoogtes te
zetten.
Met het omgekeerd plastic gedeelte (11) het frame
(12) vasthechten aan het plastic gedeelte middels de
schroeven (13).
Het frame (12) in de zak (14) invoeren en alle plastic profie-
len (15), aanhaken met behulp van een schroevendraaier,
zoals op de figuur wordt aangeduid.
De omtrekboord (16) van het zeildoek tot op het einde toe
invoeren in de gleuf van het plastic gedeelte (11) vertrek-
kend 5-7 mm van de uiteinden.
De motor wordt ingeschakeld door middel van een
schakelaar die alleen op twee manieren in werking gesteld
kan worden, om te vermijden dat de grasmaaimachine per
ongeluk vanzelf ingeschakeld wordt.
Om de motor in te schakelen dient u op de knop (2) te
drukken en aan de hendel (1) te trekken. De motor slaat
vanzelf af als u de hendel (1) los laat.
Door middel van de speciale hendels (1) kan de
maaihoogte afgesteld worden.
De hoogte moet voor de vier wielen gelijk zijn. U MAG DIT
ENKEL DOEN ALS HET MES STIL STAAT.
Bij de modellen met tractie kunt u de grasmaaima-
chine inschakelen door de hendel (1) tegen de handgreep
aan te duwen.
De grasmaaimachine gaat niet meer vooruit als u de hen-
del los laat.
De deflector optillen en de harde zak (1) correct
vasthaken, zoals blijkt uit de afbeelding.
Haak het verlengsnoer correct vast zoals aangege-
3.2
3.1
3. MAAIEN VAN HET GRAS
2.3
2.2
2.1
2. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN
1.3
1.2
1.1
1. EERST ALLE ONDERDELEN MONTEREN
NL
ven. De motor starten door op de veiligheidsknop (2) te
drukken en door aan de bedieningshendel (1) te trekken.
Tijdens het maaien dient u ervoor te zorgen dat het
elektrisch snoer zich altijd achter u bevindt en aan die zijde
van het gazon die reeds gemaaid is. Het gazon zal er mooi-
er uitzien als u het gras steeds op dezelfde hoogte maait en
in afwisselende richting.
Als u klaar bent met het maaien, laat dan de bedie-
ningshendel (1) los. Vervolgens EERST de stekker uit het
stopcontact (2) nemen en DAARNA het snoer van de scha-
kelaar van de grasmaaimachine (3) loskoppelen.
WACHTEN TOTDAT HET SNIJSYSTEEM STIL STAAT vóór-
dat u welke ingreep dan ook verricht.
BELANGRIJK – Een regelmatig en zorgvuldig onder-
houd is van wezenlijk belang om de veiligheid en oor-
spronkelijke prestaties van de machine in stand te hou-
den
.
De grasmaaier op een droge plaats bewaren.
1) Draag sterke werkhandschoenen vóór elke reiniging,
onderhoudsbeurt of afstelling van de machine.
2) Na elk gebruik gras en modder die zich opgehoopt heb-
ben aan de binnenkant van het chassis verwijderen, om
te voorkomen dat deze ter plaatse drogen en de machi-
ne de daaropvolgende keer moeilijk gestart wordt.
3) Zorg ervoor dat de luchtinlaten altijd schoon en vrij zijn.
4) De laklaag aan de binnenkant van het chassis kan met-
tertijd loskomen door de schurende werking van het
gemalen gras; mocht dit voorvallen, werk de laklaag dan
tijdig bij met een roestvrije verf, om te voorkomen dat
roest ontstaat dat het metaal aantast.
Elke handeling aan het mes dient uitgevoerd te wor-
den in een gespecialiseerd servicecentrum.
Opmerking voor het gespecialiseerd centrum:
Hermonteer het maaidek (2) volgens de volgorde aangege-
ven in de figuur en draai de middenste schroef (1) met een
dynamometrische sleutel met een waarde van 16-20 Nm
vast.
Geen waterstralen gebruiken en de motor en de
elektrische gedeelten niet natmaken.
Voor de modellen met aandrijving:
de juiste spanning van de riem wordt geregeld met
behulp van de moer (1), tot de aangewezen waarde ver-
kregen wordt (6 mm).
de regelaar (2) moet op dusdanige manier bediend wor-
den dat de draad (3) net iets los zit, met de hendel (4) in
ruststand.
Bij twijfel of indien iets u niet duidelijk is, wordt contact
opgenomen met het dichtstbijzijnd Servicecentrum of de
Dealer.
4.3
4.2
4.1
4. NORMALE ONDERHOUDSBEURT
3.4
3.3
69
Werkplaatsservice, reservedelen en garantie
Onderhoud en reparaties
Het onderhoud en de reparatie van moderne apparaten en
veiligheidsrelevante modules vraagt een gekwalificeerde
vakopleiding en een met speciaal gereedschap en testap-
paratuur uitgeruste werkplaats.
Alle niet in deze handleiding beschreven werkzaamheden
moeten door een geschikte of door DOLMAR geautori-
seerde werkplaats worden uitgevoerd.
De vakman beschikt over de noodzakelijke opleiding, erva-
ring en uitrusting om u steeds met zo weinig mogelijk
kosten een oplossing te bieden en helpt u met raad en
daad.
Bij reparatiepogingen door derden of niet-geautoriseerde
personen vervalt de garantie.
Bevoegdheden
Alleen bij apparaten met motoren van het merk
Briggs&Stratton, Honda, Tecumseh of Robin Subaru is
voor de motor de motorfabrikant resp. de desbetreffende
geautoriseerde werkplaats bevoegd op het gebied van
werkplaatsservice, reserveonderdelen en garantie.
Voor het apparaat zelf (zonder motor) is dat DOLMAR.
Deze regeling geldt niet voor stroomgeneratoren en
voor alle andere apparaten die geen van de bovenge-
melde motoren hebben. Hier ligt de bevoegdheid bij
DOLMAR.
Reserveonderdelen
Betrouwbaarheid, levensduur en veiligheid van uw machi-
ne is ook afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte
reserveonderdelen.
Alleen originele reserveonderdelen gebruiken.
Alleen de originele onderdelen komen uit dezelfde fabriek
als de machine en garanderen daarom de beste kwaliteit
van materiaal, maatvastheid, werking and veiligheid.
Originele reserveonderdelen en accessoires zijn verkrijg-
baar bij uw vakhandelaar. Deze beschikt over de noodza-
kelijke reserveonderdelenlijsten en wordt doorlopend op de
hoogte gehouden van verbeteringen en veranderingen in
het aanbod van reserveonderdelen.
Houd er a.u.b. ook rekening mee dat bij het gebruik van
niet-originele onderdelen een prestatie onder garantie niet
mogelijk is.
Garantie
DOLMAR garandeert een uitstekende kwaliteit en vergoedt
de kosten van verbeteringen door vervanging van de
beschadigde onderdelen in geval van materiaal- of fabrica-
gefouten die binnen de garantie na de datum van aankoop
optreden.
Houdt u er rekening mee dat in sommige landen specifieke
garantievoorwaarden gelden. Vraagt u dit na bij de verko-
per in geval van twijfel. Deze is als verkoper van het pro-
NL
dukt verantwoordelijk voor de garantie.
De volgende schadeoorzaken vallen buiten de garantie. Wij
vragen hiervoor uw begrip:
• Niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing.
• Achterwege laten van noodzakelijke onderhouds- en rei-
nigingswerkzaamheden.
• Schade als gevolg van een onjuiste carburatorinstelling.
• Normale slijtage.
Duidelijke overbelasting door aanhoudende overschrij-
ding van de maximaal toegestane belasting.
Gebruik van geweld, onoordeelkundige behandeling,
misbruik of ongevallen.
• Schade door oververhitting als gevolg van vervuiling van
het ventilatorhuis.
Ingrepen door ondeskundige personen of ondeskundige
reparatiepogingen.
Gebruik van ongeschikte reserveonderdelen, resp. niet-
originele DOLMAR onderdelen, voorzover deze schade
kunnen veroorzaken.
Gebruik van ongeschikte of te lang opgeslagen brand-
stoffen.
• Schade die terug te voeren is tot voorwaarden bij verhuur.
Reinigings-, onderhouds- en afstelwerkzaamheden vallen
niet onder de garantie. Alle voorkomende garantiewerk-
zaamheden moeten worden uitgevoerd door een DOLMAR
vakhandelaar.

Documenttranscriptie

GB fondite sullo smaltimento di questo prodotto, contattare l’Ente competente per lo smaltimento dei rifiuti domestici o il vostro Rivenditore. IDENTIFICATION LABEL AND MACHINE COMPONENTS 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Acoustic power level according to EEC directive 2000/14/CE Mark of conformity according to EEC directive 98/37 Year of manufacture Lawnmower type Serial number Name and address of Manufacturer Supply voltage and frequency 11. Chassis 12. Motor 13. Blade 14. Stone-guard 15. Grass-catcher 16. Handle 17. Motor switch 18. Electric cable hook 19. Drive engagement lever Do not dispose of electric equipment together with household waste material! In observance of European Directive 2002/96/EC on waste electrical and electronic equipment and its implementation in accordance with national law, electric equipment that have reached the end of their life must be collected separately and returned to an environmentally compatible recycling facility. If electrical appliances are disposed of in landfills or dumps, hazardous substances can leak into the groundwater and get into the foodchain, damaging your health and well-being. For further information on the disposal of this product, please contact your dealer or your nearest domestic waste collection service. DESCRIPTION OF THE SYMBOLS SHOWN ON THE CONTROLS (where present) 21. Off 22. On 23. Transmission engaged SAFETY REQUIREMENTS - Your lawnmower should be used with due care and attention. Symbols have therefore been placed on various parts of the machine to remind you of the main precautions to be taken. Their full meanings are explained later on. You are also asked to carefully read the safety regulations in the applicable chapter of this handbook. 31. Important: Read the instruction handbook before using the machine.. 32. Danger of thrown objects. Keep other people at a safe distance whilst working.. 33. Beware of sharp blades: Remove plug from mains before maintenance or if cord is damaged 34. Important: keep the power supply cable away from the blade. I ETICHETTA DI IDENTIFICAZIONE E COMPONENTI DELLA MACCHINA 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Livello potenza acustica secondo la direttiva 2000/14/CE Marchio di conformità secondo la direttiva 98/37/CEE Anno di fabbricazione Tipo di rasaerba Numero di matricola Nome e indirizzo del Costruttore Tensione e frequenza di alimentazione DESCRIZIONE DEI SIMBOLI RIPORTATI SUI COMANDI (dove previsti) 21. Arresto 22. Marcia 23. Trazione inserita PRESCRIZIONI DI SICUREZZA - Il vostro rasaerba deve essere utilizzato con prudenza. A tale scopo, sulla macchina sono stati posti dei pittogrammi, destinati a ricordarvi le principali precauzioni d’uso. Il loro significato è spiegato qui di seguito. Vi raccomandiamo inoltre di leggere attentamente le norme di sicurezza riportate nell’apposito capitolo del presente libretto. 31. Attenzione: Leggere il libretto di istruzioni prima di usare la macchina. 32. Rischio di espulsione. Tenere le persone al di fuori dell’area di lavoro, durante l’uso. 33. Attenzione alle lame taglienti: Togliere la spina dall’alimentazione prima di procedere alla manutenzione o se il cavo è danneggiato. 34. Attenzione: tenere il cavo di alimentazione lontano dalla lama. NL IDENTIFICATIELABEL EN ONDERDELEN VAN DE MACHINE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Niveau van de geluidssterke volgens de richtlijn 2000/14/CE EG-merkteken volgens richtlijn 98/37/EG Productiejaar Type grasmaaier Serienummer Naam en adres van de Fabrikant Voedingsspanning en –frequentie 11. Chassis 12. Motor 13. Mes (maaiblad) 14. Deflector 15. Opvangzak 16. Handgreep 17. Bedieningsschakelaar 18. Haak vor elektrische kabel 19. Bedieningshendel tractie Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recycle bedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. Indien de elektrische apparatuur afgedankt wordt op een afvalpark of in de ondergrond, kunnen de schadelijke stoffen de waterlaag bereiken en in de voedingsketen terecht komen, met nadelige gevolgen voor uw gezondheid en welzijn. Voor meer informatie over de afdanking van dit product, contacteer de instantie die bevoegd is voor de verwerking van het huishoudelijk afval of uw raadpleeg uw Verkoper. BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN AANGEGEVEN OP DE BEDIENINGEN (indien voorzien) 21. Stilstand 22. Versnelling 23. Aandrijving ingeschakeld 11. Chassis 12. Motore 13. Coltello (Lama) 14. Parasassi 15. Sacco di raccolta 16. Manico 17. Comando interruttore 18. Aggancio cavo elettrico 19. Leva innesto trazione VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - Gebruik uw grasmaaier met de nodige voorzichtigheid. Om u tot voorzichtigheid te manen is uw maaier voorzien van een reeks van pictogrammen die wijzen op de belangrijkste gebruiksvoorschriften. Hun betekenis is hieronder weergegeven. Wij raden u met klem aan om ook de veiligheidsvoorschriften in het volgende hoofdstuk van deze handleiding door te lezen. Non gettare le apparecchiature elettriche tra i rifiuti domestici. Secondo la Direttiva Europea 2002/96/CE sui rifiuti di apparecchiature elettriche ed elettroniche e la sua attuazione in conformità alle norme nazionali, le apparecchiature elettriche esauste devono essere raccolte separatamente, al fine di essere reimpiegate in modo eco-compatibile. Se le apparecchiature elettriche vengono smaltite in una discarica o nel terreno, le sostanze nocive possono raggiungere la falda acquifera ed entrare nella catena alimentare, danneggiando la vostra salute e benessere. Per informazioni più appro- 31. Waarschuwing: Lees de gebruikaanwijzingen vóórdat u deze maaier gebruikt. 32. Gevaar voor wegschietende voorwerpen. Houd andere personen uit de buurt tijdens het gebruik van deze maaier 33. Opgelet voor op de scherpe messen: haal de stekker uit het stopcontact vóór elke onderhoudsbeurt en indien de voedingskabel beschadigd werd. 34. Waarschuwing: houd de voedingskabel uit de buurt van het maaiblad. 7 NL VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VÓÓR HET GEBRUIK AANDACHTIG DOORLEZEN A) VOORBEREIDING 1) Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zorg dat u vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en u in staat bent de grasmaaier op de juiste wijze te gebruiken. Leer hoe u de motor snel kunt uitschakelen. 2) Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waarvoor hij is bestemd, dat wil zeggen voor het maaien en het opvangen van gras. Ieder doel waarvoor de grasmaaier wordt gebruikt en dat niet in de gebruiksaanwijzingen wordt vermeld, kan gevaarlijk zijn en schade toebrengen aan personen en/of voorwerpen. 3) Laat kinderen of personen die deze gebruiksaanwijzing niet gelezen hebben de grasmaaier niet gebruiken. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk gereglementeerd zijn. 4) Gebruik de grasmaaier in geen geval: – als er personen, met name kinderen of dieren in de buurt zijn; – als u onder invloed van medicijnen of alcohol e.d. bent omdat deze uw reactievermogen kunnen verminderen. 5) Denk eraan dat de gebruiker van de grasmaaier aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigendommen kunnen overkomen. B) VOOR HET GEBRUIK 1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een lange broek te dragen. Gebruik de grasmaaier niet met blote voeten of met open sandalen. 2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en verwijder alles wat door de machine kan worden uitgestoten of de snijgroep en de motor zou kunnen beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten e.d.). 3) Vóór het gebruik dient u de grasmachine helemaal even te controleren, met name de toestand van de messen en de staat en slijtage van de schroeven en messen of het messysteem niet versleten of beschadigd zijn. De beschadigde of versleten messen en schroeven dienen in één geheel vervangen te worden om de balans in stand te houden. 4) Vóórdat u begint te maaien dient u de beveiligingen te monteren (zak of deflector). 5) OPGELET: GEVAAR! Zorg dat vocht en stroom niet met elkaar in aanraking komen: – u dient de elektrische snoeren met droge handen vast te pakken en aan te sluiten; – leg een elektrische stekker of een elektrisch snoer nooit op een natte plek (in een plas water of op nat gras); – de elektrische snoeren en de stekkers moeten waterdicht zijn. Gebruik enkel verlengsnoeren waarvan de stekker volkomen waterdicht en goedgekeurd is, die normaal in de handel verkrijgbaar zijn. – Het apparaat wordt gevoed met een differentiaalschakelaar (RCD – Residual Current Device) met een ontzekeringsstroom van max. 30 mA. 6) De voedingskabels mogen niet van inferieure kwaliteit zijn, d.w.z. niet minder dan het type H05RN-F of H05VV-F, met een minimale doorsnede van 1,5 mm2 en een maximaal aangewezen lengte van 25 m. 7) Vóórdat u de machine aanzet dient u de kabel aan de haak te koppelen. 8) De permanente aansluiting van een elektrisch apparaat op het elektriciteitsnet in het gebouw dient door een vakbekwaam electricien gedaan worden, die daarbij de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften dient na te leven. Indien het apparaat niet goed aangesloten wordt kan dit ernstige letsels veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg hebben. C) TIJDENS HET GEBRUIK 1) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht. 2) Het gras niet maaien als het gras nat is of als het regent. 3) Met de grasmaaier nooit over het elektrische snoer heen rijden. Tijdens het maaien dient u er altijd voor te zorgen dat het snoer achter de grasmaaier sleept en steeds aan de kant waar het gras reeds gemaaid is. De haak vor de kabel gebruiken zoals aangegeven in bijgaande gebruiksaanwijzing om te vermijden dat het snoer per ongeluk losschiet. Eveneens controleren of de trekontlasting goed gemonteerd is zonder het stopcontact te forceren. 4) De grasmaaier nooit verplaatsen door aan het elektrische snoer te trekken en nooit aan het snoer trekken om het snoer uit het stopcontact te halen. Het snoer niet in aanraking met warmtebronnen, olie, oplosmiddelen of scherpe voorwerpen brengen. 5) Controleer op een glooiend terrein altijd of u voldoende steunpunten hebt. 6) Ren in geen geval, maar loop gewoon; laat u niet voorttrekken door de grasmaaier; 7) Maai een helling altijd in de dwarsrichting en nooit van boven naar beneden. 24 8) Pas goed op als u op een helling van richting verandert; 9) Niet maaien op bijzonder steile hellingen. 10) Pas goed op als u de grasmaaier naar u toe haalt; 11) Als de grasmaaier om vervoersredenen schuin gehouden moet worden, of als u de grasmaaier over een terrein verplaatst waar geen gras ligt, of als de grasmaaier van of naar het te maaien terrein verplaatst dient u het mes vast te zetten. 12) Gebruik de grasmaaier nooit om gras te maaien als de beveiligingen beschadigd zijn, of zonder de grasopvangbak of deflector. 13) Bij de modellen met voorttrekking, dient u vóórdat u de motor start de wielaandrijving uit te schakelen. 14) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en houd uw voeten uit de buurt van het mes. 15) De grasmaaier niet overhellen om de motor aan te zetten, tenzij dit niet anders kan. In dergelijk geval wordt alleen het deel opgetild dat zich het verst van de gebruiker bevindt. Zorg ervoor dat beide handen zich in de werkingspositie bevinden, alvorens de grasmaaier te laten zakken. 16) Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of onder de draaiende gedeelten. Blijf altijd uit de buurt van de uitwerpopening. 17) Til de grasmaaier niet op of vervoer de grasmaaier niet terwijl de motor draait. 18) De motor afzetten en het elektrisch snoer loskoppelen: – vóórdat u enige werkzaamheden onder het maaidek uitvoert of vóórdat u het uitwerpkanaal leegt; – vóórdat u de grasmaaier controleert, schoonmaakt of ermee werkt; – nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent, controleer of de grasmaaier beschadigd is en voer de nodige reparaties uit vóórdat u de maaier opnieuw gebruikt; – als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint te trillen, probeert u onmiddellijk de oorzaak van het trillen te achterhalen en te verhelpen. – iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat; – tijdens het verplaatsen van de grasmaaier. 19) Schakel de motor uit: – iedere keer als u de grasopvangbak verwijdert of opnieuw aanbrengt; – vóórdat u de maaihoogte afstelt. 20) Tijdens het maaien dient u altijd een veiligheidsafstand van het roterende mes in acht te nemen, afhankelijk van de lengte van de handgreep. D) ONDERHOUD EN OPSLAG 1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te zijn dat de machine altijd op een veilige manier gebruiksklaar is. Als u regelmatig onderhoud aan de grasmaaier pleegt zal de werking van de maaier veilig blijven en zal het prestatieniveau bewaard blijven. 2) Om het gevaar van brand tot een minimum te beperken, dient u restanten gras, bladeren of te veel vet van de grasmaaier en met name de motor, te verwijderen. Geen bakken met gemaaid gras in een afgesloten ruimte laten staan. 3) Controleer de deflector en de opvangbak regelmatig op slijtage en beschadigingen. 4) De elektrische snoeren regelmatig controleren en als de snoeren niet meer in goede staat verkeren of als de isolatie beschadigd is dient u de snoeren te vervangen. Pak een elektrisch snoer dat onder stroom staat nooit vast als het snoer niet goed geïsoleerd is. Het snoer eerst uit het stopcontact halen vóórdat u welke handeling dan ook wilt verrichten. 5) Trek werkhandschoenen aan als u het mes demonteert en opnieuw monteert. 6) Zorg dat het maaidek opnieuw in balans wordt gebracht nadat het mes geslepen is. Alle handelingen aan het maaidek (demontage, slijpen, in balans brengen, hermontage en/of vervanging) vergen een welbepaalde vaardigheid en het gebruik van speciaal gereedschap; uit veiligheidsoverwegingen, dienen deze handelingen bijgevolg uitgevoerd te worden in een gespecialiseerd servicecentrum. 7) Gebruik de machine, uit veiligheidsoverwegingen, nooit met een versleten of een beschadigd snoer of met onderdelen die versleten of beschadigd zijn. De onderdelen moeten vernieuwd en niet gerepareerd worden. Altijd originele onderdelen gebruiken (de messen moeten altijd gemerkt zijn met het teken ). Onderdelen van andere kwaliteit kunnen de machine beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor de gebruiker. E) TRANSPORT EN VERPLAATSING 1) Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of overgeheld moet worden, is het noodzakelijk: – stevige werkhandschoenen te dragen; – neem de machine vast op punten waar u een stevige grip hebt, rekening houdend met het gewicht en de spreiding van het gewicht; - doe een beroep op een toereikend aantal personen die het gewicht van de machine kunnen heffen, volgens de kenmerken van het transportmiddel of de plaats waar de machine opgenomen of opgesteld moet worden. NL GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN 1. EERST ALLE ONDERDELEN MONTEREN OPMERKING – De machine kan geleverd worden met enkele reeds gemonteerde elementen. 1.1 Modellen met schakelaar en hendel: Verbreed beide uiteinden aan de bovenkant van het handvat (1), om de steel (2) met de haak van de kabel (3) in zijn zitting te brengen. 1.2 De twee reeds gemonteerde elementen (1) die het onderste gedeelte van de handgreep samenstellen, terug naar de werkstand brengen en blokkeren door middel van de onderste knoppen (2). Het bovenste gedeelte (3) van de handgreep met behulp van de meegeleverde schroeven (4) vastmaken. De kabelklemmen (5) zoals aangegeven aanbrengen. De juiste plaats van de kabelhaak (6) is de plaats die aangegeven is. Door de knoppen (2) los te draaien is het mogelijk om de handgreep op drie verschillende hoogtes te zetten. 1.3 Met het omgekeerd plastic gedeelte (11) het frame (12) vasthechten aan het plastic gedeelte middels de schroeven (13). Het frame (12) in de zak (14) invoeren en alle plastic profielen (15), aanhaken met behulp van een schroevendraaier, zoals op de figuur wordt aangeduid. De omtrekboord (16) van het zeildoek tot op het einde toe invoeren in de gleuf van het plastic gedeelte (11) vertrekkend 5-7 mm van de uiteinden. 2. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN 2.1 De motor wordt ingeschakeld door middel van een schakelaar die alleen op twee manieren in werking gesteld kan worden, om te vermijden dat de grasmaaimachine per ongeluk vanzelf ingeschakeld wordt. Om de motor in te schakelen dient u op de knop (2) te drukken en aan de hendel (1) te trekken. De motor slaat vanzelf af als u de hendel (1) los laat. 2.2 Door middel van de speciale hendels (1) kan de maaihoogte afgesteld worden. De hoogte moet voor de vier wielen gelijk zijn. U MAG DIT ENKEL DOEN ALS HET MES STIL STAAT. 2.3 Bij de modellen met tractie kunt u de grasmaaimachine inschakelen door de hendel (1) tegen de handgreep aan te duwen. De grasmaaimachine gaat niet meer vooruit als u de hendel los laat. ven. De motor starten door op de veiligheidsknop (2) te drukken en door aan de bedieningshendel (1) te trekken. 3.3 Tijdens het maaien dient u ervoor te zorgen dat het elektrisch snoer zich altijd achter u bevindt en aan die zijde van het gazon die reeds gemaaid is. Het gazon zal er mooier uitzien als u het gras steeds op dezelfde hoogte maait en in afwisselende richting. 3.4 Als u klaar bent met het maaien, laat dan de bedieningshendel (1) los. Vervolgens EERST de stekker uit het stopcontact (2) nemen en DAARNA het snoer van de schakelaar van de grasmaaimachine (3) loskoppelen. WACHTEN TOTDAT HET SNIJSYSTEEM STIL STAAT vóórdat u welke ingreep dan ook verricht. 4. NORMALE ONDERHOUDSBEURT BELANGRIJK – Een regelmatig en zorgvuldig onderhoud is van wezenlijk belang om de veiligheid en oorspronkelijke prestaties van de machine in stand te houden. De grasmaaier op een droge plaats bewaren. 1) Draag sterke werkhandschoenen vóór elke reiniging, onderhoudsbeurt of afstelling van de machine. 2) Na elk gebruik gras en modder die zich opgehoopt hebben aan de binnenkant van het chassis verwijderen, om te voorkomen dat deze ter plaatse drogen en de machine de daaropvolgende keer moeilijk gestart wordt. 3) Zorg ervoor dat de luchtinlaten altijd schoon en vrij zijn. 4) De laklaag aan de binnenkant van het chassis kan mettertijd loskomen door de schurende werking van het gemalen gras; mocht dit voorvallen, werk de laklaag dan tijdig bij met een roestvrije verf, om te voorkomen dat roest ontstaat dat het metaal aantast. 4.1 Elke handeling aan het mes dient uitgevoerd te worden in een gespecialiseerd servicecentrum. Opmerking voor het gespecialiseerd centrum: Hermonteer het maaidek (2) volgens de volgorde aangegeven in de figuur en draai de middenste schroef (1) met een dynamometrische sleutel met een waarde van 16-20 Nm vast. 4.2 Geen waterstralen gebruiken en de motor en de elektrische gedeelten niet natmaken. 4.3 Voor de modellen met aandrijving: • de juiste spanning van de riem wordt geregeld met behulp van de moer (1), tot de aangewezen waarde verkregen wordt (6 mm). • de regelaar (2) moet op dusdanige manier bediend worden dat de draad (3) net iets los zit, met de hendel (4) in ruststand. 3. MAAIEN VAN HET GRAS 3.1 De deflector optillen en de harde zak (1) correct vasthaken, zoals blijkt uit de afbeelding. 3.2 Haak het verlengsnoer correct vast zoals aangege- Bij twijfel of indien iets u niet duidelijk is, wordt contact opgenomen met het dichtstbijzijnd Servicecentrum of de Dealer. 25 NL Werkplaatsservice, reservedelen en garantie Onderhoud en reparaties Het onderhoud en de reparatie van moderne apparaten en veiligheidsrelevante modules vraagt een gekwalificeerde vakopleiding en een met speciaal gereedschap en testapparatuur uitgeruste werkplaats. Alle niet in deze handleiding beschreven werkzaamheden moeten door een geschikte of door DOLMAR geautoriseerde werkplaats worden uitgevoerd. De vakman beschikt over de noodzakelijke opleiding, ervaring en uitrusting om u steeds met zo weinig mogelijk kosten een oplossing te bieden en helpt u met raad en daad. Bij reparatiepogingen door derden of niet-geautoriseerde personen vervalt de garantie. Bevoegdheden Alleen bij apparaten met motoren van het merk Briggs&Stratton, Honda, Tecumseh of Robin Subaru is voor de motor de motorfabrikant resp. de desbetreffende geautoriseerde werkplaats bevoegd op het gebied van werkplaatsservice, reserveonderdelen en garantie. Voor het apparaat zelf (zonder motor) is dat DOLMAR. dukt verantwoordelijk voor de garantie. De volgende schadeoorzaken vallen buiten de garantie. Wij vragen hiervoor uw begrip: • Niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing. • Achterwege laten van noodzakelijke onderhouds- en reinigingswerkzaamheden. • Schade als gevolg van een onjuiste carburatorinstelling. • Normale slijtage. • Duidelijke overbelasting door aanhoudende overschrijding van de maximaal toegestane belasting. • Gebruik van geweld, onoordeelkundige behandeling, misbruik of ongevallen. • Schade door oververhitting als gevolg van vervuiling van het ventilatorhuis. • Ingrepen door ondeskundige personen of ondeskundige reparatiepogingen. • Gebruik van ongeschikte reserveonderdelen, resp. nietoriginele DOLMAR onderdelen, voorzover deze schade kunnen veroorzaken. • Gebruik van ongeschikte of te lang opgeslagen brandstoffen. • Schade die terug te voeren is tot voorwaarden bij verhuur. Reinigings-, onderhouds- en afstelwerkzaamheden vallen niet onder de garantie. Alle voorkomende garantiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een DOLMAR vakhandelaar. Deze regeling geldt niet voor stroomgeneratoren en voor alle andere apparaten die geen van de bovengemelde motoren hebben. Hier ligt de bevoegdheid bij DOLMAR. Reserveonderdelen Betrouwbaarheid, levensduur en veiligheid van uw machine is ook afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte reserveonderdelen. Alleen originele reserveonderdelen gebruiken. Alleen de originele onderdelen komen uit dezelfde fabriek als de machine en garanderen daarom de beste kwaliteit van materiaal, maatvastheid, werking and veiligheid. Originele reserveonderdelen en accessoires zijn verkrijgbaar bij uw vakhandelaar. Deze beschikt over de noodzakelijke reserveonderdelenlijsten en wordt doorlopend op de hoogte gehouden van verbeteringen en veranderingen in het aanbod van reserveonderdelen. Houd er a.u.b. ook rekening mee dat bij het gebruik van niet-originele onderdelen een prestatie onder garantie niet mogelijk is. Garantie DOLMAR garandeert een uitstekende kwaliteit en vergoedt de kosten van verbeteringen door vervanging van de beschadigde onderdelen in geval van materiaal- of fabricagefouten die binnen de garantie na de datum van aankoop optreden. Houdt u er rekening mee dat in sommige landen specifieke garantievoorwaarden gelden. Vraagt u dit na bij de verkoper in geval van twijfel. Deze is als verkoper van het pro69
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Dolmar EM-4818 (2008) de handleiding

Type
de handleiding