Documenttranscriptie
Dansk (oversat fra original brugsvejledning)
3
Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen)
17
English (original instructions)
33
Español (traducido de las instrucciones originales)
46
Français (traduction de la notice d’instructions originale)
62
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali)
78
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies)
94
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene)
110
Português (traduzido das instruções originais)
124
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta)
139
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna)
153
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir)
167
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες)
182
Copyright DEWALT
2
NEDERLANDS
DC720, DC721, DC722, DC730, DC731, DC732, DC742, DC743
DRAADLOZE COMPACTE KLOPBOREN
DC725, DC727, DC735, DC737, DC745
DRAADLOZE COMPACTE KLOPBOOR/HAMERBOOR
Gefeliciteerd!
U hebt gereedschap van DEWALT gekocht. Door haar jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en
innovatie heeft DEWALT zich tot één van de meest betrouwbare partners voor gebruikers van professioneel
elektrisch gereedschap ontwikkeld.
Technische gegevens
Spanning
Type
Accutype
Uitvoervermogen
Snelheid zonder druk
1e versnelling
2e versnelling
Slagsnelheid
1e versnelling
2e versnelling
Max. momentwaarde
Capaciteit boorhouder
Maximale boorcapaciteit
Hout
Metaal
Metselwerk
Gewicht (zonder accuset)
Spanning
Type
Accutype
Uitvoervermogen
Snelheid zonder druk
1e versnelling
2e versnelling
Slagsnelheid
1e versnelling
2e versnelling
Max. momentwaarde
Capaciteit boorhouder
Maximale boorcapaciteit
Hout
Metaal
Metselwerk
Gewicht (zonder accuset)
94
VDC
W
DC720
DC721 DC722
18
18
18
10
10
10
NiCd/NiMH NiCd/NiMH Li-Ion
400
400
375
DC725
18
10
NiCd/NiMH
400
DC727
18
11
Li-Ion
375
DC730
DC731
14,4
14,4
10
10
NiCd/NiMH NiCd/NiMH
295
295
min-1
min-1
0–500
0–1700
0–500
0–1700
0–500
0–1700
0–500
0–1700
0–500
0–1700
0–400
0–1450
0–400
0–1450
min-1
min-1
Nm
mm
–
–
40
10
–
–
44
13
–
–
41
13
0-8500
0–29000
44
13
0-8500
0–29000
41
13
–
–
35
10
–
–
40
13
mm
mm
mm
kg
38
10
–
1,35
38
13
–
1,36
38
13
–
1,36
38
13
13
1,46
38
13
13
1,46
35
10
–
1,34
35
13
–
1,35
W
DC732
14,4
10
Li-Ion
270
min-1
min-1
0–400
0–1450
min-1
min-1
Nm
mm
–
–
37
13
mm
mm
mm
kg
35
13
–
1,35
VDC
DC735 DC737
14,4
14,4
10
10
NiCd/NiMH Li-Ion
295
270
0–400
0–1450
0–400
0–1450
0-6800 0-6800
0–25000 0–25000
40
37
13
13
35
13
13
1,45
35
13
13
1,45
DC742
DC743
DC745
12
12
12
10
10
10
NiCd/NiMH NiCd/NiMH NiCd/NiMH
240
240
240
0–400
0–1450
0–400
0–1450
0–400
0–1450
–
–
32
10
–
–
35
13
0-6800
0–25000
35
13
28
10
–
1,33
28
13
–
1,34
28
13
1
1,44
NEDERLANDS
LPA (geluidsdruk)
KPA (onzekerheidsfactor
geluidsdruk)
LWA (akoestisch vermogen)
KWA (onzekerheid akoestisch
vermogen)
dB(A
DC720
76
DC721
76
DC722
76
DC725
83
DC727
83
DC730
76
DC731
76
dB(A)
dB(A)
3
87
3
87
3
87
3
94
3
94
3
87
3
87
dB(A)
3
3
3
3
3
3
3
1,15
1,70
1,40
1,58
1,40
1,58
1,15
1,70
1,15
1,70
–
–
7,8
2,7
7,8
2,7
–
–
–
–
Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald conform EN 60745:
Vibratie-uitstootwaarde ah
Boren in metaal
ah,D =
m/s²
1,15
1,15
Onzekerheid K = m/s²
1,70
1,70
Vibratie-uitstootwaarde ah
Boren in cement
ah,ID =
m/s²
–
–
Onzekerheid K = m/s²
–
–
LPA (geluidsdruk)
KPA (onzekerheidsfactor
geluidsdruk)
LWA (akoestisch vermogen)
KWA (onzekerheid akoestisch
vermogen)
dB(A
DC732
76
DC735
83
DC737
83
DC742
76
DC743
76
DC745
83
dB(A)
dB(A)
3
87
3
94
3
94
3
87
3
87
3
94
dB(A)
3
3
3
3
3
3
1,40
1,58
1,15
1,70
1,15
1,70
1,40
1,58
7,8
2,7
–
–
–
–
7,8
2,7
< 2,5
1,5
< 2,5
1,5
< 2,5
1,5
< 2,5
1,5
Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald conform EN 60745:
Vibratie-uitstootwaarde ah
Boren in metaal
ah,D =
m/s²
1,15
1,40
Onzekerheid K = m/s²
1,70
1,58
Vibratie-uitstootwaarde ah
Boren in cement
ah,ID =
m/s²
–
7,8
Onzekerheid K = m/s²
–
2,7
Vibratie-emissiewaarde ah
Schroeven draaien
ah,ID =
m/s²
< 2,5
< 2,5
Onzekerheid K = m/s²
1,5
1,5
Het trillingsemissieniveau dat is aangegeven in dit
informatieblad is gemeten in overeenstemming met
een gestandaardiseerde test zoals aangegeven
in EN 60745 en deze kan gebruikt worden om
verschillende stukken gereedschap met elkaar
te vergelijken. Het kan gebruikt worden voor een
voorlopige vaststelling van blootstelling.
WAARSCHUWING: Het aangegeven
trillingsemissieniveau vertegenwoordigt
de belangrijkste toepassingen van
het gereedschap. Maar als het
gereedschap wordt gebruikt voor
andere toepassingen, met verschillende
accessoires of als het niet goed
wordt onderhouden, dan kan de
trillingsemissie verschillend zijn. Dit
95
NEDERLANDS
kan het blootstellingsniveau aanzienlijk
verhogen over de hele werkperiode.
aanzienlijk verlagen over de hele
werkperiode.
Een schatting van het
blootstellingsniveau voor trilling moet
ook rekening houden met hoe vaak
het gereedschap uitgeschakeld is of
wanneer het gereedschap wel aan
staat maar niet daadwerkelijk gebruikt
wordt. Dit kan het blootstellingsniveau
Bepaal extra veiligheidsmaatregelen
om de gebruiker te beschermen tegen
trillingseffecten zoals: onderhoud het
gereedschap en de accessoires, houd
de handen warm, organisatie van
werkpatronen.
Accuset
Accutype
Spanning
Capaciteit
Gewicht
Accuset
Accutype
Spanning
Capaciteit
Gewicht
Lader
Netspanning
Accutype
Geschatte oplaadtijd
Gewicht
Zekeringen:
Europa
VDC
Ah
kg
DE9180
Li-Ion
18
2,0
0,68
VDC
Ah
kg
DE9094
NiCd
14,4
1,3
0,60
VAC
min
kg
DE9181
Li-Ion
18
1,1
0,45
DE9091
NiCd
14,4
2,0
0,70
DE9130
230
NiCd/NiMH
30
(2,0 Ah-accusets)
0,5
230V-gereedschap
DE9095
NiCd
18
2,0
1,0
DE9074
NiCd
12
1,3
0,55
DE9098
NiCd
18
1,3
0,87
DE9140
Li-Ion
14,4
2,0
0,58
DE9501
NiMH
12
2,6
0,69
DE9135
230
NiCd/NiMH/Li-Ion
40
(2,0 Ah-accusets)
0,52
DE9141
Li-Ion
14,4
1,1
0,40
DE9071
NiCd
12
2,0
0,65
DE9116
230
NiCd/NiMH
60
(2,0 Ah-accusets)
0,4
10 ampère, stroomnet
Definities: Veiligheidsrichtlijnen
De definities hieronder beschrijven de ernstgraad
voor elk signaalwoord. Gelieve de handleiding te
lezen en op deze symbolen te letten.
GEVAAR: Wijst op een dreigende
gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, zal leiden tot de dood of
ernstige verwondingen.
WAARSCHUWING: Wijst op een
mogelijk gevaarlijke situatie die, indien
niet vermeden, zou kunnen leiden tot
de dood of ernstige letsels.
VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk
gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, kan leiden tot kleine of
matige letsels.
96
DE9503
NiMH
18
2,6
1,0
OPMERKING: Geeft een handeling
aan waarbij geen persoonlijk letsel
optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan
veroorzaken.
Wijst op risico van een elektrische
schok.
Wijst op brandgevaar.
NEDERLANDS
EG-conformiteitsverklaring
RICHTLIJN VOOR MACHINES
DC720, DC721, DC722, DC725, DC727, DC730, DC731,
DC732, DC735, DC737, DC742, DC743, DC745
DEWALT verklaart dat deze producten zoals
beschreven onder “technische gegevens” in
overeenstemming zijn met:
2006/42/EG; EN 60745-1; EN 60745-2-1;
EN 60745-2-2.
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn 2004/108/
EG. Neem voor meer informatie contact op met
DEWALT via het volgende adres of kijk op de
achterzijde van de gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de
samenstelling van het technische bestand en legt
deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice President Engineering and Product
Development
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
30.07.2009
WAARSCHUWING: Lees de
instructiehandleiding om het risico op
letsel te verminderen.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en
instructies Indien geen gevolg aan
deze aanwijzingen wordt gegeven, kan
dit leiden tot elektrische schok, brand of
ernstig letsel.
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN
INSTRUCTIESOM LATER TE RAADPLEGEN
De term ‘elektrisch gereedschap’ in alle
onderstaande waarschuwingen verwijst naar uw
elektrisch gereedschap met netvoeding (met snoer)
of accugedreven (draadloos) elektrisch gereedschap.
1) VEILIGHEID VAN HET WERKGEBIED
a) Houd het werkgebied schoon en zorg
voor goede verlichting. Rommelige of
donkere plekken vragen om ongevallen.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap in
een explosief-gevoelige omgeving, zoals
in de buurt van brandbare vloeistoffen,
gassen of stof. Elektrisch gereedschap
creëert vonken waardoor stof of dampen
vlam kunnen vatten.
c) Houd kinderen en omstanders uit de
buurt tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap. Verstrooidheid kan leiden tot
verlies van controle over het gereedschap.
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) Stekkers van elektrische werktuigen
mogen alleen worden gebruikt in een
geschikt stopcontact. Pas de stekker
op geen enkele manier aan. Gebruik
geen adapterstekkers met een geaard
elektrisch werktuig. Ongemodificeerde
stekkers en bijpassende stopcontacten
verminderen het risico van elektrische
schokken.
b) Vermijd lichaamscontact met geaarde
oppervlakten zoals leidingen, radiatoren,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico voor elektrische schokken als
uw lichaam geaard is.
c) Stel elektrische werktuigen niet bloot aan
regen of water. Als er water in elektrische
werktuigen terechtkomt, neemt het risico van
een elektrische schok toe.
d) Gebruik het snoer niet verkeerd. Gebruik
het snoer nooit om een elektrisch
werktuig te verplaatsen, te slepen of de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Houd het snoer uit de buurt van hitte,
olie, scherpe kanten of bewegende delen.
Beschadigde of verwarde snoeren verhogen
het risico van een elektrische schok.
e) Als u een elektrisch werktuig buiten
bedient, gebruik dan een verlengsnoer dat
geschikt is voor gebruik in de open lucht.
Het gebruik van een snoer dat geschikt is
voor gebruik in de open lucht, vermindert het
risico van een elektrische schok.
f) Indien het bedienen van een elektrisch
gereedschap in een vochtige plaats
niet kan worden vermeden, gebruik dan
een voeding beschermd door een RCD
(residustroomapparaat). Het gebruik van
een RCD verlaagt het risico van elektrische
schokken.
97
NEDERLANDS
3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a) Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik
uw gezond verstand als u elektrische
werktuigen gebruikt. Gebruik geen
elektrische werktuigen als u moe of
onder de invloed van drugs, alcohol
of medicijnen bent. Een moment van
onoplettendheid tijdens het gebruik van een
elektrisch werktuig kan leiden tot ernstig
letsel.
b) Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming. Het
gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals een
stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, een
helm of gehoorbescherming, vermindert de
kans op letsels.
c) Vermijd dat het werktuig onopzettelijk
start. Zorg ervoor dat de schakelaar in
de stand ‘uit’ is voordat u aansluit op de
stroombron en/of accu bij het opnemen
of verdragen van het gereedschap. Als
u elektrische werktuigen met uw vinger op
de schakelaar verplaatst, of een elektrisch
werktuig aansluit met de schakelaar al aan,
kan dit ongevallen tot gevolg hebben.
d) Verwijder alle afstelsleutels of
moersleutels voordat u het elektrische
werktuig aanzet. Een moersleutel of
afstelsleutel die nog vastzit aan een draaiend
onderdeel van het elektrische werktuig, kan
tot letsels leiden.
e) Reik niet te ver. Sta stevig op de
grond en behoud voortdurend uw
evenwicht. Hierdoor hebt u in onverwachte
omstandigheden een betere controle over
het elektrische werktuig.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
losse kleding of sieraden. Houd uw haar,
kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen. Losse kleding,
sieraden of lang haar kunnen vastraken in
bewegende onderdelen.
g) Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor
de verbinding van voorzieningen voor
stofafvoer en stofverzameling, zorg
dan ervoor dat ze aangesloten zijn en
op de juiste manier worden gebruikt.
Stofverzameling kan aan stof gerelateerde
gevaren beperken.
4) HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCHE
WERKTUIGEN
a) Forceer het elektrische werktuig niet.
Gebruik het juiste elektrische werktuig
voor uw toepassing. Het gereedschap zal
zijn werk beter en veiliger doen tegen de
snelheid waarvoor het is bedoeld.
98
b)
c)
d)
e)
f)
g)
Gebruik het elektrische werktuig niet als
de schakelaar het niet in- en uitschakelt.
Elk werktuig dat niet met de schakelaar
kan worden bediend, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
Koppel de stekker los van de stroombron
en/of accu van het elektrische
gereedschap voordat u aanpassingen
aanbrengt, accessoires verwisselt
of elektrisch gereedschap opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrische
werktuig toevallig wordt geactiveerd.
Bewaar elektrische werktuigen die
niet worden gebruikt buiten het bereik
van kinderen en laat mensen die niet
vertrouwd zijn met het elektrische
werktuig of met deze instructies het
elektrische werktuig niet gebruiken.
Elektrische werktuigen zijn gevaarlijk in de
handen van onervaren gebruikers.
Onderhoud elektrische werktuigen.
Controleer op foutieve uitlijning of
vastlopen van beweegbare delen,
gebroken onderdelen of een andere
omstandigheid die de werking van het
elektrische werktuig kan beïnvloeden.
Als het elektrische werktuig beschadigd
is, laat dit dan repareren voordat u
het gebruikt. Veel ongevallen worden
veroorzaakt door slecht onderhouden
elektrische werktuigen.
Houd zaagwerktuigen scherp en schoon.
Goed onderhouden zaagwerktuigen met
scherpe zaagkanten zullen minder snel
vastlopen en zijn makkelijker te gebruiken.
Gebruik het elektrische werktuig,
hulpstukken e.d. overeenkomstig deze
instructies en houd daarbij rekening met
de werkomstandigheden en het uit te
voeren werk. Het gebruik van het elektrische
werktuig voor handelingen die afwijken van
die waarvoor het werktuig bedoeld is, zou
een gevaarlijke situatie tot gevolg kunnen
hebben.
5) GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN WERKTUIGEN OP ACCU
a) Herlaad alleen met de lader die wordt
vermeld door de fabrikant. Een lader die
geschikt is voor een bepaalde soort accuset
kan leiden tot een brandrisico als deze lader
wordt gebruikt met een andere accuset.
b) Gebruik elektrische werktuigen alleen met
speciaal daarvoor bestemde accusets.
Gebruik van een andere accuset kan een
risico op verwondingen en brand tot gevolg
hebben.
NEDERLANDS
c)
d)
Wanneer de accu niet wordt gebruikt,
houd die dan uit de buurt van andere
metalen voorwerpen, zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding kunnen maken van de
ene pool naar de andere.Het kortsluiten
van de polen van de batterij kan leiden tot
brandwonden of brand.
Wanneer de accu onjuist wordt gebruikt,
kan vloeistof uit de accu weglekken.
Vermijd contact met deze vloeistof. Als er
per ongeluk contact ontstaat, spoel dan
af met water. Raadpleeg een arts wanneer
de vloeistof in contact komt met de ogen.
Vloeistof die uit de accu lekt, kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6) SERVICE
a) Laat uw elektrische werktuig onderhouden
door een erkende onderhoudsmonteur die
alleen identieke vervangingsonderdelen
gebruikt. Hiermee wordt de veiligheid van
het elektrische werktuig gewaarborgd.
Aanvullende specifieke
veiligheidsrichtlijnen voor boren/
drilboren/klopboren
• Draag oorbescherming bij impactboren.
Blootstelling aan lawaai kan leiden tot
gehoorverlies.
• Houd het gereedschap vast bij de
geïsoleerde grijpvlakken wanneer u een
karwei uitvoert waarbij het zaaggereedschap
in aanraking kan komen met verborgen
snoeren of zijn eigen snoer. Wanneer een
hulpstuk een stroomdraad raakt, kunnen de
metalen delen van het elektrische gereedschap
onder stroom komen te staan en kan de
gebruiker een schok krijgen.
• Gebruik de zijhandgrepen die bij dit
gereedschap worden geleverd. Als u de
controle over het apparaat verliest, kunt u
verwondingen oplopen.
• Gebruik klemmen of een andere praktische
methode om het werkstuk stevig vast te
klemmen op een stabiel werkblad. Het
te bewerken object in uw hand of tegen uw
lichaam houden, is niet stabiel en kan leiden tot
verlies van controle.
• Draag oorbescherming wanneer u de
hamerboor langdurig gebruikt. Langdurige
blootstelling aan lawaai kan gehoorbeschadiging
veroorzaken. Tijdelijk gehoorverlies of ernstige
schade aan het trommelvlies kan het gevolg
zijn van hoge, door hamerboren gegenereerde
geluidsniveaus.
• Draag een veiligheidsbril of andere
oogbescherming. Hamer- en boorhandelingen
leiden ertoe dat er stukjes wegvliegen.
Rondvliegende deeltjes kunnen leiden tot
blijvende oogschade.
• Hamerboortjes en het gereedschap
worden warm tijdens het gebruik. Draag
handschoenen als u ze aanraakt.
Overige risico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van
boren:
– Letsel als gevolg van het aanraken van
ronddraaiende onderdelen of hete onderdelen
van het gereedschap.
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige
risico’s niet worden vermeden. Dit zijn:
– Gehoorbeschadiging.
– Het risico om uw vingers te beknellen als u
accessoires verwisselt.
– Gezondheidsrisico’s veroorzaakt door het
inademen van stof dat vrijkomt als u met hout
werkt.
– Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende
deeltjes.
– Risico op persoonlijk letsel als gevolg van
langdurig gebruik.
Labels op het gereedschap
De volgende pictogrammen worden afgebeeld op
het gereedschap:
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing.
POSITIE DATUMCODE
De datumcode, die ook het jaar van fabricage
bevat, staat afgedrukt in de behuizing die het
verbindingsstuk tussen het gereedschap en de accu
vormt.
Voorbeeld:
2010 XX XX
Jaar van fabricage
99
NEDERLANDS
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding
bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies
voor de acculaders DE9130, DE9135 en DE9116.
• Lees voor gebruik van de accu en lader eerst
alle instructies en waarschuwingen op de
lader, de accuset en op het product waarin de
accuset wordt gebruikt.
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. 230 volt
is aanwezig op de laadterminals. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Dit kan leiden tot elektrische schokken
of elektrocutie.
WAARSCHUWING: Elektrocutiegevaar.
Zorg dat er geen vloeistof in de
werklamp/lader binnendringt. Dit kan
leiden tot elektrische schokken.
VOORZICHTIG: Risico op
brandwonden. Laad, om het risico
op letsel te beperken, uitsluitend
oplaadbare batterijen van DEWALT op.
Andere typen accu’s kunnen barsten.
Dit kan leiden tot lichamelijk letsel en
schade.
VOORZICHTIG: Als de lader is
aangesloten op de voedingsbron,
kunnen de blootliggende contactpunten
in de lader onder bepaalde
omstandigheden kortsluiten onder
invloed van vreemd materiaal. Vreemde
geleidende materialen, waaronder,
maar niet beperkt tot, staalwol,
aluminiumfolie of een opeenhoping van
metaalhoudende deeltjes, moeten uit de
buurt van openingen in de lader worden
gehouden. Koppel de lader altijd los van
de voedingsbron als er geen accuset in
zit. Ontkoppel de lader voordat u deze
reinigt.
• Probeer de accuset NIET op te laden
met andere laders dan de laders in deze
handleiding. De lader en de accuset zijn
specifiek op elkaar afgestemd.
• Deze laders zijn niet bedoeld voor ander
gebruik dan het opladen van DEWALT
herlaadbare accu’s. Bij andere toepassingen
bestaat risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
• Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
• Trek de stekker niet los aan het snoer
wanneer u de lader ontkoppelt. Zo beperkt u
het risico op beschadiging aan stekker en snoer.
100
• Plaats het snoer zo dat niemand erop kan
stappen of erover kan struikelen, of het
snoer op een andere andere manier kan
beschadigen.
• Gebruik geen verlengsnoer, tenzij dit echt
noodzakelijk is. Gebruik van een verkeerd
verlengsnoer kan leiden tot risico op brand,
elektrische schokken of elektrocutie.
• Een verlengsnoer dient een aangepaste
kabeldikte te hebben (AWG of American
Wire Gauge) voor de veiligheid. Hoe kleiner
de draaddikte, hoe groter de capaciteit van de
kabel, m.a.w. dikte 16 heeft meer capaciteit dan
dikte 18. Wanneer u meer dan 1 verlengsnoer
gebruikt om de totale lengte te krijgen, zorg er
dan voor dan elke verlenging apart minstens de
minimale draadmaat bedraagt.
• Plaats geen voorwerpen op de lader en
plaats de lader niet op een zacht oppervlak.
Hierdoor kunnen de ventilatieopeningen
geblokkeerd raken, wat kan leiden tot
extreem hoge interne temperaturen. Houd de
lader verwijderd van warmtebronnen. De lader
wordt geventileerd via groeven aan de bovenen onderkant van de behuizing.
• Gebruik de lader niet als het snoer of de
stekker beschadigd is – vervang deze in dat
geval direct.
• Gebruik de lader niet als er hard tegenaan
is gestoten, als hij is gevallen of op enigerlei
wijze is beschadigd. Ga ermee naar een
erkend reparatiepunt.
• Haal de lader niet uit elkaar; ga ermee
naar een erkend reparatiepunt wanneer
onderhoud of reparatie nodig is. Als de lader
verkeerd in elkaar wordt gezet, kan dit leiden
tot risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
• Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u deze reinigt. Zo
beperkt u het risico op elektrische schokken.
U vermindert dit risico niet door de accuset te
verwijderen.
• NOOIT proberen twee laders samen te
verbinden.
• De lader is ontworpen om te functioneren
met de standaard 230V huishoudelijke
stroomvoorziening. Probeer het toestel niet
te gebruiken met een andere spanning. Dit
geldt niet voor de lader van het apparaat.
NEDERLANDS
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
Om de accuset bij te laden, plaatst u de accu op de
gebruikelijke manier in de lader. Laat de accuset ten
minste 10 uur in de lader.
De laders DE9130 en DE9116 werken in combinatie
met NiCd- en NiMH-batterijen van 7,2 – 18 V.
Hete/koude accuvertraging
De DE9135-lader werkt met NiCd, NiMH- of Li-Ionbatterijen van 7,2 – 18 V.
Deze laders vereisen geen aanpassing en zijn
ontworpen om er zo eenvoudig mogelijk mee te
werken.
Laadprocedure (fig. 2)
UITSLUITEND LI-ION ACCU’S
GEVAAR: Elektrocutiegevaar.
Er is 230 volt aanwezig op laadstations.
Niet sonderen met geleidende
voorwerpen.Risico op elektrische schok
of elektrocutie.
1. Sluit de lader (j) aan op een geschikt
stopcontact voordat u de accuset erin plaatst.
2. Plaats de accuset (g) in de lader. Het rode
(oplaad-)lampje zal doorlopend knipperen om
aan te geven dat het oplaadproces begonnen
is.
3. Als het rode AAN-lampje continu blijft branden,
is het opladen voltooid. De set is volledig
opgeladen en mag onmiddellijk worden gebruikt
of in de lader blijven.
OPMERKING: Om maximale prestaties en
levensduur van de NiCd, NiMH en Li-Ion accu’s te
garanderen laadt u de accu tenminste 10 uur voor
het eerste gebruik op.
Oplaadproces
In onderstaande tabel staat aangegeven hoe u uit de
oplaadindicatoren kunt afleiden in welk stadium van
het opladen de accu zich bevindt.
Stadium van opladen
bezig met opladen
volledig opgeladen
hete/koude accuvertraging
accuset vervangen
probleem
Als de lader een accu detecteert die te heet of te
koud is, begint de lader automatisch een hete/koude
accuvertraging, waarbij het opladen vertraagd wordt
totdat de accu een geschikte temperatuur heeft
bereikt. De lader schakelt dan automatisch over op
de acculaadmodus. Hiermee wordt een maximale
levensduur van de accu gegarandeerd.
– – – – – –
–––––––––––
––– – ––– –
•••••••••••
•• •• •• ••
Automatische verversing
De automatische verversingsmodus zal de
individuele cellen in de accuset gelijkschakelen of
balanceren op het piekvermogen van de accu.
De accuset dient wekelijks bijgeladen te worden,
of wanneer de accu niet langer de gebruikelijke
capaciteit levert.
Li-Ion accu’s zijn ontworpen met een elektronisch
beschermingssysteem dat de accu beschermt tegen
te lang opladen, oververhitting en bijna volledige
ontlading.
Het gereedschap schakelt automatisch uit als het
elektronische beschermingssysteem in werking
treedt. Als dit gebeurt, plaatst u de Li-Ion accu in de
lader totdat deze volledig is opgeladen.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle accusets.
Wanneer u vervangingsaccusets besteld, zorg
er dan voor dat u het catalogusnummer en de
spanning vermeldt. Kijk onderaan de tabel voor de
compatibiliteit van acculaders en accu’s..
De accuset is niet volledig opgeladen wanneer
die uit de verpakking komt. Vooraleer u de
accuset en de lader gebruikt, dient u de volgende
veiligheidsinstructies te lezen. Volg daarna de
beschreven oplaadprocedure.
LEES ALLE INSTRUCTIES
• Gebruik geen elektrisch werktuig in een
explosieve omgeving, zoals in de buurt van
brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Door
de batterij in de lader te plaatsen of eruit te
halen kunnen stof of dampen ontvlammen.
• Laad de accusets enkel in DEWALT laders.
• GELIEVE NIET met water of andere vloeistoffen
te besprenkelen of hierin onder te dompelen.
• Het werktuig en de accuset niet opbergen of
gebruiken in ruimtes waar de temperatuur
40˚ C (105° F) kan bereiken of overschrijden
(zoals buitenloodsen of metalen gebouwen
in de zomer).
GEVAAR: Probeer nooit de accu te
openen om welke reden dan ook. Plaats
de accu niet in de oplader wanneer
deze gebroken of beschadigd is oefen
geen kracht op de accu uit, laat deze
101
NEDERLANDS
niet vallen en beschadig ze niet. Gebruik
een accu of oplader niet wanneer deze
een zware klap heeft gekregen, is laten
vallen, er overheen is gereden of op
enigerlei wijze is beschadigd (d.w.z.
doorboord met een spijker, geslagen
met een hamer, erop getrapt is). Dit
kan leiden tot een elektrische schok of
elektrocutie. Beschadigde accu‘s dienen
naar het servicecentrum te worden
gebracht voor recycling.
VOORZICHTIG: Plaats het
gereedschap als het niet in gebruik
is op de zijkant op een stabiele
ondergrond waar er niet overheen
kan worden gestruikeld of het zelf
kan vallen. Sommige gereedschappen
met grote accu‘s staan rechtop op de
accu maar kunnen gemakkelijk worden
omgestoten.
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR NIKKEL
CADMIUM (NiCd) OF NIKKEL METAAL HYDRIDE (NiMH)
• Verbrand de accuset niet, ook al is deze
ernstig beschadigd of totaal versleten. De
accuset kan ontploffen in vuur.
• De inhoud van geopende batterijcellen kan
irritatie bij ademhaling veroorzaken. Zorg
voor frisse lucht. Als de symptomen blijven
aanhouden, schakelt u het beste medische
hulp in.
WAARSCHUWING: Risico op
brandwonden. Batterijvloeistof kan
ontvlambaar zijn als deze blootgesteld
wordt aan vonken of vlammen.
Accudop (fig. 3)
Een beschermende accudop wordt meegeleverd
om de aansluitpunten van een losgekoppelde accu
te bedekken. Zonder de beschermdop zouden
losse metalen voorwerpen de aansluitpunten kunnen
kortsluiten, wat leidt tot een brandrisico en schade
aan de accu veroorzaakt.
1. Verwijder de beschermende accudop voordat
u de accuset in de lader of het apparaat plaatst
(fig. 3A).
2. Plaats de beschermdop onmiddellijk op de
aansluitpunten nadat u de accu uit de lader of
het werktuig hebt verwijderd (fig. 3B).
WAARSCHUWING: Zorg dat de
beschermende accudop op zijn plaats
zit voordat u een losgekoppelde accu
oppakt of opbergt.
• Er kan een klein vloeistoflek optreden uit
de accuset bij extreem gebruik of extreme
temperaturen. Dit wijst niet op een probleem.
Als de buitenste zegel echter gebroken is:
a. en de batterijvloeistof raakt uw huid, was
deze dan onmiddellijk met zeep en water
gedurende verschillende minuten.
b. en de batterijvloeistof komt in uw ogen
terecht, spoel deze dan met schoon water
gedurende minimaal 10 minuten uit en zoek
onmiddellijk medische hulp. (Medische
opmerking: de vloeistof is 25-35% oplossing
van kaliumhydroxide.)
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM-ION
(Li-Ion)
• Verbrand de accuset niet, ook als deze
ernstig beschadigd is of volledig versleten.
De accuset kan ontploffen in vuur. Er ontstaan
giftige dampen en materialen wanneer lithiumion accusets verbrand worden.
• Als de batterij-inhoud in contact komt met
de huid, was deze onmiddellijk met milde
zeep en water. Als de batterij-inhoud in de
ogen terecht komt, spoel water over het open
oog gedurende 15 minuten of totdat de irritatie
stopt. Indien medische hulp noodzakelijk is: de
elektrolyt is samengesteld uit een mengeling
van vloeibare organische carbonaten en
lithiumzouten.
102
Accu
ACCUTYPE
De DC720, DC721, DC722, DC725 en DC727
werken op accusets van 18 volt.
De DC730, DC731, DC732, DC735 en DC737
werken op accusets van 14,4 volt.
De DC742, DC743 en DC745 werken op accusets
van 12 volt.
Aanbevelingen voor opslag
1. De beste plaats om het apparaat op te bergen
is koel en droog, uit direct zonlicht en niet
in overmatige hitte of koude. Voor optimale
accuprestaties en levensduur bergt u accu’s op
bij kamertemperatuur als deze niet in gebruik
zijn.
LET OP: Li-Ion accu’s dienen volledig te zijn
opgeladen als ze worden opgeborgen.
2. Langdurige opslag zal de accu of de
acculader niet beschadigen. Onder de juiste
omstandigheden kunnen ze tot maximaal 5 jaar
worden opgeslagen.
NEDERLANDS
Labels op de oplader en accu
Inhoud van het pakket
In aanvulling op de pictogrammen in deze
handleiding laten de labels op de oplader en de
accu de volgende pictogrammen zien:
Het pakket bevat:
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing.
1 Boor/Hamerboor
2 Accusets
1 Lader
1 Kitdoos (alleen K-modellen)
Accu opladen.
1 Gebruiksaanwijzing
1 Vergrote tekening
Accu opgeladen.
Accu beschadigd.
Hete/koude accuvertraging.
Niet sonderen met geleidende
voorwerpen.
Beschadigde accusets niet opladen.
Uitsluitend gebruiken in combinatie met
accusets van DEWALT, andere kunnen
openbarsten en tot lichamelijk letsel en
schade lijden.
Niet blootstellen aan water.
OPMERKING: accusets en laders zijn niet bij
N-modellen inbegrepen.
• Controleer het gereedschap, onderdelen of
hulpstukken op schade die tijdens het vervoer
veroorzaakt kan zijn.
• Neem de tijd om vóór het gebruik deze
gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen.
Beschrijving (fig. 1)
WAARSCHUWING: Verander nooit
het elektrische gereedschap of enig
onderdeel daarvan. Dit kan schade of
lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
a. Drukschakelaar
b. Knop links/rechts
c. Moment-sleutelaanpassingskraag
d. Tandwielkiezer
e. Werklicht
Zorg dat beschadigde snoeren meteen
vervangen worden.
Alleen opladen tussen 4 °C en 40 °C.
Denk aan het milieu wanneer u de
accuset weggooit.
Verbrand de NiMH, NiCd+ en Li-Ion
accusets niet.
Laadt NiMH en NiCd accu’s op.
Laadt Li-Ion accusets op.
Raadpleeg de technische informatie voor
de oplaadtijd.
f. Sleutelloze klauw
g. Accuset
h. Accu-ontkoppelknoppen
i. Hoofdgreep
BEOOGD GEBRUIK
Deze boren/drillen/klopboren zijn ontworpen voor
toepassingen van professioneel boren, klopboren, en
schroeven draaien.
NIET gebruiken in vochtige omstandigheden of
bij aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen.
Deze klop- en hamerboren zijn professionele
elektrische gereedschappen.
HOUD het gereedschap uit de buurt van kinderen.
Toezicht is vereist wanneer dit gereedschap wordt
gebruikt door onervaren personen.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is ontworpen voor slechts
één spanning. Controleer altijd of de spanning van
de accuset overeenstemt met de spanning op de
103
NEDERLANDS
kenplaat. Zorg ook dat de spanning van uw lader
overeenkomt met die van uw netspanning.
Uw DEWALT-lader is dubbel geïsoleerd
in overeenstemming met EN 60335; er is
daarom geen aardingsdraad nodig.
Indien het voedingssnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door een speciaal vervaardigd
snoer dat verkrijgbaar is via de onderhoudsafdeling
van DEWALT.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik geen verlengsnoer, tenzij absoluut
noodzakelijk. Gebruik een goedgekeurd
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomtoevoer
van uw lader (zie technische gegevens). De
minimumafmeting van de geleider is 1 mm2; de
maximumlengte is 30 m.
Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het
snoer dan helemaal af.
MONTAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Vóór montage en
aanpassing moet u altijd de accuset
verwijderen. Schakel het gereedschap
altijd uit voordat u de accu plaatst of
verwijdert
WAARSCHUWING: Gebruik alleen de
accusets en laders van DEWALT.
De accuset in het gereedschap
plaatsen en eruit verwijderen
(fig. 2)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen
en de accuset te verwijderen voordat
u aanpassingen maakt, of hulpstukken
of accessoires verwijdert of plaatst. Een
toevallige activering kan verwondingen
veroorzaken.
LET OP: Zorg ervoor dat uw accu volledig is
opgeladen.
DE ACCUSET IN DE HANDGREEP VAN HET GEREEDSCHAP
PLAATSEN
1. Plaats de onderkant van het gereedschap
gelijk aan de inkeping in de handgreep van het
gereedschap (fig. 2)
2. Schuif de accuset stevig in de handgreep totdat
u het slot op zijn plaats hoort klikken.
104
DE ACCUSET UIT HET GEREEDSCHAP VERWIJDEREN
1. Druk op de ontkoppelknoppen van de accu (h)
en trek de accuset stevig uit de handgreep van
het gereedschap.
2. Plaats de accuset in de lader zoals beschreven
in de laadsectie van deze handleiding.
BEDIENING
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING: Neem altijd de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften in acht.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige
aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert.
Juiste positie van de handen (fig. 7)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen is wanneer de
ene hand zich bovenaan de boor bevindt (k) zoals
afgebeeld, terwijl de andere hand de hoofdgreep (i)
vast houdt.
Variabele snelheidsschakelaar
(fig. 1)
Zet het toestel aan door de drukschakelaar (a) in
te drukken.
Zet het toestel uit door de drukschakelaar los
te laten. Uw gereedschap is uitgerust met een
remfunctie. De boorhouder zal stoppen zodra de
drukschakelaar volledig is losgelaten.
N.B.: Onafgebroken gebruik in de variabele
snelheidsstand wordt niet aanbevolen. Dit kan leiden
tot schade aan de schakelaar en dient vermeden te
worden.
Controleknop links/rechts (fig. 1)
De controleschakelaar links/rechts (b) bepaalt de
draairichting van het gereedschap en fungeert
tevens als een blokkeerknop.
NEDERLANDS
Om een voorwaartse rotatie te selecteren,
laat u de boorschakelaar los en drukt u de
controleschakelaar links/rechts uit aan de
rechterzijde van het gereedschap.
Om draairichting te wijzigen, drukt u de
controleschakelaar links/rechts uit aan de linkerzijde
van het gereedschap.
De centrale positie van de bedieningsfunctie zet het
gereedschap in de uitstand. Zorg ervoor dat u de
boorschakelaar niet ingedrukt houdt wanneer u van
draairichting verandert.
N.B.: De eerste maal dat u het gereedschap
gebruikt nadat de draairichting is veranderd, kunt u
bij het beginnen een klikgeluid horen. Dit is volkomen
normaal en wijst niet op een probleem.
Werklicht (fig. 1)
Er is een werklicht bevestigd (e) net boven de
drukschakelaar (a). Het werklicht zal worden
geactiveerd wanneer de drukschakelaar ingedrukt
wordt.
N.B.: het werklicht dient om het rechtstreekse
werkoppervlak te belichten en dient niet als zaklamp.
Sleutelloze enkele mofboorhouder
(fig. 1)
Uw gereedschap beschikt over een sleutelloze
boorhouder (f) met een roterende mof om de
boorhouder met één hand te kunnen bedienen. Om
een boortje of ander accessoire te plaatsen, volgt u
deze stappen.
Moment-sleutelaanpassingskraag
(fig. 1)
1. Vergrendel de drukschakelaar in de UIT-positie
zoals eerder beschreven.
Uw gereedschap beschikt over een aanpasbaar
momentwaarde-schroevendraaiermechanisme
met een brede keuze in bevestigingsvormen en
-maten om te kunnen schroeven en verwijderen;
en, in sommige modellen, een hamermechanisme
om in metselwerk te kunnen boren. Rond de
kraag (c) bevinden zich nummers, een symbool
van een boortje, en in sommige modellen, een
hamersymbool. Deze nummers worden gebruikt
om de koppeling in te stellen ten einde een
momentwaardebereik af te leveren. Hoe hoger het
nummer op de kraag, hoe hoger de momentwaarde
en hoe groter de bevestiging die kan worden
aangedreven. Om één van de nummers te kunnen
selecteren, draait u eraan totdat het gewenste
nummer tegenover de pijl is.
2. Pak de zwarte mof van de boorhouder met één
hand vast en gebruik de andere hand om het
gereedschap vast te houden. Draai de mof ver
genoeg naar links om het gewenste accessoire
te accepteren.
Versnelling met duaal bereik (fig. 1)
D.m.v. het duale bereikkenmerk van uw klopboor
kunt u in versnellingen schakelen voor meer
veelzijdigheid.
Om de lage snelheid, hoge momentwaarde-instelling
te selecteren, zet u het gereedschap uit en laat u
het tot stilstand komen. Schuif de versnellingskiezer
(d) naar voren (naar de boorhouder) zoals in fig.1
weergegeven.
Om de hoge snelheid, lage momentwaarde-instelling
te selecteren, zet u het gereedschap uit en laat u
het tot stilstand komen. Schuif de versnellingskiezer
terug (weg van boorhouder).
N.B.: Verander geen versnellingen als het
gereedschap draait. Als u problemen hebt om van
versnelling te veranderen, controleer dan of de duale
bereikversnellingskiezer ofwel geheel naar voren is
geschoven of geheel is teruggeschoven.
3. Plaats het accessoire ongeveer 19 mm in de
boorhouder en zet het goed vast door de
boorhoudermof met één hand naar rechts
te draaien terwijl u het gereedschap met
de andere hand vastzet. Uw gereedschap
is uitgerust met een automatisch
aandrijfasvergrendelmechanisme. Hiermee kunt
u de boorhouder met één hand openen en
sluiten.
Om het accessoire los te maken, herhaalt u stap 2
hierboven
WAARSCHUWING: Probeer de
boortjes (of een ander accessoire) niet
vast te zetten door de voorkant van
de boorhouder vast te pakken en het
gereedschap om te draaien. Dit kan
leiden tot schade aan de boorhouder en
persoonlijke verwondingen. Vergrendel
altijd de drukschakelaar als u van
accessoires wisselt.
Zorg dat u de boorhouder met één hand op de
boorhoudermof vastzet en dat u met de andere
hand het gereedschap vasthoudt voor maximale
vastheid.
Boorbediening (fig. 4)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u het
gereedschap uit te schakelen en van het
stopcontact te ontkoppelen voordat u
105
NEDERLANDS
hulpstukken of accessoires verwijdert of
plaatst.
6. Laat de motor lopen terwijl u het boortje uit een
boorgat haalt. Hierdoor loopt het niet vast.
WAARSCHUWING: Om het risico op
letsel te verkleinen, dient u ALTIJD
ervoor te zorgen dat het werkstuk
verankerd is of goed is vastgezet. Als u
door dun materiaal boort, gebruikt u een
houten “reserveblokkering” om schade
aan het materiaal te voorkomen.
7. Met variabele snelheidsboren is het niet nodig
om een gat te maken waar er moet worden
geboord. Gebruik een lage snelheid om het
gat aan te boren en versnel dit door harder op
de drukschakelaar te drukken als het gat diep
genoeg is om te boren zonder dat het boortje
eruit glipt.
1. Gebruik alleen scherpe boortjes. Voor
HOUT gebruikt u de lage snelheidinstelling
en spiraalboren, houtboren, elektrische
grondboren, of gatenzagen. Voor METAAL
gebruikt u de lage snelheidinstelling en
stalen spiraalboortjes of gatenzagen. Voor
METSELWERK zoals steen, cement, B-2blokken, enz., gebruikt u hardmetalen boren
voor slaghamerboren. Gebruik een lage snelheid
voor boortjes groter dan 10 mm.
2. Pas altijd druk toe in een rechte lijn met het
boortje. Gebruik genoeg druk om te blijven
boren, maar druk niet zo hard dat de motor
vastloopt of het boortje eruitvliegt.
3. Houd het gereedschap stevig met beide
handen vast om tegengewicht te bieden aan de
draaiende beweging van de boor. Als het model
niet is uitgerust met een zijhandvat, pak dan de
boor met één hand op het handvat en één hand
op de accuset.
VOORZICHTIG: Boor kan vastlopen
als deze te zwaar belast is zodat hij
plotseling uit uw handen kan draaien.
Verwacht altijd dat de motor kan
vastlopen. Pak de boor stevig vast
om tegengewicht te bieden aan de
draaiende beweging en om letsel te
voorkomen.
4. ALS DE BOOR IS VASTGELOPEN, wordt
dit meestal veroorzaakt doordat hij te zwaar
belast is of door onjuist gebruik. LAAT DE
DRUKSCHAKELAAR ONMIDDELLIJK LOS,
verwijder het boortje uit het werkstuk en stel
de reden van het vastlopen vast. KLIK DE
DRUKSCHAKELAAR NIET AAN EN UIT
IN EEN POGING OM DE VASTGELOPEN
BOOR WEER TE STARTEN — HIERMEE
KAN SCHADE AAN DE BOOR WORDEN
TOEGEBRACHT.
5. Om het vastlopen te minimaliseren of om niet
door het materiaal heen te breken, vermindert u
de druk op de boor en haalt u het boortje door
het laatst aangeboorde deel van het gat terug.
106
Hamerboorbediening (fig. 5)
1. Zet de kraag (c) op het hamerboorsymbool.
2. Selecteer de hoge snelheidinstelling door
de kiezer terug te schuiven (weg van de
boorhouder).
BELANGRIJK: Gebruik hardmetalen boortjes
of alleen metselwerkboortjes.
3. Boor met net genoeg kracht op de hamer zodat
deze niet te veel speling heeft of “hoger” dan
het boortje komt. Door te veel kracht worden er
lagere boorsnelheden bereikt, wordt er teveel
hitte ontwikkeld en een lagere boorsnelheid.
4. Boor recht en houd het boortje hierbij in een
rechte hoek ten opzichte van het werk. Oefen
niet teveel druk op het boortje uit als u aan het
boren bent omdat hierdoor de uitsparingen
van het boortje vol met puin of zaagsel
kunnen raken en dat resulteert in een lagere
boorsnelheid.
5. Als de hamersnelheid tijdens het boren van
diepe gaten langzamer wordt, trekt u het boortje
gedeeltelijk uit het gat terwijl u het gereedschap
laat draaien om zo vuil uit het gat te verwijderen.
N.B: een soepele, gelijkmatige uitstroom van stof uit
het gat geeft de juiste boorsnelheid aan.
Schroevendraaierbediening
(fig. 6)
1. Selecteer het gewenste snelheid/
momentwaardebereik met de duale
bereikversnellingskiezer om overeen te komen
met de snelheid en momentwaarde van de
geplande toepassing.
2. Zet de aanpassingskraag van de
momentwaarde in de gewenste positie. Lagere
nummers geven lagere momentwaardeinstellingen aan; hogere nummers geven hogere
momentwaarde-instellingen aan.
3. Plaats het gewenste bevestigingsaccessoire in
de boorhouder zoals u met ieder boortje zou
doen.
NEDERLANDS
4. Voer enkele testruns op een proefstukje uit of
in gebieden die niet zichtbaar zijn om de juiste
positie van de koppelingskraag vast te stellen.
5. Begin altijd met een lagere momentwaardeinstelling, ga vervolgens naar een hogere
momentwaarde-instelling om schade aan het
werkstuk of de bevestiging te voorkomen.
ONDERHOUD
Uw elektrisch werktuig van DEWALT is ontworpen
om gedurende een lange periode te werken met een
minimum aan onderhoud. Een permanente goede
werking is afhankelijk van goed onderhoud en een
regelmatige reiniging van het gereedschap.
WAARSCHUWING: Om het risico
op ernstig letsel te verkleinen, dient
u het werktuig uit te schakelen en
de accuset te verwijderen voordat
u hulpstukken of accessoires aan- of
afkoppelt. Een toevallige activering kan
verwondingen veroorzaken.
SCHOONMAAKINSTRUCTIES VOOR DE LADER
WAARSCHUWING: Schokgevaar.
Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u het apparaat
reinigt. Verwijder vuil en vet met
een doek of zachte, niet-metalen
borstel van de buitenkant van de
werklamp/lader. Gebruik geen water of
schoonmaakmiddel.
Optionele hulpstukken
WAARSCHUWING: Omdat
hulpstukken, behalve die van DEWALT,
niet zijn getest in combinatie met dit
product, kan het gebruik van dergelijke
hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico
van letsel te beperken, mogen bij dit
product uitsluitend accessoires worden
gebruikt die zijn aanbevolen door
DEWALT.
Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de
geschikte hulpstukken en accessoires.
Milieubescherming
Smering
Uw elektrisch gereedschap behoeft geen extra
smering.
Reinigen
WAARSCHUWING: Blaas vuil en
stof met droge lucht uit de behuizing
als vuil zich zichtbaar opstapelt in en
rond de ventilatieopeningen. Draag
goedgekeurde oogbescherming
en goedgekeurd stofmasker bij het
uitvoeren van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
oplosmiddelen of andere ruwe
chemicaliën voor het reinigen van
de niet-metalen onderdelen van het
werktuig. Deze chemicaliën kunnen
de materialen die in deze onderdelen
gebruikt worden, verzwakken. Gebruik
een doek enkel bevochtigd met water
en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in
het gereedschap lopen en dompel nooit
enig deel van het gereedschap onder in
vloeistof.
Aparte inzameling. Dit product mag niet
bij het normale huishoudafval worden
gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product
vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt
gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval.
Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte
producten en verpakkingen maakt
recycling en hergebruik van materialen
mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde
materialen helpt milieuvervuiling te
voorkomen en vermindert de vraag naar
grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een
aparte inzameling voor elektrische producten, in
containerparken of bij de verkoper wanneer u een
nieuw product koopt.
DEWALT beschikt over een gebouw voor de
verzameling en recyclage van DEWALT producten
die het einde van hun levensduur hebben bereikt.
Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw
product terugbrengen naar elke erkende reparateur
die hem voor ons zal inzamelen.
107
NEDERLANDS
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden
door contact op te nemen met uw plaatselijke
DEWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende
DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze
herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.
Herlaadbare accu
Deze duurzame accu moet herladen worden als hij
niet krachtig genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van
klussen die daarvoor vlot verliepen. Aan het einde
van zijn technische levensduur dient u dit werktuig
weg te gooien met respect voor het milieu:
• Gebruik de accu helemaal op en verwijder deze
vervolgens uit het werktuig.
• Li-Ion, NiCd en NiMH cellen zijn recycleerbaar.
Breng ze naar uw dealer of een plaatselijk
recyclagecentrum. De ingezamelde accu’s
worden gerecycleerd of op de correcte manier
weggegooid.
108
NEDERLANDS
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van
zijn producten en biedt professionele
gebruikers van het product een uitstekende
garantie. Deze garantieverklaring is een
aanvulling op uw contractuele rechten
als een professionele gebruiker of uw
wettelijke rechten als een particuliere,
niet-professionele gebruiker, en is op
geen enkele wijze van invloed op deze
rechten. De garantie is geldig binnen
het grondgebied van de Lidstaten van
de Europese Unie en de Europese
Vrijhandelszone.
• U een aankoopbewijs kunt overleggen.
• Het product compleet met alle originele
onderdelen wordt geretourneerd
Als u aanspraak wilt maken op de garantie,
neem dan contact op met uw leverancier of
zoek het officiële DEWALT-servicecentrum
bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of
neem contact op met het DEWALT-kantoor
op het adres dat wordt vermeld in deze
handleiding. Een lijst van officiële DEWALTservicecentra en volledige details over onze
after-sales-service zijn ook te vinden op
internet via: www.2helpU.com
• 30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE
•
Als u niet geheel tevreden bent over de
prestaties van uw DEWALT-gereedschap,
kunt u dit compleet met de originele
onderdelen, zoals u het hebt aangekocht.
binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen
bij het verkooppunt en omruilen voor een
ander stuk gereedschap of tegen restitutie
van het aankoopbedrag. Het product mag
niet in onredelijke mate zijn versleten en u
dient een aankoopbewijs te overleggen.
• EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT •
Als onderhouds- of servicewerkzaamheden
nodig zijn voor uw DEWALT-gereedschap,
in de 12 maanden na uw aankoop, hebt
u recht op één jaar gratis service. Deze
zal kosteloos worden uitgevoerd in een
DEWALT-servicecentrum. U dient een
aankoopbewijs te overleggen. Inclusief
arbeidskosten. Exclusief accessoires en
reserveonderdelen, tenzij deze defect
raakten en onder de garantie vielen.
• EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE •
Als uw DEWALT-product defect raakt als
gevolg van het gebruik van verkeerde
materialen of onjuiste constructie
binnen 12 maanden na de datum van
aankoop, garandeert DEWALT alle defecte
onderdelen gratis te vervangen of – naar
onze beoordeling – het apparaat gratis te
vervangen, op voorwaarde dat:
• Het product niet verkeerd gebruikt is;
• Het product in redelijke mate is
versleten;
• Er geen reparaties zijn ondernomen
door niet-geautoriseerde personen;
109