Samsung SGH-I550 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding
SGH-i550
Gebruiks-
aanwijzing
Over deze
gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld om u
stap voor stap bekend te maken met de
functies en onderdelen van uw toestel.
Raadpleeg de snelstartgids om snel aan
de slag te kunnen met de telefoon.
Symbolen die in deze
gebruiksaanwijzing worden
gebruikt
Bekijk voordat u begint de symbolen die
in deze gebruiksaanwijzing zijn
opgenomen:
Waarschuwing: situaties die
letsel kunnen veroorzaken bij u
of anderen
Let op: situaties die schade aan
het toestel of andere
apparatuur kunnen
veroorzaken
Opmerking: opmerkingen,
gebruikstips of aanvullende
informatie
X
Raadpleeg: pagina's met
verwante informatie,
bijvoorbeeld:
X
p. 12 (hiermee
wordt aangegeven dat u pagina
12 kunt raadplegen.)
→
Gevolgd door: de volgorde van
de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te
voeren, bijvoorbeeld: Druk op
[]
→
Media
→
Muziekspeler
(betekent [ ], gevolgd door
Media
, gevolgd door
Muziekspeler
)
[ ]
Rechte haken: telefoontoetsen,
bijvoorbeeld: [ ] (betekent:
de aan-uittoets)
Auteursrechten en
handelsmerken
De rechten op alle technologieën en
producten die dit toestel bevat zijn het
eigendom van de respectieve eigenaren:
< >
Punthaken: functietoetsen die
verschillende functies uitvoeren
in verschillende schermen,
bijvoorbeeld: <
OK
> (betekent:
de functietoets
OK
)
• Dit product bevat
software in licentie van
Symbian Ltd.
© 1998-2007. Symbian
en Symbian OS zijn
handelsmerken van
Symbian Ltd.
•Java™ is een
handelsmerk van Sun
Microsystems, Inc.
• Bluetooth
®
is wereldwijd een
gedeponeerd handelsmerk van
Bluetooth SIC, Inc. wereldwijd -
Bluetooth QD ID: B013176
• Windows Media Player
®
is een
geregistreerd handelsmerk van
Microsoft Corporation.
2
Inhoud
Informatie over
veiligheid en gebruik ...................... 4
Communicatie .......................... 12
Oproepen ................................... 12
Berichten .................................... 15
Logboeken .................................. 31
Communicatie-opties .................... 34
Media ....................................... 39
Muziekspeler ............................... 39
Camera ...................................... 41
Galerij ........................................ 44
Videobewerker ............................ 46
Flash
®
Player .............................. 49
RealPlayer
®
................................ 49
Dictafoon .................................... 50
PC Studio ....................................51
Uw persoonlijke zaken regelen. 52
Contacten ....................................52
Agenda .......................................56
Quickoffice
®
................................58
Adobe
®
Reader
®
..........................60
Notities .......................................61
Web .......................................... 62
Surfen op internet ........................62
Browserinstellingen wijzigen ..........64
Een favoriet toevoegen .................64
Een favoriet gebruiken ..................65
Een webpagina opslaan
en offline bekijken ........................65
Bestanden van internet downloaden 66
3
Inhoud
Connectiviteit ........................... 67
De draadloze Bluetooth-
voorziening gebruiken .................. 67
Verbinding maken via USB ............ 70
Uw toestel synchroniseren ............ 72
Andere toepassingen ................ 74
Rekenmachine ............................. 74
Klok ........................................... 74
Omrekenen ................................. 76
Voice Signal ................................ 78
GPS-gegevens ............................. 80
Plaatsen ..................................... 82
Beheertoepassingen ................. 83
Bestandbeheer ............................ 83
Toepassingsbeheer ...................... 84
Apparaatbeheer ...........................86
Beheer voor activeringssleutels ......87
Geheugenkaartbeheer ...................88
Verbindingsbeheer ........................90
Instellingen .............................. 92
Algemene instellingen ...................92
Telefooninstellingen ......................98
Verbindingsinstellingen ............... 102
Instellingen voor toepassingen ..... 105
Problemen oplossen ............... 108
Index...................................... 114
4
Informatie over
veiligheid en gebruik
Houd u aan de volgende richtlijnen om
gevaarlijke of illegale situaties te
voorkomen en ervoor te zorgen dat uw
toestel altijd topprestaties kan leveren.
Veiligheidsmaatregelen
De telefoon buiten het bereik houden
van kleine kinderen en huisdieren
Houd de telefoon en alle bijbehorende
onderdelen en accessoires buiten het
bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Kleine onderdelen vormen
verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk
zijn wanneer zij worden ingeslikt.
Bescherm uw gehoor
Installeer mobiele apparatuur
zorgvuldig
Zorg ervoor dat mobiele apparaten of
daaraan verwante apparatuur naar
behoren zijn bevestigd in uw voertuig.
Vermijd het plaatsen van telefoon en
accessoires op een plek waar de airbag
zich zou ontvouwen. Verkeerd
geïnstalleerde draadloze apparaten
kunnen ernstig letsel veroorzaken als
airbags zich snel ontvouwen.
Als u naar muziek luistert met
een headset op hoog volume,
kan uw gehoor worden
beschadigd. Gebruik het
minimale volume waarmee u het
gesprek of de muziek kunt horen.
5
Informatie over veiligheid en gebruik
Behandel batterijen en oplader
voorzichtig en voer deze af volgens
de voorschriften
• Gebruik alleen batterijen en opladers
die door Samsung zijn goedgekeurd en
speciaal zijn bedoeld voor uw toestel.
Niet-compatibele batterijen en
opladers kunnen ernstig letsel of
schade aan uw toestel veroorzaken.
• Gooi nooit batterijen in open vuur. Volg
alle plaatselijke voorschriften bij het
afvoeren van gebruikte batterijen.
• Leg batterijen of telefoons nooit in of
op verwarmingsapparaten, zoals een
magnetron, kachel of radiator.
Batterijen kunnen exploderen als ze te
heet worden.
Voorkom storing aan pacemakers
Houd een minimale afstand van 15 cm in
acht tussen mobiele apparaten en
pacemakers om potentiële storing te
vermijden. Dit wordt aanbevolen door de
onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless
Technology Research. Als u reden hebt
aan te nemen dat uw toestel storing
veroorzaakt aan een pacemaker of ander
medisch toestel, moet u het toestel
onmiddellijk uitschakelen en contact
opnemen met de fabrikant van de
pacemaker of de medische apparatuur
voor advies.
Informatie over veiligheid en gebruik
6
Schakel het toestel uit in
omgevingen met explosiegevaar
Gebruik het toestel niet bij tankstations
of in de buurt van brandstoffen of
chemicaliën. Schakel het toestel uit
wanneer u daartoe aanwijzingen krijgt
via waarschuwingsborden of instructies.
Uw toestel zou ontploffingen of brand
kunnen veroorzaken in of in de buurt van
opslag- en distributieplaatsen van
brandstoffen of chemicaliën of in
omgevingen waar ontploffingen
plaatsvinden. Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen, gassen en explosief
materiaal in dezelfde ruimte als het
toestel of de onderdelen of accessoires
van het toestel.
Beperk het risico van letsel door
vaak herhaalde bewegingen
Wanneer u SMS-berichten verzendt of
games speelt op het toestel, hou het
toestel dan ontspannen vast, druk licht
op de toetsen, gebruik speciale functies
waardoor u op minder toetsen hoeft te
drukken (zoals standaardberichten en
voorspellende tekst) en neem regelmatig
pauze.
Veiligheidsinformatie
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik het toestel niet tijdens het rijden
en houd u aan alle regels voor het
gebruik van mobiele telefoons in de auto.
Gebruik handsfree accessoires waar
mogelijk.
7
Informatie over veiligheid en gebruik
Volg alle veiligheidsvoorschriften en
regelgeving
Houd u aan alle regelgeving die het
gebruik van mobiele apparaten in
bepaalde omgevingen beperkt.
Gebruik alleen door Samsung
goedgekeurde accessoires.
Als u niet-compatibele accessoires
gebruikt, kan er schade aan het toestel of
persoonlijk letsel ontstaan.
Schakel het toestel uit als u zich in
de nabijheid van medische
apparatuur bevindt.
Uw toestel kan storing veroorzaken aan
medische apparaten in ziekenhuizen of
zorginstellingen. Volg alle voorschriften,
waarschuwingsmededelingen en
aanwijzingen van medisch personeel.
Schakel het toestel uit of schakel de
draadloze functies uit wanneer u zich
in een vliegtuig bevindt.
Het toestel kan storing in de apparatuur
van het vliegtuig veroorzaken. Houd u
aan alle voorschriften van de
luchtvaartmaatschappij en zet uw
telefoon uit of schakel deze over naar een
modus waarin alle draadloze
functionaliteit is uitgeschakeld, als dit
door het vliegtuigpersoneel wordt
gevraagd.
Bescherm batterijen en opladers
tegen schade
• Vermijd blootstelling van batterijen aan
extreme temperaturen (onder 0° C of
boven 45° C). Extreme temperaturen
kunnen het oplaadvermogen en de
levensduur van uw batterijen
verminderen.
Informatie over veiligheid en gebruik
8
• Voorkom dat batterijen in aanraking
komen met metalen voorwerpen. Dit
kan een verbinding vormen tussen de
plus- en minpolen van uw batterijen en
tijdelijke of permanente kortsluiting
veroorzaken.
• Gebruik nooit een beschadigde oplader
of batterij.
Gebruik uw toestel zorgvuldig en
verstandig
• Laat het toestel niet nat worden.
Vloeistoffen kunnen ernstige schade
veroorzaken. Raak het toestel niet aan
met natte handen. Waterschade aan
het toestel kan de garantie van de
fabrikant laten vervallen.
• Gebruik of bewaar het toestel niet in
stoffige, vervuilde omgevingen om
schade aan bewegende delen te
vermijden.
• Het toestel bevat complexe
elektronica. Bescherm het toestel
tegen stoten en ruw gebruik om
ernstige schade te voorkomen.
• Verf het toestel niet. Door verf kunnen
bewegende delen verstopt raken en
kan het toestel mogelijk niet naar
behoren werken.
• Gebruik de flitslamp van de camera in
het toestel niet dichtbij de ogen van
kinderen of dieren.
• Het toestel en geheugenkaarten
kunnen worden beschadigd bij
blootstelling aan magnetische velden.
Gebruik geen telefoonhoesjes of
accessoires met magnetische
sluitingen en stel het toestel niet
gedurende langere tijd bloot aan
magnetische velden.
9
Informatie over veiligheid en gebruik
Voorkom storing met andere
elektronische apparatuur
Het toestel zendt RF-signalen
(radiofrequentie) uit die storingen
kunnen veroorzaken in niet- of
onvoldoende afgeschermde elektronische
apparatuur, zoals pacemakers,
gehoorapparaten en medische
apparatuur in huis of in voertuigen. Vraag
advies bij de fabrikant van uw
elektronische toestel om mogelijke
problemen met storing op te lossen.
Belangrijke
gebruiksinformatie
Gebruik uw toestel in de normale
gebruikspositie
Vermijd aanraking met de interne
antenne van het toestel.
Laat reparaties aan het toestel alleen
uitvoeren door gekwalificeerd
personeel
Als u het toestel laat repareren door niet-
gekwalificeerd personeel kan het toestel
beschadigd raken en is uw garantie niet
meer geldig.
Verleng de levensduur van batterij
en oplader
• Laat batterijen niet langer dan een
week achtereen opladen, aangezien
teveel opladen niet bevorderlijk is voor
de levensduur.
• Batterijen die niet worden gebruikt,
ontladen zich na verloop van tijd en
moeten voor gebruik opnieuw worden
opgeladen.
• Laat de stekker van de oplader niet in
het stopcontact zitten als u de oplader
niet gebruikt.
Informatie over veiligheid en gebruik
10
• Gebruik de batterijen alleen voor het
doel waarvoor ze zijn bedoeld.
Wees voorzichtig met SIM-kaarten
en geheugenkaarten
• Verwijder een kaart niet als het toestel
bezig is met informatieoverdracht of
het ophalen van informatie. Dit kan
leiden tot gegevensverlies en/of
schade aan de kaart of het toestel.
• Bescherm kaarten tegen sterke
schokken, statische elektriciteit en
elektrische storing van andere
apparaten.
• Door veelvuldig wissen van en
schrijven naar een geheugenkaart,
verkort u de levensduur.
• Raak geen goudkleurige contactpunten
of polen aan met uw vingers of met
metalen voorwerpen. Veeg, indien
nodig, geheugenkaarten schoon met
een zachte doek.
Zorg dat contact met nooddiensten
mogelijk blijft
In sommige gebieden of omstandigheden
kan het voorkomen dat bellen met het
toestel niet mogelijk is, dus ook niet in
noodgevallen. Voordat u naar afgelegen
of minder ontwikkelde gebieden afreist,
moet u daarom een alternatieve manier
plannen om contact op te kunnen nemen
met nooddiensten.
11
Informatie over veiligheid en gebruik
Informatie over het SAR-certificaat
(Specific Absorption Rate)
Uw toestel voldoet aan de standaarden
die in de EU zijn opgesteld voor
blootstelling aan radiofrequentie-energie
die wordt afgegeven door radio- en
telecommunicatie-apparatuur. Deze
standaarden verbieden de verkoop van
mobiele apparaten die het
maximumniveau voor blootstelling
overschrijden, de zogenaamde SAR
(Specific Absorption Rate), van 2,0 watt
per kilogram lichaamsgewicht.
Tijdens testen werd de maximum-SAR
voor dit model vastgesteld op 0,
719 watt
per kilogram. Bij normaal gebruik is de
feitelijke SAR waarschijnlijk veel lager,
aangezien het toestel zo is ontworpen dat
slechts de minimaal benodigde
hoeveelheid RF-energie wordt gebruikt
voor het verzenden van een signaal naar
het dichtstbijzijnde basisstation.
Door waar mogelijk automatisch lagere
niveaus te gebruiken, beperkt het toestel
blootstelling aan RF-energie nog verder.
De conformiteitsverklaring achteraan in
deze gebruikershandleiding geeft aan dat
het toestel voldoet aan de Richtlijn van
de EU betreffende radioapparatuur en
telecommunicatie-eindapparatuur. Ga
naar de website van Samsung over
mobiele apparatuur voor meer informatie
over SAR en de gerelateerde EU-
standaarden.
12
1
Communicatie
U kunt met uw toestel veel verschillende
soorten oproepen en berichten verzenden
en ontvangen via mobiele netwerken en
internet.
Oproepen
Informatie over de oproepfuncties van
uw toestel. Zie de snelstartgids voor de
basisprincipes van het bellen met de
telefoon.
Een internationaal nummer
bellen
1. Druk tweemaal op [ ] om het teken
+
in te voegen (dit vervangt de
internationale toegangscode).
2. Toets het volledige nummer in dat u
wilt bellen (landnummer, netnummer
en abonneenummer) en druk op [ ].
3. Druk op [ ] om de oproep te
beëindigen.
Iemand bellen die in de lijst met
contacten staat
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Contacten
om de lijst met contacten
te openen.
2. Blader naar een contact of zoek het
contact op door de eerste paar letters
van de naam in te geven.
13
Communicatie
3. Druk op [ ] om het
standaardnummer voor het contact te
bellen.
Een pauze invoegen
Wanneer u geautomatiseerde
telefoonsystemen belt, kunt u een pauze
invoegen tussen het telefoonnummer en
een andere reeks cijfers.
U voegt een pauze in door op [ ] te
drukken om het type pauze te
selecteren:
•
p
(automatische pauze)-druk driemaal
op [ ] om een automatische pauze in
te voegen. Het toestel pauzeert twee
seconden lang en verzendt de cijfers
na de pauze vervolgens automatisch.
•
w
(handmatige pauze)-druk viermaal
op [ ] om een handmatige pauze in te
voegen. Na de pauze moet u op
<
Zenden
> drukken om de resterende
cijfers te verzenden.
Gemiste oproepen bekijken en
terugbellen
Op het display van het toestel worden de
gemiste oproepen weergegeven.
U belt als volgt een gemiste oproep
terug:
1. Druk op
de trackball
.
2. Blader naar een gemiste oproep.
U kunt ook op de trackball drukken
om de contactgegevens te openen en
een ander nummer of ander type
oproep te selecteren (zoals
bijvoorbeeld een video).
Communicatie
14
3. Druk op [ ] om te bellen.
Een recent gekozen nummer
opnieuw bellen
1. Druk in de standby-stand op [ ] om
de lijst met recente nummers weer te
geven.
2. Blader naar een nummer en druk op
[].
Oproepen doorschakelen
Uw serviceprovider of netwerk
ondersteunt deze voorziening misschien
niet.
U schakelt als volgt inkomende
gesprekken door naar een ander
nummer:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instell.
→
Telefoon
→
Doorschakelen
.
2. Blader naar een type oproep en druk
op
de trackball
.
3. Blader naar een type doorschakeling
en druk op <
Opties
>
→
Activeren
.
4. Blader voor spraakoproepen naar een
doorschakellocatie (mailbox of een
ander nummer) en druk op
de
trackball
.
5. Geef indien nodig een telefoonnummer
in en druk op <
OK
>.
Oproepen blokkeren
Voor deze functie hebt u een wachtwoord
voor oproepen blokkeren nodig, dat door
uw provider wordt verstrekt.
15
Communicatie
U blokkeert als volgt inkomende
oproepen van een bepaald nummer:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instell.
→
Telefoon
→
Blokkeren
.
2. Blader naar een type blokkering en
druk op de trackball.
3. Geef het blokkeerwachtwoord in en
druk op <
OK
>.
Berichten
Hier vindt u informatie over
berichtfuncties. Zie de snelstartgids voor
instructies over het ingeven van tekst.
Zie "Communicatie-opties," voor een
beschrijving van de opties
X
34).
Berichtmappen
Wanneer u Berichten opent, ziet u de
functie
Nieuw bericht
en een lijst met
mappen.
•
Inbox
: ontvangen berichten, behalve
e-mail en Infodienstberichten
•
Mijn mappen
: standaardberichten en
opgeslagen berichten
•
Mailbox
: ontvangen e-mail. Wanneer
u een mailbox maakt, wordt de naam
die u opgeeft, hier weergegeven.
Als u het blokkeerwachtwoord drie
keer verkeerd invoert, raakt het
toestel geblokkeerd. Neem hierover
contact op met uw provider.
Communicatie
16
•
Ontwerpen
: berichten die u nog niet
hebt verzonden
•
Verzonden
: recentelijk verzonden
berichten
•
Outbox
: tijdelijke opslag voor
berichten die nog moeten worden
verzonden
•
Rapporten
: leveringsrapporten van
SMS- en MMS-berichten. Als u een
leveringsrapport wilt, moet u dit
aangeven bij de berichtopties voordat
u het bericht verzendt.
Symbolen in Postvak IN
In Postvak IN staan de volgende
symbolen mogelijk naast uw berichten:
• Berichten die via Bluetooth zijn
verzonden, worden niet opgeslagen
in de mappen
Ontwerpen
of
Verzonden
.
• Het is wellicht niet mogelijk om een
leveringsrapport te ontvangen voor
een MMS-bericht dat naar een
e-mailadres is gestuurd.
Symbool Beschrijving
Ongelezen SMS-bericht
Melding van MMS-bericht
Ongelezen MMS-bericht
Ongelezen Smart-bericht
Ongelezen dienstbericht
Gegevens ontvangen via
een Bluetooth-verbinding
Onbekend berichttype
17
Communicatie
Status van Postvak UIT
Wanneer u zich buiten het servicebereik
bevindt of geen verbinding met het
netwerk of de server hebt, blijven uw
berichten in Postvak UIT staan, totdat de
verbinding weer tot stand is gebracht. De
status van Postvak UIT geeft informatie
over de reden waarom een bericht nog in
Postvak UIT staat:
•
Bezig met verzenden
: het toestel
maakt verbinding en het bericht wordt
direct verzonden
•
Wacht
: het bericht staat in de rij
achter een ander bericht en wordt zo
snel mogelijk verzonden
•
Opnieuw zenden om (tijd)
: het
bericht kon niet worden verzonden en
wordt op de opgegeven tijd opnieuw
verzonden. Druk op <
Opties
>
→
Zenden
om het bericht direct opnieuw
te verzenden.
•
Uitgesteld
: het bericht wordt op een
later tijdstip verzonden
•
Mislukt
: het toestel heeft meerdere
keren getracht het bericht te
verzenden, maar dit is mislukt
SMS-berichten
Een SMS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
Nieuw bericht
→
SMS
.
2. Geef een telefoonnummer in of druk
op
de trackball
om een contact te
selecteren.
3. Blader omlaag en voer de tekst in.
SMS-berichten die meer dan 160
tekens bevatten, worden verzonden
als twee of meer berichten en
hiervoor kunnen extra kosten in
rekening worden gebracht.
Communicatie
18
4. Druk op
de trackball
om het bericht te
verzenden.
Een SMS-bericht bekijken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
Inbox
.
2. Blader naar een bericht en druk op
de
trackball
.
Berichten ophalen van een SIM-kaart
Als u SMS-berichten op een SIM-kaart
hebt staan, moet u ze naar het toestel
kopiëren voordat u ze kunt bekijken.
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
<
Opties
>
→
SIM-
berichten
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Markeringen
aan/uit
→
Markeren
(om er één te
selecteren) of
Alle markeren
(om alle
te selecteren).
3. Druk op <
Opties
>
→
Kopiëren
→
Inbox
of een map.
U kunt de berichten nu bekijken in de
map op uw toestel.
MMS-berichten
Voordat u MMS-berichten kunt
verzenden, moet u een toegangspunt
definiëren.
Een toegangspunt instellen
Uw serviceprovider verstrekt de
instellingen voor het toegangspunt
mogelijk via een smart-bericht. Zie
"Gegevens of instellingen van smart-
berichten opslaan in uw toestel,"
X
29 als
u een toegangspunt automatisch wilt
instellen met behulp van een smart-
bericht.
19
Communicatie
U stelt als volgt een toegangspunt
handmatig in:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instell.
→
Verbinding
→
Toegangspunten
.
2. Blader omlaag en druk op de trackball
om een bestaand toegangspunt te
selecteren of druk op <
Opties
>
→
Nieuw toegangspunt
.
3. Stel de opties voor het toegangspunt
in volgens de instructies van uw
serviceprovider.
Een MMS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
Nieuw bericht
→
Multimediabericht
.
2. Geef een telefoonnummer in of druk
op
de trackball
om een contact te
selecteren.
3. Blader omlaag en voer een onderwerp
in.
4. Blader omlaag en voer tekst in.
5. Als u een bestaand multimediaobject
wilt invoegen, drukt u op <
Opties
>
→
Object invoegen
→
een objecttype.
Als u een nieuw multimediaobject wilt
maken en invoegen, drukt u op
<
Opties
>
→
Nieuw invoegen
→
een
objecttype.
6. Druk op
de trackball
→
Verzenden
om
het bericht te verzenden.
U kunt alleen afbeeldingen invoegen
met een resolutie van 176 x 144 of
lager.
Communicatie
20
Een multimediabericht bewerken
Voordat u het multimediabericht
verzendt, kunt u het bewerken:
• Als u velden wilt toevoegen aan de
berichtkop, drukt u op <
Opties
>
→
Adresvelden
→
een veldtype
• Als u de indeling van het bericht wilt
wijzigen, drukt u op <
Opties
>
→
een
tekstpositie
• Als u een voorbeeld van het bericht wilt
bekijken, drukt u op <
Opties
>
→
Voorbeeld
.
• Als u een item wilt verwijderen, drukt u
op <
Opties
>
→
Bijlage verwijderen
→
een item.
Een MMS-bericht bekijken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
Inbox
.
2. Blader naar een bericht en druk op
de
trackball
.
Naar voicemail luisteren
Als uw voicemailnummer vooraf is
ingesteld door uw serviceprovider, kunt u
[
1
] ingedrukt houden om uw voicemail te
openen. Als er nog geen
voicemailnummer is ingesteld of als u het
nummer wilt wijzigen, handelt u als
volgt:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
Opr.mailbox
.
2. Geef het voicemailnummer in dat is
verstrekt door uw serviceprovider.
3. Druk op <
OK
>.
U kunt afbeeldingen, geluiden of
video's aan dia's toevoegen. U kunt
echter slechts één type media per dia
toevoegen.
21
Communicatie
U kunt nu uw voicemail openen door in
de standby-stand [
1
] ingedrukt te
houden.
E-mailberichten
Voordat u e-mailberichten kunt
verzenden of ontvangen, moet u een
mailbox maken.
Een mailbox maken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
<
Opties
>
→
Instellingen
→
E-mail
.
2. Blader naar
Mailbox in gebruik
en
druk op
de trackball
.
3. Druk op <
Ja
>.
4. Druk op
de trackball
om de wizard
Mailbox te starten en volg de
instructies op het scherm.
De nieuwe mailbox verschijnt
automatisch in Berichten. Als u de
huidige mailbox wilt wijzigen, gaat u
terug naar E-mailinstellingen en stelt u
de "Mailbox in gebruik" in op een andere
mailbox (stappen 1 en 2 hierboven).
Een e-mail verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
Nieuw bericht
→
E-mail
.
2. Geef een e-mailadres in of druk op
de
trackball
om een contact te selecteren.
Als u het POP3-protocol gebruikt,
wordt de mailbox niet automatisch
bijgewerkt zodra u online bent. U
moet de verbinding verbreken en
opnieuw verbinding maken om de
nieuwe berichten te zien.
Communicatie
22
3. Blader omlaag en voer een onderwerp
in.
4. Blader omlaag en voer de tekst in.
5. Druk op <
Opties
>
→
Invoegen
→
een
type bijlage (optioneel).
6. Druk op
de trackball
→
Verzenden
.
Als u offline bent of zich buiten het
servicegebied bevindt, wordt het bericht
bewaard in Postvak UIT totdat u weer
online en in uw servicegebied bent.
Een e-mailbericht bekijken
Wanneer u een mailbox opent, kunt u
eerder opgehaalde e-mailberichten
offline bekijken of verbinding maken met
de e-mailserver om nieuwe berichten te
bekijken. Nadat u e-mailberichten hebt
opgehaald, kunt u ze offline bekijken.
U bekijkt als volgt nieuwe berichten
online:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
uw mailbox.
2. Druk op <
Opties
>
→
Verbinden
.
3. Druk op <
Opties
>
→
E-mail
ophalen
.
U bekijkt als volgt nieuwe berichten
offline:
1. Herhaal de bovenstaande stappen 1
tot en met 3.
2. Druk op <
Opties
>
→
Verbind.
verbreken
.
23
Communicatie
E-mailbijlagen bekijken of opslaan
U bekijkt als volgt een bijlage:
1. Druk op <
Opties
>
→
Bijlagen
vanuit
een geopende e-mail.
2. Blader naar de bijlage en druk op de
trackball.
De bijlage wordt geopend in de
bijbehorende toepassing.
U slaat als volgt een bijlage op:
1. Druk op <
Opties
>
→
Bijlagen
vanuit
een geopende e-mail.
2. Blader naar de bijlage en druk op
<
Opties
>
→
Opslaan
.
Een e-mailbericht verwijderen
U kunt e-mailberichten alleen van uw
toestel verwijderen of zowel van het
toestel als van de e-mailserver
verwijderen.
U verwijdert als volgt een bericht alleen
van uw toestel:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
uw mailbox.
2. Blader naar een e-mail en druk op
<
Opties
>
→
Verwijderen
→
Alleen
telefoon
.
E-mailbijlagen ( ) kunnen virussen
bevatten die uw toestel schade
kunnen toebrengen. Bescherm uw
toestel door alleen bijlagen te
openen als u de afzender vertrouwt.
Zie "Certificaatbeheer,"
X
97 voor
meer informatie.
De titel van het e-mailbericht blijft in
uw mailbox staan totdat u het bericht
van de e-mailserver verwijdert.
Communicatie
24
U verwijdert als volgt een bericht zowel
van het toestel als van de e-mailserver:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
uw mailbox.
2. Blader naar een e-mail en druk op
<
Opties
>
→
Verwijderen
→
Telefoon en server
.
Chatten
U kunt chatten (expresberichten
verzenden en ontvangen) als uw
serviceprovider deze voorziening
ondersteunt. Voordat u kunt chatten,
moet u een server instellen.
Een server instellen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Connect.
→
Chatten
.
U wordt gevraagd of u een server wilt
definiëren. Druk op <
Ja
> (als de
vraag niet verschijnt, drukt u op
<
Opties
>
→
Instellingen
→
Servers
).
2. Stel de serveropties in volgens de
instructies van uw serviceprovider.
Als u offline bent, wordt de berichten
van de server verwijderd zodra u
opnieuw verbinding maakt. Als u het
POP3-protocol gebruikt, worden de te
verwijderen berichten verwijderd
zodra de verbinding met de mailbox
wordt gesloten.
25
Communicatie
Aanmelden bij de chatserver
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Connect.
→
Chatten
.
2. Als het toestel niet automatisch de
aanmelding start, drukt u op
<
Opties
>
→
Aanmelden
.
3. Geef de gebruikers-ID en het
wachtwoord in en druk op <
OK
>.
4. Als u zich wilt afmelden, drukt u op
<
Opties
>
→
Afmelden
.
Een gesprek beginnen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Connect.
→
Chatten
→
Gesprekken
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Nieuw gesprek
→
Gebr-ID invoeren
of
Select. uit
contacten
.
3. Geef een gebruikers-ID in of selecteer
een naam uit uw lijst met contacten.
4. Tijdens een gesprek kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende
opties weer te geven:
•
Smiley invoegen
: hier kunt u een
van de vooraf ingestelde smiley's
invoegen
•
Afbeelding verzenden
: hiermee
verzendt u een afbeelding naar uw
chatpartner
•
Chat opnemen
: u kunt uw gesprek
opnemen en opslaan in Notities
•
Blokkeeropties
→
Toev. aan
blok.lijst
: hier blokkeert u berichten
van een bepaald chatcontact
•
Eigen status wijzigen
: hier wijzigt
u uw beschikbaarheidsstatus, die te
zien is voor andere chatcontacten
5. Als u het gesprek wilt beëindigen,
drukt u op <
Opties
>
→
Gesprek
beëindigen
.
Communicatie
26
Een uitnodiging aannemen
Wanneer u bent aangemeld bij de
chatserver en een chatuitnodiging
ontvangt, wordt het volgende bericht
weergegeven op uw toestel: "1 nieuw
chatbericht." U kunt de uitnodiging
aannemen door op <
Tonen
> te drukken.
Als u meer dan één uitnodiging tegelijk
ontvangt, drukt u op <
Tonen
>, bladert u
naar een uitnodiging en drukt u
vervolgens op <
OK
>.
Chatcontacten toevoegen
U kunt chatcontactgegevens opslaan
door op <
Opties
>
→
Toev. aan
chatcont.
te drukken tijdens een
gesprek. U kunt gegevens toevoegen aan
Chatcontacten door op <
Opties
>
→
Nieuw chatcontact
te drukken.
Wanneer u uw chatcontacten bekijkt,
kunt u de volgende symbolen zien:
Als u geen symbool ziet naast de naam
van het contact, is het contact onbekend.
Chatopties wijzigen
Druk tijdens het chatten op <
Opties
>
voor toegang tot de volgende opties:
•
Voorkeuren
: hier stelt u uw
voorkeuren in voor chatcontacten en
berichten
•
Servers
: hier voegt u een nieuwe
server toe of wijzigt u instellingen voor
een bestaande server
Symbool Beschrijving
het contact is online
het contact is offline
het contact is
geblokkeerd
27
Communicatie
•
Standaardserver
: hier stelt u de
standaardserver in voor chatten
•
Login-type chat
: hier stelt u het
login-type in op automatisch (type) of
handmatig
Audioberichten
U kunt audioberichten verzenden met
spraakmemo's of geluidsclips. Zie
"Dictafoon," voor het opnemen van een
spraakmemo of een geluidsclip
X
50.
Een audiobericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
Nieuw bericht
→
Audiobericht
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Ontvngr
toevoegen
.
3. Blader naar een ontvanger en druk op
de trackball
→
<
OK
>.
4. U voegt als volgt een bestaande
geluidsclip in:
a. Selecteer <
Opties
>
→
Geluidsclip
invoegen
→
Van Galerij
.
b. Blader naar een geluidsclip en druk
op
de trackball
(ga verder met
stap 6).
5. U neemt als volgt een nieuwe
geluidsclip op en voegt deze in:
a. Druk op <
Opties
>
→
Geluidsclip
invoegen
→
Nieuwe geluidsclip
.
b. Als u klaar bent met de opname,
drukt u op <
Stop
> om de
geluidsclip automatisch bij te
voegen bij het audiobericht.
6. Druk op <
Opties
>
→
Verzenden
.
Communicatie
28
Infoberichten
Als uw serviceprovider deze voorziening
ondersteunt, kunt u zich abonneren op
infoberichten die automatische
meldingen of nieuwsberichten
verstrekken. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie
over de beschikbare infoberichten.
Een item voor infodiensten
toevoegen
Neem contact op met uw serviceprovider
voor namen en nummers van items.
U voegt als volgt een item toe aan de lijst
met infodiensten:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
<
Opties
>
→
Infodienst
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Item
→
Zelf
toevoegen
.
3. Geef een naam en nummer in voor het
item en druk op <
OK
>.
Abonneren op een infodienst
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
<
Opties
>
→
Infodienst
.
2. Blader naar een item en druk op
<
Opties
>
→
Abonnement
.
Het toestel ontvangt nieuwe berichten
nu automatisch.
3. U kunt het abonnement weer
opzeggen door op <
Opties
>
→
Abonnem. opzeggen
te drukken.
Sommige verbindingsinstellingen
blokkeren infodiensten mogelijk.
Neem contact op met uw provider
voor de juiste verbindingsinstellingen.
29
Communicatie
Een infodienstbericht bekijken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
<
Opties
>
→
Infodienst
.
2. Blader naar een itemmap en druk op
de trackball
.
3. Blader naar een item en druk op
de
trackball
.
Automatische kennisgeving instellen
van nieuwe infodienstberichten
U handelt als volgt om een kennisgeving
van een nieuw infodienstbericht te
ontvangen:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
<
Opties
>
→
Infodienst
.
2. Blader naar een item en druk op
<
Opties
>
→
Direct melden
.
3. U stopt de automatische kennisgeving
door nogmaals op <
Opties
>
→
Direct
melden verw.
te drukken.
Smart-berichten
Uw toestel kan allerlei smart-berichten
ontvangen, waaronder beeldberichten,
visitekaartjes, beltonen, logo's van
providers, agenda-items,
browserfavorieten en instellingen. Uw
serviceprovider verzendt wellicht smart-
berichten waarmee u instellingen in uw
toestel kunt laden.
Gegevens of instellingen van smart-
berichten opslaan in uw toestel
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Berichten
→
Inbox
.
2. Blader naar een bericht en druk op
de
trackball
.
Communicatie
30
3. Druk op <
Opties
> en sla de gegevens
of instellingen op volgens het type
smart-bericht:
•
Beeldbericht
: selecteer
Opslaan
om op te slaan in de map
Beeldberichten
•
Visitekaartje
: selecteer
Visitekaartje opsl.
•
Beltoon
: selecteer
Opslaan
om op
te slaan in
Galerij
•
Operatorlogo
: als u het Stand-
bylogo wilt vervangen, selecteert u
Opslaan
•
Agenda-item
: selecteer
Opslaan in
Agenda
•
WAP-bericht
: selecteer
Toev. aan
bookms.
•
SMS-servicenummer
: selecteer
Opslaan
•
Nr. voicemailserver
: selecteer
Opslaan in Contacten
•
Toegangspuntinstell.
: selecteer
Opslaan
•
E-mailinstellingen
: selecteer
Opslaan
U kunt ook een e-mailmelding
ontvangen, waarin wordt vermeld
hoeveel nieuwe e-mails er in uw externe
mailbox zitten.
Dienstberichten
U kunt dienstberichten ontvangen van uw
serviceprovider. Deze worden
automatisch verwijderd wanneer ze zijn
verlopen. U kunt dienstberichten
bekijken in Postvak IN (mogelijk moet u
het bericht van de serviceprovider
downloaden). Neem voor informatie over
de dienstberichten contact op met uw
provider.
31
Communicatie
Logboeken
Hier vindt u meer informatie over
logboekgegevens van oproepen, packet-
gegevens en andere communicatie-
onderwerpen.
Recente oproepen
U kunt recente logboeken bekijken van
recentelijk gemiste oproepen, ontvangen
oproepen of gekozen nummers, en u
kunt deze logboeken verwijderen.
Logboeken met recente oproepen
bekijken
U bekijkt als volgt recentelijk gemiste
oproepen, ontvangen oproepen of
gekozen nummers:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Logboek
→
Recente opr.
.
2. Blader naar een type oproep en druk
op
de trackball
.
Logboeken met recente oproepen
wissen
U kunt alle logboeken met recente
oproepen tegelijk wissen, u kunt één
logboek wissen of een enkel nummer uit
een logboek wissen.
U wist als volgt alle logboeken met
recente oproepen:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Logboek
→
Recente opr.
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Wis recente
oproep.
.
Als u een nummer uit een logboek wilt
bellen, bladert u naar het nummer en
drukt u op
[]
.
Communicatie
32
U wist als volgt één logboek met recente
oproepen:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Logboek
→
Recente opr.
→
een type
oproep.
2. Druk op <
Opties
>
→
Lijst wissen
.
U wist als volgt een enkel nummer uit
een logboek:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Logboek
→
Recente opr.
→
een type
oproep.
2. Blader naar een nummer en druk op
[
C
].
Gespreksduur
Als u de gespreksduur wilt zien van uw
laatste oproep, het gekozen nummer, een
ontvangen oproep of alle oproepen, drukt
u op [ ]
→
Logboek
→
Duur oproep
.
U zet als volgt de gespreksduurtellers op
nul:
1. Druk op <
Opties
>
→
Timers op nul
.
2. Geef de blokkeercode in (de standaard
blokkeercode is
00000000
).
Packet-gegevens
Als u de hoeveelheid verzonden of
ontvangen packet-gegevens wilt
bekijken, drukt u op [ ]
→
Logboek
→
Packet-ggvns
.
U zet als volgt de packet-gegevenstellers
terug op nul:
1. Druk op <
Opties
>
→
Tellers op nul
.
2. Geef de blokkeercode in (de standaard
blokkeercode is
00000000
).
33
Communicatie
Communicatielogboek
U kunt communicatiegegevens bekijken
en logboeken filteren met het
communicatielogboek.
Het communicatielogboek bekijken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Logboek
.
2. Blader naar rechts om naar het
communicatielogboek te gaan.
Logboekgebeurtenissen filteren
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Logboek
.
2. Blader naar rechts om naar het
communicatielogboek te gaan.
3. Druk op <
Opties
>
→
Filter
.
4. Blader naar een filtertype en druk op
de trackball
.
Het communicatielogboek wissen
Als u alle inhoud van het logboek
permanent wilt wissen, drukt u op
<
Opties
>
→
Logboek wissen
.
Duur logboek
U kunt wijzigen hoe lang
communicatiegebeurtenissen in het
logboek moeten worden opgeslagen.
Daarna worden gebeurtenissen
automatisch verwijderd om geheugen vrij
te maken.
U stelt als volgt een tijdsduur voor het
logboek in:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Logboek
.
Sommige gebeurtenissen, zoals een
SMS-bericht dat in twee delen is
gesplitst, worden weergegeven als
één communicatiegebeurtenis.
Communicatie
34
2. Druk op <
Opties
>
→
Instellingen
.
3. Druk op <
Opties
>
→
Wijzigen
.
4. Blader naar een tijdsduur en druk op
de trackball
.
Communicatie-opties
Opties voor SMS-berichten
Druk in het menu
Berichten
op
<
Opties
>
→
Instellingen
→
SMS
om de
volgende opties te wijzigen:
•
Berichtencentrales
: hier kunt u alle
opgegeven berichtencentrales
weergeven of een nieuwe
berichtencentrale toevoegen (druk op
<
Opties
>
→
Nwe berichtencentr.
)
•
Ber.centrale in gebr.
: hier stelt u in
welke berichtencentrale u gebruikt als
u SMS-berichten verzendt
•
Tekencodering
: hier stelt u een type
tekencodering in (
Voll.
ondersteuning
voor Unicode beperkt
de maximumlengte van uw berichten
met ongeveer de helft)
•
Rapport ontvangen
: hier stelt u in
dat u een rapport wilt ontvangen als
het bericht is afgeleverd
•
Geldigheid bericht
: hier stelt u in hoe
lang het bericht geldig moet zijn. Als
het bericht niet binnen de opgegeven
tijd kan worden afgeleverd, wordt het
uit de berichtencentrale verwijderd
Als u
Geen logboek
selecteert,
worden er geen
communicatiegebeurtenissen in het
logboek opgeslagen.
35
Communicatie
•
Ber. verzonden als
: hier stelt u in dat
tekstberichten worden omgezet in een
andere indeling
•
Voorkeursverbinding
: hier stelt u
een netwerkverbindingstype in
•
Ant. via zelfde centr.
: hier stelt u in
dat dezelfde berichtencentrale moet
worden gebruikt voor het ontvangen
van antwoord op een bericht
Opties voor multimediaberichten
Druk in het menu
Berichten
op
<
Opties
>
→
Instellingen
→
Multimediabericht
om de volgende
opties te wijzigen:
•
Grootte afbeelding
: hier stelt u een
afmeting in voor afbeeldingen die aan
multimediaberichten worden
toegevoegd (wanneer u een bericht
verzendt naar een e-mailadres, wordt
de afmeting automatisch ingesteld op
Klein
)
•
MMS-aanmaakmodus
: hier kunt u de
modus selecteren voor het maken van
MMS-berichten
•
Toeg.punt in gebruik
: hier stelt u
een toegangspunt in voor het
verzenden van MMS-berichten
•
Multimedia ophalen
: hier stelt u een
optie in voor het ontvangen van MMS-
berichten
•
Anonieme ber. toest.
: hier stelt u in
of u berichten van anonieme afzenders
wilt ontvangen of niet
•
Advertent. ontvang.
: hiermee kunt u
reclame toestaan of blokkeren
•
Rapport ontvangen
: hier stelt u in
dat u een rapport wilt ontvangen als
het bericht is afgeleverd
•
Rapportz. weigeren
: hier stelt u in
dat u afleveringsrapporten weigert
voor MMS-berichten
Communicatie
36
•
Geldigheid bericht
: hier stelt u in hoe
lang het bericht geldig moet zijn. Als
het bericht niet binnen de opgegeven
tijd kan worden afgeleverd, wordt het
uit de berichtencentrale verwijderd
E-mailopties
Druk in het menu
Berichten
op
<
Opties
>
→
Instellingen
→
E-mail
om
de volgende opties te wijzigen:
•
Mailboxen
: hier kunt u een lijst met
gedefinieerde mailboxen bekijken. Voor
elke mailbox kunt u de volgende opties
instellen:
Verbindingsinstellingen
•
Inkomende e-mail
: hier stelt u
opties in voor inkomende e-mail
•
Uitgaande e-mail
: hier stelt u
opties in voor uitgaande e-mail
Gebruikersinstellingen
•
Mijn mailnaam
: hier stelt u uw
gebruikersnaam in
•
Bericht zenden
: hier geeft u op of
e-mailberichten onmiddellijk worden
verzonden of pas de volgende keer
dat u verbinding maakt met de
server.
•
Kopie naar mij
: hier stelt u in dat
kopieën van uitgaande e-mails
worden opgeslagen
•
Handtek. opnemen
: hier maakt u
een handtekening die in uw e-mails
wordt opgenomen
•
Melding bij nieuwe e-mail
: hier
stelt u in dat er een symbool wordt
weergegeven als u nieuwe e-mail
ontvangt
37
Communicatie
Inst. voor ophalen
•
E-mail ophalen
: hier stelt u in dat
alleen de titels van e-mails of het
volledige bericht met bijlagen wordt
opgehaald (u kunt een limiet
instellen voor volledige berichten)
•
Aantal
: hier stelt u een maximaal
aantal titels in dat u per keer wilt
ophalen
•
Pad IMAP4-map
(voor IMAP4): hier
stelt u een pad in naar de map die
wordt gesynchroniseerd met de
server
•
Mapabonnementen
(voor IMAP4):
hier maakt u verbinding met de
mailbox en worden mappen
bijgewerkt
Automatisch ophalen
•
E-mailmeldingen
: hier stelt u in
dat u bericht wilt zodra u een nieuwe
e-mail ontvangt
•
E-mail ophalen
: hier stelt u in dat
e-mail automatisch moet worden
opgehaald van de server
•
Mailbox in gebruik
: de
berichtenmailbox instellen die u wilt
gebruiken
Dienstberichtopties
Druk in het menu
Berichten
op
<
Opties
>
→
Instellingen
→
Dienstbericht
om de volgende opties te
wijzigen:
•
Dienstberichten
: hier stelt u in of u
dienstberichten wilt ontvangen.
•
Ber. downloaden
: hier stelt u in of u
nieuwe dienstberichten automatisch of
handmatig wilt downloaden
Communicatie
38
Opties voor infodienstberichten
Druk in het menu
Berichten
op
<
Opties
>
→
Instellingen
→
Infodienst
om de volgende opties te wijzigen:
•
Ontvangst
: hier stelt u in of u
infodienstberichten wilt ontvangen
•
Taal
: hier stelt u in of u
infodienstberichten wilt ontvangen in
Alle
of
Geselecteerd
talen
•
Itemherkenning
: hier stelt u in dat
het itemnummer automatisch moet
worden opgeslagen wanneer u een
infodienstbericht ontvangt dat niet tot
een bestaand item behoort
Overige berichtopties
Druk in het menu
Berichten
op
<
Opties
>
→
Instellingen
→
Overige
om de volgende opties te wijzigen:
•
Verzonden ber. opsl.
: hier stelt u in
dat kopieën van uitgaande e-mails
worden opgeslagen
•
Aantal opgesl. ber.
: hier stelt u een
maximumaantal opgeslagen berichten
in dat in de map
Verzonden
moet
worden bewaard. Nieuwe berichten
worden opgeslagen terwijl oudere
berichten dan worden verwijderd.
•
Gebruikt geheugen
: hier stelt u een
geheugenlocatie in voor het opslaan
van berichten
39
2
Media
Hier vindt u meer informatie over de
mediatoepassingen op uw toestel: de
Muziekspeler, Camera, Galerij,
Videobewerker, Flash-speler, RealPlayer,
Dictafoon en PC Studio.
Muziekspeler
Met de muziekspeler kunt u MP3- of AAC-
bestanden afspelen.
Bestanden op uw toestel zetten
U kunt muziekbestanden op uw toestel
zetten door ze te downloaden van
internet of ze over te zetten van een
computer met behulp van PC Studio (zie
de Help bij PC Studio), een microSD-
geheugenkaart of Windows Media Player.
Bestanden aan de
muziekbibliotheek toevoegen
U voegt als volgt bestanden toe aan de
muziekbibliotheek:
1. Muziekbestanden op uw toestel zetten
2. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Muziekspeler
.
3. Druk op <
Opties
>
→
Muziekbibliotheek
.
4. Druk op <
Opties
>
→
Muziekbibl.
bijwerken
.
Muziekbestanden afspelen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Muziekspeler
.
Media
40
2. Druk op <
Opties
>
→
Muziekbibliotheek
.
3. Druk op <
Opties
>
→
Muziekbibl.
bijwerken
.
4. Blader naar een afspeellijst.
5. Druk op <
Opties
>
→
Afspelen
.
6. Tijdens het afspelen kunt u de
volgende opties instellen:
U hebt ook toegang tot de volgende
opties:
• Als u muzieknummers in willekeurige
volgorde wilt afspelen, drukt u op
<
Opties
>
→
Willekeurig afspelen
.
Handeling Functie
Op de
trackball
drukken of
[
5
]
Het afspelen wordt
onderbroken of hervat.
(Het afspelen van mmf-
bestanden kan niet
worden onderbroken)
Omhoog
bladeren of
druk op
[
2
]
Achteruitgaan
Omlaag
bladeren of
druk op
[
8
]
Vooruitgaan
Naar links
of rechts
bladeren,
Op
[Volume]
drukken of
druk op
[
4
] of [
6
]
Het volume harder of
zachter zetten
Druk op
[
0
]
Het afspelen stoppen
Handeling Functie
41
Media
• Als u één of alle nummers steeds
opnieuw wilt afspelen, drukt u op
<
Opties
>
→
Herhalen
.
• Als u de muziekspeler wilt sluiten
met de muziek op de achtergrond,
drukt u op <
Opties
>
→
Afsp. in
achtergrond
.
Een afspeellijst maken
U maakt als volgt uw eigen afspeellijst:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Muziekspeler
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Muziekbibliotheek
→
Tracklijsten
.
3. Druk op <
Opties
>
→
Nieuwe
tracklijst
→
een geheugentype (indien
nodig).
4. Geef een naam in voor de afspeellijst
en druk op
de trackball
.
5. Blader naar de nieuwe afspeellijst en
druk op
de trackball
.
6. Druk op <
Opties
>
→
Tracks
toevoegen
.
7. Blader naar een nummer en druk op
de trackball
om het nummer aan de
afspeellijst toe te voegen.
Camera
U kunt met uw toestel digitale foto's
nemen (jpg-indeling) of video's opnemen
(mp4-indeling).
Een foto nemen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Camera
.
2. Draai het toestel 90° naar links
(tegen de klok in).
Media
42
3. Richt de lens op het onderwerp en pas
het beeld naar wens aan (zie "De
toetsen gebruiken in de
camerastand").
4. Druk op de trackball of op [Camera]
om de foto te nemen.
De toetsen gebruiken in de
camerastand
Handeling Functie
Naar links
of rechts
bladeren
In- of uitzoomen
Omlaag
bladeren
Overschakelen naar de
camcorderstand
Druk op
[
1
]
Schakelen tussen
Reeksmodus en de normale
modus
Druk op
[
2
]
De flitser in- of uitschakelen
Druk op
[
3
]
Het geheugen wijzigen
waar de foto wordt
opgeslagen.
Druk op
[
4
]
De helderheid aanpassen
Druk op
[
5
]
Gebruik autofocus
Druk op
[
6
]
De witbalansmodus
wijzigen
Druk op
[
7
]
De kleurtoon wijzigen
Druk op
[
8
]
De vertraging voordat een
foto wordt genomen,
instellen
Druk op
[]
Zie snelkoppelingen voor
aanpassingen
Druk op
[
0
]
De camera-instellingen
wijzigen (zie "Camera,"
X
106).
Handeling Functie
43
Media
Een foto bekijken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Galerij
→
Afbeeldingen
.
2. Blader naar een afbeelding en druk op
de trackball.
Een video-opname maken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Camera
.
2. Draai het toestel 90° naar links
(tegen de klok in).
3. Blader naar rechts (in de richting van
de alfanumerieke toetsen) om de
camcorder te starten.
4. Richt de lens op het onderwerp en pas
het beeld naar wens aan (zie "De
toetsen gebruiken in de
camcorderstand").
5. Druk op de trackball of op [Camera]
om te beginnen met de opname.
6. Druk op [Camera] om de opname te
stoppen.
De toetsen gebruiken in de
camcorderstand
Druk op
[]
De pictogrammen op het
scherm weergeven of
verbergen
Handeling Functie
Handeling Functie
Naar links
of rechts
bladeren
In- of uitzoomen
Omhoog
bladeren
Naar de camerastand
overschakelen
Druk op
[
1
]
Het geluid in- of
uitschakelen.
Media
44
Een video-opname afspelen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Galerij
→
Videoclips
.
2. Blader naar een video en druk op de
trackball.
Galerij
U kunt al uw mediabestanden en
internetkoppelingen voor streaming
beheren vanuit de Galerij.
Een mediabestand openen
1. U opent de Galerij door op [ ]
→
Media
→
Galerij
te drukken. Uw
mediabestanden worden automatisch
gesorteerd op bestandstype.
2. Blader naar een mediamap en druk op
de trackball
.
Druk op
[
2
]
De flitser in- of uitschakelen
Druk op
[
3
]
Het geheugen wijzigen
waar de video wordt
opgeslagen.
Druk op
[
4
]
De helderheid aanpassen
Druk op
[
6
]
De witbalansmodus
wijzigen
Druk op
[
7
]
De kleurtoon wijzigen
Druk op
[]
Zie snelkoppelingen voor
aanpassingen
Druk op
[
0
]
De camera-instellingen
wijzigen (zie "Camera,"
X
106).
Druk op
[]
De pictogrammen op het
scherm weergeven of
verbergen
Handeling Functie
45
Media
3. Blader naar een mediabestand en druk
op
de trackball
.
Een internetkoppeling voor
streaming aan de Galerij
toevoegen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Galerij
.
2. Blader naar de map
Streaming kop.
en druk op
de trackball
.
3. Druk op <
Opties
>
→
Nieuwe
koppeling
→
een geheugentype
(indien nodig).
4. Geef een naam en internetadres in en
druk op
de trackball
.
Streaming content afspelen van
internet
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Galerij
.
2. Blader naar de map
Streaming kop.
en druk op de trackball.
3. Blader naar een koppeling en druk op
de trackball
.
RealPlayer wordt gestart en u wordt
gevraagd of u verbinding wilt maken
met internet.
4. Druk op <
Ja
>.
Media
46
Videobewerker
Met Videobewerker kunt u videoclips
bewerken of nieuwe videoclips maken
door foto's of videoclips samen te
voegen.
Een video bijsnijden
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Videobewerker
→
Video
bewerken
.
2. Selecteer een videobestand.
3. Druk op de trackball om het afspelen
te starten.
4. Markeer het begin en einde van de
nieuwe videoclip:
• Druk op het punt waar u de videoclip
wilt laten beginnen op <
Start
>.
• Druk op het punt waar u de videoclip
wilt laten beginnen op <
Einde
>.
5. Druk op <
Opties
>
→
Instellingen
en
wijzig de instellingen voor het opslaan
van de videobestanden, zoals de
beeldkwaliteit, het voorvoegsel van de
naam en de opslaglocatie.
6. Wanneer u klaar bent, selecteert u
<
Opties
>
→
Opslaan
.
Nadat de nieuwe videoclip is
opgeslagen, wordt deze automatisch
afgespeeld.
Geluid aan een videoclip
toevoegen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Videobewerker
→
Video
bewerken
.
2. Selecteer een videobestand.
3. Druk op de trackball om het afspelen
te starten.
47
Media
4. Druk op <
Opties
>
→
Audio
en kies
een van de volgende opties:
•
Audio dubbing
: hiermee kunt u een
van de opgeslagen geluidsbestanden
toevoegen.
•
Live dubbing
: hiermee kunt u
geluid toevoegen door een nieuw
geluid op te nemen.
5. Als u een bestaand geluid wilt
toevoegen <
Opties
>
→
Dubbing
starten
→
een geluid. Als u een nieuw
geluid wilt toevoegen, drukt u op
<
Opties
>
→
Live dubbing
en neemt
u een geluid op.
Nadat u het geluid hebt toegevoegd,
wordt de video automatisch op de
telefoon afgespeeld.
6. Druk op <
Opties
>
→
Instellingen
en
wijzig de instellingen voor het opslaan
van de videobestanden, zoals de
beeldkwaliteit, het voorvoegsel van de
naam en de opslaglocatie
7. Wanneer u klaar bent, selecteert u
<
Opties
>
→
Opslaan
.
Een diavoorstelling maken
U kunt foto's combineren om een
diavoorstelling te maken van uw
favoriete foto's.
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Videobewerker
→
Fotofilm
maken
.
2. Selecteer de gewenste foto's en druk
op <
Gereed
>.
3. U hebt de volgende opties:
• U kunt de kleurtoon wijzigen of
speciale effecten toepassen via
<
Opties
>
→
Effect
.
• Als u een foto of tekst wilt invoegen,
drukt u op <
Opties
>
→
Invoegen
→
Foto's invoegen
of
Tekstclip
invoegen
.
Media
48
• U kunt instellen hoe de
diavoorstelling van de ene videoclip
of foto in de andere overgaat via
<
Opties
>
→
Overgang
.
• Als u geluid aan uw diavoorstelling
wilt toevoegen, drukt u op
<
Opties
>
→
Commentaar
→
Invoegen
.
• Als u de weergaveduur van
afbeeldingen wilt instellen, selecteert
u <
Opties
>
→
Duur
.
• Als u de volgorde van de foto's wilt
wijzigen, drukt u op <
Opties
>
→
Verplaatsen
.
• U kunt de instellingen voor het
opslaan van de videoclip, zoals de
beeldkwaliteit, het voorvoegsel van
de naam en de opslaglocatie wijzigen
via <
Opties
>
→
Instellingen
.
4. Wanneer u klaar bent, selecteert u
<
Opties
>
→
Opslaan
.
Een storyboard maken
U kunt foto's en videoclips samenvoegen
op een storyboard.
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Videobewerker
→
Storyboard
.
2. Selecteer de gewenste foto's en
video's en druk op <
Gereed
>.
U hebt dezelfde opties als bij het
maken van een fotofilm. Zie het vorige
gedeelte. Daarnaast kunt u met
Clip
bewerken
een geselecteerde video
bijsnijden of audio aan de video
toevoegen.
3. Wanneer u klaar bent, selecteert u
<
Opties
>
→
Opslaan
.
49
Media
Flash
®
Player
Uw toestel wordt geleverd met Flash
Player voor het bekijken van Flash-
bestanden (*.swf).
U bekijkt als volgt een Flash-bestand:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Flash-speler
.
2. Blader naar een Flash-bestand en druk
op
de trackball
(blader naar rechts om
bestanden op te zoeken op een
geheugenkaart).
RealPlayer
®
Uw toestel wordt geleverd met RealPlayer
voor het bekijken van allerlei soorten
mediabestanden en streaming content
van internet. RealPlayer ondersteunt
bestanden in de volgende indelingen:
3gp, mp4, rm, ram, ra en rv.
Een mediabestand afspelen in
RealPlayer
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
RealPlayer
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Openen
→
Recente clips
of
Opgeslagen clip
.
3. Blader naar een mediabestand en druk
op
de trackball
.
4. Tijdens het afspelen kunt u de
volgende opties instellen:
Handeling Functie
Op de
trackball
drukken
Het afspelen wordt
onderbroken of hervat.
Druk op
[
5
]
Achteruitgaan
Druk op
[
0
]
Vooruitgaan
Media
50
Streaming content van internet
afspelen met RealPlayer
Wanneer u een koppeling opent naar
streaming content met uw webbrowser,
wordt de content door RealPlayer
gebufferd en afgespeeld (zie "Surfen op
internet,"
X
62). U kunt vervolgens de
functietoetsen en volumetoets gebruiken
om opties voor de streaming content in
te stellen.
Dictafoon
U kunt met de Dictafoon spraakmemo's
en geluidsclips opnemen en afspelen.
Een spraakmemo opnemen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Dictafoon
.
2. Druk op
de trackball
om de opname te
starten.
3. Als u klaar bent met de opname, drukt
u op <
Stop
>.
De spraakmemo wordt automatisch
opgeslagen.
Een spraakmemo afspelen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Media
→
Dictafoon
.
Druk op
[
2
]
De weergavemodus
wijzigen
Druk op
[Volume]
Het volume harder of
zachter zetten
Handeling Functie
51
Media
2. Druk op <
Opties
>
→
Ga naar
Galerij
.
3. Blader naar een spraakmemo en druk
op
de trackball
.
Het afspelen wordt automatisch
gestart.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm
om het afspelen te regelen.
PC Studio
PC Studio, dat zich op de PC Studio-cd-
rom bevindt, is een Windows-programma
waarmee u uw persoonlijke gegevens
kunt beheren en bestanden kunt
synchroniseren voor uw toestel.
Installeer het programma en raadpleeg
de Help bij PC Studio voor meer
informatie.
PC Studio installeren
1. Plaats de cd met PC Studio in een
computer met het Windows-
besturingssysteem.
2. Selecteer een taal voor het
installatieprogramma.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
PC Studio gebruiken
Als u het toestel met een pc met PC
Studio wilt gebruiken, moet u de USB
modus van het toestel wijzigen (Zie "PC
Studio gebruiken,"
X
71).
Tijdens de installatie worden de
nodige USB-stuurprogramma's
automatisch geïnstalleerd.
52
3
Uw persoonlijke zaken regelen
Hier vindt u informatie over het beheer
van uw contacten, plannen van
afspraken, maken van notities en gebruik
van de QuickOffice en Adobe
®
Reader
®
.
Contacten
U kunt contactkaarten en -groepen
gebruiken om de gegevens van uw
contacten op te slaan, zoals namen,
telefoonnummers en adressen.
Een nieuwe contactkaart maken
U kunt contactkaarten opslaan in het
telefoongeheugen of op de SIM-kaart.
Een nieuwe contactkaart maken in
het geheugen van het toestel
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Contacten
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Nieuw contact
.
3. Geef de contactgegevens in.
4. Als u klaar bent met het ingeven van
gegevens, drukt u op <
Gereed
> om
de contactkaart op te slaan.
Als u nog meer gegevensvelden
wilt invoegen, drukt u op
<
Opties
>
→
Detail toevoegen
→
een gegevenstype. Als u een
afbeelding aan de contactkaart wilt
toevoegen, drukt u op <
Opties
>
→
Thumbnail toevoeg.
→
een
afbeelding.
53
Uw persoonlijke zaken regelen
Een nieuwe contactkaart maken op
een SIM-kaart
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Contacten
.
2. Druk op <
Opties
>
→
SIM-contacten
→
SIM-telefoonboek
(SIM-kaart).
3. Druk op <
Opties
>
→
Nieuw SIM-
contact
.
4. Geef de contactgegevens in.
5. Als u klaar bent met het ingeven van
gegevens, drukt u op <
Gereed
> om
de contactkaart op te slaan.
Contactkaarten zoeken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Contacten
.
2. Typ de eerste tekens van de naam van
het contact in het zoekvak.
De contactkaarten worden
weergegeven, waarbij de naam die het
meest overeenkomt met de letters die
u hebt ingevoerd, is gemarkeerd.
3. Blader naar een contact en druk op de
trackball om de gegevens te openen.
Een contactkaart kopiëren
U kopieert als volgt contactkaarten van
de ene geheugenlocatie naar de andere:
1. Open als volgt de lijst met contacten:
a. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Contacten
(apparaatgeheugen).
b. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Contacten
→
<
Opties
>
→
SIM-
contacten
→
SIM-telefoonboek
(SIM-kaart).
Uw persoonlijke zaken regelen
54
2. Blader naar een contact en druk op
<
Opties
>
→
Kopie naar Contact.
of
Kopieer naar SIM
.
Een standaardtelefoonnummer
of -adres instellen
Sommige contactkaarten bevatten
wellicht meer dan een telefoonnummer of
adres.
U stelt als volgt een bepaald
telefoonnummer of adres in als
standaard:
1. Open een lijst met contacten (zie "Een
contactkaart kopiëren,"
X
53).
2. Blader naar een contact en druk op
de
trackball
.
3. Blader naar een contact en druk op
<
Opties
>
→
Standaardnummers
.
4. Blader naar een standaardtype en druk
op
de trackball
.
5. Blader naar een telefoonnummer of
adres en druk op
de trackball
.
Een snelkiesnummer toewijzen
aan een contactkaart
U kunt snelkeuzenummers toewijzen aan
maximaal acht contactkaarten ([
2
] tot en
met [
9
]); [
1
] is gereserveerd als
snelkiesnummer voor uw voicemail.
U wijst als volgt snelkeuzenummers toe:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Contacten
.
Als u een geheugenkaart hebt
geplaatst, kunt u ook contacten
kopiëren van en naar de kaart. Dit
doet u als volgt: druk op <
Opties
>
→
Kopiëren
→
Naar geheugenkaart
of
Van geheugenkaart
.
55
Uw persoonlijke zaken regelen
2. Blader naar een contact en druk op
de
trackball
.
3. Blader naar een telefoonnummer en
druk op <
Opties
>
→
Snelkeuze
toewijz.
.
4. Blader naar een snelkiesnummer en
druk op
de trackball
.
Een beltoon aan een
contactkaart of -groep toewijzen
U kunt voor elke contactkaart en groep
een bepaalde beltoon instellen.
U wijst als volgt een beltoon toe:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Contacten
.
2. Blader naar een contact of groep en
druk op
de trackball
.
3. Druk op <
Opties
>
→
Beltoon
.
4. Blader naar een beltoon en druk op de
trackball.
Een contactgroep maken
U kunt groepen met contacten maken en
vervolgens e-mails of berichten aan de
gehele groep verzenden.
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Contacten
.
Bij een afzonderlijk contact wordt de
beltoon gebruikt die het laatst is
ingesteld voor de contactkaart. Als u
bijvoorbeeld een beltoon aan een
groep toewijst en vervolgens een
beltoon toewijst aan een contactkaart
binnen die groep, wordt de beltoon
gebruikt die aan de contactkaart is
toegewezen, wanneer er door die
persoon wordt gebeld.
Uw persoonlijke zaken regelen
56
2. Blader naar rechts om naar de
groepslijst te gaan.
3. Druk op <
Opties
>
→
Nieuwe groep
.
4. Geef een naam in en druk op
de
trackball
.
5. Blader naar de nieuwe groep en druk
op de trackball om de gegevens te
openen.
6. Druk op <
Opties
>
→
Leden
toevoegen
.
7. Blader naar elk contact dat u wilt
toevoegen en druk op
de trackball
.
8. Als u klaar bent met het selecteren van
contacten, drukt u op <
OK
> om de
contacten in de groep op te slaan.
Uw contacten synchroniseren
U synchroniseert uw contacten als volgt
met het huidige synchronisatieprofiel:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Contacten
.
2. Blader naar een contact en druk op
<
Opties
>
→
Synchronisatie
→
Starten
.
3. Blader naar een synchronisatieprofiel
en druk op de trackball.
Agenda
Met de Agenda kunt u afspraken,
verjaardagen of andere gebeurtenissen
bijhouden.
Zie "Uw toestel synchroniseren,"
X
72 als u synchronisatieprofielen of -
instellingen wilt wijzigen.
57
Uw persoonlijke zaken regelen
Een agenda-item maken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Agenda
.
2. Blader naar een datum en druk op
<
Opties
>
→
Nieuw item
→
een type
item:
•
Vergadering
- een herinnering op
een bepaalde datum en tijd
•
Memo
- algemene tekst
•
Verjaardag
- een jaarlijkse
herinnering aan een specifieke
datum
•
Taak
- een notitie over een bepaalde
taak
3. Vul de velden in en pas de instellingen
aan voor uw item.
4. Druk op <
Gereed
> wanneer u klaar
bent. Uw item wordt opgeslagen.
De weergave van de Agenda
wijzigen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Agenda
.
2. Druk op <
Opties
>
→
een
weergavetype.
In het veld
Synchronisatie
kunt u
opgeven of een gebeurtenis
Privé
(kan alleen door u worden bekeken),
Openbaar
(kan worden bekeken door
iedereen die toegang heeft tot uw
gegevens als u hebt
gesynchroniseerd) of
Geen
(niet
gesynchroniseerd) is.
Uw persoonlijke zaken regelen
58
Een alarm voor een agenda-item
afzetten
Als u een alarm instelt voor een agenda-
item, gaat het alarm een minuut lang af
op de opgegeven tijd. Als u het alarm wilt
afzetten, drukt u op <
Stop
>. Als u de
alarmtoon wilt uitschakelen, drukt u op
<
Stil
>. Als u het alarm kort daarna
opnieuw af wilt laten gaan, drukt u op
<
Stil
>
→
<
Snooze
>
→
een snoozetijd.
Agendaopties wijzigen
Selecteer in een willekeurige
Agendaweergave <
Opties
>
→
Instellingen
voor toegang tot de
volgende opties:
•
Agenda-alarmtoon
: hier kunt u zelf
een alarmtoon kiezen
•
Snoozetijd alarm
: hier stelt u in hoe
lang de snoozetijd moet duren voor
een agenda-alarm
•
Standaardweergave
: hier stelt u in
welke weergave wordt getoond als u de
Agenda opent
•
Week begint met
: hier stelt u in met
welke dag de week moet beginnen
•
Titel weekweergave
: hier stelt u de
titel van de weekweergave in op een
weeknummer of datum
Quickoffice
®
Met Quickoffice kunt u Word-, Excel- en
PowerPoint -bestanden op uw toestel
openen
Een Quickoffice-document
openen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Quickoffice
.
59
Uw persoonlijke zaken regelen
2. Blader naar rechts om de verschillende
toepassingen te gebruiken
(Quickword, Quicksheet en
Quickpoint).
3. Blader naar een document en druk op
de trackball
.
4. Terwijl u een document bekijkt, kunt u
op <
Opties
> drukken om de volgende
opties weer te geven:
Quickoffice bijwerken
Met Quickmanager kunt u updates voor
toepassingen, nieuwe Quickoffice-
producten of speciale aanbiedingen
downloaden.
U voert als volgt een update voor
Quickoffice uit:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Quickoffice
.
Optie Beschrijving
Zoom
Gedeelte van een
document vergroten
Search
Tekst zoeken
Go to
Naar het begin of het
eind van een document
gaan
Start
Autoscroll
Automatisch door een
document bladeren
(schuiven)
Resize
De afmetingen van een
kolom of rij wijzigen
Pan
Naar rechts of naar
links gaan
Full screen
Het gehele display
gebruiken voor de
weergave
Optie Beschrijving
Uw persoonlijke zaken regelen
60
2. Blader naar rechts om naar
Quickmanager
te gaan.
3. Blader naar een Quickmanager-item
en druk op
de trackball
.
Adobe
®
Reader
®
Met Adobe Reader kunt u PDF-
documenten openen en bekijken.
U opent als volgt een PDF-document:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Adobe PDF
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Blad. naar
bestand
.
3. Blader naar een type geheugen en
druk
op de trackball
.
4. Blader naar een bestandstype en druk
op
de trackball
.
5. Blader naar een bestand en druk op
de
trackball
.
6. Terwijl u een document bekijkt, kunt u
op <
Opties
> drukken om de volgende
opties weer te geven:
Optie Beschrijving
Zoomen
Gedeelte van een
document vergroten
Zoeken
Tekst zo e ken
Weergave
Het volledige display
gebruiken om het
document te bekijken
of te draaien
Ga naar
Naar een andere
pagina gaan
61
Uw persoonlijke zaken regelen
Notities
Met Notities kunt u tekstnotities maken
en deze met andere apparaten
synchroniseren.
Een notitie maken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Notities
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Nieuwe notitie
.
3. Geef de tekst in.
4. Als u klaar bent met het ingeven van
tekst, drukt u op <
Gereed
> om de
notitie op te slaan.
Notities synchroniseren met
andere apparaten
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Notities
.
2. Blader naar een notitie en druk op
<
Opties
>
→
Synchronisatie
→
Starten
.
3. Blader naar een synchronisatieprofiel
en druk op
de trackball
.
62
4
Web
U kunt met de ingebouwde webbrowser
in het toestel draadloos verbinding
maken met internet. U moet het
volgende doen om verbinding te maken
met internet:
• Aanmelden bij een draadloos netwerk
dat gegevensoproepen ondersteunt
• De gegevensservice activeren voor uw
SIM-kaart
• Een internettoegangspunt verkrijgen
van een serviceprovider
• Uw webinstellingen definiëren
Surfen op internet
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Web
.
Het toestel geeft een lijst met
favorieten en mappen weer.
2. U opent als volgt een webpagina:
• Blader naar een favoriet en druk op
de trackball
.
• Geef een internetadres in en druk op
de trackball
.
3. Als u
de trackball
ingedrukt houdt
terwijl u een webpagina bekijkt, kunt u
de werkbalk verbergen of weergeven:
Uw telefoon is ingesteld voor
draadloze toegang tot internet. Als u
geen verbinding krijgt met internet,
neemt u contact op met uw
serviceprovider om nieuwe
browserinstellingen te downloaden.
63
Web
4. Druk op <
Afsluiten
> om de
internetverbinding te sluiten.
Druk op <
Opties
> tijdens het surfen om
de volgende opties in te stellen:
•
Opslaan als bookmark
: hiermee
maakt u een nieuwe favoriet voor de
huidige webpagina
•
Scherm draaien
: hier schakelt u over
op breedbeeld
Symbool Beschrijving
Vaak gebruikte
koppelingen
Doorsturen
Startpagina
Paginaoverzicht
Opnieuw laden
Zoeken
Stop
• Als het bericht "Geheugen vol"
wordt weergegeven, sluit u andere
actieve toepassingen om
systeemgeheugen beschikbaar te
maken en start u de browser
opnieuw.
• Als u een versleutelde verbinding tot
stand hebt gebracht, wordt er een
beveiligingssymbool ( )
weergegeven.
Web
64
•
Navigatieopties
: hiermee kunt u
schermafbeeldingen zien van pagina's
die u recentelijk hebt bezocht of kunt u
de huidige pagina opnieuw laden
•
Zoomopties
: hier kunt in- of
uitzoomen op een webpagina
•
Instrumenten
: hier kunt u pagina's
opslaan voor offline gebruik, een
webpagina verzenden of informatie
over een webpagina bekijken
•
Zoeken
: hier kunt u zoeken naar tekst
op een webpagina
Browserinstellingen
wijzigen
Druk in de browser op <
Opties
>
→
Instellingen
om de volgende opties in te
stellen:
•
Algemeen
: hier kunt u opties instellen
voor toegangspunten, startpagina's,
geschiedenis, beveiliging en Java
•
Pagina
: hier stelt u opties in voor het
laden en weergeven van webcontent
•
Privacy
: hier stelt u opties in voor
favorieten en cookies
•
Webfeeds
: hier stelt u in dat de
webpagina automatisch wordt
bijgewerkt
Een favoriet toevoegen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Web
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Bookmarkbeheer
→
Bookm. toev.
.
3. Geef de naam van de favoriet, het
adres en het toegangspunt in, en een
gebruikersnaam en wachtwoord indien
gewenst.
65
Web
4. Druk op <
Opties
>
→
Opslaan
.
Een favoriet gebruiken
U kunt favorieten ook openen terwijl u
aan het surfen bent (zie "Een favoriet
toevoegen,"
X
64). Druk op <
Opties
>
→
Bookmarks
om de volgende opties in te
stellen:
Een webpagina opslaan
en offline bekijken
Wanneer u een webpagina opslaat, kunt
u een kopie van de pagina offline
bekijken zonder dat u een
internetverbinding nodig hebt. De
opgeslagen kopie wordt niet automatisch
bijgewerkt, dus u moet regelmatig
verbinding met de pagina op het web
maken om de huidige versie op te halen.
Een webpagina opslaan
1. Ga naar de webpagina met uw browser
(zie "Surfen op internet,"
X
62).
2. Druk op <
Opties
>
→
Instrumenten
→
Pagina opslaan
.
De webpagina is nu opgeslagen op uw
toestel.
Symbool Beschrijving
Startpagina van het
toegangspunt
De map met automatische
favorieten
De map die u hebt gemaakt
Standaardmap
Map voor webfeed
Favoriet
Web
66
Een opgeslagen webpagina
bekijken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Web
.
2. Blader naar
Opgeslagen pagina's
en
druk op
de trackball
.
3. Blader naar een opgeslagen
webpagina en druk op
de trackball
.
4. Als u de webpagina wilt bijwerken,
drukt u op <
Opties
>
→
Navigatieopties
→
Opnieuw laden
.
Bestanden van internet
downloaden
Wanneer u bestanden downloadt van
internet, worden deze opgeslagen in een
bijbehorende map in de Galerij.
Gedownloade afbeeldingen worden
bijvoorbeeld opgeslagen in de map
Afbeeldingen
.
Bestanden die u downloadt van
internet kunnen mogelijk virussen
bevatten die schade toebrengen aan
uw toestel. Download daarom alleen
bestanden van websites die u
vertrouwt.
Sommige mediabestanden maken
gebruik van Digital Rights
Management om copyrights te
beschermen. Deze beveiliging kan het
onmogelijk maken sommige
bestanden te downloaden, te
kopiëren, te wijzigen of te verzenden.
67
5
Connectiviteit
Hier vindt u informatie over het
verzenden van gegevens van en naar uw
toestel via de draadloze Bluetooth-
voorziening of de datakabel van de pc.
De draadloze Bluetooth-
voorziening gebruiken
U kunt verbinding maken met andere
draadloze Bluetooth-apparaten binnen
een afstand van 10 meter. Muren of
andere obstakels tussen de apparaten
kunnen de draadloze verbinding
blokkeren of verzwakken.
De draadloze Bluetooth-
voorziening inschakelen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Connect.
→
Bluetooth
2. Blader naar
Bluetooth
en druk op
de
trackball
.
3. U maakt uw toestel waarneembaar
voor andere gebruikers door te
bladeren naar
Waarneembrh. tel.
en
op
de trackball
te drukken.
4. Selecteer een optie voor de
waarneembaarheid en druk op
de
trackball
.
Connectiviteit
68
Een Bluetooth-apparaat
opzoeken en koppelen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Connect.
→
Bluetooth
2. Blader naar rechts om de lijst met
gekoppelde apparaten te openen.
3. Druk op <
Opties
>
→
Nw gekoppeld
app.
.
Uw apparaat zoekt een lijst met
Bluetooth-apparaten en geeft deze
weer:
4. Blader naar een apparaat en druk op
de trackball
.
5. Geef de toegangscode voor Bluetooth
in en druk op
de trackball
.
6. Als u wilt toestaan dat het apparaat
gegevens verzendt en ontvangt zonder
bevestiging, drukt u op <
Ja
>. Zo niet,
drukt u op <
Nee
> om bevestiging
noodzakelijk te maken.
Symbool Type apparaat
Mobiele telefoon
Computer
Headset
Handsfree carkit
Audio-apparaat
Onbekend apparaat
Als u uw apparaat wilt koppelen aan
een ander Bluetooth-apparaat,
moeten beide apparaten dezelfde
toegangscode gebruiken. Voor
headsets of handsfree kits wordt
mogelijk een vast wachtwoord
gebruikt, zoals
0000
.
Symbool Type apparaat
69
Connectiviteit
Opties voor gekoppelde
apparaten wijzigen
Druk in de lijst met gekoppelde
apparaten op <
Opties
> om de volgende
opties weer te geven:
•
Nw gekoppeld app.
: hier kunt u
zoeken naar een ander Bluetooth-
apparaat
•
Verb. met audioapparaat
: hier
koppelt u het apparaat aan een
headset of carkit
•
Korte naam toewijz.
: hier kunt u een
korte naam instellen voor een
gekoppeld apparaat
•
Geautoriseerd
/
Niet geautoriseerd
:
hier kunt u instellen dat een ander
apparaat automatisch verbinding kan
maken of alleen met toestemming
•
Verwijderen
: hiermee verwijdert u
een apparaat uit de lijst.
•
Alle verwijderen
: hiermee verwijdert
u alle apparaten uit de lijst.
•
Afsluiten
: hiermee sluit u de lijst met
gekoppelde apparaten.
Gegevens verzenden via de
draadloze Bluetooth-voorziening
1. Selecteer een bestand of item dat u
wilt verzenden.
2. Druk op <
Opties
>
→
Zenden
.
3. Blader naar
Via Bluetooth
en druk op
de trackball
.
4. Blader naar een gekoppeld apparaat
en druk op
de trackball
.
5. Geef, indien nodig, een toegangscode
in en druk op <
OK
>.
Connectiviteit
70
Gegevens ontvangen via de
draadloze Bluetooth-voorziening
1. Als een ander apparaat toegang
probeert te krijgen tot uw apparaat,
drukt u op <
Ja
> als u de verbinding
wilt toestaan.
2. Druk, indien nodig, nogmaals op <
Ja
>
om te bevestigen dat u gegevens wilt
ontvangen van het apparaat.
De externe SIM-modus activeren
Ga als volgt te werk om de externe SIM-
modus te gebruiken met een compatibele
handsfree carkit:
1. Maak een koppeling tussen uw toestel
en een geautoriseerde handsfree
carkit.
2. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instell.
→
Verbinding
→
Bluetooth
→
Externe SIM-modus
→
Aan
.
U kunt nu alleen via de SIM-kaart in
uw toestel bellen en oproepen
beantwoorden met de aangesloten
handsfree carkit.
Als u de modus wilt deactiveren, drukt u
op [ ]
→
Externe SIM sluiten
.
Verbinding maken via
USB
Een standaardactie instellen
voor de USB-verbinding
U kunt als volgt instellen dat uw apparaat
een standaardactie uitvoert wanneer u
het apparaat op een computer aansluit
met behulp van de datakabel voor de pc:
De items die u hebt geaccepteerd,
worden in uw Postvak IN geplaatst.
Het symbool geeft de berichten aan
die via Bluetooth zijn ontvangen.
71
Connectiviteit
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Connect.
→
USB
.
2. Stel de standaard USB-modus in
(
Mediaspeler
,
PC Studio
of
Gegevensoverdracht
).
PC Studio gebruiken
1. De USB-verbinding wijzigen in
PC
Studio
.
2. Sluit de telefoon met een pc-datakabel
op de computer aan.
3. Start PC Studio en beheer persoonlijke
gegevens en mediabestanden.
Zie de Help bij PC Studio voor meer
informatie.
Synchroniseren met Windows
Media Player
U kunt muziekbestanden naar het toestel
kopiëren door te synchroniseren met
Windows Media Player 11.
1. De USB-verbinding wijzigen in
Mediaspeler
.
2. Sluit de telefoon met een pc-datakabel
op de computer aan.
3. Selecteer
Mediabestanden met
apparaat synchroniseren
als er op
uw computer een pop-upvenster wordt
geopend.
4. Geef de naam van uw telefoon in en
klik op
Voltooien
.
U kunt ook de instelling
Vragen bij
verbind.
kiezen, in plaats van een
standaard USB-modus te gebruiken.
Als u deze instelling gebruikt, vraagt
uw telefoon welke USB-modus u wilt
gebruiken, zodra u het toestel aansluit
op een computer.
Connectiviteit
72
5. Selecteer de gewenste
muziekbestanden en sleep deze naar
de synchronisatielijst.
6. Klik op
Synchronisatie starten
.
7. Wanneer het synchroniseren is
voltooid, koppelt u het toestel los van
de computer.
Muziekbestanden naar een
geheugenkaart kopiëren
1. Plaats een geheugenkaart in het
toestel.
2. De USB-verbinding wijzigen in
Gegevensoverdracht
.
3. Sluit de telefoon met een pc-datakabel
op de computer aan.
4. Selecteer
Map openen en bestanden
weergever
als er op uw computer een
pop-upvenster wordt geopend.
5. Kopieer bestanden van de computer
naar de geheugenkaart.
6. Wanneer de synchronisatie is voltooid,
koppelt u de telefoon los van de
computer.
Uw toestel
synchroniseren
U kunt de gegevens op uw toestel
synchroniseren met gegevens op een
computer of ander draadloos toestel.
Een nieuw synchronisatieprofiel
maken
Uw toestel beschikt over een
synchronisatieprofiel voor PC Studio. U
maakt als volgt een nieuw
synchronisatieprofiel:
73
Connectiviteit
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Connect.
→
Synchr.
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Nw
sync.profiel
.
3. Druk op <
Ja
> om de instellingen uit
een bestaand profiel te kopiëren of op
<
Nee
> om nieuwe instellingen te
definiëren.
4. Definieer het volgende:
•
Naam synchr.profiel
: hier stelt u
een naam in voor het profiel.
•
Toepassingen
: hier stelt u de
toepassingen in die moeten worden
gesynchroniseerd
•
Verbindingsinstellingen
: hier stelt
u opties in voor verbinding met het
netwerk
5. Druk op <
Terug
> om het nieuwe
profiel op te slaan.
Gegevens synchroniseren
1. Koppel uw toestel met een ander
draadloos Bluetooth-apparaat
(zie "Een Bluetooth-apparaat opzoeken
en koppelen,"
X
68).
2. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Connect.
→
Synchr.
.
3. Druk op <
Opties
>
→
Synchroniseren
.
4. Blader naar een toestel en druk op de
trackball, indien nodig.
Onder aan het scherm van uw toestel
wordt een voortgangsmeter
weergegeven.
Zodra de synchronisatie is voltooid,
kunt u op <
Opties
>
→
Logboek
bekijken
drukken om een lijst met
gegevens te bekijken die zijn
gewijzigd.
74
6
Andere toepassingen
Hier vindt u informatie over de
rekenmachine, de klok, de
omrekenfunctie, Voice Signal, GPS-
gegevens en de functie Plaatsen.
Rekenmachine
U gebruikt de rekenmachine als volgt:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Rekenm.
.
2. Met behulp van de alfanumerieke
toetsen en de navigatietoetsen kunt u
eenvoudige rekenkundige bewerkingen
uitvoeren.
3. Als u berekeningen uitvoert, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende
opties weer te geven:
•
Geheugen
: hiermee kunt u iets
opslaan, ophalen of wissen uit het
tijdelijk geheugen van de
rekenmachine
•
Scherm wissen
: hiermee wist u alle
berekeningen van het scherm
•
Laatste resultaat
: hiermee wordt
het resultaat van de laatste
berekening ingevoegd
Klok
In de toepassing Klok kunt u
tijdsinstellingen aanpassen, een alarm
instellen en een wereldklok maken.
Druk op [ ] om een decimaalteken
in te voegen. Druk op [
C
] om het
resultaat te wissen. Druk op [ ]
om een andere functie te
gebruiken.
75
Andere toepassingen
Klokinstellingen wijzigen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Klok
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Instellingen
(zie "Datum en tijd,"
X
94).
Een nieuw alarm instellen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Klok
.
2. Blader naar rechts naar de
Alarmweergave.
3. Druk op <
Opties
>
→
Nieuw alarm
.
4. Stel het alarm in zoals u wenst.
5. Druk op <
Gereed
>.
Een alarm afzetten
Zodra het alarm afgaat, drukt u op
<
Stop
> om het alarm af te zetten of op
<
Snooze
> om het alarm na een
bepaalde tijd opnieuw af te laten gaan. U
kunt het alarm vijf keer opnieuw af laten
gaan (snooze).
Een wereldklok maken
Met een wereldklok kunt u bijhouden hoe
laat het is in een ander land.
U maakt als volgt een wereldklok
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Klok
.
2. Blader naar rechts naar de
Wereldweergave.
De huidige profielinstellingen hebben
geen invloed op het volume van een
klokalarm.
Andere toepassingen
76
3. Druk op <
Opties
>
→
Stad
toevoegen
.
4. Blader naar een stad en druk op
de
trackball
of typ de eerste letters van de
plaatsnaam om de naam in de lijst op
te zoeken.
5. Herhaal de stappen 3 en 4 om meer
steden toe te voegen.
6. Druk op <
Afsluiten
> wanneer u klaar
bent met het toevoegen van steden.
Omrekenen
Met de omrekenfunctie kunt u maat- en
munteenheden van de ene eenheid naar
een andere eenheid omrekenen. Als u
munteenheden wilt omrekenen, moet u
eerst de basismunteenheid en de
wisselkoers instellen.
Munteenheden en wisselkoersen
toevoegen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Omreken.
.
2. Blader naar rechts tot het type
Valuta
weergeeft.
3. Druk op <
Opties
>
→
Wisselkoersen
.
4. Blader naar een munteenheid en druk
op <
Opties
>
→
Naam valuta
wijzig.
.
De waarde van de basismunteenheid
is altijd 1. U moet de wisselkoers
ingeven voor andere munteenheden
zoals deze zich verhouden tegen één
eenheid van de basismunteenheid.
Wisselkoersen veranderen constant. U
moet de huidige wisselkoers ingeven
om een accurate omrekening te
verkrijgen.
77
Andere toepassingen
5. Typ de naam van de basismunteenheid
en druk op
de trackball
.
6. Druk op <
Opties
>
→
Basisvaluta
.
7. Druk op
de trackball
ter bevestiging.
U voegt als volgt andere munteenheden
en wisselkoersen toe.
1. Herhaal de stappen 1 tot en met 4.
2. Geef de naam in de nieuwe
munteenheid en druk op
de trackball
.
3. Blader naar de nieuwe munteenheid
en voer de wisselkoers in.
Munteenheden omrekenen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Omreken.
.
2. Blader naar rechts tot het type
Valuta
weergeeft.
3. Blader omlaag naar
Eenheid
en blader
naar rechts om een munteenheid te
selecteren die u wilt omrekenen.
4. Blader omlaag naar
Aantal
en voer
het bedrag in dat moet worden
omgerekend.
5. Blader omlaag naar
Eenheid
en blader
naar rechts om een munteenheid te
selecteren waar u naartoe wilt
omrekenen.
Het omrekenresultaat wordt op het
apparaat weergegeven.
Maateenheden omrekenen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Omreken.
.
2. Blader naar rechts om het type
maateenheid te wijzigen.
Andere toepassingen
78
3. Blader omlaag naar
Eenheid
en blader
naar rechts om de basiseenheid te
wijzigen, indien nodig.
4. Blader omlaag naar
Aantal
en voer
het aantal in dat moet worden
geconverteerd.
5. Blader omlaag naar
Eenheid
en blader
naar rechts om de conversie-eenheid
te wijzigen, indien nodig.
Het omrekenresultaat wordt op het
apparaat weergegeven.
Voice Signal
Met Voice Signal kunt u bellen,
contactgegevens ophalen, toepassingen
starten en SMS-berichten verzenden met
spraakopdrachten.
Spraakkiezen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
Voice Signal
.
U hoort "Say a command."
2. Na de pieptoon zegt u "Call" en
vervolgens de naam van een persoon
in Contacten.
3. Als er meerdere namen zijn die op
elkaar lijken, worden de 3 beste
resultaten weergegeven en worden de
naam en het nummer herhaald die het
meest overeenkomen met wat u hebt
gezegd.
4. Als de verkeerde naam of het
verkeerde nummer worden herhaald,
zegt u "No" en herhaalt u dit tot u de
juiste naam hoort.
5. Wanneer u de juiste naam hoort, zegt
u "Yes".
79
Andere toepassingen
Contactpersoon zoeken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
Voice Signal
.
U hoort "Say a command."
2. Na de pieptoon, zegt u "Look up" en
vervolgens de volledige naam van de
contactkaart (eerst de voornaam, dan
de achternaam).
3. Als er meerdere namen zijn die op
elkaar lijken, worden de 3 beste
resultaten weergegeven en worden de
naam en het nummer herhaald die het
meest overeenkomen met wat u hebt
gezegd.
4. Als de verkeerde naam of het
verkeerde type worden herhaald, zegt
u "No" en herhaalt u dit tot u de juiste
naam hoort.
5. Wanneer u de juiste naam hoort, zegt
u "Yes".
Toepassingen openen met
spraakopdrachten
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
Voice Signal
.
U hoort "Say a command."
2. Zeg "Open" en vervolgens de naam
van een toepassing.
Een SMS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
Voice Signal
.
U hoort "Say a command."
2. Zeg "Send SMS" en vervolgens de
naam van een ontvanger.
De editor wordt geopend met de naam
van de ontvanger al ingevuld. Nu kunt
u uw bericht schrijven.
Andere toepassingen
80
GPS-gegevens
U kunt met behulp van GPS-gegevens uw
route bepalen, uw positie weergeven of
reisgegevens bijhouden. Voordat u GPS-
gegevens kunt gebruiken, moet u een
methode voor positiebepaling activeren
via een draadloze Bluetooth-verbinding of
een draadloze netwerkverbinding.
Een methode voor
positiebepaling activeren
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
GPS-ggvns
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Instell.
positiebepaling
.
3. Blader naar een methode voor
positiebepaling (
Geïntegreerde GPS
,
Bluetooth GPS
of
Op basis van
netwrk
) en druk op <
Opties
>
→
Inschakelen
.
Navigatie met GPS-gegevens
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
GPS-ggvns
.
2. Blader naar
Navigatie
en druk op
de
trackball
.
Ga voor meer informatie over mobiele
navigatie naar
http://samsung.navigon.com. Deze
pagina is mogelijk niet beschikbaar.
Dit is afhankelijk van uw provider of
het land waarin u zich bevindt.
Als u Bluetooth GPS inschakelt, moet
u een koppeling maken met een
Bluetooth-apparaat (zie "Een
Bluetooth-apparaat opzoeken en
koppelen,"
X
68). Zodra u een
methode voor positiebepaling
activeert, probeert het apparaat die
verbinding te openen wanneer u GPS-
gegevens start.
81
Andere toepassingen
3. Druk op <
Opties
>
→
Bestemming
instlln
→
Coördinaten
.
4. Geef de lengte- en breedtegraad van
uw bestemming in en druk op
de
trackball
.
Het apparaat geeft de richting van uw
bestemming weer, uw huidige snelheid
en uw reistijd.
5. U stopt de navigatie met GPS door op
<
Opties
>
→
Navigatie stoppen
te
drukken.
Uw huidige positie weergeven
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
GPS-ggvns
.
2. Blader naar
Positie
en druk op
de
trackball
.
Reisgegevens bijhouden
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
GPS-ggvns
.
2. Blader naar
Tripafstand
en druk op
de trackball
.
3. Selecteer <
Opties
>
→
Starten
.
Het apparaat houdt de reisgegevens
bij, waaronder afstand, tijd en
snelheid.
4. U stopt met het bijhouden van de
reisgegevens door op <
Opties
>
→
Stoppen
te drukken.
Andere toepassingen
82
Plaatsen
Met Plaatsen kunt u uw huidige locatie
opslaan of nieuwe locaties handmatig
ingeven.
U voegt als volgt een plaats toe
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
Plaatsen
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Nieuwe plaats
→
Huidige positie
of
Handmatig
opgeven
.
3. Geef gegevens in over de plaats,
indien nodig.
4. Wanneer u klaar bent met het ingeven
van gegevens over de plaats, drukt u
op <
Gereed
>.
Als u uw huidige locatie
automatisch wilt toevoegen, moet
uw apparaat een actieve verbinding
hebben.
83
7
Beheertoepassingen
Hier vindt u meer informatie over het
beheer van bestanden, toepassingen,
apparatuurconfiguraties,
activeringssleutels en verbindingen.
Bestandbeheer
Met Bestandbeheer kunt u naar
bestanden of mappen zoeken en deze
ordenen.
Naar een bestand of map zoeken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Best.beh.
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Zoeken
.
3. Blader naar een type geheugen en
druk
op de trackball
.
4. Typ tekst in het zoekveld en druk op
de
trackball
.
5. Als u een bestand of map uit de
zoekresultaten wilt openen, bladert u
naar het bestand of de map en drukt u
op
de trackball
.
Een nieuwe map maken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Best.beh.
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Nieuwe map
.
3. Geef een mapnaam in en druk op
de
trackball.
Beheertoepassingen
84
Een bestand naar een map
verplaatsen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Best.beh.
.
2. Blader naar een bestand of map en
druk op <
Opties
>
→
Verplaats naar
map
.
3. Blader naar een map en druk op
de
trackball
.
4. Blader indien nodig naar een submap
en druk op
de trackball
.
5. Druk op
de trackball
.
Toepassingsbeheer
Het apparaat ondersteunt toepassingen
die voor de platforms Symbian OS en
Java Micro Edition (J2MEâ„¢) zijn gemaakt.
Het apparaat ondersteunt geen
toepassingen van andere
besturingssystemen of Java-platforms
(waaronder PersonalJavaâ„¢). Zie
"Bestanden van internet downloaden,"
X
66 als u toepassingen wilt downloaden
voor uw apparaat.
Een nieuwe toepassing
installeren
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Installatie
→
Toep.beh.
.
2. Blader naar een toepassing en druk op
<
Opties
>
→
Installeren
.
85
Beheertoepassingen
3. Volg de instructies op het scherm.
Installatieopties wijzigen
Druk in het menu van Toepassingsbeheer
op <
Opties
>
→
Instellingen
om de
volgende opties weer te geven:
•
Software-installatie
: hiermee kunt u
installaties toestaan of blokkeren
•
Online certif.controle
: hier kunt u
instellen dat moet worden
gecontroleerd op online certificaten bij
het installeren van toepassingen
•
Standaardwebadres
: hier kunt u een
standaardwebadres instellen voor het
controleren van online certificaten
Een toepassing verwijderen
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Installatie
→
Toep.beh.
.
2. Blader naar een toepassing en druk op
<
Opties
>
→
Verwijderen
.
3. Druk ter bevestiging op <
Ja
>.
Toepassingsbeheer probeert
automatisch de digitale
handtekeningen en certificaten van
een toepassing te verifiëren tijdens de
installatie en geeft een
waarschuwingsbericht weer als de
toepassing niet voldoet aan de
normale beveiligingsvereisten.
Installeer geen toepassingen die niet
beschikken over geldige digitale
handtekeningen of certificaten.
Hiermee beschermt u het apparaat en
uw gegevens.
Beheertoepassingen
86
Apparaatbeheer
Deze functie is afhankelijk van het
netwerk en is mogelijk niet beschikbaar
bij uw serviceprovider. Als
Apparaatbeheer beschikbaar is, kan uw
serviceprovider u helpen bij de
apparaatconfiguratie. Voordat u een
configuratiesessie start, moet u een
serverprofiel definiëren.
Een serverprofiel definiëren
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
App.beh.
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Nieuw
serverprofiel
.
3. Stel de volgende serveropties in
volgens de instructies van uw
serviceprovider.
•
Servernaam
: hier geeft u de server
een naam
•
Server-ID
: hier stelt u de ID in van
de externe server
•
Serverwachtwoord
: hier stelt u het
wachtwoord in dat moet worden
gebruikt door Apparaatbeheer om
uw apparaat te synchroniseren
•
Toegangspunt
: hier stelt u een
toegangspunt in
•
Hostadres
: hier stelt u het
webadres van de hostserver in
•
Poort
: hier stelt u de poort in die
Apparaatbeheer moet gebruiken
•
Gebruikersnaam
: hier stelt u een
gebruikersnaam in voor dit profiel
•
Wachtwoord
: hier stelt u een
gebruikerswachtwoord in voor dit
profiel
•
Config. toestaan
: hier kunt u
instellen dat de server uw apparaat
mag configureren
87
Beheertoepassingen
•
Autom. accepteren
: hier kunt u
instellen dat nieuwe configuratie-
aanvragen automatisch worden
geaccepteerd
•
Netwerkverificatie
: hier stelt u in
dat netwerkverificatie is vereist
4. Druk op <
Terug
> wanneer u klaar
bent met het instellen van de opties.
Een configuratiesessie starten
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
App.beh.
.
2. Blader naar een serverprofiel en druk
op <
Opties
>
→
Configuratie
starten
.
3. Druk ter bevestiging op <
Ja
>.
4. Blader indien nodig naar een
toegangspunt en druk op
de trackball
.
Beheer voor
activeringssleutels
Wanneer u digitale inhoud van een
website downloadt, moet u mogelijk een
activeringssleutel aanschaffen om het
bestand te mogen gebruiken.
Activeringssleutels bekijken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
Act.sleutels
.
2. Blader naar een map en druk op
de
trackball
:
•
Geldige sleutels
: alle geldige
activeringssleutels
•
Ong. sleutels
: activeringssleutels
die niet meer geldig zijn
•
Niet-gebr. sl.
: activeringssleutels of
mediabestanden die niet meer op
het apparaat zijn opgeslagen
Beheertoepassingen
88
3. Blader naar een activeringssleutel en
druk op
de trackball
.
Een niet meer geldige
activeringssleutel herstellen
Wanneer uw activeringssleutel verloopt,
moet u opnieuw de rechten aanschaffen
om het mediabestand te gebruiken.
U herstelt als volgt een verlopen
activeringssleutel:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instrumenten
→
Act.sleutels
.
2. Blader naar
Ong. sleutels
en druk op
de trackball
.
3. Blader naar een activeringssleutel en
druk op <
Opties
>
→
Nieuwe sleutel
ophale
.
4. Druk ter bevestiging op <
Ja
>.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Geheugenkaartbeheer
Met Geheugenkaartbeheer kunt u een
back-up van gegevens maken en deze
herstellen, een geheugenkaart beveiligen
met een wachtwoord of bijzonderheden
over het geheugen weergeven. Voordat u
een geheugenkaart de eerste keer kunt
gebruiken, moet u de kaart formatteren.
Geheugenkaart formatteren
1. Een geheugenkaart plaatsen
(zie de snelstartgids).
2. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Geheugen
.
3. Druk op <
Opties
>
→
Geh.kaart
formatt.
.
4. Druk ter bevestiging op <
Ja
>.
Uw apparaat ondersteunt het
bestandssysteem FAT16 of FAT32.
89
Beheertoepassingen
Een back-up maken van
gegevens op een geheugenkaart
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Geheugen
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Reservekopie
3. Druk ter bevestiging op <
Ja
>.
Gegevens herstellen vanaf een
geheugenkaart
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Geheugen
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Herst. vanaf
kaart
.
3. Druk ter bevestiging op <
Ja
>.
Een geheugenkaart beveiligen
met een wachtwoord
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Geheugen
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Wachtw.
instellen
.
3. Geef een wachtwoord in en bevestig
het (maximaal 8 tekens).
4. Als u het wachtwoord wilt verwijderen,
drukt u op <
Opties
>
→
Wachtw.
verw.
. U wordt gevraagd het
wachtwoord opnieuw in te geven en te
bevestigen.
Apparaten die deze functie niet
ondersteunen, zoals pc's, kunnen de
kaart niet lezen als deze is beveiligd
met een wachtwoord. Verwijder het
wachtwoord van de kaart als u de
kaart met dergelijke apparaten wilt
gebruiken.
Beheertoepassingen
90
Gegevens over het geheugen
bekijken
U kunt als volgt zien hoeveel geheugen is
gebruikt en hoeveel nog beschikbaar is
op uw kaart:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Organiser
→
Geheugen
.
2. Druk op <
Opties
>
→
Gegevens
geheugen
.
Verbindingsbeheer
Met Verbindingsbeheer kunt u
bijzonderheden over de
gegevensverbindingen bekijken en open
verbindingen sluiten.
Bijzonderheden over de
verbinding bekijken
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Connect.
→
Verb.beh.
.
2. Blader naar een verbinding en druk op
<
Opties
>
→
Gegevens
om de
volgende opties weer te geven:
•
Naam
: het huidige toegangspunt of
de huidige modem (als u een
inbelverbinding gebruikt)
•
Drager
: het type
gegevensverbinding
•
Status
: de status van de verbinding
•
Totaal
: de totale hoeveelheid
gegevens die zijn ontvangen en
verzonden
•
Ontvang.
: de hoeveelheid
ontvangen gegevens
•
Verzond.
: de hoeveelheid
verzonden gegevens
91
Beheertoepassingen
•
Duur
: hoe lang de verbinding open
is geweest
•
Snelheid
: de huidige snelheden
voor uploaden en downloaden
•
Toeg.pnt
: de naam van het
gebruikte toegangspunt
•
Gedeeld
: het aantal toepassingen
dat dezelfde verbinding gebruikt
Een open verbinding sluiten
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Connect.
→
Verb.beh.
.
2. Blader naar een verbinding en druk op
<
Opties
>
→
Verb. verbreken
.
3. Druk ter bevestiging op <
Ja
>.
92
8
Instellingen
Hier vindt u meer informatie over de
instellingen van uw apparaat. U kunt de
instellingen van uw apparaat als volgt
wijzigen:
1. Druk in de standby-stand op [ ]
→
Instell.
.
2. Blader naar een categorie (
Algemeen
,
Telefoon
,
Verbinding
of
Toepassingen
) en druk op
de
trackball
.
Algemene instellingen
Persoonlijk
Hiermee kunt u het uiterlijk en het
gedrag bepalen van uw display, de
standby-stand, tonen en taal (zie de
snelstartgids voor instellingen van
Thema's
).
Weergave
•
Helderheid
- hier kunt u de helderheid
van het scherm wijzigen.
•
Lettergrootte
- hier kunt u de grootte
van de tekst op het scherm instellen
•
Welkomstnotitie/logo
- hier kunt u
een tekst of afbeelding instellen die
wordt weergegeven als u het apparaat
aanzet
Sommige instellingen kunt u ook
vanuit andere menu's wijzigen: druk
op <
Opties
>
→
Instellingen
.
93
Instellingen
•
Verlichtingstijd
- hier stelt u in hoe
lang het duurt voor de verlichting
wordt gedimd
•
Dimtijd
- hier stelt u in hoe lang het
duurt voor de gedimde verlichting
wordt uitgeschakeld
Standby-modus
•
Act. standby
- hier stelt u in dat
snelkoppelingen voor toepassingen en
agenda-items in de standby-stand
worden weergegeven
•
Snelkopp.
- hier stelt u
snelkoppelingen met functietoetsen in
voor de standby-stand
•
Toep. actief standby
- hier stelt u de
snelkoppelingen voor toepassingen in
die in de standby-stand worden
weergegeven
Tonen
•
Beltoon
- hier stelt u een beltoon in
voor inkomende gesprekken
•
Toon video-oproep
- hier stelt u een
beltoon in voor inkomende video-
oproepen
•
Beltoontype
- hier stelt u het type
beltoon in
•
Belvolume
- hier stelt u het volume in
van beltonen en berichtsignaaltonen
•
Berichtensignaaltoon
- hier stelt u
een toon in voor inkomende SMS- of
MMS-berichten
•
Signaaltoon e-mail
- hier stelt u een
toon in voor inkomende e-
mailberichten
•
Agenda-alarmtoon
- hier stelt u een
toon in voor agenda-items
Instellingen
94
•
Klokalarmtoon
- hier kunt u een toon
instellen voor een klokalarm
•
Trilsignaal
- hier kunt u een trilsignaal
instellen voor inkomende gesprekken
en SMS- of MMS-berichten
•
Toetsenbordtonen
- hier stelt u het
volume in van de toetsenbordtonen
•
Waarschuwingstonen
- hier stelt u in
dat het apparaat een
waarschuwingstoon laat horen
(bijvoorbeeld wanneer de batterij bijna
leeg is)
Taal
•
Displaytaal
- hier stelt u de taal in die
op het display wordt weergegeven
(voor alle menu's en toepassingen)
•
Invoertaal
- hier stelt u de taal in
waarin u berichten wilt schrijven (voor
alle teksteditors en woordenboeken)
•
Tekstvoorspelling
- hier kunt de
tekstvoorspelling in- of uitschakelen
(voor alle teksteditors)
Gevoeligheid trackball
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
trackball aanpassen om de mate van
druk beter te regelen.
Datum en tijd
Hier kunt u het uiterlijk en het gedrag
van datum, tijd en alarmen bepalen.
•
Tijd
- hier stelt u de huidige tijd in
(druk op [
C
] om te wisselen tussen am
naar pm)
•
Tijdzone
- hier stelt u de tijdzone in
•
Datum
- hier voert u de huidige datum
in.
•
Datumnotatie
- hier stelt u in hoe de
datum wordt weergegeven
95
Instellingen
•
Datumscheidingteken
- hier stelt u
het scheidingsteken in voor de datum
•
Tijdnotatie
- hier stelt u in hoe de tijd
wordt weergegeven
•
Tijdscheidingteken
- hier stelt u het
scheidingsteken in voor de tijd
•
Type klok
- hier stelt u het type klok
in op het display
•
Alarmtoon klok
- hier kunt u een toon
instellen voor een klokalarm
•
Snoozetijd alarm
- hier stelt u in hoe
lang het duurt voor het alarm opnieuw
afgaat.
•
Werkdagen
- hier stelt u de dagen
van de week in waarop het alarm moet
afgaan.
•
Tijd via netw.operator
- hier stelt u
in dat de datum en tijd automatisch
worden bijgewerkt via het netwerk
Toebehoren
U stelt als volgt in dat het apparaat ofwel
de headset of een draadloze carkit
gebruikt als standaardaccessoire: druk
op <
Opties
>
→
Instellen als
standaard
. U kunt de volgende
instellingen wijzigen voor een van de
toebehoren:
•
Standaardprofiel
- hier kunt u het
standaardprofiel voor het accessoire
instellen
•
Autom. antwoorden
- hier stelt u in
dat het accessoire automatisch wordt
gebruikt om het inkomende gesprek te
beantwoorden (indien aangesloten op
het apparaat)
Beveiliging
Hiermee stelt u beveiligingscodes in en
beheert u beveiligingscertificaten of
beveiligingsmodules.
Instellingen
96
Telefoon en SIM-kaart
•
PIN-code vragen
- hier stelt u in dat
het apparaat telkens wanneer u het
aanzet, om een PIN-code vraagt
•
PIN-code
- hier stelt u een PIN-code
in voor het apparaat
•
PIN2-code
- hier stelt u een PIN2-
code in (wordt bij sommige SIM-
kaarten verstrekt)
•
Per. autom. blokk. telefn
- hier stelt
u in hoe lang het duurt voordat het
apparaat automatisch wordt
geblokkeerd
•
Blokkeringscode
- hier stelt u een
blokkeercode in voor het apparaat
•
Aut ttsvg
- instellen dat het
toetsenbord automatisch wordt
geblokkeerd nadat het display uitgaat
•
Blok. als SIM-krt gewijz.
- hier stelt
u in dat het apparaat automatisch
wordt geblokkeerd als de SIM-kaart is
gewijzigd
•
Bep. grp gebruikers
- hier stelt u in
dat het apparaat alleen gesprekken
toelaat van en naar een geselecteerde
groep gebruikers
•
SIM-diensten bevest.
- hier stelt u in
dat een bevestigingsbericht wordt
weergegeven wanneer u een SIM-
dienst gebruikt
97
Instellingen
Certificaatbeheer
Uw apparaat gebruikt digitale certificaten
om de identiteit en authenticiteit van
verschillende online services en software
te verifiëren. Deze certificaten helpen uw
persoonlijke gegevens te beveiligen en te
voorkomen dat u last krijgt van virussen
en andere schadelijke software. In
Certificaatbeheer kunt u de
certificaatgegevens bekijken, certificaten
verwijderen of de volgende
vertrouwensinstellingen wijzigen:
•
Internet
- hier stelt u in dat het
apparaat webservers verifieert die dit
certificaat gebruiken
•
Online certif.controle
- hier stelt u in
dat het apparaat controleert of het
certificaat voorkomt op een lijst met
ingetrokken certificaten
•
VPN
- hier stelt u in dat het apparaat
VPN-verbindingen verifieert die dit
certificaat gebruiken
Beveiligingsmodule
Hiermee kunt u beveiligingsmodules
beheren op uw apparaat.
Fabrieksinstell.
Hiermee zet u de instellingen terug op de
fabrieksinstellingen. U moet de
blokkeercode ingeven om het apparaat
terug te stellen. Zodra u de code hebt
ingevoerd, wordt het apparaat opnieuw
opgestart.
Positiebepaling
Hiermee kunt u bepalen welke methoden
en servers uw apparaat gebruikt om de
positiebepaling via satelliet op te halen.
Instellingen
98
Methoden pos.bepaling
•
Geïntegreerde GPS
- instellen dat de
apparaten de interne GPS gebruiken
om de gegevens voor positiebepaling
op te halen
•
Bluetooth GPS
- hier stelt u in dat het
apparaat de Bluetooth-voorziening
gebruikt om de gegevens voor
positiebepaling op te halen
•
Op basis van netwrk
- hier stelt u in
dat het apparaat het mobiele netwerk
gebruikt om de gegevens voor
positiebepaling op te halen
Positiebepalingsserver
•
Toegangspunt
- hier stelt u een
toegangspunt in voor de server voor
positiebepaling via satelliet
•
Serveradres
- hier stelt u een
internetadres in voor de server voor
positiebepaling via satelliet
Telefooninstellingen
Oproep
Hier kunt u instellen hoe uw apparaat
omgaat met oproepen met identificatie,
wachtrijen, snelkiezen en andere
instellingen voor bellen.
•
Identificatie verz.
- hier stelt u in dat
uw identificatiegegevens worden
verzonden volgens uw voorkeuren of
de netwerkinstellingen
•
Oproep in wachtrij
- hier stelt u in
dat u melding krijgt van een inkomend
gesprek als u al aan het telefoneren
bent
•
Opr. weig. met SMS
- hier kunt u
instellen dat er een SMS-bericht wordt
gestuurd aan degenen van wie u een
oproep weigert
99
Instellingen
•
Berichttekst
- hier stelt u het bericht
in dat wordt verstuurd als u een
gesprek weigert
•
Afb. in video-oproep
- hier stelt u
een afbeelding in die u kunt gebruiken
tijdens een video-oproep
•
Autom. herkiezen
- hier stelt u in dat
een nummer waarmee geen verbinding
wordt gekregen, automatisch opnieuw
wordt gebeld
•
Gespreksduur tonen
- hier kunt u
instellen dat de duur van een gesprek
wordt weergegeven
•
Samenvatting na opr.
- hier kunt u
instellen dat er een samenvatting
wordt weergegeven na een oproep
•
Snelkeuze
- hier stelt u in dat u
gebruik wilt maken van snelkiezen
•
Aannem. willek. toets
- hier stelt u in
dat u een oproep beantwoordt door op
een willekeurige toets te drukken
(behalve [Volume],
[
] en [ ]).
•
Waarschuwen tijdens o...
- hier stelt
u in dat er een toon klinkt als u een
bericht ontvangt terwijl u aan het
telefoneren bent
•
Volumetoets aan zijkant
- hier stelt
u in dat als u op [Volume] drukt tijdens
een inkomende oproep, de beltoon
wordt gedempt of oproepen worden
geweigerd
•
Lijn in gebruik
- als uw SIM-kaart
twee lijnen ondersteunt, kunt u één lijn
instellen als de standaardlijn voor
uitgaande gesprekken en SMS-
berichten.
Instellingen
100
Doorschakelen
Hiermee kunt u inkomende gesprekken
doorschakelen naar een ander nummer.
Wanneer u gesprekken doorschakelt,
moet u een nummer opgeven dat het
gesprek moet ontvangen of een wachttijd
opgeven voor doorgeschakelde
gesprekken.
Spraakoproepen
•
Alle spraakoproepen
- deze optie
stelt u in als u alle spraakoproepen wilt
doorschakelen
•
Indien bezet
- hiermee worden
oproepen doorgeschakeld als u in
gesprek bent.
•
Als niet aangenomen
- hiermee
schakelt u de gesprekken door die u
niet aanneemt
•
Indien buiten bereik
- hiermee stelt
u in dat gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het
servicegebied bevindt
•
Als niet beschikbaar
- hiermee
schakelt u gesprekken door als uw
apparaat niet aanstaat
Geg.- en video-opr.
•
Alle geg.- en vid.opr.
- hier stelt u in
dat alle gegevens- en video-oproepen
worden doorgeschakeld
•
Indien bezet
- hiermee worden
oproepen doorgeschakeld als u in
gesprek bent.
•
Als niet aangenomen
- hiermee
schakelt u de gesprekken door die u
niet aanneemt
•
Indien buiten bereik
- hiermee stelt
u in dat gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het
servicegebied bevindt
101
Instellingen
•
Als niet beschikbaar
- hiermee
schakelt u gesprekken door als uw
apparaat niet aanstaat
Blokkeren
•
Uitgaande oproepen
- hier stelt u in
dat alle uitgaande gesprekken worden
geblokkeerd
•
Internation. oproepen
- hier stelt u
in dat alle gesprekken naar het
buitenland worden geblokkeerd
•
Int. opr. niet nr vaderl.
- hier stelt u
in dat internationale gesprekken naar
andere landen dan het thuisland,
worden geblokkeerd
•
Inkomende oproepen
- hier stelt u in
dat alle inkomende gesprekken worden
geblokkeerd
•
Ink. opr. in buitenland
- hier stelt u
in dat inkomende oproepen worden
geblokkeerd als u zich buiten uw eigen
netwerkgebied bevindt
Netwerk
Hiermee bepaalt u de netwerkmodus en
netwerkselectiemethoden.
•
Netwerkmodus
- hier stelt u in dat de
telefoon in het UMTS- of het GSM-
netwerk moet worden gebruikt of in
beide netwerken ("dual mode")
•
Operatorselectie
- hier stelt u in dat
het apparaat automatisch of handmatig
een lijst met mobiele netwerken
selecteert
•
Weergave info dienst
- hier stelt u in
dat moet worden weergegeven als het
apparaat wordt gebruikt in een mobiel
netwerk op basis van MCN-technologie
(Micro Cellular Network)
Als u een ander netwerk wilt
gebruiken, moet u een netwerk
selecteren dat een
roamingovereenkomst heeft met
uw eigen netwerk.
Instellingen
102
•
Operatorinstellingen
- hier kunt u
uw serviceprovider afstemmen op de
SIM-kaart die u gebruikt
Verbindingsinstellingen
Bluetooth
Hiermee beheert u de draadloze
Bluetooth-voorziening.
•
Bluetooth
- hier schakelt u de
Bluetooth-voorziening in of uit
•
Waarneembrh. tel.
- hier kunt u uw
toestel zichtbaar maken of verbergen
voor andere Bluetooth-apparaten en
instellen hoe lang het toestel zichtbaar
is voor andere Bluetooth-apparaten
•
Naam van mijn telef.
- hier stelt u
een naam in voor uw apparaat
•
Externe SIM-modus
- hier geeft u
toegang tot de SIM-kaart in het toestel
zodat u kunt bellen via een Bluetooth
handsfree carkit of headset die is
verbonden met het toestel
USB
Hier bepaalt u wat er gebeurt als u het
apparaat aansluit op een computer.
•
USB-modus
- deze optie stelt u in op
Mediaspeler
(als u synchroniseert
met Windows Media Player voor het
kopiëren van mediabestanden),
PC
Studio
(als u PC Studio gebruikt om
bestanden te synchroniseren) of
Gegevensoverdracht
(als u een
geheugenkaart gebruikt om bestanden
te verplaatsen)
•
Vragen bij verbind.
- hier kunt u
instellen dat er moet worden gevraagd
welke modus u wilt gebruiken als u het
apparaat op een computer aansluit
103
Instellingen
Toegangspunten
Hier beheert u toegangspunten voor
verbindingen, wachtwoorden en
startpagina's.
•
Naam verbinding
- hier stelt u een
naam in voor de verbinding met een
toegangspunt
•
Drager gegevens
- hier stelt u in welk
type gegevensoverdracht moet worden
gebruikt
•
Naam toegangspunt
- hier stelt u het
internetadres in voor het toegangspunt
•
Gebruikersnaam
- hier stelt u een
gebruikersnaam in
•
Vraag om wachtw.
- hier stelt u in
dat er om een wachtwoord wordt
gevraagd als u verbinding maakt met
het toegangspunt
•
Wachtwoord
- hier stelt u een
wachtwoord in voor het toegangspunt
•
Verificatie
- hier stelt u een
verificatiemodus in
•
Homepage
- hier stelt u een
startpagina in voor toegangspunten
waarmee verbinding wordt gemaakt
met webservices
U kunt ook geavanceerde instellingen
definiëren voor toegangspunten: druk op
<
Opties
>
→
Geavanc. instell.
.
•
Netwerktype
- hier stelt u een
netwerktype in (IPv6 of IPv4)
•
IP-adres telefoon
(alleen IPv4) - hier
stelt u het IP-adres van uw apparaat in
•
DNS-adres
(IPv4) - hier stelt u de
primaire en secundaire DNS-adressen
in of gebruikt u 0.0.0.0 voor
automatische detectie
Instellingen
104
•
DNS-adres
(IPv6) - hier stelt u de
primaire en secundaire DNS-adressen
in of gebruikt u 0.0.0.0 voor
Automatisch
(bij gebruik van
automatische detectie) of
Standaard
(bij gebruik van standaard IPv6-
adressen)
•
Proxyserveradres
- hier stelt u het
IP-adres van de proxyserver in.
•
Proxypoortnummer
- hier stelt u het
poortnummer van de proxyserver in.
Packet-ggvns
Hier beheert u verbindingen voor
gegevenspakketten bij het gebruik van
een GPRS-netwerk.
•
Packet-ggvnsverb.
- hier stelt u in
dat een verbinding voor
gegevenspakketten tot stand moet
worden gebracht,
Wanneer nodig
(als
een toepassing gegevenspakketten
moet verzenden) of
Autom. bij
signaal
(telkens wanneer een
verbinding voor gegevenspakketten
beschikbaar komt in een GPRS-
netwerk)
•
Toegangspunt
- hier stelt u een
toegangspunt in voor het verzenden
van gegevenspakketten naar een
computer (zie de helpinformatie bij PC
Studio)
•
Snelle toeg. packet-geg.
- instellen
dat het apparaat gebruik maakt van
een snelle verbinding
105
Instellingen
Configuraties
Hiermee kunt u de netwerkconfiguraties
bekijken die u van uw serviceprovider
hebt ontvangen. Als u de configuratie wilt
toepassen, drukt u op <
Opties
>
→
Opslaan
.
Instellingen voor
toepassingen
RealPlayer
Hiermee bepaalt u hoe RealPlayer video's
of streamingmedia afspeelt.
Video
•
Contrast
- hier stelt u het contrast in
voor het afspelen van de video
•
Herhalen
- hier stelt u in dat de video
steeds moet worden herhaald
Streaming (Proxy)
•
Proxy gebruiken
- hier stelt u in dat
een proxyserver moet worden gebruikt
•
Proxyserveradres
- hier stelt u het
adres van de proxyserver in.
•
Proxypoortnummer
- hier stelt u het
poortnummer van de proxyserver in.
Streaming (Netwerk)
•
Stand. toegangspunt
- hier stelt u
een standaardtoegangspunt in
•
Onlinetijd
- hier stelt u in hoe lang u
online blijft als RealPlayer niet is
geactiveerd
•
Laagste UDP-poort
- hier stelt u de
minimumwaarde voor een bereik van
serverpoorten in
•
Hoogste UDP-poort
- hier stelt u de
maximumwaarde voor een bereik van
serverpoorten in
Instellingen
106
Camera
Hiermee kunt u bepalen hoe de camera
beelden of video's vastlegt.
Afbeelding
•
Kwaliteit afbeelding
- hier stelt u in
of de kwaliteit van beelden Hoog,
Normaal of Gering moet zijn
•
Opgen. afb. tonen
- hier stelt u in dat
een opgenomen beeld moet worden
weergegeven voordat de Camera-
modus weer wordt geactiveerd
•
Afbeeldingsresolutie
- hier stelt u
een resolutie in voor nieuwe
afbeeldingen
•
Stand.naam afbeeld.
- hier stelt u
een standaardlabel in voor nieuwe
afbeeldingen
•
Gebruikt geheugen
- hier stelt u de
locatie in waar nieuwe afbeeldingen
moeten worden opgeslagen
•
Lichtmeter
- hier stelt u in of u een
Matrix- of Spotmeting wilt gebruiken
•
Autofocus
- hier stelt u in of u
automatisch scherpstellen wilt
gebruiken
Video
•
Lengte
- hier stelt u in of u korte
video's of video's van maximale lengte
wilt opnemen
•
Videoresolutie
- hier stelt u een
resolutie in voor nieuwe video's
•
Standaardvideonaam
- hier stelt u
een standaardlabel in voor nieuwe
video's
•
Gebruikt geheugen
- hier stelt u de
locatie in waar nieuwe video's moeten
worden opgeslagen
107
Instellingen
Dictafoon
Hiermee kunt u de kwaliteit en
geheugenlocatie van spraakmemo's
bepalen.
•
Opnamekwaliteit
- hier stelt u in of u
Hoge of MMS-compatibele
spraakmemo's wilt opnemen
•
Gebruikt geheugen
- hier stelt u de
locatie in waar nieuwe spraakmemo's
moeten worden opgeslagen
Toep.beheer
Hiermee kunt u bepalen wat uw apparaat
doet als er nieuwe toepassingen worden
geïnstalleerd.
•
Software-installatie
- hier stelt u in
dat alleen programma's met
ondertekende beveiligingscertificaten
worden geïnstalleerd (Alleen
ondertek.) of alle programma's
•
Online certif.controle
- deze optie
stelt u in als u toepassingen
gecontroleerd moeten worden op een
beveiligingscertificaat
•
Standaardwebadres
- hier stelt u
een standaardwebadres in dat moet
worden gebruikt bij het controleren
van beveiligingscertificaten
Logboek
Hiermee kunt u instellen hoe lang
informatie over oproepen en
gegevenspakketten in het logboek blijft
bewaard.
108
9
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met uw
apparaat, kunt u proberen de problemen
op te lossen met behulp van de volgende
procedures, voordat u contact opneemt
met de klantenservice.
CONTACT OPNEMEN MET EEN
SERVICE CENTRE
Als u hebt geprobeerd een oplossing te
vinden met behulp van deze suggesties,
maar nog steeds problemen ondervindt,
kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke dealer of de klantenservice
van Samsung nadat u de volgende
gegevens hebt genoteerd:
• Modelnummer(s) van het apparaat
• Serienummer(s) van het apparaat
• Een duidelijke beschrijving van het
probleem
Als u contact opneemt met Samsung,
moet u gebruikmaken van de
telefoonnummers, internetadressen en
postadressen voor uw eigen land.
Als u uw apparaat aanzet, kunnen de
volgende meldingen worden
weergegeven:
Melding
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
Plaats SIM-
kaart
Controleer of de SIM-kaart
op de juiste wijze is
geplaatst.
109
Problemen oplossen
Geblokkeerd De functie Automatisch
blokkeren is ingeschakeld.
Als u het apparaat wilt
gebruiken, moet u op
<
Ontgr.
> drukken en de
code ingeven. U schakelt
de functie Automatisch
blokkeren als volgt uit:
1. Druk op [ ]
→
Instell.
→
Algemeen
→
Beveiliging
→
Telefoon en SIM-
kaart
.
2. Stel de periode voor
Automatisch blokkeren
in op
Geen
.
Melding
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
PIN-code Wanneer u het apparaat
voor de eerste keer
gebruikt of wanneer de
PIN-controle is
ingeschakeld, moet u de
PIN-code ingeven die bij
de SIM-kaart is verstrekt.
U schakelt de voorziening
PIN-code vragen als volgt
uit:
1. Druk op [ ]
→
Instell.
→
Algemeen
→
Beveiliging
→
Telefoon en SIM-
kaart
.
2. Stel PIN-code vragen in
op
Uit
.
Melding
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
Problemen oplossen
110
Uw apparaat geeft geen signaal weer
(geen staafjes naast het
netwerkpictogram)
• Als u het apparaat net hebt
ingeschakeld, wacht u ongeveer
2 minuten totdat het apparaat het
netwerk heeft gevonden en een signaal
heeft ontvangen.
• Mogelijk kunt u geen signaal
ontvangen als u zich in een tunnel of
lift bevindt. Ga naar een niet-
afgesloten ruimte.
•U bevindt zich mogelijk net tussen
twee servicegebieden. Zodra u zich in
een servicegebied begeeft, hoort u een
signaal te ontvangen.
U bent de beveiligingscode, de PIN-
code of de PUK-code vergeten
De standaard blokkeercode is
00000000
. Als u deze of een andere
code bent vergeten, neemt u contact op
met de verkoper of uw provider.
PIN-code
geblok-
keerd.
PUK-code
Uw SIM-kaart is
geblokkeerd. Dit is
meestal het gevolg van
het meerdere keren
onjuist ingeven van uw
PIN-code. U moet de PUK-
code ingeven die u van uw
provider hebt gekregen.
Melding
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
111
Problemen oplossen
U ziet witte lijnen op uw display
Het display vertoont mogelijk witte lijnen
als u het apparaat aanzet nadat u dit
lange tijd niet hebt gebruikt of als u de
batterij verwijdert zonder het apparaat
uit te schakelen. Het display wordt na
korte tijd weer normaal.
U voert een telefoonnummer in,
maar het nummer wordt niet gebeld
• Vergeet niet op [ ] te drukken.
• Controleer of u via het juiste mobiele
netwerk belt.
• Controleer of u Oproepen blokkeren
niet hebt ingesteld voor dit
telefoonnummer.
U selecteert een contactpersoon om
deze te bellen, maar het nummer
wordt niet gebeld
• Controleer of het juiste nummer is
opgeslagen in de contactgegevens.
• Geef het nummer zo nodig opnieuw in
en sla het op.
Uw gesprekspartner hoort u niet
• Controleer of u de ingebouwde
microfoon niet blokkeert.
• Breng de ingebouwde microfoon
dichter bij uw mond.
• Als u een headset gebruikt, controleert
u of deze goed is aangesloten.
Problemen oplossen
112
De geluidskwaliteit van de oproep is
slecht
• Controleer of u de interne antenne
boven op het apparaat niet blokkeert.
• Als u zich op een plek bevindt waar het
signaal zwak is, valt het gesprek
mogelijk weg. Ga naar een andere plek
en probeer het opnieuw.
De batterij wordt niet goed
opgeladen of de telefoon wordt soms
automatisch uitgeschakeld tijdens
het opladen
• Ontkoppel de telefoon van de oplader,
verwijder de batterij en plaats deze
weer terug, en probeer de telefoon
opnieuw op te laden.
• De polen voor de batterij zijn mogelijk
verontreinigd. Veeg de beide
goudkleurige polen schoon met een
schone, zachte doek en probeer de
batterij opnieuw op te laden.
• Als de batterij niet meer geheel kan
worden opgeladen, voert u de batterij
op de juiste manier af en plaatst u een
nieuwe batterij.
Het apparaat voelt heet aan
Wanneer u meerdere toepassingen
tegelijkertijd gebruikt, verbruikt uw
apparaat meer stroom en wordt het
apparaat mogelijk warm. Dit is normaal
en heeft geen nadelige invloed op de
levensduur of prestaties van het
apparaat.
Uw apparaat vraagt u gegevens te
verwijderen
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar.
Verplaats de gegevens naar een
geheugenkaart of verwijder oude items
uit toepassingen.
113
Problemen oplossen
Een toepassing zit vast
(reageert niet)
1. Houd [ ] ingedrukt om de lijst met
toepassingen te openen.
2. Blader naar de toepassing die is
vastgelopen en druk op [
C
] en
vervolgens op <
Ja
>.
3. Start de toepassing opnieuw op.
U kunt een Bluetooth-apparaat niet
vinden
• Controleer of beide apparaten de
Bluetooth-functie hebben
ingeschakeld.
• Controleer of de afstand tussen de
apparaten niet meer dan 10 meter
bedraagt en dat er geen muren of
andere obstakels tussen de apparaten
staan.
• Controleer of de zichtbaarheid van
beide apparaten misschien is ingesteld
op
Verborgen
.
• Controleer of beide apparaten wel
compatibel zijn met de draadloze
Bluetooth-technologie.
114
Index
activeringssleutels, 87
Adobe Reader, 60
Agenda
alarm voor item afzetten, 58
items maken, 57
opties wijzigen, 58
weergave wijzigen, 57
apparaatbeheer
een configuratie starten, 87
serverprofielen definiëren, 86
bestanden en mappen
bestandbeheer, 83
nieuwe mappen maken, 83
verplaatsen, 84
zoeken, 83
beveiliging, 95
Bluetooth
activeren, 67
gegevens ontvangen, 70
gegevens verzenden, 69
koppelen aan andere apparaten, 68
opties wijzigen, 69
certificaten, 97
contactpersonen
beltonen toewijzen, 55
contactgroepen maken, 55
contactkaart maken, 52
contactkaarten zoeken, 53
snelkeuzenummers toewijzen, 54
standaardtelefoonnummers en -
adressen toewijzen, 54
synchroniseren, 56
115
Index
datum en tijd, 94
dictafoon zie media
display, 92
Flash Lite zie media
Galerij zie media
geheugenkaarten
back-up maken van gegevens, 89
beveiligen, 89
formatteren, 88
gegevens herstellen, 89
GPS
activeren van methode voor
positiebepaling, 80
navigatie, 80
reisgegevens bijhouden, 81
Klok
alarm afzetten, 75
alarm instellen, 75
instellingen wijzigen, 75
wereldklok maken, 75
media
bestanden openen in Galerij, 44
Flash-bestanden afspelen, 49
mediabestanden afspelen, 44, 49
spraakmemo's afspelen, 50
spraakmemo's opnemen, 50
streaming content openen, 45, 50
muziekspeler
afspeellijsten maken, 41
bestanden aan de
muziekbibliotheek toevoegen, 39
muziekbestanden op apparaat
zetten, 39
Index
116
notities
maken van notities, 61
synchroniseren, 61
Omrekenen
maten omrekenen, 77
munteenheden toevoegen, 76
munteenheid omrekenen, 77
wisselkoers instellen, 76
oproepen
bekijken van gemiste, 13
blokkeren, 14, 101
doorschakelen, 14, 100
kiezen, 12
pauze invoegen, 13
recente gekozen nummers
bekijken, 14
packet-gegevens, 32, 104
PC Studio
gebruiken, 71
installeren, 51
instellen van USB-modus, 70
PDF zie Adobe Reader
plaatsen, 82
Quickoffice
bijwerken van quickoffice, 59
documenten openen, 58
documenten zoeken, 59
RealPlayer zie media
standby-stand, 93
taal, 94
toebehoren, 95
117
Index
toegangspunt, 103
toepassingen
certificaten verifiëren, 85
installeren, 84
ondersteunde, 84
opties wijzigen, 85
tonen, 93
Videobewerker, 46
Voice Signal, 78
Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)
Wij,
Samsung Electronics
verklaren onder onze eigen verantwoordelijkheid dat het product
Mobiele GSM-telefoon : SGH-i550
waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden en/of
andere normatieve documenten.
Veiligheid EN 60950-1 : 2001+A11:2004
EMC EN 301 489-01 V1.5.1 (11-2004)
EN 301 489-07 V1.2.1 (08-2002)
EN 301 489-17 V1.2.1 (08-2002)
EN 301 489-24 V1.2.1 (11-2002)
SAR EN 50360 : 2001
EN 62209-1 : 2006
Radio EN 301 511 V9.0.2 (03-2003)
EN 300 328 V1.6.1 (11-2004)
EN 301 908-1 V2.2.1 (10-2003)
EN 301 908-2 V2.2.1 (10-2003)
Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd
product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld.
De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10 en die
wordt beschreven in Bijlage [
IV
] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking
met de volgende aangemelde instantie(s):
BABT, Balfour House, Churchfield Road,
Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK*
Kenmerk: 0168
De technische documentatie wordt beheerd door:
Samsung Electronics QA Lab.
en wordt op verzoek ter beschikking gesteld.
(Vertegenwoordiging in de EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK*
2007.10.02
Yong-Sang Park / verkoopmanager
(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van bevoegde persoon)
* Dit is niet het adres van het Samsung Service Center. Zie de garantiekaart of neem contact op met
de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Center.
* Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van uw telefoon. Dit is
afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw
serviceprovider.
* Uw telefoon en de accessoires kunnen afwijken van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing. Dit
is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft.
* Drukfouten voorbehouden.
Dutch. 11/2009. Rev. 1.1
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com

Documenttranscriptie

SGH-i550 Gebruiksaanwijzing Over deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld om u stap voor stap bekend te maken met de functies en onderdelen van uw toestel. Raadpleeg de snelstartgids om snel aan de slag te kunnen met de telefoon. Symbolen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie X Raadpleeg: pagina's met verwante informatie, bijvoorbeeld: X p. 12 (hiermee wordt aangegeven dat u pagina 12 kunt raadplegen.) → Gevolgd door: de volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Druk op [ ] → Media → Muziekspeler (betekent [ ], gevolgd door Media, gevolgd door Muziekspeler) [ ] Rechte haken: telefoontoetsen, bijvoorbeeld: [ ] (betekent: de aan-uittoets) Bekijk voordat u begint de symbolen die in deze gebruiksaanwijzing zijn opgenomen: Waarschuwing: situaties die letsel kunnen veroorzaken bij u of anderen Let op: situaties die schade aan het toestel of andere apparatuur kunnen veroorzaken <> Punthaken: functietoetsen die verschillende functies uitvoeren in verschillende schermen, bijvoorbeeld: <OK> (betekent: de functietoets OK) Auteursrechten en handelsmerken De rechten op alle technologieën en producten die dit toestel bevat zijn het eigendom van de respectieve eigenaren: • Dit product bevat software in licentie van Symbian Ltd. © 1998-2007. Symbian en Symbian OS zijn handelsmerken van Symbian Ltd. • Java™ is een handelsmerk van Sun Microsystems, Inc. • Bluetooth® is wereldwijd een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIC, Inc. wereldwijd Bluetooth QD ID: B013176 • Windows Media Player® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation. Inhoud Informatie over veiligheid en gebruik ...................... 4 Communicatie .......................... 12 PC Studio ....................................51 Uw persoonlijke zaken regelen . 52 Oproepen ................................... 12 Berichten .................................... 15 Logboeken .................................. 31 Communicatie-opties .................... 34 Contacten ....................................52 Agenda .......................................56 Quickoffice® ................................58 Adobe® Reader® ..........................60 Notities .......................................61 Media ....................................... 39 Web .......................................... 62 Muziekspeler ............................... 39 Camera ...................................... 41 Galerij ........................................ 44 Videobewerker ............................ 46 Flash® Player .............................. 49 RealPlayer® ................................ 49 Dictafoon .................................... 50 Surfen op internet ........................62 Browserinstellingen wijzigen ..........64 Een favoriet toevoegen .................64 Een favoriet gebruiken ..................65 Een webpagina opslaan en offline bekijken ........................65 Bestanden van internet downloaden 66 2 Inhoud Connectiviteit ........................... 67 De draadloze Bluetoothvoorziening gebruiken .................. 67 Verbinding maken via USB ............ 70 Uw toestel synchroniseren ............ 72 Apparaatbeheer ...........................86 Beheer voor activeringssleutels ......87 Geheugenkaartbeheer ...................88 Verbindingsbeheer ........................90 Instellingen .............................. 92 Andere toepassingen ................ 74 Rekenmachine ............................. 74 Klok ........................................... 74 Omrekenen ................................. 76 Voice Signal ................................ 78 GPS-gegevens ............................. 80 Plaatsen ..................................... 82 Algemene instellingen ...................92 Telefooninstellingen ......................98 Verbindingsinstellingen ............... 102 Instellingen voor toepassingen ..... 105 Problemen oplossen ............... 108 Index...................................... 114 Beheertoepassingen ................. 83 Bestandbeheer ............................ 83 Toepassingsbeheer ...................... 84 3 Informatie over veiligheid en gebruik Houd u aan de volgende richtlijnen om gevaarlijke of illegale situaties te voorkomen en ervoor te zorgen dat uw toestel altijd topprestaties kan leveren. Veiligheidsmaatregelen De telefoon buiten het bereik houden van kleine kinderen en huisdieren Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer zij worden ingeslikt. 4 Bescherm uw gehoor Als u naar muziek luistert met een headset op hoog volume, kan uw gehoor worden beschadigd. Gebruik het minimale volume waarmee u het gesprek of de muziek kunt horen. Installeer mobiele apparatuur zorgvuldig Zorg ervoor dat mobiele apparaten of daaraan verwante apparatuur naar behoren zijn bevestigd in uw voertuig. Vermijd het plaatsen van telefoon en accessoires op een plek waar de airbag zich zou ontvouwen. Verkeerd geïnstalleerde draadloze apparaten kunnen ernstig letsel veroorzaken als airbags zich snel ontvouwen. Informatie over veiligheid en gebruik Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften • Gebruik alleen batterijen en opladers die door Samsung zijn goedgekeurd en speciaal zijn bedoeld voor uw toestel. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig letsel of schade aan uw toestel veroorzaken. • Gooi nooit batterijen in open vuur. Volg alle plaatselijke voorschriften bij het afvoeren van gebruikte batterijen. • Leg batterijen of telefoons nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. Voorkom storing aan pacemakers Houd een minimale afstand van 15 cm in acht tussen mobiele apparaten en pacemakers om potentiële storing te vermijden. Dit wordt aanbevolen door de onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless Technology Research. Als u reden hebt aan te nemen dat uw toestel storing veroorzaakt aan een pacemaker of ander medisch toestel, moet u het toestel onmiddellijk uitschakelen en contact opnemen met de fabrikant van de pacemaker of de medische apparatuur voor advies. 5 Informatie over veiligheid en gebruik Schakel het toestel uit in omgevingen met explosiegevaar Beperk het risico van letsel door vaak herhaalde bewegingen Gebruik het toestel niet bij tankstations of in de buurt van brandstoffen of chemicaliën. Schakel het toestel uit wanneer u daartoe aanwijzingen krijgt via waarschuwingsborden of instructies. Uw toestel zou ontploffingen of brand kunnen veroorzaken in of in de buurt van opslag- en distributieplaatsen van brandstoffen of chemicaliën of in omgevingen waar ontploffingen plaatsvinden. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als het toestel of de onderdelen of accessoires van het toestel. Wanneer u SMS-berichten verzendt of games speelt op het toestel, hou het toestel dan ontspannen vast, druk licht op de toetsen, gebruik speciale functies waardoor u op minder toetsen hoeft te drukken (zoals standaardberichten en voorspellende tekst) en neem regelmatig pauze. 6 Veiligheidsinformatie Verkeersveiligheid voor alles Gebruik het toestel niet tijdens het rijden en houd u aan alle regels voor het gebruik van mobiele telefoons in de auto. Gebruik handsfree accessoires waar mogelijk. Informatie over veiligheid en gebruik Volg alle veiligheidsvoorschriften en regelgeving Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van mobiele apparaten in bepaalde omgevingen beperkt. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires. Als u niet-compatibele accessoires gebruikt, kan er schade aan het toestel of persoonlijk letsel ontstaan. Schakel het toestel uit als u zich in de nabijheid van medische apparatuur bevindt. Uw toestel kan storing veroorzaken aan medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel. Schakel het toestel uit of schakel de draadloze functies uit wanneer u zich in een vliegtuig bevindt. Het toestel kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet uw telefoon uit of schakel deze over naar een modus waarin alle draadloze functionaliteit is uitgeschakeld, als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd. Bescherm batterijen en opladers tegen schade • Vermijd blootstelling van batterijen aan extreme temperaturen (onder 0° C of boven 45° C). Extreme temperaturen kunnen het oplaadvermogen en de levensduur van uw batterijen verminderen. 7 Informatie over veiligheid en gebruik • Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente kortsluiting veroorzaken. • Het toestel bevat complexe elektronica. Bescherm het toestel tegen stoten en ruw gebruik om ernstige schade te voorkomen. • Gebruik nooit een beschadigde oplader of batterij. • Verf het toestel niet. Door verf kunnen bewegende delen verstopt raken en kan het toestel mogelijk niet naar behoren werken. Gebruik uw toestel zorgvuldig en verstandig • Gebruik de flitslamp van de camera in het toestel niet dichtbij de ogen van kinderen of dieren. • Laat het toestel niet nat worden. Vloeistoffen kunnen ernstige schade veroorzaken. Raak het toestel niet aan met natte handen. Waterschade aan het toestel kan de garantie van de fabrikant laten vervallen. • Gebruik of bewaar het toestel niet in stoffige, vervuilde omgevingen om schade aan bewegende delen te vermijden. 8 • Het toestel en geheugenkaarten kunnen worden beschadigd bij blootstelling aan magnetische velden. Gebruik geen telefoonhoesjes of accessoires met magnetische sluitingen en stel het toestel niet gedurende langere tijd bloot aan magnetische velden. Informatie over veiligheid en gebruik Voorkom storing met andere elektronische apparatuur Het toestel zendt RF-signalen (radiofrequentie) uit die storingen kunnen veroorzaken in niet- of onvoldoende afgeschermde elektronische apparatuur, zoals pacemakers, gehoorapparaten en medische apparatuur in huis of in voertuigen. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische toestel om mogelijke problemen met storing op te lossen. Belangrijke gebruiksinformatie Gebruik uw toestel in de normale gebruikspositie Vermijd aanraking met de interne antenne van het toestel. Laat reparaties aan het toestel alleen uitvoeren door gekwalificeerd personeel Als u het toestel laat repareren door nietgekwalificeerd personeel kan het toestel beschadigd raken en is uw garantie niet meer geldig. Verleng de levensduur van batterij en oplader • Laat batterijen niet langer dan een week achtereen opladen, aangezien teveel opladen niet bevorderlijk is voor de levensduur. • Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen. • Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. 9 Informatie over veiligheid en gebruik • Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn bedoeld. Wees voorzichtig met SIM-kaarten en geheugenkaarten • Verwijder een kaart niet als het toestel bezig is met informatieoverdracht of het ophalen van informatie. Dit kan leiden tot gegevensverlies en/of schade aan de kaart of het toestel. • Bescherm kaarten tegen sterke schokken, statische elektriciteit en elektrische storing van andere apparaten. • Door veelvuldig wissen van en schrijven naar een geheugenkaart, verkort u de levensduur. 10 • Raak geen goudkleurige contactpunten of polen aan met uw vingers of met metalen voorwerpen. Veeg, indien nodig, geheugenkaarten schoon met een zachte doek. Zorg dat contact met nooddiensten mogelijk blijft In sommige gebieden of omstandigheden kan het voorkomen dat bellen met het toestel niet mogelijk is, dus ook niet in noodgevallen. Voordat u naar afgelegen of minder ontwikkelde gebieden afreist, moet u daarom een alternatieve manier plannen om contact op te kunnen nemen met nooddiensten. Informatie over veiligheid en gebruik Informatie over het SAR-certificaat (Specific Absorption Rate) Uw toestel voldoet aan de standaarden die in de EU zijn opgesteld voor blootstelling aan radiofrequentie-energie die wordt afgegeven door radio- en telecommunicatie-apparatuur. Deze standaarden verbieden de verkoop van mobiele apparaten die het maximumniveau voor blootstelling overschrijden, de zogenaamde SAR (Specific Absorption Rate), van 2,0 watt per kilogram lichaamsgewicht. Door waar mogelijk automatisch lagere niveaus te gebruiken, beperkt het toestel blootstelling aan RF-energie nog verder. De conformiteitsverklaring achteraan in deze gebruikershandleiding geeft aan dat het toestel voldoet aan de Richtlijn van de EU betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur. Ga naar de website van Samsung over mobiele apparatuur voor meer informatie over SAR en de gerelateerde EUstandaarden. Tijdens testen werd de maximum-SAR voor dit model vastgesteld op 0,719 watt per kilogram. Bij normaal gebruik is de feitelijke SAR waarschijnlijk veel lager, aangezien het toestel zo is ontworpen dat slechts de minimaal benodigde hoeveelheid RF-energie wordt gebruikt voor het verzenden van een signaal naar het dichtstbijzijnde basisstation. 11 1 Communicatie U kunt met uw toestel veel verschillende soorten oproepen en berichten verzenden en ontvangen via mobiele netwerken en internet. Oproepen Informatie over de oproepfuncties van uw toestel. Zie de snelstartgids voor de basisprincipes van het bellen met de telefoon. Een internationaal nummer bellen 1. Druk tweemaal op [ ] om het teken + in te voegen (dit vervangt de internationale toegangscode). 12 2. Toets het volledige nummer in dat u wilt bellen (landnummer, netnummer en abonneenummer) en druk op [ ]. 3. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. Iemand bellen die in de lijst met contacten staat 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Contacten om de lijst met contacten te openen. 2. Blader naar een contact of zoek het contact op door de eerste paar letters van de naam in te geven. Communicatie 3. Druk op [ ] om het standaardnummer voor het contact te bellen. U kunt ook op de trackball drukken om de contactgegevens te openen en een ander nummer of ander type oproep te selecteren (zoals bijvoorbeeld een video). Een pauze invoegen Wanneer u geautomatiseerde telefoonsystemen belt, kunt u een pauze invoegen tussen het telefoonnummer en een andere reeks cijfers. U voegt een pauze in door op [ ] te drukken om het type pauze te selecteren: • p (automatische pauze)-druk driemaal op [ ] om een automatische pauze in te voegen. Het toestel pauzeert twee seconden lang en verzendt de cijfers na de pauze vervolgens automatisch. • w (handmatige pauze)-druk viermaal op [ ] om een handmatige pauze in te voegen. Na de pauze moet u op <Zenden> drukken om de resterende cijfers te verzenden. Gemiste oproepen bekijken en terugbellen Op het display van het toestel worden de gemiste oproepen weergegeven. U belt als volgt een gemiste oproep terug: 1. Druk op de trackball. 2. Blader naar een gemiste oproep. 13 Communicatie 3. Druk op [ ] om te bellen. Een recent gekozen nummer opnieuw bellen 1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met recente nummers weer te geven. 2. Blader naar een nummer en druk op [ ]. Oproepen doorschakelen Uw serviceprovider of netwerk ondersteunt deze voorziening misschien niet. U schakelt als volgt inkomende gesprekken door naar een ander nummer: 14 1. Druk in de standby-stand op [ Instell. → Telefoon → Doorschakelen. ]→ 2. Blader naar een type oproep en druk op de trackball. 3. Blader naar een type doorschakeling en druk op <Opties> → Activeren. 4. Blader voor spraakoproepen naar een doorschakellocatie (mailbox of een ander nummer) en druk op de trackball. 5. Geef indien nodig een telefoonnummer in en druk op <OK>. Oproepen blokkeren Voor deze functie hebt u een wachtwoord voor oproepen blokkeren nodig, dat door uw provider wordt verstrekt. Communicatie U blokkeert als volgt inkomende oproepen van een bepaald nummer: Berichten 2. Blader naar een type blokkering en druk op de trackball. Hier vindt u informatie over berichtfuncties. Zie de snelstartgids voor instructies over het ingeven van tekst. Zie "Communicatie-opties," voor een beschrijving van de opties X 34). 3. Geef het blokkeerwachtwoord in en druk op <OK>. Berichtmappen 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instell. → Telefoon → Blokkeren. Als u het blokkeerwachtwoord drie keer verkeerd invoert, raakt het toestel geblokkeerd. Neem hierover contact op met uw provider. Wanneer u Berichten opent, ziet u de functie Nieuw bericht en een lijst met mappen. • Inbox: ontvangen berichten, behalve e-mail en Infodienstberichten • Mijn mappen: standaardberichten en opgeslagen berichten • Mailbox: ontvangen e-mail. Wanneer u een mailbox maakt, wordt de naam die u opgeeft, hier weergegeven. 15 Communicatie • Ontwerpen: berichten die u nog niet hebt verzonden • Verzonden: recentelijk verzonden berichten • Outbox: tijdelijke opslag voor berichten die nog moeten worden verzonden • Rapporten: leveringsrapporten van SMS- en MMS-berichten. Als u een leveringsrapport wilt, moet u dit aangeven bij de berichtopties voordat u het bericht verzendt. • Berichten die via Bluetooth zijn verzonden, worden niet opgeslagen in de mappen Ontwerpen of Verzonden. • Het is wellicht niet mogelijk om een leveringsrapport te ontvangen voor een MMS-bericht dat naar een e-mailadres is gestuurd. 16 Symbolen in Postvak IN In Postvak IN staan de volgende symbolen mogelijk naast uw berichten: Symbool Beschrijving Ongelezen SMS-bericht Melding van MMS-bericht Ongelezen MMS-bericht Ongelezen Smart-bericht Ongelezen dienstbericht Gegevens ontvangen via een Bluetooth-verbinding Onbekend berichttype Communicatie Status van Postvak UIT Wanneer u zich buiten het servicebereik bevindt of geen verbinding met het netwerk of de server hebt, blijven uw berichten in Postvak UIT staan, totdat de verbinding weer tot stand is gebracht. De status van Postvak UIT geeft informatie over de reden waarom een bericht nog in Postvak UIT staat: • Bezig met verzenden: het toestel maakt verbinding en het bericht wordt direct verzonden • Wacht: het bericht staat in de rij achter een ander bericht en wordt zo snel mogelijk verzonden • Opnieuw zenden om (tijd): het bericht kon niet worden verzonden en wordt op de opgegeven tijd opnieuw verzonden. Druk op <Opties> → Zenden om het bericht direct opnieuw te verzenden. • Uitgesteld: het bericht wordt op een later tijdstip verzonden • Mislukt: het toestel heeft meerdere keren getracht het bericht te verzenden, maar dit is mislukt SMS-berichten SMS-berichten die meer dan 160 tekens bevatten, worden verzonden als twee of meer berichten en hiervoor kunnen extra kosten in rekening worden gebracht. Een SMS-bericht verzenden 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Berichten → Nieuw bericht → SMS. 2. Geef een telefoonnummer in of druk op de trackball om een contact te selecteren. 3. Blader omlaag en voer de tekst in. 17 Communicatie 4. Druk op de trackball om het bericht te verzenden. 3. Druk op <Opties> → Kopiëren → Inbox of een map. Een SMS-bericht bekijken U kunt de berichten nu bekijken in de map op uw toestel. 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → Inbox. ]→ 2. Blader naar een bericht en druk op de trackball. MMS-berichten Voordat u MMS-berichten kunt verzenden, moet u een toegangspunt definiëren. Berichten ophalen van een SIM-kaart Als u SMS-berichten op een SIM-kaart hebt staan, moet u ze naar het toestel kopiëren voordat u ze kunt bekijken. 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Berichten → <Opties> → SIMberichten. 2. Druk op <Opties> → Markeringen aan/uit → Markeren (om er één te selecteren) of Alle markeren (om alle te selecteren). 18 Een toegangspunt instellen Uw serviceprovider verstrekt de instellingen voor het toegangspunt mogelijk via een smart-bericht. Zie "Gegevens of instellingen van smartberichten opslaan in uw toestel," X 29 als u een toegangspunt automatisch wilt instellen met behulp van een smartbericht. Communicatie U stelt als volgt een toegangspunt handmatig in: 1. Druk in de standby-stand op [ Instell. → Verbinding → Toegangspunten. 3. Blader omlaag en voer een onderwerp in. ]→ 2. Blader omlaag en druk op de trackball om een bestaand toegangspunt te selecteren of druk op <Opties> → Nieuw toegangspunt. 3. Stel de opties voor het toegangspunt in volgens de instructies van uw serviceprovider. Een MMS-bericht verzenden 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Berichten → Nieuw bericht → Multimediabericht. 4. Blader omlaag en voer tekst in. 5. Als u een bestaand multimediaobject wilt invoegen, drukt u op <Opties> → Object invoegen → een objecttype. Als u een nieuw multimediaobject wilt maken en invoegen, drukt u op <Opties> → Nieuw invoegen → een objecttype. 6. Druk op de trackball → Verzenden om het bericht te verzenden. U kunt alleen afbeeldingen invoegen met een resolutie van 176 x 144 of lager. 2. Geef een telefoonnummer in of druk op de trackball om een contact te selecteren. 19 Communicatie Een multimediabericht bewerken Een MMS-bericht bekijken Voordat u het multimediabericht verzendt, kunt u het bewerken: 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → Inbox. • Als u velden wilt toevoegen aan de berichtkop, drukt u op <Opties> → Adresvelden → een veldtype 2. Blader naar een bericht en druk op de trackball. • Als u de indeling van het bericht wilt wijzigen, drukt u op <Opties> → een tekstpositie Naar voicemail luisteren • Als u een voorbeeld van het bericht wilt bekijken, drukt u op <Opties> → Voorbeeld. • Als u een item wilt verwijderen, drukt u op <Opties> → Bijlage verwijderen → een item. U kunt afbeeldingen, geluiden of video's aan dia's toevoegen. U kunt echter slechts één type media per dia toevoegen. Als uw voicemailnummer vooraf is ingesteld door uw serviceprovider, kunt u [1] ingedrukt houden om uw voicemail te openen. Als er nog geen voicemailnummer is ingesteld of als u het nummer wilt wijzigen, handelt u als volgt: 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → Opr.mailbox. 2. Geef het voicemailnummer in dat is verstrekt door uw serviceprovider. 3. Druk op <OK>. 20 ]→ Communicatie U kunt nu uw voicemail openen door in de standby-stand [1] ingedrukt te houden. E-mailberichten Voordat u e-mailberichten kunt verzenden of ontvangen, moet u een mailbox maken. Een mailbox maken 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → <Opties> → Instellingen → E-mail. ]→ 2. Blader naar Mailbox in gebruik en druk op de trackball. 3. Druk op <Ja>. 4. Druk op de trackball om de wizard Mailbox te starten en volg de instructies op het scherm. De nieuwe mailbox verschijnt automatisch in Berichten. Als u de huidige mailbox wilt wijzigen, gaat u terug naar E-mailinstellingen en stelt u de "Mailbox in gebruik" in op een andere mailbox (stappen 1 en 2 hierboven). Als u het POP3-protocol gebruikt, wordt de mailbox niet automatisch bijgewerkt zodra u online bent. U moet de verbinding verbreken en opnieuw verbinding maken om de nieuwe berichten te zien. Een e-mail verzenden 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Berichten → Nieuw bericht → E-mail. 2. Geef een e-mailadres in of druk op de trackball om een contact te selecteren. 21 Communicatie 3. Blader omlaag en voer een onderwerp in. U bekijkt als volgt nieuwe berichten online: 4. Blader omlaag en voer de tekst in. 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → uw mailbox. 5. Druk op <Opties> → Invoegen → een type bijlage (optioneel). 6. Druk op de trackball → Verzenden. Als u offline bent of zich buiten het servicegebied bevindt, wordt het bericht bewaard in Postvak UIT totdat u weer online en in uw servicegebied bent. Een e-mailbericht bekijken Wanneer u een mailbox opent, kunt u eerder opgehaalde e-mailberichten offline bekijken of verbinding maken met de e-mailserver om nieuwe berichten te bekijken. Nadat u e-mailberichten hebt opgehaald, kunt u ze offline bekijken. 22 ]→ 2. Druk op <Opties> → Verbinden. 3. Druk op <Opties> → E-mail ophalen. U bekijkt als volgt nieuwe berichten offline: 1. Herhaal de bovenstaande stappen 1 tot en met 3. 2. Druk op <Opties> → Verbind. verbreken. Communicatie E-mailbijlagen bekijken of opslaan E-mailbijlagen ( ) kunnen virussen bevatten die uw toestel schade kunnen toebrengen. Bescherm uw toestel door alleen bijlagen te openen als u de afzender vertrouwt. Zie "Certificaatbeheer," X 97 voor meer informatie. U bekijkt als volgt een bijlage: 1. Druk op <Opties> → Bijlagen vanuit een geopende e-mail. 2. Blader naar de bijlage en druk op de trackball. De bijlage wordt geopend in de bijbehorende toepassing. U slaat als volgt een bijlage op: 1. Druk op <Opties> → Bijlagen vanuit een geopende e-mail. 2. Blader naar de bijlage en druk op <Opties> → Opslaan. Een e-mailbericht verwijderen U kunt e-mailberichten alleen van uw toestel verwijderen of zowel van het toestel als van de e-mailserver verwijderen. U verwijdert als volgt een bericht alleen van uw toestel: 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → uw mailbox. ]→ 2. Blader naar een e-mail en druk op <Opties> → Verwijderen → Alleen telefoon. De titel van het e-mailbericht blijft in uw mailbox staan totdat u het bericht van de e-mailserver verwijdert. 23 Communicatie U verwijdert als volgt een bericht zowel van het toestel als van de e-mailserver: 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → uw mailbox. ]→ 2. Blader naar een e-mail en druk op <Opties> → Verwijderen → Telefoon en server. Als u offline bent, wordt de berichten van de server verwijderd zodra u opnieuw verbinding maakt. Als u het POP3-protocol gebruikt, worden de te verwijderen berichten verwijderd zodra de verbinding met de mailbox wordt gesloten. Chatten U kunt chatten (expresberichten verzenden en ontvangen) als uw serviceprovider deze voorziening ondersteunt. Voordat u kunt chatten, moet u een server instellen. Een server instellen 1. Druk in de standby-stand op [ Connect. → Chatten. ]→ U wordt gevraagd of u een server wilt definiëren. Druk op <Ja> (als de vraag niet verschijnt, drukt u op <Opties> → Instellingen → Servers). 2. Stel de serveropties in volgens de instructies van uw serviceprovider. 24 Communicatie Aanmelden bij de chatserver 1. Druk in de standby-stand op [ Connect. → Chatten. ]→ 2. Als het toestel niet automatisch de aanmelding start, drukt u op <Opties> → Aanmelden. 4. Tijdens een gesprek kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Smiley invoegen: hier kunt u een van de vooraf ingestelde smiley's invoegen 3. Geef de gebruikers-ID en het wachtwoord in en druk op <OK>. • Afbeelding verzenden: hiermee verzendt u een afbeelding naar uw chatpartner 4. Als u zich wilt afmelden, drukt u op <Opties> → Afmelden. • Chat opnemen: u kunt uw gesprek opnemen en opslaan in Notities Een gesprek beginnen • Blokkeeropties → Toev. aan blok.lijst: hier blokkeert u berichten van een bepaald chatcontact 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Connect. → Chatten → Gesprekken. 2. Druk op <Opties> → Nieuw gesprek → Gebr-ID invoeren of Select. uit contacten. 3. Geef een gebruikers-ID in of selecteer een naam uit uw lijst met contacten. • Eigen status wijzigen: hier wijzigt u uw beschikbaarheidsstatus, die te zien is voor andere chatcontacten 5. Als u het gesprek wilt beëindigen, drukt u op <Opties> → Gesprek beëindigen. 25 Communicatie Een uitnodiging aannemen Wanneer u bent aangemeld bij de chatserver en een chatuitnodiging ontvangt, wordt het volgende bericht weergegeven op uw toestel: "1 nieuw chatbericht." U kunt de uitnodiging aannemen door op <Tonen> te drukken. Als u meer dan één uitnodiging tegelijk ontvangt, drukt u op <Tonen>, bladert u naar een uitnodiging en drukt u vervolgens op <OK>. Wanneer u uw chatcontacten bekijkt, kunt u de volgende symbolen zien: Symbool Beschrijving het contact is online het contact is offline het contact is geblokkeerd Als u geen symbool ziet naast de naam van het contact, is het contact onbekend. Chatcontacten toevoegen U kunt chatcontactgegevens opslaan door op <Opties> → Toev. aan chatcont. te drukken tijdens een gesprek. U kunt gegevens toevoegen aan Chatcontacten door op <Opties> → Nieuw chatcontact te drukken. Chatopties wijzigen Druk tijdens het chatten op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Voorkeuren: hier stelt u uw voorkeuren in voor chatcontacten en berichten • Servers: hier voegt u een nieuwe server toe of wijzigt u instellingen voor een bestaande server 26 Communicatie • Standaardserver: hier stelt u de standaardserver in voor chatten 3. Blader naar een ontvanger en druk op de trackball → <OK>. • Login-type chat: hier stelt u het login-type in op automatisch (type) of handmatig 4. U voegt als volgt een bestaande geluidsclip in: Audioberichten U kunt audioberichten verzenden met spraakmemo's of geluidsclips. Zie "Dictafoon," voor het opnemen van een spraakmemo of een geluidsclip X 50. Een audiobericht verzenden 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Berichten → Nieuw bericht → Audiobericht. 2. Druk op <Opties> → Ontvngr toevoegen. a. Selecteer <Opties> → Geluidsclip invoegen → Van Galerij. b. Blader naar een geluidsclip en druk op de trackball (ga verder met stap 6). 5. U neemt als volgt een nieuwe geluidsclip op en voegt deze in: a. Druk op <Opties> → Geluidsclip invoegen → Nieuwe geluidsclip. b. Als u klaar bent met de opname, drukt u op <Stop> om de geluidsclip automatisch bij te voegen bij het audiobericht. 6. Druk op <Opties> → Verzenden. 27 Communicatie Infoberichten Als uw serviceprovider deze voorziening ondersteunt, kunt u zich abonneren op infoberichten die automatische meldingen of nieuwsberichten verstrekken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de beschikbare infoberichten. Een item voor infodiensten toevoegen Neem contact op met uw serviceprovider voor namen en nummers van items. U voegt als volgt een item toe aan de lijst met infodiensten: 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → <Opties> → Infodienst. ]→ 2. Druk op <Opties> → Item → Zelf toevoegen. 28 3. Geef een naam en nummer in voor het item en druk op <OK>. Abonneren op een infodienst 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → <Opties> → Infodienst. ]→ 2. Blader naar een item en druk op <Opties> → Abonnement. Het toestel ontvangt nieuwe berichten nu automatisch. 3. U kunt het abonnement weer opzeggen door op <Opties> → Abonnem. opzeggen te drukken. Sommige verbindingsinstellingen blokkeren infodiensten mogelijk. Neem contact op met uw provider voor de juiste verbindingsinstellingen. Communicatie Een infodienstbericht bekijken 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → <Opties> → Infodienst. ]→ 2. Blader naar een itemmap en druk op de trackball. 3. Blader naar een item en druk op de trackball. Automatische kennisgeving instellen van nieuwe infodienstberichten U handelt als volgt om een kennisgeving van een nieuw infodienstbericht te ontvangen: 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → <Opties> → Infodienst. ]→ 2. Blader naar een item en druk op <Opties> → Direct melden. 3. U stopt de automatische kennisgeving door nogmaals op <Opties> → Direct melden verw. te drukken. Smart-berichten Uw toestel kan allerlei smart-berichten ontvangen, waaronder beeldberichten, visitekaartjes, beltonen, logo's van providers, agenda-items, browserfavorieten en instellingen. Uw serviceprovider verzendt wellicht smartberichten waarmee u instellingen in uw toestel kunt laden. Gegevens of instellingen van smartberichten opslaan in uw toestel 1. Druk in de standby-stand op [ Berichten → Inbox. ]→ 2. Blader naar een bericht en druk op de trackball. 29 Communicatie 3. Druk op <Opties> en sla de gegevens of instellingen op volgens het type smart-bericht: • Beeldbericht: selecteer Opslaan om op te slaan in de map Beeldberichten • Visitekaartje: selecteer Visitekaartje opsl. • Beltoon: selecteer Opslaan om op te slaan in Galerij • Operatorlogo: als u het Standbylogo wilt vervangen, selecteert u Opslaan • Agenda-item: selecteer Opslaan in Agenda • WAP-bericht: selecteer Toev. aan bookms. • SMS-servicenummer: selecteer Opslaan 30 • Nr. voicemailserver: selecteer Opslaan in Contacten • Toegangspuntinstell.: selecteer Opslaan • E-mailinstellingen: selecteer Opslaan U kunt ook een e-mailmelding ontvangen, waarin wordt vermeld hoeveel nieuwe e-mails er in uw externe mailbox zitten. Dienstberichten U kunt dienstberichten ontvangen van uw serviceprovider. Deze worden automatisch verwijderd wanneer ze zijn verlopen. U kunt dienstberichten bekijken in Postvak IN (mogelijk moet u het bericht van de serviceprovider downloaden). Neem voor informatie over de dienstberichten contact op met uw provider. Communicatie Logboeken Hier vindt u meer informatie over logboekgegevens van oproepen, packetgegevens en andere communicatieonderwerpen. 2. Blader naar een type oproep en druk op de trackball. Als u een nummer uit een logboek wilt bellen, bladert u naar het nummer en ]. drukt u op [ Recente oproepen Logboeken met recente oproepen wissen U kunt recente logboeken bekijken van recentelijk gemiste oproepen, ontvangen oproepen of gekozen nummers, en u kunt deze logboeken verwijderen. U kunt alle logboeken met recente oproepen tegelijk wissen, u kunt één logboek wissen of een enkel nummer uit een logboek wissen. Logboeken met recente oproepen bekijken U wist als volgt alle logboeken met recente oproepen: U bekijkt als volgt recentelijk gemiste oproepen, ontvangen oproepen of gekozen nummers: 1. Druk in de standby-stand op [ Logboek → Recente opr.. 1. Druk in de standby-stand op [ Logboek → Recente opr.. ]→ ]→ 2. Druk op <Opties> → Wis recente oproep.. 31 Communicatie U wist als volgt één logboek met recente oproepen: U zet als volgt de gespreksduurtellers op nul: 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Logboek → Recente opr. → een type oproep. 1. Druk op <Opties> → Timers op nul. 2. Geef de blokkeercode in (de standaard blokkeercode is 00000000). 2. Druk op <Opties> → Lijst wissen. U wist als volgt een enkel nummer uit een logboek: 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Logboek → Recente opr. → een type oproep. 2. Blader naar een nummer en druk op [C]. Packet-gegevens Als u de hoeveelheid verzonden of ontvangen packet-gegevens wilt bekijken, drukt u op [ ] → Logboek → Packet-ggvns. U zet als volgt de packet-gegevenstellers terug op nul: 1. Druk op <Opties> → Tellers op nul. Gespreksduur Als u de gespreksduur wilt zien van uw laatste oproep, het gekozen nummer, een ontvangen oproep of alle oproepen, drukt u op [ ] → Logboek → Duur oproep. 32 2. Geef de blokkeercode in (de standaard blokkeercode is 00000000). Communicatie Communicatielogboek 3. Druk op <Opties> → Filter. U kunt communicatiegegevens bekijken en logboeken filteren met het communicatielogboek. 4. Blader naar een filtertype en druk op de trackball. Het communicatielogboek bekijken 1. Druk in de standby-stand op [ Logboek. ]→ 2. Blader naar rechts om naar het communicatielogboek te gaan. Logboekgebeurtenissen filteren 2. Blader naar rechts om naar het communicatielogboek te gaan. Als u alle inhoud van het logboek permanent wilt wissen, drukt u op <Opties> → Logboek wissen. Duur logboek Sommige gebeurtenissen, zoals een SMS-bericht dat in twee delen is gesplitst, worden weergegeven als één communicatiegebeurtenis. 1. Druk in de standby-stand op [ Logboek. Het communicatielogboek wissen ]→ U kunt wijzigen hoe lang communicatiegebeurtenissen in het logboek moeten worden opgeslagen. Daarna worden gebeurtenissen automatisch verwijderd om geheugen vrij te maken. U stelt als volgt een tijdsduur voor het logboek in: 1. Druk in de standby-stand op [ Logboek. ]→ 33 Communicatie 2. Druk op <Opties> → Instellingen. 3. Druk op <Opties> → Wijzigen. 4. Blader naar een tijdsduur en druk op de trackball. Als u Geen logboek selecteert, worden er geen communicatiegebeurtenissen in het logboek opgeslagen. Communicatie-opties Opties voor SMS-berichten Druk in het menu Berichten op <Opties> → Instellingen → SMS om de volgende opties te wijzigen: 34 • Berichtencentrales: hier kunt u alle opgegeven berichtencentrales weergeven of een nieuwe berichtencentrale toevoegen (druk op <Opties> → Nwe berichtencentr.) • Ber.centrale in gebr.: hier stelt u in welke berichtencentrale u gebruikt als u SMS-berichten verzendt • Tekencodering: hier stelt u een type tekencodering in (Voll. ondersteuning voor Unicode beperkt de maximumlengte van uw berichten met ongeveer de helft) • Rapport ontvangen: hier stelt u in dat u een rapport wilt ontvangen als het bericht is afgeleverd • Geldigheid bericht: hier stelt u in hoe lang het bericht geldig moet zijn. Als het bericht niet binnen de opgegeven tijd kan worden afgeleverd, wordt het uit de berichtencentrale verwijderd Communicatie • Ber. verzonden als: hier stelt u in dat tekstberichten worden omgezet in een andere indeling • MMS-aanmaakmodus: hier kunt u de modus selecteren voor het maken van MMS-berichten • Voorkeursverbinding: hier stelt u een netwerkverbindingstype in • Toeg.punt in gebruik: hier stelt u een toegangspunt in voor het verzenden van MMS-berichten • Ant. via zelfde centr.: hier stelt u in dat dezelfde berichtencentrale moet worden gebruikt voor het ontvangen van antwoord op een bericht Opties voor multimediaberichten Druk in het menu Berichten op <Opties> → Instellingen → Multimediabericht om de volgende opties te wijzigen: • Grootte afbeelding: hier stelt u een afmeting in voor afbeeldingen die aan multimediaberichten worden toegevoegd (wanneer u een bericht verzendt naar een e-mailadres, wordt de afmeting automatisch ingesteld op Klein) • Multimedia ophalen: hier stelt u een optie in voor het ontvangen van MMSberichten • Anonieme ber. toest.: hier stelt u in of u berichten van anonieme afzenders wilt ontvangen of niet • Advertent. ontvang.: hiermee kunt u reclame toestaan of blokkeren • Rapport ontvangen: hier stelt u in dat u een rapport wilt ontvangen als het bericht is afgeleverd • Rapportz. weigeren: hier stelt u in dat u afleveringsrapporten weigert voor MMS-berichten 35 Communicatie • Geldigheid bericht: hier stelt u in hoe lang het bericht geldig moet zijn. Als het bericht niet binnen de opgegeven tijd kan worden afgeleverd, wordt het uit de berichtencentrale verwijderd E-mailopties Druk in het menu Berichten op <Opties> → Instellingen → E-mail om de volgende opties te wijzigen: • Mailboxen: hier kunt u een lijst met gedefinieerde mailboxen bekijken. Voor elke mailbox kunt u de volgende opties instellen: Verbindingsinstellingen • Inkomende e-mail: hier stelt u opties in voor inkomende e-mail • Uitgaande e-mail: hier stelt u opties in voor uitgaande e-mail 36 Gebruikersinstellingen • Mijn mailnaam: hier stelt u uw gebruikersnaam in • Bericht zenden: hier geeft u op of e-mailberichten onmiddellijk worden verzonden of pas de volgende keer dat u verbinding maakt met de server. • Kopie naar mij: hier stelt u in dat kopieën van uitgaande e-mails worden opgeslagen • Handtek. opnemen: hier maakt u een handtekening die in uw e-mails wordt opgenomen • Melding bij nieuwe e-mail: hier stelt u in dat er een symbool wordt weergegeven als u nieuwe e-mail ontvangt Communicatie Inst. voor ophalen • E-mail ophalen: hier stelt u in dat alleen de titels van e-mails of het volledige bericht met bijlagen wordt opgehaald (u kunt een limiet instellen voor volledige berichten) • Aantal: hier stelt u een maximaal aantal titels in dat u per keer wilt ophalen • Pad IMAP4-map (voor IMAP4): hier stelt u een pad in naar de map die wordt gesynchroniseerd met de server • Mapabonnementen (voor IMAP4): hier maakt u verbinding met de mailbox en worden mappen bijgewerkt Automatisch ophalen • E-mail ophalen: hier stelt u in dat e-mail automatisch moet worden opgehaald van de server • Mailbox in gebruik: de berichtenmailbox instellen die u wilt gebruiken Dienstberichtopties Druk in het menu Berichten op <Opties> → Instellingen → Dienstbericht om de volgende opties te wijzigen: • Dienstberichten: hier stelt u in of u dienstberichten wilt ontvangen. • Ber. downloaden: hier stelt u in of u nieuwe dienstberichten automatisch of handmatig wilt downloaden • E-mailmeldingen: hier stelt u in dat u bericht wilt zodra u een nieuwe e-mail ontvangt 37 Communicatie Opties voor infodienstberichten Overige berichtopties Druk in het menu Berichten op <Opties> → Instellingen → Infodienst om de volgende opties te wijzigen: Druk in het menu Berichten op <Opties> → Instellingen → Overige om de volgende opties te wijzigen: • Ontvangst: hier stelt u in of u infodienstberichten wilt ontvangen • Verzonden ber. opsl.: hier stelt u in dat kopieën van uitgaande e-mails worden opgeslagen • Taal: hier stelt u in of u infodienstberichten wilt ontvangen in Alle of Geselecteerd talen • Itemherkenning: hier stelt u in dat het itemnummer automatisch moet worden opgeslagen wanneer u een infodienstbericht ontvangt dat niet tot een bestaand item behoort 38 • Aantal opgesl. ber.: hier stelt u een maximumaantal opgeslagen berichten in dat in de map Verzonden moet worden bewaard. Nieuwe berichten worden opgeslagen terwijl oudere berichten dan worden verwijderd. • Gebruikt geheugen: hier stelt u een geheugenlocatie in voor het opslaan van berichten 2 Media Hier vindt u meer informatie over de mediatoepassingen op uw toestel: de Muziekspeler, Camera, Galerij, Videobewerker, Flash-speler, RealPlayer, Dictafoon en PC Studio. Bestanden aan de muziekbibliotheek toevoegen U voegt als volgt bestanden toe aan de muziekbibliotheek: 1. Muziekbestanden op uw toestel zetten Muziekspeler Met de muziekspeler kunt u MP3- of AACbestanden afspelen. Bestanden op uw toestel zetten U kunt muziekbestanden op uw toestel zetten door ze te downloaden van internet of ze over te zetten van een computer met behulp van PC Studio (zie de Help bij PC Studio), een microSDgeheugenkaart of Windows Media Player. 2. Druk in de standby-stand op [ Media → Muziekspeler. ]→ 3. Druk op <Opties> → Muziekbibliotheek. 4. Druk op <Opties> → Muziekbibl. bijwerken. Muziekbestanden afspelen 1. Druk in de standby-stand op [ Media → Muziekspeler. ]→ 39 Media 2. Druk op <Opties> → Muziekbibliotheek. 3. Druk op <Opties> → Muziekbibl. bijwerken. 4. Blader naar een afspeellijst. 5. Druk op <Opties> → Afspelen. 6. Tijdens het afspelen kunt u de volgende opties instellen: Handeling Functie Op de trackball drukken of [5] Het afspelen wordt onderbroken of hervat. (Het afspelen van mmfbestanden kan niet worden onderbroken) Achteruitgaan Omhoog bladeren of druk op [2] 40 Handeling Functie Omlaag Vooruitgaan bladeren of druk op [8] Naar links Het volume harder of of rechts zachter zetten bladeren, Op [Volume] drukken of druk op [4] of [6] Druk op [0] Het afspelen stoppen U hebt ook toegang tot de volgende opties: • Als u muzieknummers in willekeurige volgorde wilt afspelen, drukt u op <Opties> → Willekeurig afspelen. Media • Als u één of alle nummers steeds opnieuw wilt afspelen, drukt u op <Opties> → Herhalen. • Als u de muziekspeler wilt sluiten met de muziek op de achtergrond, drukt u op <Opties> → Afsp. in achtergrond. 5. Blader naar de nieuwe afspeellijst en druk op de trackball. 6. Druk op <Opties> → Tracks toevoegen. 7. Blader naar een nummer en druk op de trackball om het nummer aan de afspeellijst toe te voegen. Een afspeellijst maken U maakt als volgt uw eigen afspeellijst: 1. Druk in de standby-stand op [ Media → Muziekspeler. ]→ 2. Druk op <Opties> → Muziekbibliotheek → Tracklijsten. 3. Druk op <Opties> → Nieuwe tracklijst → een geheugentype (indien nodig). 4. Geef een naam in voor de afspeellijst en druk op de trackball. Camera U kunt met uw toestel digitale foto's nemen (jpg-indeling) of video's opnemen (mp4-indeling). Een foto nemen 1. Druk in de standby-stand op [ Media → Camera. ]→ 2. Draai het toestel 90° naar links (tegen de klok in). 41 Media 3. Richt de lens op het onderwerp en pas het beeld naar wens aan (zie "De toetsen gebruiken in de camerastand"). Handeling Functie Druk op [3] Het geheugen wijzigen waar de foto wordt opgeslagen. Druk op [4] De helderheid aanpassen Druk op [5] Gebruik autofocus Handeling Functie Druk op [6] De witbalansmodus wijzigen Naar links of rechts bladeren In- of uitzoomen Druk op [7] De kleurtoon wijzigen Omlaag bladeren Overschakelen naar de camcorderstand Druk op [8] De vertraging voordat een foto wordt genomen, instellen Druk op [1] Schakelen tussen Reeksmodus en de normale modus Druk op [ ] Zie snelkoppelingen voor aanpassingen Druk op [2] De flitser in- of uitschakelen Druk op [0] De camera-instellingen wijzigen (zie "Camera," X 106). 4. Druk op de trackball of op [Camera] om de foto te nemen. De toetsen gebruiken in de camerastand 42 Media Handeling Functie Druk op [ ] De pictogrammen op het scherm weergeven of verbergen Een foto bekijken 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Media → Galerij → Afbeeldingen. 4. Richt de lens op het onderwerp en pas het beeld naar wens aan (zie "De toetsen gebruiken in de camcorderstand"). 5. Druk op de trackball of op [Camera] om te beginnen met de opname. 6. Druk op [Camera] om de opname te stoppen. 2. Blader naar een afbeelding en druk op de trackball. De toetsen gebruiken in de camcorderstand Een video-opname maken Handeling Functie 1. Druk in de standby-stand op [ Media → Camera. ]→ 2. Draai het toestel 90° naar links (tegen de klok in). 3. Blader naar rechts (in de richting van de alfanumerieke toetsen) om de camcorder te starten. Naar links of rechts bladeren In- of uitzoomen Omhoog bladeren Naar de camerastand overschakelen Druk op [1] Het geluid in- of uitschakelen. 43 Media Handeling Functie Een video-opname afspelen Druk op [2] De flitser in- of uitschakelen 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Media → Galerij → Videoclips. Druk op [3] Het geheugen wijzigen waar de video wordt opgeslagen. 2. Blader naar een video en druk op de trackball. Druk op [4] De helderheid aanpassen Druk op [6] De witbalansmodus wijzigen Druk op [7] De kleurtoon wijzigen Druk op [ ] Zie snelkoppelingen voor aanpassingen Druk op [0] De camera-instellingen wijzigen (zie "Camera," X 106). 1. U opent de Galerij door op [ ] → Media → Galerij te drukken. Uw mediabestanden worden automatisch gesorteerd op bestandstype. Druk op [ ] De pictogrammen op het scherm weergeven of verbergen 2. Blader naar een mediamap en druk op de trackball. 44 Galerij U kunt al uw mediabestanden en internetkoppelingen voor streaming beheren vanuit de Galerij. Een mediabestand openen Media 3. Blader naar een mediabestand en druk op de trackball. 1. Druk in de standby-stand op [ Media → Galerij. Een internetkoppeling voor streaming aan de Galerij toevoegen 1. Druk in de standby-stand op [ Media → Galerij. Streaming content afspelen van internet ]→ 2. Blader naar de map Streaming kop. en druk op de trackball. 3. Druk op <Opties> → Nieuwe koppeling → een geheugentype (indien nodig). ]→ 2. Blader naar de map Streaming kop. en druk op de trackball. 3. Blader naar een koppeling en druk op de trackball. RealPlayer wordt gestart en u wordt gevraagd of u verbinding wilt maken met internet. 4. Druk op <Ja>. 4. Geef een naam en internetadres in en druk op de trackball. 45 Media Videobewerker Met Videobewerker kunt u videoclips bewerken of nieuwe videoclips maken door foto's of videoclips samen te voegen. Een video bijsnijden 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Media → Videobewerker → Video bewerken. 2. Selecteer een videobestand. 3. Druk op de trackball om het afspelen te starten. 4. Markeer het begin en einde van de nieuwe videoclip: • Druk op het punt waar u de videoclip wilt laten beginnen op <Start>. • Druk op het punt waar u de videoclip wilt laten beginnen op <Einde>. 46 5. Druk op <Opties> → Instellingen en wijzig de instellingen voor het opslaan van de videobestanden, zoals de beeldkwaliteit, het voorvoegsel van de naam en de opslaglocatie. 6. Wanneer u klaar bent, selecteert u <Opties> → Opslaan. Nadat de nieuwe videoclip is opgeslagen, wordt deze automatisch afgespeeld. Geluid aan een videoclip toevoegen 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Media → Videobewerker → Video bewerken. 2. Selecteer een videobestand. 3. Druk op de trackball om het afspelen te starten. Media 4. Druk op <Opties> → Audio en kies een van de volgende opties: • Audio dubbing: hiermee kunt u een van de opgeslagen geluidsbestanden toevoegen. • Live dubbing: hiermee kunt u geluid toevoegen door een nieuw geluid op te nemen. 5. Als u een bestaand geluid wilt toevoegen <Opties> → Dubbing starten → een geluid. Als u een nieuw geluid wilt toevoegen, drukt u op <Opties> → Live dubbing en neemt u een geluid op. Nadat u het geluid hebt toegevoegd, wordt de video automatisch op de telefoon afgespeeld. 6. Druk op <Opties> → Instellingen en wijzig de instellingen voor het opslaan van de videobestanden, zoals de beeldkwaliteit, het voorvoegsel van de naam en de opslaglocatie 7. Wanneer u klaar bent, selecteert u <Opties> → Opslaan. Een diavoorstelling maken U kunt foto's combineren om een diavoorstelling te maken van uw favoriete foto's. 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Media → Videobewerker → Fotofilm maken. 2. Selecteer de gewenste foto's en druk op <Gereed>. 3. U hebt de volgende opties: • U kunt de kleurtoon wijzigen of speciale effecten toepassen via <Opties> → Effect. • Als u een foto of tekst wilt invoegen, drukt u op <Opties> → Invoegen → Foto's invoegen of Tekstclip invoegen. 47 Media • U kunt instellen hoe de diavoorstelling van de ene videoclip of foto in de andere overgaat via <Opties> → Overgang. • Als u geluid aan uw diavoorstelling wilt toevoegen, drukt u op <Opties> → Commentaar → Invoegen. • Als u de weergaveduur van afbeeldingen wilt instellen, selecteert u <Opties> → Duur. • Als u de volgorde van de foto's wilt wijzigen, drukt u op <Opties> → Verplaatsen. • U kunt de instellingen voor het opslaan van de videoclip, zoals de beeldkwaliteit, het voorvoegsel van de naam en de opslaglocatie wijzigen via <Opties> → Instellingen. 4. Wanneer u klaar bent, selecteert u <Opties> → Opslaan. 48 Een storyboard maken U kunt foto's en videoclips samenvoegen op een storyboard. 1. Druk in de standby-stand op [ Media → Videobewerker → Storyboard. ]→ 2. Selecteer de gewenste foto's en video's en druk op <Gereed>. U hebt dezelfde opties als bij het maken van een fotofilm. Zie het vorige gedeelte. Daarnaast kunt u met Clip bewerken een geselecteerde video bijsnijden of audio aan de video toevoegen. 3. Wanneer u klaar bent, selecteert u <Opties> → Opslaan. Media Flash® Player Uw toestel wordt geleverd met Flash Player voor het bekijken van Flashbestanden (*.swf). U bekijkt als volgt een Flash-bestand: 1. Druk in de standby-stand op [ Media → Flash-speler. ]→ 2. Blader naar een Flash-bestand en druk op de trackball (blader naar rechts om bestanden op te zoeken op een geheugenkaart). RealPlayer® Uw toestel wordt geleverd met RealPlayer voor het bekijken van allerlei soorten mediabestanden en streaming content van internet. RealPlayer ondersteunt bestanden in de volgende indelingen: 3gp, mp4, rm, ram, ra en rv. Een mediabestand afspelen in RealPlayer 1. Druk in de standby-stand op [ Media → RealPlayer. ]→ 2. Druk op <Opties> → Openen → Recente clips of Opgeslagen clip. 3. Blader naar een mediabestand en druk op de trackball. 4. Tijdens het afspelen kunt u de volgende opties instellen: Handeling Functie Op de trackball drukken Het afspelen wordt onderbroken of hervat. Druk op [5] Achteruitgaan Druk op [0] Vooruitgaan 49 Media Handeling Functie Dictafoon Druk op [2] De weergavemodus wijzigen U kunt met de Dictafoon spraakmemo's en geluidsclips opnemen en afspelen. Druk op [Volume] Het volume harder of zachter zetten Een spraakmemo opnemen Streaming content van internet afspelen met RealPlayer Wanneer u een koppeling opent naar streaming content met uw webbrowser, wordt de content door RealPlayer gebufferd en afgespeeld (zie "Surfen op internet," X 62). U kunt vervolgens de functietoetsen en volumetoets gebruiken om opties voor de streaming content in te stellen. 1. Druk in de standby-stand op [ Media → Dictafoon. 2. Druk op de trackball om de opname te starten. 3. Als u klaar bent met de opname, drukt u op <Stop>. De spraakmemo wordt automatisch opgeslagen. Een spraakmemo afspelen 1. Druk in de standby-stand op [ Media → Dictafoon. 50 ]→ ]→ Media 2. Druk op <Opties> → Ga naar Galerij. 3. Blader naar een spraakmemo en druk op de trackball. Het afspelen wordt automatisch gestart. 4. Volg de aanwijzingen op het scherm om het afspelen te regelen. PC Studio PC Studio, dat zich op de PC Studio-cdrom bevindt, is een Windows-programma waarmee u uw persoonlijke gegevens kunt beheren en bestanden kunt synchroniseren voor uw toestel. Installeer het programma en raadpleeg de Help bij PC Studio voor meer informatie. PC Studio installeren 1. Plaats de cd met PC Studio in een computer met het Windowsbesturingssysteem. 2. Selecteer een taal voor het installatieprogramma. 3. Volg de aanwijzingen op het scherm. Tijdens de installatie worden de nodige USB-stuurprogramma's automatisch geïnstalleerd. PC Studio gebruiken Als u het toestel met een pc met PC Studio wilt gebruiken, moet u de USB modus van het toestel wijzigen (Zie "PC Studio gebruiken," X 71). 51 3 Uw persoonlijke zaken regelen Hier vindt u informatie over het beheer van uw contacten, plannen van afspraken, maken van notities en gebruik van de QuickOffice en Adobe® Reader®. Een nieuwe contactkaart maken in het geheugen van het toestel 1. Druk in de standby-stand op [ Contacten. ]→ 2. Druk op <Opties> → Nieuw contact. Contacten U kunt contactkaarten en -groepen gebruiken om de gegevens van uw contacten op te slaan, zoals namen, telefoonnummers en adressen. Een nieuwe contactkaart maken U kunt contactkaarten opslaan in het telefoongeheugen of op de SIM-kaart. 52 3. Geef de contactgegevens in. Als u nog meer gegevensvelden wilt invoegen, drukt u op <Opties> → Detail toevoegen → een gegevenstype. Als u een afbeelding aan de contactkaart wilt toevoegen, drukt u op <Opties> → Thumbnail toevoeg. → een afbeelding. 4. Als u klaar bent met het ingeven van gegevens, drukt u op <Gereed> om de contactkaart op te slaan. Uw persoonlijke zaken regelen Een nieuwe contactkaart maken op een SIM-kaart 1. Druk in de standby-stand op [ Contacten. ]→ 2. Druk op <Opties> → SIM-contacten → SIM-telefoonboek (SIM-kaart). De contactkaarten worden weergegeven, waarbij de naam die het meest overeenkomt met de letters die u hebt ingevoerd, is gemarkeerd. 3. Blader naar een contact en druk op de trackball om de gegevens te openen. 3. Druk op <Opties> → Nieuw SIMcontact. Een contactkaart kopiëren 4. Geef de contactgegevens in. U kopieert als volgt contactkaarten van de ene geheugenlocatie naar de andere: 5. Als u klaar bent met het ingeven van gegevens, drukt u op <Gereed> om de contactkaart op te slaan. Contactkaarten zoeken 1. Druk in de standby-stand op [ Contacten. ]→ 1. Open als volgt de lijst met contacten: a. Druk in de standby-stand op [ ] → Contacten (apparaatgeheugen). b. Druk in de standby-stand op [ ] → Contacten → <Opties> → SIMcontacten → SIM-telefoonboek (SIM-kaart). 2. Typ de eerste tekens van de naam van het contact in het zoekvak. 53 Uw persoonlijke zaken regelen 2. Blader naar een contact en druk op <Opties> → Kopie naar Contact. of Kopieer naar SIM. Als u een geheugenkaart hebt geplaatst, kunt u ook contacten kopiëren van en naar de kaart. Dit doet u als volgt: druk op <Opties> → Kopiëren → Naar geheugenkaart of Van geheugenkaart. 2. Blader naar een contact en druk op de trackball. 3. Blader naar een contact en druk op <Opties> → Standaardnummers. 4. Blader naar een standaardtype en druk op de trackball. 5. Blader naar een telefoonnummer of adres en druk op de trackball. Een standaardtelefoonnummer of -adres instellen Een snelkiesnummer toewijzen aan een contactkaart Sommige contactkaarten bevatten wellicht meer dan een telefoonnummer of adres. U kunt snelkeuzenummers toewijzen aan maximaal acht contactkaarten ([2] tot en met [9]); [1] is gereserveerd als snelkiesnummer voor uw voicemail. U stelt als volgt een bepaald telefoonnummer of adres in als standaard: 1. Open een lijst met contacten (zie "Een contactkaart kopiëren," X 53). 54 U wijst als volgt snelkeuzenummers toe: 1. Druk in de standby-stand op [ Contacten. ]→ Uw persoonlijke zaken regelen 2. Blader naar een contact en druk op de trackball. 3. Blader naar een telefoonnummer en druk op <Opties> → Snelkeuze toewijz.. 4. Blader naar een snelkiesnummer en druk op de trackball. Een beltoon aan een contactkaart of -groep toewijzen U kunt voor elke contactkaart en groep een bepaalde beltoon instellen. U wijst als volgt een beltoon toe: 1. Druk in de standby-stand op [ Contacten. ]→ 2. Blader naar een contact of groep en druk op de trackball. 4. Blader naar een beltoon en druk op de trackball. Bij een afzonderlijk contact wordt de beltoon gebruikt die het laatst is ingesteld voor de contactkaart. Als u bijvoorbeeld een beltoon aan een groep toewijst en vervolgens een beltoon toewijst aan een contactkaart binnen die groep, wordt de beltoon gebruikt die aan de contactkaart is toegewezen, wanneer er door die persoon wordt gebeld. Een contactgroep maken U kunt groepen met contacten maken en vervolgens e-mails of berichten aan de gehele groep verzenden. 1. Druk in de standby-stand op [ Contacten. ]→ 3. Druk op <Opties> → Beltoon. 55 Uw persoonlijke zaken regelen 2. Blader naar rechts om naar de groepslijst te gaan. Uw contacten synchroniseren 3. Druk op <Opties> → Nieuwe groep. U synchroniseert uw contacten als volgt met het huidige synchronisatieprofiel: 4. Geef een naam in en druk op de trackball. 1. Druk in de standby-stand op [ Contacten. 5. Blader naar de nieuwe groep en druk op de trackball om de gegevens te openen. 2. Blader naar een contact en druk op <Opties> → Synchronisatie → Starten. 6. Druk op <Opties> → Leden toevoegen. 3. Blader naar een synchronisatieprofiel en druk op de trackball. 7. Blader naar elk contact dat u wilt toevoegen en druk op de trackball. 8. Als u klaar bent met het selecteren van contacten, drukt u op <OK> om de contacten in de groep op te slaan. ]→ Zie "Uw toestel synchroniseren," X72 als u synchronisatieprofielen of instellingen wilt wijzigen. Agenda Met de Agenda kunt u afspraken, verjaardagen of andere gebeurtenissen bijhouden. 56 Uw persoonlijke zaken regelen Een agenda-item maken 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Agenda. ]→ 2. Blader naar een datum en druk op <Opties> → Nieuw item → een type item: • Vergadering - een herinnering op een bepaalde datum en tijd • Memo - algemene tekst 4. Druk op <Gereed> wanneer u klaar bent. Uw item wordt opgeslagen. In het veld Synchronisatie kunt u opgeven of een gebeurtenis Privé (kan alleen door u worden bekeken), Openbaar (kan worden bekeken door iedereen die toegang heeft tot uw gegevens als u hebt gesynchroniseerd) of Geen (niet gesynchroniseerd) is. • Verjaardag - een jaarlijkse herinnering aan een specifieke datum De weergave van de Agenda wijzigen • Taak - een notitie over een bepaalde taak 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Agenda. 3. Vul de velden in en pas de instellingen aan voor uw item. ]→ 2. Druk op <Opties> → een weergavetype. 57 Uw persoonlijke zaken regelen Een alarm voor een agenda-item afzetten Als u een alarm instelt voor een agendaitem, gaat het alarm een minuut lang af op de opgegeven tijd. Als u het alarm wilt afzetten, drukt u op <Stop>. Als u de alarmtoon wilt uitschakelen, drukt u op <Stil>. Als u het alarm kort daarna opnieuw af wilt laten gaan, drukt u op <Stil> → <Snooze> → een snoozetijd. Agendaopties wijzigen Selecteer in een willekeurige Agendaweergave <Opties > → Instellingen voor toegang tot de volgende opties: • Standaardweergave: hier stelt u in welke weergave wordt getoond als u de Agenda opent • Week begint met: hier stelt u in met welke dag de week moet beginnen • Titel weekweergave: hier stelt u de titel van de weekweergave in op een weeknummer of datum Quickoffice® Met Quickoffice kunt u Word-, Excel- en PowerPoint -bestanden op uw toestel openen • Agenda-alarmtoon: hier kunt u zelf een alarmtoon kiezen Een Quickoffice-document openen • Snoozetijd alarm: hier stelt u in hoe lang de snoozetijd moet duren voor een agenda-alarm 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Quickoffice. 58 ]→ Uw persoonlijke zaken regelen 2. Blader naar rechts om de verschillende toepassingen te gebruiken (Quickword, Quicksheet en Quickpoint). Optie Beschrijving Resize De afmetingen van een kolom of rij wijzigen 3. Blader naar een document en druk op de trackball. Pan Naar rechts of naar links gaan 4. Terwijl u een document bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Full screen Het gehele display gebruiken voor de weergave Optie Beschrijving Zoom Gedeelte van een document vergroten Search Tekst zoeken Go to Naar het begin of het eind van een document gaan Start Autoscroll Automatisch door een document bladeren (schuiven) Quickoffice bijwerken Met Quickmanager kunt u updates voor toepassingen, nieuwe Quickofficeproducten of speciale aanbiedingen downloaden. U voert als volgt een update voor Quickoffice uit: 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Quickoffice. ]→ 59 Uw persoonlijke zaken regelen 2. Blader naar rechts om naar Quickmanager te gaan. 5. Blader naar een bestand en druk op de trackball. 3. Blader naar een Quickmanager-item en druk op de trackball. 6. Terwijl u een document bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Adobe® Reader® Met Adobe Reader kunt u PDFdocumenten openen en bekijken. U opent als volgt een PDF-document: 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Adobe PDF. Beschrijving Zoomen Gedeelte van een document vergroten Zoeken Tekst zoeken Weergave Het volledige display gebruiken om het document te bekijken of te draaien Ga naar Naar een andere pagina gaan ]→ 2. Druk op <Opties> → Blad. naar bestand. 3. Blader naar een type geheugen en druk op de trackball. 4. Blader naar een bestandstype en druk op de trackball. 60 Optie Uw persoonlijke zaken regelen Notities Met Notities kunt u tekstnotities maken en deze met andere apparaten synchroniseren. Een notitie maken 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Notities. ]→ 2. Druk op <Opties> → Nieuwe notitie. Notities synchroniseren met andere apparaten 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Notities. ]→ 2. Blader naar een notitie en druk op <Opties> → Synchronisatie → Starten. 3. Blader naar een synchronisatieprofiel en druk op de trackball. 3. Geef de tekst in. 4. Als u klaar bent met het ingeven van tekst, drukt u op <Gereed> om de notitie op te slaan. 61 4 Web U kunt met de ingebouwde webbrowser in het toestel draadloos verbinding maken met internet. U moet het volgende doen om verbinding te maken met internet: • Aanmelden bij een draadloos netwerk dat gegevensoproepen ondersteunt • De gegevensservice activeren voor uw SIM-kaart • Een internettoegangspunt verkrijgen van een serviceprovider • Uw webinstellingen definiëren Uw telefoon is ingesteld voor draadloze toegang tot internet. Als u geen verbinding krijgt met internet, neemt u contact op met uw serviceprovider om nieuwe browserinstellingen te downloaden. 62 Surfen op internet 1. Druk in de standby-stand op [ Web. ]→ Het toestel geeft een lijst met favorieten en mappen weer. 2. U opent als volgt een webpagina: • Blader naar een favoriet en druk op de trackball. • Geef een internetadres in en druk op de trackball. 3. Als u de trackball ingedrukt houdt terwijl u een webpagina bekijkt, kunt u de werkbalk verbergen of weergeven: Web Symbool Beschrijving Vaak gebruikte koppelingen Doorsturen Startpagina Paginaoverzicht Opnieuw laden Zoeken Stop 4. Druk op <Afsluiten> om de internetverbinding te sluiten. • Als het bericht "Geheugen vol" wordt weergegeven, sluit u andere actieve toepassingen om systeemgeheugen beschikbaar te maken en start u de browser opnieuw. • Als u een versleutelde verbinding tot stand hebt gebracht, wordt er een beveiligingssymbool ( ) weergegeven. Druk op <Opties> tijdens het surfen om de volgende opties in te stellen: • Opslaan als bookmark: hiermee maakt u een nieuwe favoriet voor de huidige webpagina • Scherm draaien: hier schakelt u over op breedbeeld 63 Web • Navigatieopties: hiermee kunt u schermafbeeldingen zien van pagina's die u recentelijk hebt bezocht of kunt u de huidige pagina opnieuw laden • Zoomopties: hier kunt in- of uitzoomen op een webpagina • Instrumenten: hier kunt u pagina's opslaan voor offline gebruik, een webpagina verzenden of informatie over een webpagina bekijken • Algemeen: hier kunt u opties instellen voor toegangspunten, startpagina's, geschiedenis, beveiliging en Java • Pagina: hier stelt u opties in voor het laden en weergeven van webcontent • Privacy: hier stelt u opties in voor favorieten en cookies • Webfeeds: hier stelt u in dat de webpagina automatisch wordt bijgewerkt • Zoeken: hier kunt u zoeken naar tekst op een webpagina Een favoriet toevoegen Browserinstellingen wijzigen Druk in de browser op <Opties> → Instellingen om de volgende opties in te stellen: 64 1. Druk in de standby-stand op [ Web. ]→ 2. Druk op <Opties> → Bookmarkbeheer → Bookm. toev.. 3. Geef de naam van de favoriet, het adres en het toegangspunt in, en een gebruikersnaam en wachtwoord indien gewenst. Web 4. Druk op <Opties> → Opslaan. Een favoriet gebruiken U kunt favorieten ook openen terwijl u aan het surfen bent (zie "Een favoriet toevoegen," X 64). Druk op <Opties> → Bookmarks om de volgende opties in te stellen: Symbool Beschrijving Een webpagina opslaan en offline bekijken Wanneer u een webpagina opslaat, kunt u een kopie van de pagina offline bekijken zonder dat u een internetverbinding nodig hebt. De opgeslagen kopie wordt niet automatisch bijgewerkt, dus u moet regelmatig verbinding met de pagina op het web maken om de huidige versie op te halen. Startpagina van het toegangspunt Een webpagina opslaan De map met automatische favorieten 1. Ga naar de webpagina met uw browser (zie "Surfen op internet," X 62). De map die u hebt gemaakt 2. Druk op <Opties> → Instrumenten → Pagina opslaan. Standaardmap Map voor webfeed De webpagina is nu opgeslagen op uw toestel. Favoriet 65 Web Bestanden van internet downloaden Een opgeslagen webpagina bekijken 1. Druk in de standby-stand op [ Web. ]→ 2. Blader naar Opgeslagen pagina's en druk op de trackball. 3. Blader naar een opgeslagen webpagina en druk op de trackball. 4. Als u de webpagina wilt bijwerken, drukt u op <Opties> → Navigatieopties → Opnieuw laden. Wanneer u bestanden downloadt van internet, worden deze opgeslagen in een bijbehorende map in de Galerij. Gedownloade afbeeldingen worden bijvoorbeeld opgeslagen in de map Afbeeldingen. Bestanden die u downloadt van internet kunnen mogelijk virussen bevatten die schade toebrengen aan uw toestel. Download daarom alleen bestanden van websites die u vertrouwt. Sommige mediabestanden maken gebruik van Digital Rights Management om copyrights te beschermen. Deze beveiliging kan het onmogelijk maken sommige bestanden te downloaden, te kopiëren, te wijzigen of te verzenden. 66 5 Connectiviteit Hier vindt u informatie over het verzenden van gegevens van en naar uw toestel via de draadloze Bluetoothvoorziening of de datakabel van de pc. De draadloze Bluetoothvoorziening gebruiken U kunt verbinding maken met andere draadloze Bluetooth-apparaten binnen een afstand van 10 meter. Muren of andere obstakels tussen de apparaten kunnen de draadloze verbinding blokkeren of verzwakken. De draadloze Bluetoothvoorziening inschakelen 1. Druk in de standby-stand op [ Connect. → Bluetooth ]→ 2. Blader naar Bluetooth en druk op de trackball. 3. U maakt uw toestel waarneembaar voor andere gebruikers door te bladeren naar Waarneembrh. tel. en op de trackball te drukken. 4. Selecteer een optie voor de waarneembaarheid en druk op de trackball. 67 Connectiviteit Een Bluetooth-apparaat opzoeken en koppelen 1. Druk in de standby-stand op [ Connect. → Bluetooth Symbool ]→ 2. Blader naar rechts om de lijst met gekoppelde apparaten te openen. 3. Druk op <Opties> → Nw gekoppeld app.. Uw apparaat zoekt een lijst met Bluetooth-apparaten en geeft deze weer: Symbool Type apparaat Mobiele telefoon Computer Headset Handsfree carkit 68 Type apparaat Audio-apparaat Onbekend apparaat 4. Blader naar een apparaat en druk op de trackball. 5. Geef de toegangscode voor Bluetooth in en druk op de trackball. Als u uw apparaat wilt koppelen aan een ander Bluetooth-apparaat, moeten beide apparaten dezelfde toegangscode gebruiken. Voor headsets of handsfree kits wordt mogelijk een vast wachtwoord gebruikt, zoals 0000. 6. Als u wilt toestaan dat het apparaat gegevens verzendt en ontvangt zonder bevestiging, drukt u op <Ja>. Zo niet, drukt u op <Nee> om bevestiging noodzakelijk te maken. Connectiviteit Opties voor gekoppelde apparaten wijzigen • Alle verwijderen: hiermee verwijdert u alle apparaten uit de lijst. Druk in de lijst met gekoppelde apparaten op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Afsluiten: hiermee sluit u de lijst met gekoppelde apparaten. • Nw gekoppeld app.: hier kunt u zoeken naar een ander Bluetoothapparaat Gegevens verzenden via de draadloze Bluetooth-voorziening • Verb. met audioapparaat: hier koppelt u het apparaat aan een headset of carkit • Korte naam toewijz.: hier kunt u een korte naam instellen voor een gekoppeld apparaat • Geautoriseerd/Niet geautoriseerd: hier kunt u instellen dat een ander apparaat automatisch verbinding kan maken of alleen met toestemming 1. Selecteer een bestand of item dat u wilt verzenden. 2. Druk op <Opties> → Zenden. 3. Blader naar Via Bluetooth en druk op de trackball. 4. Blader naar een gekoppeld apparaat en druk op de trackball. 5. Geef, indien nodig, een toegangscode in en druk op <OK>. • Verwijderen: hiermee verwijdert u een apparaat uit de lijst. 69 Connectiviteit Gegevens ontvangen via de draadloze Bluetooth-voorziening 1. Als een ander apparaat toegang probeert te krijgen tot uw apparaat, drukt u op <Ja> als u de verbinding wilt toestaan. 2. Druk, indien nodig, nogmaals op <Ja> om te bevestigen dat u gegevens wilt ontvangen van het apparaat. De items die u hebt geaccepteerd, worden in uw Postvak IN geplaatst. Het symbool geeft de berichten aan die via Bluetooth zijn ontvangen. De externe SIM-modus activeren Ga als volgt te werk om de externe SIMmodus te gebruiken met een compatibele handsfree carkit: 1. Maak een koppeling tussen uw toestel en een geautoriseerde handsfree carkit. 70 2. Druk in de standby-stand op [ ] → Instell. → Verbinding → Bluetooth → Externe SIM-modus → Aan. U kunt nu alleen via de SIM-kaart in uw toestel bellen en oproepen beantwoorden met de aangesloten handsfree carkit. Als u de modus wilt deactiveren, drukt u op [ ] → Externe SIM sluiten. Verbinding maken via USB Een standaardactie instellen voor de USB-verbinding U kunt als volgt instellen dat uw apparaat een standaardactie uitvoert wanneer u het apparaat op een computer aansluit met behulp van de datakabel voor de pc: Connectiviteit 1. Druk in de standby-stand op [ Connect. → USB. ]→ 2. Stel de standaard USB-modus in (Mediaspeler, PC Studio of Gegevensoverdracht). U kunt ook de instelling Vragen bij verbind. kiezen, in plaats van een standaard USB-modus te gebruiken. Als u deze instelling gebruikt, vraagt uw telefoon welke USB-modus u wilt gebruiken, zodra u het toestel aansluit op een computer. Zie de Help bij PC Studio voor meer informatie. Synchroniseren met Windows Media Player U kunt muziekbestanden naar het toestel kopiëren door te synchroniseren met Windows Media Player 11. 1. De USB-verbinding wijzigen in Mediaspeler. 2. Sluit de telefoon met een pc-datakabel op de computer aan. 1. De USB-verbinding wijzigen in PC Studio. 3. Selecteer Mediabestanden met apparaat synchroniseren als er op uw computer een pop-upvenster wordt geopend. 2. Sluit de telefoon met een pc-datakabel op de computer aan. 4. Geef de naam van uw telefoon in en klik op Voltooien. PC Studio gebruiken 3. Start PC Studio en beheer persoonlijke gegevens en mediabestanden. 71 Connectiviteit 5. Selecteer de gewenste muziekbestanden en sleep deze naar de synchronisatielijst. 6. Klik op Synchronisatie starten. 7. Wanneer het synchroniseren is voltooid, koppelt u het toestel los van de computer. Muziekbestanden naar een geheugenkaart kopiëren 1. Plaats een geheugenkaart in het toestel. 2. De USB-verbinding wijzigen in Gegevensoverdracht. 3. Sluit de telefoon met een pc-datakabel op de computer aan. 4. Selecteer Map openen en bestanden weergever als er op uw computer een pop-upvenster wordt geopend. 72 5. Kopieer bestanden van de computer naar de geheugenkaart. 6. Wanneer de synchronisatie is voltooid, koppelt u de telefoon los van de computer. Uw toestel synchroniseren U kunt de gegevens op uw toestel synchroniseren met gegevens op een computer of ander draadloos toestel. Een nieuw synchronisatieprofiel maken Uw toestel beschikt over een synchronisatieprofiel voor PC Studio. U maakt als volgt een nieuw synchronisatieprofiel: Connectiviteit 1. Druk in de standby-stand op [ Connect. → Synchr.. ]→ 2. Druk op <Opties> → Nw sync.profiel. 3. Druk op <Ja> om de instellingen uit een bestaand profiel te kopiëren of op <Nee> om nieuwe instellingen te definiëren. 4. Definieer het volgende: • Naam synchr.profiel: hier stelt u een naam in voor het profiel. Gegevens synchroniseren 1. Koppel uw toestel met een ander draadloos Bluetooth-apparaat (zie "Een Bluetooth-apparaat opzoeken en koppelen," X 68). 2. Druk in de standby-stand op [ Connect. → Synchr.. ]→ 3. Druk op <Opties> → Synchroniseren. 4. Blader naar een toestel en druk op de trackball, indien nodig. • Toepassingen: hier stelt u de toepassingen in die moeten worden gesynchroniseerd Onder aan het scherm van uw toestel wordt een voortgangsmeter weergegeven. • Verbindingsinstellingen: hier stelt u opties in voor verbinding met het netwerk Zodra de synchronisatie is voltooid, kunt u op <Opties> → Logboek bekijken drukken om een lijst met gegevens te bekijken die zijn gewijzigd. 5. Druk op <Terug> om het nieuwe profiel op te slaan. 73 6 Andere toepassingen Hier vindt u informatie over de rekenmachine, de klok, de omrekenfunctie, Voice Signal, GPSgegevens en de functie Plaatsen. Rekenmachine U gebruikt de rekenmachine als volgt: 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Rekenm.. ]→ 2. Met behulp van de alfanumerieke toetsen en de navigatietoetsen kunt u eenvoudige rekenkundige bewerkingen uitvoeren. Druk op [ ] om een decimaalteken in te voegen. Druk op [C] om het resultaat te wissen. Druk op [ ] om een andere functie te gebruiken. 74 3. Als u berekeningen uitvoert, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Geheugen: hiermee kunt u iets opslaan, ophalen of wissen uit het tijdelijk geheugen van de rekenmachine • Scherm wissen: hiermee wist u alle berekeningen van het scherm • Laatste resultaat: hiermee wordt het resultaat van de laatste berekening ingevoegd Klok In de toepassing Klok kunt u tijdsinstellingen aanpassen, een alarm instellen en een wereldklok maken. Andere toepassingen Klokinstellingen wijzigen 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Klok. Een alarm afzetten ]→ 2. Druk op <Opties> → Instellingen (zie "Datum en tijd," X 94). Een nieuw alarm instellen 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Klok. ]→ Zodra het alarm afgaat, drukt u op <Stop> om het alarm af te zetten of op <Snooze> om het alarm na een bepaalde tijd opnieuw af te laten gaan. U kunt het alarm vijf keer opnieuw af laten gaan (snooze). De huidige profielinstellingen hebben geen invloed op het volume van een klokalarm. 2. Blader naar rechts naar de Alarmweergave. Een wereldklok maken 3. Druk op <Opties> → Nieuw alarm. Met een wereldklok kunt u bijhouden hoe laat het is in een ander land. 4. Stel het alarm in zoals u wenst. 5. Druk op <Gereed>. U maakt als volgt een wereldklok 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Klok. ]→ 2. Blader naar rechts naar de Wereldweergave. 75 Andere toepassingen 3. Druk op <Opties> → Stad toevoegen. 4. Blader naar een stad en druk op de trackball of typ de eerste letters van de plaatsnaam om de naam in de lijst op te zoeken. 5. Herhaal de stappen 3 en 4 om meer steden toe te voegen. 6. Druk op <Afsluiten> wanneer u klaar bent met het toevoegen van steden. Omrekenen Met de omrekenfunctie kunt u maat- en munteenheden van de ene eenheid naar een andere eenheid omrekenen. Als u munteenheden wilt omrekenen, moet u eerst de basismunteenheid en de wisselkoers instellen. 76 Munteenheden en wisselkoersen toevoegen De waarde van de basismunteenheid is altijd 1. U moet de wisselkoers ingeven voor andere munteenheden zoals deze zich verhouden tegen één eenheid van de basismunteenheid. Wisselkoersen veranderen constant. U moet de huidige wisselkoers ingeven om een accurate omrekening te verkrijgen. 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Omreken.. ]→ 2. Blader naar rechts tot het type Valuta weergeeft. 3. Druk op <Opties> → Wisselkoersen. 4. Blader naar een munteenheid en druk op <Opties> → Naam valuta wijzig.. Andere toepassingen 5. Typ de naam van de basismunteenheid en druk op de trackball. 6. Druk op <Opties> → Basisvaluta. 7. Druk op de trackball ter bevestiging. U voegt als volgt andere munteenheden en wisselkoersen toe. 1. Herhaal de stappen 1 tot en met 4. 2. Geef de naam in de nieuwe munteenheid en druk op de trackball. 3. Blader naar de nieuwe munteenheid en voer de wisselkoers in. 3. Blader omlaag naar Eenheid en blader naar rechts om een munteenheid te selecteren die u wilt omrekenen. 4. Blader omlaag naar Aantal en voer het bedrag in dat moet worden omgerekend. 5. Blader omlaag naar Eenheid en blader naar rechts om een munteenheid te selecteren waar u naartoe wilt omrekenen. Het omrekenresultaat wordt op het apparaat weergegeven. Maateenheden omrekenen Munteenheden omrekenen 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Omreken.. ]→ 2. Blader naar rechts tot het type Valuta weergeeft. 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Omreken.. ]→ 2. Blader naar rechts om het type maateenheid te wijzigen. 77 Andere toepassingen 3. Blader omlaag naar Eenheid en blader naar rechts om de basiseenheid te wijzigen, indien nodig. 4. Blader omlaag naar Aantal en voer het aantal in dat moet worden geconverteerd. 5. Blader omlaag naar Eenheid en blader naar rechts om de conversie-eenheid te wijzigen, indien nodig. Het omrekenresultaat wordt op het apparaat weergegeven. Voice Signal Met Voice Signal kunt u bellen, contactgegevens ophalen, toepassingen starten en SMS-berichten verzenden met spraakopdrachten. 78 Spraakkiezen 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → Voice Signal. U hoort "Say a command." 2. Na de pieptoon zegt u "Call" en vervolgens de naam van een persoon in Contacten. 3. Als er meerdere namen zijn die op elkaar lijken, worden de 3 beste resultaten weergegeven en worden de naam en het nummer herhaald die het meest overeenkomen met wat u hebt gezegd. 4. Als de verkeerde naam of het verkeerde nummer worden herhaald, zegt u "No" en herhaalt u dit tot u de juiste naam hoort. 5. Wanneer u de juiste naam hoort, zegt u "Yes". Andere toepassingen Contactpersoon zoeken 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → Voice Signal. U hoort "Say a command." 2. Na de pieptoon, zegt u "Look up" en vervolgens de volledige naam van de contactkaart (eerst de voornaam, dan de achternaam). 3. Als er meerdere namen zijn die op elkaar lijken, worden de 3 beste resultaten weergegeven en worden de naam en het nummer herhaald die het meest overeenkomen met wat u hebt gezegd. 4. Als de verkeerde naam of het verkeerde type worden herhaald, zegt u "No" en herhaalt u dit tot u de juiste naam hoort. Toepassingen openen met spraakopdrachten 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → Voice Signal. U hoort "Say a command." 2. Zeg "Open" en vervolgens de naam van een toepassing. Een SMS-bericht verzenden 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → Voice Signal. U hoort "Say a command." 2. Zeg "Send SMS" en vervolgens de naam van een ontvanger. De editor wordt geopend met de naam van de ontvanger al ingevuld. Nu kunt u uw bericht schrijven. 5. Wanneer u de juiste naam hoort, zegt u "Yes". 79 Andere toepassingen GPS-gegevens U kunt met behulp van GPS-gegevens uw route bepalen, uw positie weergeven of reisgegevens bijhouden. Voordat u GPSgegevens kunt gebruiken, moet u een methode voor positiebepaling activeren via een draadloze Bluetooth-verbinding of een draadloze netwerkverbinding. Ga voor meer informatie over mobiele navigatie naar http://samsung.navigon.com. Deze pagina is mogelijk niet beschikbaar. Dit is afhankelijk van uw provider of het land waarin u zich bevindt. Een methode voor positiebepaling activeren 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → GPS-ggvns. 2. Druk op <Opties> → Instell. positiebepaling. 80 3. Blader naar een methode voor positiebepaling (Geïntegreerde GPS, Bluetooth GPS of Op basis van netwrk) en druk op <Opties> → Inschakelen. Als u Bluetooth GPS inschakelt, moet u een koppeling maken met een Bluetooth-apparaat (zie "Een Bluetooth-apparaat opzoeken en koppelen," X 68). Zodra u een methode voor positiebepaling activeert, probeert het apparaat die verbinding te openen wanneer u GPSgegevens start. Navigatie met GPS-gegevens 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → GPS-ggvns. 2. Blader naar Navigatie en druk op de trackball. Andere toepassingen 3. Druk op <Opties> → Bestemming instlln → Coördinaten. 4. Geef de lengte- en breedtegraad van uw bestemming in en druk op de trackball. Het apparaat geeft de richting van uw bestemming weer, uw huidige snelheid en uw reistijd. 5. U stopt de navigatie met GPS door op <Opties> → Navigatie stoppen te drukken. Uw huidige positie weergeven Reisgegevens bijhouden 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → GPS-ggvns. 2. Blader naar Tripafstand en druk op de trackball. 3. Selecteer <Opties> → Starten. Het apparaat houdt de reisgegevens bij, waaronder afstand, tijd en snelheid. 4. U stopt met het bijhouden van de reisgegevens door op <Opties> → Stoppen te drukken. 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → GPS-ggvns. 2. Blader naar Positie en druk op de trackball. 81 Andere toepassingen Plaatsen Met Plaatsen kunt u uw huidige locatie opslaan of nieuwe locaties handmatig ingeven. U voegt als volgt een plaats toe 1. Druk in de standby-stand op [ Instrumenten → Plaatsen. ]→ 2. Druk op <Opties> → Nieuwe plaats → Huidige positie of Handmatig opgeven. Als u uw huidige locatie automatisch wilt toevoegen, moet uw apparaat een actieve verbinding hebben. 3. Geef gegevens in over de plaats, indien nodig. 4. Wanneer u klaar bent met het ingeven van gegevens over de plaats, drukt u op <Gereed>. 82 7 Beheertoepassingen Hier vindt u meer informatie over het beheer van bestanden, toepassingen, apparatuurconfiguraties, activeringssleutels en verbindingen. Bestandbeheer Met Bestandbeheer kunt u naar bestanden of mappen zoeken en deze ordenen. Naar een bestand of map zoeken 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Best.beh.. ]→ 4. Typ tekst in het zoekveld en druk op de trackball. 5. Als u een bestand of map uit de zoekresultaten wilt openen, bladert u naar het bestand of de map en drukt u op de trackball. Een nieuwe map maken 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Best.beh.. ]→ 2. Druk op <Opties> → Nieuwe map. 3. Geef een mapnaam in en druk op de trackball. 2. Druk op <Opties> → Zoeken. 3. Blader naar een type geheugen en druk op de trackball. 83 Beheertoepassingen Toepassingsbeheer Een bestand naar een map verplaatsen 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Best.beh.. ]→ 2. Blader naar een bestand of map en druk op <Opties> → Verplaats naar map. 3. Blader naar een map en druk op de trackball. 4. Blader indien nodig naar een submap en druk op de trackball. 5. Druk op de trackball. Het apparaat ondersteunt toepassingen die voor de platforms Symbian OS en Java Micro Edition (J2ME™) zijn gemaakt. Het apparaat ondersteunt geen toepassingen van andere besturingssystemen of Java-platforms (waaronder PersonalJava™). Zie "Bestanden van internet downloaden," X 66 als u toepassingen wilt downloaden voor uw apparaat. Een nieuwe toepassing installeren 1. Druk in de standby-stand op [ Installatie → Toep.beh.. ]→ 2. Blader naar een toepassing en druk op <Opties> → Installeren. 84 Beheertoepassingen 3. Volg de instructies op het scherm. Toepassingsbeheer probeert automatisch de digitale handtekeningen en certificaten van een toepassing te verifiëren tijdens de installatie en geeft een waarschuwingsbericht weer als de toepassing niet voldoet aan de normale beveiligingsvereisten. Installeer geen toepassingen die niet beschikken over geldige digitale handtekeningen of certificaten. Hiermee beschermt u het apparaat en uw gegevens. Installatieopties wijzigen • Online certif.controle: hier kunt u instellen dat moet worden gecontroleerd op online certificaten bij het installeren van toepassingen • Standaardwebadres: hier kunt u een standaardwebadres instellen voor het controleren van online certificaten Een toepassing verwijderen 1. Druk in de standby-stand op [ Installatie → Toep.beh.. ]→ 2. Blader naar een toepassing en druk op <Opties> → Verwijderen. 3. Druk ter bevestiging op <Ja>. Druk in het menu van Toepassingsbeheer op <Opties> → Instellingen om de volgende opties weer te geven: • Software-installatie: hiermee kunt u installaties toestaan of blokkeren 85 Beheertoepassingen Apparaatbeheer Deze functie is afhankelijk van het netwerk en is mogelijk niet beschikbaar bij uw serviceprovider. Als Apparaatbeheer beschikbaar is, kan uw serviceprovider u helpen bij de apparaatconfiguratie. Voordat u een configuratiesessie start, moet u een serverprofiel definiëren. Een serverprofiel definiëren 1. Druk in de standby-stand op [ Instrumenten → App.beh.. ]→ 2. Druk op <Opties> → Nieuw serverprofiel. 3. Stel de volgende serveropties in volgens de instructies van uw serviceprovider. • Servernaam: hier geeft u de server een naam 86 • Server-ID: hier stelt u de ID in van de externe server • Serverwachtwoord: hier stelt u het wachtwoord in dat moet worden gebruikt door Apparaatbeheer om uw apparaat te synchroniseren • Toegangspunt: hier stelt u een toegangspunt in • Hostadres: hier stelt u het webadres van de hostserver in • Poort: hier stelt u de poort in die Apparaatbeheer moet gebruiken • Gebruikersnaam: hier stelt u een gebruikersnaam in voor dit profiel • Wachtwoord: hier stelt u een gebruikerswachtwoord in voor dit profiel • Config. toestaan: hier kunt u instellen dat de server uw apparaat mag configureren Beheertoepassingen • Autom. accepteren: hier kunt u instellen dat nieuwe configuratieaanvragen automatisch worden geaccepteerd • Netwerkverificatie: hier stelt u in dat netwerkverificatie is vereist 4. Druk op <Terug> wanneer u klaar bent met het instellen van de opties. Een configuratiesessie starten 1. Druk in de standby-stand op [ Instrumenten → App.beh.. ]→ 2. Blader naar een serverprofiel en druk op <Opties> → Configuratie starten. 3. Druk ter bevestiging op <Ja>. 4. Blader indien nodig naar een toegangspunt en druk op de trackball. Beheer voor activeringssleutels Wanneer u digitale inhoud van een website downloadt, moet u mogelijk een activeringssleutel aanschaffen om het bestand te mogen gebruiken. Activeringssleutels bekijken 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → Act.sleutels. 2. Blader naar een map en druk op de trackball: • Geldige sleutels: alle geldige activeringssleutels • Ong. sleutels: activeringssleutels die niet meer geldig zijn • Niet-gebr. sl.: activeringssleutels of mediabestanden die niet meer op het apparaat zijn opgeslagen 87 Beheertoepassingen 3. Blader naar een activeringssleutel en druk op de trackball. Een niet meer geldige activeringssleutel herstellen Wanneer uw activeringssleutel verloopt, moet u opnieuw de rechten aanschaffen om het mediabestand te gebruiken. U herstelt als volgt een verlopen activeringssleutel: 1. Druk in de standby-stand op [ ] → Instrumenten → Act.sleutels. Geheugenkaartbeheer Met Geheugenkaartbeheer kunt u een back-up van gegevens maken en deze herstellen, een geheugenkaart beveiligen met een wachtwoord of bijzonderheden over het geheugen weergeven. Voordat u een geheugenkaart de eerste keer kunt gebruiken, moet u de kaart formatteren. Geheugenkaart formatteren Uw apparaat ondersteunt het bestandssysteem FAT16 of FAT32. 2. Blader naar Ong. sleutels en druk op de trackball. 1. Een geheugenkaart plaatsen (zie de snelstartgids). 3. Blader naar een activeringssleutel en druk op <Opties> → Nieuwe sleutel ophale. 2. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Geheugen. ]→ 4. Druk ter bevestiging op <Ja>. 3. Druk op <Opties > → Geh.kaart formatt.. 5. Volg de aanwijzingen op het scherm. 4. Druk ter bevestiging op <Ja>. 88 Beheertoepassingen Een back-up maken van gegevens op een geheugenkaart 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Geheugen. ]→ 2. Druk op <Opties> → Reservekopie 3. Druk ter bevestiging op <Ja>. Gegevens herstellen vanaf een geheugenkaart 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Geheugen. ]→ 2. Druk op <Opties > → Herst. vanaf kaart. 3. Druk ter bevestiging op <Ja>. Een geheugenkaart beveiligen met een wachtwoord Apparaten die deze functie niet ondersteunen, zoals pc's, kunnen de kaart niet lezen als deze is beveiligd met een wachtwoord. Verwijder het wachtwoord van de kaart als u de kaart met dergelijke apparaten wilt gebruiken. 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Geheugen. ]→ 2. Druk op <Opties> → Wachtw. instellen. 3. Geef een wachtwoord in en bevestig het (maximaal 8 tekens). 4. Als u het wachtwoord wilt verwijderen, drukt u op <Opties> → Wachtw. verw.. U wordt gevraagd het wachtwoord opnieuw in te geven en te bevestigen. 89 Beheertoepassingen Gegevens over het geheugen bekijken Bijzonderheden over de verbinding bekijken U kunt als volgt zien hoeveel geheugen is gebruikt en hoeveel nog beschikbaar is op uw kaart: 1. Druk in de standby-stand op [ Connect. → Verb.beh.. 1. Druk in de standby-stand op [ Organiser → Geheugen. ]→ 2. Druk op <Opties> → Gegevens geheugen. Verbindingsbeheer Met Verbindingsbeheer kunt u bijzonderheden over de gegevensverbindingen bekijken en open verbindingen sluiten. 2. Blader naar een verbinding en druk op <Opties> → Gegevens om de volgende opties weer te geven: • Naam: het huidige toegangspunt of de huidige modem (als u een inbelverbinding gebruikt) • Drager: het type gegevensverbinding • Status: de status van de verbinding • Totaal: de totale hoeveelheid gegevens die zijn ontvangen en verzonden • Ontvang.: de hoeveelheid ontvangen gegevens • Verzond.: de hoeveelheid verzonden gegevens 90 ]→ Beheertoepassingen • Duur: hoe lang de verbinding open is geweest • Snelheid: de huidige snelheden voor uploaden en downloaden • Toeg.pnt: de naam van het gebruikte toegangspunt • Gedeeld: het aantal toepassingen dat dezelfde verbinding gebruikt Een open verbinding sluiten 1. Druk in de standby-stand op [ Connect. → Verb.beh.. ]→ 2. Blader naar een verbinding en druk op <Opties> → Verb. verbreken. 3. Druk ter bevestiging op <Ja>. 91 8 Instellingen Hier vindt u meer informatie over de instellingen van uw apparaat. U kunt de instellingen van uw apparaat als volgt wijzigen: 1. Druk in de standby-stand op [ Instell.. ]→ 2. Blader naar een categorie (Algemeen, Telefoon, Verbinding of Toepassingen) en druk op de trackball. Sommige instellingen kunt u ook vanuit andere menu's wijzigen: druk op <Opties> → Instellingen. Algemene instellingen Persoonlijk Hiermee kunt u het uiterlijk en het gedrag bepalen van uw display, de standby-stand, tonen en taal (zie de snelstartgids voor instellingen van Thema's). Weergave • Helderheid - hier kunt u de helderheid van het scherm wijzigen. • Lettergrootte - hier kunt u de grootte van de tekst op het scherm instellen • Welkomstnotitie/logo - hier kunt u een tekst of afbeelding instellen die wordt weergegeven als u het apparaat aanzet 92 Instellingen • Verlichtingstijd - hier stelt u in hoe lang het duurt voor de verlichting wordt gedimd Tonen • Dimtijd - hier stelt u in hoe lang het duurt voor de gedimde verlichting wordt uitgeschakeld • Toon video-oproep - hier stelt u een beltoon in voor inkomende videooproepen Standby-modus • Beltoontype - hier stelt u het type beltoon in • Act. standby - hier stelt u in dat snelkoppelingen voor toepassingen en agenda-items in de standby-stand worden weergegeven • Snelkopp. - hier stelt u snelkoppelingen met functietoetsen in voor de standby-stand • Toep. actief standby - hier stelt u de snelkoppelingen voor toepassingen in die in de standby-stand worden weergegeven • Beltoon - hier stelt u een beltoon in voor inkomende gesprekken • Belvolume - hier stelt u het volume in van beltonen en berichtsignaaltonen • Berichtensignaaltoon - hier stelt u een toon in voor inkomende SMS- of MMS-berichten • Signaaltoon e-mail - hier stelt u een toon in voor inkomende emailberichten • Agenda-alarmtoon - hier stelt u een toon in voor agenda-items 93 Instellingen • Klokalarmtoon - hier kunt u een toon instellen voor een klokalarm • Trilsignaal - hier kunt u een trilsignaal instellen voor inkomende gesprekken en SMS- of MMS-berichten • Toetsenbordtonen - hier stelt u het volume in van de toetsenbordtonen • Waarschuwingstonen - hier stelt u in dat het apparaat een waarschuwingstoon laat horen (bijvoorbeeld wanneer de batterij bijna leeg is) Taal • Displaytaal - hier stelt u de taal in die op het display wordt weergegeven (voor alle menu's en toepassingen) • Invoertaal - hier stelt u de taal in waarin u berichten wilt schrijven (voor alle teksteditors en woordenboeken) 94 • Tekstvoorspelling - hier kunt de tekstvoorspelling in- of uitschakelen (voor alle teksteditors) Gevoeligheid trackball Hiermee kunt u de gevoeligheid van de trackball aanpassen om de mate van druk beter te regelen. Datum en tijd Hier kunt u het uiterlijk en het gedrag van datum, tijd en alarmen bepalen. • Tijd - hier stelt u de huidige tijd in (druk op [C] om te wisselen tussen am naar pm) • Tijdzone - hier stelt u de tijdzone in • Datum - hier voert u de huidige datum in. • Datumnotatie - hier stelt u in hoe de datum wordt weergegeven Instellingen • Datumscheidingteken - hier stelt u het scheidingsteken in voor de datum • Tijdnotatie - hier stelt u in hoe de tijd wordt weergegeven • Tijdscheidingteken - hier stelt u het scheidingsteken in voor de tijd • Type klok - hier stelt u het type klok in op het display • Alarmtoon klok - hier kunt u een toon instellen voor een klokalarm • Snoozetijd alarm - hier stelt u in hoe lang het duurt voor het alarm opnieuw afgaat. • Werkdagen - hier stelt u de dagen van de week in waarop het alarm moet afgaan. • Tijd via netw.operator - hier stelt u in dat de datum en tijd automatisch worden bijgewerkt via het netwerk Toebehoren U stelt als volgt in dat het apparaat ofwel de headset of een draadloze carkit gebruikt als standaardaccessoire: druk op <Opties> → Instellen als standaard. U kunt de volgende instellingen wijzigen voor een van de toebehoren: • Standaardprofiel - hier kunt u het standaardprofiel voor het accessoire instellen • Autom. antwoorden - hier stelt u in dat het accessoire automatisch wordt gebruikt om het inkomende gesprek te beantwoorden (indien aangesloten op het apparaat) Beveiliging Hiermee stelt u beveiligingscodes in en beheert u beveiligingscertificaten of beveiligingsmodules. 95 Instellingen Telefoon en SIM-kaart • PIN-code vragen - hier stelt u in dat het apparaat telkens wanneer u het aanzet, om een PIN-code vraagt • PIN-code - hier stelt u een PIN-code in voor het apparaat • PIN2-code - hier stelt u een PIN2code in (wordt bij sommige SIMkaarten verstrekt) • Per. autom. blokk. telefn - hier stelt u in hoe lang het duurt voordat het apparaat automatisch wordt geblokkeerd • Blokkeringscode - hier stelt u een blokkeercode in voor het apparaat • Aut ttsvg - instellen dat het toetsenbord automatisch wordt geblokkeerd nadat het display uitgaat 96 • Blok. als SIM-krt gewijz. - hier stelt u in dat het apparaat automatisch wordt geblokkeerd als de SIM-kaart is gewijzigd • Bep. grp gebruikers - hier stelt u in dat het apparaat alleen gesprekken toelaat van en naar een geselecteerde groep gebruikers • SIM-diensten bevest. - hier stelt u in dat een bevestigingsbericht wordt weergegeven wanneer u een SIMdienst gebruikt Instellingen Certificaatbeheer Beveiligingsmodule Uw apparaat gebruikt digitale certificaten om de identiteit en authenticiteit van verschillende online services en software te verifiëren. Deze certificaten helpen uw persoonlijke gegevens te beveiligen en te voorkomen dat u last krijgt van virussen en andere schadelijke software. In Certificaatbeheer kunt u de certificaatgegevens bekijken, certificaten verwijderen of de volgende vertrouwensinstellingen wijzigen: Hiermee kunt u beveiligingsmodules beheren op uw apparaat. • Internet - hier stelt u in dat het apparaat webservers verifieert die dit certificaat gebruiken • Online certif.controle - hier stelt u in dat het apparaat controleert of het certificaat voorkomt op een lijst met ingetrokken certificaten Fabrieksinstell. Hiermee zet u de instellingen terug op de fabrieksinstellingen. U moet de blokkeercode ingeven om het apparaat terug te stellen. Zodra u de code hebt ingevoerd, wordt het apparaat opnieuw opgestart. Positiebepaling Hiermee kunt u bepalen welke methoden en servers uw apparaat gebruikt om de positiebepaling via satelliet op te halen. • VPN - hier stelt u in dat het apparaat VPN-verbindingen verifieert die dit certificaat gebruiken 97 Instellingen Methoden pos.bepaling • Geïntegreerde GPS - instellen dat de apparaten de interne GPS gebruiken om de gegevens voor positiebepaling op te halen • Bluetooth GPS - hier stelt u in dat het apparaat de Bluetooth-voorziening gebruikt om de gegevens voor positiebepaling op te halen • Op basis van netwrk - hier stelt u in dat het apparaat het mobiele netwerk gebruikt om de gegevens voor positiebepaling op te halen Positiebepalingsserver • Toegangspunt - hier stelt u een toegangspunt in voor de server voor positiebepaling via satelliet • Serveradres - hier stelt u een internetadres in voor de server voor positiebepaling via satelliet 98 Telefooninstellingen Oproep Hier kunt u instellen hoe uw apparaat omgaat met oproepen met identificatie, wachtrijen, snelkiezen en andere instellingen voor bellen. • Identificatie verz. - hier stelt u in dat uw identificatiegegevens worden verzonden volgens uw voorkeuren of de netwerkinstellingen • Oproep in wachtrij - hier stelt u in dat u melding krijgt van een inkomend gesprek als u al aan het telefoneren bent • Opr. weig. met SMS - hier kunt u instellen dat er een SMS-bericht wordt gestuurd aan degenen van wie u een oproep weigert Instellingen • Berichttekst - hier stelt u het bericht in dat wordt verstuurd als u een gesprek weigert • Afb. in video-oproep - hier stelt u een afbeelding in die u kunt gebruiken tijdens een video-oproep • Autom. herkiezen - hier stelt u in dat een nummer waarmee geen verbinding wordt gekregen, automatisch opnieuw wordt gebeld • Gespreksduur tonen - hier kunt u instellen dat de duur van een gesprek wordt weergegeven • Samenvatting na opr. - hier kunt u instellen dat er een samenvatting wordt weergegeven na een oproep • Snelkeuze - hier stelt u in dat u gebruik wilt maken van snelkiezen • Aannem. willek. toets - hier stelt u in dat u een oproep beantwoordt door op een willekeurige toets te drukken (behalve [Volume], [ ] en [ ]). • Waarschuwen tijdens o... - hier stelt u in dat er een toon klinkt als u een bericht ontvangt terwijl u aan het telefoneren bent • Volumetoets aan zijkant - hier stelt u in dat als u op [Volume] drukt tijdens een inkomende oproep, de beltoon wordt gedempt of oproepen worden geweigerd • Lijn in gebruik - als uw SIM-kaart twee lijnen ondersteunt, kunt u één lijn instellen als de standaardlijn voor uitgaande gesprekken en SMSberichten. 99 Instellingen Doorschakelen Hiermee kunt u inkomende gesprekken doorschakelen naar een ander nummer. Wanneer u gesprekken doorschakelt, moet u een nummer opgeven dat het gesprek moet ontvangen of een wachttijd opgeven voor doorgeschakelde gesprekken. • Indien buiten bereik - hiermee stelt u in dat gesprekken worden doorgeschakeld als u zich buiten het servicegebied bevindt • Als niet beschikbaar - hiermee schakelt u gesprekken door als uw apparaat niet aanstaat Geg.- en video-opr. Spraakoproepen • Alle spraakoproepen - deze optie stelt u in als u alle spraakoproepen wilt doorschakelen • Indien bezet - hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u in gesprek bent. • Als niet aangenomen - hiermee schakelt u de gesprekken door die u niet aanneemt 100 • Alle geg.- en vid.opr. - hier stelt u in dat alle gegevens- en video-oproepen worden doorgeschakeld • Indien bezet - hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u in gesprek bent. • Als niet aangenomen - hiermee schakelt u de gesprekken door die u niet aanneemt • Indien buiten bereik - hiermee stelt u in dat gesprekken worden doorgeschakeld als u zich buiten het servicegebied bevindt Instellingen • Als niet beschikbaar - hiermee schakelt u gesprekken door als uw apparaat niet aanstaat Blokkeren • Uitgaande oproepen - hier stelt u in dat alle uitgaande gesprekken worden geblokkeerd • Internation. oproepen - hier stelt u in dat alle gesprekken naar het buitenland worden geblokkeerd • Int. opr. niet nr vaderl. - hier stelt u in dat internationale gesprekken naar andere landen dan het thuisland, worden geblokkeerd • Inkomende oproepen - hier stelt u in dat alle inkomende gesprekken worden geblokkeerd • Ink. opr. in buitenland - hier stelt u in dat inkomende oproepen worden geblokkeerd als u zich buiten uw eigen netwerkgebied bevindt Netwerk Hiermee bepaalt u de netwerkmodus en netwerkselectiemethoden. • Netwerkmodus - hier stelt u in dat de telefoon in het UMTS- of het GSMnetwerk moet worden gebruikt of in beide netwerken ("dual mode") • Operatorselectie - hier stelt u in dat het apparaat automatisch of handmatig een lijst met mobiele netwerken selecteert Als u een ander netwerk wilt gebruiken, moet u een netwerk selecteren dat een roamingovereenkomst heeft met uw eigen netwerk. • Weergave info dienst - hier stelt u in dat moet worden weergegeven als het apparaat wordt gebruikt in een mobiel netwerk op basis van MCN-technologie (Micro Cellular Network) 101 Instellingen • Operatorinstellingen - hier kunt u uw serviceprovider afstemmen op de SIM-kaart die u gebruikt Verbindingsinstellingen Bluetooth Hiermee beheert u de draadloze Bluetooth-voorziening. • Bluetooth - hier schakelt u de Bluetooth-voorziening in of uit • Waarneembrh. tel. - hier kunt u uw toestel zichtbaar maken of verbergen voor andere Bluetooth-apparaten en instellen hoe lang het toestel zichtbaar is voor andere Bluetooth-apparaten • Naam van mijn telef. - hier stelt u een naam in voor uw apparaat 102 • Externe SIM-modus - hier geeft u toegang tot de SIM-kaart in het toestel zodat u kunt bellen via een Bluetooth handsfree carkit of headset die is verbonden met het toestel USB Hier bepaalt u wat er gebeurt als u het apparaat aansluit op een computer. • USB-modus - deze optie stelt u in op Mediaspeler (als u synchroniseert met Windows Media Player voor het kopiëren van mediabestanden), PC Studio (als u PC Studio gebruikt om bestanden te synchroniseren) of Gegevensoverdracht (als u een geheugenkaart gebruikt om bestanden te verplaatsen) • Vragen bij verbind. - hier kunt u instellen dat er moet worden gevraagd welke modus u wilt gebruiken als u het apparaat op een computer aansluit Instellingen Toegangspunten Hier beheert u toegangspunten voor verbindingen, wachtwoorden en startpagina's. • Naam verbinding - hier stelt u een naam in voor de verbinding met een toegangspunt • Drager gegevens - hier stelt u in welk type gegevensoverdracht moet worden gebruikt • Naam toegangspunt - hier stelt u het internetadres in voor het toegangspunt • Gebruikersnaam - hier stelt u een gebruikersnaam in • Vraag om wachtw. - hier stelt u in dat er om een wachtwoord wordt gevraagd als u verbinding maakt met het toegangspunt • Wachtwoord - hier stelt u een wachtwoord in voor het toegangspunt • Verificatie - hier stelt u een verificatiemodus in • Homepage - hier stelt u een startpagina in voor toegangspunten waarmee verbinding wordt gemaakt met webservices U kunt ook geavanceerde instellingen definiëren voor toegangspunten: druk op <Opties> → Geavanc. instell.. • Netwerktype - hier stelt u een netwerktype in (IPv6 of IPv4) • IP-adres telefoon (alleen IPv4) - hier stelt u het IP-adres van uw apparaat in • DNS-adres (IPv4) - hier stelt u de primaire en secundaire DNS-adressen in of gebruikt u 0.0.0.0 voor automatische detectie 103 Instellingen • DNS-adres (IPv6) - hier stelt u de primaire en secundaire DNS-adressen in of gebruikt u 0.0.0.0 voor Automatisch (bij gebruik van automatische detectie) of Standaard (bij gebruik van standaard IPv6adressen) • Proxyserveradres - hier stelt u het IP-adres van de proxyserver in. • Proxypoortnummer - hier stelt u het poortnummer van de proxyserver in. Packet-ggvns Hier beheert u verbindingen voor gegevenspakketten bij het gebruik van een GPRS-netwerk. 104 • Packet-ggvnsverb. - hier stelt u in dat een verbinding voor gegevenspakketten tot stand moet worden gebracht, Wanneer nodig (als een toepassing gegevenspakketten moet verzenden) of Autom. bij signaal (telkens wanneer een verbinding voor gegevenspakketten beschikbaar komt in een GPRSnetwerk) • Toegangspunt - hier stelt u een toegangspunt in voor het verzenden van gegevenspakketten naar een computer (zie de helpinformatie bij PC Studio) • Snelle toeg. packet-geg. - instellen dat het apparaat gebruik maakt van een snelle verbinding Instellingen Configuraties Streaming (Proxy) Hiermee kunt u de netwerkconfiguraties bekijken die u van uw serviceprovider hebt ontvangen. Als u de configuratie wilt toepassen, drukt u op <Opties> → Opslaan. • Proxy gebruiken - hier stelt u in dat een proxyserver moet worden gebruikt Instellingen voor toepassingen RealPlayer Hiermee bepaalt u hoe RealPlayer video's of streamingmedia afspeelt. Video • Contrast - hier stelt u het contrast in voor het afspelen van de video • Herhalen - hier stelt u in dat de video steeds moet worden herhaald • Proxyserveradres - hier stelt u het adres van de proxyserver in. • Proxypoortnummer - hier stelt u het poortnummer van de proxyserver in. Streaming (Netwerk) • Stand. toegangspunt - hier stelt u een standaardtoegangspunt in • Onlinetijd - hier stelt u in hoe lang u online blijft als RealPlayer niet is geactiveerd • Laagste UDP-poort - hier stelt u de minimumwaarde voor een bereik van serverpoorten in • Hoogste UDP-poort - hier stelt u de maximumwaarde voor een bereik van serverpoorten in 105 Instellingen Camera Hiermee kunt u bepalen hoe de camera beelden of video's vastlegt. Afbeelding • Kwaliteit afbeelding - hier stelt u in of de kwaliteit van beelden Hoog, Normaal of Gering moet zijn • Opgen. afb. tonen - hier stelt u in dat een opgenomen beeld moet worden weergegeven voordat de Cameramodus weer wordt geactiveerd • Lichtmeter - hier stelt u in of u een Matrix- of Spotmeting wilt gebruiken • Autofocus - hier stelt u in of u automatisch scherpstellen wilt gebruiken Video • Lengte - hier stelt u in of u korte video's of video's van maximale lengte wilt opnemen • Videoresolutie - hier stelt u een resolutie in voor nieuwe video's • Afbeeldingsresolutie - hier stelt u een resolutie in voor nieuwe afbeeldingen • Standaardvideonaam - hier stelt u een standaardlabel in voor nieuwe video's • Stand.naam afbeeld. - hier stelt u een standaardlabel in voor nieuwe afbeeldingen • Gebruikt geheugen - hier stelt u de locatie in waar nieuwe video's moeten worden opgeslagen • Gebruikt geheugen - hier stelt u de locatie in waar nieuwe afbeeldingen moeten worden opgeslagen 106 Instellingen Dictafoon Hiermee kunt u de kwaliteit en geheugenlocatie van spraakmemo's bepalen. • Opnamekwaliteit - hier stelt u in of u Hoge of MMS-compatibele spraakmemo's wilt opnemen • Gebruikt geheugen - hier stelt u de locatie in waar nieuwe spraakmemo's moeten worden opgeslagen Toep.beheer Hiermee kunt u bepalen wat uw apparaat doet als er nieuwe toepassingen worden geïnstalleerd. • Online certif.controle - deze optie stelt u in als u toepassingen gecontroleerd moeten worden op een beveiligingscertificaat • Standaardwebadres - hier stelt u een standaardwebadres in dat moet worden gebruikt bij het controleren van beveiligingscertificaten Logboek Hiermee kunt u instellen hoe lang informatie over oproepen en gegevenspakketten in het logboek blijft bewaard. • Software-installatie - hier stelt u in dat alleen programma's met ondertekende beveiligingscertificaten worden geïnstalleerd (Alleen ondertek.) of alle programma's 107 9 Problemen oplossen Als u problemen ondervindt met uw apparaat, kunt u proberen de problemen op te lossen met behulp van de volgende procedures, voordat u contact opneemt met de klantenservice. CONTACT OPNEMEN MET EEN SERVICE CENTRE Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of de klantenservice van Samsung nadat u de volgende gegevens hebt genoteerd: • Modelnummer(s) van het apparaat • Serienummer(s) van het apparaat • Een duidelijke beschrijving van het probleem 108 Als u contact opneemt met Samsung, moet u gebruikmaken van de telefoonnummers, internetadressen en postadressen voor uw eigen land. Als u uw apparaat aanzet, kunnen de volgende meldingen worden weergegeven: Melding Plaats SIMkaart Probeer het volgende om het probleem op te lossen: Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is geplaatst. Problemen oplossen Melding Probeer het volgende om het probleem op te lossen: Geblokkeerd De functie Automatisch blokkeren is ingeschakeld. Als u het apparaat wilt gebruiken, moet u op <Ontgr.> drukken en de code ingeven. U schakelt de functie Automatisch blokkeren als volgt uit: 1. Druk op [ ] → Instell. → Algemeen → Beveiliging → Telefoon en SIMkaart. 2. Stel de periode voor Automatisch blokkeren in op Geen. Melding PIN-code Probeer het volgende om het probleem op te lossen: Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt of wanneer de PIN-controle is ingeschakeld, moet u de PIN-code ingeven die bij de SIM-kaart is verstrekt. U schakelt de voorziening PIN-code vragen als volgt uit: 1. Druk op [ ] → Instell. → Algemeen → Beveiliging → Telefoon en SIMkaart. 2. Stel PIN-code vragen in op Uit. 109 Problemen oplossen Melding PIN-code geblokkeerd. PUK-code Probeer het volgende om het probleem op te lossen: • Mogelijk kunt u geen signaal ontvangen als u zich in een tunnel of lift bevindt. Ga naar een nietafgesloten ruimte. Uw SIM-kaart is geblokkeerd. Dit is meestal het gevolg van het meerdere keren onjuist ingeven van uw PIN-code. U moet de PUKcode ingeven die u van uw provider hebt gekregen. U bent de beveiligingscode, de PINcode of de PUK-code vergeten Uw apparaat geeft geen signaal weer (geen staafjes naast het netwerkpictogram) De standaard blokkeercode is 00000000. Als u deze of een andere code bent vergeten, neemt u contact op met de verkoper of uw provider. • Als u het apparaat net hebt ingeschakeld, wacht u ongeveer 2 minuten totdat het apparaat het netwerk heeft gevonden en een signaal heeft ontvangen. 110 • U bevindt zich mogelijk net tussen twee servicegebieden. Zodra u zich in een servicegebied begeeft, hoort u een signaal te ontvangen. Problemen oplossen U ziet witte lijnen op uw display Het display vertoont mogelijk witte lijnen als u het apparaat aanzet nadat u dit lange tijd niet hebt gebruikt of als u de batterij verwijdert zonder het apparaat uit te schakelen. Het display wordt na korte tijd weer normaal. U voert een telefoonnummer in, maar het nummer wordt niet gebeld • Vergeet niet op [ ] te drukken. U selecteert een contactpersoon om deze te bellen, maar het nummer wordt niet gebeld • Controleer of het juiste nummer is opgeslagen in de contactgegevens. • Geef het nummer zo nodig opnieuw in en sla het op. Uw gesprekspartner hoort u niet • Controleer of u de ingebouwde microfoon niet blokkeert. • Controleer of u via het juiste mobiele netwerk belt. • Breng de ingebouwde microfoon dichter bij uw mond. • Controleer of u Oproepen blokkeren niet hebt ingesteld voor dit telefoonnummer. • Als u een headset gebruikt, controleert u of deze goed is aangesloten. 111 Problemen oplossen De geluidskwaliteit van de oproep is slecht • Controleer of u de interne antenne boven op het apparaat niet blokkeert. • Als u zich op een plek bevindt waar het signaal zwak is, valt het gesprek mogelijk weg. Ga naar een andere plek en probeer het opnieuw. De batterij wordt niet goed opgeladen of de telefoon wordt soms automatisch uitgeschakeld tijdens het opladen • Ontkoppel de telefoon van de oplader, verwijder de batterij en plaats deze weer terug, en probeer de telefoon opnieuw op te laden. • De polen voor de batterij zijn mogelijk verontreinigd. Veeg de beide goudkleurige polen schoon met een schone, zachte doek en probeer de batterij opnieuw op te laden. 112 • Als de batterij niet meer geheel kan worden opgeladen, voert u de batterij op de juiste manier af en plaatst u een nieuwe batterij. Het apparaat voelt heet aan Wanneer u meerdere toepassingen tegelijkertijd gebruikt, verbruikt uw apparaat meer stroom en wordt het apparaat mogelijk warm. Dit is normaal en heeft geen nadelige invloed op de levensduur of prestaties van het apparaat. Uw apparaat vraagt u gegevens te verwijderen Er is onvoldoende geheugen beschikbaar. Verplaats de gegevens naar een geheugenkaart of verwijder oude items uit toepassingen. Problemen oplossen Een toepassing zit vast (reageert niet) 1. Houd [ ] ingedrukt om de lijst met toepassingen te openen. 2. Blader naar de toepassing die is vastgelopen en druk op [C] en vervolgens op <Ja>. • Controleer of de zichtbaarheid van beide apparaten misschien is ingesteld op Verborgen. • Controleer of beide apparaten wel compatibel zijn met de draadloze Bluetooth-technologie. 3. Start de toepassing opnieuw op. U kunt een Bluetooth-apparaat niet vinden • Controleer of beide apparaten de Bluetooth-functie hebben ingeschakeld. • Controleer of de afstand tussen de apparaten niet meer dan 10 meter bedraagt en dat er geen muren of andere obstakels tussen de apparaten staan. 113 Index activeringssleutels, 87 beveiliging, 95 Adobe Reader, 60 Bluetooth Agenda alarm voor item afzetten, 58 items maken, 57 opties wijzigen, 58 weergave wijzigen, 57 apparaatbeheer een configuratie starten, 87 serverprofielen definiëren, 86 bestanden en mappen bestandbeheer, 83 nieuwe mappen maken, 83 verplaatsen, 84 zoeken, 83 activeren, 67 gegevens ontvangen, 70 gegevens verzenden, 69 koppelen aan andere apparaten, 68 opties wijzigen, 69 certificaten, 97 contactpersonen beltonen toewijzen, 55 contactgroepen maken, 55 contactkaart maken, 52 contactkaarten zoeken, 53 snelkeuzenummers toewijzen, 54 standaardtelefoonnummers en adressen toewijzen, 54 synchroniseren, 56 114 Index datum en tijd, 94 dictafoon zie media display, 92 Flash Lite zie media Galerij zie media geheugenkaarten back-up maken van gegevens, 89 beveiligen, 89 formatteren, 88 gegevens herstellen, 89 GPS activeren van methode voor positiebepaling, 80 navigatie, 80 reisgegevens bijhouden, 81 Klok alarm afzetten, 75 alarm instellen, 75 instellingen wijzigen, 75 wereldklok maken, 75 media bestanden openen in Galerij, 44 Flash-bestanden afspelen, 49 mediabestanden afspelen, 44, 49 spraakmemo's afspelen, 50 spraakmemo's opnemen, 50 streaming content openen, 45, 50 muziekspeler afspeellijsten maken, 41 bestanden aan de muziekbibliotheek toevoegen, 39 muziekbestanden op apparaat zetten, 39 115 Index notities gebruiken, 71 synchroniseren, 61 installeren, 51 Omrekenen maten omrekenen, 77 munteenheden toevoegen, 76 munteenheid omrekenen, 77 wisselkoers instellen, 76 oproepen bekijken van gemiste, 13 blokkeren, 14, 101 doorschakelen, 14, 100 kiezen, 12 instellen van USB-modus, 70 PDF zie Adobe Reader plaatsen, 82 Quickoffice bijwerken van quickoffice, 59 documenten openen, 58 documenten zoeken, 59 RealPlayer zie media pauze invoegen, 13 standby-stand, 93 recente gekozen nummers bekijken, 14 taal, 94 packet-gegevens, 32, 104 116 PC Studio maken van notities, 61 toebehoren, 95 Index toegangspunt, 103 toepassingen certificaten verifiëren, 85 installeren, 84 ondersteunde, 84 opties wijzigen, 85 tonen, 93 Videobewerker, 46 Voice Signal, 78 117 Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn) Samsung Electronics Wij, verklaren onder onze eigen verantwoordelijkheid dat het product Mobiele GSM-telefoon : SGH-i550 waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden en/of andere normatieve documenten. Veiligheid EN 60950-1 : 2001+A11:2004 EMC EN EN EN EN SAR EN 50360 : 2001 EN 62209-1 : 2006 Radio EN EN EN EN 301 301 301 301 301 300 301 301 489-01 489-07 489-17 489-24 V1.5.1 V1.2.1 V1.2.1 V1.2.1 (11-2004) (08-2002) (08-2002) (11-2002) 511 V9.0.2 (03-2003) 328 V1.6.1 (11-2004) 908-1 V2.2.1 (10-2003) 908-2 V2.2.1 (10-2003) Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld. De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10 en die wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking met de volgende aangemelde instantie(s): BABT, Balfour House, Churchfield Road, Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK* Kenmerk: 0168 De technische documentatie wordt beheerd door: Samsung Electronics QA Lab. en wordt op verzoek ter beschikking gesteld. (Vertegenwoordiging in de EU) Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbushe Business Park, Saxony Way, Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK* 2007.10.02 Yong-Sang Park / verkoopmanager (plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van bevoegde persoon) * Dit is niet het adres van het Samsung Service Center. Zie de garantiekaart of neem contact op met de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Center. * Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van uw telefoon. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw serviceprovider. * Uw telefoon en de accessoires kunnen afwijken van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft. * Drukfouten voorbehouden. World Wide Web http://www.samsungmobile.com Dutch. 11/2009. Rev. 1.1
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122

Samsung SGH-I550 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding