17
Nederlands
2. wanneer er een defect zou kunnen optreden
nadat het apparaat bijvoorbeeld is gevallen,
3. wanneer het apparaat slecht functioneert.
Het apparaat moet in elk geval hersteld worden
door een gekwalificeerd vakman.
•
Een defect snoer mag enkel door een gekwali-
ficeerd persoon hersteld worden.
•
Trek de stekker nooit met het snoer uit het stop-
contact, maar steeds met de stekker zelf.
•
Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen water of chemicaliën.
•
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
verkeerde aansluiting, foutieve bediening of van
herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon
vervalt de garantie en de verantwoordelijkheid
voor hieruit resulterende materiële of lichame-
lijke schade.
Wanneer het apparaat definitief uit bedrijf
wordt genomen, bezorg het dan voor mi-
lieuvriendelijke verwerking aan een plaat-
selijk recyclagebedrijf.
3 Toepassingen
Het stereo-mengpaneel MPX-622 / SW met vier
stereo-ingangskanalen en twee mono-micro-
foonkanalen is geschikt voor diverse professionele
DJ-toepassingen of gebruik thuis evenals voor
toepassing in PA-systemen.
Het mengpaneel kan gebruikt worden als
een alleen staande module of kan in een 19”-rack
(482 mm) geïntegreerd worden. Voor de montage in
een rack hebt u 2rack-eenheden (= 89 mm) nodig.
4 Installatie
1)
Sluit de geluidsbronnen aan op de overeenkom-
stige ingangen:
– LINE A, LINE B, CD en LINE (20) voor aanslui-
ting van apparatuur met lijnniveau zoals tuner,
CD / MP3-speler, cassettespeler;
– PHONO (21) voor aansluiting van platenspe-
lers op een magnetisch systeem;
– MIC 1 en MIC 2 (1) voor aansluiting van
monomicrofoons.
2) Plaats de ingangskeuzeschakelaars (3) voor de
ka nalen CH 1 tot CH 4 in de overeenkomstige
stand.
3)
Verbind de versterker met de uitgangsjacks
AMP (19).
4) Verbind een geluidsopnametoestel met de uit-
gangsjacks REC (18) voor eventuele geluidsop-
names. Het opnameniveau is onafhankelijk van
de instelling van de masterregelaar (13).
5)
Plug de stekker van het netsnoer (17) in een
stopcontact (230 V/ 50 Hz).
6)
Om inschakelploppen te vermijden is het aan te
raden de masterregelaar (13) in de minimum-
stand te plaatsen. Schakel vervolgens met be-
hulp van de POWER-schakelaar (11) het meng-
paneel in. De LED (12) boven de schakelaar
geeft aan dat het toestel klaar is voor gebruik.
7) Schakel alle aangesloten toestellen in.
5 Werking
Plaats alle toonregelaars (2 en 14) in de mid-
delste stand en de TALKOVER-schakelaar (8)
in de OFF-stand, alvo rens het mengpaneel een
eerste keer in gebruik te nemen. Plaats beide
C.F. ASSIGN-schakelaars (7) in de nulstand
(mix-functie is uitgeschakeld).
OPGELET
Stel het volume van de geluidsin-
stallatie en dat van de hoofdtele-
foon nooit zeer hoog in. Langdu-
rige blootstelling aan hoge volumes
kan het gehoor beschadigen! Het
gehoor raakt aangepast aan hoge
volumes die na een tijdje niet meer
zo hoog lijken. Verhoog daarom
het volume niet nog meer, nadat u
er gewoon aan bent geraakt.
5.1 Mixen van de aangesloten
geluidsbronnen
1) Met de MASTER-regelaar (13) wordt het totale
volume van de aangesloten geluidsbronnen
geregeld. Voor de optimale regeling van de
ingangskanalen plaatst u de MASTER-regelaar
in een stand die ongeveer
2
⁄
3
van het maximum
bedraagt, bv. stand 7.
2)
Regel het volume van de ingangskanalen met
behulp van de schuifregelaars (4). Het signaal-
niveau van de masteruitgang AMP (19) wordt
weergegeven door de VU-meter (9). Bij 0 dB is
het mengpaneel volledig uitgestuurd. Bij overbe-
lasting lichten de rode LED's van de VU-meter op.
3) Regel met behulp van de 3-bandse equalizers
(14) het gewenste klankbeeld af van de beide
uitgangen REC (18) en AMP (19): De lage (LOW),
hoge (HIGH) en middelste (MID) frequenties
kunnen ofwel verhoogd of verlaagd worden