24 25
AUTOMATISCHE PROGRAMMAOMSCHAKELING
AutoPhone OF 2earPhone
Uw hoortoestel kan automatisch het telefoonprogramma
selecteren wanneer u de telefoonhandset dicht bij uw oor
houdt. 2earPhone kan het gesprek zelfs naar beide oren
verzenden. Wanneer het telefoongesprek is afgerond,
beweegt u de handset weg van het hoortoestel en zal de
microfoonmodus zichzelf opnieuw instellen.
Als u deze functie wilt gebruiken, vraagt u aan uw audicien
het volgende te doen:
De functie AutoPhone of 2earPhone activeren.
Het magnetisch veld van de telefoonluidspreker
controleren.
Voor de automatische programma-omschakeling
detecteert uw hoortoestel het magnetisch veld van de
telefoonluidspreker. Niet alle telefoons genereren een
magnetisch veld dat sterk genoeg is om AutoPhone te
activeren. In dit geval gebruikt u de AutoPhone magneet,
die als accessoire leverbaar is en die u op de telefoon-
luidspreker bevestigt.
Zie de gebruikershandleiding van de AutoPhone magneet
voor instructies over het positioneren van de magneet.
AANWIJZING
Gebruik alleen de goedgekeurde AutoPhone magneet.
Raadpleeg voor dit accessoire uw audicien.
RINGLEIDINGEN
Sommige telefoontoestellen en openbare ruimtes zoals
theaters bieden het audiosignaal (muziek en spraak) aan via
een ringleiding. Met dit systeem kunnen uw hoortoestellen
het gewenste signaal rechtstreeks ontvangen – zonder
storende omgevingsgeluiden.
Ringleidingen worden meestal aangegeven
met speciale borden.
Vraag uw audicien een ringleidingprogramma te
congureren.
Ga naar het ringleidingprogramma, wanneer u zich in een
ruimte bevindt met een ringleiding.
Of een ringleidingprogramma gecongureerd is voor uw
hoortoestellen, is vermeld in het hoofdstuk „Instellingen“.
RINGLEIDINGPROGRAMMA EN AFSTANDSBEDIENING
AANWIJZING
Voor hoortoestellen met een voorziening voor
draadloze verbinding: Wanneer het ringleiding-
programma actief is, zal de afstandsbediening
misschien een pulserend geluid veroorzaken.
Gebruik de afstandsbediening op een afstand van
meer dan 10 cm.