Documenttranscriptie
* Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van uw telefoon. Dit is
afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw
serviceprovider.
* Uw telefoon en de accessoires kunnen enigszins afwijken van de afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft.
* Drukfouten voorbehouden.
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Dutch. 01/2008. Rev. 1.0
SGH-i450
Gebruiksaanwijzing
Over deze
gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld om u
stap voor stap bekend te maken met de
functies en onderdelen van uw toestel.
Raadpleeg de snelstartgids om snel aan
de slag te kunnen met de telefoon.
Symbolen die in deze
gebruiksaanwijzing worden
gebruikt
Opmerking: opmerkingen,
gebruikstips of aanvullende
informatie
X
Raadpleeg: pagina's met
verwante informatie,
bijvoorbeeld: X p. 12 (hiermee
wordt aangegeven dat u pagina
12 kunt raadplegen.)
→
Gevolgd door: de volgorde van
de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te
voeren, bijvoorbeeld: Druk op
[ ] → Media → Muziekspeler
(betekent [ ], gevolgd door
Media, gevolgd door
Muziekspeler)
[ ]
Rechte haken: telefoontoetsen,
bijvoorbeeld: [ ] (betekent: de
aan-uittoets)
Bekijk voordat u begint de symbolen die
in deze gebruiksaanwijzing zijn
opgenomen:
Waarschuwing: situaties die
letsel kunnen veroorzaken bij u
of anderen
Let op: situaties die schade aan
het toestel of andere apparatuur
kunnen veroorzaken
<>
Punthaken: functietoetsen die
verschillende functies uitvoeren
in verschillende schermen,
bijvoorbeeld: <OK> (betekent:
de functietoets OK)
Auteursrechten en
handelsmerken
De rechten op alle technologieën en
producten die dit toestel bevat zijn het
eigendom van de respectieve eigenaren:
• Dit product bevat
software in licentie van
Symbian Ltd. © 19982007. Symbian en
Symbian OS zijn
handelsmerken van
Symbian Ltd.
• Java™ is een
handelsmerk van Sun
Microsystems, Inc.
• Bluetooth® is wereldwijd een
gedeponeerd handelsmerk van
Bluetooth SIC, Inc. wereldwijd Bluetooth QD ID: B013276.
• Windows Media Player® is een
geregistreerd handelsmerk van
Microsoft Corporation.
Inhoud
Informatie over veiligheid en gebruik 4
PC Studio .....................................53
1. Communicatie
12
3. Uw persoonlijke zaken regelen 55
Oproepen .................................... 12
Berichten..................................... 15
Logboeken ................................... 30
Communicatieopties...................... 34
Contacten ....................................55
Agenda ........................................60
Quickoffice® .................................61
Adobe® Reader® ...........................63
Notities ........................................64
2. Media
39
Muziekspeler ................................ 39
Camera ....................................... 42
Galerij......................................... 45
Videobewerker ............................. 46
Radio .......................................... 50
Flash® Player ............................... 51
RealPlayer® ................................. 52
Spraakrecorder ............................ 53
2
4. Web
65
Surfen op internet .........................65
Browserinstellingen wijzigen ...........67
Een favoriet toevoegen ..................68
Een favoriet gebruiken ...................68
Een webpagina opslaan en
offline bekijken .............................69
Bestanden van internet downloaden.70
Inhoud
5. Connectiviteit
71
De draadloze Bluetooth-voorziening
gebruiken .................................... 71
Verbinding maken via USB ............. 74
Uw toestel synchroniseren ............. 76
Toepassingsbeheer ........................88
Apparaatbeheer ............................90
Beheer van activeringssleutels ........91
Geheugenkaartbeheer....................92
Verbindingsbeheer.........................94
6. Andere toepassingen
8. Instellingen
78
96
Rekenmachine.............................. 78
Klok ............................................ 79
Omrekenen.................................. 80
Voice Signal ................................. 82
GPS-gegevens.............................. 84
Plaatsen ...................................... 86
Algemene instellingen ....................96
Telefooninstellingen ..................... 102
Verbindingsinstellingen ................ 105
Instellingen voor toepassingen ...... 109
9. Problemen oplossen
112
7. Beheertoepassingen
Index
118
87
Bestandsbeheer............................ 87
3
Informatie over
veiligheid en gebruik
Houd u aan de volgende richtlijnen om
gevaarlijke of illegale situaties te
voorkomen en ervoor te zorgen dat uw
toestel altijd topprestaties kan leveren.
Veiligheidswaarschuwingen
Houd het toestel buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren
Houd het toestel en alle bijbehorende
onderdelen en accessoires buiten het
bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Kleine onderdelen vormen
verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk
zijn wanneer zij worden ingeslikt.
4
Bescherm uw gehoor
Als u naar muziek luistert met
een headset op hoog volume,
kan uw gehoor worden
beschadigd. Gebruik het
minimale volume waarmee u het
gesprek of de muziek kunt horen.
Installeer mobiele apparatuur
zorgvuldig
Zorg ervoor dat mobiele apparaten of
daaraan verwante apparatuur naar
behoren zijn bevestigd in uw voertuig.
Vermijd het plaatsen van toestel en
accessoires op een plek waar de airbag
zich zou ontvouwen. Verkeerd
geïnstalleerde draadloze apparaten
kunnen ernstig letsel veroorzaken als
airbags zich snel ontvouwen.
Informatie over veiligheid en gebruik
Behandel batterijen en oplader
voorzichtig en geef deze af volgens
de voorschriften
• Gebruik alleen batterijen en opladers
die door Samsung zijn goedgekeurd en
speciaal zijn bedoeld voor uw toestel.
Niet-compatibele batterijen en
opladers kunnen ernstig letsel of
schade aan uw toestel veroorzaken.
• Gooi batterijen nooit in open vuur. Volg
alle plaatselijke voorschriften bij het
afvoeren van gebruikte batterijen.
• Leg batterijen of telefoons nooit in of
op verwarmingsapparaten, zoals een
magnetron, kachel of radiator.
Batterijen kunnen exploderen als ze te
heet worden.
Voorkom verstoring van pacemakers
Houd een minimale afstand van 15 cm in
acht tussen mobiele apparaten en
pacemakers om potentiële storing te
vermijden. Dit wordt aanbevolen door
fabrikanten en de onafhankelijke
onderzoeksgroep Wireless Technology
Research. Als u reden hebt aan te nemen
dat uw toestel storing veroorzaakt voor
een pacemaker of ander medisch
apparaat, moet u het toestel onmiddellijk
uitschakelen en contact opnemen met de
fabrikant van de pacemaker of de
medische apparatuur voor advies.
5
Informatie over veiligheid en gebruik
Schakel het toestel uit in
omgevingen met explosiegevaar
Beperk het risico van letsel door
vaak herhaalde bewegingen
Gebruik het toestel niet bij tankstations
of in de buurt van brandstoffen of
chemicaliën. Schakel het toestel uit
wanneer u daartoe aanwijzingen krijgt
via waarschuwingsborden of instructies.
Uw toestel zou ontploffingen of brand
kunnen veroorzaken in of in de buurt van
opslag- en distributieplaatsen van
brandstoffen of chemicaliën of in
omgevingen waar ontploffingen
plaatsvinden. Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen, gassen en explosief
materiaal in dezelfde ruimte als het
toestel of de onderdelen of accessoires
van het toestel.
Wanneer u SMS-berichten verzendt of
games speelt op het toestel, hou het
toestel dan ontspannen vast, druk licht
op de toetsen, gebruik speciale functies
waardoor u op minder toetsen hoeft te
drukken (zoals standaardberichten en
voorspellende tekst) en neem regelmatig
pauze.
6
Veiligheidsinformatie
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik het toestel niet tijdens het rijden
en houd u aan alle regels voor het
gebruik van mobiele telefoons in de auto.
Gebruik handsfree accessoires waar
mogelijk.
Informatie over veiligheid en gebruik
Volg alle veiligheidsvoorschriften en
regelgeving
Schakel het toestel of de draadloze
functies uit in vliegtuigen
Houd u aan alle regelgeving die het
gebruik van mobiele apparaten in
bepaalde omgevingen beperkt.
Het toestel kan storing in de apparatuur
van het vliegtuig veroorzaken. Houd u
aan alle voorschriften van de
luchtvaartmaatschappij en zet het toestel
uit of schakel over naar een modus
waarin alle draadloze functionaliteit is
uitgeschakeld als dit door het
vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
Gebruik alleen door Samsung
goedgekeurde accessoires
Als u niet-compatibele accessoires
gebruikt, kan er schade aan het toestel of
persoonlijk letsel ontstaan.
Schakel het toestel uit in de
nabijheid van medische apparatuur
Uw toestel kan storing veroorzaken aan
medische apparaten in ziekenhuizen of
zorginstellingen. Volg alle voorschriften,
waarschuwingsmededelingen en
aanwijzingen van medisch personeel.
Bescherm batterijen en opladers
tegen schade
• Vermijd blootstelling van batterijen aan
extreme temperaturen (onder 0° C of
boven 45° C). Door extreme
temperaturen kunnen de
oplaadcapaciteit en levensduur van de
batterijen afnemen.
7
Informatie over veiligheid en gebruik
• Voorkom dat batterijen in aanraking
komen met metalen voorwerpen. Dit
kan een verbinding vormen tussen de
plus- en minpolen van uw batterijen en
tijdelijke of permanente schade aan
batterijen veroorzaken.
• Het toestel bevat complexe
elektronica. Bescherm het toestel
tegen stoten en ruw gebruik om
ernstige schade te voorkomen.
• Gebruik nooit een beschadigde oplader
of batterij.
• Verf het toestel niet. Door verf kunnen
bewegende delen verstopt raken en
werkt het toestel mogelijk niet meer
naar behoren.
Gebruik uw toestel zorgvuldig en
verstandig
• Gebruik de flitslamp van de camera in
het toestel niet dichtbij de ogen van
kinderen of dieren.
• Laat het toestel niet nat worden.
Vloeistoffen kunnen ernstige schade
veroorzaken. Raak het toestel niet aan
met natte handen. Waterschade aan
het toestel kan de garantie van de
fabrikant laten vervallen.
• Gebruik of bewaar het toestel niet in
stoffige, vervuilde omgevingen om
schade aan bewegende delen te
vermijden.
8
• Het toestel en geheugenkaarten
kunnen worden beschadigd bij
blootstelling aan magnetische velden.
Gebruik geen telefoonhoesjes of
accessoires met magnetische
sluitingen en stel het toestel niet
gedurende langere tijd bloot aan
magnetische velden.
Informatie over veiligheid en gebruik
Voorkom storing met andere
elektronische apparatuur
Het toestel zendt RF-signalen
(radiofrequentie) uit die storingen
kunnen veroorzaken in niet- of
onvoldoende afgeschermde elektronische
apparatuur, zoals pacemakers,
gehoorapparaten en medische
apparatuur in huis of in voertuigen. Vraag
advies bij de fabrikant van uw
elektronische toestel om mogelijke
problemen met storing op te lossen.
Belangrijke
gebruiksinformatie
Gebruik uw toestel in de normale
gebruikspositie
Vermijd aanraking van de interne
antenne van het toestel.
Laat reparaties aan het toestel alleen
uitvoeren door gekwalificeerd
personeel
Als u het toestel laat repareren door nietgekwalificeerd personeel kan het toestel
beschadigd raken en is uw garantie niet
meer geldig.
Verleng de levensduur van batterij
en oplader
• Laat batterijen niet langer dan een
week achtereen opladen, aangezien
teveel opladen niet bevorderlijk is voor
de levensduur.
• Batterijen die niet worden gebruikt,
ontladen zich na verloop van tijd en
moeten voor gebruik opnieuw worden
opgeladen.
• Laat de stekker van de oplader niet in
het stopcontact zitten als u de oplader
niet gebruikt.
9
Informatie over veiligheid en gebruik
• Gebruik de batterijen alleen voor het
doel waarvoor ze zijn bedoeld.
Wees voorzichtig met SIM-kaarten
en geheugenkaarten
• Verwijder een kaart niet als het toestel
bezig is met de overdracht of het
ophalen van gegevens. Dit kan leiden
tot gegevensverlies en/of schade aan
de kaart of het toestel.
• Bescherm kaarten tegen sterke
schokken, statische elektriciteit en
elektrische storing van andere
apparaten.
• Door veelvuldig wissen van en
schrijven naar een geheugenkaart,
verkort u de levensduur.
• Raak geen goudkleurige contactpunten
of polen aan met uw vingers of met
metalen voorwerpen. Veeg, indien
nodig, geheugenkaarten schoon met
een zachte doek.
10
Zorg dat contact met nooddiensten
mogelijk blijft
In sommige gebieden of omstandigheden
kan het voorkomen dat bellen met het
toestel niet mogelijk is, dus ook niet in
noodgevallen. Voordat u naar afgelegen
of minder ontwikkelde gebieden afreist,
moet u daarom een alternatieve manier
plannen om contact op te kunnen nemen
met nooddiensten.
Informatie over het SAR-certificaat
(Specific Absorption Rate)
Uw toestel voldoet aan de standaarden
die in de EU zijn opgesteld voor
blootstelling aan radiofrequentie-energie
die wordt afgegeven door radio- en
telecommunicatie-apparatuur. Deze
standaarden verbieden de verkoop van
mobiele apparaten die het
maximumniveau voor blootstelling
overschrijden, de zogenaamde SAR
(Specific Absorption Rate), van 2,0 watt
per kilogram lichaamsgewicht.
Informatie over veiligheid en gebruik
Tijdens testen werd de maximum-SAR
voor dit model vastgesteld op 0,829 watt
per kilogram. Bij normaal gebruik is de
feitelijke SAR waarschijnlijk veel lager,
aangezien het toestel zo is ontworpen dat
slechts de minimaal benodigde
hoeveelheid RF-energie wordt gebruikt
voor het verzenden van een signaal naar
het dichtstbijzijnde basisstation. Door
waar mogelijk automatisch lagere
niveaus te gebruiken, beperkt het toestel
blootstelling aan RF-energie nog verder.
De conformiteitsverklaring achter in deze
gebruiksaanwijzing geeft aan dat het
toestel voldoet aan de richtlijn van de EU
betreffende radioapparatuur en
telecommunicatie-eindapparatuur.
Ga naar de website van Samsung over
mobiele apparatuur voor meer informatie
over SAR en de gerelateerde EUstandaarden.
11
1
Communicatie
U kunt met uw toestel veel verschillende
soorten oproepen en berichten verzenden
en ontvangen via mobiele netwerken en
internet.
Oproepen
Informatie over de oproepfuncties van
uw toestel. Zie de snelstartgids voor de
basisprincipes van het bellen met de
telefoon.
2. Toets het volledige nummer in dat u
wilt bellen (landnummer, netnummer
en abonneenummer) en druk op [
].
3. Druk op [ ] om de oproep te
beëindigen.
Iemand bellen die in de lijst met
contacten staat
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Contacten om de lijst met contacten
te openen.
Een internationaal nummer
bellen
2. Blader naar een contact of zoek het
contact op door de eerste paar letters
van de naam in te geven.
1. Druk tweemaal op [ ] om het teken +
in te voegen (dit vervangt de
internationale toegangscode).
3. Druk op [
] om het standaardnummer voor het contact te bellen.
12
Communicatie
U kunt ook op
drukken om de
contactgegevens te openen en een
ander nummer of ander type oproep
te selecteren (bijvoorbeeld een videooproep).
Een pauze invoegen
Wanneer u geautomatiseerde
telefoonsystemen belt, kunt u een pauze
invoegen tussen het toestelnummer en
een andere reeks cijfers.
Als u een pauze wilt invoegen, drukt u op
[ ] om het type pauze te selecteren:
• p (automatische pauze) -druk driemaal
op [ ] om een automatische pauze in
te voegen. Het toestel pauzeert twee
seconden lang en verzendt de cijfers
na de pauze vervolgens automatisch.
• w (handmatige pauze) -druk viermaal
op [ ] om een handmatige pauze in te
voegen. Na de pauze moet u op
<Zenden> drukken om de resterende
cijfers te verzenden.
Gemiste oproepen bekijken en
terugbellen
Op het display van het toestel worden de
gemiste oproepen weergegeven.
U belt als volgt een gemiste oproep
terug:
1. Druk op
.
2. Blader naar een gemiste oproep.
3. Druk op [
] om te bellen.
13
Communicatie
Een recent gekozen nummer
opnieuw bellen
2. Blader naar een type oproep en druk
op
.
1. Druk in de standby-stand op [
] om
de lijst met recente nummers weer te
geven.
3. Blader naar een type doorschakeling
en druk op <Opties> → Activeren.
2. Blader naar een nummer en druk op
[
].
4. Blader voor spraakoproepen naar een
doorschakellocatie (mailbox of een
ander nummer) en druk op
.
Oproepen doorschakelen
5. Geef indien nodig een telefoonnummer
in en druk op <OK>.
Uw serviceprovider of netwerk
ondersteunt deze voorziening misschien
niet.
U schakelt als volgt inkomende
gesprekken door naar een ander
nummer:
1. Druk in de standby-stand op [
Instell. → Telefoon →
Doorschakelen.
14
]→
Oproepen blokkeren
Voor deze functie hebt u een blokkeerwachtwoord nodig, dat door uw provider
wordt verstrekt.
U blokkeert als volgt inkomende
oproepen van een bepaald nummer:
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instell. → Telefoon → Blokkeren.
Communicatie
2. Blader naar een type blokkering en
druk op <Opties> → Activeren.
3. Geef het blokkeerwachtwoord in en
druk op <OK>.
Berichtmappen
Wanneer u Berichten opent, ziet u de
functie Nieuw bericht en een lijst met
mappen:
• Inbox: ontvangen berichten, behalve
e-mailberichten en infoberichten
Als u het blokkeerwachtwoord drie
keer verkeerd ingeeft, raakt het
toestel geblokkeerd. Neem hierover
contact op met uw provider.
• Mijn mappen: standaardberichten en
opgeslagen berichten
Berichten
• Mailbox: ontvangen e-mail; wanneer
u een mailbox maakt, wordt de naam
die u opgeeft, hier weergegeven
Hier vindt u informatie over
berichtfuncties. Zie de snelstartgids voor
instructies over het ingeven van tekst.
Zie "Communicatieopties" X 34 voor een
beschrijving van de opties
• Ontwerpen: berichten die u nog niet
hebt verzonden
• Verzonden: recentelijk verzonden
berichten
• Outbox: tijdelijke opslag voor
berichten die nog moeten worden
verzonden
15
Communicatie
• Rapporten: leveringsrapporten van
SMS- en MMS-berichten; als u een
leveringsrapport wilt, moet u dit
aangeven bij de berichtopties voordat
u het bericht verzendt
• Berichten die via Bluetooth zijn
verzonden, worden niet opgeslagen
in de mappen Ontwerpen of
Verzonden.
• Het is wellicht niet mogelijk om een
leveringsrapport te ontvangen voor
een MMS-bericht dat naar een
e-mailadres is gestuurd.
Symbolen in Postvak IN
In Postvak IN staan de volgende
symbolen mogelijk naast uw berichten:
Symbool Beschrijving
Ongelezen SMS-bericht
Melding van MMS-bericht
16
Symbool Beschrijving
Ongelezen MMS-bericht
Ongelezen smart-bericht
Ongelezen dienstbericht
Gegevens ontvangen via een
Bluetooth-verbinding
Onbekend berichttype
Status van Postvak UIT
Wanneer u zich buiten het servicebereik
bevindt of geen verbinding met het
netwerk of de e-mailserver hebt, blijven
uw berichten in Postvak UIT staan totdat
de verbinding weer tot stand is gebracht.
De status van Postvak UIT geeft
informatie over de reden waarom een
bericht nog in Postvak UIT staat:
Communicatie
• Bezig met verzenden: het toestel
maakt verbinding en het bericht wordt
direct verzonden.
• In wachtrij: het bericht staat in de rij
achter een ander bericht en wordt zo
snel mogelijk verzonden.
• Opnieuw zenden om (tijd): het
bericht kon niet worden verzonden en
wordt op de opgegeven tijd opnieuw
verzonden. Druk op <Opties> →
Zenden om het bericht direct opnieuw
te verzenden.
• Uitgesteld: het bericht wordt op een
later tijdstip verzonden.
• Mislukt: het toestel heeft meerdere
keren getracht het bericht te
verzenden, maar dit is mislukt.
SMS-berichten
SMS-berichten die meer dan 160
tekens bevatten, worden verzonden
als twee of meer berichten en
hiervoor kunnen extra kosten in
rekening worden gebracht.
Een SMS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → Nieuw bericht → SMS.
2. Geef een telefoonnummer in of druk
op
om een contact te selecteren.
3. Blader omlaag en geef de tekst in.
4. Druk op
→ Verzenden om het
bericht te verzenden.
17
Communicatie
MMS-berichten
Een SMS-bericht bekijken
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → Inbox.
]→
2. Blader naar een bericht en druk op
.
Berichten ophalen van een SIM-kaart
Als u SMS-berichten op een SIM-kaart
hebt staan, moet u ze naar het toestel
kopiëren voordat u ze kunt bekijken.
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → <Opties> → SIMberichten.
2. Druk op <Opties> → Markeringen
aan/uit → Markeren (om er één te
selecteren) of Alle markeren (om
alles te selecteren).
3. Druk op <Opties> → Kopiëren.→
Inbox of een map.
U kunt de berichten nu bekijken in de
map op uw toestel.
18
Voordat u MMS-berichten kunt
verzenden, moet u een toegangspunt
definiëren.
Een toegangspunt instellen
Uw serviceprovider verstrekt de
instellingen voor het toegangspunt
mogelijk via een smart-bericht. Zie
"Gegevens of instellingen van smartberichten opslaan in uw toestel" X 29 als
u automatisch een toegangspunt wilt
instellen met behulp van een smartbericht.
U stelt als volgt handmatig een
toegangspunt in:
1. Druk in de standby-stand op [
Instell. → Verbinding →
Toegangspunten.
]→
Communicatie
2. Blader omlaag en druk op
om een
bestaand toegangspunt te selecteren
of druk op <Opties> → Nieuw
toegangspunt.
3. Stel de opties voor het toegangspunt
in volgens de instructies van uw
serviceprovider.
Een MMS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → Nieuw bericht →
Multimediabericht.
2. Geef een telefoonnummer in of druk
op
om een contact te selecteren.
3. Blader omlaag en geef een onderwerp
in.
4. Blader omlaag en geef de tekst in.
5. Als u een bestaand multimediaobject
wilt invoegen, drukt u op <Opties> →
Object invoegen → een objecttype.
Als u een nieuw multimediaobject wilt
maken en invoegen, drukt u op
<Opties> → Nieuw invoegen → een
objecttype.
6. Druk op
→ Verzenden om het
bericht te verzenden.
U kunt alleen afbeeldingen invoegen
met een resolutie van 176 x 144 of
lager.
Een MMS-bericht bewerken
Voordat u het MMS-bericht verzendt,
kunt u het bewerken:
• Als u velden wilt toevoegen aan de
berichtkop, drukt u op <Opties> →
Adresvelden → een veldtype
19
Communicatie
Naar voicemail luisteren
• Als u de indeling van het bericht wilt
wijzigen, drukt u op <Opties> → een
tekstpositie
• Als u een voorbeeld van het bericht wilt
bekijken, drukt u op <Opties> →
Voorbeeld
• Als u een item wilt verwijderen, drukt u
op <Opties> → Bijlage verwijderen
→ een item
U kunt afbeeldingen, geluiden of
video's aan dia's toevoegen. U kunt
echter slechts één type media per dia
toevoegen.
Als uw voicemailnummer vooraf is
ingesteld door uw serviceprovider, kunt u
[1] ingedrukt houden om uw voicemail te
openen.
Als er nog geen voicemailnummer is
ingesteld of als u het nummer wilt
wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Opr.mailbox.
2. Geef het voicemailnummer in dat is
verstrekt door uw serviceprovider.
3. Druk op <OK>.
Een MMS-bericht bekijken
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → Inbox.
]→
2. Blader naar een bericht en druk op
20
U kunt nu uw voicemail openen door in
de standby-stand [1] ingedrukt te
houden.
.
Communicatie
E-mailberichten
Voordat u e-mailberichten kunt
verzenden of ontvangen, moet u een
mailbox maken.
Een mailbox maken
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → <Opties> →
Instellingen → E-mail → Mailboxen.
2. Druk op <Opties> → Nieuwe
mailbox.
3. Druk op
om de mailboxwizard te
starten en volg de instructies op het
scherm.
De nieuwe mailbox verschijnt
automatisch in Berichten. Als u de
huidige mailbox wilt wijzigen, gaat u
terug naar E-mailinstellingen en stelt u
de 'Mailbox in gebruik' in op een andere
mailbox.
Als u het POP3-protocol gebruikt,
wordt de mailbox niet automatisch
bijgewerkt zodra u online bent.
U moet de verbinding verbreken en
opnieuw verbinding maken om de
nieuwe berichten te zien.
Een e-mail verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → Nieuw bericht →
E-mail.
2. Geef een e-mailadres in of druk op
om een contact te selecteren.
3. Blader omlaag en geef een onderwerp
in.
4. Blader omlaag en geef de tekst in.
5. Druk op <Opties> → Invoegen → een
type bijlage (optioneel).
6. Druk op
→ Verzenden.
21
Communicatie
Als u offline bent of zich buiten het
servicegebied bevindt, wordt het bericht
bewaard in Postvak UIT totdat u weer
online en in uw servicegebied bent.
U bekijkt als volgt nieuwe berichten
offline:
Een e-mailbericht bekijken
2. Druk op <Opties> → Verbind.
verbreken.
Wanneer u een mailbox opent, kunt u
eerder opgehaalde e-mailberichten
offline bekijken of verbinding maken met
de e-mailserver om nieuwe berichten te
bekijken. Nadat u e-mailberichten hebt
opgehaald, kunt u ze offline bekijken.
U bekijkt als volgt nieuwe berichten
online:
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → uw mailbox.
]→
2. Druk op <Opties> → Verbinden.
3. Druk op <Opties> → E-mail
ophalen.
22
1. Herhaal de stappen 1 tot en met
3 hierboven.
E-mailbijlagen bekijken of opslaan
E-mailbijlagen ( ) kunnen virussen
bevatten die uw toestel schade
kunnen toebrengen. Bescherm uw
toestel door alleen bijlagen te
openen als u de afzender vertrouwt.
Zie "Certificaatbeheer" X 100 voor
meer informatie.
U bekijkt als volgt een bijlage:
1. Druk op <Opties> → Bijlagen vanuit
een geopende e-mail.
Communicatie
2. Blader naar de bijlage en druk op
.
De bijlage wordt geopend in de
bijbehorende toepassing.
U slaat als volgt een bijlage op:
1. Druk op <Opties> → Bijlagen vanuit
een geopende e-mail.
2. Blader naar de bijlage en druk op
<Opties> → Opslaan.
Een e-mailbericht verwijderen
U kunt e-mailberichten alleen van uw
toestel verwijderen of zowel van het
toestel als van de e-mailserver.
U verwijdert als volgt een bericht alleen
van uw toestel:
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → uw mailbox.
]→
2. Blader naar een e-mail en druk op
<Opties> → Verwijderen → Alleen
telefoon.
De titel van het e-mailbericht blijft in
uw mailbox staan totdat u het bericht
van de e-mailserver verwijdert.
U verwijdert als volgt een bericht zowel
van het toestel als van de e-mailserver:
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → uw mailbox.
]→
2. Blader naar een e-mail en druk op
<Opties> → Verwijderen →
Telefoon en server.
Als u offline bent, worden de berichten
van de server verwijderd zodra u
opnieuw verbinding maakt. Als u het
POP3-protocol gebruikt, worden de te
verwijderen berichten verwijderd
zodra de verbinding met de mailbox
wordt gesloten.
23
Communicatie
Chatten
Aanmelden bij de chatserver
U kunt chatten (expresberichten
verzenden en ontvangen) als uw
serviceprovider deze voorziening
ondersteunt. Voordat u kunt chatten,
moet u een server instellen.
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Chatten.
Een server instellen
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Chatten.
]→
U wordt gevraagd of u een server wilt
definiëren. Druk op <Ja> (als de
vraag niet verschijnt, drukt u op
<Opties> → Instellingen →
Servers).
2. Stel de serveropties in volgens de
instructies van uw serviceprovider.
]→
2. Als het toestel niet automatisch de
aanmelding start, drukt u op
<Opties> → Aanmelden.
3. Geef de gebruikers-ID en het
wachtwoord in en druk op <OK>.
4. Als u zich wilt afmelden, drukt u op
<Opties> → Afmelden.
Een gesprek beginnen
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Connect. → Chatten → Gesprekken.
2. Druk op <Opties> → Nieuw gesprek
→ Gebr-ID invoeren of Select. uit
contacten.
3. Geef een gebruikers-ID in of selecteer
een naam in uw lijst met contacten.
24
Communicatie
4. Tijdens een gesprek kunt u op
<Opties> drukken om de volgende
opties weer te geven:
• Smiley invoegen: hier kunt u een
van de vooraf ingestelde smiley's
invoegen
• Afbeelding verzenden: hiermee
verzendt u een afbeelding naar uw
chatpartner
• Chat opnemen: u kunt uw gesprek
vastleggen en opslaan in Notities
• Blokkeeropties → Toev. aan
blok.lijst: hier blokkeert u berichten
van een bepaald chatcontact
• Eigen status wijzigen: hier wijzigt
u de beschikbaarheidsstatus die te
zien is voor andere chatcontacten
5. Als u het gesprek wilt beëindigen,
drukt u op <Opties> → Gesprek
beëindigen.
Een uitnodiging aannemen
Wanneer u bent aangemeld bij de
chatserver en een chatuitnodiging
ontvangt, wordt het volgende bericht
weergegeven op uw toestel: "1 nieuw
chatbericht" U kunt de uitnodiging
aannemen door op <Tonen> te drukken.
Als u meer dan één uitnodiging tegelijk
ontvangt, drukt u op <Tonen>, bladert u
naar een uitnodiging en drukt u
vervolgens op <OK>.
Chatcontacten toevoegen
U kunt chatcontactgegevens opslaan
door op <Opties> → Toev. aan
chatcont. te drukken tijdens een
gesprek. U kunt gegevens toevoegen aan
Chatcontacten door op <Opties> →
Nieuw chatcontact te drukken.
25
Communicatie
Wanneer u uw chatcontacten bekijkt,
kunt u de volgende symbolen zien:
Symbool Beschrijving
het contact is online
het contact is offline
het contact is geblokkeerd
Als u geen symbool ziet naast de naam
van het contact, is het contact onbekend.
Chatopties wijzigen
Druk tijdens het chatten op <Opties> →
Instellingen voor toegang tot de
volgende opties:
• Voorkeuren: hier stelt u uw
voorkeuren in voor chatcontacten en berichten
26
• Servers: hier voegt u een nieuwe
server toe of wijzigt u instellingen voor
een bestaande server
• Standaardserver: hier stelt u de
standaardserver in voor chatten
• Login-type chat: hier stelt u het
login-type in op automatisch (type) of
handmatig
Audioberichten
U kunt audioberichten verzenden met
spraakmemo's of geluidsclips. Zie
"Spraakrecorder" X 53 voor het opnemen
van een spraakmemo of een geluidsclip.
Een audiobericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → Nieuw bericht →
Audiobericht.
Communicatie
2. Druk op <Opties> → Ontvngr
toevoegen.
6. Druk op <Opties> → Verzenden.
3. Blader naar een ontvanger en druk op
→ <OK> → een nummer (indien
nodig).
Infoberichten
a. Selecteer <Opties> → Geluidsclip
invoegen → Van Galerij.
Als uw serviceprovider deze voorziening
ondersteunt, kunt u zich abonneren op
infoberichten die automatische
meldingen of nieuwsberichten
verstrekken. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie
over de beschikbare infoberichten.
b. Blader naar een geluidsclip en druk
op
(ga verder met stap 6).
Een infodienstitem toevoegen
4. U voegt als volgt een bestaande
geluidsclip in:
5. U neemt als volgt een nieuwe
geluidsclip op en voegt deze in:
Neem contact op met uw serviceprovider
voor namen en nummers van items.
a. Druk op <Opties> → Geluidsclip
invoegen → Nieuwe geluidsclip.
U voegt als volgt een item toe aan de lijst
met infodiensten:
b. Als u klaar bent met de opname,
drukt u op <Stop> om de
geluidsclip automatisch bij het
audiobericht te voegen.
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → <Opties> →
Infodienst.
]→
27
Communicatie
2. Druk op <Opties> → Item → Zelf
toevoegen.
Een infodienstitem bekijken
3. Geef een naam en nummer in voor het
item en druk op <OK>.
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → <Opties> →
Infodienst.
Abonneren op een infodienst
2. Blader naar een itemmap en druk op
.
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → <Opties> →
Infodienst.
]→
2. Blader naar een item en druk op
<Opties> → Abonnement.
Het toestel ontvangt nieuwe berichten
nu automatisch.
3. U kunt het abonnement weer
opzeggen door op <Opties> →
Abonnem. opzeggen te drukken.
Sommige verbindingsinstellingen
blokkeren infodiensten mogelijk.
Neem contact op met uw provider
voor de juiste verbindingsinstellingen.
28
]→
3. Blader naar een item en druk op
.
Automatische kennisgeving instellen
van nieuwe infoberichten
U handelt als volgt om een kennisgeving
van een nieuw infobericht te ontvangen:
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → <Opties> →
Infodienst.
]→
2. Blader naar een item en druk op
<Opties> → Direct melden.
Communicatie
3. U stopt de automatische kennisgeving
door op <Opties> → Direct melden
verw. te drukken.
• Visitekaartje: selecteer
Visitekaartje opsl.
Smart-berichten
• Agenda-item: selecteer Opslaan in
Agenda
Uw toestel kan allerlei smart-berichten
ontvangen, visitekaartjes, beltonen,
agenda-items, browser-favorieten en
instellingen. Uw serviceprovider verzendt
wellicht smart-berichten waarmee u
instellingen in uw toestel kunt laden.
• SMS-servicenummer: selecteer
Opslaan
• Toegangspuntinstell.: selecteer
Opslaan
]→
2. Blader naar een bericht en druk op
• WAP-bericht: selecteer Toev. aan
bookms. of Opslaan in Contacten
• Nr. voicemailserver: selecteer
Opslaan in Contacten
Gegevens of instellingen van smartberichten opslaan in uw toestel
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → Inbox.
• Beltoon: selecteer Opslaan om op
te slaan in Galerij
.
3. Druk op <Opties> en sla de gegevens
of instellingen op volgens het type
smart-bericht:
• E-mailinstellingen: selecteer
Opslaan
U kunt ook een e-mailmelding
ontvangen, waarin wordt vermeld
hoeveel nieuwe e-mails er in uw externe
mailbox zitten.
29
Communicatie
Dienstberichten
Recente oproepen
U kunt dienstberichten ontvangen van uw
serviceprovider. Deze worden
automatisch verwijderd wanneer ze zijn
verlopen. U kunt dienstberichten
bekijken in Postvak IN (mogelijk moet u
het bericht van de serviceprovider
downloaden). Neem voor informatie over
de dienstberichten contact op met uw
provider.
U kunt logboeken van recentelijk gemiste
oproepen, ontvangen oproepen of
gekozen nummers bekijken en
verwijderen.
Logboeken
Hier vindt u meer informatie over het
bekijken van logboekgegevens van
oproepen, packet-gegevens en andere
communicatiegebeurtenissen.
30
Logboeken met recente oproepen
bekijken
U bekijkt als volgt recentelijk gemiste
oproepen, ontvangen oproepen of
gekozen nummers:
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek → Recente opr..
]→
2. Blader naar een type oproep en druk
op
.
Als u een nummer uit een logboek wilt
bellen, bladert u naar het nummer en
drukt u op [
].
Communicatie
Logboeken met recente oproepen
wissen
U kunt alle logboeken met recente
oproepen tegelijk wissen, u kunt één
logboek wissen of een enkel nummer uit
een logboek wissen.
2. Druk op <Opties> → Lijst wissen.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
U wist als volgt een enkel nummer uit
een logboek:
U wist als volgt alle logboeken met
recente oproepen:
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Logboek → Recente opr.→ een type
oproep.
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek → Recente opr..
2. Blader naar een nummer en druk op
[C].
]→
2. Druk op <Opties> → Wis recente
oproep..
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
Gespreksduur
U wist als volgt één logboek met recente
oproepen:
Als u de gespreksduur wilt zien van uw
laatste oproep, het gekozen nummer, een
ontvangen oproep of alle oproepen:
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Logboek → Recente opr.→ een type
oproep.
Druk in de standby-stand op [
Logboek → Duur oproep.
]→
31
Communicatie
U zet als volgt de gespreksduurtellers op
nul:
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek → Duur oproep.
]→
2. Druk op <Opties> → Timers op nul.
3. Geef de blokkeercode in (de standaard
blokkeercode is 00000000) en druk
op <OK>.
Packet-gegevens
U zet als volgt de packet-gegevenstellers
terug op nul:
32
Communicatielogboek
U kunt communicatiegegevens bekijken
en logboeken filteren met het
communicatielogboek.
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek.
]→
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek → Packet-ggvns.
3. Geef de blokkeercode in (de standaard
blokkeercode is 00000000) en druk
op <OK>.
Het communicatielogboek bekijken
Als u de hoeveelheid verzonden of
ontvangen packet-gegevens wilt
bekijken:
Druk in de standby-stand op [
Logboek → Packet-ggvns.
2. Druk op <Opties> → Tellers op nul.
]→
]→
2. Blader naar rechts om naar het
communicatielogboek te gaan.
Sommige gebeurtenissen, zoals een
SMS-bericht dat in meerdere delen is
gesplitst, worden weergegeven als
één communicatiegebeurtenis.
Communicatie
Logboekgebeurtenissen filteren
Duur logboek
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek.
U kunt wijzigen hoe lang communicatiegebeurtenissen in het logboek moeten
worden opgeslagen. Daarna worden
gebeurtenissen automatisch verwijderd
om geheugen vrij te maken.
]→
2. Blader naar rechts om naar het
communicatielogboek te gaan.
3. Druk op <Opties> → Filter.
4. Blader naar een type filter en druk op
.
Het communicatielogboek wissen
2. Blader naar rechts om naar het
communicatielogboek te gaan.
3. Druk op <Opties> → Logboek
wissen.
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek.
]→
2. Druk op <Opties> → Instellingen.
U wist als volgt alle logboekgebeurtenissen:
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek.
U stelt als volgt een tijdsduur voor het
logboek in:
3. Druk op <Opties> → Wijzigen.
]→
4. Blader naar een duur en druk op
.
Als u Geen logboek selecteert,
worden er geen communicatiegebeurtenissen in het logboek
opgeslagen.
4. Druk ter bevestiging op <Ja>.
33
Communicatie
Communicatieopties
Opties voor SMS-berichten
Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → <Opties> → Instellingen
→ SMS om de volgende opties te
wijzigen:
• Berichtencentrales: hier kunt u alle
opgegeven berichtencentrales
weergeven of een nieuwe
berichtencentrale toevoegen (druk op
<Opties> → Nwe berichtencentr.)
• Ber.centrale in gebr.: hier stelt u in
welke berichtencentrale u gebruikt als
u SMS-berichten verzendt
• Tekencodering: hier stelt u een type
tekencodering in (Voll.
ondersteuning voor Unicode beperkt
de maximumlengte van uw berichten
met ongeveer de helft)
34
• Rapport ontvangen: hier stelt u in
dat u een rapport wilt ontvangen als
het bericht is afgeleverd
• Geldigheid bericht: hier stelt u in hoe
lang het bericht geldig moet zijn; als
het bericht niet binnen de opgegeven
tijd kan worden afgeleverd, wordt het
uit de berichtencentrale verwijderd
• Ber. verzonden als: hier stelt u in dat
tekstberichten worden omgezet in een
andere indeling
• Voorkeursverbinding: hier stelt u
een netwerkverbindingstype in
• Ant. via zelfde centr.: hier stelt u in
dat dezelfde berichtencentrale moet
worden gebruikt voor het ontvangen
van antwoord op een bericht
Communicatie
Opties voor MMS-berichten
Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → <Opties> → Instellingen
→ Multimediabericht om de volgende
opties te wijzigen:
• Grootte afbeelding: hier stelt u een
afmeting in voor afbeeldingen die aan
MMS-berichten worden toegevoegd
(wanneer u een bericht verzendt naar
een e-mailadres, wordt de afmeting
automatisch ingesteld op Klein)
• MMS-aanmaakmodus: hier kunt u de
modus selecteren voor het maken van
MMS-berichten
• Toeg.punt in gebruik: hier stelt u
een toegangspunt in voor het
verzenden van MMS-berichten
• Anonieme ber. toest.: hier stelt u in
of u berichten van anonieme afzenders
wilt ontvangen of niet
• Advertent. ontvang.: hiermee kunt u
reclame toestaan of blokkeren
• Rapport ontvangen: hier stelt u in
dat u een rapport wilt ontvangen als
het bericht is afgeleverd
• Rapportz. weigeren: hier stelt u in
dat u afleveringsrapporten weigert
voor MMS-berichten
• Geldigheid bericht: hier stelt u in hoe
lang het bericht geldig moet zijn; als
het bericht niet binnen de opgegeven
tijd kan worden afgeleverd, wordt het
uit de berichtencentrale verwijderd
• Multimedia ophalen: hier stelt u een
optie in voor het ontvangen van MMSberichten
35
Communicatie
E-mailopties
Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → <Opties> → Instellingen
→ E-mail om de volgende opties te
wijzigen:
• Mailboxen: hier kunt u een lijst met
gedefinieerde mailboxen bekijken. Voor
elke mailbox kunt u de volgende opties
instellen:
Verbindingsinstellingen
• Inkomende e-mail: hier stelt u
opties in voor inkomende e-mail
36
• Bericht zenden: hier geeft u op of
e-mailberichten onmiddellijk worden
verzonden of pas de volgende keer
dat u verbinding maakt met de
server
• Kopie naar mij: hier stelt u in dat
kopieën van uitgaande e-mails
worden opgeslagen
• Handtek. opnemen: hier stelt u in
dat een handtekening in uw e-mails
wordt opgenomen
• Uitgaande e-mail: hier stelt u
opties in voor uitgaande e-mail
• Melding bij nieuwe e-mail: hier
stelt u in dat er een symbool wordt
weergegeven als u nieuwe e-mail
ontvangt
Gebruikersinstellingen
Inst. voor ophalen
• Mijn mailnaam: hier stelt u uw
gebruikersnaam in
• E-mail ophalen: hier stelt u in dat
alleen de titels van e-mails of het
volledige bericht met bijlagen wordt
opgehaald (u kunt een limiet
instellen voor volledige berichten)
Communicatie
• Aantal: hier stelt u een maximaal
aantal titels in dat u per keer wilt
ophalen
• Pad IMAP4-map (voor IMAP4): hier
stelt u een pad in naar de map die
wordt gesynchroniseerd met de
server
• Mapabonnementen (voor IMAP4):
hier maakt u verbinding met de
mailbox en worden mappen
bijgewerkt
Automatisch ophalen
• E-mailmeldingen: hier stelt u in
dat u bericht wilt zodra u een nieuwe
e-mail ontvangt
• E-mail ophalen: hier stelt u in dat
e-mail automatisch moet worden
opgehaald van de server
• Mailbox in gebruik: de berichtenmailbox instellen die u wilt gebruiken
Dienstberichtopties
Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → <Opties> → Instellingen
→ Dienstbericht om de volgende opties
te wijzigen:
• Dienstberichten: hier stelt u in of u
dienstberichten wilt ontvangen
• Ber. downloaden: hier stelt u in of u
nieuwe dienstberichten automatisch of
handmatig wilt downloaden
Opties voor infoberichten
Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → <Opties> → Instellingen
→ Infodienst om de volgende opties te
wijzigen:
• Ontvangst: hier stelt u in of u
infoberichten wilt ontvangen
• Taal: hier stelt u in of u infoberichten
wilt ontvangen in Alle of
Geselecteerd talen
37
Communicatie
• Itemherkenning: hier stelt u in dat
het itemnummer automatisch moet
worden opgeslagen wanneer u een
infobericht ontvangt dat niet tot een
bestaand item behoort
Overige berichtopties
Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → <Opties> → Instellingen
→ Overige om de volgende opties te
wijzigen:
• Verzonden ber. opsl.: hier stelt u in
dat kopieën van uitgaande berichten
worden opgeslagen
• Aantal opgesl. ber.: hier stelt u een
maximumaantal opgeslagen berichten
in dat in de map Verzonden moet
worden bewaard; nieuwe berichten
worden opgeslagen terwijl oudere
berichten dan worden verwijderd
38
• Gebruikt geheugen: hier stelt u een
geheugenlocatie in voor het opslaan
van berichten
2
Media
Hier vindt u meer informatie over de
mediatoepassingen op uw toestel:
Muziekspeler, Camera, Galerij,
Videobewerker, Radio, Flash-speler,
RealPlayer en Spraakrecorder.
Bestanden aan de muziekbibliotheek toevoegen
U voegt als volgt bestanden toe aan de
muziekbibliotheek:
1. Zet muziekbestanden op uw toestel.
Muziekspeler
Met de muziekspeler kunt u MP3-, AACof WMA-muziekbestanden afspelen.
Bestanden op uw toestel zetten
2. Druk in de standby-stand op [
Media → Muziekspeler.
]→
Of schuif het voorste gedeelte van het
toestel omlaag.
3. Druk op <Opties> of < > →
Muziekbibl. bijwerken.
U kunt muziekbestanden op uw toestel
zetten door ze te downloaden van
internet of ze over te zetten van een pc
met behulp van PC Studio (zie de Help bij
PC Studio), een microSD-geheugenkaart
of Windows Media Player.
39
Media
Muziekbestanden afspelen
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Muziekspeler.
]→
Of schuif het voorste gedeelte van het
toestel omlaag.
2. Blader naar een afspeellijst.
3. Druk op <Opties> of <
Afspelen.
Functie
Navigatie
(Omhoog)
Achteruit springen;
achteruit spoelen
(ingedrukt houden)
Navigatie
(Omlaag)
Vooruit springen;
vooruit spoelen
(ingedrukt houden)
Navigatie
(Links)
De afspeellijst openen
Navigatie
(Rechts)
Het afspelen stoppen
>→
4. Tijdens het afspelen kunt u de
volgende toetsen gebruiken:
Toets
Toets
Functie
In liggende stand
In staande stand
Het afspelen
onderbreken of
hervatten
Het afspelen
onderbreken of
hervatten
/
40
Het volume harder of
zachter zetten
/
Het volume harder of
zachter zetten
Media
Toets
Functie
Functie
Actie
Navigatie
(Links)
Achteruit springen;
achteruit spoelen
(ingedrukt houden)
Vooruit of
achteruit
springen
Schuif met uw vinger
omhoog of omlaag over
het aanraakwiel
Navigatie
(Rechts)
Vooruit springen;
vooruit spoelen
(ingedrukt houden)
Vooruit of
achteruit
spoelen
Tik op het bovenste of
op het onderste deel
van het aanraakwiel
Navigatie
(Omhoog)
De afspeellijst openen
Navigatie
(Omlaag)
Het afspelen stoppen
U kunt het afspelen ook regelen met
het aanraakwiel.
Functie
Actie
Het afspelen Tik op het midden van
onderbreken het aanraakwiel
of hervatten
Het afspelen van .mmf-bestanden
kan niet worden onderbroken.
U hebt ook toegang tot de volgende
opties:
• Als u muzieknummers in willekeurige
volgorde wilt afspelen, drukt u op
<Opties> of < > → Willekeurig
afspelen.
• Als u één of alle nummers steeds
opnieuw wilt afspelen, drukt u op
<Opties> of < > → Herhalen.
41
Media
• Als u de muziekspeler wilt sluiten
met de muziek op de achtergrond,
drukt u op <Opties> of < > →
Afsp. in achtergrond.
Een afspeellijst maken
U maakt als volgt uw eigen afspeellijst:
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Muziekspeler →
Tracklijsten.
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuwe
tracklijst → een geheugentype (indien
nodig).
3. Geef een naam voor de afspeellijst in
en druk op
.
4. Blader naar een nummer en druk op
om het nummer aan de afspeellijst
toe te voegen.
42
Camera
U kunt met uw toestel digitale foto's
nemen (jpg-indeling) of video's opnemen
(mp4-indeling).
Een foto nemen
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Camera.
]→
2. Draai het toestel 90° naar links (tegen
de klok in).
3. Richt de lens op het onderwerp en pas
het beeld naar wens aan (zie "De
toetsen gebruiken in de
camerastand").
4. Druk op
maken.
of op [
] om de foto te
Media
De toetsen gebruiken in de
camerastand
Toets
Functie
Toets
Functie
8
De vertraging voordat een
foto wordt genomen,
instellen
In- of uitzoomen
Navigatie
(Omhoog
of Omlaag)
Navigatie
(Rechts)
Overschakelen naar de
camcorderstand
1
Schakelen tussen de
reeksmodus en de normale
modus
Zie snelkoppelingen voor
aanpassingen
0
De camera-instellingen
wijzigen (zie "Camera"
X 109)
De pictogrammen op het
scherm weergeven of
verbergen
2
De flitser in- of uitschakelen
3
Het geheugen wijzigen
waarin de foto wordt
opgeslagen
4
De helderheid aanpassen
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Media → Galerij → Afbeeldingen.
6
De witbalansmodus
wijzigen
2. Blader naar een afbeelding en druk op
.
7
De kleurtoon wijzigen
Een foto bekijken
43
Media
Een video-opname maken
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Camera.
]→
2. Draai het toestel 90° naar links (tegen
de klok in).
3. Blader naar rechts (in de richting van
de alfanumerieke toetsen) om de
camcorder te starten.
4. Richt de lens op het onderwerp en pas
het beeld naar wens aan (zie "De
toetsen gebruiken in de
camcorderstand").
5. Druk op
starten.
of [
6. Druk op [
stoppen.
] om de opname te
44
De toetsen gebruiken in de
camcorderstand
Toets
Functie
In- of uitzoomen
Navigatie
(Omhoog
of Omlaag)
Navigatie
(Links)
Naar de camerastand
overschakelen
1
Het geluid in- of
uitschakelen
2
De flitser in- of uitschakelen
3
Het geheugen wijzigen
waarin de video wordt
opgeslagen
4
De helderheid aanpassen
6
De witbalansmodus
wijzigen
] om de opname te
Media
Toets
Functie
7
De kleurtoon wijzigen
Zie snelkoppelingen voor
aanpassingen
0
De camera-instellingen
wijzigen (zie "Camera"
X 109)
De pictogrammen op het
scherm weergeven of
verbergen
Een video-opname afspelen
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Media → Galerij → Videoclips.
2. Blader naar een videoclip en druk op
.
Galerij
U kunt al uw mediabestanden en
internetkoppelingen voor streaming
beheren vanuit de Galerij.
Een mediabestand openen
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Galerij.
]→
Uw mediabestanden worden
automatisch gesorteerd op
bestandstype.
2. Blader naar een mediamap en druk op
.
3. Blader naar een mediabestand en druk
op
.
45
Media
Een internetkoppeling voor
streaming aan de Galerij
toevoegen
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Media → Galerij → Streaming kop..
2. Druk op <Opties> → Nieuwe
koppeling → een geheugentype
(indien nodig).
3. Geef een naam en internetadres in en
druk op
.
Streaming content afspelen van
internet
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Media → Galerij → Streaming kop..
2. Blader naar een koppeling en druk op
.
46
RealPlayer wordt gestart en u wordt
gevraagd of u verbinding wilt maken
met internet.
3. Druk op <Ja>.
Videobewerker
Met Videobewerker kunt u videoclips
bewerken of nieuwe videoclips maken
door foto's of videoclips samen te
voegen.
Een video bijsnijden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Media → Videobewerker → Video
bewerken.
2. Selecteer een videobestand.
Media
3. Druk op
om het afspelen te starten.
4. Markeer het begin en einde van de
nieuwe videoclip:
• Druk op het punt waar u de videoclip
wilt laten beginnen op <Start>.
• Druk op het punt waar u de videoclip
wilt laten beginnen op <Einde>.
5. Druk op <Opties> → Instellingen en
wijzig de instellingen voor het opslaan
van de videobestanden, zoals de
beeldkwaliteit, het voorvoegsel van de
naam en de opslaglocatie.
6. Wanneer u klaar bent, selecteert u
<Opties> → Opslaan.
Nadat de nieuwe videoclip is
opgeslagen, wordt deze automatisch
afgespeeld.
Geluid aan een videoclip
toevoegen
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Media → Videobewerker → Video
bewerken.
2. Selecteer een videobestand.
3. Druk op
om het afspelen te starten.
4. Selecteer <Opties> → Audio en kies
een van de volgende opties:
• Audio dubbing: hiermee kunt u een
van de opgeslagen geluidsbestanden
toevoegen.
• Live dubbing: hiermee kunt u
geluid toevoegen door een nieuw
geluid op te nemen.
5. Als u een bestaand geluid wilt
toevoegen <Opties> → Dubbing
starten → een geluid.
47
Media
Als u een nieuw geluid wilt toevoegen,
drukt u op <Opnemen> en neemt u
een geluid op.
Nadat u het geluid hebt toegevoegd,
wordt de video automatisch op de
telefoon afgespeeld.
6. Druk op <Opties> → Instellingen en
wijzig de instellingen voor het opslaan
van de videobestanden, zoals de
beeldkwaliteit, het voorvoegsel van de
naam en de opslaglocatie.
7. Wanneer u klaar bent, selecteert u
<Opties> → Opslaan.
Nadat de nieuwe videoclip is
opgeslagen, wordt deze automatisch
afgespeeld.
48
Een diavoorstelling maken
U kunt foto's combineren om een
diavoorstelling te maken van uw
favoriete foto's.
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Media → Videobewerker → Fotofilm
maken.
2. Selecteer de gewenste foto's en druk
op <Gereed>.
3. U hebt de volgende opties:
• U kunt de kleurtoon wijzigen of
speciale effecten toepassen via
<Opties> → Effect.
• Als u een foto of tekst wilt invoegen,
drukt u op <Opties> → Invoegen →
Foto's invoegen of Tekstclip
invoegen.
Media
• U kunt instellen hoe de
diavoorstelling van de ene videoclip
of foto in de andere overgaat via
<Opties> → Overgang.
• Als u geluid aan uw diavoorstelling
wilt toevoegen, drukt u op <Opties>
→ Commentaar → Invoegen.
• Als u de weergaveduur van
afbeeldingen wilt instellen, selecteert
u <Opties> → Duur → een waarde.
• Als u de volgorde van de foto's wilt
wijzigen, drukt u op <Opties> →
Verplaatsen.
• U kunt de instellingen voor het
opslaan van de videoclip, zoals de
beeldkwaliteit, het voorvoegsel van
de naam en de opslaglocatie wijzigen
via <Opties> → Instellingen.
4. Wanneer u klaar bent, selecteert u
<Opties> → Opslaan.
Nadat de nieuwe videoclip is
opgeslagen, wordt deze automatisch
afgespeeld.
Een storyboard maken
U kunt foto's en videoclips samenvoegen
op een storyboard.
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Videobewerker →
Storyboard.
]→
2. Selecteer de gewenste foto's en
video's en druk op <Gereed>.
U hebt dezelfde opties als bij het
maken van een fotofilm. Zie het vorige
gedeelte.
Daarnaast kunt u met Clip bewerken
een geselecteerde video bijsnijden of
audio aan de video toevoegen.
49
Media
3. Wanneer u klaar bent, selecteert u
<Opties> → Opslaan.
Nadat de nieuwe videoclip is
opgeslagen, wordt deze automatisch
afgespeeld.
3. Selecteer
of
om te zoeken naar
beschikbare radiozenders.
Houd het toestel in de liggende stand
en beweeg uw vinger omhoog of
omlaag op het aanraakwiel.
4. U hebt de volgende opties:
U kunt naar uw favoriete zenders
luisteren met de FM-radio.
• U kunt een radiozender instellen door
handmatig een frequentie in te
geven via <Opties> of < > →
Handmatig zoeken.
Luisteren naar de FM-radio
• U kunt het volume regelen door op
[ / ] te drukken.
Radio
1. Sluit een headset aan op de
multifunctionele aansluiting of de
headsetaansluiting.
2. Druk in de standby-stand op [
Media → Radio.
50
]→
• Als u de geluidsuitvoer via de
luidspreker wilt laten lopen, drukt u
op <Opties> of < > → Luidsprkr
inschakelen.
• U kunt tijdens het luisteren naar de
radio andere functies gebruiken via
<Opties> of < > → Afspelen in
achtergr..
Media
Een lijst met favoriete
radiozenders instellen
Een radiozender handmatig opslaan.
Nadat u een lijst met zenders hebt
opgesteld, kunt u hieruit zenders kiezen
door op het radioscherm
of
te
selecteren.
1. Ga in het radioscherm naar het
gewenste station.
2. Druk op <Opties> of <
opslaan.
> → Kanaal
3. Selecteer een lege locatie.
Radiozenders opslaan via
automatisch afstemmen
1. Druk in het radioscherm op <Opties>
of < > → Kanalen voor de lijst met
zenders.
2. Selecteer <Opties> of <
Kanalen auto. opsl..
>→
3. Druk ter bevestiging op <Ja> (alle
bestaande zenders worden
vervangen).
4. Wanneer u klaar bent, drukt u op
<Terug>.
4. Geef een naam in voor de zender en
druk op <OK>.
Flash® Player
Uw toestel wordt geleverd met Flashspeler voor het bekijken van Flashbestanden (*.swf).
U bekijkt als volgt een Flash-bestand:
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Flash-speler.
]→
51
Media
2. Blader naar een Flash-bestand en druk
op
(blader naar rechts om
bestanden op te zoeken op een
geheugenkaart).
RealPlayer®
Uw toestel wordt geleverd met RealPlayer
voor het bekijken van allerlei soorten
mediabestanden en streaming content
van internet. RealPlayer ondersteunt
bestanden in de volgende indelingen:
3gp, mp4, rm, ram, ra en rv.
Een mediabestand afspelen in
RealPlayer
1. Druk in de standby-stand op [
Media → RealPlayer.
52
]→
2. Druk op <Opties> → Openen →
Recente clips of Opgeslagen clip.
3. Blader naar een mediabestand en druk
op
.
Streaming content van internet
afspelen met RealPlayer
Wanneer u een koppeling opent naar
streaming content met uw webbrowser,
wordt de content door RealPlayer
gebufferd en afgespeeld (zie "Surfen op
internet" X 65). U kunt vervolgens de
functietoetsen en volumetoets gebruiken
om opties voor de streaming content in
te stellen.
Media
Spraakrecorder
U kunt met de Spraakrecorder
spraakmemo's en geluidsclips opnemen
en afspelen.
2. Druk op
3. Blader naar een spraakmemo en druk
op
.
Het afspelen wordt automatisch
gestart.
Een spraakmemo opnemen
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Dictafoon.
2. Druk op <Opties> → Ga naar
Galerij.
]→
4. Volg de aanwijzingen op het scherm
om het afspelen te regelen.
om de opname te starten.
3. Als u klaar bent met de opname, drukt
u op <Stop>.
De spraakmemo wordt automatisch
opgeslagen.
Een spraakmemo afspelen
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Dictafoon.
]→
PC Studio
PC Studio, dat zich op de PC Studio-cdrom bevindt, is een Windows-programma
waarmee u uw persoonlijke gegevens
kunt beheren en bestanden kunt
synchroniseren met bestanden op uw
toestel. Installeer het programma en
raadpleeg de Help bij PC Studio voor
meer informatie.
53
Media
PC Studio installeren
1. Plaats de cd met PC Studio in een pc
met het Windows-besturingssysteem.
2. Selecteer een taal voor het
installatieprogramma.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Tijdens de installatie worden de
benodigde USB-stuurprogramma's
automatisch geïnstalleerd.
PC Studio gebruiken
Als u het toestel met een pc met PC
Studio wilt gebruiken, moet u de USBmodus van het toestel wijzigen (zie "PC
Studio gebruiken" X 75).
54
3
Uw persoonlijke zaken regelen
Hier vindt u informatie over het beheer
van uw contacten, plannen van
afspraken, maken van notities en gebruik
van QuickOffice en Adobe® Reader®.
Een nieuwe contactkaart maken in
het geheugen van het toestel
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuw contact.
Contacten
U kunt contactkaarten en -groepen
gebruiken om de gegevens van uw
contacten op te slaan, zoals namen,
telefoonnummers en adressen.
Een nieuwe contactkaart maken
U kunt contactkaarten opslaan in het
telefoongeheugen of op de SIM-kaart.
3. Geef de gegevens van de contactpersoon in.
Als u nog meer gegevensvelden
wilt invoegen, drukt u op
<Opties> → Detail toevoegen →
een gegevenstype. Als u een
afbeelding aan de contactkaart wilt
toevoegen, drukt u op <Opties> →
Thumbnail toevoeg.→ een
afbeelding.
4. Als u klaar bent met het ingeven van
gegevens, drukt u op <Gereed> om
de contactkaart op te slaan.
55
Uw persoonlijke zaken regelen
Een nieuwe contactkaart maken op
een SIM-kaart
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
2. Druk op <Opties> → SIM-contacten
→ SIM-telefoonboek (SIM-kaart).
3. Druk op <Opties> → Nieuw SIMcontact.
2. Typ de eerste tekens van de naam van
het contact in het zoekvak.
De contactkaarten worden
weergegeven, waarbij de naam die het
meest overeenkomt met de letters die
u hebt ingevoerd, is gemarkeerd.
3. Blader naar een contact en druk op
om deze te openen.
4. Geef de gegevens van de contactpersoon in.
Een contactkaart kopiëren
5. Als u klaar bent met het ingeven van
gegevens, drukt u op <Gereed> om
de contactkaart op te slaan.
U kopieert als volgt contactkaarten van
de ene geheugenlocatie naar de andere:
a. Druk in de standby-stand op [ ] →
Contacten (telefoongeheugen).
Contactkaarten zoeken
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
56
1. Open als volgt de lijst met contacten:
]→
b. Druk in de standby-stand op [ ] →
Contacten → <Opties> → SIMcontacten → SIM-telefoonboek
(SIM-kaart).
Uw persoonlijke zaken regelen
2. Blader naar een contact en druk op
<Opties> → Kopie naar Contact. of
Kopieer naar SIM.
Als u een geheugenkaart hebt
geplaatst, kunt u ook contacten
kopiëren van en naar de kaart. Dit
doet u als volgt: druk op <Opties> →
Kopiëren → Naar geheugenkaart of
Van geheugenkaart.
Een standaardtelefoonnummer
of -adres instellen
Sommige contactkaarten bevatten
wellicht meer dan één telefoonnummer of
adres.
U stelt als volgt een bepaald
telefoonnummer of adres in als
standaard:
1. Open een lijst met contacten (zie "Een
contactkaart kopiëren" X 56).
2. Blader naar een contact en druk op
.
3. Druk op <Opties> →
Standaardnummers.
4. Blader naar een standaardtype en druk
op
.
5. Blader naar een telefoonnummer of
adres en druk op
.
6. Wanneer u klaar bent, drukt u op
<Terug>.
Een snelkiesnummer toewijzen
aan een contactkaart
U kunt snelkiesnummers toewijzen aan
maximaal acht contactkaarten ([2] tot en
met [9]); [1] is gereserveerd als
snelkiesnummer voor uw voicemail.
U wijst als volgt snelkiesnummers toe:
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
57
Uw persoonlijke zaken regelen
2. Blader naar een contact en druk op
.
3. Blader naar een telefoonnummer en
druk op <Opties> → Snelkeuze
toewijz..
4. Blader naar een snelkiesnummer en
druk op
.
5. Druk indien nodig op <Ja>.
Een beltoon aan een
contactkaart of -groep toewijzen
U kunt voor elke contactkaart en groep
een bepaalde beltoon instellen.
U wijst als volgt een beltoon toe:
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
2. Blader naar een contact of groep en
druk op
.
58
3. Druk op <Opties> → Beltoon.
4. Blader naar een beltoon en druk op
.
Bij een afzonderlijk contact wordt de
beltoon gebruikt die het laatst is
ingesteld voor de contactkaart. Als u
bijvoorbeeld een beltoon aan een
groep toewijst en vervolgens een
beltoon toewijst aan een contactkaart
binnen die groep, wordt de beltoon
gebruikt die aan de contactkaart is
toegewezen, wanneer er door die
persoon wordt gebeld.
Een contactgroep maken
U kunt groepen met contacten maken en
vervolgens e-mails of berichten aan de
gehele groep verzenden.
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
Uw persoonlijke zaken regelen
Uw contacten synchroniseren
2. Blader naar rechts om naar de
groepslijst te gaan.
3. Druk op <Opties> → Nieuwe groep.
4. Geef een naam in en druk op
.
5. Blader naar de nieuwe groep en druk
op
om de gegevens te openen.
6. Druk op <Opties> → Leden
toevoegen.
7. Blader naar elk contact dat u wilt
toevoegen en druk op
.
8. Als u klaar bent met het selecteren van
contacten, drukt u op <OK> om de
contacten in de groep op te slaan.
U synchroniseert uw contacten als volgt
met het huidige synchronisatieprofiel:
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
2. Blader naar een contact en druk op
<Opties> → Synchronisatie →
Starten.
3. Blader naar een synchronisatieprofiel
en druk op
.
Zie "Uw toestel synchroniseren"
X 76 als u synchronisatieprofielen of instellingen wilt wijzigen.
59
Uw persoonlijke zaken regelen
Agenda
Met de agenda kunt u afspraken,
verjaardagen of andere gebeurtenissen
bijhouden.
Een agenda-item maken
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Agenda.
]→
2. Blader naar een datum en druk op
<Opties> → Nieuw item → een type
item:
4. Druk op <Gereed> wanneer u klaar
bent. Uw item wordt opgeslagen.
In het veld Synchronisatie kunt u
opgeven of een gebeurtenis Privé
(kan alleen door u worden bekeken),
Openbaar (kan worden bekeken door
iedereen die toegang heeft tot uw
gegevens als u hebt gesynchroniseerd)
of Geen (niet gesynchroniseerd) is.
• Vergadering - een herinnering op
een bepaalde datum en tijd
De weergave van de agenda
wijzigen
• Memo - algemene tekst
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Agenda.
• Verjaardag - een jaarlijkse
herinnering voor een speciale datum
• Taak - een notitie over een bepaalde
taak
60
3. Vul de velden in en pas de instellingen
aan voor uw item.
2. Druk op <Opties> → een
weergavetype.
]→
Uw persoonlijke zaken regelen
Een alarm voor een agenda-item
afzetten
Als u een alarm instelt voor een agendaitem, gaat het alarm een minuut lang af
op de opgegeven tijd. Als u het alarm wilt
afzetten, drukt u op <Stop>. Als u de
alarmtoon wilt uitschakelen, drukt u op
<Stil>. Als u het alarm kort daarna
opnieuw af wilt laten gaan, drukt u op
<Stil> → <Snooze>.
Agendaopties wijzigen
Selecteer in een willekeurige agendaweergave <Opties> → Instellingen om
de volgende opties te wijzigen:
• Agenda-alarmtoon: hier kunt u zelf
een alarmtoon kiezen
• Snoozetijd alarm: hier stelt u in hoe
lang de snoozetijd moet duren voor
een agenda-alarm
• Standaardweergave: hier stelt u in
welke weergave wordt getoond als u de
agenda opent
• Week begint met: hier stelt u in met
welke dag de week moet beginnen
• Titel weekweergave: hier stelt u de
titel van de weekweergave in op een
weeknummer of datum
Quickoffice®
Met Quickoffice kunt u Word-, Excel- en
PowerPoint -bestanden op uw toestel
openen.
Een Quickoffice-document
openen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Quickoffice.
]→
61
Uw persoonlijke zaken regelen
2. Blader naar rechts om de verschillende
toepassingen te gebruiken
(Quickword, Quicksheet en
Quickpoint).
Optie
Beschrijving
Start
Autoscroll
Automatisch door een
document bladeren
3. Blader naar een document en druk op
.
Resize
De afmetingen van een
kolom of rij wijzigen
4. Terwijl u een document bekijkt, kunt u
op <Opties> drukken om de volgende
opties weer te geven:
Pan
Naar rechts of naar
links gaan
Optie
Beschrijving
Zoom
Gedeelte van een
document vergroten
Worksheet Naar een ander
werkblad gaan
62
Go to
Naar het begin of het
eind van een document
gaan
Search
Tekst zoeken
Full screen Het gehele display
gebruiken voor de
weergave
Quickoffice bijwerken
Met Quickmanager kunt u updates voor
toepassingen, nieuwe Quickofficeproducten of speciale aanbiedingen
downloaden.
Uw persoonlijke zaken regelen
U geeft als volgt een update voor
Quickoffice uit:
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Quickoffice.
3. Blader naar een type geheugen en
druk op
.
]→
4. Blader naar een type bestand en druk
op
.
2. Blader naar rechts om naar
Quickmanager te gaan.
5. Blader naar een bestand en druk op
.
3. Blader naar een Quickmanager-item
en druk op
.
6. Terwijl u een document bekijkt, kunt u
op <Opties> drukken om de volgende
opties weer te geven:
Adobe® Reader®
Met Adobe Reader kunt u PDFdocumenten openen en bekijken.
U opent als volgt een PDF-document:
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Adobe PDF.
Optie
Beschrijving
Zoomen
Gedeelte van een
document vergroten
Zoeken
Tekst zoeken
Weergeve
Het volledige display
gebruiken om het
document te bekijken of
te draaien
Ga naar
Naar een andere pagina
gaan
]→
2. Druk op <Opties> → Blad. naar
bestand.
63
Uw persoonlijke zaken regelen
Notities
Met Notities kunt u tekstnotities maken
en deze met andere apparaten
synchroniseren.
Een notitie maken
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Notities.
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuwe notitie.
3. Geef de tekst in.
4. Als u klaar bent met het ingeven van
tekst, drukt u op <Gereed> om de
notitie op te slaan.
64
Notities synchroniseren met
andere apparaten
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Notities.
]→
2. Blader naar een notitie en druk op
<Opties> → Synchronisatie →
Starten.
3. Blader naar een synchronisatieprofiel
en druk op
.
4
Web
U kunt met de ingebouwde webbrowser
in het toestel draadloos verbinding
maken met internet. U moet het
volgende doen om verbinding te maken
met internet:
• Aanmelden bij een draadloos netwerk
dat gegevensoproepen ondersteunt
• De gegevensservice activeren voor uw
SIM-kaart
• Een internettoegangspunt verkrijgen
van een serviceprovider
• Uw webinstellingen definiëren
Uw toestel is ingesteld voor draadloze
toegang tot internet. Als u geen
verbinding krijgt met internet, neemt
u contact op met uw serviceprovider
om nieuwe browserinstellingen te
downloaden.
Surfen op internet
1. Druk in de standby-stand op [
Web.
]→
Het toestel geeft een lijst met
favorieten en mappen weer.
2. U opent als volgt een webpagina:
• Blader naar een favoriet of map en
druk op
.
• Geef een webadres in en druk op
.
3. Als u
ingedrukt houdt terwijl u een
webpagina bekijkt, kunt u de werkbalk
verbergen of weergeven:
65
Web
Symbool Beschrijving
Veelgebruikte koppelingen
Doorsturen
Startpagina
Paginaoverzicht
Opnieuw laden
Zoeken
Stoppen
4. Druk op <Sluiten> om de
internetverbinding te sluiten.
66
• Als de melding "Onvold. geheugen"
wordt weergegeven, sluit u andere
actieve toepassingen om
systeemgeheugen beschikbaar te
maken en start u de browser
opnieuw.
• Als u een versleutelde verbinding tot
stand hebt gebracht, wordt er een
beveiligingssymbool ( )
weergegeven.
Druk op <Opties> tijdens het surfen om
de volgende opties in te stellen:
• Ga naar webadres: naar de
ingevoerde webpagina gaan
• Bookmarks: de lijst met favorieten
weergeven
• Opslaan als bookmark: een nieuwe
favoriet voor de huidige webpagina
maken
Web
• Scherm draaien: overschakelen op
breedbeeld
• Navigatieopties: schermafbeeldingen
weergeven van pagina's die u
recentelijk hebt bezocht of de huidige
pagina opnieuw laden
• Instrumenten: pagina's opslaan voor
offline gebruik, een webpagina
verzenden of informatie over een
webpagina bekijken
• Zoeken: zoeken naar tekst op een
webpagina
• Zoomopties: in- of uitzoomen op een
webpagina
• Instellingen: de browserinstellingen
wijzigen
• Venster: alle pop-ups blokkeren
tijdens het surfen of toestaan dat popups in de browser worden
weergegeven
Browserinstellingen
wijzigen
• Privacyggvns wissen: gegevens
wissen die worden overgedragen
tijdens het surfen, zoals cookies,
gegevens in het cachegeheugen, de
geschiedenis, formulieren of
wachtwoordgegevens
Druk in de browser op <Opties> →
Instellingen om de volgende opties in te
stellen:
• Algemeen: hier kunt u opties instellen
voor toegangspunten, de startpagina,
geschiedenis, beveiliging en Java
67
Web
• Pagina: hier stelt u opties in voor het
laden en weergeven van webcontent
• Privacy: hier stelt u opties in voor
favorieten en cookies
• Webfeeds: hier stelt u in dat de
webpagina automatisch wordt
bijgewerkt
Een favoriet toevoegen
1. Druk in de standby-stand op [
Web.
]→
2. Druk op <Opties> →
Bookmarkbeheer → Bookm. toev..
3. Geef de naam van de favoriet, het
adres en het toegangspunt in, en
indien gewenst een gebruikersnaam
en wachtwoord.
4. Druk op <Opties> → Opslaan.
68
Een favoriet gebruiken
U kunt favorieten ook openen terwijl u
aan het surfen bent (zie "Een favoriet
toevoegen" X 68). Druk op <Opties> →
Bookmarks om de volgende opties in te
stellen:
Symbool Beschrijving
Startpagina van het
toegangspunt
De map met automatische
favorieten
De map die u hebt gemaakt
Standaardmap
Map voor webfeeds
Favoriet
Web
Een webpagina opslaan
en offline bekijken
Wanneer u een webpagina opslaat, kunt
u een kopie van de pagina offline
bekijken zonder dat u een
internetverbinding nodig hebt. De
opgeslagen kopie wordt niet automatisch
bijgewerkt, dus u moet regelmatig
verbinding met de pagina op het web
maken om de huidige versie op te halen.
Een webpagina opslaan
Een opgeslagen webpagina
bekijken
1. Druk in de standby-stand op [
Web.
]→
2. Blader naar Opgeslagen pagina's en
druk op
.
3. Blader naar een opgeslagen
webpagina en druk op
.
4. Als u de webpagina wilt bijwerken,
drukt u op <Opties> →
Navigatieopties → Opnieuw laden.
1. Ga met uw browser naar de webpagina
(zie "Surfen op internet" X 65).
2. Druk op <Opties> → Instrumenten
→ Pagina opslaan.
De webpagina is nu opgeslagen op uw
toestel.
69
Web
Bestanden van internet
downloaden
Wanneer u bestanden downloadt van
internet, worden deze opgeslagen in een
bijbehorende map in de Galerij.
Gedownloade afbeeldingen worden
bijvoorbeeld opgeslagen in de map
Afbeeldingen.
Bestanden die u downloadt van
internet kunnen mogelijk virussen
bevatten die schade toebrengen aan
uw toestel. Download daarom alleen
bestanden van websites die u
vertrouwt.
Sommige mediabestanden maken
gebruik van Digital Rights
Management om copyrights te
beschermen. Deze beveiliging kan het
onmogelijk maken sommige
bestanden te downloaden, te
kopiëren, te wijzigen of te verzenden.
70
5
Connectiviteit
Hier vindt u informatie over het
verzenden van gegevens van en naar uw
toestel via de draadloze Bluetoothvoorziening of de gegevenskabel van de
pc.
De draadloze Bluetoothvoorziening inschakelen
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Bluetooth.
]→
2. Blader naar Bluetooth en druk op
De draadloze Bluetoothvoorziening gebruiken
U kunt verbinding maken met andere
draadloze Bluetooth-apparaten binnen
een afstand van 10 meter. Muren of
andere obstakels tussen de apparaten
kunnen de draadloze verbinding
blokkeren of verzwakken.
.
3. U maakt uw toestel waarneembaar
voor andere gebruikers door naar
Waarneembrh. tel. te bladeren en op
te drukken.
4. Selecteer een waarneembaarheidsoptie en druk op
.
71
Connectiviteit
Een Bluetooth-apparaat
opzoeken en koppelen
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Bluetooth
Symbool Type apparaat
]→
2. Blader naar rechts om de lijst met
gekoppelde apparaten te openen.
3. Druk op <Opties> → Nw gekoppeld
app..
Uw toestel zoekt naar Bluetoothapparaten en geeft deze in een lijst
weer:
Symbool Type apparaat
Mobiele telefoon
PC
Headset
Handsfree carkit
72
Audio-apparaat
Onbekend apparaat
4. Blader naar een apparaat en druk op
.
5. Geef de Bluetooth-toegangscode in en
druk op
.
Als u uw toestel wilt koppelen aan een
ander Bluetooth-apparaat, moeten
beide apparaten dezelfde
toegangscode gebruiken. Headsets of
handsfree kits mogen een vaste
toegangscode gebruiken, zoals 0000.
6. Als u wilt toestaan dat het apparaat
gegevens verzendt en ontvangt zonder
bevestiging, drukt u op <Ja>. Als u dit
niet wilt, drukt u op <Nee> om
bevestiging noodzakelijk te maken.
Connectiviteit
Opties voor gekoppelde
apparaten wijzigen
Gegevens verzenden via de
draadloze Bluetooth-voorziening
Druk in de lijst met gekoppelde
apparaten op <Opties> om de volgende
opties weer te geven:
1. Selecteer een bestand of item dat u
wilt verzenden.
• Nw gekoppeld app.: hier kunt u
zoeken naar een ander Bluetoothapparaat
• Korte naam toewijz.: hier kunt u een
korte naam instellen voor een
gekoppeld apparaat
• Geautoriseerd/Niet geautoriseerd:
hier kunt u instellen dat een ander
apparaat automatisch verbinding kan
maken of alleen met toestemming
• Verwijderen: hiermee verwijdert u
een apparaat uit de lijst
• Alle verwijderen: hiermee verwijdert
u alle apparaten uit de lijst
• Afsluiten: hiermee sluit u de lijst met
gekoppelde apparaten
2. Druk op <Opties> → Zenden.
3. Blader naar Via Bluetooth en druk op
.
4. Blader naar een gekoppeld apparaat
en druk op
.
5. Geef, indien nodig, een toegangscode
in en druk op <OK>.
Gegevens ontvangen via de
draadloze Bluetooth-voorziening
1. Als een ander apparaat toegang
probeert te krijgen tot uw toestel,
drukt u op <Ja> als u de verbinding
wilt toestaan.
73
Connectiviteit
2. Druk, indien nodig, nogmaals op <Ja>
om te bevestigen dat u gegevens wilt
ontvangen van het apparaat.
De items die u hebt geaccepteerd,
worden in uw Postvak IN geplaatst.
Het symbool
geeft de berichten
aan die via Bluetooth zijn ontvangen.
De externe SIM-modus activeren
Ga als volgt te werk om de externe SIMmodus te gebruiken met een compatibele
handsfree carkit:
1. Maak een koppeling tussen uw toestel
en een geautoriseerde handsfree
carkit.
2. Druk in de standby-stand op [ ] →
Connect. → Bluetooth → Externe
SIM-modus → Aan.
74
U kunt nu alleen via de SIM-kaart in
uw toestel bellen en oproepen
beantwoorden met de aangesloten
handsfree carkit.
Als u de modus wilt deactiveren, drukt u
op [ ] → Externe SIM sluiten.
Verbinding maken via
USB
Een standaardactie instellen
voor de USB-verbinding
U kunt als volgt instellen dat uw toestel
een standaardactie uitvoert wanneer u
het toestel op een pc aansluit met behulp
van de gegevenskabel voor de pc:
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Connect. → USB → USB-modus.
Connectiviteit
2. Stel de standaard USB-modus in
(Mediaspeler, PC Studio of
Gegevensoverdracht).
U kunt ook de instelling Vragen bij
verbind. kiezen, in plaats van een
standaard USB-modus te gebruiken.
Als u deze instelling gebruikt, vraagt
uw toestel welke USB-modus u wilt
gebruiken, zodra u het toestel aansluit
op een pc.
PC Studio gebruiken
1. De USB-verbinding wijzigen in
PC Studio.
2. Sluit het toestel met een pcgegevenskabel op de pc aan.
3. Start PC Studio en beheer persoonlijke
gegevens en mediabestanden.
Zie de Help bij PC Studio voor meer
informatie.
Synchroniseren met Windows
Media Player
U kunt muziekbestanden naar het toestel
kopiëren door te synchroniseren met
Windows Media Player 11.
1. De USB-verbinding wijzigen in
Mediaspeler.
2. Sluit het toestel met een pcgegevenskabel op de pc aan.
3. Selecteer Mediabestanden met
apparaat als er op uw pc een popupvenster wordt geopend.
4. Geef de naam van uw toestel in en klik
op Voltooien.
5. Selecteer de gewenste muziekbestanden en sleep deze naar de
synchronisatielijst.
6. Klik op Synchronisatie starten.
75
Connectiviteit
7. Wanneer het synchroniseren is
voltooid, koppelt u het toestel los van
de pc.
Muziekbestanden naar een
geheugenkaart kopiëren
1. Plaats een geheugenkaart in het
toestel.
2. De USB-verbinding wijzigen in
Gegevensoverdracht.
Uw toestel
synchroniseren
U kunt de gegevens op uw toestel
synchroniseren met gegevens op een pc
of ander draadloos toestel.
Een nieuw synchronisatieprofiel
maken
Uw toestel beschikt over een
synchronisatieprofiel voor PC Studio.
3. Sluit het toestel met een pcgegevenskabel op de pc aan.
U maakt als volgt een nieuw
synchronisatieprofiel:
4. Selecteer Map openen en bestanden
weergever als er op uw pc een popupvenster wordt geopend.
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Synchr..
5. Kopieer bestanden van de pc naar de
geheugenkaart.
6. Wanneer het kopiëren is voltooid,
koppelt u het toestel los van de pc.
76
2. Druk op <Opties> → Nw
sync.profiel.
]→
Connectiviteit
3. Druk op <Ja> om de instellingen uit
een bestaand profiel te kopiëren of op
<Nee> om nieuwe instellingen te
definiëren.
4. Definieer het volgende:
Gegevens synchroniseren
1. Koppel uw toestel met een ander
draadloos Bluetooth-apparaat (zie
"Een Bluetooth-apparaat opzoeken en
koppelen" X 72).
• Naam synchr.profiel: hier stelt u
een naam in voor het profiel
2. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Synchr..
• Toepassingen: hier stelt u de
toepassingen in die moeten worden
gesynchroniseerd
3. Druk op <Opties> →
Synchroniseren.
• Verbindingsinstellingen: hier stelt
u opties in voor verbinding met het
netwerk
5. Druk op <Terug> om het nieuwe
profiel op te slaan.
]→
4. Blader naar een apparaat en druk
indien nodig op
.
Onder aan het scherm van uw toestel
wordt een voortgangsmeter
weergegeven.
Zodra de synchronisatie is voltooid,
kunt u op <Opties> → Logboek
bekijken drukken om een lijst met
gegevens te bekijken die zijn
gewijzigd.
77
6
Andere toepassingen
Hier vindt u informatie over de
Rekenmachine, de Klok, Omrekenen,
Voice Signal, GPS-gegevens en Plaatsen.
Rekenmachine
U gebruikt de rekenmachine als volgt:
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Rekenm..
]→
2. Met behulp van de alfanumerieke
toetsen en de navigatietoetsen kunt u
eenvoudige rekenkundige bewerkingen
uitvoeren.
Druk op [ ] om een decimaalteken
in te voegen. Druk op [C] om het
resultaat te wissen. Druk op [ ] om
een andere functie te gebruiken.
3. Als u berekeningen uitvoert, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende
opties weer te geven:
• Laatste resultaat: hiermee wordt
het resultaat van de laatste
berekening ingevoegd
• Geheugen: hiermee kunt u iets
opslaan, ophalen of wissen uit het
tijdelijk geheugen van de
rekenmachine
• Scherm wissen: hiermee wist u alle
berekeningen van het scherm
78
Andere toepassingen
Klok
4. Stel het alarm in zoals u wenst.
In de toepassing Klok kunt u
tijdsinstellingen aanpassen, een alarm
instellen en een wereldklok maken.
Klokinstellingen wijzigen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Klok.
]→
2. Druk op <Opties> → Instellingen
(Zie "Datum en tijd" X 98).
Een nieuw alarm instellen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Klok.
5. Druk op <Gereed>.
Een alarm afzetten
Zodra het alarm afgaat, drukt u op
<Stop> om het alarm af te zetten of op
<Snooze> om het alarm na een
bepaalde tijd opnieuw af te laten gaan. U
kunt het alarm vijf keer opnieuw af laten
gaan (snooze).
De huidige profielinstellingen hebben
geen invloed op het volume van een
klokalarm.
]→
2. Blader naar rechts naar de
alarmweergave.
Een wereldklok maken
Met een wereldklok kunt u bijhouden hoe
laat het is in een ander land.
3. Druk op <Opties> → Nieuw alarm.
79
Andere toepassingen
Omrekenen
U maakt als volgt een wereldklok
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Klok.
]→
2. Blader naar rechts naar de
wereldweergave.
3. Druk op <Opties> → Stad
toevoegen.
4. Blader naar een stad en druk op , of
typ de eerste letters van de
plaatsnaam om de naam in de lijst op
te zoeken en druk op
.
5. Herhaal de stappen 3 en 4 om meer
steden toe te voegen.
6. Druk op <Afsluiten> wanneer u klaar
bent met het toevoegen van steden.
80
Met de omrekenfunctie kunt u maat- en
munteenheden van de ene eenheid naar
een andere eenheid omrekenen. Als u
munteenheden wilt omrekenen, moet u
eerst de basismunteenheid en de
wisselkoers instellen.
Munteenheden en wisselkoersen
toevoegen
De waarde van de basismunteenheid
is altijd 1. U moet de wisselkoers
ingeven voor andere munteenheden
zoals deze zich verhouden tegen één
eenheid van de basismunteenheid.
Wisselkoersen veranderen constant.
U moet de huidige wisselkoers
ingeven om een accurate omrekening
te verkrijgen.
Andere toepassingen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Omreken..
]→
2. Blader naar rechts tot Valuta wordt
weergegeven.
3. Druk op <Opties> → Wisselkoersen.
4. Blader naar een munteenheid en druk
op <Opties> → Naam valuta
wijzig..
2. Typ de naam van de nieuwe
munteenheid en druk op
.
3. Blader naar de nieuwe munteenheid
en geef de wisselkoers in.
Munteenheden omrekenen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Omreken..
]→
5. Typ de naam van de basismunteenheid
en druk op
.
2. Blader naar rechts tot Valuta wordt
weergegeven.
6. Druk op <Opties> → Basisvaluta.
3. Blader omlaag naar Eenheid en blader
naar rechts om een munteenheid te
selecteren die u wilt omrekenen.
7. Druk ter bevestiging op
.
U voegt als volgt andere munteenheden
en wisselkoersen toe:
1. Herhaal de stappen 1 tot en met 4
hierboven.
4. Blader omlaag naar Aantal en geef
het bedrag in dat moet worden
omgerekend.
81
Andere toepassingen
5. Blader omlaag naar Eenheid en blader
naar rechts om een munteenheid te
selecteren waar u naartoe wilt
omrekenen.
Het omrekenresultaat wordt op het
toestel weergegeven.
Het conversieresultaat wordt op het
toestel weergegeven.
Voice Signal
Maateenheden converteren
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Omreken..
5. Blader omlaag naar Eenheid en blader
naar rechts om de conversie-eenheid
te wijzigen, indien nodig.
]→
2. Blader naar rechts om het type
maateenheid te wijzigen.
3. Blader omlaag naar Eenheid en blader
naar rechts om de basiseenheid te
wijzigen, indien nodig.
4. Blader omlaag naar Aantal en geef
het basisbedrag in.
Met Voice Signal kunt u bellen,
contactgegevens ophalen, toepassingen
starten en SMS-berichten verzenden met
spraakopdrachten.
Spraakkiezen
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten→ Voice Signal.
U hoort "Say a command."
2. Na de pieptoon zegt u "Call" en
vervolgens de naam van een persoon
in Contacten.
82
Andere toepassingen
3. Als er meerdere namen zijn die op
elkaar lijken, worden de 3 beste
resultaten weergegeven en worden de
naam en het nummer herhaald die het
meest overeenkomen met wat u hebt
gezegd.
3. Als er meerdere namen zijn die op
elkaar lijken, worden de 3 beste
resultaten weergegeven en worden de
naam en het nummer herhaald die het
meest overeenkomen met wat u hebt
gezegd.
4. Als de verkeerde naam of het
verkeerde nummer worden herhaald,
zegt u "No" en herhaalt u dit tot u de
juiste naam hoort.
4. Als de verkeerde naam of het
verkeerde type worden herhaald, zegt
u "No" en herhaalt u dit tot u de juiste
naam hoort.
5. Wanneer u de juiste naam hoort, zegt
u "Yes".
5. Wanneer u de juiste naam hoort, zegt
u "Yes".
Contactpersoon zoeken
Toepassingen openen met
spraakopdrachten
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Voice Signal.
U hoort "Say a command."
2. Na de pieptoon, zegt u "Look up" en
vervolgens de volledige naam van de
contactkaart (eerst de voornaam, dan
de achternaam).
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Voice Signal.
U hoort "Say a command."
2. Zeg "Open" en vervolgens de naam
van een toepassing.
83
Andere toepassingen
Een SMS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Voice Signal.
U hoort "Say a command."
Een methode voor
positiebepaling activeren
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → GPS-ggvns.
2. Zeg "Send SMS" en vervolgens de
naam van een ontvanger.
2. Druk op <Opties> → Instell.
positiebepaling.
3. De editor wordt geopend met de naam
van de ontvanger al ingevuld. Nu kunt
u uw bericht schrijven.
3. Blader naar een methode voor
positiebepaling (Bluetooth GPS of Op
basis van netwrk) en druk op
<Opties> → Inschakelen.
GPS-gegevens
U kunt met behulp van GPS-gegevens uw
route bepalen, uw positie weergeven of
reisgegevens bijhouden. Voordat u GPSgegevens kunt gebruiken, moet u een
methode voor positiebepaling activeren
via een draadloze Bluetooth-verbinding of
een draadloze netwerkverbinding.
84
Als u Bluetooth GPS inschakelt, moet u
een koppeling maken met een
Bluetooth-apparaat (zie "Een
Bluetooth-apparaat opzoeken en
koppelen" X 72). Zodra u een methode
voor positiebepaling activeert,
probeert het toestel die verbinding te
openen wanneer u GPS-gegevens
start.
Andere toepassingen
Navigatie met GPS-gegevens
Uw huidige positie weergeven
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → GPS-ggvns →
Navigatie.
Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → GPS-ggvns → Positie.
2. Druk op <Opties> → Bestemming
instlln → Coördinaten.
Reisgegevens bijhouden
3. Geef de lengte- en breedtegraad van
uw bestemming in en druk op
.
Het toestel geeft de richting van uw
bestemming weer, uw huidige snelheid
en uw reistijd.
4. U stopt de navigatie met GPS door op
<Opties> → Navigatie stoppen te
drukken.
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → GPS-ggvns →
Tripafstand.
2. Selecteer <Opties> → Starten.
Het toestel houdt de reisgegevens bij,
waaronder afstand, tijd en snelheid.
3. U stopt met het bijhouden van de
reisgegevens door op <Opties> →
Stoppen te drukken.
85
Andere toepassingen
Plaatsen
Met Plaatsen kunt u uw huidige locatie
opslaan of nieuwe locaties handmatig
ingeven.
U voegt als volgt een plaats toe
1. Druk in de standby-stand op [
Instrumenten → Plaatsen.
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuwe plaats
→ Huidige positie of Handmatig
opgeven.
Als u uw huidige locatie automatisch
wilt toevoegen, moet uw toestel een
actieve verbinding hebben.
3. Geef gegevens in over de plaats,
indien nodig.
4. Wanneer u klaar bent met het ingeven
van gegevens over de plaats, drukt u
op <Gereed>.
86
7
Beheertoepassingen
Hier vindt u meer informatie over het
beheer van bestanden, toepassingen,
apparatuurconfiguraties,
activeringssleutels en verbindingen.
Bestandsbeheer
Met Bestandsbeheer kunt u naar
bestanden of mappen zoeken en deze
ordenen.
Naar een bestand of map zoeken
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Best.beh..
2. Druk op <Opties> → Zoeken.
]→
3. Blader naar een type geheugen en
druk op
.
4. Typ tekst in het zoekveld en druk op
.
5. Als u een bestand of map uit de
zoekresultaten wilt openen, bladert u
naar het bestand of de map en drukt u
op
.
Een nieuwe map maken
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Best.beh..
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuwe map.
3. Geef een mapnaam in en druk op
.
87
Beheertoepassingen
Toepassingsbeheer
Een bestand naar een map
verplaatsen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Best.beh..
]→
2. Blader naar een bestand of map en
druk op <Opties> → Verplaats naar
map → een geheugentype (indien
nodig).
3. Blader naar een map en druk op
.
4. Blader indien nodig naar een submap
en druk op
.
5. Druk op
.
Het toestel ondersteunt toepassingen die
voor de platforms Symbian OS en Java
Micro Edition (J2ME™) zijn gemaakt. Het
toestel ondersteunt geen toepassingen
van andere besturings-systemen of Javaplatforms (waaronder PersonalJava™).
Zie "Bestanden van internet downloaden"
X 70 als u toepassingen wilt downloaden
voor uw toestel.
Een nieuwe toepassing
installeren
1. Druk in de standby-stand op [
Installatie → Toep.beh..
]→
2. Blader naar een toepassing en druk op
<Opties> → Installeren.
88
Beheertoepassingen
3. Volg de instructies op het scherm.
Toepassingsbeheer probeert
automatisch de digitale
handtekeningen en certificaten van
een toepassing te verifiëren tijdens de
installatie en geeft een
waarschuwingsbericht weer als de
toepassing niet voldoet aan de
normale beveiligingsvereisten.
Installeer geen toepassingen die niet
beschikken over geldige digitale
handtekeningen of certificaten.
Hiermee beschermt u het toestel en
uw gegevens.
Installatieopties wijzigen
Druk in de standby-stand op [ ] →
Installatie → Toep.beh. → <Opties> →
Instellingen om de volgende opties
weer te geven:
• Software-installatie: hiermee kunt u
installaties toestaan of blokkeren
• Online certif.controle: hier kunt u
instellen dat moet worden
gecontroleerd op onlinecertificaten bij
het installeren van toepassingen
• Standaardwebadres: hier kunt u een
standaardwebadres instellen voor het
controleren van onlinecertificaten
Een toepassing verwijderen
1. Druk in de standby-stand op [
Installatie → Toep.beh..
]→
2. Blader naar een toepassing en druk op
<Opties> → Verwijderen.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
89
Beheertoepassingen
Apparaatbeheer
Deze functie is afhankelijk van het
netwerk en is mogelijk niet beschikbaar
bij uw serviceprovider. Als
Apparaatbeheer beschikbaar is, kan uw
serviceprovider u helpen bij de
toestelconfiguratie. Voordat u een
configuratiesessie start, moet u een
serverprofiel definiëren.
Een serverprofiel definiëren
1. Druk in de standby-stand op [
Instrumenten → App.beh..
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuw
serverprofiel.
3. Stel de volgende serveropties in
volgens de instructies van uw
serviceprovider.
• Servernaam: hier geeft u de server
een naam
90
• Server-ID: hier stelt u de ID in van
de externe server
• Serverwachtwoord: hier stelt u het
wachtwoord in dat moet worden
gebruikt door Apparaatbeheer om
uw toestel te synchroniseren
• Toegangspunt: hier stelt u een
toegangspunt in
• Hostadres: hier stelt u het
webadres van de hostserver in
• Poort: hier stelt u de poort in die
Apparaatbeheer moet gebruiken
• Gebruikersnaam: hier stelt u een
gebruikersnaam in voor dit profiel
• Wachtwoord: hier stelt u een
gebruikerswachtwoord in voor dit
profiel
• Config. toestaan: hier kunt u
instellen dat de server uw toestel
mag configureren
Beheertoepassingen
• Autom. accepteren: hier kunt u
instellen dat nieuwe
configuratieaanvragen automatisch
worden geaccepteerd
• Netwerkverificatie: hier stelt u in
dat netwerkverificatie is vereist
4. Druk op <Terug> wanneer u klaar
bent met het instellen van de opties.
Een configuratiesessie starten
1. Druk in de standby-stand op [
Instrumenten → App.beh..
]→
2. Blader naar een serverprofiel en druk
op <Opties> → Configuratie
starten.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
4. Blader indien nodig naar een
toegangspunt en druk op
.
Beheer van
activeringssleutels
Wanneer u digitale inhoud van een
website downloadt, moet u mogelijk een
activeringssleutel aanschaffen om het
bestand te mogen gebruiken.
Activeringssleutels bekijken
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Act.sleutels.
2. Blader naar een map en druk op
:
• Geldige sleutels: alle geldige
activeringssleutels
• Ong. sleutels: activeringssleutels
die niet meer geldig zijn
• Niet-gebr. sl.: activeringssleutels of
mediabestanden die niet meer op
het toestel zijn opgeslagen
91
Beheertoepassingen
3. Blader naar een activeringssleutel en
druk op
.
Een niet meer geldige
activeringssleutel herstellen
Wanneer uw activeringssleutel verloopt,
moet u opnieuw de rechten aanschaffen
om het mediabestand te gebruiken.
U herstelt als volgt een verlopen
activeringssleutel:
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Act.sleutels.
Geheugenkaartbeheer
Met Geheugenkaartbeheer kunt u een
back-up van gegevens maken en deze
herstellen, een geheugenkaart beveiligen
met een wachtwoord of bijzonderheden
over het geheugen weergeven. Voordat u
een geheugenkaart de eerste keer kunt
gebruiken, moet u de kaart formatteren.
Geheugenkaart formatteren
Uw toestel ondersteunt het
bestandssysteem FAT16 of FAT32.
2. Blader naar Ong. sleutels en druk op
.
1. Een geheugenkaart plaatsen (zie de
snelstartgids).
3. Blader naar een activeringssleutel en
druk op <Opties> → Nieuwe sleutel
ophalen.
2. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Geheugen.
]→
4. Druk ter bevestiging op <Ja>.
3. Druk op <Opties> → Geh.kaart
formatt..
5. Volg de aanwijzingen op het scherm.
4. Druk ter bevestiging op <Ja>.
92
Beheertoepassingen
Een back-up maken van
gegevens op een geheugenkaart
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Geheugen.
]→
2. Druk op <Opties> → Reservekopie
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
Gegevens herstellen vanaf een
geheugenkaart
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Geheugen.
]→
2. Druk op <Opties> → Herst. vanaf
kaart.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
Een geheugenkaart beveiligen
met een wachtwoord
Apparaten die deze functie niet
ondersteunen, zoals pc's, kunnen de
kaart niet lezen als deze is beveiligd
met een wachtwoord. Verwijder het
wachtwoord van de kaart als u de
kaart met dergelijke apparaten wilt
gebruiken.
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Geheugen.
]→
2. Druk op <Opties> → Wachtw.
instellen.
3. Geef een wachtwoord in en bevestig
het (maximaal 8 tekens).
4. Als u het wachtwoord wilt verwijderen,
drukt u op <Opties> → Wachtw.
verw. U wordt gevraagd het wachtwoord opnieuw in te geven en te
bevestigen.
93
Beheertoepassingen
Gegevens over het geheugen
bekijken
Bijzonderheden over de
verbinding bekijken
U kunt als volgt zien hoeveel geheugen is
gebruikt en hoeveel nog beschikbaar is
op uw kaart:
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Verb.beh..
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Geheugen.
]→
2. Druk op <Opties> → Gegevens
geheugen.
Verbindingsbeheer
Met Verbindingsbeheer kunt u
bijzonderheden over de gegevensverbindingen bekijken en open
verbindingen sluiten.
94
]→
2. Blader naar een verbinding en druk op
<Opties> → Gegevens om de
volgende opties weer te geven:
• Naam: het huidige toegangspunt of
de huidige modem (als u een
inbelverbinding gebruikt)
• Drager: het type
gegevensverbinding
• Status: de status van de verbinding
• Totaal: de totale hoeveelheid
gegevens die zijn ontvangen en
verzonden
• Ontvang.: de hoeveelheid
ontvangen gegevens
Beheertoepassingen
• Verzond.: de hoeveelheid
verzonden gegevens
• Duur: de tijd die de verbinding open
is geweest
• Snelheid: de huidige snelheden
voor uploaden en downloaden
• Toeg.pnt: de naam van het
gebruikte toegangspunt
• Gedeeld: het aantal toepassingen
dat dezelfde verbinding gebruikt
Een open verbinding sluiten
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Verb.beh..
]→
2. Blader naar een verbinding en druk op
<Opties> → Verb. verbreken.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
95
8
Instellingen
Hier vindt u meer informatie over de
instellingen van uw toestel. U kunt de
instellingen van uw toestel als volgt
wijzigen:
1. Druk in de standby-stand op [
Instell..
]→
2. Blader naar een categorie (Algemeen,
Telefoon, Verbinding of
Toepassingen) en druk op
.
Sommige instellingen kunt u ook
vanuit andere menu's wijzigen: druk
op <Opties> → Instellingen.
Algemene instellingen
Instellingen aan uw voorkeuren
aanpassen
U kunt de weergave en werking
aanpassen van uw display, de standbystand, tonen en taal (zie de snelstartgids
voor instellingen van Thema's).
Weergave
• Helderheid - hier kunt u de helderheid
van het scherm wijzigen
• Lettergrootte - hier kunt u de grootte
van de tekst op het scherm instellen
• Welkomstnotitie/logo - hier kunt u
een tekst of afbeelding instellen die
wordt weergegeven als u het toestel
aanzet
96
Instellingen
• Verlichtingstijd - hier stelt u in hoe
lang het duurt voor de verlichting
wordt gedimd
Tonen
• Dimtijd - hier stelt u in hoe lang het
duurt voor de gedimde verlichting
wordt uitgeschakeld
• Toon video-oproep - hier stelt u een
beltoon in voor inkomende videooproepen
Standby-modus
• Beltoontype - hier stelt u het type
beltoon in
• Act. standby - hier stelt u in dat
snelkoppelingen voor toepassingen en
agenda-items in de standby-stand
worden weergegeven
• Snelkopp. - hier stelt u
snelkoppelingen met functietoetsen in
voor de standby-stand
• Toep. actief standby - hier stelt u de
snelkoppelingen voor toepassingen in
die in de standby-stand worden
weergegeven
• Beltoon - hier stelt u een beltoon in
voor inkomende gesprekken
• Belvolume - hier stelt u het volume in
van beltonen en berichtsignaaltonen
• Berichtensignaaltoon - hier stelt u
een toon in voor inkomende SMS- of
MMS-berichten
• Signaaltoon e-mail - hier stelt u een
toon in voor inkomende
e-mailberichten
• Agenda-alarmtoon - hier stelt u een
toon in voor agenda-items
• Klokalarmtoon - hier kunt u een toon
instellen voor een klokalarm
97
Instellingen
• Trilsignaal - hier stelt u een trilsignaal
in voor inkomende oproepen en
berichten
• Toetsenbordtonen - hier stelt u het
volume in van de toetstonen
• Waarschuwingstonen - hier stelt u in
dat het toestel een waarschuwingstoon laat horen (bijvoorbeeld wanneer
de batterij bijna leeg is)
Taal
• Displaytaal - hier stelt u de taal in die
op het display wordt weergegeven
(voor alle menu's en toepassingen)
• Invoertaal - hier stelt u de taal in
waarin u berichten wilt schrijven (voor
alle teksteditors en woordenboeken)
• Tekstvoorspelling - hier kunt de
tekstvoorspelling in- of uitschakelen
(voor alle teksteditors)
98
Datum en tijd
U kunt de weergave en werking van de
datum, de tijd en het alarm aanpassen.
• Tijd - hier stelt u de huidige tijd in
(druk op [C] om te wisselen tussen am
naar pm)
• Tijdzone - hier stelt u de tijdzone in
• Datum - hier geeft u de huidige datum
in
• Datumnotatie - hier stelt u de
datumnotatie in
• Datumscheidingteken - hier stelt u
het scheidingsteken in voor de datum
• Tijdnotatie - hier stelt u in hoe de tijd
wordt weergegeven
• Tijdscheidingteken - hier stelt u het
scheidingsteken in voor de tijd
• Type klok - hier stelt u het type klok
in voor het display
Instellingen
• Alarmtoon klok - hier kunt u een toon
instellen voor een klokalarm
• Snoozetijd alarm - hier stelt u in hoe
lang het duurt voor het alarm opnieuw
afgaat
• Werkdagen - hier stelt u de dagen
van de week in waarop het alarm moet
afgaan
• Tijd via netw.operator - hier stelt u
in dat de datum en tijd automatisch
worden bijgewerkt via het netwerk
Toebehoren
U stelt als volgt in dat het toestel ofwel
de headset of een draadloze carkit
gebruikt als standaardaccessoire: druk
op <Opties> → Instellen als
standaard. U kunt de volgende
instellingen wijzigen voor een van de
accessoires:
• Standaardprofiel - hier kunt u het
standaardprofiel voor het accessoire
instellen
• Autom. antwoorden - hier stelt u in
dat het accessoire automatisch wordt
gebruikt om inkomende oproepen te
beantwoorden (indien aangesloten op
het toestel)
Beveiliging
Hiermee stelt u beveiligingscodes in en
beheert u beveiligingscertificaten of
beveiligingsmodules.
Telefoon en SIM-kaart
• PIN-code vragen - hier stelt u in dat
het toestel telkens wanneer u het
aanzet om een PIN-code vraagt
• PIN-code - hier stelt u een PIN-code
in voor het toestel
99
Instellingen
• PIN2-code - hier stelt u een PIN2code in (wordt bij sommige SIMkaarten verstrekt)
• Per. autom. blokk. telefn - hier stelt
u in hoe lang het duurt voordat het
toestel automatisch wordt geblokkeerd
• Blokkeringscode - hier stelt u een
blokkeercode in voor het toestel
• Toetsenbord vergrendel… - hier
stelt u in dat de toetsen automatisch
worden vergrendeld wanneer het
toestel wordt gesloten
• Blok. als SIM-krt gewijz. - hier stelt
u in dat het toestel automatisch wordt
geblokkeerd als de SIM-kaart is
gewijzigd
• Bep. grp gebruikers - hier stelt u in
dat het toestel alleen gesprekken
toelaat van en naar een geselecteerde
groep gebruikers
100
• SIM-diensten bevest. - hier stelt u in
dat een bevestigingsbericht wordt
weergegeven wanneer u een SIMdienst gebruikt
Certificaatbeheer
Uw toestel gebruikt digitale certificaten
om de identiteit en authenticiteit van
verschillende onlineservices en software
te verifiëren. Deze certificaten helpen uw
persoonlijke gegevens te beveiligen en te
voorkomen dat u last krijgt van virussen
en andere schadelijke software. In
Certificaatbeheer kunt u de certificaatgegevens bekijken, certificaten
verwijderen of de volgende vertrouwensinstellingen wijzigen:
• Internet - hier stelt u in dat het
toestel webservers verifieert die dit
certificaat gebruiken
Instellingen
• Online certif.controle - hier stelt u in
dat het toestel controleert of het
certificaat voorkomt op een lijst met
ingetrokken certificaten
• VPN - hier stelt u in dat het toestel
VPN-verbindingen verifieert die dit
certificaat gebruiken
Beveiligingsmodule
Hier kunt u beveiligingsmodules beheren
op uw toestel.
Fabrieksinstell.
Hier zet u de instellingen terug op de
fabrieksinstellingen. U moet de
blokkeercode ingeven om het toestel
terug te zetten. Zodra u de code hebt
ingevoerd, wordt het toestel opnieuw
opgestart.
Positiebepaling
Hier kunt u bepalen welke methoden en
servers uw toestel gebruikt om de
positiebepaling via satelliet op te halen.
Methoden pos.bepaling
• Bluetooth GPS - hier stelt u in dat het
toestel de Bluetooth-voorziening
gebruikt om de gegevens voor
positiebepaling op te halen
• Op basis van netwrk - hier stelt u in
dat het toestel het mobiele netwerk
gebruikt om de gegevens voor
positiebepaling op te halen
Positiebepalingsserver
• Toegangspunt - hier stelt u een
toegangspunt in voor de server voor
positiebepaling via satelliet
101
Instellingen
• Serveradres - hier stelt u een
internetadres in voor de server voor
positiebepaling via satelliet
Telefooninstellingen
Oproep
Hier kunt u instellen hoe uw toestel
omgaat met oproepen met identificatie,
wachtrijen, snelkiezen en andere
instellingen voor bellen.
• Identificatie verz. - hier stelt u in dat
uw identificatiegegevens worden
verzonden volgens uw voorkeuren of
de netwerkinstellingen
• Oproep in wachtrij - hier stelt u in
dat u melding krijgt van een inkomend
gesprek als u al aan de telefoon bent
102
• Opr. weig. met SMS - hier kunt u
instellen dat er een SMS-bericht wordt
gestuurd aan degenen van wie u een
oproep weigert
• Berichttekst - hier stelt u het bericht
in dat wordt verstuurd als u een
gesprek weigert
• Afb. in video-oproep - hier stelt u
een afbeelding in die u kunt gebruiken
tijdens een video-oproep
• Autom. herkiezen - hier stelt u in dat
een nummer waarmee geen verbinding
wordt gekregen, automatisch opnieuw
wordt gebeld
• Gespreksduur tonen - hier kunt u
instellen dat de duur van een gesprek
wordt weergegeven
• Samenvatting na opr. - hier kunt u
instellen dat er een samenvatting
wordt weergegeven na een oproep
Instellingen
• Snelkeuze - hier stelt u in dat u
gebruik wilt maken van snelkiezen
• Aannem. willek. toets - hier stelt u in
dat u een oproep beantwoordt door op
een willekeurige toets te drukken
(behalve [ ], [ ] en [ / ]).
• Waarschuwen tijdens o... - hier stelt
u in dat er een toon klinkt als u een
bericht ontvangt terwijl u aan het
telefoneren bent
Doorschakelen
Hier kunt u oproepen doorschakelen naar
een ander nummer. Wanneer u oproepen
doorschakelt, moet u een nummer
opgeven dat de oproep moet ontvangen
of een wachttijd opgeven voor
doorgeschakelde oproepen.
Spraakoproepen
• Alle spraakoproepen - deze optie
stelt u in als u alle spraakoproepen wilt
doorschakelen
• Volumetoets aan zijkant - hier stelt
u in dat als u op de toets [ / ] drukt
tijdens een inkomende oproep, de
beltoon wordt gedempt of oproepen
worden geweigerd
• Indien bezet - hiermee worden
oproepen doorgeschakeld als u in
gesprek bent
• Schuif omhoog - hier stelt u in dat
een oproep wordt beantwoord wanneer
u het toestel openschuift
• Als niet aangenomen - hiermee
schakelt u de gesprekken door die u
niet aanneemt
• Indien buiten bereik - hiermee stelt
u in dat gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het
servicegebied bevindt
103
Instellingen
• Als niet beschikbaar - hiermee
schakelt u gesprekken door als uw
toestel niet aan staat
Geg.- en video-opr.
• Alle geg.- en vid.opr. - hier stelt u in
dat alle gegevens- en video-oproepen
worden doorgeschakeld
Blokkeren
• Uitgaande oproepen - hier stelt u in
dat alle uitgaande gesprekken worden
geblokkeerd
• Internation. oproepen - hier stelt u
in dat alle oproepen naar het
buitenland worden geblokkeerd
• Indien bezet - hiermee worden
oproepen doorgeschakeld als u in
gesprek bent
• Int. opr. niet nr vaderl. - hier stelt u
in dat internationale gesprekken naar
andere landen dan het thuisland,
worden geblokkeerd
• Als niet aangenomen - hiermee
schakelt u de gesprekken door die u
niet aanneemt
• Inkomende oproepen - hier stelt u in
dat alle inkomende gesprekken worden
geblokkeerd
• Indien buiten bereik - hiermee stelt
u in dat gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het
servicegebied bevindt
• Ink. opr. in buitenland - hier stelt u
in dat inkomende oproepen worden
geblokkeerd als u zich buiten uw eigen
netwerkgebied bevindt
• Als niet beschikbaar - hiermee
schakelt u gesprekken door als uw
toestel niet aan staat
104
Instellingen
Netwerk
Hiermee bepaalt u de netwerkmodus en
netwerkselectiemethoden.
• Netwerkmodus - hier stelt u in dat de
telefoon in het UMTS- of het GSMnetwerk moet worden gebruikt of in
beide netwerken (dual mode)
• Operatorselectie - hier stelt u in dat
het toestel automatisch of handmatig
een lijst met mobiele netwerken
selecteert
Als u een ander netwerk wilt
gebruiken, moet u een netwerk
selecteren dat een
roamingovereenkomst heeft met
uw eigen netwerk.
• Weergave info dienst - hier stelt u in
dat moet worden weergegeven als het
toestel wordt gebruikt in een mobiel
netwerk op basis van MCN-technologie
(Micro Cellular Network)
• Operatorinstellingen - hier kunt u
uw serviceprovider afstemmen op de
SIM-kaart die u gebruikt
Verbindingsinstellingen
Bluetooth
Hiermee beheert u de draadloze
Bluetooth-voorziening.
• Bluetooth - hier schakelt u de
Bluetooth-voorziening in of uit
• Waarneembrh. tel. - hier kunt u uw
toestel zichtbaar maken of verbergen
voor andere Bluetooth-apparaten en
instellen hoe lang het toestel zichtbaar
is voor andere Bluetooth-apparaten
• Naam van mijn telef. - hier stelt u
een naam in voor uw toestel
105
Instellingen
• Externe SIM-modus - hier geeft u
toegang tot de SIM-kaart in het toestel
zodat u kunt bellen via een Bluetooth
handsfree carkit of headset die is
verbonden met het toestel
USB
Hier bepaalt u wat er gebeurt als u het
toestel aansluit op een pc.
• USB-modus - deze optie stelt u in op
Mediaspeler (als u synchroniseert
met Windows Media Player voor het
kopiëren van mediabestanden),
PC Studio (als u PC Studio gebruikt
om bestanden te synchroniseren) of
Gegevensoverdracht (als u een
geheugenkaart gebruikt om bestanden
te verplaatsen)
• Vragen bij verbind. - hier kunt u
instellen dat er moet worden gevraagd
welke modus u wilt gebruiken als u het
toestel op een pc aansluit
Toegangspunten
Hier beheert u toegangspunten voor
verbindingen, wachtwoorden en
startpagina's.
• Naam verbinding - hier stelt u een
naam in voor de verbinding met een
toegangspunt
• Drager gegevens - hier stelt u in welk
type gegevensoverdracht moet worden
gebruikt
• Naam toegangspunt - hier stelt u het
internetadres in voor het toegangspunt
• Gebruikersnaam - hier stelt u een
gebruikersnaam in
106
Instellingen
• Vraag om wachtw. - hier stelt u in
dat er om een wachtwoord wordt
gevraagd als u verbinding maakt met
het toegangspunt
• DNS-adres (IPv4) - hier stelt u de
primaire en secundaire DNS-adressen
in of gebruikt u 0.0.0.0 voor
automatische detectie
• Wachtwoord - hier stelt u een
wachtwoord in voor het toegangspunt
• DNS-adres (IPv6) - hier stelt u de
primaire en secundaire DNS-adressen
in of gebruikt u 0.0.0.0 voor
Automatisch (bij gebruik van
automatische detectie) of Standaard
(bij gebruik van standaard IPv6adressen)
• Verificatie - hier stelt u een
verificatiemodus in
• Homepage - hier stelt u een
startpagina in voor toegangspunten
waarmee verbinding wordt gemaakt
met webservices
U kunt ook geavanceerde instellingen
definiëren voor toegangspunten: druk op
<Opties> → Geavanc. instell..
• Proxyserveradres - hier stelt u het
IP-adres van de proxyserver in
• Proxypoortnummer - hier stelt u het
poortnummer van de proxyserver in
• Netwerktype - hier stelt u een
netwerktype in (IPv6 of IPv4)
• IP-adres telefoon (alleen IPv4) - hier
stelt u het IP-adres van uw toestel in
107
Instellingen
Packet-ggvns
Configuraties
Hier beheert u verbindingen voor packetgegevens bij het gebruik van een GPRSnetwerk.
Hiermee kunt u de netwerkconfiguraties
bekijken die u van uw serviceprovider
hebt ontvangen. Als u de configuratie wilt
toepassen, drukt u op <Opties> →
Opslaan.
• Packet-ggvnsverb. - hier stelt u in
dat een verbinding voor packetgegevens tot stand moet worden
gebracht, Wanneer nodig (als een
toepassing packet-gegevens moet
verzenden) of Autom. bij signaal
(telkens wanneer een verbinding voor
packet-gegevens beschikbaar komt in
een GPRS-netwerk)
• Toegangspunt - hier stelt u een
toegangspunt in voor het verzenden
van packet-gegevens naar een pc (zie
de Help bij PC Studio)
108
Tgpt.namen bhr.
Hier kunt u het gebruik van packetgegevens beheren als uw SIM-kaart de
beheerservice voor toegangspunten
ondersteunt. Als u deze service in of uit
wilt schakelen of de toegestane
toegangspunten wilt wijzigen, drukt u op
<Opties>.
Instellingen
Instellingen voor
toepassingen
RealPlayer
Hiermee bepaalt u hoe RealPlayer video's
of streamingmedia afspeelt.
Video
• Contrast - hier stelt u het contrast in
voor het afspelen van de video
• Herhalen - hier stelt u in dat de video
steeds moet worden herhaald
Streaming (Proxy)
• Proxy gebruiken - hier stelt u in dat
een proxyserver moet worden gebruikt
• Proxyserveradres - hier stelt u het
adres van de proxyserver in
• Proxypoortnummer - hier stelt u het
poortnummer van de proxyserver in
Streaming (Netwerk)
• Stand. toegangspunt - hier stelt u
een standaardtoegangspunt in
• Onlinetijd - hier stelt u in hoe lang u
online blijft als RealPlayer niet is
geactiveerd
• Laagste UDP-poort - hier stelt u de
minimumwaarde voor een bereik van
serverpoorten in
• Hoogste UDP-poort - hier stelt u de
maximumwaarde voor een bereik van
serverpoorten in
Camera
Hiermee kunt u bepalen hoe de camera
foto's of video's vastlegt.
109
Instellingen
Afbeelding
Video
• Kwaliteit afbeelding - hier stelt u in
of de kwaliteit van de opname Hoog,
Normaal of Gering moet zijn
• Lengte - hier stelt u in of u korte
video's of video's van maximale lengte
wilt opnemen
• Opgen. afb. tonen - hier stelt u in dat
een opname moet worden
weergegeven voordat de cameramodus
weer wordt geactiveerd
• Videoresolutie - hier stelt u een
resolutie in voor nieuwe video's
• Afbeeldingsresolutie - hier stelt u
een resolutie in voor nieuwe opnamen
• Stand.naam afbeeld. - hier stelt u
een standaardbenaming in voor nieuwe
opnamen
• Gebruikt geheugen - hier stelt u de
locatie in waar nieuwe opnamen
moeten worden opgeslagen
• Lichtmeter - hier stelt u in of u Matrix,
Spotmeting of Integraalmeting wilt
gebruiken
110
• Standaardvideonaam - hier stelt u
een standaardbenaming in voor nieuwe
video's
• Gebruikt geheugen - hier stelt u de
locatie in waar nieuwe video's moeten
worden opgeslagen
Dictafoon
Hiermee kunt u de kwaliteit en
geheugenlocatie van spraakmemo's
instellen.
• Opnamekwaliteit - hier stelt u in of u
spraakmemo's met de kwaliteit Hoog of
MMS-compatibel wilt opnemen
Instellingen
• Gebruikt geheugen - hier stelt u de
locatie in waar nieuwe spraakmemo's
moeten worden opgeslagen
Logboek
Hiermee kunt u instellen hoe lang
informatie over oproepen en packetgegevens in het logboek blijft bewaard.
Toep.beheer
Hiermee kunt u bepalen wat uw toestel
doet als er nieuwe toepassingen worden
geïnstalleerd.
• Software-installatie - hier stelt u in
dat alleen programma's met
ondertekende beveiligingscertificaten
worden geïnstalleerd (Alleen
ondertek.) of alle programma's
• Online certif.controle - deze optie
stelt u in als u toepassingen
gecontroleerd moeten worden op een
beveiligingscertificaat
• Standaardwebadres - hier stelt u
een standaardwebadres in dat moet
worden gebruikt bij het controleren
van beveiligingscertificaten
111
9
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met uw
toestel, kunt u proberen de problemen op
te lossen met behulp van de volgende
procedures, voordat u contact opneemt
met de klantenservice.
Contact opnemen met een
servicecentrum
Als u hebt geprobeerd een oplossing te
vinden met behulp van deze suggesties,
maar nog steeds problemen ondervindt,
kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke dealer of de klantenservice
van Samsung nadat u de volgende
gegevens hebt genoteerd:
• Modelnummer(s) van het toestel
• Serienummer(s) van het toestel
• Een duidelijke beschrijving van het
probleem
112
Als u contact opneemt met Samsung,
moet u gebruikmaken van de
telefoonnummers, internetadressen en
postadressen voor uw eigen land.
Als u uw toestel aan zet, kunnen de
volgende meldingen worden
weergegeven:
Melding
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
Plaats SIM- Controleer of de SIM-kaart
kaart
op de juiste wijze is
geplaatst.
Problemen oplossen
Melding
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
Geblokkeerd De functie voor
automatisch blokkeren is
ingeschakeld. Als u het
toestel wilt gebruiken,
moet u op <Ontgr.>
drukken en de code
ingeven. U schakelt de
functie voor automatisch
blokkeren als volgt uit:
1. Druk op [ ] → Instell.
→ Algemeen →
Beveiliging → Telefoon
en SIM-kaart.
2. Stel de periode voor
automatisch blokkeren in
op Geen.
Melding
PIN-code
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
Wanneer u het toestel voor
de eerste keer gebruikt of
wanneer de PIN-controle is
ingeschakeld, moet u de
PIN-code ingeven die bij de
SIM-kaart is verstrekt. U
schakelt de PIN-controle
als volgt uit:
1. Druk op [ ] → Instell.
→ Algemeen →
Beveiliging → Telefoon
en SIM-kaart.
2. Stel PIN-code vragen in
op Uit.
113
Problemen oplossen
Melding
PIN-code
geblokkeerd. PUKcode
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
Uw SIM-kaart is
geblokkeerd. Dit is meestal
het gevolg van het
meerdere keren onjuist
ingeven van uw PIN-code.
U moet de PUK-code
ingeven die u van uw
provider hebt gekregen.
Uw toestel geeft geen signaal weer
(geen staafjes naast het
netwerkpictogram)
• Als u het toestel net hebt ingeschakeld,
wacht u ongeveer 2 minuten totdat het
toestel het netwerk heeft gevonden en
een signaal heeft ontvangen.
114
• Mogelijk kunt u geen signaal
ontvangen als u zich in een tunnel of
lift bevindt. Ga naar een nietafgesloten ruimte.
• U bevindt zich mogelijk net tussen
twee servicegebieden. Zodra u zich in
een servicegebied begeeft, hoort u een
signaal te ontvangen.
U bent de beveiligingscode, de PINcode of de PUK-code vergeten
De standaard blokkeercode is
00000000. Als u deze of een andere
code bent vergeten, neemt u contact op
met de verkoper of uw provider.
Problemen oplossen
U ziet witte lijnen op uw display
Het display vertoont mogelijk witte lijnen
als u het toestel aanzet nadat u dit lange
tijd niet hebt gebruikt of als u de batterij
verwijdert zonder het toestel uit te
schakelen. Het display wordt na korte tijd
weer normaal.
U geeft een telefoonnummer in,
maar het nummer wordt niet gebeld
• Vergeet niet op [
] te drukken.
U selecteert een contactpersoon om
deze te bellen, maar het nummer
wordt niet gebeld
• Controleer of het juiste nummer is
opgeslagen in de contactgegevens.
• Geef het nummer zo nodig opnieuw in
en sla het op.
Een andere beller hoort u niet praten
• Controleer of u de ingebouwde
microfoon niet blokkeert.
• Controleer of u via het juiste mobiele
netwerk belt.
• Breng de ingebouwde microfoon
dichter bij uw mond.
• Controleer of u Oproepen blokkeren
niet hebt ingesteld voor dit
telefoonnummer.
• Als u een headset gebruikt, controleert
u of deze goed is aangesloten.
115
Problemen oplossen
De geluidskwaliteit van een oproep
is slecht
• Controleer of u de interne antenne
boven op het toestel niet blokkeert.
• Als u zich op een plek bevindt waar het
signaal zwak is, valt het gesprek
mogelijk weg. Ga naar een andere plek
en probeer het opnieuw.
De batterij wordt niet goed
opgeladen of de telefoon wordt soms
automatisch uitgeschakeld tijdens
het opladen
• Ontkoppel de telefoon van de oplader,
verwijder de batterij en plaats deze
weer terug, en probeer de telefoon
opnieuw op te laden.
• De batterijpolen zijn mogelijk vuil.
Veeg de beide goudkleurige polen
schoon met een schone, zachte doek
en probeer de batterij opnieuw op te
laden.
116
• Als de batterij niet meer geheel kan
worden opgeladen, geeft u de batterij
op de juiste manier af en plaatst u een
nieuwe batterij.
Het toestel voelt heet aan
Wanneer u meerdere toepassingen
tegelijkertijd gebruikt, verbruikt uw
toestel meer stroom en wordt het toestel
mogelijk warm. Dit is normaal en heeft
geen nadelige invloed op de levensduur
of prestaties van het toestel.
Uw toestel vraagt u gegevens te
verwijderen
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar.
Verplaats de gegevens naar een
geheugenkaart of verwijder oude items
uit toepassingen.
Problemen oplossen
Een toepassing zit vast (reageert
niet)
1. Houd [ ] ingedrukt om de lijst met
toepassingen te openen.
2. Blader naar de toepassing die is
vastgelopen en druk op [C] en
vervolgens op <Ja>.
• Controleer of de zichtbaarheid van
beide apparaten misschien is ingesteld
op Verborgen.
• Controleer of beide apparaten wel
compatibel zijn met de draadloze
Bluetooth-technologie.
3. Start de toepassing opnieuw op.
U kunt een Bluetooth-apparaat niet
vinden
• Controleer of de Bluetooth-functie op
beide apparaten is ingeschakeld.
• Controleer of de afstand tussen de
apparaten niet meer dan 10 meter
bedraagt en dat er geen muren of
andere obstakels tussen de apparaten
staan.
117
Index
activeringssleutels, 91
beveiliging, 99
Adobe Reader, 63
Bluetooth
Agenda
alarm voor item afzetten, 61
items maken, 60
opties wijzigen, 61
weergave wijzigen, 60
apparaatbeheer
configuratie starten, 91
serverprofielen definiëren, 90
bestanden en mappen
bestandsbeheer 87
nieuwe mappen maken, 87
verplaatsen, 88
zoeken, 87
118
activeren, 71
gegevens ontvangen, 73
gegevens verzenden, 73
koppelen aan andere apparaten, 72
opties wijzigen, 73
certificaten, 100
contacten
beltonen toewijzen, 58
contactgroepen maken, 58
snelkiesnummers toewijzen, 57
standaardtelefoonnummers en
-adressen toewijzen, 57
synchroniseren, 59
Index
contactpersonen
contactkaarten maken, 55
contactkaarten zoeken, 56
datum en tijd, 98
display, 96
Flash-speler zie media
Galerij zie media
geheugenkaarten
back-up maken van gegevens, 93
beveiligen, 93
formatteren, 92
gegevens herstellen, 93
GPS
activeren van methode voor
positiebepaling, 84
navigatie, 85
reisgegevens bijhouden, 85
Klok
alarm afzetten, 79
alarm instellen, 79
instellingen wijzigen, 79
wereldklok maken, 79
media
bestanden openen in Galerij, 45
Flash-bestanden afspelen, 51
mediabestanden afspelen, 45, 52
spraakmemo's afspelen, 53
spraakmemo's opnemen, 53
streaming content openen, 46, 52
muziekspeler
afspeellijsten maken, 42
bestanden aan de
muziekbibliotheek toevoegen, 39
119
Index
muziekbestanden op toestel zetten,
39
notities
PC Studio
gebruiken, 75
maken van notities, 64
installeren, 54
synchroniseren, 64
instellen van USB-modus, 74
Omrekenen
maten omrekenen, 82
PDF zie Adobe Reader
valuta omrekenen, 81
plaatsen, 86
valuta's toevoegen, 80
Quickoffice
wisselkoers instellen, 80
oproepen
bekijken van gemiste, 13
blokkeren, 14, 104
doorschakelen, 14, 103
kiezen, 12
pauze invoegen, 13
recente gekozen nummers
bekijken, 14
120
packet-gegevens, 32, 108
bijwerken van quickoffice, 62
documenten openen, 61
documenten zoeken, 62
Radio, 50
RealPlayer zie media
spraakrecorder zie media
Index
standby-stand, 97
taal, 98
toebehoren, 99
toegangspunten, 106
toepassingen
certificaten verifiëren, 89
installeren, 88
ondersteunde, 88
opties wijzigen, 89
tonen, 97
Video Editor, 46
Voice Signal, 82
121
Samsung Electronics
EN
EN
EN
EN
Radio
511 v9.0.2 (03-2003)
328 v1.6.1 (11-2004)
908-1 v2.2.1 (10-2003)
908-2 v2.2.1 (10-2003)
(naam en handtekening van bevoegde persoon)
(plaats en datum van uitgifte)
* Dit is niet het adres van het Samsung Service Center. Zie de garantiekaart of neem contact op met
de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Center.
Yong-Sang Park / verkoopmanager
2007.09.28
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK*
en wordt op verzoek ter beschikking gesteld.
(Vertegenwoordiging in de EU)
Samsung Electronics QA Lab.
De technische documentatie wordt beheerd door:
BABT, Balfour House, Churchfield Road,
Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK*
Kenmerk: 0168
De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10 en die
wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking
met de volgende aangemelde instantie(s):
Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd
product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld.
301
300
301
301
(11-2004)
(08-2002)
(08-2002)
(11-2002)
EN 50360:2001
EN 62209-1:2006
v1.5.1
v1.2.1
v1.2.1
v1.2.1
SAR
489-01
489-07
489-17
489-24
EN
EN
EN
EN
EMC
301
301
301
301
EN 60950-1:2001+A11:2004
Veiligheid
waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden en/of
andere normatieve documenten.
Mobiele GSM-telefoon : SGH-i450
verklaren onder onze eigen verantwoordelijkheid dat het product
Wij,
Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)