Agria 5994 de handleiding

Type
de handleiding
998 460 Type agria 5994 831, -832 Agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel. +49/(0)6298/39-0 • Fax +49/(0)6298/39-111 • e-mail: [email protected] • Internet: www.agria.de 7
Lees deze handleiding aandachtig door voor-
dat u de machine in gebruik neemt en volg
de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages die
betrekking hebben op uw veiligheid. Breng
ook andere gebruikers op de hoogte van deze
veiligheidsaanwijzingen.
Lees ook de veiligheidstechnische aan-
wijzingen van de basismachine en neem
deze in acht.
Gebruik conform de
bestemming
De onkruidborstel in combinatie met een
handbediende, éénassige aandrijfunit is ont-
worpen om onkruid te verwijderen uit niet-wa-
tergebonden oppervlakken, zoals geplaveide,
betonnen of geasfalteerde oppervlakken.
De grootte van het perceel moet overeenkomen
met de gebruikelijke grootten in de tuinbouw en
landschapsarchitectuur. (Gebruik conform de be-
stemming)
Iedere andere toepassing geldt als niet con-
form. Voor schade die door ondoelmatig ge-
bruik veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico is ge-
heel en al voor de gebruiker.
De onkruidborstel is niet bedoeld om te wor-
den gebruikt voor bv. watergebonden opperv-
lakten, weiden of aan een tweeassige trek-
ker.
De door de fabrikant voorgeschreven ge-
bruiksvoorschriften, alsmede de voorschrif-
ten met betrekking tot controle, onderhoud
en reparatie dienen in acht te worden geno-
men.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die ontstaat door eigen-
handige wijzigingen aan de machine.
Algemene veiligheidsregels
en voorschriften ter voorko-
ming van ongevallen
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan alle
voorschriften ter voorkoming van ongevallen,
alsmede aan de algemeen geldende regels
wat betreft veiligheid, arbeidsgeneeskunde
en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen de
geldende verkeersbepalingen in acht te wor-
den genomen.
Controleer voor ingebruikname van de On-
kruidborstelaltijd eerst de verkeers- en be-
drijfsveiligheid.
De Onkruidborstelmag slechts gebruikt, onder-
houden en gerepareerd worden door personen
die over de benodigde kennis beschikken en van
de risico’s op de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen de ma-
chine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht.
De bestuurder moet goed aansluitende werk-
kleding dragen. Wijde kledingstukken dienen
vermeden te worden. Draag altijd stevige
schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes op
de machine geven belangrijke aanwijzingen
voor veilig gebruik. Volg deze aanwijzingen
nauwkeurig op, in het belang van uw eigen
veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine trans-
porteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van draaien-
de werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen. Wach-
ten tot het werktuig helemaal stil staat!
Bij machines die voortgedreven worden door
vreemde krachten moet opgepast worden
voor knel- en snijpunten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-zaam-
heden mee te rijden op de machine.
Aangebouwde werktuigen en ladingen heb-
ben invloed op het rijdrag en het stuur- en
remvermogen van de machine. Pas uw werk-
snelheid aan aan de omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet veran-
deren. Een verhoogd toerental vergroot de
kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegenover
derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de machi-
ne.
Controleer voor het starten en wegrijden de
omgeving van de machine Let vooral op kin-
deren en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begonnen
wordt, dienen obstakels uit de weg te worden
geruimd. Let ook tijdens de werkzaamheden
op obstakels en haal ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen
dient de veiligheidsafstand tot de omheining
in acht genomen te worden, zodat het werk-
tuig niet beschadigd wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle
installaties en bedieningscomponenten, als-
mede van het functioneren ervan. In het bij-
zonder dient u te weten hoe u de motor in geval
van nood snel en veilig afzet!
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn
getroffen en in de juiste positie zijn gebracht!
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt, dient
deze met een beschermingskap te zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De
uitlaatgassen bevatten koolmonoxyde, dat
zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt!
Voor het starten van de motor dienen alle be-
dieningselementen in stand ‘neutraal’ te wor-
den gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór de
Onkruidborstelgaan staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in combina-
tie met elektrische startkabels. Explosiege-
vaar!
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de stuurs-
tang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden
nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de On-
kruidborsteldie afstand van de machine in
acht, waartoe u door de stuurstang gedwon-
gen wordt, vooral bij het nemen van boch-
ten!
Het is niet toegestaan mee te rijden op het
werktuig tijdens de werkzaamheden of tijdens
het transport ervan.
De aftakasaandrijving uitschakelen voor het
transport.
Wanneer het aanbouwwerktuig vastzit moet
de motor worden afgezet en dient het aan-
bouwwerktuig met passend gereedschap te
worden schoongemaakt.
Als de Onkruidborstelbeschadigd wordt, de
motor onmiddellijk afzetten, en de schade la-
ten herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de On-
kruidborstelmeteen stoppen en de motor af-
zetten. Laat het defect direct repareren.
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt ver-
dient het aanbeveling, de machine met een
trekkabel of een trekstang vast te houden, om
te voorkomen dat de machine wegschuift. De
bestuurder moet zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient voldoende afstand
te houden tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de Onkruidborstel nooit onbeheerd ach-
ter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de eenassige trac-
tor verlaat.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om ge-
bruik door onbevoegden te verhinderen. Haal
de contactsleutel uit het contact.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan bij afgezette motor en uitgeschakelde
aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag al-
tijd veiligheidshandschoenen als u aanbouw-
werktuigen of onderdelen ervan vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en de-
monteren in de juiste positie en zorg ervoor
dat het werktuig niet kan wegkantelen.
De basismachine en aanbouwwerktuigen te-
gen wegrollen beveiligen (blokkeerrem, wiel-
blokken).
Bij het aankoppelen van de werktuigen is gro-
te voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend aan
de daarvoor bestemde inrichtingen, volgens
de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, Onkruidbor-
stelbeveiligen tegen wegrollen. Voorkom ge-
bruik door onbevoegden. Monteer eventueel
de transport- of beschermingsinrichting en
zet deze in de veiligheidsstand.
Aanwijzingen, met betrekking tot het blokke-
ren van de overdrives, die u in de handlei-
ding van de basismachine terugvindt in acht
nemen.
Onkruidborstel
Tijdens de werkzaamheden moet gelet wor-
den op de juiste regeling van de voorwielen.
Tijdens de werkzaamheden moeten de be-
schermingskappen naar beneden geklapt
zijn, om te beschermen tegen de draaiende
borstels en wegslingerend materiaal.
De beschermkappen mogen uitsluitend bij
wijze van uitzondering omhoog worden ge-
klapt, wanneer bv. aan muren of trottoirban-
den wordt gewerkt.
Indien de onkruidborstel gebruikt wordt aan
trottoirbanden enz. met omhoog geklapte be-
schermkappen, kunnen door het wegslinge-
rend materiaal letsels worden veroorzaakt.
Daarom dient persoonlijke beschermkledij en
een veiligheidsbril te worden gedragen!
Onderhoud en reiniging
Voer geen onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden uit terwijl de motor draait.
Bij werkzaamheden aan de motor, het werk-
tuig of de onkruidborstel altijd ook de con-
tactsleutel van de machine trekken.
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of
werktuigen aan slijtage onderhevig, dan moe-
ten deze regelmatig gecontroleerd en even-
tueel vervangen worden!
Beschadigde werktuigen moeten vervangen
worden!
Gebruik bij het vervangen van de werktuigen
passend gereedschap en veiligheidshand-
schoenen.
Zorg ervoor dat de machine en de aanbouw-
werktuigen schoon blijven, om brandgevaar
te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig controleren
of ze vast zitten en eventueel aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden dienen de beschermingsinrich-
tingen weer te worden aangebracht en in
oorspronkelijke positie te worden terugge-
bracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen ge-
bruiken. Andere reserveonderdelen moeten
kwalitatief gelijkwaardig zijn en overeenko-
men met de door de firma agria vastgelegde
technische eisen.
Stallen
Het parkeren van de basismachine met On-
kruidborstelin ruimtes met open kachels is
verboden.
Parkeer de eenassig tractor niet in gesloten
ruimtes wanneer zich nog brandstof in de
brandstoftank bevindt. Benzinedampen zijn
gevaarlijk.
Waarschuwingssymbolen
l
Tijdens werkzaamhe-
den met de onkruidborstel
dienen een veiligheidsbril,
veiligheidshandschoenen
en stevige schoenen te
worden gedragen.
l
Niet werken zonder be-
veiliging. De draaiende
snaar niet aanraken.
l
Gevaar omwille van
weg-slingerende delen bij
draaiende motor - Veilig-
heidsafstand in acht ne-
men.
l
De machineonderdelen
enkel aanraken wanneer
ze volledig tot stilstand ge-
komen zijn.
l
Gevaar omwille van
draaiende werktuigen!
Veiligheidsafstand in acht
nemen.
l
Voor reinigings-, onder-
houds- en reparatiewerk-
zaamheden motor afzet-
ten en bougiekap eruit
trekken of de contactsleu-
tel eraf halen.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
2. Technische gegevens
.
Symbolen
Waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid.
belangrijke informatie
opgelet
è zie handleiding
veiligheidshandschoenen
dragen
draag altijd stevige schoenen
veiligheidsbril dragen
motor-start
koppeling
aftakas
parkeerrem
met smeervet smeren
aërosol
Technische gegevens
Type: ............................................................................................WK 70
Artikel nr. onkruidborstel met gemengde borstel ......................5594 831
Artikel nr. onkruidborstel met platte staalborstel.......................5994 832
Werkbreedte : ...............................................................................70 cm
Onkruidborstel............................................................................... 1 stuk
Toerental aftakas: ...........................................................550 - 650 1/min
........................................... (optimale toerental motor over 2500 1/min)
aandrijfvermogen .................................................................... 6 - 16 kW
Aandrijving:.................................................................................. V-snaar
Voorwiel (dubbel wiel): ....................2 stuk........... Ø160x40 met rollager
Gewicht: .........................................................................................81 kg
Afmetingen (mm): .......................... B (Werkbreedte) ...................... 700
.......................................................b .............................................. 860
.......................................................h .............................................. 655
.......................................................l.............................................. 1250
1 Borstel
2 Voorwiel (dubbel wiel),
d.m.v. zwengel in de
hoogte verstelbaar
3 Beschermkap, in de
hoogte verstelbaar
4 Beschermkap achteraan
5 Aansluitflens
6 Afdekkap
7 Fabrieksplaatje
8 Bevestigingsgat vooraan
9 Bevestigingsgat aan de
zijkant(wederzijds)
10 Steunvoet (wederzijds)
11 Stervormige handgreep
voor schuinstelling van
de borstels
Slijtageonderdeln (agria-bestelnr.): Gemengde borstel ...................................... 5594 931
Platte staalborstel ....................................... 5594 932
Beschermkap vooraan en zijkant .................. 103 513
Beschermkap achteraan ............................... 103 557
V-snaar ......................................................... 103 320
Afb. A
De onderhoudsintervallen zijn naargelang het onderdeel tussen 2 en 50 uur, of 1 jaar.
4
5
7
1
Eerste montage van de
borstels
Indien de borstel los werd meegeleverd:
volgens hoofdst. 5.2 monteren en volgens
hoofdst. 3.3 inbouwen.
2
6
3
8
9
10
11
Handleiding-nr. 998 460 10.14
Lees eerst de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
&
De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet bindend.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het recht voor
veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen.
6119a
5994 831 WK 70 Gemengde borstel
5994 832 WK 70 Platte staalborstel
1
2
3
Onkruidborstel WK 70
5994 831, -832
Handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding
998 460 Type agria 5994 831, -832 Agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel. +49/(0)6298/39-0 • Fax +49/(0)6298/39-111 • e-mail: [email protected] • Internet: www.agria.de 8
3.1 Aansluitflens
De montagetap en as een beetje invetten.
3.2
Koppeling aan de basismachine
l
De klemschroeven losdraaien, de steunvoeten naar onder stellen
tot de onkruidborstel horizontaal staat, de klemschroeven vastdraaien.
è
basismachine
l
Bij de éénassige tractor, de stuurstang draaien voor frontale aanbouw
l
De aftakasaandrijving uitschakelen
l
Na het aankoppelen, de steunpoten omhoog stellen
De gedemonteerde onkruidborstel steeds op de steunvoeten
stellen, zodat de borstel niet beschadigd geraakt.
Gevarenbereik
5.1 Divers
Om de 50 bedrijfsuren controleren of alle bevestigingsschroeven, en vooral de bor-
stels zelf, goed vast zitten. Indien nodig vaster aandraaien.
5.2 Borstels en beschermkappen
Œ Vóór elke ingebruikname, de borstels
en de beschermkappen op bescha-
diging en slijtage controleren. Indien nodig vervangen!
Vervanging van de borstels: het voorwiel volledig omlaag stellen en met het
voorwiel op een kleine verhoging van ong. 15 cm (bv. een pallet) rijden
l
De lunspen aan de borstelnaven verwijderen (èhoofdst. 3.3) en de borstel met
borstelschijven er naar onder uittrekken
l
De borstel van de borstelschijven demonteren
l
nieuwe borstel in omgekeerde volgorde volgens de afb. monteren en inbouwen –
Let op de borstelhoogte. èhoofdst. 3.3.
W
Steeds veiligheidshandschoenen dragen wanneer aan de borstels
gewerkt wordt!
5.3 Voorwiel
Œ De telescoopbuis: minstens 1 keer per jaar reinigen en invetten met Teflon
spray
l
Daarvoor het voorwiel volledig naar beneden plaatsen tot de telescoopbuis vrij
toegankelijk is.
De fixeerbout voor de as minstens één keer per jaar reinigen en met wat smeer-
vet insmeren, vooral na een reiniging met een hogedrukreiniger
l
Daarvoor de borgmoeren eraf schroeven, de wieldrager demonteren, de fixeer-
bout voor de as reinigen en invetten. Vervolgens de wieldrager met borgmoeren
opnieuw monteren – erop letten dat de wieldrager nog gemakkelijk kan draaien. De
borgmoeren moeten na drie keer losdraaien door nieuwe worden vervangen.
Ž Beide wiellagers: minstens 1 keer per jaar reinigen en met smeervet insmeren
l
Daarvoor de wielschroef demonteren, het wiellager met bv. dieselolie reinigen,
opnieuw met smeervet insmeren en de wielen opnieuw monteren zoals afgebeeld.
5.4 V-snaar
De V-snaren minstens om de 50 bedrijfsuren controleren. Versleten of beschadigde
V-snaren vervangen
ll
ll
l
Daarvoor de bevestigingsschroeven (8 stuks) van de afdekkap ong. 2 draaiingen
losschroeven en afdekkap eraf nemen.
De V-snaarspanning na de eerste 2 bedrijfsuren en dan minstens om de 50
bedrijfsuren controleren: De indrukdiepte van de V-snaar (duimdruk ong. 50 N) moet
5 -7 mm bedragen; indien nodig de V-snaar bijspannen
l
de moeren ong.1 draaiing losschroeven, de contramoeren aan de spil los-
draaien en vervolgens met de spil
de V-snaar opspannen of losser zetten
l
De contramoeren aan de spil vastschroeven en de moeren vastzetten; de
afdekkap
erop zetten en bevestigen.
Het vervangen van de V-snaar gebeurt zoals de V-snaarspanning.
Knelgevaar! De draaiende snaar niet aanraken.
Veiligheidshandschoenen dragen!
Vóór elke ingebruikname, de afdekkap opnieuw aanbrengen.
5.5 Reiniging
Als de werken gedaan zijn, het werktuig met water afspuiten en de borstel met
biologisch afbreekbaar anticorrosiemiddel inspuiten, de laklaag herstellen.
4.3 Gevarenbereik
W
Tijdens het starten en de werking van
de onkruidborstel dient men zich
buiten de gevarenzone te bevinden.
W
Controleer het functioneren van de
veiligheidsschakeling - de machine
enkel in gebruik nemen wanneer de
veiligheidsschakeling werkt!
Gehoorbescherming gebruiken en altijd ste-
vige schoenen dragen.
De bestuurder moet goed aansluitende werk-
kleding dragen. Wijde kledingstukken dienen
vermeden te worden (b.v. sjaals).
Controleer het veld voor het begin met de
werkzaamheden op stenen en andere voor-
werpen die de machine kunnen beschadi-
gen.
Controleer vooraf de omgeving (kinderen).
Indien de onkruidborstel gebruikt wordt aan
trottoirbanden enz. , bestaat het gevaar van
wegslingerende deeltjes. Daarom dient per-
soonlijke beschermkledij en een veiligheids-
bril te worden gedragen.
Wanneer de machine moet worden schoon-
gemaakt dient de motor om veiligheidsre-
denen te worden afgezet en de bougiekap of
te contactsleutel te worden verwijderd.
W
Tijdens het werken aan de Onkruidborstel, de motor afzetten en de
contactsleutel of de bougiekap eruit trekken. Het reinigen dient niet met
de hand, maar met een geschikt voorwerp te worden uitgevoerd.
Veiligheidshandschoenen dragen!
Tijdens alle werkzaamheden erop letten dat de machine beveiligd is tegen
onopzettelijk wegkantelen of wegrollen. Het opgetilde toestel met geschikte
steunelementen beveiligen!
3. Beschrijving en bedieningselementen 4. Ingebruikname 5. Onderhoud en reparatie
66
66
6 J
5.2
5.3
5.1
A,
66
66
6 50 h, J
ŒŒ
ŒŒ
Œ
A,
66
66
6 50 h
afstand
min.
3 m
4.2 Werken
W
Vooraleer met de werkzaamheden te beginnen, nagaan of alle
schroeven vastzitten. Alle veiligheidsmaatregelen in de juiste po-
sitie brengen.
Opgelet voor wegspringende deeltjes, vooral op stenige bodem.
Bij lopende motor afstand houden.
De aandrijving uitschakelen voor het transport.
Starten en werken
ŒDe aftakasaandrijving uitschakelen
motor starten
è
Basismachine
Ž bij handgeschakelde versnellingen de ge-
paste rijsnelheid zetten
aftakasaandrijving inschakelen
eventueel ingeschakelde centrale rem ope-
nen
langzaam de koppeling inschakelen of de
hydrostatische hendel in langzame versnelling
zetten en tegelijkertijd gas geven.
Stoppen
è
Basismachine
Rijrichting wijzigen
è Basismachine
4.1 Beschrijving
De onkruidborstel in combinatie met een handbediende, éénassige aan-
drijfunit is ontworpen om onkruid te verwijderen uit niet-watergebonden op-
pervlakken, zoals geplaveide, betonnen of geasfalteerde oppervlakken
evenals trottoirbanden.
Het onkruid wordt verwijderd met be-
hulp van de draaiende staalborstel.
Met de in de hoogte verstelbare voor-
wielen wordt de drukkracht van de bor-
stels op het terrein geregeld.
èhoofdstuk 3.4 Œ.
De schuinstelling van de borstel, voor bv.
trottoirbanden, wordt met de stervormige
handgreep geregeld. èhoofdstuk 3.4
Schroef
Borstelschijven
Borstel
Ring
Borgmoer
Œ
Ž
Onderhoudsinter-
vallen
66
66
6 = na bedrijfsuren ...
A = voor iedere ingebruikname
J = eens per jaar
Œ
Ž
è I
è 0
0,8 - 3,5 km/h
3.3 Instelling van de borstelhoogte
De borstel kan met behulp van de lunspen
en de dwarsboringen aan de as en bor-
stelnaaf gemonteerd worden, en dit in 3 verschillende hoogteposities:
1 nieuwe borstel
2 - 3 afgesleten borstel
W
Steeds veiligheidshandschoenen dragen wanneer aan de borstel
gewerkt wordt!
3.4 Instelling van de drukkracht
Met de in de hoogte verstelbare voorwiel wordt de drukkracht van de borstel op
het terrein en voor werken aan trottoirbanden geregeld.
l
De hoogteregeling gebeurt door het draaien aan de zwengel .
ŒŒ
ŒŒ
Œ Instelling van de borstels voor terreinbewerking
De borstel dient in de werkpositie voor het verwijderen van onkruid op terrei-
nen ongeveer 2-3 cm naar voren en naar onder te worden gebogen. Naarmate
de borstel verslijten, dient de borstelhoogte te worden geregeld zoals beschre-
ven in èhoofdstuk 3.3.
Bij werken op terreinen, de voorwiel naargelang de aard van het terrein naar
voren draaien, het werktuig ligt dan met het eigen gewicht op de borstel.
Instelling van de borstel voor trottoirbanden
Aan trottoirbanden kan enkel rechts van de rijrichting worden geborsteld.
Aan trottoirbanden moet het werktuig boven de borstelpendel naar rechts
onder geïnclineerd worden:
l
Het werktuig met het voorwiel licht omhoog stellen.
l
Door te draaien aan de stervormige handgreep , de borstel naar rechts
onder inclineren.
l
Het voorwiel zodanig verstellen tot het werktuig in de trottoirbandzone op
de borstels ligt, d.w.z. tot de gewenste drukkracht is bereikt.
3.5 Beschermkappen
Om te beschermen tegen de draaiende borstels en wegslingerende deel-
tjes, moet de beschermkap (vooraan en opzij) steeds met de onderkant
de grond raken.
De beschermkap moet bijgeregeld worden volgens de positie van de bor-
stels of volgens slijtage.
Omhoog klappen van de beschermkap
l
De klemschroeven ong. één draaiing opendraaien en de beschermkap
aan de grepen overeenkomstig verstellen. Vervolgens de klemschroeven
weer vastzetten.
Als de beschermkap zodanig versleten is, dat ze door de verstel-
mogelijkheid de bodem niet meer raakt, dient ze te worden vervangen.
3.6 Bevestigingspunten
Voor het afslepen, opbergen en vastsjorren voor een veilig transport dienen
verladingsriemen in de voorziene gaten (A8 und A9) te worden gehangen.
Controleer de bevestigingsgordel op beschadigingen, evt. vervangen.
Geen lastopnamemiddelen met scherpe kanten gebruiken (bv. scherpe ha-
ken, ogen enz.)!
Nooit onder hangende ladingen lopen of blijven staan. - Levensge-
vaar!
3.3
3.1
1
2
3
5.4
66
66
6 50 h (2 h)
50 N
5 - 7 mm
3.4
3.5
1-2 cm
Œ
3.6
2-3 cm
è O
3.2

Documenttranscriptie

1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de machine in gebruik neemt en volg de instructies nauwkeurig op. Waarschuwingsteken Dit symbool treft u aan bij alle passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Breng ook andere gebruikers op de hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen. Lees ook de veiligheidstechnische aanwijzingen van de basismachine en neem deze in acht. Gebruik conform de bestemming De onkruidborstel in combinatie met een handbediende, éénassige aandrijfunit is ontworpen om onkruid te verwijderen uit niet-watergebonden oppervlakken, zoals geplaveide, betonnen of geasfalteerde oppervlakken. De grootte van het perceel moet overeenkomen met de gebruikelijke grootten in de tuinbouw en landschapsarchitectuur. (Gebruik conform de bestemming) Iedere andere toepassing geldt als niet conform. Voor schade die door ondoelmatig gebruik veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Dit risico is geheel en al voor de gebruiker. De onkruidborstel is niet bedoeld om te worden gebruikt voor bv. watergebonden oppervlakten, weiden of aan een tweeassige trekker. De door de fabrikant voorgeschreven gebruiksvoorschriften, alsmede de voorschriften met betrekking tot controle, onderhoud en reparatie dienen in acht te worden genomen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door eigenhandige wijzigingen aan de machine. Algemene veiligheidsregels en voorschriften ter voorkoming van ongevallen Basisprincipe: De gebruiker dient zich te houden aan alle voorschriften ter voorkoming van ongevallen, alsmede aan de algemeen geldende regels wat betreft veiligheid, arbeidsgeneeskunde en wegverkeer. Bij gebruik van openbare wegen dienen de geldende verkeersbepalingen in acht te worden genomen. Controleer voor ingebruikname van de Onkruidborstelaltijd eerst de verkeers- en bedrijfsveiligheid. De Onkruidborstelmag slechts gebruikt, onderhouden en gerepareerd worden door personen die over de benodigde kennis beschikken en van de risico’s op de hoogte zijn. Personen beneden de 16 jaar mogen de machine niet bedienen! Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht. De bestuurder moet goed aansluitende werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden. Draag altijd stevige schoenen! De waarschuwings- en instructiebordjes op de machine geven belangrijke aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het belang van uw eigen veiligheid! Zet de motor af wanneer u de machine transporteert van en naar de werkplek. Blijf altijd op een veilige afstand van draaiende werktuigen! Voorzichtig met nalopende werktuigen. Wachten tot het werktuig helemaal stil staat! Bij machines die voortgedreven worden door 998 460 vreemde krachten moet opgepast worden voor knel- en snijpunten! Het is niet toegestaan tijdens de werk-zaamheden mee te rijden op de machine. Aangebouwde werktuigen en ladingen hebben invloed op het rijdrag en het stuur- en remvermogen van de machine. Pas uw werksnelheid aan aan de omstandigheden. Instelling van het motortoerental niet veranderen. Een verhoogd toerental vergroot de kans op ongelukken. Arbeids- en gevarenbereik De gebruiker is op de werkplek tegenover derden verantwoordelijk. Blijf buiten het gevarenbereik van de machine. Controleer voor het starten en wegrijden de omgeving van de machine Let vooral op kinderen en dieren! Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt, dienen obstakels uit de weg te worden geruimd. Let ook tijdens de werkzaamheden op obstakels en haal ze tijdig weg. Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen dient de veiligheidsafstand tot de omheining in acht genomen te worden, zodat het werktuig niet beschadigd wordt. Bediening en veiligheidsmaatregelen Voor de werkzaamheden Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle installaties en bedieningscomponenten, alsmede van het functioneren ervan. In het bijzonder dient u te weten hoe u de motor in geval van nood snel en veilig afzet! Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie zijn gebracht! Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt, dient deze met een beschermingskap te zijn afgedekt. Starten Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxyde, dat zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt! Voor het starten van de motor dienen alle bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te worden gezet. Voor het starten van de motor niet vóór de Onkruidborstelgaan staan. Gebruik geen starthulpvloeistof in combinatie met elektrische startkabels. Explosiegevaar! Tijdens de werkzaamheden Tijdens de werkzaamheden mag de stuurstang nooit worden losgelaten. Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden nooit verstellen – ongevalsrisico! Neem bij alle werkzaamheden met de Onkruidborsteldie afstand van de machine in acht, waartoe u door de stuurstang gedwongen wordt, vooral bij het nemen van bochten! Het is niet toegestaan mee te rijden op het werktuig tijdens de werkzaamheden of tijdens het transport ervan. De aftakasaandrijving uitschakelen voor het transport. Wanneer het aanbouwwerktuig vastzit moet de motor worden afgezet en dient het aanbouwwerktuig met passend gereedschap te worden schoongemaakt. Als de Onkruidborstelbeschadigd wordt, de motor onmiddellijk afzetten, en de schade laten herstellen! Bij een defect aan de stuurinrchting de Onkruidborstelmeteen stoppen en de motor afzetten. Laat het defect direct repareren. Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de machine met een trekkabel of een trekstang vast te houden, om te voorkomen dat de machine wegschuift. De Type agria 5994 831, -832 . 2. Technische gegevens bestuurder moet zich heuvelopwaarts van de machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de werktuigen! Werk indien mogelijk dwars op de helling! Beëindigen van de werkzaamheden Laat de Onkruidborstel nooit onbeheerd achter als de motor nog loopt. Zet de motor af voordat u de eenassige tractor verlaat. Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om gebruik door onbevoegden te verhinderen. Haal de contactsleutel uit het contact. Aanbouwwerktuigen Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend aan bij afgezette motor en uitgeschakelde aandrijving. Gebruik passend gereedschap en draag altijd veiligheidshandschoenen als u aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan vervangt. Breng de steunen bij het monteren en demonteren in de juiste positie en zorg ervoor dat het werktuig niet kan wegkantelen. De basismachine en aanbouwwerktuigen tegen wegrollen beveiligen (blokkeerrem, wielblokken). Bij het aankoppelen van de werktuigen is grote voorzichtigheid geboden. Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend aan de daarvoor bestemde inrichtingen, volgens de voorschriften. Indien u de werkplek verlaat, Onkruidborstelbeveiligen tegen wegrollen. Voorkom gebruik door onbevoegden. Monteer eventueel de transport- of beschermingsinrichting en zet deze in de veiligheidsstand. Aanwijzingen, met betrekking tot het blokkeren van de overdrives, die u in de handleiding van de basismachine terugvindt in acht nemen. bracht. Altijd originele agria-reserveonderdelen gebruiken. Andere reserveonderdelen moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en overeenkomen met de door de firma agria vastgelegde technische eisen. Stallen Het parkeren van de basismachine met Onkruidborstelin ruimtes met open kachels is verboden. Parkeer de eenassig tractor niet in gesloten ruimtes wanneer zich nog brandstof in de brandstoftank bevindt. Benzinedampen zijn gevaarlijk. Waarschuwingssymbolen l Tijdens werkzaamheden met de onkruidborstel dienen een veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en stevige schoenen te worden gedragen. l Niet werken zonder beveiliging. De draaiende snaar niet aanraken. l Gevaar omwille van weg-slingerende delen bij draaiende motor - Veiligheidsafstand in acht nemen. l De machineonderdelen enkel aanraken wanneer ze volledig tot stilstand gekomen zijn. l Gevaar omwille van draaiende werktuigen! Veiligheidsafstand in acht nemen. l Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden motor afzetten en bougiekap eruit trekken of de contactsleutel eraf halen. Onkruidborstel Tijdens de werkzaamheden moet gelet worden op de juiste regeling van de voorwielen. Tijdens de werkzaamheden moeten de beschermingskappen naar beneden geklapt zijn, om te beschermen tegen de draaiende borstels en wegslingerend materiaal. Symbolen Onderhoud en reiniging Voer geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uit terwijl de motor draait. Bij werkzaamheden aan de motor, het werktuig of de onkruidborstel altijd ook de contactsleutel van de machine trekken. Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of werktuigen aan slijtage onderhevig, dan moeten deze regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen worden! Beschadigde werktuigen moeten vervangen worden! Gebruik bij het vervangen van de werktuigen passend gereedschap en veiligheidshandschoenen. Zorg ervoor dat de machine en de aanbouwwerktuigen schoon blijven, om brandgevaar te vermijden. Moeren en schroeven regelmatig controleren of ze vast zitten en eventueel aandraaien. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dienen de beschermingsinrichtingen weer te worden aangebracht en in oorspronkelijke positie te worden terugge- Type: ............................................................................................ WK 70 Handleiding Artikel nr. onkruidborstel met gemengde borstel ...................... 5594 831 Vertaling van het oorspronkeijke handleiding Artikel nr. onkruidborstel met platte staalborstel ....................... 5994 832 Werkbreedte : ............................................................................... 70 cm Onkruidborstel ............................................................................... 1 stuk Toerental aftakas: ........................................................... 550 - 650 1/min ........................................... (optimale toerental motor over 2500 1/min) Onkruidborstel WK 70 5994 831, -832 aandrijfvermogen .................................................................... 6 - 16 kW Aandrijving: .................................................................................. V-snaar Voorwiel (dubbel wiel): .................... 2 stuk ........... Ø160x40 met rollager Gewicht: ......................................................................................... 81 kg Afmetingen (mm): .......................... B (Werkbreedte) ...................... 700 ....................................................... b .............................................. 860 ....................................................... h .............................................. 655 ....................................................... l .............................................. 1250 5994 831 WK 70 Gemengde borstel 5994 832 WK 70 Platte staalborstel Slijtageonderdeln (agria-bestelnr.): Gemengde borstel ...................................... 5594 931 Platte staalborstel ....................................... 5594 932 Beschermkap vooraan en zijkant .................. 103 513 Beschermkap achteraan ............................... 103 557 V-snaar ......................................................... 103 320 6119a & Lees eerst de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt. Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op! Handleiding-nr. 998 460 10.14 De onderhoudsintervallen zijn naargelang het onderdeel tussen 2 en 50 uur, of 1 jaar. Eerste montage van de borstels 1 2 3 Indien de borstel los werd meegeleverd: volgens hoofdst. 5.2 monteren en volgens hoofdst. 3.3 inbouwen. De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet bindend. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het recht voor veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen. Waarschuwingsteken. Vindt u bij passages die betrekking hebben op uw veiligheid. De beschermkappen mogen uitsluitend bij wijze van uitzondering omhoog worden geklapt, wanneer bv. aan muren of trottoirbanden wordt gewerkt. Indien de onkruidborstel gebruikt wordt aan trottoirbanden enz. met omhoog geklapte beschermkappen, kunnen door het wegslingerend materiaal letsels worden veroorzaakt. Daarom dient persoonlijke beschermkledij en een veiligheidsbril te worden gedragen! Technische gegevens belangrijke informatie Afb. A opgelet è zie handleiding veiligheidshandschoenen dragen draag altijd stevige schoenen veiligheidsbril dragen motor-start koppeling aftakas 6 8 1 Borstel 2 Voorwiel (dubbel wiel), d.m.v. zwengel in de hoogte verstelbaar 3 Beschermkap, in de hoogte verstelbaar 4 Beschermkap achteraan 5 Aansluitflens 6 Afdekkap 7 Fabrieksplaatje 8 Bevestigingsgat vooraan 9 Bevestigingsgat aan de zijkant(wederzijds) 10 Steunvoet (wederzijds) 11 Stervormige handgreep voor schuinstelling van de borstels 2 9 3 parkeerrem met smeervet smeren aërosol 7 5 4 10 11 1 Agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel. +49/(0)6298/39-0 • Fax +49/(0)6298/39-111 • e-mail: [email protected] • Internet: www.agria.de 7 3. Beschrijving en bedieningselementen 3.1 3.2 4. Ingebruikname 5. Onderhoud en reparatie 3.1 Aansluitflens 4.1 Beschrijving De montagetap en as een beetje invetten. De onkruidborstel in combinatie met een handbediende, éénassige aandrijfunit is ontworpen om onkruid te verwijderen uit niet-watergebonden oppervlakken, zoals geplaveide, betonnen of geasfalteerde oppervlakken evenals trottoirbanden. Het onkruid wordt verwijderd met behulp van de draaiende staalborstel. 3.2 Koppeling aan de basismachine l De klemschroeven losdraaien, de steunvoeten naar onder stellen tot de onkruidborstel horizontaal staat, de klemschroeven vastdraaien. è Met de in de hoogte verstelbare voorwielen wordt de drukkracht van de borstels op het terrein geregeld. èhoofdstuk 3.4 Œ. basismachine l Bij de éénassige tractor, de stuurstang draaien voor frontale aanbouw l De aftakasaandrijving uitschakelen è 3.3 O l Na het aankoppelen, de steunpoten omhoog stellen De gedemonteerde onkruidborstel steeds op de steunvoeten stellen, zodat de borstel niet beschadigd geraakt. 4.2 Werken 3.3 Instelling van de borstelhoogte en de dwarsboringen aan de as en borDe borstel kan met behulp van de lunspen stelnaaf gemonteerd worden, en dit in 3 verschillende hoogteposities: W 1 nieuwe borstel 1 2 3 Œ 3.4 Instelling van de drukkracht Met de in de hoogte verstelbare voorwiel wordt de drukkracht van de borstel op het terrein en voor werken aan trottoirbanden geregeld. 3.4 l De hoogteregeling gebeurt door het draaien aan de zwengel Œ Œ Instelling van de borstels voor terreinbewerking 2-3 cm è Bij werken op terreinen, de voorwiel naargelang de aard van het terrein naar voren draaien, het werktuig ligt dan met het eigen gewicht op de borstel. • Instelling van de borstel voor trottoirbanden 1-2 cm l Door te draaien aan de stervormige handgreep onder inclineren. 0 Starten en werken ŒDe aftakasaandrijving uitschakelen • motor starten • è 3.5 Beschermkappen Om te beschermen tegen de draaiende borstels en wegslingerende deeltjes, moet de beschermkap (vooraan en opzij) steeds met de onderkant de grond raken. De beschermkap moet bijgeregeld worden volgens de positie van de borstels of volgens slijtage. 3.5 Omhoog klappen van de beschermkap l De klemschroeven ong. één draaiing opendraaien en de beschermkap aan de grepen overeenkomstig verstellen. Vervolgens de klemschroeven weer vastzetten. Als de beschermkap zodanig versleten is, dat ze door de verstelmogelijkheid de bodem niet meer raakt, dient ze te worden vervangen. 3.6 Bevestigingspunten Voor het afslepen, opbergen en vastsjorren voor een veilig transport dienen verladingsriemen in de voorziene gaten (A8 und A9) te worden gehangen. 3.6 998 460 Controleer de bevestigingsgordel op beschadigingen, evt. vervangen. Geen lastopnamemiddelen met scherpe kanten gebruiken (bv. scherpe haken, ogen enz.)! Nooit onder hangende ladingen lopen of blijven staan. - Levensgevaar! Type agria 5994 831, -832 5.1 A, 6 50 h, J 5.1 Divers 5.2 A, 6 50 h Œ Om de 50 bedrijfsuren controleren of alle bevestigingsschroeven, en vooral de borstels zelf, goed vast zitten. Indien nodig vaster aandraaien. Œ Vóór elke ingebruikname, de borstels en de beschermkappen diging en slijtage controleren. Indien nodig vervangen! Ž bij handgeschakelde versnellingen de ge- • • aftakasaandrijving inschakelen •eventueel ingeschakelde centrale rem ope- paste rijsnelheid zetten 0,8 - 3,5 km/h è I • Borstel W Ring 5.3 6 J 5.3 Voorwiel Œ De telescoopbuis: minstens 1 keer per jaar reinigen en invetten met Teflon spray l Daarvoor het voorwiel volledig naar beneden plaatsen tot de telescoopbuis vrij toegankelijk is. Œ • De fixeerbout voor de as minstens één keer per jaar reinigen en met wat smeer• Stoppen Basismachine Rijrichting wijzigen è Basismachine Ž afstand min. 3m l Daarvoor de wielschroef demonteren, het wiellager met bv. dieselolie reinigen, opnieuw met smeervet insmeren en de wielen opnieuw monteren zoals afgebeeld. 4.3 Gevarenbereik W W vet insmeren, vooral na een reiniging met een hogedrukreiniger l Daarvoor de borgmoeren eraf schroeven, de wieldrager demonteren, de fixeerbout voor de as reinigen en invetten. Vervolgens de wieldrager met borgmoeren opnieuw monteren – erop letten dat de wieldrager nog gemakkelijk kan draaien. De borgmoeren moeten na drie keer losdraaien door nieuwe worden vervangen. Ž Beide wiellagers: minstens 1 keer per jaar reinigen en met smeervet insmeren 5.4 6 50 h (2 h) Gevarenbereik Steeds veiligheidshandschoenen dragen wanneer aan de borstels gewerkt wordt! Borgmoer hydrostatische hendel in langzame versnelling zetten en tegelijkertijd gas geven. è l De lunspen aan de borstelnaven verwijderen (èhoofdst. 3.3) en de borstel met borstelschijven er naar onder uittrekken l nieuwe borstel in omgekeerde volgorde volgens de afb. monteren en inbouwen – Let op de borstelhoogte. èhoofdst. 3.3. Borstelschijven ‘ langzaam de koppeling inschakelen of de ‘ voorwiel op een kleine verhoging van ong. 15 cm (bv. een pallet) rijden l De borstel van de borstelschijven demonteren Schroef nen • op bescha- • Vervanging van de borstels: het voorwiel volledig omlaag stellen en met het Basismachine Ž , de borstel naar rechts l Het voorwiel zodanig verstellen tot het werktuig in de trottoirbandzone op de borstels ligt, d.w.z. tot de gewenste drukkracht is bereikt. Veiligheidshandschoenen dragen! 5.2 Borstels en beschermkappen Aan trottoirbanden kan enkel rechts van de rijrichting worden geborsteld. Aan trottoirbanden moet het werktuig boven de borstelpendel naar rechts onder geïnclineerd worden: l Het werktuig met het voorwiel licht omhoog stellen. Tijdens het werken aan de Onkruidborstel, de motor afzetten en de contactsleutel of de bougiekap eruit trekken. Het reinigen dient niet met de hand, maar met een geschikt voorwerp te worden uitgevoerd. Tijdens alle werkzaamheden erop letten dat de machine beveiligd is tegen onopzettelijk wegkantelen of wegrollen. Het opgetilde toestel met geschikte steunelementen beveiligen! Vooraleer met de werkzaamheden te beginnen, nagaan of alle schroeven vastzitten. Alle veiligheidsmaatregelen in de juiste positie brengen. . De borstel dient in de werkpositie voor het verwijderen van onkruid op terreinen ongeveer 2-3 cm naar voren en naar onder te worden gebogen. Naarmate de borstel verslijten, dient de borstelhoogte te worden geregeld zoals beschreven in èhoofdstuk 3.3. • J = eens per jaar De aandrijving uitschakelen voor het transport. Steeds veiligheidshandschoenen dragen wanneer aan de borstel gewerkt wordt! W A = voor iedere ingebruikname Opgelet voor wegspringende deeltjes, vooral op stenige bodem. Bij lopende motor afstand houden. 2 - 3 afgesleten borstel W De schuinstelling van de borstel, voor bv. trottoirbanden, wordt met de stervormige handgreep geregeld. èhoofdstuk 3.4 • Onderhoudsintervallen 6 = na bedrijfsuren ... Tijdens het starten en de werking van de onkruidborstel dient men zich buiten de gevarenzone te bevinden. 5.4 V-snaar Controleer het functioneren van de veiligheidsschakeling - de machine enkel in gebruik nemen wanneer de veiligheidsschakeling werkt! De V-snaren minstens om de 50 bedrijfsuren controleren. Versleten of beschadigde V-snaren vervangen l Daarvoor de bevestigingsschroeven (8 stuks) van de afdekkap ong. 2 draaiingen losschroeven en afdekkap eraf nemen. Gehoorbescherming gebruiken en altijd stevige schoenen dragen. De bestuurder moet goed aansluitende werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden (b.v. sjaals). Controleer het veld voor het begin met de werkzaamheden op stenen en andere voorwerpen die de machine kunnen beschadigen. De V-snaarspanning na de eerste 2 bedrijfsuren en dan minstens om de 50 bedrijfsuren controleren: De indrukdiepte van de V-snaar (duimdruk ong. 50 N) moet 5 -7 mm bedragen; indien nodig de V-snaar bijspannen l de moeren ong.1 draaiing losschroeven, de contramoeren aan de spil losde V-snaar opspannen of losser zetten draaien en vervolgens met de spil 50 N 5 - 7 mm l De contramoeren aan de spil vastschroeven en de moeren erop zetten en bevestigen. afdekkap vastzetten; de Controleer vooraf de omgeving (kinderen). Indien de onkruidborstel gebruikt wordt aan trottoirbanden enz. , bestaat het gevaar van wegslingerende deeltjes. Daarom dient persoonlijke beschermkledij en een veiligheidsbril te worden gedragen. Wanneer de machine moet worden schoongemaakt dient de motor om veiligheidsredenen te worden afgezet en de bougiekap of te contactsleutel te worden verwijderd. Het vervangen van de V-snaar gebeurt zoals de V-snaarspanning. Knelgevaar! De draaiende snaar niet aanraken. Veiligheidshandschoenen dragen! Vóór elke ingebruikname, de afdekkap opnieuw aanbrengen. 5.5 Reiniging Als de werken gedaan zijn, het werktuig met water afspuiten en de borstel met biologisch afbreekbaar anticorrosiemiddel inspuiten, de laklaag herstellen. Agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel. +49/(0)6298/39-0 • Fax +49/(0)6298/39-111 • e-mail: [email protected] • Internet: www.agria.de 8
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

Agria 5994 de handleiding

Type
de handleiding

Andere documenten