Agria 2594 de handleiding

Type
de handleiding
998 413-B Type agria 2594 843, -844 Agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel.: +49 6298 39-0 • Fax: +49 6298 39-111 • E-Mail: [email protected] • Internet: www.agria.de 7
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
2. Technische gegevens
Symbolen
Waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid.
belangrijke informatie
opgelet
zie handleiding
veiligheidshandschoenen
dragen
draag altijd stevige schoenen
veiligheidsbril dragen
motor-start
transmissieolie
transmissieoliepeil
koppeling
aftakas
parkeerrem
smeerpunten
.
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages
die betrekking hebben op uw veiligheid.
Breng ook andere gebruikers op de hoogte
van deze veiligheidsaanwijzingen.
Lees ook de veiligheidstechnische
aanwijzingen van de basismachine
en neem deze in acht.
Gebruik conform de
bestemming
De onkruidborstel in combinatie met een
handbediende, éénassige aandrijfunit is
ontworpen om onkruid te verwijderen uit
niet-watergebonden oppervlakken, zoals
geplaveide, betonnen of geasfalteerde op-
pervlakken.
Ze is ontworpen voor een aftakas-invoer-
toerental van 825 tot 900 1/min en voor een
aandrijfvermogen van 6 - 10 kW. De groot-
te van het perceel moet overeenkomen met
de gebruikelijke grootten in de tuinbouw en
landschapsarchitectuur. (Gebruik conform de
bestemming)
Iedere andere toepassing geldt als niet con-
form. Voor schade die door ondoelmatig
gebruik veroorzaakt wordt, kan de fabrikant
niet aansprakelijk worden gesteld. Dit risi-
co is geheel en al voor de gebruiker.
De onkruidborstel is niet bedoeld om te
worden gebruikt voor bv. watergebonden
oppervlakten, weiden of aan een tweeas-
sige trekker.
De door de fabrikant voorgeschreven ge-
bruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle, on-
derhoud en reparatie dienen in acht te
worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die ontstaat door eigen-
handige wijzigingen aan de machine.
Algemene veiligheidsregels
en voorschriften ter voorko-
ming van ongevallen
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan alle
voorschriften ter voorkoming van ongeval-
len, alsmede aan de algemeen geldende
regels wat betreft veiligheid, arbeidsge-
neeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de On-
kruidborstelaltijd eerst de verkeers- en be-
drijfsveiligheid.
De Onkruidborstelmag slechts gebruikt, on-
derhouden en gerepareerd worden door per-
sonen die over de benodigde kennis beschik-
ken en van de risico’s op de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen de
machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstukken
dienen vermeden te worden. Draag altijd
stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aanwij-
zingen voor veilig gebruik. Volg deze aan-
wijzingen nauwkeurig op, in het belang van
uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen. Wach-
ten tot het werktuig helemaal stil staat!
Bij machines die voortgedreven worden
door vreemde krachten moet opgepast
worden voor knel- en snijpunten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-zaam-
heden mee te rijden op de machine.
Aangebouwde werktuigen en ladingen heb-
ben invloed op het rijdrag en het stuur- en
remvermogen van de machine. Pas uw werk-
snelheid aan aan de omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet ver-
anderen. Een verhoogd toerental vergroot
de kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegenover
derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de ma-
chine.
Controleer voor het starten en wegrijden
de omgeving van de machine Let vooral
op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begonnen
wordt, dienen obstakels uit de weg te wor-
den geruimd. Let ook tijdens de werkzaam-
heden op obstakels en haal ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de om-
heining in acht genomen te worden, zo-
dat het werktuig niet beschadigd wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle
installaties en bedieningscomponenten, als-
mede van het functioneren ervan. In het bij-
zonder dient u te weten hoe u de motor in
geval van nood snel en veilig afzet!
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen
zijn getroffen en in de juiste positie zijn
gebracht!
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap te
zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De
uitlaatgassen bevatten koolmonoxyde, dat
zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt!
Voor het starten van de motor dienen alle
bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te
worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór de
Onkruidborstelgaan staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in combi-
natie met elektrische startkabels. Explo-
siegevaar!
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamhe-
den nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de On-
kruidborsteldie afstand van de machine in
acht, waartoe u door de stuurstang ge-
dwongen wordt, vooral bij het nemen van
bochten!
Het is niet toegestaan mee te rijden op
het werktuig tijdens de werkzaamheden
of tijdens het transport ervan.
De aftakasaandrijving uitschakelen voor
het transport.
Wanneer het aanbouwwerktuig vastzit
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend ge-
reedschap te worden schoongemaakt.
Als de Onkruidborstelbeschadigd wordt,
de motor onmiddellijk afzetten, en de scha-
de laten herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de On-
kruidborstelmeteen stoppen en de motor af-
zetten. Laat het defect direct repareren.
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt
verdient het aanbeveling, de machine met
een trekkabel of een trekstang vast te hou-
den, om te voorkomen dat de machine
wegschuift. De bestuurder moet zich heu-
velopwaarts van de machine bevinden en
dient voldoende afstand te houden tot de
werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Beëindigen van de werkzaamheden
Laat de Onkruidborstel nooit onbeheerd
achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de eenassige
tractor verlaat.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om
gebruik door onbevoegden te verhinderen.
Haal de contactsleutel uit het contact.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan bij afgezette motor en uitgeschakel-
de aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag al-
tijd veiligheidshandschoenen als u aanbouw-
werktuigen of onderdelen ervan vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en de-
monteren in de juiste positie en zorg ervoor
dat het werktuig niet kan wegkantelen.
De basismachine en aanbouwwerktuigen
tegen wegrollen beveiligen (blokkeerrem,
wielblokken).
Bij het aankoppelen van de werktuigen is
grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, Onkruidbor-
stelbeveiligen tegen wegrollen. Voorkom
gebruik door onbevoegden. Monteer even-
tueel de transport- of beschermingsinrich-
ting en zet deze in de veiligheidsstand.
Aanwijzingen, met betrekking tot het blok-
keren van de overdrives, die u in de hand-
leiding van de basismachine terugvindt in
acht nemen.
Onkruidborstel
Tijdens de werkzaamheden moet gelet
worden op de juiste regeling van de voor-
wielen.
Tijdens de werkzaamheden moeten de be-
schermingskappen naar beneden geklapt
zijn, om te beschermen tegen de draaien-
de borstels en wegslingerend materiaal.
De beschermkappen mogen uitsluitend bij
wijze van uitzondering omhoog worden
geklapt, wanneer bv. aan muren of trot-
toirbanden wordt gewerkt.
Indien de onkruidborstel gebruikt wordt
aan trottoirbanden enz. met omhoog ge-
klapte beschermkappen, kunnen door het
wegslingerend materiaal letsels worden
veroorzaakt. Daarom dient persoonlijke
beschermkledij en een veiligheidsbril te
worden gedragen!
Onderhoud en reiniging
Voer geen onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden uit terwijl de motor draait.
Bij werkzaamheden aan de motor, het
werktuig of de onkruidborstel altijd ook de
contactsleutel van de machine trekken.
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of
werktuigen aan slijtage onderhevig, dan
moeten deze regelmatig gecontroleerd en
eventueel vervangen worden!
Beschadigde werktuigen moeten vervan-
gen worden!
Gebruik bij het vervangen van de werktui-
gen passend gereedschap en veiligheids-
handschoenen.
Zorg ervoor dat de machine en de aan-
bouwwerktuigen schoon blijven, om
brandgevaar te vermijden.
De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet
bindend. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het
recht voor veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen.
Technische gegevens
Type: ........................................................................................ B 100
Artikel nr. onkruidborstel met gemengde borstels .............. 2594 843
Artikel nr. onkruidborstel met platte staalborstels .............. 2594 844
Werkbreedte (cm): ...................................................................... 100
Onkruidborstels aantal .................................................................... 2
Toerental aftakas: ..................................................... 825 - 900 1/min
Aandrijving: .......................... V-snaar, haakse kegelwieloverbrenging
Voorwielen: ................................................ Ø200x50 op kogellagers
Vloeibaar transmissievet SAE90GP steeds ong. ............... 0,3 kg
Gewicht: ................................................................................. 186 kg
Afmetingen (mm):
B (Werkbreedte) ........................................................................ 1000
b ................................................................................................ 1190
b1 (framebreedte) ....................................................................... 890
h .................................................................................................. 610
l ................................................................................................. 1045
1 Borstels
2 Voorwielen, in hoogte verstelbaar
3 Beschermkap links
4 Beschermkap rechts
5 Beschermkap vooraan
6 Afdekkap
7 Aansluitflens
8 Fabrieksplaatje
Slijtageonderdeln
(agria-bestelnr.): Platte staalborstel ........................................ 102 396
Gemengde borstel ........................................ 102 858
Beschermkap vooraan ................................. 102 834
Beschermkap zijkant .................................... 102 820
V-snaar SPA1180LP (originele lengte) ......... 102 833
V-snaar SPA1107LP (korte lengte) ............... 102 852
Afb. A
Moeren en schroeven regelmatig controleren
of ze vast zitten en eventueel aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden dienen de beschermingsin-
richtingen weer te worden aangebracht
en in oorspronkelijke positie te worden
teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma agria
vastgelegde technische eisen.
Stallen
Het parkeren van de basismachine met
Onkruidborstelin ruimtes met open ka-
chels is verboden.
Parkeer de eenassig tractor niet in geslo-
ten ruimtes wanneer zich nog brandstof
in de brandstoftank bevindt. Benzinedam-
pen zijn gevaarlijk.
Waarschuwingssymbolen
Tijdens werkzaamheden met de onkruid-
borstel dienen een veiligheidsbril, veiligheids-
handschoenen en stevige schoenen te wor-
den gedragen.
Niet werken zonder
beveiliging. De draaien-
de snaar niet aanraken.
Gevaar omwille van
wegslingerende delen
bij draaiende motor -
Veiligheidsafstand in
acht nemen.
De machineonderde-
len enkel aanraken wan-
neer ze volledig tot stil-
stand gekomen zijn.
Gevaar omwille van
draaiende werktuigen!
Veiligheidsafstand in
acht nemen.
Voor reinigings-, on-
derhouds- en reparatie-
werkzaamheden motor
afzetten en bougiekap
eruit trekken of de con-
tactsleutel eraf halen.
De onderhoudsintervallen zijn naargelang het onderdeel tussen 2 en 50 uur, of
1 jaar.
Voor het heffen, laden, vasthouden en vastsjorren, de bevestigings-
punten gebruiken voor een veilig transport.
Nooit onder hangende ladingen lopen of blijven staan. Levensgevaar!
1
2
4
5
6
3
7
1
2
8
b1
B
h
b
l
Handleiding- nr. 998 413-B 02.12
Lees eerst de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
6100
Onkruidborstel B 100
2594 843, -844
Handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding
2594 843 B100 Gemengde borstels
2594 844 B100 Platte staalborstels
998 413-B Type agria 2594 843, -844 Agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel.: +49 6298 39-0 • Fax: +49 6298 39-111 • E-Mail: [email protected] • Internet: www.agria.de 8
3.1 Aansluitflens
Monteren:
De buitendiameter van de elleboog met smeervet instrijken
Contramoeren (2) een beetje losdraaien
Nokschroeven (1) eruit draaien
Flens erin steken en tegelijkertijd een beetje aan de drijfas draaien tot de spievertanding kan
ingevoerd worden
Nokschroeven (1) tot de aanslag inschroeven, dan één omwenteling terugdraaien
Contramoeren (2) aanhalen
De aansluitflens kan ingesteld worden op:
Star:
Nokschroef onderaan ingevoerd tot ongeveer ter hoogte van de moer, contramoer aange-
bracht
Pendelstand: (Standaard positie):
Moer onderaan iets losdraaien, nokschroef ongeveer ter hoogte van de moer eruit schroeven
en de contramoer weer aanbrengen.
3.2 Aanbouw aan de basismachine
Het werktuig m.b.v. de steunpoot horizontaal stellen
Basismachine, bij de éénassige tractors, de stuurstang draaien voor frontale aan-
bouw.
Na het aankoppelen, de steunpoot volledig omhoog stellen.
3.3 Instelling van de borstelhoogte
De borstels kunnen met behulp van de lunspen en de dwarsboringen aan de as en borstel-
naaf gemonteerd worden, en dit in 3 verschillende hoogteposities:
1 nieuwe borstels bij krachtmachine met 10" banden
2 nieuwe borstels bij krachtmachine met 12" banden en afgesleten borstels bij 10" banden
3 afgesleten borstels bij 12" banden
W
Steeds veiligheidshandschoenen dragen wanneer aan de borstels gewerkt wordt!
3.4 Instelling van de drukkracht
Met de in de hoogte verstelbare voorwielen wordt de drukkracht van de borstels op het terrein
en de schuinstelling voor werken aan trottoirbanden geregeld.
De hoogteregeling gebeurt door het draaien aan de zwengel.
Instelling van de borstels voor terreinbewerking
De borstels dienen in de werkpositie voor het verwijderen van onkruid op terreinen ongeveer 2-
3 cm naar voren en naar onder te worden gebogen. Naarmate de borstels verslijten, dient de
borstelhoogte te worden geregeld zoals beschreven in hoofdstuk 3.3.
Bij werken op terreinen, de voorwielen naargelang de aard van het terrein naar voren draaien,
het werktuig ligt dan met het eigen gewicht op de borstels.
Instelling van de borstels voor trottoirbanden
Aan trottoirbanden moet het werktuig boven de voorwielen licht schuin gesteld worden.
Het voorwiel zodanig verlagen tot de borstel niet meer op de tegenoverliggende zone van
de trottoirband ligt
Het voorwiel zodanig omhoog draaien tot het werktuig in de trottoirbandzone op de bor-
stels ligt.
3.5 Beschermkappen
De beschermkappen moeten naar beneden geklapt zijn om te beschermen tegen de draaiende
borstels en wegslingerende deeltjes.
De beschermkappen mogen enkel in uitzonderlijke gevallen omhoog worden ge-
klapt, wanneer bv. langs muren of trottoirbanden wordt gewerkt.
W
Indien de onkruidborstel gebruikt wordt aan trottoirbanden enz. met omhoog geklap-
te beschermkappen, bestaat het gevaar van wegslingerende deeltjes. Daarom dient
persoonlijke beschermkledij en een veiligheidsbril te worden gedragen.
Bij nieuwe borstels, de beschermkappen aan de koppeling in de onderste gaten monte-
ren. Bij gedeeltelijk afgesleten borstels, de beschermkappen in de bovenste gaten monteren.
Omhoog klappen van de beschermkappen
l De veerklem eruit trekken, de beschermkap omhoog klappen en met de veerklem in de
twee gaten vastzetten.
Het naar beneden klappen van de beschermkappen gebeurt omgekeerd op dezelfde manier.
3.6 Borstelafstand
Door het verschuiven van de twee haakse overbrengingen samen met kortere V-snaren (102852),
kan men bij het werken op vlakken streepvorming vermijden die door de afgesleten borstels
veroorzaakt wordt.
l Het vervangen van de V-snaar en regeling van de haakse overbrenging gebeurt zoals bij de V-
snaarspanning è hoofdst. 5.2.
Gevarenbereik
5.1 Divers
Om de 50 bedrijfsuren controleren of alle bevestigingsschroeven, en vooral de
borstels zelf, goed vast zitten. Indien nodig vaster aandraaien.
5.2 Borstels en beschermkappen
Vóór elke ingebruikname, de borstels en de beschermkappen op be-
schadiging en slijtage controleren. Indien nodig vervangen!
Vervanging van de borstels: de voorwielen volledig omlaag stellen en met
de voorwielen op een kleine verhoging van ong. 15 cm (bv. een pallet) rijden
De lunspen aan de borstelnaven verwijderen en de borstels met borstelschij-
ven er naar onder uittrekken
De borstels van de borstelschijven demonteren
nieuwe borstels in omgekeerde volgorde volgens de afb. monteren en inbou-
wen – Let op de borstelhoogte hoofdst. 3.3
W
Steeds veiligheidshandschoenen dragen wanneer aan de borstels
gewerkt wordt!
5.3 Transmissie
Minstens om de 50 bedrijfsuren of jaarlijks het oliepeil controleren.
Daarvoor de beschermkap eraf nemen door aan weerskanten de
schroeven los te draaien.
Steeds controleren wanneer de machine nog warm is.
De sluitschroef en de omgeving ervan reinigen, zodat er geen vuil in de trans-
missie komt.
Het werktuig horizontaal stellen; de sluitschroef eraf nemen, - het oliepeil moet
zich ter hoogte van de sluitschroefopening bevinden. Indien nodig cardanolie bij-
vullen De sluitschroef er weer opzetten en vast draaien.
Olieverversing eerst na 50 bedrijfsuren, dan steeds na 500 bedrijfsuren
terwijl de machine nog warm is, de cardanolie door de sluitschroefopening
afzuigen en nieuwe cardanolie bijvullen. Oliegegevens hoofdst. 2
De sluitschroeven er weer opzetten en vast draaien.
= Vulopening = Afzuigopening
5.4 Aansluitflens
De aansluitflens één keer per jaar en na elke reiniging met een hogedrukrei-
niger met vet smeren.
De koppelmof na elke reiniging invetten.
5.5 Voorwielen
De fixeerbout voor de as minstens één keer per jaar reinigen en met wat vet
insmeren, vooral na een reiniging met een hogedrukreiniger
daarvoor de voorwielen volledig naar onder stellen tot de fixeerbout voor de as
vrij toegankelijk is.
5.6 V-snaar
De V-snaren minstens om de 50 bedrijfsuren controleren. Versleten of
beschadigde V-snaren vervangen; daarvoor de afdekkap eraf nemen.
De V-snaarspanning na de eerste 2 bedrijfsuren en dan minstens om de
50 bedrijfsuren controleren: De indrukdiepte van de V-snaar (duimdruk ong.
50 N) moet 5 -7 mm bedragen; indien nodig de V-snaar bijspannen
de moeren ong.1 draaiing losschroeven, de contramoeren aan de spil
losdraaien en vervolgens met de spil de V-snaar opspannen of losser zetten
De contramoeren aan de spil vastschroeven en de moeren vastzetten;
de afdekkap erop zetten en bevestigen.
Het vervangen van de V-snaar gebeurt zoals de V-snaarspanning.
Knelgevaar! De draaiende snaar niet aanraken.
Veiligheidshandschoenen dragen! .
Vóór elke ingebruikname, de afdekkap opnieuw aanbrengen.
5.7 Reiniging
Als de werken gedaan zijn, het werktuig met water afspuiten en de borstels met
biologisch afbreekbaar anticorrosiemiddel inspuiten, de laklaag herstellen.
4.3 Gevarenbereik
W
Tijdens het starten en de werking van de
Onkruidborstel dient men zich buiten
de gevarenzone te bevinden.
W
Controleer het functioneren van de veilig-
heidsschakeling - de machine enkel in ge-
bruik nemen wanneer de veiligheids-
schakeling werkt!
Gehoorbescherming gebruiken en altijd ste-
vige schoenen dragen.
De bestuurder moet goed aansluitende werk-
kleding dragen. Wijde kledingstukken dienen
vermeden te worden (b.v. sjaals).
Controleer het veld voor het begin met de werk-
zaamheden op stenen en andere voorwerpen
die de machine kunnen beschadigen.
Controleer vooraf de omgeving (kinderen).
Indien de onkruidborstel gebruikt wordt aan
trottoirbanden enz. met omhoog geklapte be-
schermkappen, bestaat het gevaar van wegslin-
gerende deeltjes. Daarom dient persoonlijke
beschermkledij en een veiligheidsbril te wor-
den gedragen.
Wanneer de machine moet worden schoonge-
maakt dient de motor om veiligheidsredenen
te worden afgezet en de bougiekap of te con-
tactsleutel te worden verwijderd.
W
Tijdens het werken aan de Onkruidborstel, de motor afzetten en de contactsleutel of de bougiekap
eruit trekken. Het reinigen dient niet met de hand, maar met een geschikt voorwerp te worden
uitgevoerd.
Veiligheidshandschoenen dragen!
Tijdens alle werkzaamheden erop letten dat de machine beveiligd is tegen onopzettelijk wegkantelen
of wegrollen. Het opgetilde toestel met geschikte steunelementen beveiligen!
50 h, J
5.2
5.3
5.6
5.4
5.1
50 h, J
50 h
3.1
1
2
2
1
afstand
min.
3 m
50 h
4.2 Werken
W
Vooraleer met de werkzaamheden te beginnen, nagaan of alle schroe-
ven vastzitten. Alle veiligheidsmaatregelen in de juiste positie brengen.
Aanwijzingen met betrekking tot het blokkeren van de overdrives, die u in
de handleiding van de basismachine terugvindt, in acht nemen.
Opgelet voor wegspringende deeltjes, vooral op stenige bodem.
Bij lopende motor afstand houden.
De aandrijving uitschakelen voor het transport.
Voor de eerste ingebruikname het oliepeil van de haakse overbrenging
controleren 5.3
Starten en werken
De aftakasaandrijving uitschakelen
motor starten Basismachine
bij handgeschakelde versnellingen de gepaste
rijsnelheid zetten
aftakasaandrijving inschakelen
eventueel ingeschakelde centrale rem openen
langzaam de koppeling inschakelen of de hy-
drostatische hendel in langzame versnelling zet-
ten en tegelijkertijd gas geven.
Stoppen
Basismachine
Rijrichting wijzigen
Basismachine
4.1 Beschrijving
De onkruidborstel in combinatie met een handbediende, éénassige aandrijfunit
is ontworpen om onkruid te verwijderen uit niet-watergebonden oppervlakken,
zoals geplaveide, betonnen of geasfalteerde oppervlakken evenals trottoirban-
den.
Het onkruid wordt verwijderd met be-
hulp van de draaiende staalborstels.
Met de in de hoogte verstelbare voor-
wielen wordt de drukkracht van de borstels
op het terrein en de schuinstelling van de
borstels voor bv. werken aan trottoirban-
den geregeld.
Schroef
Borstelschijven
Borstel
Ring
Borgmoer
5.5
50 N
7,5 mm
3. Beschrijving en bedieningselementen 4. Ingebruikname 5. Onderhoud en reparatie
I
0
0,8 - 3,5 km/h
1
2
3
1-2 cm
3.3
3.4
3.5
3.4
2-3 cm

Documenttranscriptie

2. Technische gegevens 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de machine in gebruik neemt en volg de instructies nauwkeurig op. Waarschuwingsteken Dit symbool treft u aan bij alle passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Breng ook andere gebruikers op de hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen. Lees ook de veiligheidstechnische aanwijzingen van de basismachine en neem deze in acht. Gebruik conform de bestemming Arbeids- en gevarenbereik De onkruidborstel in combinatie met een handbediende, éénassige aandrijfunit is ontworpen om onkruid te verwijderen uit niet-watergebonden oppervlakken, zoals geplaveide, betonnen of geasfalteerde oppervlakken. Ze is ontworpen voor een aftakas-invoertoerental van 825 tot 900 1/min en voor een aandrijfvermogen van 6 - 10 kW. De grootte van het perceel moet overeenkomen met de gebruikelijke grootten in de tuinbouw en landschapsarchitectuur. (Gebruik conform de bestemming) Iedere andere toepassing geldt als niet conform. Voor schade die door ondoelmatig gebruik veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Dit risico is geheel en al voor de gebruiker. De onkruidborstel is niet bedoeld om te worden gebruikt voor bv. watergebonden oppervlakten, weiden of aan een tweeassige trekker. De door de fabrikant voorgeschreven gebruiksvoorschriften, alsmede de voorschriften met betrekking tot controle, onderhoud en reparatie dienen in acht te worden genomen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door eigenhandige wijzigingen aan de machine. Algemene veiligheidsregels en voorschriften ter voorkoming van ongevallen Basisprincipe: De gebruiker dient zich te houden aan alle voorschriften ter voorkoming van ongevallen, alsmede aan de algemeen geldende regels wat betreft veiligheid, arbeidsgeneeskunde en wegverkeer. Bij gebruik van openbare wegen dienen de geldende verkeersbepalingen in acht te worden genomen. Controleer voor ingebruikname van de Onkruidborstelaltijd eerst de verkeers- en bedrijfsveiligheid. De Onkruidborstelmag slechts gebruikt, onderhouden en gerepareerd worden door personen die over de benodigde kennis beschikken en van de risico’s op de hoogte zijn. Personen beneden de 16 jaar mogen de machine niet bedienen! Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht. De bestuurder moet goed aansluitende werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden. Draag altijd stevige schoenen! De waarschuwings- en instructiebordjes op de machine geven belangrijke aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het belang van uw eigen veiligheid! Zet de motor af wanneer u de machine transporteert van en naar de werkplek. Blijf altijd op een veilige afstand van draaiende werktuigen! 998 413-B Voorzichtig met nalopende werktuigen. Wachten tot het werktuig helemaal stil staat! Bij machines die voortgedreven worden door vreemde krachten moet opgepast worden voor knel- en snijpunten! Het is niet toegestaan tijdens de werk-zaamheden mee te rijden op de machine. Aangebouwde werktuigen en ladingen hebben invloed op het rijdrag en het stuur- en remvermogen van de machine. Pas uw werksnelheid aan aan de omstandigheden. Instelling van het motortoerental niet veranderen. Een verhoogd toerental vergroot de kans op ongelukken. De gebruiker is op de werkplek tegenover derden verantwoordelijk. Blijf buiten het gevarenbereik van de machine. Controleer voor het starten en wegrijden de omgeving van de machine Let vooral op kinderen en dieren! Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt, dienen obstakels uit de weg te worden geruimd. Let ook tijdens de werkzaamheden op obstakels en haal ze tijdig weg. Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen dient de veiligheidsafstand tot de omheining in acht genomen te worden, zodat het werktuig niet beschadigd wordt. Bediening en veiligheidsmaatregelen Voor de werkzaamheden Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle installaties en bedieningscomponenten, alsmede van het functioneren ervan. In het bijzonder dient u te weten hoe u de motor in geval van nood snel en veilig afzet! Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie zijn gebracht! Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt, dient deze met een beschermingskap te zijn afgedekt. Starten Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxyde, dat zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt! Voor het starten van de motor dienen alle bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te worden gezet. Voor het starten van de motor niet vóór de Onkruidborstelgaan staan. Gebruik geen starthulpvloeistof in combinatie met elektrische startkabels. Explosiegevaar! Tijdens de werkzaamheden Tijdens de werkzaamheden mag de stuurstang nooit worden losgelaten. Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden nooit verstellen – ongevalsrisico! Neem bij alle werkzaamheden met de Onkruidborsteldie afstand van de machine in acht, waartoe u door de stuurstang gedwongen wordt, vooral bij het nemen van bochten! Het is niet toegestaan mee te rijden op het werktuig tijdens de werkzaamheden of tijdens het transport ervan. De aftakasaandrijving uitschakelen voor het transport. Wanneer het aanbouwwerktuig vastzit moet de motor worden afgezet en dient het aanbouwwerktuig met passend gereedschap te worden schoongemaakt. Als de Onkruidborstelbeschadigd wordt, de motor onmiddellijk afzetten, en de schade laten herstellen! Bij een defect aan de stuurinrchting de Onkruidborstelmeteen stoppen en de motor afzetten. Laat het defect direct repareren. Type agria 2594 843, -844 Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de machine met een trekkabel of een trekstang vast te houden, om te voorkomen dat de machine wegschuift. De bestuurder moet zich heuvelopwaarts van de machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de werktuigen! Werk indien mogelijk dwars op de helling! Beëindigen van de werkzaamheden Laat de Onkruidborstel nooit onbeheerd achter als de motor nog loopt. Zet de motor af voordat u de eenassige tractor verlaat. Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om gebruik door onbevoegden te verhinderen. Haal de contactsleutel uit het contact. Aanbouwwerktuigen Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend aan bij afgezette motor en uitgeschakelde aandrijving. Gebruik passend gereedschap en draag altijd veiligheidshandschoenen als u aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan vervangt. Breng de steunen bij het monteren en demonteren in de juiste positie en zorg ervoor dat het werktuig niet kan wegkantelen. De basismachine en aanbouwwerktuigen tegen wegrollen beveiligen (blokkeerrem, wielblokken). Bij het aankoppelen van de werktuigen is grote voorzichtigheid geboden. Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend aan de daarvoor bestemde inrichtingen, volgens de voorschriften. Indien u de werkplek verlaat, Onkruidborstelbeveiligen tegen wegrollen. Voorkom gebruik door onbevoegden. Monteer eventueel de transport- of beschermingsinrichting en zet deze in de veiligheidsstand. Aanwijzingen, met betrekking tot het blokkeren van de overdrives, die u in de handleiding van de basismachine terugvindt in acht nemen. Onkruidborstel Tijdens de werkzaamheden moet gelet worden op de juiste regeling van de voorwielen. Tijdens de werkzaamheden moeten de beschermingskappen naar beneden geklapt zijn, om te beschermen tegen de draaiende borstels en wegslingerend materiaal. Moeren en schroeven regelmatig controleren of ze vast zitten en eventueel aandraaien. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dienen de beschermingsinrichtingen weer te worden aangebracht en in oorspronkelijke positie te worden teruggebracht. Altijd originele agria-reserveonderdelen gebruiken. Andere reserveonderdelen moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en overeenkomen met de door de firma agria vastgelegde technische eisen. Stallen Parkeer de eenassig tractor niet in gesloten ruimtes wanneer zich nog brandstof in de brandstoftank bevindt. Benzinedampen zijn gevaarlijk. Waarschuwingssymbolen  Tijdens werkzaamheden met de onkruidborstel dienen een veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en stevige schoenen te worden gedragen.  Niet werken zonder beveiliging. De draaiende snaar niet aanraken.  Gevaar omwille van wegslingerende delen bij draaiende motor Veiligheidsafstand in acht nemen.  De machineonderdelen enkel aanraken wanneer ze volledig tot stilstand gekomen zijn.  Gevaar omwille van draaiende werktuigen! Veiligheidsafstand in acht nemen.  Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden motor afzetten en bougiekap eruit trekken of de contactsleutel eraf halen. Handleiding Type: ........................................................................................ B 100 Vertaling van het oorspronkeijke handleiding Artikel nr. onkruidborstel met gemengde borstels .............. 2594 843 Artikel nr. onkruidborstel met platte staalborstels .............. 2594 844 Onkruidborstel B 100 2594 843, -844 Werkbreedte (cm): ...................................................................... 100 Onkruidborstels aantal .................................................................... 2 Toerental aftakas: ..................................................... 825 - 900 1/min Aandrijving: .......................... V-snaar, haakse kegelwieloverbrenging Voorwielen: ................................................ Ø200x50 op kogellagers steeds ong. ............... 0,3 kg Gewicht: ................................................................................. 186 kg Afmetingen (mm): Gemengde borstels 2594 844 B100 Platte staalborstels b ................................................................................................ 1190 b1 (framebreedte) ....................................................................... 890 h .................................................................................................. 610 l ................................................................................................. 1045 b1 h 6100 B l  b Slijtageonderdeln Lees eerst de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt. Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op! Handleiding- nr. 998 413-B (agria-bestelnr.): 02.12 Platte staalborstel ........................................ 102 396 Gemengde borstel ........................................ 102 858 Beschermkap vooraan ................................. 102 834 Beschermkap zijkant .................................... 102 820 V-snaar SPA1180LP (originele lengte) ......... 102 833 V-snaar SPA1107LP (korte lengte) ............... 102 852 De onderhoudsintervallen zijn naargelang het onderdeel tussen 2 en 50 uur, of 1 jaar. De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet bindend. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het recht voor veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen. Voor het heffen, laden, vasthouden en vastsjorren, de bevestigingspunten gebruiken voor een veilig transport. Waarschuwingsteken. Vindt u bij passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Nooit onder hangende ladingen lopen of blijven staan. Levensgevaar! belangrijke informatie opgelet  8 zie handleiding 6 veiligheidshandschoenen dragen 4 draag altijd stevige schoenen 7 Onderhoud en reiniging Voer geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uit terwijl de motor draait. Bij werkzaamheden aan de motor, het werktuig of de onkruidborstel altijd ook de contactsleutel van de machine trekken. Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of werktuigen aan slijtage onderhevig, dan moeten deze regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen worden! Beschadigde werktuigen moeten vervangen worden! Gebruik bij het vervangen van de werktuigen passend gereedschap en veiligheidshandschoenen. Zorg ervoor dat de machine en de aanbouwwerktuigen schoon blijven, om brandgevaar te vermijden. 2594 843 B100 B (Werkbreedte) ........................................................................ 1000 Symbolen De beschermkappen mogen uitsluitend bij wijze van uitzondering omhoog worden geklapt, wanneer bv. aan muren of trottoirbanden wordt gewerkt. Indien de onkruidborstel gebruikt wordt aan trottoirbanden enz. met omhoog geklapte beschermkappen, kunnen door het wegslingerend materiaal letsels worden veroorzaakt. Daarom dient persoonlijke beschermkledij en een veiligheidsbril te worden gedragen! Technische gegevens Vloeibaar transmissievet SAE90GP Het parkeren van de basismachine met Onkruidborstelin ruimtes met open kachels is verboden. . veiligheidsbril dragen motor-start transmissieolie transmissieoliepeil koppeling aftakas parkeerrem smeerpunten Afb. A 1 2 3 4 5 6 7 8 2 Borstels Voorwielen, in hoogte verstelbaar Beschermkap links Beschermkap rechts Beschermkap vooraan Afdekkap Aansluitflens Fabrieksplaatje 1 2 5 1 3 Agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel.: +49 6298 39-0 • Fax: +49 6298 39-111 • E-Mail: [email protected] • Internet: www.agria.de 7 3. Beschrijving en bedieningselementen 3.1 1 4. Ingebruikname 3.1 Aansluitflens 4.1 Beschrijving Monteren: De onkruidborstel in combinatie met een handbediende, éénassige aandrijfunit is ontworpen om onkruid te verwijderen uit niet-watergebonden oppervlakken, zoals geplaveide, betonnen of geasfalteerde oppervlakken evenals trottoirbanden. De buitendiameter van de elleboog met smeervet instrijken  Contramoeren (2) een beetje losdraaien  Nokschroeven (1) eruit draaien  Flens erin steken en tegelijkertijd een beetje aan de drijfas draaien tot de spievertanding kan ingevoerd worden  Nokschroeven (1) tot de aanslag inschroeven, dan één omwenteling terugdraaien  Contramoeren (2) aanhalen De aansluitflens kan ingesteld worden op: 2 Het onkruid wordt verwijderd met behulp van de draaiende staalborstels. Met de in de hoogte verstelbare voorwielen wordt de drukkracht van de borstels op het terrein en de schuinstelling van de borstels voor bv. werken aan trottoirbanden geregeld. Star: Nokschroef onderaan ingevoerd tot ongeveer ter hoogte van de moer, contramoer aangebracht 2 1 Pendelstand: (Standaard positie): Moer onderaan iets losdraaien, nokschroef ongeveer ter hoogte van de moer eruit schroeven en de contramoer weer aanbrengen. 3.2 Aanbouw aan de basismachine Het werktuig m.b.v. de steunpoot  bouw. Basismachine, bij de éénassige tractors, de stuurstang draaien voor frontale aan- Na het aankoppelen, de steunpoot 3.3 horizontaal stellen volledig omhoog stellen. 3.3 Instelling van de borstelhoogte 1 2 3 De borstels kunnen met behulp van de lunspen en de dwarsboringen aan de as en borstelnaaf gemonteerd worden, en dit in 3 verschillende hoogteposities: 1 nieuwe borstels bij krachtmachine met 10" banden 2 nieuwe borstels bij krachtmachine met 12" banden en afgesleten borstels bij 10" banden 3 afgesleten borstels bij 12" banden W 3.4 Steeds veiligheidshandschoenen dragen wanneer aan de borstels gewerkt wordt!  De hoogteregeling gebeurt door het draaien aan de zwengel.   0   0,8 - 3,5 km/h  2-3 cm  I 1-2 cm 3.5 aan de koppeling in de onderste gaten monteBij nieuwe borstels, de beschermkappen ren. Bij gedeeltelijk afgesleten borstels, de beschermkappen in de bovenste gaten monteren. Omhoog klappen van de beschermkappen l De veerklem eruit trekken, de beschermkap omhoog klappen en met de veerklem in de twee gaten vastzetten. Het naar beneden klappen van de beschermkappen gebeurt omgekeerd op dezelfde manier. 3.6 Borstelafstand Door het verschuiven van de twee haakse overbrengingen samen met kortere V-snaren (102852), kan men bij het werken op vlakken streepvorming vermijden die door de afgesleten borstels veroorzaakt wordt. l Het vervangen van de V-snaar en regeling van de haakse overbrenging gebeurt zoals bij de Vsnaarspanning è hoofdst. 5.2. 998 413-B Type agria 2594 843, -844  en de beschermkappen schadiging en slijtage controleren. Indien nodig vervangen! Borstel De aftakasaandrijving uitschakelen Ring  motor starten  Basismachine Borgmoer  50 h, J  bij handgeschakelde versnellingen de gepaste 5.3  De lunspen aan de borstelnaven verwijderen en de borstels met borstelschijven er naar onder uittrekken  De borstels van de borstelschijven demonteren  nieuwe borstels in omgekeerde volgorde volgens de afb. monteren en inbouwen – Let op de borstelhoogte  hoofdst. 3.3 Steeds veiligheidshandschoenen dragen wanneer aan de borstels gewerkt wordt! 5.3 Transmissie Minstens om de 50 bedrijfsuren of jaarlijks het oliepeil controleren. Daarvoor de beschermkap eraf nemen door aan weerskanten de schroeven los te draaien.  Steeds controleren wanneer de machine nog warm is.  De sluitschroef en de omgeving ervan reinigen, zodat er geen vuil in de transmissie komt.  aftakasaandrijving inschakelen eventueel ingeschakelde centrale rem openen  langzaam de koppeling inschakelen of de hy-  Het werktuig horizontaal stellen; de sluitschroef eraf nemen, - het oliepeil moet zich ter hoogte van de sluitschroefopening bevinden. Indien nodig cardanolie bijvullen  De sluitschroef er weer opzetten en vast draaien. Olieverversing eerst na 50 bedrijfsuren, dan steeds na 500 bedrijfsuren drostatische hendel in langzame versnelling zetten en tegelijkertijd gas geven.  terwijl de machine nog warm is, de cardanolie door de sluitschroefopening afzuigen en nieuwe cardanolie bijvullen. Oliegegevens hoofdst. 2  De sluitschroeven er weer opzetten en vast draaien. = Vulopening = Afzuigopening Basismachine Rijrichting wijzigen 5.4 Aansluitflens Basismachine  4.3 Gevarenbereik W Tijdens het starten en de werking van de Onkruidborstel dient men zich buiten de gevarenzone te bevinden. W op be- W Schroef Starten en werken  afstand min. 3m  Vóór elke ingebruikname, de borstels de voorwielen op een kleine verhoging van ong. 15 cm (bv. een pallet) rijden Stoppen Gevarenbereik 5.2 Borstels en beschermkappen  Vervanging van de borstels: de voorwielen volledig omlaag stellen en met rijsnelheid zetten  Het voorwiel zodanig verlagen tot de borstel niet meer op de tegenoverliggende zone van de trottoirband ligt W Om de 50 bedrijfsuren controleren of alle bevestigingsschroeven, en vooral de borstels zelf, goed vast zitten. Indien nodig vaster aandraaien. Borstelschijven Aan trottoirbanden moet het werktuig boven de voorwielen licht schuin gesteld worden. Indien de onkruidborstel gebruikt wordt aan trottoirbanden enz. met omhoog geklapte beschermkappen, bestaat het gevaar van wegslingerende deeltjes. Daarom dient persoonlijke beschermkledij en een veiligheidsbril te worden gedragen. 5.1 Divers  50 h 5.2 Voor de eerste ingebruikname het oliepeil van de haakse overbrenging controleren 5.3 Instelling van de borstels voor trottoirbanden De beschermkappen mogen enkel in uitzonderlijke gevallen omhoog worden geklapt, wanneer bv. langs muren of trottoirbanden wordt gewerkt.  50 h, J De aandrijving uitschakelen voor het transport.  De beschermkappen moeten naar beneden geklapt zijn om te beschermen tegen de draaiende borstels en wegslingerende deeltjes. 5.1 Opgelet voor wegspringende deeltjes, vooral op stenige bodem. Bij lopende motor afstand houden. Bij werken op terreinen, de voorwielen naargelang de aard van het terrein naar voren draaien, het werktuig ligt dan met het eigen gewicht op de borstels. 3.5 Beschermkappen Tijdens alle werkzaamheden erop letten dat de machine beveiligd is tegen onopzettelijk wegkantelen of wegrollen. Het opgetilde toestel met geschikte steunelementen beveiligen! Aanwijzingen met betrekking tot het blokkeren van de overdrives, die u in de handleiding van de basismachine terugvindt, in acht nemen.  zodanig omhoog draaien tot het werktuig in de trottoirbandzone op de bor- Veiligheidshandschoenen dragen! Vooraleer met de werkzaamheden te beginnen, nagaan of alle schroeven vastzitten. Alle veiligheidsmaatregelen in de juiste positie brengen. De borstels dienen in de werkpositie voor het verwijderen van onkruid op terreinen ongeveer 23 cm naar voren en naar onder te worden gebogen. Naarmate de borstels verslijten, dient de borstelhoogte te worden geregeld zoals beschreven in hoofdstuk 3.3.  Het voorwiel stels ligt. Tijdens het werken aan de Onkruidborstel, de motor afzetten en de contactsleutel of de bougiekap eruit trekken. Het reinigen dient niet met de hand, maar met een geschikt voorwerp te worden uitgevoerd. W Instelling van de borstels voor terreinbewerking 3.4 W 4.2 Werken 3.4 Instelling van de drukkracht Met de in de hoogte verstelbare voorwielen wordt de drukkracht van de borstels op het terrein en de schuinstelling voor werken aan trottoirbanden geregeld. 5. Onderhoud en reparatie Controleer het functioneren van de veiligheidsschakeling - de machine enkel in gebruik nemen wanneer de veiligheidsschakeling werkt!  5.4 De koppelmof na elke reiniging invetten.   5.5 Voorwielen De fixeerbout voor de as minstens één keer per jaar reinigen en met wat vet insmeren, vooral na een reiniging met een hogedrukreiniger 5.5  daarvoor de voorwielen volledig naar onder stellen tot de fixeerbout voor de as vrij toegankelijk is. 5.6 V-snaar Gehoorbescherming gebruiken en altijd stevige schoenen dragen. De bestuurder moet goed aansluitende werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden (b.v. sjaals). Controleer het veld voor het begin met de werkzaamheden op stenen en andere voorwerpen die de machine kunnen beschadigen. De V-snaren minstens om de 50 bedrijfsuren controleren. Versleten of beschadigde V-snaren vervangen; daarvoor de afdekkap eraf nemen. De V-snaarspanning na de eerste 2 bedrijfsuren en dan minstens om de 50 bedrijfsuren controleren: De indrukdiepte van de V-snaar (duimdruk ong. 50 N) moet 5 -7 mm bedragen; indien nodig de V-snaar bijspannen 5.6  50 h  de moeren ong.1 draaiing losschroeven, de contramoeren aan de spil losdraaien en vervolgens met de spil de V-snaar opspannen of losser zetten  De contramoeren aan de spil vastschroeven en de moeren de afdekkap erop zetten en bevestigen. Controleer vooraf de omgeving (kinderen). Indien de onkruidborstel gebruikt wordt aan trottoirbanden enz. met omhoog geklapte beschermkappen, bestaat het gevaar van wegslingerende deeltjes. Daarom dient persoonlijke beschermkledij en een veiligheidsbril te worden gedragen. Wanneer de machine moet worden schoongemaakt dient de motor om veiligheidsredenen te worden afgezet en de bougiekap of te contactsleutel te worden verwijderd. De aansluitflens één keer per jaar en na elke reiniging met een hogedrukrei- niger met vet smeren. vastzetten; Het vervangen van de V-snaar gebeurt zoals de V-snaarspanning. Knelgevaar! De draaiende snaar niet aanraken. Veiligheidshandschoenen dragen! . Vóór elke ingebruikname, de afdekkap opnieuw aanbrengen. 50 N 7,5 mm 5.7 Reiniging Als de werken gedaan zijn, het werktuig met water afspuiten en de borstels met biologisch afbreekbaar anticorrosiemiddel inspuiten, de laklaag herstellen. Agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel.: +49 6298 39-0 • Fax: +49 6298 39-111 • E-Mail: [email protected] • Internet: www.agria.de 8
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Agria 2594 de handleiding

Type
de handleiding

Andere documenten