Documenttranscriptie
ENGLISH
ENGLISH
This Electric bicycle manual is additional to the manual provided with your bicycle.
It treats those aspects in which the Electric bicycle differs from the non-electric bikes.
© 2012 Trek Bicycle Corporation. All rights reserved.
No texts, details, or illustrations from this Manual may be reproduced or distributed,
or become the subject of unauthorized use for commercial purposes. Additional manuals for using
the Electric bicycle may be ordered as separate items from Trek Bicycle.
Should you discover any errors, we would be grateful if you would bring them to our attention.
DEUTSCH
DEUTSCH
Diese Bedienungsanleitung für Elektro-Bikes ist als Ergänzung zur Bedienungsanleitung gedacht,
die Ihrem Fahrrad beiliegt. Sie behandelt sämtliche Punkte, in denen das Elektro-Bike sich von
einem Fahrrad ohne Elektromotor unterscheidet.
© 2012 Trek Bicycle Corporation behalt sich samtliche Rechte an dieser Bedienungsanleitung vor.
Weder Texte noch Auszüge daraus oder Illustrationen aus dieser Bedienungsanleitung dürfen
nachgedruckt oder anderweitig verbreitet oder in anderer, nicht autorisierter Form für kommerzielle
Zwecke verwendet werden. Bei Bedarf können weitere Bedienungsanleitungen für dieses
Elektro-Bike separat bei Trek Bicycle bestellt werden. Diese Bedienungsanleitung wurde vom
Hersteller nach bestem Wissen und Gewissen erstellt. (Technische) Irrtümer vorbehalten.
Sollten Sie dennoch Fehler bemerken, würden wir uns freuen, wenn Sie uns darüber unterrichteten.
NEDERLANDS
NEDERLANDS
Deze handleiding voor uw Elektrische fiets is een uitbreiding van de handleiding bij uw fiets.
Hierin staan de zaken beschreven die specifiek zijn voor de Elektrische fiets.
© 2012 Trek Bicycle Corporation. Alle rechten voorbehouden.
U mag geen teksten, details of illustraties uit deze handleiding dupliceren, wijzigen of anderszins
distribueren. Ze mogen ook niet zonder toestemming gebruikt worden voor commerciële
doeleinden. Extra exemplaren van deze handleiding kunt u bij Trek Bicycle bestellen.
Deze handleiding is met de uiterste zorg samengesteld. Mocht u fouten aantreffen, dan zouden wij
het zeer op prijs stellen als u ons daar op wijst.
FRANÇAIS
FRANÇAIS
Ce manuel de vélo électrique est un supplément au manuel fourni avec votre vélo électrique.
Il aborde les aspects du vélo électrique qui diffèrent des vélos classiques.
© 2012 Trek Bicycle Corporation se réserve tous les droits concernant ce manuel d’utilisation.
Toute reproduction et distribution des textes ainsi que les illustrations contenues dans ce manuel
sont formellement interdites. Il est également interdit de les utiliser sans autorisation pour un but
commercial. Des manuels d’utilisation pour ce vélo électrique peuvent être commandes
séparément auprès de Trek Bicycle. Ce manuel a été écrit par le fabricant, avec soin et la meilleure
connaissance disponible. Ceci n’exclut pas la possibilité d’erreurs ou d’omissions suite à des
modifications ultérieures de montages des vélos. Si vous deviez y découvrir des erreurs, nous vous
serions reconnaissants de nous les signaler.
3
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe elektrische fiets!
77
1. Quick start
78
1.1 BionX G2 Controller
1.2 RIDE+ Pro Controller
1.3 RIDE+ Easy Controller
1.4 RIDE+ Easy II Controller
1.5 Opladen
1.6 Accu onder de drager (RIDE+ R250, RIDE+R320)
1.7 Onderbuisaccu (RIDE+ C320, RIDE+ C420)
78
79
80
81
82
83
84
2. Beschrijving
85
3. 40 km/u ‘Snelle’ elektrische fiets
89
4. Gebruiksaanwijzing
90
2.1 Specifieke onderdelen voor de elektrische fiets
2.2 Ondersteuning/terugwinning
2.3 Bontrager Satellite Elite ForkLight
3.1 Wettelijke voorschriften
3.2 Uitrustingsverschillen
3.3 Gebruik
85
87
88
89
89
89
NEDERLANDS
4.1 BionX G2 controller
90
4.2 RIDE+ Pro controller
93
4.3 RIDE+ Easy Controller
96
4.4 RIDE+ Easy II Controller
98
4.5 Accu onder de drager (RIDE+ R250, RIDE+R320)
100
4.6 Onderbuisaccu (RIDE+ C320, RIDE+ C420)
101
4.7 Het laden van de accu
102
4.8 Accu-onderhoud
104
4.9 Gebruikssuggesties
104
4.10 Programmeren (alleen fietsen met de ‘BionX G2’ en ‘RIDE+ Pro’ controller) 105
5. Onderhoud van de RIDE+ fiets
106
6. Technische omschrijving
109
7. Probleemoplossing
110
8. Garantie
111
5.1 Schoonmaken
5.2 Verwijderen en monteren van wielen bij een fiets met achterwielmotor
5.3 Verwijderen en monteren van wielen bij een fiets met voorwielmotor
6.1 Fiets details
6.2 Accu
6.3 Minimale en maximale temperaturen voor de accu
6.4 Voeding
7.1 Rijproblemen
7.2 Laadproblemen
7.3 Display problemen
8.1 Naleving van regels
8.2 Beperkte garantie
76
106
106
107
109
109
109
109
110
110
110
111
111
Gefeliciteerd
Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe elektrische fiets!
Uw elektrische fiets is een fiets met elektrische trapondersteuning. Dit betekent dat de fiets werkt
als een normale fiets, maar dat deze u kan ondersteunen bij uw trapbeweging.
Het systeem zal u alleen ondersteunen tijdens het trappen. De hoeveelheid ondersteuning hangt af
van de kracht die wordt uitgeoefend op de pedalen.
Er zijn twee klassen RIDE+ fietsen: Pedelecs en snelle elektrische fietsen.
• Pedelecs ondersteunen tot een snelheid van 25 km/u. Deze klasse wordt beschouwd als ‘fiets’,
• Snelle elektrische fietsen ondersteunen ook op hogere snelheden. Deze fietsen behoren tot de
Europese voertuigcategorie L1e en de motorondersteuning mag tot 45 km/u gaan.
Deze handleiding behandelt de volgende typen fietsen, zowel ‘Pedelecs’ als ‘snelle
klasse’ met:
• Derailleur en Roller brakes,
• Derailleur en schijfrem of velgrem (Magura of V-brakes),
• Interne naafversnelling en Rollerbrakes,
• Interne naafversnelling en schijfrem of velgrem (Magura of V-brakes).
De RIDE+ fiets kent weinig verschillen ten opzichte van een niet-elektrische fiets.
De volgende onderdelen zijn kenmerkend voor de RIDE+ fiets
NEDERLANDS
• Een accu in de bagagedrager of op de onderbuis,
• Een motor in het voor- of achterwiel,
• Een controller die gemonteerd is op het stuur of op een klem in het midden van het stuur.
77
Quick
start
- BionX G2 Controller
1. Quick start
In deze handleiding vindt u meer uitleg over de
belangrijkste kenmerken van RIDE+ fietsen. We
raden u aan om de informatie die betrekking heeft
op uw fiets volledig door te lezen. Voor een snelle
uitleg over de werking van componenten op uw
RIDE+ fiets kunt u de informatie in de ‘Quick start’
doorlezen.
1.1 BionX G2 Controller
• Het systeem in- en uitschakelen
Druk kort op een van de twee bovenste knoppen om
het systeem in te schakelen. Het systeem staat nu in
de ‘fietsstand’ (geen ondersteuning). Druk kort op de
knop om het systeem uit te schakelen.
• Ondersteunings-/terugwinstanden
Voor ondersteuningsstand 1 drukt u eenmaal op de
‘+’ knop. Druk nogmaals voor meer ondersteuning.
Voor minder ondersteuning drukt u op de ‘-’ knop.
Terugwinstanden kunnen op dezelfde manier bediend
worden. Voor terugwinstand 1 drukt u eenmaal op de
‘-’ knop. Druk nogmaals voor meer terugwinning. Voor
minder terugwinning drukt u op de ‘+’ knop.
NEDERLANDS
Belangrijk. Het wordt sterk aangeraden om rechtuit
weg te rijden wanneer het systeem in een ondersteuningsstand staat. Selecteer nooit ondersteuningsstand 3
of 4 tijdens het wegrijden of manoeuvreren in een scherpe bocht. De krachtige reactie van de motor kan
ervoor zorgen dat u verrast wordt
• De verlichting in- en uitschakelen
Voor fietsen uitgerust met verlichting: Druk de
knop 2 seconden in voor het inschakelen van de
displayverlichting en, indien aanwezig, de voor- en
achterverlichting. Druk de
knop weer 2 seconden
in om de verlichting uit te schakelen.
• Van modus wisselen
Druk op de
knop om van modus te wisselen
(afstand, kilometerteller, chronometer, gemiddelde
snelheid, klok). Om verlies van ritinformatie te
voorkomen moet het systeem uitgeschakeld zijn
voordat u de controller van de fiets haalt.
• BionX remote gebruiken
Bij een aantal fietsmodellen is de controller op een klem in het midden van het
stuur gemonteerd. De bediening van de controller is in dit geval gemakkelijker
met een afstandsbediening (remote). Dit hulpmiddel kan gebruikt worden om een
hogere of lagere ondersteunings- of terugwinstand te selecteren zonder uw handen
van het stuur te halen.
78
RIDE+ Pro Controller - Quick
start
1.2 RIDE+ Pro Controller
• Het systeem in- en uitschakelen
Druk kort op een van de twee bovenste knoppen om
het systeem in te schakelen. Het systeem staat nu in
de ‘fietsstand’ (geen ondersteuning). Druk kort op de
knop om het systeem uit te schakelen
• Ondersteunings-/terugwinstanden
Voor ondersteuningsstand 1 drukt u eenmaal op de
‘+’ knop. Druk nogmaals voor meer ondersteuning.
Voor minder ondersteuning drukt u op de ‘-’ knop.
Terugwinstanden kunnen op dezelfde manier bediend
worden. Voor terugwinstand 1 drukt u eenmaal op de
‘-’ knop. Druk nogmaals voor meer terugwinning.
Voor minder terugwinning drukt u op de ‘+’ knop.
NEDERLANDS
Belangrijk. Het wordt sterk aangeraden om rechtuit weg te rijden wanneer het systeem in een
ondersteuningsstand staat. Selecteer nooit ondersteuningsstand 3 of 4 tijdens het wegrijden of manoeuvreren in
een scherpe bocht. De krachtige reactie van de motor kan ervoor zorgen dat u verrast wordt.
• De verlichting in- en uitschakelen
Druk de
knop 2 seconden in voor het inschakelen
van de displayverlichting en, indien aanwezig, de
voor- en achterverlichting. De tekst ‘Licht aan’ of ‘Licht
uit’ zal onderin de display verschijnen. Druk de
knop
weer 2 seconden in om de verlichting uit te schakelen.
• Van modus wisselen
Druk op
om van modus te wisselen (afstand,
kilometerteller, chronometer, gemiddelde snelheid,
klok). Om verlies van ritinformatie te voorkomen
moet het systeem uitgeschakeld zijn voordat u de
controller van de fiets haalt
• De RIDE+ Link
Bij fietsmodellen met een ‘RIDE+ Pro’ controller op een middenklem is de RIDE+ Link
geïnstalleerd op het stuur. Dit hulpmiddel kan gebruikt worden om een hogere of
lagere ondersteunings- of terugwinstand te selecteren zonder uw handen van het
stuur te halen.
79
Quick
start
- RIDE+ Easy Controller
1.3 RIDE+ Easy Controller
• Het systeem in- en uitschakelen
Om het systeem in te schakelen drukt u eenmaal kort op de zijknop.
Het systeem is nu actief en staat in de fietsstand (geen
ondersteuning). Om het systeem uit te schakelen drukt u kort op de
zijknop.
Om verlies van ritinformatie te voorkomen moet het systeem
uitgeschakeld zijn voordat u de controller van de fiets haalt.
Belangrijk. Het wordt sterk aangeraden om rechtuit weg te rijden wanneer het systeem in een
ondersteuningsstand staat. Selecteer nooit ondersteuningsstand 3 of 4 tijdens het wegrijden of
manoeuvreren in een scherpe bocht. De krachtige reactie van de motor kan ervoor zorgen dat u verrast wordt.
NEDERLANDS
•Ondersteuningsstand/(terugwinstand)
Voor ondersteuning drukt u op de ‘+’ (rechter) knop. Voor
ondersteuningsstand 1 drukt u eenmaal. Druk nogmaals voor
meer ondersteuning. Druk op de ‘-‘ (linker) knop om een stand
naar beneden te gaan. Terugwinstanden zijn niet standaard
geïnstalleerd op deze controller.
• De verlichting in- en uitschakelen
Druk de zijknop 2 seconden in voor het inschakelen van de
displayverlichting en, indien aanwezig, de voor- en achterverlichting. Druk de zijknop weer 2 seconden in om de verlichting
uit te schakelen.
80
RIDE+ Easy II Controller - Quick
start
1.4 RIDE+ Easy II Controller
• Het systeem in- en uitschakelen
Om het systeem in te schakelen drukt u eenmaal kort op de zijknop.
Het systeem is nu actief en staat in de fietsstand (geen ondersteuning). Om het systeem uit te schakelen drukt u weer kort op de
zijknop. Om verlies van ritinformatie te voorkomen moet het
systeem uitgeschakeld zijn voordat u de controller van de fiets
haalt.
Belangrijk. Het wordt sterk aangeraden om rechtuit weg te rijden wanneer het systeem in een
ondersteuningsstand staat. Selecteer nooit ondersteuningsstand 3 of 4 tijdens het wegrijden of manoeuvreren in
een scherpe bocht. De krachtige reactie van de motor kan ervoor zorgen dat u verrast wordt.
NEDERLANDS
• Ondersteuningsstand/(terugwinstand)
Voor ondersteuning drukt u op de ‘+’ (rechter) knop. Voor
ondersteuningsstand 1 drukt u eenmaal. Druk nogmaals voor meer
ondersteuning. Druk op de ‘-’ (linker) knop om een stand naar
beneden te gaan. Terugwinstanden zijn niet standaard
geïnstalleerd op deze controller.
• De verlichting in- en uitschakelen
Druk de zijknop 2 seconden in voor het inschakelen van de
displayverlichting en, indien aanwezig, de voor- en achterverlichting. Wanneer de verlichting is ingeschakeld verschijnt het
lichtsymbool
op de display. Druk de zijknop weer 2 seconden in
om de verlichting uit te schakelen.
• Totale afstand/ritafstand weergeven
De controller meet twee typen rij-informatie. Houd de ‘-’ knop
5 seconden ingedrukt om te wisselen tussen totaalafstand en de
ritafstand.
81
Quick
start
- Opladen
1.5 Opladen
Het laadproces is hetzelfde voor accu’s in de drager (39-cel en 30-cel) en accu’s die geplaatst zijn
op de onderbuis van de fiets (39-cel en 52-cel). Alle accu’s kunnen geladen worden met behulp van
een voeding, op de fiets of los van de fiets.
Attentie. Als de accu niet gebruikt wordt, laad de accu dan minstens 1x per 3 maanden op.
RIDE+ R250
RIDE+ R320
RIDE+ R320
RIDE+ C320 en RIDE+ C420
NEDERLANDS
• Het opladen van de accu
1. Zorg ervoor dat het systeem is uitgeschakeld.
2. Steek de stekker van de voeding in de laadpoort van de accu en verbind de voeding met een
stopcontact (100V-240V).
Waarschuwing. Vervang een beschadigde netkabel onmiddellijk
ter voorkoming van een elektrische schok.
3. De accu zal bij het starten van het laden een piepsignaal geven en de laadpoort zal oranje
kleuren. Wanneer de accu volledig geladen is, zal de laadpoort groen kleuren. Om het laden
te stoppen kunt u simpelweg de voeding en accu van elkaar loskoppelen.
GROEN/ORANJE
GROEN/ORANJE
GROEN/ORANJE
82
Accu
onder de drager
- Quick
start
1.6 Accu onder de drager (RIDE+ R250, RIDE+R320)
• De accu verwijderen
Steek de sleutel in het slot van de docking en draai deze rechtsom (stap 1, 2). Schuif de accu uit de
drager door deze naar achteren te trekken (stap 3,4). Vergeet niet om de sleutels uit het slot te
halen nadat u de accu verwijderd heeft.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
NEDERLANDS
• De accu terugplaatsen
Schuif de accu met de aansluitzijde eerst in de achterdrager (stap 1). Schuif de accu helemaal naar
voren en duw iets krachtiger aan het einde wanneer de aansluiting gemaakt wordt met de docking
(stap 2, 3). Vergrendel de accu op zijn plaats door de sleutel te draaien en neem de sleutel uit het
slot (stap 4).
83
Quick
start
- Onderbuisaccu
1.7 Onderbuisaccu (RIDE+ C320, RIDE+ C420)
• De accu verwijderen
Steek de sleutel in het slot van de accu en draai deze rechtsom (stap 1, 2). De hendel van de accu
springt nu omhoog. U kunt de sleutel uit het slot halen en de accu afnemen door de hendel van de
accu omhoog te trekken (parallel aan de onderbuis). De accu laat nu los van de rail (stap 3).
Wanneer de accu niet op de fiets gemonteerd is, gebruik dan altijd het bijgeleverde afdekkapje om
het elektrische systeem te beschermen tegen water.
1.
2.
3.
4.
5.
NEDERLANDS
Contacten aan de onderzijde van de onderbuis
• De accu terugplaatsen
Plaats de accu vlak boven de onderbuis (met enige ruimte tussen de zitbuis en de onderkant van de
accu) (stap 1). Schuif nu de accu op de rail (stap 2). Gebruik de hendel om de accu voorzichtig te
laten zakken, zodat de aansluitingen een goede verbinding maken (stap 3). Druk het slot van de
accu in wanneer deze in de goede positie zit (stap 3, 4). Rij niet op de fiets met het slot open.
84
1.
2.
3.
4.
Beschrijving
2. Beschrijving
1
3
4
3
5
4
5
1
2
2
2.1 Specifieke onderdelen voor de elektrische fiets
Er zijn meerdere modellen RIDE+ fietsen, die uitgerust zijn met verschillende onderdelen. U kunt hieronder
vinden welke onderdelen voor uw fiets van toepassing zijn. Op de afbeelding van de fiets kunt u de plaats
van de accu (1), de motor (2), de controller (3), de remschakelaar (4) en de bedrading (5) vinden.
•Accu
Er zijn vier typen accu voor RIDE+ fietsen
1.‘RIDE+ R250 accu’, bevat 30 Li-Mn (Lithium-Ion) cellen, 4.8 Ah, 250 Wh.
2.‘RIDE+ R320 accu’, bevat 39 Li-Mn (Lithium-Ion) cellen, 6.6 Ah, 320 Wh.
3.’RIDE+ C320 accu’, bevat 39 Li-Mn (Lithium-Ion) cellen, 6.6 Ah, 320 Wh
4.‘RIDE+ C420 accu’, bevat 52 Li-Mn (Lithium-Ion) cellen, 8.8 Ah, 420 Wh
2
3
4
NEDERLANDS
2
1
• Motor
1. 250W ‘RIDE+ motor’ ingebouwd in het achterwiel, derailleur en Rollerbrakes.
2. 250W ‘RIDE+ motor’ ingebouwd in het achterwiel, derailleur en schijfrem of velgrem (Magura of
V-brakes).
3. Lichtgewicht 250W ‘RIDE+ SL motor’ ingebouwd in het achterwiel, derailleur en Rollerbrakes.
4. Lichtgewicht 250W ‘RIDE+ SL motor’ ingebouwd in het achterwiel, derailleur en schijfrem of
velgrem (Magura of V-brakes).
5. 250W ‘RIDE+ motor’, ingebouwd in het voorwiel, naafversnelling en Rollerbrakes.
6. 250W ‘RIDE+ motor’, ingebouwd in het voorwiel, naafversnelling en schijfrem of velgrem
(Magura of V-brakes).
1
2
3
4
5
6
85
Beschrijving
• Controllers
1. BionX G2 controller. De functies zijn de volgende: aan/uit, vier ondersteuningsstanden,
vier terugwinstanden en verlichting aan/uit. De controller functioneert ook als fietscomputer.
Deze geeft fietssnelheid, ritafstand en acculading weer.
2.RIDE+ Pro controller. De functies zijn de volgende: aan/uit, vier ondersteuningsstanden,
vier terugwinstanden en verlichting aan/uit. De controller functioneert ook als fietscomputer.
Deze geeft o.a. fietssnelheid, ritafstand en acculading weer. Alle informatie
kan worden weergegeven in vier verschillende talen (zie paragraaf ‘Programmeren’).
3.RIDE+ Easy Controller. De functies zijn de volgende: aan/uit, vier ondersteuningsstanden
en verlichting aan/uit.
4.RIDE+ Easy II Controller. De functies zijn de volgende: aan/uit, vier ondersteuningsstanden,
verlichting aan/uit, ritafstand en totale afstand.
1
2
3
4
NEDERLANDS
• Remschakelaar
1. De rechter remhendel van kabelbediende remmen onderbreekt de stroom naar de motor en
schakelt de motor naar ’terugwinnen’ op het moment dat de achterrem ingeknepen wordt.
2.Op fietsen met hydraulische remmen (Magura) is deze schakelaar ook geplaatst in de rechter
remhendel. Op enkele modellen is deze (soortgelijke) schakelaar geplaatst in de hydraulische
remleiding (schijfrem).
1
2
• Bedrading
De bedrading verbindt controller, remschakelaar, accu en motor. Zij loopt door het frame en is met
de accu verbonden door middel van de ‘docking station’ in de bagagedrager.
86
Ondersteuning –
terugwinning
2.2 Ondersteuning /terugwinning
De RIDE+ systemen met de BionX ‘G2’ controller, de ‘RIDE+ Pro’ controller, de ‘RIDE+ Easy’
controller en de ‘RIDE+ Easy II’ controller hebben vier ondersteuningsstanden. Als u kiest voor
ondersteuning, drijft de motor het voor- of achterwiel aan en maakt zo het fietsen lichter.
Systemen met de BionX ‘G2’ controller en ‘RIDE+ Pro’ controller hebben bovendien vier
terugwinstanden. Op systemen met de ‘RIDE+ Easy’ controller en ‘RIDE+ Easy II’ controller kan
deze optie worden geactiveerd door de dealer. Als u een terugwinstand selecteert, wordt de
elektromotor als dynamo geschakeld en wekt hij stroom op voor het laden van de accu. Dit heeft
een remmende werking op het motorwiel. De fiets schakelt ook naar terugwinnen als er geremd
wordt met de achterrem. Tijdens afdalingen kan de snelheid zo gedeeltelijk worden gereguleerd.
LET OP. Terugwinstanden zijn geen vervanging voor het gebruik van de remmen (om de snelheid
te reguleren of om te stoppen).
De onderstaande tabellen geven een indicatie van de inspanning die gecompenseerd wordt in de
verschillende ondersteunings- en terugwinstanden.
De werkelijke percentages hangen echter af van de softwareinstellingen van de fiets.
Ondersteuningsstand
Inspanningscompensatie
met accu R320,
C320 en C420
Inspanningscompensatie
met accu R250
1
25%
25%
Vlakke weg
2
50%
50%
Stijging, tegenwind
3
100%
80%
Hellingen,
sterke tegenwind
4
200%
150%
Zeer steile hellingen
Remmen
Situatie
Terugwinnen
Tijdens remmen
Situatie
Ondersteuningsstand
Inspanningscompensatie
met accu R320,
C320 en C420s
Inspanningscompensatie
met accu R250
Terugwinnen
-1
-25%
-25%
Terugwinnen
Daling, wind mee
-2
-50%
-50%
Terugwinnen
Helling af,
sterke wind mee
-3
-100%
-100%
Terugwinnen
Afdaling
-4
-200%
-200%
Terugwinnen
Steile afdaling
NEDERLANDS
Terugwinnen
87
Bontrager Satellite Elite ForkLight*
2.3 Bontrager Satellite Elite ForkLight*
De Bontrager Satellite Elite ForkLight bestaat in een RIDE+ en een
niet-RIDE+ uitvoering. De RIDE+ uitvoering kan bediend worden via de
controller op het stuur. De accu levert de energie voor de verlichting.
De beide lichtbundels werken altijd tegelijkertijd.
NEDERLANDS
C
*Modelafhankelijk
88
• Afstellen lichtbundels
De hoogte van de lichtbundels
kunt u afstellen met behulp van
de knop “C” (aan beide zijden
van de vork). U kunt beide
lampen onafhankelijk instellen.
Met een kruisschroevendraaier
stelt u de lichtbundel hoger of
lager. Het beste lichtbeeld wordt
gecreëerd door de lichtbundels
op dezelfde hoogte af te stellen.
40
3. 40 km/u ‘Snelle’ elektrische fiets*
km/u
‘Snelle’ elektrische
fiets
De ’40 km/u snelle elektrische fiets’ is een elektrische fiets die niet tot 25 km/u maar tot
40 km/u ondersteunt. Deze hogere limiet maakt hem de ideale fiets voor mensen die sneller dan
25 km/u willen rijden. Uiteraard is de maximaal te behalen snelheid voornamelijk afhankelijk van
hoe hard u zelf trapt.
*Opmerking. Deze fietsen zijn alleen toegestaan in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.
3.1 Wettelijke voorschriften
In wettelijk opzicht is de ’40 km/u snelle elektrische fiets’ niet langer een fiets maar een
snorfiets. Hij heeft dan ook typegoedkeuring.
Voor deze fietsen is een aansprakelijkheidsverzekering (WA-verzekering) verplicht.
In de meeste landen is het dragen van een helm niet verplicht. We raden u echter sterk aan om altijd
een helm te dragen voor uw eigen veiligheid.
Daar deze fietsen voor de wet snorfietsen (bromfietsen klasse A) zijn, zijn ze voorzien van een
gashendel. Met behulp van deze gashendel kunt u tot 20 km/u rijden zonder te trappen.
Tot 20 km/u functioneert uw fiets dus als een ‘snorfiets’ in plaats van als een Pedelec.
Boven 20 km/u ondersteunt de motor het trappen tot 40 km/u.
Belangrijk. Het maximum vermogen van de motor is 250 W. Uw 40 km/u ‘snelle’ elektrische
fiets is een fiets. Daarom raden wij het af hem als snorfiets, dus zonder te trappen, te berijden. Als u
alleen op de motor rijdt, wordt het bereik sterk beperkt.
3.2 Uitrustingsverschillen
NEDERLANDS
De technische uitrusting van deze 40 km/u fietsen is bijna gelijk aan die van de Pedelecs.
De volgende onderdelen zijn anders:
• de achteruitkijkspiegel;
• de verzekeringsplaathouder;
• de gashendel aan de controller;
• extra reflectoren;
• enigszins andere remgrepen;
• het typegoedkeuringsplaatje op het frame.
Deze uitrusting is onderdeel van de typegoedkeuring. Het is daarom niet toegestaan de
onderdelen te vervangen door niet goedgekeurde. Dit geldt ook voor stuur, banden, zadelpen,
koplamp, achterlicht, standaard en controller.
3.3 Gebruik
Het fietsen gaat hetzelfde als bij een Pedelec, behalve dat de ondersteuning niet stopt bij
25 km/u maar bij 40 km/u.
Rijd bewust. Andere weggebruikers verwachten mogelijk niet dat een fiets zo snel rijdt.
Het maximale bereik op één acculading hangt sterk af van uw rijstijl. Door de hogere snelheden die
u kunt bereiken kan het bereik iets kleiner zijn dan dat van Pedelec fietsen, die een maximum
ondersteuningssnelheid hebben van 25 km/u.
.
89
Gebruiksaanwijzing
4. Gebruiksaanwijzing
Er zijn vier typen controllers: BionX ‘G2’, ‘RIDE+ Pro’, ‘RIDE+ Easy’ en ‘RIDE+ Easy II’.
Alle vier typen worden hierna beschreven.
9
2
1
8
3
7
4
6
5
4.1 BionX G2 controller
1• Snelheidsindicator 2• Huidige ondersteuningsstand 3• Aan/‘+’ knop 4• ‘-’ Knop 5• Ritafstand-,
Totaalafstand, Gemiddelde snelheid, Tijdsaanduiding 6• Accustatus 7• Modusselectieknop
8• Aan/Uit knop, Verlichting Aan/Uit
9• Huidige terugwinstand
• Systeem in- en uitschakelen
Druk kort op één van de twee bovenste knoppen om het
systeem in te schakelen. De accu piept vier keer, het systeem
voert een korte zelfcontrole uit (op de display weergegeven als
een aftelprocedure in het snelheidsveld) en het systeem wordt
geactiveerd (ingeschakeld). Zodra het systeem is ingeschakeld,
wordt de display weergegeven en verschijnt elke functie naast
de overeenkomstige knop.
NEDERLANDS
Als u het systeem wilt uitschakelen, drukt u kort op de
knop.
De accu piept vijf keer. Rijden met het systeem ingeschakeld op
stand 0 is hetzelfde als rijden met het systeem uitgeschakeld.
Als de fiets wordt achtergelaten met het systeem ingeschakeld,
wordt dit automatisch uitgeschakeld na ongeveer 10 minuten.
• De positie van de knoppen wijzigen
De aan/uit-knop
en de modusselectieknop
bevinden zich
normaal aan de rechterkant en de ‘+’ en ‘-’ knoppen aan de linkerkant.
De functies van de knoppen, rechts en links, kunnen worden
verwisseld. De code voor deze functie is 2009. Meer informatie
hierover kan gevonden worden in de paragraaf ‘Programmeren’.
• De ondersteuningsstand wijzigen
De ‘G2’-controller biedt vier ondersteuningsstanden en vier
terugwinstanden. De smalle balk onder de ondersteunings-balken
toont de hoeveelheid energie die de motor verbruikt.
Als het systeem op ondersteuning is ingesteld, drijft de elektrische
motor het voor- of achterwiel aan en ondersteunt zo de
trapbewegingen van de berijder.
90
Gebruiksaanwijzing
Voor trapondersteuning drukt u op de ‘+’ knop. Voor ondersteuningsstand 1 drukt u eenmaal op
de ‘+’ knop. Druk nogmaals op deze knop voor meer ondersteuning. Voor minder trapondersteuning
drukt u op de ‘-’ knop. Om van welke ondersteuningsstand dan ook over te schakelen naar de eerste
terugwinstand, houdt u de ‘-’ knop ingedrukt. Als het fietspictogram op de display wordt
weergegeven, biedt de motor geen ondersteuning.
Belangrijk. Het wordt sterk aangeraden om rechtuit weg te rijden wanneer het systeem in een
ondersteuningsstand staat. Selecteer nooit ondersteuningsstand 3 of 4 tijdens het wegrijden of manoeuvreren
in een scherpe bocht. De krachtige reactie van de motor kan ervoor zorgen dat u verrast wordt.
1
2
3
4
NEDERLANDS
• De terugwinstand wijzigen
Als het systeem op de regeneratie(terugwin-)modus is ingesteld, wordt de motor gebruikt als dynamo en
wekt hij elektriciteit op. Op deze manier kan de berijder energie terugwinnen om de accu op te laden.
De smalle balk onder de terugwinbalken toont de hoeveelheid energie die de motor levert. In de
terugwinmodus kan ook energie worden teruggewonnen tijdens een afdaling.
Tijdens een afdaling kan de snelheid worden aangepast met behulp van de juiste terugwinstand.
Voor meer terugwinning drukt u op de ‘-’ knop. Voor terugwinstand 1 drukt u eenmaal op deze
knop. Druk nogmaals op deze knop voor meer terugwinning. Voor minder terugwinning drukt u op
de ‘+’ knop. Om van welke terugwinstand dan ook over te schakelen naar de eerste
1
2
3
4
ondersteuningsstand, houdt u de ‘+’ knop ingedrukt.
Wanneer de remhendel van de achterrem wordt bediend, schakelt het systeem altijd naar
terugwinnen. De pijl en ‘G’ zullen verschijnen op de display.
91
Gebruiksaanwijzing
• Van modus wisselen (zie afstand, kilometerteller, chronometer, gemiddelde snelheid, klok)
Onder aan de display ziet u de afstand, kilometerteller, chronometer en gemiddelde snelheid. Druk op de
knop om van modus te wisselen. Om de afstand, kilometerteller of gemiddelde snelheid terug te zetten
op nul, houdt u de
knop 2 seconden ingedrukt.
• De verlichting in- en uitschakelen
Druk de
knop 2 seconden in voor het inschakelen van de
displayverlichting en, indien aanwezig, de voor- en achterverlichting. De verlichting blijft branden wanneer u stilstaat.
Zelfs als de accustatus ‘leeg’ aanduidt, is er toch nog voldoende energie over om de verlichting ongeveer
twee uur te laten branden. Als de accu volledig leeg is, wordt de verlichting door het systeem van energie
voorzien, omdat dit automatisch overschakelt naar de terugwinmodus. Druk de
knop weer
2 seconden in om de verlichting uit te schakelen.
• De ‘G2’-controller verwijderen en terugplaatsen
Als u de ‘G2’-controller van de fiets wilt verwijderen, drukt u op
de clip aan de achterkant van de docking en schuift u de controller
eraf (naar achteren). Als u de ‘G2’-controller op het stuur wilt
installeren, lijnt u de controller uit met de docking en schuift u
de controller naar voren tot deze vastklikt. Zorg ervoor dat u het
systeem uitschakelt voordat u de controller van de fiets haalt om
verlies van ritinformatie te voorkomen.
• Onbedoelde verwijdering van de controller uit de docking
Als de controller van de docking wordt verwijderd terwijl het systeem actief (ingeschakeld) is, biedt het
systeem geen ondersteuning meer, zelfs als de controller terug op de docking wordt geplaatst.
Kies nu de juiste ondersteuningsstand om de volledige werking van het systeem
opnieuw te activeren.
NEDERLANDS
• De BionX remote gebruiken
De meeste RIDE+ fietsen met de BionX G2 controller gemonteerd op de
middenklem zijn voorzien (of kunnen voorzien worden) van de BionX remote
(afstandsbediening).
Dit hulpmiddel kan gebruikt worden om een hogere of lagere ondersteuningsof terugwinstand te selecteren zonder uw handen van het stuur te halen.
1
2
3
1• ‘+’ knop Een hogere ondersteuningsstand (of een lagere terugwinstand)
2• ‘-‘ knop Een lagere ondersteuningsstand (of een hogere terugwinstand)
3• Duwknop Voor normale elektrische fietsen: loopondersteuning tot 4 km/u (trappen niet nodig)
Voor snelle elektrische fietsen: ondersteuning tot 20 km/u (trappen niet nodig)
De duwhulp op de BionX remote is een handig hulpmiddel om de fiets zonder te trappen voort te
bewegen (tot 4 km/u) als u naast de fiets loopt.
Waarschuwing. Pas op voor onbedoeld gebruik van de duwhulp als het systeem aan staat.
• Installatie van de BionX remote
Om de BionX remote met het systeem te verbinden steekt u de connector van de remote in de
ontvanger van de controller docking. Steek daarna de connector van de remhendelschakelaar in de
ontvanger van de remote.
92
Gebruiksaanwijzing
10
1
2
9
3
8
4
5
4.2 RIDE+ Pro controller
7
6
1• Snelheidsindicator 2• Accustatus 3• ‘+’ Knop 4• ‘-’ Knop 5• Ritafstand-, Totaalafstand,
Gemiddelde snelheid, Tijdsaanduiding 6• Huidige ondersteuningsstand 7• Huidige terugwinstand
8• Modusselectieknop
9• Aan/Uit
knop 10• Verlichting Aan/Uit
• Systeem in- en uitschakelen
Druk kort op één van de twee bovenste knoppen om het systeem in
te schakelen. De accu piept vier keer, het systeem voert een korte
zelfcontrole uit (op de display weergegeven als een aftelprocedure in
het snelheidsveld) en het systeem wordt geactiveerd (ingeschakeld).
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt de display weergegeven en
verschijnt elke functie naast de overeenkomstige knop.
Om het systeem uit te schakelen, drukt u kort op de
knop.
De accu piept vijf keer. Rijden met het systeem ingeschakeld op
stand 0 is hetzelfde als rijden met het systeem uitgeschakeld.
Als de fiets wordt achtergelaten met het systeem ingeschakeld,
wordt dit automatisch uitgeschakeld na ongeveer 10 minuten.
NEDERLANDS
• De positie van de knoppen wijzigen
De
knop en de modusselectieknop
bevinden zich normaal
aan de rechterkant en de knoppen ‘+’ en ‘-’ aan de linkerkant.
De functies van de knoppen, rechts en links, kunnen worden verwisseld.
De code voor deze functie is 2009. Meer informatie hierover kan
gevonden worden in de paragraaf ‘Programmeren’.
• De ondersteuningsstand wijzigen
Als het systeem op ondersteuning is ingesteld, drijft de elektrische motor het voor- of achterwiel
aan en ondersteunt zo de trapbewegingen van de berijder. De ondersteuningsstand wordt
weergegeven door de pijltjes onderin de display.
Belangrijk. Het wordt sterk aangeraden om rechtuit weg te rijden wanneer het systeem in een
ondersteuningsstand staat. Selecteer nooit ondersteuningsstand 3 of 4 tijdens het wegrijden of manoeuvreren
in een scherpe bocht. De krachtige reactie van de motor kan ervoor zorgen dat u verrast wordt.
Voor trapondersteuning drukt u op de ‘+’ knop. Voor ondersteuningsstand 1 drukt
u eenmaal op de ‘+’ knop. Druk nogmaals op deze knop voor meer ondersteuning.
Voor minder trapondersteuning drukt u op de ‘-’ knop. Om van welke
ondersteuningsstand dan ook over te schakelen naar de eerste terugwinstand,
houdt u de ‘-’ knop ingedrukt.
93
Gebruiksaanwijzing
1
2
3
4
•De terugwinstand wijzigen
Als het systeem op de terugwinmodus is ingesteld, wordt de motor gebruikt als dynamo en wekt hij
elektriciteit op. Op deze manier kan de berijder energie terugwinnen om de accu op te laden.
Tijdens een afdaling kan in de terugwinmodus ook energie worden teruggewonnen en kan de snelheid
worden gereguleerd met behulp van de juiste terugwinstand. Voor terugwinstand 1 drukt u eenmaal op de
‘-’ knop. Druk nogmaals op deze knop voor meer terugwinning. Voor minder terugwinning drukt u op de
‘+’ knop. Om van welke terugwinstand dan ook over te schakelen naar de eerste ondersteuningsstand,
houdt u de ‘+’ knop ingedrukt.
Wanneer de remhendel van de achterrem wordt bediend, schakelt het systeem altijd naar
terugwinnen. De pijl en ‘G’ zullen verschijnen op de display.
1
2
3
4
NEDERLANDS
• Van modus wisselen (zie afstand, kilometerteller, chronometer, gemiddelde snelheid, klok)
Rechtsonder in de display ziet u de afstand, kilometerteller,
chronometer en gemiddelde snelheid.
Druk op de
knop om van modus te wisselen. Om de afstand,
kilometerteller of gemiddelde snelheid terug te zetten op nul, houdt
u de
knop 2 seconden ingedrukt.
• De verlichting in- en uitschakelen
Druk de ,
knop 2 seconden in voor het inschakelen van de
displayverlichting en, indien aanwezig, de voor- en achterverlichting.
De tekst ‘Licht aan’ of ‘Licht uit’ zal verschijnen onderin de display.
De verlichting blijft branden wanneer u stilstaat. Zelfs als de accustatus
‘leeg’ aanduidt, is er nog voldoende energie om de verlichting ongeveer
twee uur te laten branden. Als de accu volledig leeg is, wordt de verlichting door het systeem van energie
voorzien, omdat dit automatisch overschakelt naar de terugwinnigsmodus. Druk de ,
knop weer
2 seconden in om de verlichting uit te schakelen.
94
Gebruiksaanwijzing
• De taalselectie van de controller wijzigen
De RIDE+ Pro controller heeft de mogelijkheid om de taal van de display te wijzigen.
Zie de paragraaf ‘Programmeren’ voor uitleg.
• Aanpassing van het contrast van de display
Houd de
knop ingedrukt en druk vervolgens op de ‘+’ of ‘-’ knop om het contrast van de display
aan te passen.
• De RIDE+ Pro-controller verwijderen en terugplaatsen
Als u de ‘RIDE+ Pro’-controller van de fiets wilt verwijderen drukt u op de clip aan de achterkant
van de docking en schuift de controller eraf. Als u de RIDE+ Pro-controller wilt installeren, lijnt u de
controller uit met de docking en schuift u de controller naar voren tot deze vastklikt. Zorg ervoor
dat u het systeem uitschakelt voordat u de controller van de fiets haalt om verlies van ritinformatie
te voorkomen.
• Onbedoelde verwijdering van de controller uit de docking
Als de controller van de docking wordt verwijderd terwijl het systeem actief (ingeschakeld) is, biedt
het systeem geen ondersteuning meer, zelfs als de controller op de docking
1
wordt teruggeplaatst. Selecteer nu de gewenste ondersteuningsstand om het
2
systeem opnieuw te activeren.
• De RIDE+ Link gebruiken
De meeste fietsen met de RIDE+ Pro controller zijn voorzien (of kunnen
worden voorzien) van de RIDE+ Link.
3
4
1• ‘ , ‘ knop
2• ‘+’ knop
3• ‘-‘ knop
4• Duwknop
NEDERLANDS
Dit hulpmiddel kan gebruikt worden om een hogere of lagere ondersteuningsof terugwinstand te selecteren zonder uw handen van het stuur te halen.
Verlichting in-/uitschakelen
Een hogere ondersteuningsstand (of een lagere terugwinstand)
Een lagere ondersteuningsstand (of een hogere terugwinstand)
Voor normale elektrische fietsen: loopondersteuning tot 4 km/u (trappen niet nodig)
Voor snelle elektrische fietsen: ondersteuning tot 20 km/u (trappen niet nodig)
De duwhulp op de RIDE+ Link is een handig hulpmiddel om de fiets zonder te trappen voort te
bewegen (tot 4 km/u) als u naast de fiets loopt.
Waarschuwing. Pas op voor onbedoeld gebruik van de duwhulp als het systeem aan staat.
95
Gebruiksaanwijzing
2
1
6
3
5
4
4.3 RIDE+ Easy Controller
1• Accustatus 2• Verlichtingsindicator (Aan of Uit) 3• Zijknop (Aan/Uit), Verlichting (Aan/Uit)
4• ‘+’ (rechter) Knop 5• ‘-‘ (linker) Knop 6• Ondersteuningsstand/(terugwinstand)
• Systeem in- en uitschakelen
Om het systeem in te schakelen drukt u kort op de zijknop.
De accu piept viermaal en het systeem voert een korte zelfcontrole uit.
Dit wordt weergegeven door een ‘opbouw’ van de display: de contouren
van een fiets verschijnt eerst, daarna de accustatus. Het systeem is nu
actief en staat in de fietsstand (geen ondersteuning). Fietsen met het
systeem in ondersteuningsstand 0 is hetzelfde als fietsen met het systeem
uit.
Om het systeem uit te schakelen drukt u weer kort op de zijknop. De accu piept vijfmaal.
Als het systeem niet actief is, zal het na 10 minuten vanzelf uitschakelen.
NEDERLANDS
• Ondersteuningsstanden/(terugwinstanden)
Er zijn vier ondersteuningsstanden. De staven aan de linkerkant van de
display geven aan in welke ondersteuningsstand het systeem staat.
Voor ondersteuning drukt u op de ‘+’ (rechter) knop.
Voor ondersteuningsstand 1 drukt u eenmaal. Druk nogmaals voor meer
ondersteuning. Druk op de ‘-‘ (linker) knop om een stand terug te gaan.
Als de pijlindicatie in de rechter bovenhoek van de display niet gevuld
is, dan is het fietsen hetzelfde als op een normale fiets.
Terugwinstanden zijn niet standaard geïnstalleerd op de controller. Dit betekent dat de motor alleen
energie zal opwekken wanneer de achterrem wordt gebruikt (twee staven gaan knipperen).
Als u dit wilt, kan uw dealer de terugwinstanden activeren op de controller.
Druk, vanuit stand 0, eenmaal op de ‘-‘ knop voor terugwinstand 1 (staven gaan knipperen),
nogmaals voor hogere standen. Voor minder terugwinning drukt u op de ‘+’ knop.
Belangrijk. Het wordt sterk aangeraden om rechtuit weg te rijden wanneer het systeem in een
ondersteuningsstand staat. Selecteer nooit ondersteuningsstand 3 of 4 tijdens het wegrijden of
manoeuvreren in een scherpe bocht. De krachtige reactie van de motor kan ervoor zorgen dat u
verrast wordt.
96
Gebruiksaanwijzing
• Verlichting in- en uitschakelen
Druk de zijknop 2 seconden in voor het inschakelen van de
displayverlichting en, indien aanwezig, de voor- en achterverlichting.
Wanneer de verlichting is ingeschakeld verschijnt het symbool
bij
het fietssymbool op de display. Als de accu volledig leeg is, zal de
motor automatisch als dynamo worden geschakeld en zo de
verlichting voeden. Druk de zijknop weer 2 seconden in om de
verlichting uit te schakelen.
• Verwijderen en terugplaatsen
De ‘RIDE+ Easy’ controller kan eenvoudig van de fiets verwijderd worden door deze naar rechts uit
de docking te schuiven. Schuif van de controller naar links om de controller terug te plaatsen.
Zorg ervoor dat u het systeem uitschakelt voordat u de controller van de fiets haalt om verlies van
ritinformatie te voorkomen.
NEDERLANDS
• Onbedoelde verwijdering van de controller uit de docking
Als de controller verwijderd wordt terwijl het systeem is ingeschakeld, zal het systeem niet
langer ondersteunen, zelfs wanneer de controller direct wordt teruggeplaatst. Selecteer na het
terugplaatsen van de controller weer de gewenste ondersteuningsstand.
97
Gebruiksaanwijzing
1
8
2
7
3
6
5
4
4.4 RIDE+ Easy II Controller
1• Ondersteuningsstand/(terugwinstand) 2• Zijknop (Aan/Uit), verlichting (Aan/Uit) 3• Verlichtingsindicator (Aan of Uit) 4• Accustatus 5• ‘+’ Knop, Mijl- of kilometerweergave 6• ‘-‘ Knop, weergave
Totaalafstand of Ritafstand 7• Ritafstand/Totaalafstand 8• Snelheidsindicator
• Systeem in- en uitschakelen
Om het systeem in te schakelen drukt u kort op de zijknop. De accu piept
viermaal en het systeem voert een korte zelfcontrole uit. Het systeem is nu
actief en staat in de fietsstand (geen ondersteuning). Fietsen met het systeem
in ondersteuningsstand 0 is hetzelfde als fietsen met het systeem uit. Om het
systeem uit te schakelen drukt u weer kort op de zijknop. De accu
piept vijfmaal. Als het systeem niet actief is zal het na 10 minuten vanzelf
uitschakelen.
NEDERLANDS
• Ondersteuningsstanden/(terugwinstanden)
Er zijn vier ondersteuningsstanden. De pijlen in de rechter bovenhoek van de
display geven aan in welke ondersteuningsstand het systeem staat. Voor
ondersteuning drukt u op de ‘+’ (rechter) knop. Voor ondersteuningsstand 1
drukt u eenmaal. Druk nogmaals voor meer ondersteuning. Druk op de
‘-‘ (linker) knop om een stand terug te gaan. Als de pijlindicatie in de rechter
bovenhoek van de display niet gevuld is, dan is het fietsen hetzelfde als op een
normale fiets.
Terugwinstanden zijn niet standaard geïnstalleerd op de controller. Dit betekent dat de motor alleen energie
zal opwekken wanneer de achterrem wordt gebruikt (twee pijlen gaan knipperen). Als u dit wilt, kan uw
dealer de terugwinstanden activeren op de controller. Druk, vanuit stand 0, eenmaal op de ‘-‘ knop voor
terugwinstanden 1 (pijlen gaan knipperen), nogmaals voor hogere standen. Voor minder terugwinning drukt u
op de ‘+’ knop.
Belangrijk. Het wordt sterk aangeraden om rechtuit weg te rijden wanneer het systeem in een
ondersteuningsstand staat. Selecteer nooit ondersteuningsstand 3 of 4 tijdens het wegrijden of manoeuvreren
in een scherpe bocht. De krachtige reactie van de motor kan ervoor zorgen dat u verrast wordt.
• Verlichting in- en uitschakelen
Druk de zijknop 2 seconden in voor het inschakelen van de
displayverlichting en, indien aanwezig, de voor- en achterverlichting.
Wanneer de verlichting is ingeschakeld verschijnt het lichtsymbool op de
display. Als de accu volledig leeg is, zal de motor automatisch als dynamo
worden geschakeld en zo de verlichting voeden. Druk de zijknop weer 2
seconden in om de verlichting uit te schakelen.
98
Gebruiksaanwijzing
• Verwijderen en terugplaatsen
De ‘RIDE+ Easy II’ controller kan eenvoudig van de fiets verwijderd worden door deze naar rechts
uit de docking te schuiven. Schuif van de controller naar links om de controller terug te plaatsen.
Zorg ervoor dat u het systeem uitschakelt voordat u de controller van de fiets haalt om verlies van
ritinformatie te voorkomen.
• Onbedoelde verwijdering van de controller uit de docking
Als de controller verwijderd wordt terwijl het systeem is ingeschakeld, zal het systeem niet langer
ondersteunen, zelfs wanneer de controller direct wordt teruggeplaatst. Selecteer na het
terugplaatsen van de controller weer de gewenste ondersteuningsstand.
• Totale afstand/ritafstand weergeven
De controller meet twee typen rij-informatie. Houd de ‘-’ knop
5 seconden ingedrukt om te wisselen tussen totaalafstand en de
ritafstand.
• De ritafstand resetten (naar 0)
De ritafstand kan gereset worden naar nul door de ‘+’ knop
5 seconden ingedrukt te houden.
NEDERLANDS
• Weergave mijl/kilometer veranderen
De display kan zowel mijlen als kilometers weergeven. Om te
schakelen tussen mijlen en kilometers houdt u de ‘+’ en de ‘-‘ knop
gelijktijdig gedurende 5 seconden ingedrukt.
99
Gebruiksaanwijzing
4.5 Accu onder de drager (RIDE+ R250, RIDE+R320)
• Accucapaciteit
Afhankelijk van het fietsmodel zal uw fiets voorzien zijn van de ‘RIDE+ R250’ accu of de ‘RIDE+
R320 accu’. Het verwijderen, terugplaatsen en het laden is vrijwel hetzelfde voor alle accu’s.
• ‘RIDE+ R250’ accu bevat 30 Li-Mn (Lithium-Ion) cellen, 4.8 Ah, 250 Wh
• ‘RIDE+ R320’ accu bevat 39 Li-Mn (Lithium-Ion) cellen, 6.6 Ah, 320 Wh
• RIDE+ compatibiliteit
De ‘RIDE+ R250’ en ‘RIDE+ R320’ accu’s zijn compatibel met het Bontrager Interchange System.
Dit betekent dat u een Bontrager mandje of fietstas kunt monteren op de bagagedrager van de fiets
door de plug uit de accu te verwijderen.
• De accu verwijderen
Steek de sleutel in het slot van de docking en draai deze rechtsom zodat het slot ontgrendeld is
(stap 1, 2). Schuif de accu uit de drager door deze naar achteren te trekken (stap 3,4). Vergeet niet
om de sleutels uit het slot te halen nadat u de accu verwijderd heeft.
NEDERLANDS
1.
2.
3.
4.
• De accu terugplaatsen
Schuif de accu met de aansluitzijde eerst in de achterdrager (stap 1). Schuif de accu helemaal naar
voren en duw iets krachtiger aan het einde wanneer de aansluiting gemaakt wordt met de docking
(stap 2, 3). Vergrendel de accu door de sleutel te draaien en neem de sleutel uit het slot (stap 4).
100
Gebruiksaanwijzing
1.
2.
3.
4.
4.6 Onderbuisaccu (RIDE+ C320, RIDE+ C420)
• Accucapaciteit
Afhankelijk van het fietsmodel zal uw fiets voorzien zijn van de ‘RIDE+ C320’ accu of de ‘RIDE+
C420’ accu. Het verwijderen, terugplaatsen en het laden is identiek voor beide accu’s.
Beide accu’s hebben dezelfde vorm en zijn uitwisselbaar.
• ‘RIDE+ C320 accu’, bevat 39 Li-Mn (Lithium-Ion) cellen, 6.6 Ah, 320 Wh.
• ‘RIDE+ C420 accu’, bevat 52 Li-Mn (Lithium-Ion) cellen, 8.8 Ah, 420 Wh.
NEDERLANDS
• Adapter voor de bidonhouder
Op de ‘RIDE+ C320’ en ‘RIDE+ C420’ accu’s kan een bidonhouder gemonteerd worden door de
adapter met twee boutjes op de accu te monteren. Vervolgens kan de bidonhouder op de adapter
gemonteerd worden. Gebruik alleen de vier boutjes die meegeleverd zijn met de accu om schade
aan de accucellen aan de binnenzijde van de accu te voorkomen.
• De accu verwijderen
Steek de sleutel in het slot van de accu en draai deze rechtsom. Het slot springt open (stap 1 en 2,
zie volgende pagina). De hendel van de accu springt nu omhoog. U kunt de sleutel uit het slot halen
en de accu afnemen door de hendel van de accu omhoog te trekken (parallel aan de onderbuis). De
accu laat nu los van de rail (stap 3). Wanneer de accu niet op de fiets gemonteerd is, gebruik dan
altijd het bijgeleverde afdekkapje om het elektrische systeem te beschermen tegen water (stap 5).
Zorg ervoor dat het koord van het afdekkapje veilig aan het frame is vastgemaakt.
101
Gebruiksaanwijzing
1.
2.
4.
3.
5.
Contacten aan de onderzijde van de onderbuis
• De accu terugplaatsen
Plaats de accu vlak boven de onderbuis (met enige ruimte tussen de zitbuis en de onderkant van de
accu) (stap 1). Schuif nu de accu op de rail (stap 2). Gebruik de hendel om de accu voorzichtig te
laten zakken, zodat de aansluitingen een goede verbinding maken (stap 3). Druk het slot van de accu
in wanneer deze in de goede positie zit (stap 3, 4). Rij niet op de fiets met het slot open.
NEDERLANDS
1.
2.
3.
4.
4.7 Het laden van de accu
Belangrijk. Schakel het systeem uit voor u de accu oplaadt. Schakel het systeem niet aan of uit
tijdens het laden. Gebruik alleen de bijbehorende lader. Gebruik van een verkeerde lader kan leiden
tot oververhitten, in brand vliegen of zelfs exploderen van de accu.
102
Gebruiksaanwijzing
De accu kan zowel geladen worden op de fiets als op een andere plek (wanneer de accu verwijderd
is van de fiets). Li-Ion accu’s die gebruikt worden op RIDE+ fietsen hebben geen geheugeneffect.
Dit betekent dat de capaciteit van de accu niet beïnvloed wordt door deze te laden voordat de accu
volledig leeg is. U kunt de accu na elke rit herladen. Het wordt aangeraden dat u, voor de eerste
drie ritten, de accu niet herlaadt totdat er nog een streepje acculading zichtbaar is op de display.
Als het nodig is om de accu te laden geeft deze een piepsignaal. Laad de accu dan onmiddelijk op.
Laad de accu op bij kamertemperatuur (circa 20°C), vermijd hoge temperaturen. Zorg bij lage
temperaturen dat de accu op kamertemperatuur is voordat u begint met laden.
• Voeding 100-240V
De voeding schakelt automatisch naar de juiste netspanning.
• Laden
Verbind de connector van de voeding met de accu. Verbind de voeding
met een juiste spanningsbron. Het licht bij de laadpoort van de accu zal
rood oplichten. Als het laden start, zal deze oranje kleuren.
NEDERLANDS
Waarschuwing. Vervang een beschadigde netkabel onmiddellijk
ter voorkoming van een elektrische schok.
Wanneer het lampje bij de laadpoort groen kleurt, is de accu volledig opgeladen.
Haal de stekkers van de voeding uit de laadpoort van de accu en de spanningsbron.
Het laden van een volledig lege accu neemt normaal drie tot vier uur in beslag. Na een uur zal
de accu echter al voor 80% geladen zijn.
De accu’s met een ronde laadstekker kunnen onbeperkt verbonden blijven met de voeding.
De laadelectronica zorgt voor de juiste laadprocedure. Het scheelt echter wel energie wanneer u de
stekker van de voeding uit de spanningsbron haalt wanneer het lampje op de accu groen kleurt.
LET OP. Het gebruik van een tweede accu wordt afgeraden, omdat de computer in de accu
ritgegevens (zoals afstand etc.) en instellingen opslaat. Een tweede voeding is een beter oplossing.De
accu is erg duurzaam. De capaciteit wordt gegarandeerd voor 600 ladingen of 2 jaar (welke situatie
het eerst komt).
103
Gebruiksaanwijzing
4.8 Accu-onderhoud
• Opslag van de accu
Als u de accu niet gebruikt, bewaar deze dan op een droge, koele plaats. Als ze langere tijd niet
gebruikt worden, is het voor Li-Ion accu’s het best als ze voor 100% geladen zijn. De temperatuur
moet tussen de 5°C en de 25°C liggen, bij voorkeur 5-10°C. Bewaar de accu niet op plaatsen waar de
temperatuur hoger wordt dan +25°C of lager dan 5°C. Voorkom extreme temperatuurwisselingen.
Zorg dat zich geen condens op de accu kan vormen om te voorkomen dat de connector oxideert.
Het niet opvolgen van deze instructies zal tot schade aan de accu kunnen leiden. Mogelijk zal de accu
in dat geval vervangen moeten worden.
Laad de accu minstens één keer per drie maanden op als de accu niet gebruikt wordt en als de
accu iedere 30 minuten een piepsignaal laat horen.
De RIDE+ accu’s die geladen worden met de voeding (RIDE+ R250, RIDE+ R320, RIDE+ C320, RIDE+
C420) kunnen verbonden blijven met de voeding en zullen regelmatig automatisch laden.
Belangrijk. Sluit de aansluitingen van de accu niet kort. De accu kan hierdoor oververhitten, in
brand vliegen of zelfs exploderen. Probeer de accu niet te openen, dit kan tot kortsluiting leiden met
oververhitten, in brand vliegen of zelfs exploderen tot gevolg. De accu is (spat)waterdicht, maar niet
bestand tegen onderdompelen of schoonmaken met een hogedrukspuit. De garantie dekt geen schade
als gevolg van het niet juist opvolgen van de accu-onderhoudsinstructies.
• Recyclen van de accu
Omdat accu’s schadelijke stoffen bevatten, moeten ze behandeld worden als chemisch
afval en mogen niet met het gewone afval worden afgevoerd.
Waarschuwing. Een accu mag niet worden afgevoerd als gewoon afval.
Om milieuvervuiling te voorkomen, kan een defecte accu bij de fietsendealer worden ingeleverd of bij
een andere afvalverwerking volgens lokale wetgeving.
NEDERLANDS
4.9 Gebruikssuggesties
• Haal het meeste uit uw fiets
Het maakt geen verschil of u nu rijdt met het systeem ‘Aan’ in ondersteuningsstand 0 of met het systeem
‘Uit’. Als het systeem echter ‘Aan’ staat worden uw snelheid en afgelegde afstand geregistreerd en kan de
de verlichting branden. Dit is niet het geval als het systeem ‘Uit’ staat.
De trapkrachtondersteuning werkt het best bij een trapfrequentie (cadans) van circa 60 omwentelingen
per minuut. Gebruik de trapkrachtondersteuning naarmate u deze nodig heeft.
Uw elektrische fiets is een fiets en dient als zodanig gebruikt te worden. De tabel hieronder is bedoeld
u een idee te geven van de afstanden die op een acculading kunnen worden afgelegd, onder ideale
omstandigheden. Werkelijke afstanden zullen uiteraard verschillen afhankelijk van wind, bandenspanning,
gewicht van de berijder, rijstijl, software-instellingen, topografie, leeftijd van de accu en andere factoren.
Bereik met een volledig geladen accu (‘RIDE+ R250’; 250 Wh)
104
Terrein/Ondersteuning
1 (25%)
2 (50%)
3 (100%)
4 (200%)
Vlakke weg
50-80 km
40-65 km
30-50 km
25 - 35 km
Hellingen, wind
40-70 km
30-55 km
20-40 km
15 - 25 km
Zeer steile hellingen
25-40 km
20-35 km
15-25 km
10 - 20 km
Gebruiksaanwijzing
Bereik met een volledig geladen accu (‘RIDE+ R320’ and ‘RIDE+ C320’; 320 Wh)
Terrein/Ondersteuning
1 (25%)
2 (50%)
3 (100%)
4 (200%)
Vlakke weg
55-90 km
50-70 km
45-55 km
30-40 km
Hellingen, wind
45-75 km
35-60 km
30-45 km
20-30 km
Zeer steile hellingen
30-45 km
30-45 km
20-30 km
15-25 km
Bereik met een volledig geladen accu (‘RIDE+ C420’; 420 Wh)
Terrein/Ondersteuning
1 (25%)
2 (50%)
3 (100%)
4 (200%)
Vlakke weg
80-125 km
60-100 km
55-80 km
40-55 km
Hellingen, wind
65-100 km
45-85 km
35-65 km
25-40 km
Zeer steile hellingen
45-65 km
35-60 km
25-40 km
20-35 km
NEDERLANDS
• Transport van een elektrische fiets op een auto
Omdat een elektrische fiets door de extra aandrijfcomponenten zwaarder is dan een normale fiets,
moet er met de volgende aspecten rekening worden gehouden als de elektrische fiets wordt
vervoerd met een auto:
a. Houd rekening met de maximale kogeldruk van het voertuig indien daarop een fietsendrager met
één of meerdere rijwielen, waaronder een elektrische fiets, geplaatst wordt.
Zie het instructieboekje van uw voertuig en/of trekhaak voor meer informatie.
b.Houd rekening met de maximale daklast van het voertuig indien op het voertuigdak een
fietsendrager met één of meerdere rijwielen, waaronder een elektrische fiets, geplaatst wordt.
Zie het instructieboekje van uw voertuig en/of fietsendrager voor meer informatie.
c. Een fietsendrager heeft een beperkt laadvermogen. Soms is die niet voldoende voor het vervoer
van een (zwaardere) elektrische fiets in combinatie met andere (al dan niet elektrische) fietsen.
Zie de handleiding van de fietsendrager voor meer informatie.
d. Verwijder de accu en, indien aanwezig, fietstassen en bewaar deze elders in het voertuig tijdens de rit.
e. Respecteer altijd lokale, wettelijke regels over transport van (elektrische) fietsen.
Waarschuwing. De rijeigenschappen van het voertuig kunnen beinvloed worden door extra gewicht
op trekhaak of dak.
4.10 Programmeren (alleen geldig voor fietsen met de ‘BionX G2’ en ‘RIDE+ Pro’ controller)
Dit gedeelte geeft uitleg over hoe de kilometerteller (in mijlen of kilometers), de klok, de
wieldiameter, de betekenis van de knoppen en de juiste taal geselecteerd kan worden.
Om naar de programeer-modus te gaan drukt u tegelijkertijd 2 seconden op de ‘Aan/Uit’
modusselectie-knop
. In de display verschijnen vier nullen, waarvan de eerste knippert.
knop en de
105
Onderhoud
van de
RIDE+
fiets
Voer de juiste code in door de ‘+’ knop in te drukken voor een hogere waarde en de ‘-’ knop voor
een lagere waarde. Druk op de ‘Aan/Uit’ knop
om een waarde te bevestigen en om naar het
volgende getal te gaan. Druk op de knop ‘Aan/Uit’
nadat u de laatste juiste waarde heeft
ingevoerd om in het gekozen menu te gaan. U gaat nu terug naar de normale display.
Codes:
2001 om tussen mijl en kilometer te wisselen
2004 om de tijd in te stellen
2009 om de functionaliteit van de knoppen, links en rechts, om te wisselen
2 0 1 1 om de displaytaal te veranderen. Gebruik de knop om door de talen te scrollen
3 7 7 1 om de juiste wieldiameter in te stellen
5. Onderhoud van de RIDE+ fiets
Laat uw dealer bij de eerste controlebeurt, dus na de eerste 2 à 3 weken of na 300 km, de spaken in het
voor- en achterwiel controleren.
De motor is van het borstelloze type en is geheel onderhoudsvrij.
Controleer elke twee tot drie maanden de elektrische verbindingen in het systeem.
Zorg dat er geen vuil of vocht in de ‘docking station’ (de connector in de bagagedrager) kan komen als de
accu niet in de fiets zit. Mocht dit toch het geval zijn, maak hem dan droog met een droge, zachte borstel.
5.1 Schoonmaken
Maak de fiets schoon met een spons en/of een zachte borstel en weinig water. Voor de accu is
afnemen met een vochtige doek voldoende. Zorg dat de elektrische verbindingen droog blijven.
Belangrijk. Gebruik geen hogedrukreiniger. De krachtige straal hiervan kan de elektronica beschadigen.
NEDERLANDS
5.2 Verwijderen en monteren van wielen bij een fiets met achterwielmotor
Het is belangrijk voor het RIDE+ systeem dat het achterwiel correct is gemonteerd. Het verwijderen
en installeren van het achterwiel kan daarom het beste gedaan worden door uw dealer. Als u het zelf
moet doen, volg dan deze instructies.
• Het achterwiel verwijderen
1. Zorg ervoor dat het systeem is uitgeschakeld.
2. Schakel naar de hoogste versnelling.
3. Verwijder de accu uit de docking (op drager of
onderbuis).
4. Koppel de aansluitingen van de motor aan de linkerkant
van het wiel los. Zorg ervoor dat beide kabels zijn
losgekoppeld (picture).
5. Koppel de achterrem los:
-V-brakes, Magura remmen: ontkoppel de achterrem.
-Rollerbrakes: haak de kabel en kabelstop van de rem
los. Draai de bout van de reactiearm los.
6. Draai de asmoeren los en verwijder deze.
7. Schuif het wiel naar voren uit de drop-out tot u het wiel kunt verwijderen.
8. Verwijder de ketting van het tandwiel.
9. Verwijder het achterwiel.
106
Onderhoud
van de
RIDE+
fiets
• Het achterwiel installeren
1 . Zorg ervoor dat het systeem is uitgeschakeld.
2. Bij Rollerbrake-fietsen: zorg ervoor dat het afstandstuk dat de
rollerbrake op het wiel centreert, zich op de juiste plaats
bevindt.
3. Zorg ervoor dat de platte kanten van de achteras aan de
linkerzijde van de as uitgelijnd zijn op de linker drop-out.
4. Zorg ervoor dat de groef in de achteras naar boven is gericht
(12 uur). Leg de ketting op het kleinste tandwiel en schuif het
achterwiel in de achter drop-out. Zorg ervoor dat de as tot
vooraan in de drop-out zit.
5. Draai de asmoeren van het achterwiel gelijkmatig aan met 40 Nm, anders werkt het systeem mogelijk
niet correct. Als u niet de beschikking heeft over een momentsleutel, laat het aandraaimoment van de
asmoeren dan bij de eerste mogelijkheid controleren door uw dealer.
LET OP. Bij een fiets zonder derailleur mag de ketting niet te strak worden afgesteld (gemeten in
het midden van de ketting in de meest strakke stand)) omdat anders het systeem niet goed werkt en
de berijder de controle over de fiets kan verliezen. Stel de kettingspanning zodanig af, dat de ketting
bij een kracht van ca. 100 g op het strakste punt in de ketting 10-20 mm op- en neer kan worden
bewogen.
NEDERLANDS
6. Sluit de achterrem opnieuw aan.
Bij Rollerbrake-fietsen: zorg ervoor dat de bout van de remarm stevig is aangedraaid.
7. Sluit de stekkers van de motor aan.
8. Schakel het systeem in.
9. Maak een testrit om te controleren of het systeem werkt.
10. Controleer of de achterrem werkt.
Belangrijk. Schakel het systeem uit voordat u de stekkers van de motor losneemt of in elkaar steekt.
Als u dit niet doet, kunnen er vonken ontstaan en zou u zelfs een elektrische schok kunnen krijgen.
• Het voorwiel verwijderen of monteren
Voor het verwijderen en monteren van een voorwiel bij een fiets met een achterwielmotor zijn geen
speciale instructies van toepassing.
5.3 Verwijderen en monteren van wielen bij een fiets met voorwielmotor
Het is belangrijk voor het RIDE+ systeem dat de wielen correct zijn gemonteerd. Het verwijderen en
installeren van de wielen kan daarom het beste uitgevoerd worden door uw dealer. Als u het zelf wilt
doen, volg dan deze instructies.
• Het voorwiel verwijderen
1. Zorg ervoor dat het systeem is uitgeschakeld.
2. Verwijder de accu uit de docking (op drager of onderbuis).
3. Koppel de aansluitingen van de motor aan de rechterkant van het wiel los. Zorg ervoor dat beide
kabels zijn losgekoppeld.
4. Koppel de voorrem los:
-V-brakes, Magura remmen: ontkoppel de voorrrem.
-Rollerbrakes: haak de kabel en kabelstop van de rem los. Draai de bout van de reactiearm los.
107
Onderhoud
van de
RIDE+
fiets
5. Draai de asmoeren los en verwijder deze samen met de onderlegringen.
6. Til de fiets op zodat het wiel verwijderd kan worden.
Zorg ervoor dat u de twee blokkeerringen niet kwijt raakt.
• Het voorwiel monteren
1. Zorg ervoor dat het systeem is uitgeschakeld.
2. Zorg ervoor dat de blokkeerringen aan beide kanten van de as geïnstalleerd zijn, met de armen naar voren
gericht (zie foto).
3. Bij Rollerbrake fietsen: zorg ervoor dat het afstandstuk dat de rollerbrake op het wiel centreert, zich op de
juiste plaats bevindt.
4. Zorg ervoor dat de blokkeerringen zich onder de as bevinden in de open einden van de vorkpoten.
Bij Rollerbrake-fietsen: zorg ervoor dat de remarm goed in de fixeerbeugel zit.
5. Draai het wiel licht naar achteren zodat de armen van de blokkeermoeren (blockers) zichzelf positioneren
tegen de corresponderende blokjes op de vorkpoten.
6. Draai de asmoeren van het voorwiel gelijkmatig aan met 40 Nm, anders werkt het systeem mogelijk niet
correct. Als u niet de beschikking heeft over een momentsleutel, laat het aandraaimoment van de
asmoeren dan bij de eerste mogelijkheid controleren door uw dealer.
7. Sluit de voorrem opnieuw aan.
Bij Rollerbrake-fietsen: zorg ervoor dat de bout van de remarm
stevig is aangedraaid.
8. Controleer of de voorrem werkt.
9. Sluit de stekkers van de motor aan.
10. Plaats de accu terug op de fiets.
11. Schakel het systeem in.
12. Maak een testrit om te controleren of het systeem werkt.
NEDERLANDS
Belangrijk. Schakel het systeem uit voordat u de stekkers van
de motor losneemt of in elkaar steekt. Als u dit niet doet, kunnen er vonken ontstaan en zou u zelfs een
elektrische schok kunnen krijgen.
• Het achterwiel verwijderen of monteren
1. Verzeker u van het juist uitlijnen van het achterwiel in het frame.
LET OP. Bij een fiets zonder derailleur mag de ketting niet te strak worden afgesteld (gemeten in
het midden van de ketting in de meest strakke stand), omdat anders het systeem niet goed werkt en
de berijder de controle over de fiets kan verliezen. Stel de kettingspanning zo af, dat de ketting bij een
kracht van ca. 100 g op het strakste punt in de ketting 10-20 mm op- en neer kan worden bewogen.
2. Draai de asmoeren van het achterwiel gelijkmatig aan met een aanhaalmoment van 40 Nm,
anders werkt het systeem mogelijk niet correct. Als u niet de beschikking heeft over een
momentsleutel, laat het aandraaimoment van de asmoeren dan controleren door uw dealer bij de
eerste mogelijkheid.
3. Maak na de werkzaamheden een korte testrit om de werking van het systeem te controleren.
108
Technische
omschrijving
6. Technische omschrijving
6.1 Fietsdetails
Motor
Borstelloze achterwielmotor
Maximum continu vermogen
250 W
Maximaal ondersteunde snelheid
25 km/u
Aanhaalkoppel asmoeren wielen
40 Nm
6.2 Accu’s
Spanning
Capaciteit
Vermogen
Gewicht
Levensduur
Laadduur geheel
ontladen accu
RIDE+ R250
37 V
6.6 Ah
250 Wh
2.4 kg
Minimaal 600
volledige
ontlaad/laad cycli
3 tot 4 uur
RIDE+ R320
48 V
6.6 Ah
320 Wh
2.8 kg
Minimaal 600
volledige
ontlaad/laadcycli
3 tot 4 uur
RIDE+ C320
48 V
6.6 Ah
320 Wh
2.8 kg
Minimaal 600
volledige
ontlaad/laadcycli
3 tot 4 uur
RIDE+ C420
48 V
8.8 Ah
420 Wh
3.8 kg
Minimaal 600
volledige
ontlaad/laadcycli
4 tot 5 uur
Status
Min (oC)
Max (oC)
Laden
0
45
Gebruik
-10
50
Opslag
5
25
NEDERLANDS
6.3 Minimale en maximale temperaturen voor de accu
6.4 Voeding
Netspanning:
100 VAC tot 240 VAC
Amperage:
1.6 A
Uitgangsspanning:
26 VDC
Uitgangsstroom:
3.45 A
109
Probleemoplossing
7. Probleemoplossing
7.1 Rijproblemen
• Het systeem schakelt niet in (geen piepsignaal van de accu), de display blijft leeg
Controleer eerst de accu. Deze moet goed in de docking zitten en het slot moet vergrendeld zijn.
Controleer alle aansluitingen en verbind deze opnieuw indien nodig. Zorg ervoor dat de controller volledig op
de docking is geschoven. Wanneer dit niet helpt, neem dan contact op met uw dealer.
• De motor staat altijd in de terugwinmodus
Er is waarschijnlijk een probleem met de remschakelaar in de rechter remhendel. Probeer het systeem uit te
schakelen en opnieuw in te schakelen. Als dit niet helpt, verbreek dan het contact tussen de remhendel
stekker en de controller docking. Dit lost het probleem op, maar het systeem zal niet meer overschakelen
naar de terugwinmodus. Neem contact op met uw dealer.
• Na een reparatie of servicebeurt is de motor niet meer zo krachtig als daarvoor
Laat bij een fiets met achterwielmotor de achterasmoeren controleren op het juiste aanhaalmoment van
40 Nm. Laat bij een fiets met voorwielmotor de voor- en achterasmoeren controleren op het juiste
aanhaalmoment van 40 Nm.
• Het systeem ondersteunt, maar doet dit onregelmatig
Laat bij een fiets met achterwielmotor de achterasmoeren controleren op het juiste aanhaalmoment van 40
Nm. Laat bij een fiets met voorwielmotor de voor- en achterasmoeren controleren op het juiste
aanhaalmoment van 40 Nm. Controleer alle stekkerverbindingen van het systeem.
• Het systeem activeert wanneer de accu in de docking wordt geschoven
Dit gebeurt soms door statische elektriciteit. Er is geen probleem met het systeem.
NEDERLANDS
7.2 Laadproblemen
• De display laat niet zien dat de accu vol is na een volledige laadbeurt
Zorg ervoor dat u alle laadinstructies hebt gevolgd. Laat de accu afkoelen en probeer het na enkele uren
opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, rijd de accu dan volledig leeg en laad de accu opnieuw op. Laat
indien nodig de fiets updaten met de laatste firmware bij uw dealer.
• De laadindicator wordt niet rood na aansluiten van de netkabel op een stopcontact
Controleer de netkabel. Vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is.
Waarschuwing. Vervang een beschadigde netkabel onmiddellijk ter voorkoming van een
elektrische schok.
• De laadindicator wordt groen na slechts 10 minuten laden
Zorg ervoor dat het systeem uitgeschakeld is voordat u de voeding met een stopcontact verbindt of voordat u
de accu verwijdert om deze te laden.
7.3 Display problemen
• Soms is de display 1 seconde actief
Dit is normaal: het gebeurt eens per half uur als het systeem van de accu een zelfcontrole uitvoert.
110
Garantie
• De display is actief voor 1 seconde, de accu piept
Dit is normaal: het gebeurt eens per half uur als het systeem van de accu een zelfcontrole uitvoert en de accu
geladen moet worden. Laad de accu op.
• Display is zwart: alle LCD-segmenten zijn actief
Tijdens normaal gebruik: aanpassen met de modus-knop
knop
en de ‘-’ knop.
en de ‘+’ knop of op de modus-
• Display is leeg, alleen het slotsymbool is zichtbaar
Schuif de controller uit de docking en plaats deze weer terug, of druk vijfmaal op de modus-knop
.
8. Garantie
8.1 Naleving van regels
De fiets is een EPAC (Electrically Power Assisted Cycle) volgens EN15194. Alle onderdelen hebben
een keurmerk.
8.2 Beperkte garantie
Trek Bicycle Corporation garandeert de motor, de accu en de controller voor twee (2) jaar tegen
productie- en materiaalfouten voor de eerste eigenaar.
Onder deze garantie vallen niet:
NEDERLANDS
• Normale slijtage;
• Onjuiste montage;
• Onjuiste onderhoudsbeurten;
• Gebruik van onderdelen of accessoires die niet oorspronkelijk bedoeld zijn voor de verkochte fiets;
• Schade of defect door ongeluk, misbruik, verkeerd gebruik of onachtzaamheid;
• Arbeidskosten voor het vervangen of veranderen van onderdelen;
• Slecht functioneren van de accu als dit binnen de garantieperiode van twee jaar meer dan 600 maal
volledig ontladen en geladen is.
Deze garantie komt volledig te vervallen zodra de motor, de controller, de accu of enig ander
onderdeel wordt gewijzigd.
Deze garantie is nadrukkelijk beperkt tot de reparatie of vervanging van een defect onderdeel en
vormt de enige mogelijkheid tot verhaal. Deze garantie gaat in op de aankoopdatum, geldt alleen voor
de oorspronkelijke eigenaar en kan niet worden overgedragen.
Trek Bicycle Corporation is niet aansprakelijk voor incidentele schade of gevolgschade.
In sommige landen mag incidentele schade of gevolgschade niet worden uitgesloten, waardoor
bovenstaande uitsluiting mogelijk niet op u van toepassing is.
Claims in het kader van deze garantie moeten worden ingediend bij een geautoriseerde Trek-dealer.
Hierbij dient u een aankoopbewijs te overleggen. Een claim kan pas in behandeling worden genomen
nadat u de fiets bij Trek Bicycle Corporation online geregistreerd hebt of de registratiekaart naar Trek
Bicycle Corporation heeft gestuurd. De garantieduur en –details kunnen per frametype en/of land
verschillen. Deze garantie verleent u specifieke juridische rechten en deze rechten kunnen per
land verschillen. Deze garantie is niet van toepassing op uw wettelijke rechten als consument.
111