4
Ingebruikname
Vóór de eerste ingebruikname
1. Verwijder de verpakking. Verwijder het deksel van de frituurpan. De frituurmand
bevindt zich in de frituurpan. Verwijder alle voorwerpen uit de frituurpan.
2. Reinig het deksel, de buitenzijde (8), de frituurmand (6) en de pan zoals onder
REINIGING beschreven staat.
Gebruiksaanwijzingen
1 . Verwijder regelmatig de in de olie achtergebleven restjes baksel (bijv. stukjes van de
frites.) Na 8 tot 10 maal gebruiken moet de olie vervangen worden.
2. Gebruik voor het frituren kwalitatief goede frituurolie. NOOIT vast vet gebruiken.
Vermijd het gebruik van margarine, olijfolie of boter. Deze vetsoorten zijn niet geschikt
voor de friteuse omdat zij reeds bij een lage temperatuur rook kunnen ontwikkelen. Ter
vermindering van het acrylamidegehalte in zetmeelhoudende levensmiddelen
(aardappels, graan) wordt aanbevolen, een temperatuur van 170 "C (eventueel 175 'C)
bij het frituren niet te overschrijden. Verder is het belangrijk de frituurtijd zo kort mogelijk
te houden en het te frituren product maximaal goudgeel te bakken.
3. Schuif eventueel het stuurelement (1) in de geleiding zodat dit vast zit.
4. Kies de geschikte frituurtemperatuur en houd daarbij rekening met de hoedanigheid
van het f rituurgoed. Als richtlijn geldt: voorgebakken voedingsmiddelen hebben een
hogere temperatuur nodig dan rauwe voedingsmiddelen.
5. Als de olie of het vet nog heet is, mag u de friteuse niet dragen of bewegen!
6. Strijk bij het frituren van deegachtige voedingsmiddelen het overtollige deeg eraf en
leg de stukken voorzichtig in de olie.
7. Let op dat de handgreep aan de frituurmand is ingeklikt. Maak de frituurmand niet te
vol; de olie kan overkoken.
8. Droog vochtige levensmiddelen eerst af met een doek. Let op: bij te vochtige
levensmiddelen (bijv.: sterk verijsde frites enz.) ontstaat een sterke schuimvorming
waardoor in het meest ongunstige geval de olie kan overlopen.
9. Trek na het gebruik van de friteuse de steker uit de contactdoos.
10. Wanneer u de friteuse per abuis eens zou inschakelen zonder dat zich olie daarin
bevindt, wordt automatisch de oververhittingsbeveiliging ingeschakeld. Het apparaat is
dan niet meer operationeel. Trek in dat geval de stekker uit de contactdoos.
11. Laat de frituurpan eerst volledig afkoelen voordat u op de rode "Restart'-knop (10) in
de kabeloprolling (9) op de achterzijde drukt om de f rituurpan opnieuw te gebruiken.
Bediening
1 . Overtuig u ervan dat de stroomtoevoer naar het apparaat onderbroken is en dat het
apparaat is uitgeschakeld.
2. Neem het deksel van de friteuse.
3. Verwijder de frituurmand en vul olie in de pan (maximaal 3,5 l). Het vulniveau moet
tussen de min- en max-markering liggen. Leg het deksel weer op de f riteuse.
4. Steek de stekker in een correct geïnstalleerde en geaarde contactdoos 230 V 150 Hz.
Het rode controlelampje (3) brandt. Draai de temperatuurregelaar (2) tot op de gewenste
temperatuur.
5. Beide controlelampjes branden nu. Wanneer de ingestelde temperatuur bereikt is,
dooft het groene controlelampje (4). Het rode controlelampje blijft branden en geeft aan
dat het apparaat op bedrijfstemperatuur is.
6. Verwijder het deksel en zet de frituurmand met het frituurgoed voorzichtig in het hete
vet.