Endres+Hauser KA iTEMP TMT162 Short Instruction

Type
Short Instruction
Products Solutions Services
Beknopte handleiding
iTEMP TMT162
Temperatuurveldtransmitter
PROFIBUS® PA protocol
Deze beknopte handleiding is niet bedoeld als vervanging voor
de bedieningshandleiding behorende bij het instrument.
Zie voor gedetailleerde informatie de bedieningshandleiding
en andere documentatie.
Beschikbaar voor alle instrumentversies via:
Internet: www.endress.com/deviceviewer
Smartphone/tablet: Endress+Hauser bedieningsapp
KA00276R/15/NL/14.23-00
71639322
2023-09-20
iTEMP TMT162
2 Endress+Hauser
Order code:
Ext. ord. cd.:
Ser. no.:
www.endress.com/deviceviewer Endress+Hauser
Operations App
XXXXXXXXXXXX
XXXXX-XXXXXX
XXX.XXXX.XX
Serial number
1.
3.
2.
A0023555
iTEMP TMT162 Inhoudsopgave
Endress+Hauser 3
Inhoudsopgave
1 Over dit document ................................................................ 3
1.1 Functie en gebruik van het document ....................................................... 3
1.2 Symbolen ............................................................................ 4
2 Veiligheidsinstructies ............................................................. 5
2.1 Voorwaarden voor het personeel ........................................................... 5
2.2 Bedoeld gebruik ....................................................................... 5
2.3 Arbeidsveiligheid ...................................................................... 5
2.4 Bedrijfsveiligheid ...................................................................... 6
2.5 Productveiligheid ...................................................................... 6
3 Goederenontvangst en productidentificatie ....................................... 6
3.1 Goederenontvangst ..................................................................... 6
3.2 Productidentificatie ..................................................................... 7
3.3 Certificaten en goedkeuringen ............................................................. 8
3.4 Opslag en transport .....................................................................8
4 Installatie ......................................................................... 8
4.1 Montagevoorwaarden ................................................................... 8
4.2 Montage van de transmitter .............................................................. 9
4.3 Controles voor de montage .............................................................. 12
5 Elektrische aansluiting .......................................................... 12
5.1 Aansluitspecificaties ................................................................... 12
5.2 Aansluiten van de sensoren .............................................................. 13
5.3 Aansluiten van het meetinstrument ........................................................15
5.4 Waarborgen beschermingsklasse ..........................................................17
5.5 Controles voor de aansluiting ............................................................ 18
6 Bedieningsmogelijkheden ....................................................... 19
6.1 Overzicht van de bedieningsmogelijkheden .................................................. 19
6.2 Meetwaardedisplay en bedieningselementen ................................................. 20
7 Inbedrijfname ................................................................... 23
7.1 Functiecontrole ....................................................................... 23
7.2 Inschakelen van de transmitter ........................................................... 23
8 Onderhoud ...................................................................... 24
8.1 Reiniging ........................................................................... 24
1 Over dit document
1.1 Functie en gebruik van het document
1.1.1 Functie van het document
De beknopte bedieningshandleiding bevat alle essentiële informatie vanaf de
goederenontvangst tot de eerste inbedrijfname.
Over dit document iTEMP TMT162
4 Endress+Hauser
1.1.2 Veiligheidsinstructies (XA)
Bij toepassing in explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende normen worden
aangehouden. Voor meetsystemen, welke in explosiegevaarlijke omgeving worden toegepast,
geldt bovendien de meegeleverde separate Ex-documentatie. Deze documentatie is integraal
onderdeel van deze bedieningshandleiding. De installatiespecificaties, aansluitgegevens en
veiligheidsinstructies hierin opgenomen moeten strikt worden aangehouden! Waarborg dat u
de juiste Ex-documentatie voor het juiste instrument met gebruikscertificaat voor gebruik in
explosiegevaarlijke omgeving gebruikt! Het nummer van de specifieke Ex-documentatie
(XA...) is op de typeplaat vermeld. Wanneer beide nummers op de Ex-documentatie en op de
typeplaat) exact overeenkomen, mag u deze Ex-documentatie gebruiken.
1.2 Symbolen
1.2.1 Veiligheidssymbolen
GEVAAR
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden zal
ernstig of dodelijk lichamelijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan
ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan
licht of middelzwaar letsel ontstaan.
LET OP
Dit symbool bevat informatie over procedures of andere feiten, die niet kunnen resulteren in
persoonlijk letsel.
1.2.2 Elektrische symbolen
Symbool Betekenis Symbool Betekenis
Gelijkstroom Wisselstroom
Gelijk- en wisselstroom Aardaansluiting
Een aardklem die, voor wat de operator
betreft, is geaard via een
aardingssysteem.
Symbool Betekenis
Aansluiting potentiaalvereffening (PE: randaarde)
Aardklemmen die moeten worden aangesloten op aarde voordat enige andere aansluiting wordt
gemaakt.
De aardklemmen bevinden zich aan de binnen- en buitenkant van het instrument:
Interne aardklem: randaarde is aangesloten op de netvoeding.
Externe aardklem: instrument is aangesloten op het aardsysteem van de installatie.
iTEMP TMT162 Veiligheidsinstructies
Endress+Hauser 5
1.2.3 Symbolen voor bepaalde soorten informatie
Symbool Betekenis Symbool Betekenis
Toegestaan
Procedures, processen of handelingen
die zijn toegestaan.
Voorkeur
Procedures, processen of handelingen
die de voorkeur hebben.
Verboden
Procedures, processen of handelingen
die verboden zijn.
Tip
Geeft aanvullende informatie aan.
Verwijzing naar documentatie Verwijzing naar pagina
Verwijzing naar afbeelding
,
,
Handelingsstappen
Resultaat van de handelingsstap Visuele inspectie
2 Veiligheidsinstructies
2.1 Voorwaarden voor het personeel
Het bedieningspersoneel moet aan de volgende eisen voldoen:
Opgeleide, gekwalificeerde specialisten moeten een relevante kwalificatie hebben voor
deze specifieke functie en taak
Zijn geautoriseerd door de exploitant/eigenaar van de installatie
Zijn bekend met de nationale/plaatselijke regelgeving
Voor aanvang van de werkzaamheden moeten de specialisten de instructies in de
handleidingen en de aanvullende documentatie en de certificaten (afhankelijk van de
applicatie) hebben doorgelezen en begrepen
Volg de instructies op en voldoe aan de algemene voorschriften
2.2 Bedoeld gebruik
Het instrument is een universele en configureerbare temperatuurveldtransmitter met naar
keuze één of twee sensoringangen voor weerstandsthermometers (RTD), thermo-elementen
(TC) en weerstands- en spanningssensoren. Het instrument is ontworpen voor installatie in
het veld.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door verkeerd gebruik of gebruik
niet conform de bedoeling.
2.3 Arbeidsveiligheid
Bij werken aan en met het instrument:
Draag de benodigde persoonlijke beschermingsuitrusting conform de nationale
voorschriften.
Goederenontvangst en productidentificatie iTEMP TMT162
6 Endress+Hauser
2.4 Bedrijfsveiligheid
Gebruik het instrument alleen wanneer het in goede technische conditie is, vrij van fouten
en storingen.
De operator is verantwoordelijk voor een storingsvrije werking van het instrument.
Voedingsspanning
PROFIBUS® PA Ub = 9 … 32 V, onafhankelijk van polariteit, maximale spanning Ub = 35 V.
Conform IEC 60079-27, FISCO/FNICO
Explosiegevaarlijke omgeving
Teneinde gevaar voor personen of voor de installatie te voorkomen, wanneer het instrument
wordt gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving (bijv. explosieveiligheid of
drukvatveiligheid):
Controleer aan de hand van technische gegevens op de typeplaat of het instrument
toegestaan is voor gebruik in de gevaarlijke omgeving. De typeplaat bevindt zich op de
zijkant van de transmitterbehuizing.
Houd de specificaties in de afzonderlijke aanvullende documentatie aan, welke een
integraal onderdeel is van deze handleiding.
Elektromagnetische compatibiliteit
Het meetsysteem voldoet aan de algemene veiligheidsvoorschriften conform IEC/EN 61010-1
en de EMC-voorschriften conform IEC/EN 61326 en de NAMUR-aanbevelingen NE 21 en NE
89.
2.5 Productveiligheid
Dit meetinstrument is conform de laatste stand van de techniek bedrijfsveilig geconstrueerd
en heeft de fabriek in veiligheidstechnisch optimale toestand verlaten.
Het instrument voldoet aan de algemene veiligheidsvoorschriften en de wettelijke bepalingen.
Het voldoet tevens aan de EU-richtlijnen in de klantspecifieke EU-conformiteitsverklaring. De
fabrikant bevestigt dit met het aanbrengen op het instrument van de CE-markering.
3 Goederenontvangst en productidentificatie
3.1 Goederenontvangst
Ga als volgt te werk na ontvangst van het instrument:
1. Controleer of de verpakking niet is beschadigd.
2. Wanneer schade wordt vastgesteld:
Meld alle schade direct aan de fabrikant.
3. Installeer beschadigde componenten niet, omdat de fabrikant dan niet de
materiaalbestendigheid of het aanhouden van de originele veiligheidsvoorschriften kan
garanderen en ook niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor daaruit volgende
consequenties.
iTEMP TMT162 Goederenontvangst en productidentificatie
Endress+Hauser 7
4. Vergelijk de leveringsomvang met de inhoud van uw bestelling.
5. Verwijder al het verpakkingsmateriaal dat bij het transport is gebruikt.
6. Komen de gegevens op de typeplaat overeen met de bestelinformatie op de pakbon?
7. Zijn de technische documentatie en alle andere noodzakelijke documenten bijv.
certificaten aanwezig?
Wanneer aan één van deze punten niet is voldaan, neem dan contact op met uw Sales
Center.
3.2 Productidentificatie
Het instrument kan op de volgende manieren worden geïdentificeerd:
Specificaties typeplaat
Voer het serienummer van de typeplaat in Device Viewer (www.endress.com/deviceviewer)
in: alle gegevens betreffende het instrument en een overzicht van de technische
documentatie zoals meegeleverd met het instrument worden getoond.
Voer het serienummer op de typeplaat in de Endress+Hauser Operations App in of scan de
2-D matrixcode (QR-code) op de typeplaat met de Endress+Hauser Operations App: alle
informatie over het meetinstrument en de technische documentatie die hoort bij het
instrument wordt getoond.
3.2.1 Typeplaat
Het juiste instrument?
De typeplaat bevat de volgende informatie over het instrument:
Identificatie fabrikant, instrumentbenaming
Order code
Uitgebreide bestelcode
• Serienummer
Tagnaam (TAG)
Technische specificaties: voedingsspanning, stroomverbruik, omgevingstemperatuur,
communicatiespecifieke gegevens (optie)
• Beschermingsklasse
Goedkeuringen met symbolen
Vergelijk de informatie op de typeplaat met de bestelling.
3.2.2 Naam en adres van de fabrikant
Naam van de fabrikant: Endress+Hauser Wetzer GmbH + Co. KG
Adres van de fabrikant: Obere Wank 1, D-87484 Nesselwang of www.endress.com
Installatie iTEMP TMT162
8 Endress+Hauser
3.3 Certificaten en goedkeuringen
Voor certificaten en goedkeuringen die gelden voor het instrument: zie de specificaties
op de typeplaat
Goedkeuringsgerelateerde gegevens en documenten: www.endress.com/deviceviewer
(voer het serienummer in)
3.3.1 PROFIBUS® PA certificaat
Gecertificeerd conform PROFIBUS® PA Profile 3.02 + Profile 3.01 amendement 2,
amendement 3. Het instrument mag ook worden gebruikt in combinatie met gecertificeerde
instrumenten van andere fabrikanten (interoperabiliteit).
Een overzicht van aanvullende beschikbare certificaten en goedkeuringen is opgenomen in
de bedieningshandleiding.
3.4 Opslag en transport
Opslagtemperatuur zonder display –40 … +100 °C (–40 … +212 °F)
met display –40 … +80 °C (–40 … +176 °F)
Maximale relatieve vochtigheid: <95% conform IEC 60068-2-30
Verpak het instrument voor opslag en transport zodanig, dat het betrouwbaar is
beschermd tegen stoten en externe invloeden. De originele verpakking biedt de beste
bescherming.
Vermijd de volgende omgevingsomstandigheden tijdens opslag:
Direct zonlicht
Nabijheid van hete objecten
Mechanische trillingen
Agressieve media
4 Installatie
Wanneer stabiele sensoren worden gebruikt, kan het instrument direct op de sensor worden
gemonteerd. Voor separate montage op een wand of standpijp, zijn twee montagebeugels
leverbaar. Het verlichte display kan in vier verschillende posities worden gemonteerd.
4.1 Montagevoorwaarden
4.1.1 Installatielocatie
Bij gebruik in explosiegevaarlijke omgeving moeten de gespecificeerde grenswaarden uit de
certificaten en goedkeuringen worden aangehouden (zie de veiligheidsinstructies).
iTEMP TMT162 Installatie
Endress+Hauser 9
4.1.2 Belangrijke omgevingscondities
Omgevingstemperatuurbereik Zonder display: –40 … +85 °C (–40 … +185 °F)
Met display: –40 … +80 °C (–40 … +176 °F)
Zie bij toepassing in explosiegevaarlijke omgeving het Ex-certificaat, dat een
integraal deel vormt van de productdocumentatie.
Het display kan traag reageren bij temperaturen < –20 °C (–4 °F). De
leesbaarheid van het display kan niet worden gegarandeerd bij
temperaturen < –30 °C (–22 °F).
Hoogte Tot 2 000 m (6 560 ft) boven zeeniveau
Overspanningscategorie II
Vervuilingsgraad 2
Isolatieklasse Klasse III
Condensatie op het instrument Toegestaan
Klimaatklasse Conform IEC 60654-1, Class C
Beschermingsklasse Gietaluminium of roestvaststalen behuizing: IP67, NEMA 4X
Schok- en trillingsbestendigheid 2 … 150 Hz bij 3g conform IEC 60068-2-6
Het gebruik van L-vormige beugels kan resonantie veroorzaken (zie wand/
pijp 2" montagebeugels in het hoofdstuk "accessoires"). Opgelet: trillingen
die direct aan de transmitter optreden mogen de specificaties niet
overschrijden.
4.2 Montage van de transmitter
LET OP
Draai de montageschroeven niet te vast omdat dit de veldtransmitter kan beschadigen.
Maximaal aandraaimoment = 6 Nm (4,43 lbf ft)
Installatie iTEMP TMT162
10 Endress+Hauser
4.2.1 Directe sensormontage
12 3 4 5 6
K
E
E
P
T
I
G
H
T
W
H
E
N
C
I
R
C
U
I
T
A
L
I
V
E
I
N
E
X
P
L
O
S
I
V
E
A
T
M
O
S
P
H
E
R
E
A0024817
 1 Directe montage veldtransmitter op sensor
1 Beschermbuis
2 Meetelement
3 Halsnippel en adapter
4 Sensorkabels
5 Veldbuskabels
6 Afgeschermde veldbuskabel
1. Monteer de beschermbuis en schroef deze vast (1).
2. Schroef het meetelement met de halsnippel en de adapter in de transmitter (2). Dicht
het schroefdraad van de nippel en adapter af met siliconentape.
3. Sluit de sensorkabel (4) aan op de klemmen voor de sensor, zie de klembezetting.
4. Plaats de veldtransmitter met het meetelement op de beschermbuis (1).
5. Monteer de afgeschermde veldbuskabel of veldbusconnector (6) op de andere wartel.
6. Installeer de veldbuskabels (5) door de kabelwartel van de veldtransmitterbehuizing in
het aansluitcompartiment.
7. Schroef de kabelwartel vast zoals beschreven in het hoofdstuk Waarborgen van de
beschermingsklasse→  17. De kabelwartel moet een de
explosieveiligheidsvoorschriften voldoen.
iTEMP TMT162 Installatie
Endress+Hauser 11
4.2.2 Separate montage
2
25 (0.98)
180
(7.1)
160
(6.3)
!51
(2.01)
M10
10.5
(0.41)
72 (2.8)
M10
M10
50
(1.97)
2
56
(2.2)
3
A0027188
 2 Installatie van de veldtransmitter met de montagebeugel, zie hoofdstuk "accessoires". Afmetingen
in mm (in)
2 Gecombineerde wand/pijp-montagebeugel 2", L-vormig, materiaal 304
3 Pijpmontagebeugel 2", U-vormig, materiaal 316L
Elektrische aansluiting iTEMP TMT162
12 Endress+Hauser
4.3 Controles voor de montage
Voer na het afronden van de montage de volgende controles uit:
Toestand en specificaties van het instrument Opmerkingen
Is het instrument beschadigd (visuele inspectie)? -
Komen de omgevingscondities overeen met de instrumentspecificatie (bijv.
omgevingstemperatuur, beschermingsklasse, enz.)?
→  8
5 Elektrische aansluiting
5.1 Aansluitspecificaties
LVOORZICHTIG
De elektronica kan onherstelbaar beschadigd raken
Schakel de voedingsspanning uit voordat het instrument wordt geïnstalleerd of
aangesloten. Wanneer dit niet wordt aangehouden, kunnen onderdelen van de elektronica
onherstelbaar worden beschadigd.
Voor het aansluiten van Ex-gecertificeerde instrumenten moeten de bijbehorende
instructies en aansluitschema's in de aanvullende Ex-documentatie bij deze
bedieningshandleiding worden aangehouden. Neem contact op met uw leverancier in geval
van vragen.
Voor de bedrading van de veldtransmitter is een kruiskopschroevendraaier nodig.
LET OP
Draai de schroefklemmen niet te vast omdat dit de transmitter kan beschadigen.
Maximaal aandraaimoment = 1 Nm (³⁄₄ lbf ft).
Ga voor het bedraden van het instrument als volgt te werk:
1. Verwijder de dekselklem.
2. Schroef het deksel op het aansluitcompartiment met de O-ring af. Het
aansluitcompartiment ligt tegenover de elektronicamodule.
3. Open de kabelwartels van het instrument.
4. Installeer de correcte aansluitkabels door de openingen in de kabelwartels.
5. Sluit de kabels aan conform →  3,  13 en zoals beschreven is in de hoofdstukken:
"Aansluiten van de sensor" →  13 en "Aansluiten van het meetinstrument" →  15.
6. Schroef de schroefklemmen vast na de bedrading. Zet de kabelwartels weer vast. Zie ook
de informatie in het hoofdstuk "Waarborgen van de beschermingsklasse".
7. Reinig het schroefdraad in de behuizingsdeksel en de behuizingsbasis en smeer deze
indien nodig. (aanbevolen smeermiddel: Klüber Syntheso Glep 1)
8. Schroef het behuizingsdeksel weer vast en plaats de dekselklem weer terug.
iTEMP TMT162 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 13
Houd, om aansluitfouten te voorkomen, voor de inbedrijfname de instructies in het hoofdstuk
"controles voor de aansluiting" aan!
5.2 Aansluiten van de sensoren
LET OP
ESD - elektrostatische ontlading. Bescherm klemmen tegen elektrostatische ontlading.
Indien dit niet wordt aangehouden kunnen onderdelen van de elektronica onherstelbaar
worden beschadigd.
Klembezetting
A0045944
 3 Bedrading van de veldtransmitter, RTD, dubbele sensoringang
1 Sensoringang 1, RTD, : 2-, 3- en 4-draads
2 Sensoringang 2, RTD: 2-, 3-draads
3 Voedingsspanning en analoge uitgang 4 … 20 mA of veldbusaansluiting van de veldtransmitter
Elektrische aansluiting iTEMP TMT162
14 Endress+Hauser
+
-
1
2
3
4
5
6
+
-
3
4
S1
3
S2
-
+
+
-
1
3
!
2
A0045949
 4 Bedrading van de veldtransmitter, TC, dubbele sensoringang
1 Sensoringang 1, TC
2 Sensoringang 2, TC
3 Voedingsspanning en analoge uitgang 4 … 20 mA of veldbusaansluiting van de veldtransmitter
LET OP
Waarborg bij het aansluiten van 2 sensoren dat er geen galvanische verbinding bestaat
tussen de sensoren (bijv. veroorzaakt door sensorelementen die niet zijn geïsoleerd ten
opzichte van de beschermbuis). De daardoor optredende compensatiestromen
veroorzaken een aanmerkelijke vervalsing van de meting.
De sensoren moeten ten opzichte van elkaar galvanisch gescheiden blijven, door elke
sensor separaat op een transmitter aan te sluiten. De transmitter waarborgt voldoende
galvanische scheiding (> 2 kV AC) tussen in- en uitgang.
Bij bezetting van beide sensoringangen zijn de volgende aansluitcombinaties mogelijk:
Sensoringang 1
Sensoringang 2
RTD of
weerstandstra
nsmitter, 2-
draads
RTD of
weerstandstra
nsmitter, 3-
draads
RTD of
weerstandstra
nsmitter, 4-
draads
Thermokoppel
(TC),
spanningstrans
mitter
RTD of
weerstandstransmitter,
2-draads
 - 
RTD of
weerstandstransmitter,
3-draads
 - 
iTEMP TMT162 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 15
Sensoringang 1
RTD of
weerstandstransmitter,
4-draads
- - - -
Thermokoppel (TC),
spanningstransmitter    
5.3 Aansluiten van het meetinstrument
5.3.1 Kabelwartel of kabelinvoer
LVOORZICHTIG
Risico op schade
Schakel de voedingsspanning uit voordat het instrument wordt geïnstalleerd of
aangesloten. Wanneer dit niet wordt aangehouden, kunnen onderdelen van de elektronica
onherstelbaar worden beschadigd.
Wanneer het instrument niet is geaard nadat de behuizing is geïnstalleerd, adviseren wij
de aarding uit te voeren via één van de aardschroeven. Houd het aardingsconcept van de
installatie aan! Houd de kabelafscherming tussen de gestripte veldbuskabel en de aardklem
zo kort mogelijk! Aansluiting van de functionele aarde kan nodig zijn om functionele
redenen. Het aanhouden van de lokale elektrotechnische voorschriften is verplicht.
Wanneer de afscherming van de veldbuskabel is geaard op meer dan één punt in systemen
zonder aanvullende potentiaalvereffening, kunnen voedingsfrequentie-
compensatiestromen optreden, die de kabel of afscherming beschadigen. In dergelijke
gevallen moet de afscherming van de veldbuskabel slechts aan één zijde worden geaard,
d.w.z. het mag niet worden aangesloten op de aardklem van de behuizing. De afscherming
welke niet wordt aangesloten moet worden geïsoleerd!
Wij adviseren dat de veldbus niet wordt doorgelust met conventionele kabelwartels. Zelfs
wanneer later slechts één meetinstrument moet worden vervangen, zal de
buscommunicatie moeten worden onderbroken.
De klemmen voor de veldbusaansluiting hebben een geïntegreerde ompoolbeveiliging.
Aderdiameter: max. 2,5 mm²
Gebruik een afgeschermde kabel voor de aansluiting.
Houd de algemene procedure aan. →  12.
Elektrische aansluiting iTEMP TMT162
16 Endress+Hauser
+
-
1
2
3
4
5
6
+
-
3
4
+
-
3
1
2
3
4
A0010823
 5 Aansluiten van het instrument op de veldbuskabel
1 Veldbus-aansluitklemmen - veldbuscommunicatie en voedingsspanning
2 Afgeschermde veldbuskabel
3 Aardklemmen, intern
4 Aardklem (extern, relevant voor separate uitvoering)
5.3.2 Veldbusaansluiting
Veldbuskabelspecificatie conform IEC 61158-2 (MBP), voor meer informatie zie
bedieningshandleiding.
De instrumenten kunnen op twee manieren op de veldbus worden aangesloten:
Via conventionele kabelwartels
Via veldbusconnectoren (optie, leverbaar als accessoire)
Aarding via één van de aardschroeven (aansluitkop, veldbehuizing) wordt aanbevolen.
5.3.3 Afscherming en aarding
De specificaties van de PROFIBUS User Organization voor de instrumentinstallatie moeten
tijdens de installatie worden aangehouden.
iTEMP TMT162 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 17
200
1
2
3
4
A0010984
 6 Afscherming en aarding van de signaalkabel aan één uiteinde met PROFIBUS®PA-communicatie
1 Voedingseenheid
2 Aardpunt voor afscherming PROFIBUS®-communicatiekabel
3 Aarding van de kabelafscherming aan één uiteinde
4 Optionele aarding van het veldinstrument, geïsoleerd van kabelafscherming
5.4 Waarborgen beschermingsklasse
Het instrument voldoet aan de voorwaarden van de IP66/IP67-beschermingsklasse. Het
voldoen aan de volgende punten is na de installatie in het veld of service verplicht om te
waarborgen dat de IP66/IP67-beschermingsklasse behouden is:
De behuizingsafdichtingen moeten schoon en onbeschadigd zijn wanneer deze in de groef
worden geplaatst. De afdichtingen moet worden gedroogd, gereinigd of vervangen indien
nodig.
Alle behuizingsschroeven en schroefdoppen moeten goed zijn vastgezet.
De aansluitkabels moeten de gespecificeerde externe diameter hebben (bijv. M20x1,5,
kabeldiameter 8 … 12 mm).
Zet de kabelwartel stevig vast. →  7,  18
De kabels moeten in een lus naar beneden lopen voordat deze de kabelwartels ingaan
("waterafvoer"). Dit betekent dat eventueel gevormd vocht de wartel niet kan binnendringen.
Installeer het instrument zo dat de kabelwartels niet naar boven gericht zijn.
→  7,  18
Plaats dummy pluggen in niet gebruikte kabelwartels.
Verwijder de afdichtring niet uit de kabelwartel.
Elektrische aansluiting iTEMP TMT162
18 Endress+Hauser
A0024523
 7 Aansluittips voor behoud van de IP66/IP67 beschermingsklasse
5.5 Controles voor de aansluiting
Toestand en specificaties van het instrument Opmerkingen
Zijn het instrument en de kabels beschadigd (visuele
inspectie)?
--
Elektrische aansluiting Opmerkingen
Komt de voedingsspanning overeen met de informatie op
de typeplaat?
9 … 32 VDC
Voldoen de kabels aan de voorschriften? Zie de betreffende bedieningshandleiding voor de
specificaties van de veldbuskabel
Sensorkabels →  13
Zijn de gemonteerde kabels voorzien van trekontlasting? --
Zijn de voedings- en veldbuskabels goed aangesloten? Zie het aansluitschema in het deksel van het
aansluitcompartiment
Zijn alle schroefklemmen goed vastgezet? --
Zijn de kabelwartels geïnstalleerd, goed vastgezet en
lekdicht? Kabelinstallatie met "waterafvoer"?
→  17
Zijn alle behuizingsdeksels gemonteerd en goed
vastgezet?
--
Elektrische aansluiting op het veldbussysteem Opmerkingen
Zijn alle aansluitcomponenten (T-aftakking,
aansluitdozen, instrumentconnectoren, enz.) correct
onderling verbonden?
--
Is elk veldbussegment aan beide zijden met een
busafsluiting afgesloten?
--
Voldoet de maximale lengte van de veldbuskabel aan de
veldbusspecificaties? Zie de betreffende bedieningshandleiding voor de
specificaties van de veldbuskabel
iTEMP TMT162 Bedieningsmogelijkheden
Endress+Hauser 19
Toestand en specificaties van het instrument Opmerkingen
Is de maximale lengte van de aftakleidingen conform de
veldbusspecificaties aangehouden?
Is de veldbuskabel volledig afgeschermd en correct
geaard?
6 Bedieningsmogelijkheden
6.1 Overzicht van de bedieningsmogelijkheden
°C °C
PROFIBUS
ADDRESS
SIM(FF)
WRITE
LOCK
ON
OFF
Software
64
32
16
8
4
2
1
1
2
A0053801
 8 Bedieningsmogelijkheden van het instrument via de PROFIBUS® PA-interface
1Configuratie-/bedieningsprogramma's voor bediening via PROFIBUS® PA (veldbusfuncties,
instrumentparameters)
2 DIP-schakelaars voor hardware-instellingen (schrijfbeveiliging, simulatiemodus)
Bedieningsmogelijkheden iTEMP TMT162
20 Endress+Hauser
6.2 Meetwaardedisplay en bedieningselementen
6.2.1 Displayelementen
°C
°F %
K
10
0
20
30
40 50 60
70
80
90
100
!
1
2
3
4
5
6
7
A0024547
 9 LC-display van het veldtransmitter (verlicht, kan worden vastgezet in stappen van 90°)
Pos.nr. Functie Beschrijving
1 Weergave balkdiagram In stappen van 10% met indicatoren voor over- en onderschrijding
bereik. Het balkdiagram knippert wanneer een fout optreedt.
2 Symbool "Opgelet" Deze wordt getoond wanneer een fout of waarschuwing optreedt.
3 Weergave eenheid K, °F, °C of % Eenheid voor weergegeven interne meetwaarde.
4 Meetwaardeweergave, hoogte
digit 20,5 mm
Toont de momentele meetwaarde. In geval van een fout of
waarschuwing wordt de bijbehorende diagnose-informatie
getoond. Zie de betreffende bedieningshandleiding van het
instrument voor meer informatie.
5 Status- en informatieweergave Toont welke waarde momenteel op het display wordt getoond. Een
speciale tekst kan voor elke meetwaarde worden getoond. In geval
van een fout of waarschuwing wordt de bijbehorende
kanaalinformatie getoond indien beschikbaar. Het veld blijft leeg
wanneer de kanaalinformatie niet beschikbaar is.
6 Symbool "Communicatie" Het communicatiesymbool verschijnt wanneer buscommunicatie
actief is.
7 Symbool "Configuratie
geblokkeerd"
Het symbool "configuratie geblokkeerd" verschijnt wanneer de
configuratie via de hardware is geblokkeerd
6.2.2 Lokale bediening
LET OP
ESD - elektrostatische ontlading. Bescherm klemmen tegen elektrostatische ontlading.
Indien dit niet wordt aangehouden kunnen onderdelen van de elektronica onherstelbaar
worden beschadigd.
Instellingen (een busadres en een schrijfbeveiliging) voor de PROFIBUS® PA-interface kan
worden uitgevoerd via DIP-schakelaars op de elektronicamodule.
iTEMP TMT162 Bedieningsmogelijkheden
Endress+Hauser 21
3 mm
4.
3.
2.
1.
90°
90°
ON
OFF
A0011211
Procedure voor instellen van de DIP-schakelaar:
1. Verwijder de dekselklem..
2. Schroef het behuizingsdeksel met de O-ring af.
3. Verwijder indien nodig het display met de houder van de elektronicamodule.
4. Configureer de hardware-schrijfbeveiliging WRITE LOCK overeenkomstig met de DIP-
schakelaar. Algemeen geldt het volgende: schakel naar ON = functie actief, schakel naar
OFF = functie uitgeschakeld.
Monteer het behuizingsdeksel weer in omgekeerde volgorde nadat de hardware-instellingen
zijn afgerond.
Bedieningsmogelijkheden iTEMP TMT162
22 Endress+Hauser
PROFIBUS
ADDRESS
SIM(FF)
WRITE
LOCK
ON
OFF
Software
64
32
16
8
4
2
1
1
2
A0010841
 10 Hardware-configuratie via DIP-schakelaars
1 Configureren van het instrumentadres aan de hand van het voorbeeld van busadres 49: DIP-
schakelaars 32, 16, 1 op "ON" (32 + 16 + 1 = 49). "Software" DIP-schakelaar op "OFF".
2 SIM DIP-schakelaar = simulatiemodus (geen functie voor PROFIBUS® PA-communicatie); WRITE
LOCK = schrijfbeveiliging
Houd de volgende punten aan:
Het adres moet altijd worden ingesteld bij een PROFIBUS® PA-instrument. Het geldige
instrumentadresbereik ligt tussen 0 en 125. In een PROFIBUS® DP/PA-netwerk, kan elk
adres slechts eenmaal worden toegekend. Wanneer een adres niet correct is ingesteld,
wordt het instrument niet door de master herkend. Het adres 126 is gereserveerd voor de
eerste inbedrijfname en servicedoeleinden.
Bij het verlaten van de fabriek, hebben alle instrumenten het standaard adres 126 en
software-adressering (DIP-schakelaar ingesteld op "ON").
Het busadres wordt als volgt geconfigureerd:
"Software" DIP-schakelaar ingesteld van "ON" naar "OFF": het instrument herstart na 10
seconden en het instrument gebruikt het geldige busadres dat is geconfigureerd met DIP-
schakelaars 1 tot 64. Het busadres kan niet worden veranderd met de software via een
DDLM_SLAVE_ADD telegram.
"Software" DIP-schakelaar ingesteld van "OFF" naar "ON": het instrument herstart na 10
seconden en het instrument gebruikt het standaardbusadres 126. Het busadres kan worden
veranderd met de software via een DDLM_SLAVE_ADD telegram.
De stap-voor-stap procedure voor het configureren van het instrumentadres is
gedetailleerd beschreven in de uitgebreide bedieningshandleiding.
iTEMP TMT162 Inbedrijfname
Endress+Hauser 23
6.2.3 Toegang tot het bedieningsmenu via de bedieningstool
PROFIBUS® PA-functies en instrumentspecifieke parameters worden geconfigureerd via een
veldbuscommunicatie. Onder andere de volgende configuratiesystemen staan daarvoor ter
beschikking:
Bedieningstools
FieldCare
(Endress+Hauser)
SIMATIC PDM
(Siemens)
De stap-voor-stap procedure voor het initiële in bedrijf nemen van de veldbusfuncties
wordt in detail beschreven in de uitgebreide bedieningshandleiding, net zoals de
configuratie van instrumentspecifieke parameters.
7 Inbedrijfname
7.1 Functiecontrole
Waarborg voor de inbedrijfname van het meetpunt dat alle eindcontroles zijn uitgevoerd:
Checklist "Controle voor de installatie", →  12
Checklist "Controle voor de aansluiting", →  18
7.2 Inschakelen van de transmitter
Schakel de voedingsspanning in nadat de controles zijn uitgevoerd. Het instrument is na
ongeveer 20 seconden gereed voor bedrijf! Na het inschakelen doorloopt de transmitter
interne testfuncties. Tijdens deze procedure verschijnt op het lokaal display de volgende serie
meldingen:
Stap Gebruikersinterface
1 Alle segmenten aan
2 Alle segmenten uit
3 Gegevens fabrikant en instrumentnaam worden getoond
4 Actuele firmwareversie wordt getoond
5 Actuele instrumentrevisie wordt getoond
6a De actuele meetwaarde wordt getoond. Balkdiagram toont de %-waarde binnen het ingestelde
balkdiagrambereik
6b De actuele statusmelding wordt getoond. Wanneer de inschakelprocedure mislukt, wordt een bijbehorende
melding getoond, afhankelijk van de oorzaak.
Indien de inschakelprocedure niet succesvol verloopt, wordt het bijbehorende diagnose-event,
afhankelijk van de oorzaak, getoond. Een gedetailleerde lijst met diagnose-events en de bijbehorende
troubleshooting-instructies zijn opgenomen in de bedieningshandleiding.
Onderhoud iTEMP TMT162
24 Endress+Hauser
Na een succesvol verlopen inschakelprocedure wordt het normale meetbedrijf gestart.
Verschillende meetwaarden en/of statusvariabelen verschijnen op het display.
8 Onderhoud
Er zijn geen speciale onderhoudswerkzaamheden nodig voor de temperatuurtransmitter.
8.1 Reiniging
Een schone, droge doek kan worden gebruikt om het instrument schoon te maken.
www.addresses.endress.com
*71639322*
71639322
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Endres+Hauser KA iTEMP TMT162 Short Instruction

Type
Short Instruction